Theater / Voorstelling

Bizar nachtje

recensie: Arabische nacht

Een fles drank, een woestijn, seks, een droom; wat is er toch aan de hand met deze nacht? Deze vreemde Arabische nacht, die door iedereen anders beleefd wordt? Dit toneelstuk van Roland Schimmelpfennig veroverde twee jaar geleden alle Duitse podia en werd ook in andere landen goed ontvangen. Nu is Nederland aan de beurt, en terecht.

~

Het is ontzettend warm. Er komt geen druppel water uit de kraan van de bovenste verdiepingen van een flat, waar het stuk zich afspeelt, en de lift werkt ook niet naar behoren. Onder deze omstandigheden ontmoeten vijf mensen elkaar. Een huisbaas, twee huisgenoten, de vriend van een huisgenoot en een overbuurman. Ze hebben allemaal een andere visie op een en dezelfde nacht. Ze laten hun fantasieën de vrije loop, op zoek naar liefde en romantiek. Ontspoorde levens, toevallige samenkomsten: geen van de levens zal na deze aparte Arabische nacht hetzelfde zijn. Regisseur Matthijs Rümke: “Voor mij toont het stuk hoe vijf middelmatige mensen in de heetste nacht van het jaar hun lotsbestemming proberen te ontstijgen.”

Puzzelstukjes

De voorstelling blijft van het begin tot het eind fascineren. Er gebeuren vreemde dingen, het verhaal breidt zich steeds verder uit en wordt steeds gecompliceerder. Het is bijna niet uit te leggen, maar de puzzelstukjes vallen wel tijdens de voorstelling in elkaar.

Perfecte timing

~

De acteurs zijn goed op dreef. Joep Onderlinden (de overbuurman) en Steve Hooi (de vriend van) zorgen voor de lachmomenten met hun houding en mimiek. De andere drie (Kees Hulst, José Kuijpers en Wimie Wilhelm) zijn meer van de serieuze kant. Allemaal zetten ze hun personage goed, maar soms iets te stereotiep, neer. Ze zeggen zelden iets tegen elkaar, maar denken hardop, vertellen hun verhaal, door elkaar. Ze vullen elkaar aan en toch weer niet. Het is briljant in elkaar gezet. De timing van de acteurs is perfect. En dat moet ook wel, want dat is de kracht van dit monologenspel. De vaart zit er goed in terwijl het stuk ook verdooft, als in een sprookje. Wat doet deze nacht toch met die mensen? Laat je meeslepen door deze bizarre, goed doordachte, lachwekkende Arabische nacht.

Arabische nacht toert nog tot en met 6 december 2003 door Nederland. Voor meer informatie: www.productiehuis.nl

8WEEKLY

Apenkoningland

Artikel: Donkey Kong Country

Op de GBA zijn inmiddels al vele SNES-games beschikbaar. Nu is daar eindelijk Donkey Kong Country bijgekomen. Deze platform game haalde destijds het maximale uit de SNES, en ziet er ook op de GBA prachtig uit. Veel mensen vinden het rechtstreeks overzetten van SNES naar GBA goedkoop, maar ik vind dat onzin. Voor gamers als ik (ik speel nu al zo’n 20 jaar) is het een leuke mogelijkheid om de oude tijden te doen herleven, en jongere gamers hebben deze gewoon goede spelen vaak nog niet gespeeld.

~

Donkey Kong Country is zo’n game waarvan ik zeg: absoluut tijdloos vermaak. Niemand in de wereld maakt mij wijs dat het porten van een game als deze goedkoop is. De gameplay is gewoon lekker glad 2D-platformvermaak. Het verhaal in een notendop: Diddy Kong moet van zijn vader passen op de bananenverzameling. Diddy wordt echter overvallen door een paar gemene krokodillen, die de bananen verzameling van Pappa Kong door het hele oerwoud verspreiden. Er ziet voor Diddy en Donkey niet veel meer op dan op avontuur te gaan. De missie: het terug veroveren van alle bananen en het leren van lesjes aan kwaadaardige krokodillen.

Apenstreken

~

Donkey Kong Country zag er destijds op de SNES revolutionair uit. Op de GBA zijn we inmiddels wel het één en ander gewend, maar toch ziet het er allemaal nog steeds erg fraai uit. De platformactie is nog steeds geweldig. Je begint met één aapje, maar halverwege kun je de ander bevrijden uit een ton waarin deze gevangen zit. Samen zetten ze dan de weg voort. Moet één aap afhaken, dan zet de speler de strijd met een andere aap voort.

Conclusie

Apen lijken de laatste tijd weer helemaal top. Ape Escape 2, Super Monkey Ball 2 en nu dus Donkey Kong Country. De apen in dit spel hebben zo hun apenkuren en geluiden, en hebben een flink gevoel voor humor. Donkey Kong Country is een onvervalste platformklassieker. Voormalige SNES-bezitters kunnen weer lekker herinneringen ophalen, en newbies hebben weer een prima platformer om hun tanden in te zetten. Met de GBA is de 2D platform game weer helemaal terug!

Film / Films

Phonebooth

recensie: Phonebooth

Joel Schumacher is een regisseur met een zeer wisselvallige loopbaan. Ooit begonnen als hippe modeontwerper voor de jetset van Hollywood, brak hij aan het begin door met St. Elmo’s Fire en maakte verder hits als de vampierenfilm The Lost Boysen de zeer amusante maar niet door iedereen gewaardeerde leven-na-de-dood-thriller Flatliners. Maar toen hij in 1995 het stokje van Tim Burton overnam bij de Batman-serie, ging er iets mis. Batman Forever was nog wel te doen, maar de geldverspillende flop die Batman & Robin (1997) was, zal hem zijn leven lang blijven achtervolgen.

~

Schumacher besloot zich niet te laten kennen en keerde terug naar zijn low-budgetdagen van weleer en maakte min of meer achtereenvolgens Tigerland (2000) en Flawless (1999), films waarin hij liet zien voor weinig geld toch nog goede films te kunnen maken. En ook Phonebooth hoort in dit rijtje thuis: de film werd in tien dagen opgenomen in New York met een handjevol acteurs. En desondanks zou deze rap gemonteerde thriller wel eens Schumachers beste film uit zijn carrière kunnen zijn.

Onder schot

~

Het verhaal is eenvoudig: de harde maar weinig betekenende publicist Stu Shepard (Colin Farrell) belt elke dag vanuit dezelfde telefooncel naar een actrice (een bijrolletje van Katie Holmes) met wie hij op een goede dag het bed eens hoopt te delen. Hij doet dit niet op zijn gsm omdat zijn vrouw de maandelijkse telefoonrekeningen doorspit. Als hij opgehangen heeft, begint te telefoon in de cel te rinkelen. Hij neemt op en krijgt een bekende stem (die van Kiefer Sutherland) aan de lijn, die beweert hem op dat moment onder schot te hebben en hem neer zal schieten als hij op durft te hangen. Het resterende uur (de film duurt iets meer dan 75 minuten) zien we met het zweet in de handen hoe de sluipschutter iedere mogelijke uitvlucht heeft voorzien en Stu in een ijzeren wurggreep houdt.

Camerahoeken

Het razendsnelle script en dito montage zorgen ervoor dat je weinig tijd hebt zelf uit te puzzelen wat er zal gebeuren, en ook al doe je dat wel (mijn vriendin is daar heel goed in), dan zetten de filmmakers je toch steeds op een verkeerd been. Schumacher heeft elke camerahoek benut die je maar kunt bedenken om iemand in een telefooncel te filmen en mede daardoor blijft Phonebooth, ondanks zijn beperkte locatie, steeds onderhoudend.

Extra’s

Als je weet dat Phonebooth in tien dagen en met minimale middelen werd opgenomen, is de grootste vraag die je voor het bekijken en beluisteren van de extra’s op deze DVD hebt: hoe heeft-ie het gedaan? Ik wilde graag weten of hij de hele film, beeldje voor beeldje heeft uitgetekend, of op basis van het scenario maar wat heeft gefilmd. Helaas worden we uit zijn commentaar niet zo heel veel wijs over de technische details van de opnamen en daaropvolgende montage, want Schumacher praat vooral veel over zijn acteurs (die, toegegeven, inderdaad prima prestaties leveren).

Tevreden

De ongeïnspireerd getitelde Making Of Phonebooth is wat dat betreft een stuk beter: in ruim een half uur komen de details van letterlijk elke opnamedag voorbij. Vrijwel iedere medewerker aan de film wordt geïnterviewd en dat levert een interessante kijk op op een gedurfd experiment. De bioscooptrailer is de laatste van de extra’s, maar Phonebooth heeft ook niet meer nodig; deze DVD heeft precies genoeg inhoud om degenen die nieuwsgierig zijn naar deze thriller tevreden te stellen.

Boeken / Fictie

De vlinders en het verstand

recensie: Arthur Japin - Een schitterend gebrek

Verstand en liefde gaan niet samen. Je kunt niet doen alsof je verliefd op iemand bent, en als je echt vlinders in je buik hebt, kun je die echt niet het zwijgen opleggen omdat die Ware Jacob toevallig niet zo goed is voor je toekomstplannen. Je kunt niet berekenend verliefd zijn, en al evenmin kun je altijd de meest logische beslissingen nemen wanneer je in de wolken loopt.

~

In Een schitterend gebrek, de nieuwe roman van Arthur Japin, wordt de hoofdpersoon heen en weer geslingerd tussen verstand en gevoel. Maar niet op de manier waarop Bridget Jones en Carrie uit Sex and the City de wisselwerking tussen hart en hersenen ondergaan. De avonturen van hoofdpersoon Lucia zijn een stuk stijlvoller.

Pokken

Lucia en Giacomo zijn verliefd, maar hij moet eerst zijn studie afmaken. We spreken Noord-Italië, ergens in de achttiende eeuw en het standsverschil tussen Lucia, dochter van bedienden, en Giacomo, student, is groot, maar niet onoverkomelijk. Terwijl Giacomo afstudeert, krijgt Lucia les: een leraar verandert haar in een beeldschone, welgemanierde, maar vooral ook zeer intelligente jonge vrouw. Maar dan slaat het noodlot toe: ze raakt besmet met de pokken, in die tijd nog een uiterst gevaarlijke en besmettelijke ziekte. Lucia overleeft, maar de schade is enorm: haar gezicht is voor altijd ontsierd door afzichtelijke littekens.

En daar beginnen de problemen. Lucia wil dolgraag trouwen met Giacomo, maar ze wil hem de vernedering van een lelijke echtgenote niet aandoen: zijzelf, maar ook haar man zal door haar lelijkheid nooit geaccepteerd worden in de society-kringen van Venetië. Wat moet ze doen?

Wanneer ik echter tegen mijn gevoel in zou gaan en hem vrij zou laten, zou hij zijn dromen kunnen najagen en waarmaken. Ik zou dan wel ongelukkig zijn maar troost vinden in de wetenschap dat hij tenminste gelukkig was. Misschien zou hij even droevig zijn om mij, maar vast niet lang wanneer ik het zo speelde dat hij meende dat ik hem verraden had. Dan zou hij kwaad zijn, mij verwensen en uiteindelijk vergeten.
Zo redeneerde ik.
In het eerste geval zouden er twee ongelukkig zijn, in het laatste geval slechts een.
De keus leek mij eenvoudig

Sluiers

~

Lucia handelt op de automatische piloot: ze vlucht en ziet Giacomo nooit meer. Na vele omzwervingen, waarbij ze in een verlichte feministenbeweging terecht komt, maar ook als vieze prostituee elke schurftige klant moet aannemen vanwege haar lelijkheid, wordt Lucia een dure hoer in Amsterdam. Ze hult zichzelf in sluiers, waardoor ze voor haar klanten extra aantrekkelijk – want mysterieus – is. Dan komt ze Giacomo opnieuw tegen: hij noemt zich Seingalt en is een vrouwenverslinder geworden die later, in onze tijd, bekend zal staan als Casanova. Seingalt pocht dat hij nog nooit een vrouw ongelukkig heeft gemaakt, Lucia schept op dat zij nog nooit echt verliefd is geworden. Beiden gaan een weddenschap aan: Giacomo zal proberen Lucia te winnen en Lucia moet hem op de een of andere manier haar eigen verhaal vertellen. Maar de sluier en het verleden staan alle openheid in de weg.

Wat volgt is een geniaal en subtiel spel met liefde als inzet. Maar een spel moet men spelen met de hersenen, niet met het hart, anders wint men niet. Lucia raakt verstrikt in haar eigen gevoelens, die ze, sinds haar vlucht, niet meer heeft toegelaten. Langzaam maar zeker loopt de spanning op. De vraag ‘krijgen-ze-mekaar’, die je stelt bij Bridget Jones, is hier ook interessant, maar dan op een heel andere, veel verfijndere manier. Hoe krijgen-ze-mekaar en wat zal er gebeuren in het geval dat ze ‘mekaar krijgen’?

Vragen

Japin speelt ingenieus met de chronologie van het verhaal. We maken kennis met Lucia in Amsterdam wanneer ze de rijke, gesluierde hoer is. Hoe is het zo gekomen? Dan introduceert hij Seingalt. Wie is hij en waarom reageert Lucia zo vreemd op hem? Dan neemt Japin je mee terug in de tijd, naar de eerste ontmoeting tussen Lucia en Giacomo. Veel wordt duidelijk, maar nog lang niet alles. Pas op het laatst kom je te weten hoe het afloopt met de weddenschap. Steeds weer opnieuw roept Japin vragen op, en nog voordat vraag a beantwoord is ben je alweer gegrepen door vraag b.

Spelen

Een schitterend gebrek is niet alleen het verhaal van een jonge vrouw die door tegenslagen wijs is geworden, maar ook een verhaal van de verwoestende krachten die liefde en verstand op elkaar kunnen uitoefenen. Als Lucia geen lessen had gehad die haar van een bediende omtoverden in wereldwijze vrouw, had ze dan dezelfde keuze gemaakt? Wellicht was Casanova dan niet de geschiedenis in gegaan als ’s werelds grootste minnaar, maar als die sukkel met die lelijke vrouw. En is Casanova wel een minnaar te noemen wanneer hij zo berekenend met zijn geliefden omgaat? Een schitterend gebrek kent vele lessen, maar is in de eerste plaats een schitterend boek. Liefde mag dan speels zijn als vlinders in je buik, het is tegelijk een uiterst serieuze aangelegenheid, waar je geen spelletjes mee kunt spelen.

Links

http://www.dickinson.edu/~emery/Casanova.htm

Muziek / Album

Donker

recensie: Lawn - Backspace

Eerder dit jaar kwam het boek Nothing Going On In The City uit. Hèt standaardwerk in wording over de Groningse popmuziek, geschreven door privé-archivaris Koen van Krimpen. Kenmerk van werken als deze is dat er regelmatig een update verschijnt. Nou, kom maar op met die vernieuwde versie, want er komt dit jaar weer veel goeds uit het culturele centrum van het noorden. Gerry en Harry Arling presenteerden hun Groots Opgezette Multimedia Spektakel Show al op het Groningse festival Noorderzon en staan in november op Crossing Border. De jongens van Audiotransparent brachten hun huiveringwekkende titelloze debuut uit en stonden op verzoek (!) in het voorprogramma van Tindersticks. Dit artikel gaat echter over nog een band uit Groningen die op 24 oktober in Vera haar nieuwe geesteskind presenteert: Lawn.

~

Backspace is de titel van deze, na eigen zeggen, eerste echte langspeler. Lawn bracht in 2001 een album/EP uit met de naam Lawn-dro-mat. Deze eerste grote stap werd goed ontvangen en zette de naam van de band op de muzikale kaart van Nederland. De groep stond onder andere in het voorprogamma van bands als J. Mascis and the Fog, Slut en 35007. Helaas ging het geplande optreden voor Queens of the Stone Age niet door, maar een dergelijke boeking geeft toch een indicatie van hoe er over Lawn wordt gedacht. Met Backspace zal het aantal positieve gedachten alleen maar toenemen, want dit negen composities tellende album is zeer de moeite waard.

Geen vergelijkingen, alstublieft

Donker. In één woord de beste karakterisering voor de sfeer die Backspace oproept. Lawn is een band die het moet hebben van spanningsopbouw, net als Mogwai bijvoorbeeld. Toch prefereren de Groningers niet vergeleken te worden met grootheden uit de muziekwereld. Helaas ontkom je hier niet altijd aan. Het prachtige duet Fix met Anneke van Giersbergen, inderdaad van The Gathering, zou bijvoorbeeld zowel qua zang als op muzikaal gebied van Tool kunnen zijn en dit nummer vormt geen uitzondering. Ik denk dat de jongens van Lawn er maar mee moeten leven dat hun muziek hier en daar aanknopingspunten heeft met grote helden.

~

Want een dergelijk compliment hoeft er niet op te duiden dat Lawn geen sterk eigen geluid heeft. Backspace biedt een breed spectrum aan materiaal. De eerste twee tracks (inclusief het genoemde duet) zijn het toegankelijkst en kunnen eventeel doorgaan voor singles. Zij vormen het voorportaal van de verdieping die optreedt naarmate de luistertrip vordert met een aantal schitterende afwisselende composities. Zowel het gedeeltelijk akoestische en bloedstollende Mercury als het zware, meeslepende Polaroid zijn bijvoorbeeld prachtig en staan bol van intensiteit en emotie.

Pijnstiller

Backspace is een album dat zich het best laat begrijpen en beluisteren in het donker, het liefst keihard. Lawn vraagt je onverdeelde aandacht. Eén luisterbeurt is niet voldoende om de echte pikzwarte schoonheid en troost van Backspace onder ogen te zien. Nee, Backspace moet even inwerken als een pijnstiller. Wanneer de werking echter zijn intrede heeft gedaan, is de verlichting overheerlijk. Still scared of the dark at night? Still believe the bugbears will bite?

Link:

http://www.lawn.nl

Muziek / Album

Oud, maar nog zonder stok

recensie: Beethoven - Symfonie nr. 9 / Berlioz - Symphonie Fantastique

Rond de Tweede Wereldoorlog waren er twee grote dirigenten die elkaar niet
konden uitstaan. Het conflict tussen Arturo Toscanini en Wilhelm
Furtwängler was er één tussen twee kwetsbare ego’s, maar ging ook over
fundamentele tegenstellingen. Toscanini, begonnen als operadirigent (voor
een Italiaan was iets anders eigenlijk ook niet mogelijk), probeerde de
partituur zo getrouw mogelijk weer te geven. Een vrij moderne opvatting,
zou je kunnen zeggen. Furtwängler was iemand uit de traditie van Hans von
Bülow en Hans Richter, een typische vertegenwoordiger van de ‘Duitse
school’. In tegenstelling tot Toscanini ging hij meer uit van de intenties
van de componist, het geluids’beeld’ dat die had willen creëren. Een
Toscanini-opname en een Furtwängler-opname kun je meteen horen. Elk
afzonderlijk instrument is bij de Italiaan vrij goed te onderscheiden,
terwijl het bij de Duitser vaak heel vaag, bijna organisch, klinkt. De
vraag is natuurlijk in hoeverre je de intentie van de componist kunt
lezen, maar Furtwängler geef ik graag het voordeel van de twijfel boven
die Italiaanse notendictator.

Ludwig van Beethoven • Symfonie Nr. 9. • Briem/Höngen/Anders/Watzke •
Berliner Philharmoniker o.l.v. Wilhelm Furtwängler (opname april 1942) • Classica d’Oro CDO1001 • €5,61

Hector Berlioz • Symphonie Fantastique • Maurice Ravel • Pianoconcert voor de linkerhand • Paul Wittgenstein, piano • Concertgebouw Orkest o.l.v. Bruno
Walter (opname 1937)

~

Om maar met deze Furtwängler-Beethoven-negen te beginnen: die is
adembenemend. De opname is een dikke zestig jaar oud en dat hoor je
ook, maar elke bedenking daarover verdwijnt als sneeuw voor de zon als je
naar deze zinderende, paranoïde interpretatie van Beethovens koorsymfonie
luistert. Nou was er wel iets om paranoïde over te zijn, aangezien de
opname plaatsvond in 1942 terwijl Berlijn links en rechts ten prooi viel
aan bombardementen. Geen noot, niet één, valt verkeerd, van het typisch
mystieke Furtwängleriaanse begin tot het ademloos uitbundige einde (de
laatste maten van de negende zijn waarschijnlijk nooit meer met dit tempo
gespeeld). Een groot contrast met Furtwänglers andere beroemde opname van
dit werk uit 1954, waarin hij de zaken veel weidser laat uitlopen en niet
dit koortsachtige tempo hanteert.

Verplichte kost

~

Maar juist die smeulende intensiteit maakt deze opname mijns inziens de
betere van de twee. De solisten, vooral tenor Peter Anders, presteren
vlekkeloos en de coördinatie van orkest, solisten en koor is voorbeeldig.
De opname is voor de periode niet slecht (voor moderne begrippen
natuurlijk wel) maar mag geen beletsel zijn om deze CD aan te schaffen,
zeker niet tegen deze prijs. Als je geïnteresseerd bent in Beethoven is
het een verplichte aanschaf, als je al een negende hebt hoort-ie ernaast
te staan.

La main gauche

Bij de tweede schijf is het met name Ravels pianoconcert voor de
linkerhand (hier vooral bekend als openingsmuziek bij het programma van
Boudewijn Büch) dat interessant is vanwege de aanwezigheid van de
opdrachtgever, Paul Wittgenstein. Deze was in de Eerste Wereldoorlog zijn
rechterarm kwijtgeraakt maar niet zijn belangstelling voor een muzikale
carrière. Dat bracht hem ertoe een hele rits componisten opdracht te geven
speciaal voor zijn linkerhand pianoconcerten af te leveren, te beginnen
met Erik Wolfgang Korngolds fantastische concert en niet veel later gevolgd door
dit werk van Ravel.

Knip knip

~

Ook hier is het verschil tussen de moderne uitvoeringspraktijk en die van
een kleine zeventig jaar geleden opvallend. Dirigent Bruno Walter neemt
het over het algemeen wat rustiger dan tegenwoordig gebruikelijk is, maar
dat kan ook zijn geweest om Wittgenstein, een competent maar geen groots
pianist, wat meer kans te geven op adem te komen in dit toch allesbehalve
gemakkelijke stuk. De uitvoering mag er zijn, tot de laatste maat. Of
liever: de laatste twee noten van de kopersectie. Ziet u, die staan er
namelijk niet op. De engineers die deze opname mochten oppoetsen hebben de
schaar ferm ter hand genomen en ons die koperklanken bezwaard. Allemaal
leuk en aardig, maar zo zijn we natuurlijk niet getrouwd. Ik dacht nog
even dat Ravel of Walter zelf creatief waren geweest, maar het schijnt
toch echt een technische uitglijer van Classica d’Oro te zijn.

Geslijp

Berlioz Symphonie Fantastique vindt onder Walter, een leerling en
langdurig assistent van Mahler, ook een warme ontvangst, maar deze
klinkt veel ‘conventioneler’ dan je zou verwachten, bij tijden zelfs een
beetje mat. Maar dat kan ook aan de kwaliteit van de opname liggen. De
opname van de Berlioz/Ravel schijf is een stuk beroerder dan de
Beethoven-CD: regelmatig hoor je het geslijp van de naald door de groef
van de 78-toeren-plaat en het geluid klinkt vooral wanneer het orkest er
es lekker tegenaan gaat, akelig dun. Dat alles zorgt ervoor dat er toch
wel wat bedenkingen te koesteren zijn bij deze CD. Hij is vooral
interessant als historisch document omdat Paul Wittgenstein erop
meespeelt, maar het gruwelijke geluid en het ongelukkige mes van de
engineers voorkomen dat ie verder veel luisterplezier biedt.

Ik word elke keer weer warm van binnen als een dergelijke collectie
wordt uitgebracht. Het in Nederland door Challenge ingevoerde label
Classica d’Oro brengt 85 schijven met historische opnamen op de markt.
Velen zijn al eerder uitgebracht, maar niet voor een prijs die je ook
toestaat eens iets op de bonnefooi te kopen. Doe dat dan ook maar.

Theater / Voorstelling

Pim inspireert

recensie: Theaterstukken over Pim F.

Sinds opkomst en dood van Pim Fortuyn heeft iedereen weer een mening over politiek, allochtonen, het koningshuis en hoe het überhaupt met het land verder moet. Voor sommige theatermakers is de nieuwe volksvrijheid om te zeggen wat je denkt een dankbare bron: actueel en geëngageerd toneel is weer in opkomst. Momenteel touren twee spraakmakende voorstellingen door het land. Doop! van Zep en Sympathy for the devil van het Noord Nederland Toneel (NNT).

~

In Doop! vermoordt veganist Wally van der Vee politicus en vastgoedhandelaar Koos Lotsvoort. Het NNT verweeft de Faust van Goethe met ‘het klimaat’ dat na de opkomst van Fortuyn is ontstaan: Marokkanen zijn Kut-Marokkanen, negers zijn lui en het enige wat geldt is het eigenbelang. De nieuwe mens kan en wil alles zeggen, maar denkt daardoor nergens meer goed over na. Hij streeft alleen nog naar zijn eigen plezier, maar is tegelijkertijd nooit écht gelukkig.
De moraal van het NNT gaat gepaard met een veelheid aan absurdisme, foute grappen en onderbroekenlol. Ronald McDonald probeert aan te sluiten bij de groep duivels die Faust verleiden, een Teletubbie laat zich door diezelfde duivels van achteren nemen en wordt later letterlijk ontmaskerd als Mephisto en God heeft geen tijd om zich uit te laten over morele vragen: hij zit net aan een lunch bestaande uit gehaktballen.

Fortuyn

Op het eerste gezicht lijken Doop! en Sympathy for the devil veel overeenkomsten te hebben: muziek speelt een belangrijkje rol in beide stukken en de twee verhalen spelen in de cultuur ontstaan na het optreden van Fortuyn. Kritisch zijn de stukken ook, maar op verschillende punten. Doop! probeert de drijfveren van Wallie van der Vee inzichtelijk te maken, maar veroordeelt zijn daad tegelijk: Wallie eindigt als een eenzaam hoopje dat zichzelf de dood in hongerstaakt. Het NNT laat de moord buiten beschouwing; het gezelschap richt zich op de egoïstische samenleving die momenteel ontstaat.

Faust, model voor de moderne mens, sluit een verbond met de duivel om er zelf beter van te worden. Maar hoe de duivel ook zijn best doet, Faust blijkt niet te plezieren: in zijn eigen land heeft hij last van allochtonen die zich niet aanpassen en in het buitenland wordt hij benaderd door opdringerige verkopers. De duivel: “Maar deze man is vriendelijk en nodigt je bij hem thuis uit. Zo leer je hun cultuur kennen.” Faust: “Ik heb betaald om hier te komen. Ik wil niet ook nog worden lastiggevallen door die lui.” Uiteindelijk blijkt zijn vriend al die tijd gelijk gehad te hebben: het zaakje stinkt en íemand zal moeten betalen. En de kans is groot dat dat Faust zelf blijkt te zijn. Ofwel: samenleven doe je niet alleen, zoals het CDA al verkondigde.

Schreeuwerig

~

Voorstellingen van het NNT zijn altijd goed toegankelijk, waardoor de groep uit Groningen redelijk veel jongeren naar het theater weet te trekken. Ook Sympathy for the devil kent de typische NNT-ingrediënten als een cabareteske presentatie en grappen toegespitst op de actualiteit. Vermakelijk is de voorstelling dan ook zeker, maar het behoort niet tot de beste stukken die het NNT afgelopen jaren heeft neergezet. Daarvoor zitten er te veel matige momenten in: zo is er een schreeuwerig en onnodig intermezzo van een slecht-lijkende Balkenende, is de lijn in het verhaal bij vlagen warrig en gaat het spel te veel over the top.

‘Ik dood niemand, maar het kan móeten’

Doop! verhaalt naast de geschiedenis van Wallie van der Vee over de opkomst van junkie-muzikant Doctor Sax, gemodelleerd naar Herman Brood. Schrijvers Peter Pluymaekers en Jef Hofmeister wilden eerst het hele stuk over de vrijgevochten rocker laten gaan, maar schrokken toen ze zich in hem verdiepten: “Herman wás niet vrij, hij deed alles voor de media”, vertelde Hofmeister in een interview met Trouw. Dan liever een hoofdfiguur geïnspireerd op de ‘vrijgevochten’ moordenaar Volkert van der Graaf. Hofmeister in datzelfde interview: “Ik dood niemand, maar het kan móeten. Fortuyn was ook gevaarlijk” en: “Ik veroordeel de moord, maar stel de filosofische vraag: hoe weet je dat het niet goed was?”

~

Een ware media-rel was geboren: Marten Fortuyn riep zelfs op tot een boycot van het toneelstuk. Bij de première verspreidden LPF-aanhangers pamfletten met de kop ‘verheerlijking van een politieke moord’. Na het stuk gezien te hebben kwam Marten Fortuyn echter terug op zijn mening: “Hofmeisters heeft in Trouw uitspraken gedaan die hij niet waarmaakt met zijn krakersopera”, verklaarde hij zijn voortijdige oproep. Hofmeister beweerde tegelijk dat zijn woorden verkeerd waren weergegeven, maar de publiciteit was toen al binnen.
Publiciteit die de groep anders waarschijnlijk had moeten ontberen: inhoudelijk stelt Doop! namelijk weinig voor. Het bestaat uit flinterdunne flarden verhaal die aan elkaar worden gespeeld door originele leden van de Wild Romance, Broods vaste begeleidingsband. De muziek is dan ook het enige interessante aan de voorstelling, het is bijna jammer dat de acteurs het optreden steeds onderbreken.

Sympathy for the Devil is tot 20 december te zien – www.nnt.nl
Doop! speelt tot 10 december – www.zep.nu

Muziek / Concert

Pepsi Chart Live

recensie: Pepsi Chart Live

Kwam je voor Jim, Jamai, Di-rect, Dewi, Daniel Bedingfield, Sugababes of Pink naar Pepsi Chart Live? De pubers lieten afgelopen zaterdag duidelijk hun voorkeur voor de Idols naar voren komen in een niet-uitverkocht Ahoy’. Anderen gilden juist voor Daniel Bedingfield en Di-rect. En dan waren er ook (de wat oudere) Pink-liefhebbers. En die laatstgenoemden werden zeker niet teleurgesteld met een miniconcert van een half uur.

~

Voor ieder wat wils, en dat is ook wel de kracht van dit concept. Alle 7500 aanwezigen zullen ongetwijfeld speciaal voor een aantal artiesten naar Ahoy’ gekomen zijn en kregen er nog een paar anderen ‘gratis’ bij cadeau. Toch is het dan uiteindelijk frustrerend als ‘jouw artiesten’ slechts één of twee nummers zingen. Op zich krijg je wel waar voor je geld, maar vijftien artiesten in drie uur (inclusief pauze) is absoluut aan de krappe kant.

Vuurwerk

Voor de artiesten zelf moet het ook lastig zijn om zo snel een grote zaal op z’n kop te zetten. De heren van Di-rect mochten het spits af bijten en knalden er (letterlijk met vuurwerk) lekker in met ‘Rollercoaster’. Als eerste band en ambassadeurs van de frisdrankfirma mochten ze drie nummers spelen. En dat deden ze goed, maar het sprankelde niet.

Geluksonderbroek

~

Sowieso was de eerste helft een beetje tam, maar toch ook niet slecht te noemen. Meiden zongen uit volle borst mee met Daniel Bedingfield, die een mooie akoestische If You’re Not The One ten gehore bracht. Idols-Jim met z’n geluksonderbroek liet iedereen meezingen met zijn bekende hit This Love Is Real. En zanger Jamaï scoorde makkelijk met Step Right Up. Hij verraste iedereen wel met de tweede single die hij zong, het zomerse nummer Wango Tango, dat voor de gelegenheid goed paste bij zijn zonnebril.

Rondjes draaien

Nederlandse artiesten hadden de overhand in het eerste deel van Pepsi Chart Live. Maar na de pauze stonden uitsluitende internationale artiesten geprogrammeerd, zodat de Idols-fans alvast naar huis konden. The Rasmus pakten na de pauze weer fris de draad op met hun gitaarmuziek. De jongens uit Helsinki deden het niet verkeerd. Na hun hitsingle In The Shadows speelden ze nog het ook lekker in het gehoor liggende First Day Of My Life. Stacie Orrico, bekend van haar hit Stuck, liet op het podium zien dat zij vol energie zit, want ze bleef maar bewegen, wat op zich wel een lust voor het oog was. In tegenstelling tot de Sugababes, die gewoon hun ding deden, rondjes draaiden op het podium tijden het liedje Round Round, en verder weinig extra’s presteerden.

Twee tampons

Daarentegen was het wachten op Pink het zeker waard: ze maakte alles goed. De zangeres met blonde hanenkam, rode broek en zwart topje zong maar liefst vijf nummers, want ze was natuurlijk niet voor niets de nieuwste aanwinst van het cola-merk en voor het eerst in Nederland. Helemaal van een leien dakje ging het optreden niet, want de bassist brak de band van z’n gitaar en Pink probeerde snel de tijd op te vullen met een ranzige joke over twee tampons, die de jeugdige bezoekers toch niet begrepen. Desalniettemin was deze vrouw met ballen een waardige afsluiter voor een feest met veel artiesten. Maar de volgende keer misschien toch wat minder artiesten zodat iedereen tot z’n recht komt?

Heb je de optredens gemist? Op Yorin wordt het uitgezonden op 25 oktober en 1 november van 17.30 tot 18.30 uur.

Links

Pepsi Chart Live op Pepsi.nl

Boeken / Fictie

Zinloos proza

recensie: Adam Thirlwell - Politiek

Adam Thirlwell werd begin 2003 opgenomen op Granta’s lijst van beste jonge Britse auteurs onder de veertig. En dat is geen goed teken. Als Adam namelijk representatief is voor deze lijst en het Britse literaire schrijverschap in het algemeen, staat het triest gesteld met de toekomst van de Britse literatuur.

~

Het eerste dat opvalt aan de roman Politiek is de seks. Het boek opent er namelijk mee. Een anaal georiënteerde seksscène wordt, dat mag dan wel weer gezegd worden, zeer beeldend omschreven.
In dit soort gevallen ben ik altijd bang dat de soms dunne scheidslijn tussen literatuur en porno overschreden gaat worden. En aangezien ik van literatuur weinig heb gemerkt in dit boek (afgezien van verwijzingen naar andere schrijvers) komt deze scheidslijn zelfs nooit in zicht. We hebben hier gewoon te maken met porno, die verbonden wordt door een onsamenhangend, slecht geschreven verhaal.

Thirlwell denkt hier trouwens anders over, zoals op pagina 151 blijkt: “Maar gelukkig ben ik geen pornograaf. Ik haat pornografie, ik haat dat magisch realisme. Ik, ik geloof in negentiende-eeuws realisme.” Nu maar hopen dat hij het tenminste zélf gelooft.

Slecht?

Slecht geschreven verdient natuurlijk een toelichting. Waarom vind ik een van de beste jonge Britse auteurs een slechte schrijver? Omdat de schrijver voortdurend zijn eigen teksten probeert te verklaren en te verduidelijken. Daarom.
Er kan geen gebeurtenis in het verhaal voorbijgaan of onze alwetende schrijver vertelt ons wel hoe we deze passage dienen te interpreteren. Het magere verhaal wordt daardoor steeds onderbroken voor de commentaren van Thirlwell. Afgezien van het feit dat dit dus de eventuele aanwezige vaart eruit haalt (hoewel daar weinig kans op is), geeft het niet echt het gevoel dat de schrijver de lezer als een volwassen, zelfstandig denkend wezen ziet. Je wordt aan de hand genomen en zorgvuldig betutteld.

~

Waarvoor dank. Nu hoef ik me niet te vermoeien met denken. De roman krijgt zo de ‘aangename’ futiliteit van een doorsnee Amerikaanse actiefilm, maar dan zonder de actie. En zonder de vaart, special effects, zinloze bevrediging en al die andere pluspunten van een vermakelijk stuk entertainment.

Eigendunk

En door die commentaren heen klinkt dan ook nog eens een zelfingenomen tevredenheid, die je langzaam maar zeker tegen gaat staan.

“Maar markies De Sade was dan ook geen expert op het gebied van de ontucht. Hij was te theoretisch. Als het gaat om ontuchtig proza, ben ik een betere schrijver dan markies De Sade.”

Bovenstaand citaat is maar een klein voorbeeld van het beeld dat Thirlwell over zijn eigen schrijverskunsten heeft. Zelfs als je het met deze stelling eens zou zijn is het maar de vraag of Thirlwell ooit de bekendheid verkrijgt die de goede oude markies De Sade in de loop van de tijd wel heeft verkregen.

Conclusie

Voor een conclusie dien je de plus- en de minpunten bij elkaar op te tellen, om vervolgens tot een weloverwogen uitspraak te komen. U begrijpt mijn probleem al: er valt niets op te tellen of af te wegen. Er zijn geen pluspunten.
Thirlwell mag dan door sommigen gezien worden als een belofte, mij zou de belofte nooit meer te schrijven het meest verblijden. Dan hoef ik me niet weer door 240 pagina’s nietszeggend gebazel heen te worstelen.

Een laatste kanttekening wil ik echter nog wel plaatsen. Ik ben namelijk niet helemaal duidelijk geweest omtrent het verhaal dat zich in deze roman probeert te vertellen. Er zit namelijk best potentie in dat verhaal. Het had een heel boeiend verhaal over vriendschap, liefde en driehoeksverhoudingen kunnen worden. Maar de nadruk ligt hier op hád. Adam Thirlwell heeft deze potentie totaal over het hoofd gezien en van een mogelijk geniaal relaas een armetierig stukje tekst gemaakt. En op zich is dat ook al een hele prestatie.

Link:

http://www.granta.com

Film / Films

Dodelijke voltreffer?

recensie: Kill Bill Vol. 1

.

~

Tarantino viel voor het eerst op met de werkelijk briljante film Reservoir Dogs. Met Pulp Fiction kwam zijn doorbraak naar het grote publiek, daarna werd het allemaal wat minder. Hij schreef wat mee aan andere filmprojecten, produceerde af en toe wat en acteerde zelf hier en daar een beetje. Zijn derde project Jackie Brown werd enigszins lauw ontvangen, en naarmate de jaren volgden begonnen vele criticasters te suggereren dat Tarantino met Pulp Fiction zijn beste kruit verschoten had. Met Kill Bill is het dan ook “d’r op of d’r onder”.

Moordlijst

~

Black Mamba (Uma Thurman) is pissig. Ze is een voormalige huurmoordenaar die uit het vak probeerde te stappen. Tijdens haar bruiloft kwamen haar oud-collega’s langs, en in plaats van rijst begonnen ze met kogels te strooien. Haar man wordt vermoord, en ze wordt voor dood achter gelaten. Na vier jaar in coma te hebben gelegen komt ze bij en besluit wraak te nemen voor wat haar oude collega’s haar hebben aangedaan. Ze maakt een moordlijst, en werkt de namen daarop één voor één af. De laatste man op de lijst is haar voormalige werkgever, de mysterieuze Bill.

Stijl

Kill Bill heeft een hoop kleine plotlijntjes, maar is qua verhaal niet heel diepgaand. Wat hier telt is stijl, stijl en nog eens stijl. Tarantino gebruikt zijn voorliefde voor alles wat met film te maken heeft, en die liefde zie je overal terug. De film is onderverdeeld in hoofdstukken, en de filmliefhebber zal constateren dat elk hoofdstuk een unieke filmstijl heeft. Er is zelfs een hoofdstuk helemaal in animestijl. Nu is het dus eens niet een pittig scenario en vlijmscherpe dialogen waarmee Tarantino de kijker verbluft.

Bloed

Voor Black Mamba haar dodelijke werk mag doen neemt Tarantino echt de tijd om de karakters in de film te presenteren. En net op het moment dat je een karakter een beetje begint te kennen, en snapt wat zijn/haar drijfveren zijn, volgt een onvermijdelijk dodelijk gevecht. Tarantino brengt de karakters met veel liefde tot leven, om ze vervolgens genadeloos weer af te maken. Dat het bloed rijkelijk vloeit in Kill Bill is een understatement. Het spuit werkelijk het scherm af. De wagonladingen bloed geven de vechtscènes iets cartoonesk, en halen de scherpe randjes van het geweld af.

Voorliefde voor pulp

Kill Bill Vol. 1 is een prachtige, hilarische en interessante film geworden. Tarantino laat zien dat je zelfs met het meest simpele plotje nog een meesterwerk kan maken, door gewoon een prachtige visuele stijl op het witte doek te toveren. Zijn voorliefde voor pulpfilms en zijn rare gevoel voor humor doen de rest. Kill Bill is absoluut iets wat je gezien moet hebben. En nu maar wachten op deel twee…