Muziek / Achtergrond
special: Interview met Jon Spencer

Jon Spencer zegt het met muziek

“Zo, en hoe heet jij?” vraagt Jon Spencer, terwijl hij de kleedkamer van popclub Vera in Groningen instapt. We schudden elkaar de hand en ik vertel wie ik ben, en wat 8WEEKLY is: een online magazine over muziek, theater, litera… “Ja, ja. ’t Is al goed. Kom maar op met je vragen.” De toon is gezet, meneer Spencer heeft blijkbaar haast, enkele uren voor het eerste optreden sinds jaren in Vera.

~

De Jon Spencer Blues Explosion is net begonnen aan een kleine Europese tour: gisteren 013 in Tilburg, morgen door naar Athene, zaterdag Brussel, en de afsluiter is aanstaande zondag in de Melkweg in Amsterdam. En mijn God, de man ziet er nu al dodelijk vermoeid uit. “Tja, er moet geld worden verdiend, hè. We zijn bezig met opnames voor een nieuw album. Het huren van de studio kost veel geld, en toen we een aantal aanbiedingen voor festivalletjes in Europa kregen, hapten we toe. Al dat reizen is zeker niet het leukste aspect van de rock ‘n’ roll, maar ach… het hoort er bij.”

Akoestisch

~

013 was -in tegenstelling tot Vera vanavond- niet uitverkocht, maar de zanger/gitarist is tevreden over het optreden: “We speelden veel nieuwe nummers, daar gaat het nu vooral om. Op de nieuwe plaat zullen ook een aantal akoestische nummers komen, maar die doen we nu nog niet. Vanavond gaan we voor de pure rock ‘n’roll. Ik hoop dat de nieuwe plaat in het voorjaar uitkomt, misschien dat we daarna terugkomen met een akoestische set in het optreden.”

Dit jaar deed de Blues Explosion het wat rustiger aan, maar vorig jaar zijn ze bijna constant aan het touren geweest. Ze speelden toen een aantal maal in Nederland, waaronder in Paradiso en op Swingin’ Groningen. Als ik opper dat ze in kleine zaaltjes beter op hun plaats zijn dan op grote festivals, knikt Jon Spencer instemmend. “Hoe intiemer de zaal is, hoe beter de sfeer tussen ons en het publiek. We deden vorig jaar wel veel festivals, maar ik voel me het best in een club als Vera.”

Hartstochtelijke trip

Als de chemie tussen band en publiek goed is, weet de grote man van het trio – naast hem staan Judah Bauer (gitaar/zang) en Russell Simins (drums) op het podium – het publiek mee te nemen op een hartstochtelijk trip door de wereld van de rock, waarbij Jon Spencer als een preacher man voorgaat. “Ik ben niet religieus opgevoed, maar in onze shows speelt religie inderdaad een belangrijke rol. Ik ben een grote fan van gospelmuziek. De passie die in die muziek zit, leg ik ook in onze optredens.” Iedereen moet bekeerd tot the Church of Rock.

Religie heeft voor Jon Spencer een duidelijk andere betekenis dan voor bijvoorbeeld Nick Cave of de onlangs overleden Johnny Cash. Hij speelt er alleen maar mee op het podium, terwijl de andere twee de Bijbel als inspiratiebron gebruiken. Ze verkondigen het geloof niet in hun muziek, maar verwijzen in teksten wel naar Bijbelverhalen. Jon Spencer: “Ik ben geen Bijbelkenner. Ik heb wel delen gelezen, maar gebruik die niet in mijn muziek, zoals zij doen. Het was overigens een trieste dag, toen Johnny Cash stierf. Eerder was zijn vrouw al overleden en hij was ziek, dus zat het er al aan te komen, maar toch was het een trieste dag. Hij heeft veel mooie dingen gedaan.”

Tijdens de twintig minuten die ik Jon Spencer spreek, lijkt de op het podium zo energieke bandleider met zijn gedachten niet bij het gesprek. Interviews behoren blijkbaar net als reizen tot de negatieve kant van de rockwereld. Muziek is voor Jon Spencer heilig, en op het podium voelt hij zich op zijn best. Dat weegt zeker op tegen de nadelen. Als hij na twintig minuten naar de klok begint te kijken, en vraagt of ik nog meer wil weten, is het interview voorbij. Hij kan terug naar het podium, beginnen met de soundcheck. Vanavond kom ik wel kijken wat hij écht te vertellen heeft.