Film / Films

Intrigerende sfeerschets

recensie: Blow-Up

Michelangelo Antonioni’s Blow-Up wordt meestal omschreven als de film waarin een fotograaf per ongeluk een moord vastlegt. Nu is dat ook wel zo, maar toch is Blow-Up geen zinderende thriller vol spannende achtervolgingen en duistere complotten. De kracht van Blow-Up zit hem in de details, en de spanning is vooral van het onderhuidse karakter.

~

In de jaren zestig van de twintigste eeuw, vlak voordat de Amerikaanse jonge honden het roer weer overnamen en vervolgens nooit meer loslieten, waren de Europeanen de koningen van het witte doek. Regisseurs als Godard, Truffaut, Fellini en Antonioni werden wereldwijd op handen gedragen om hun vernieuwende films. Maar Hollywood lonkte, en veel van de Europese filmers maakten in die tijd een uitstapje naar meer commerciële (lees: Engelstalige) films. Zo maakte Truffaut in 1966 Fahrenheit 451 naar het boek van Ray Bradbury, en debuteerde Antonioni datzelfde jaar in het Engels met de bijzondere sfeerschets Blow-Up.

Betrapt

~

Hoofdpersoon van de film is de naamloze fotograaf die wordt gespeeld door David Hemmings. Hij is een volstrekt opppervlakkige man die zijn dagen vult met modereportages schieten, modellen afsnauwen en in zijn Rolls Royce door Londen scheuren. Op een dag ziet hij in een parkje een stelletje en besluit ze te volgen. Zonder schaamte fotografeert hij erop los, tot de vrouwelijke helft van het stel hem betrapt en eist dat hij haar het filmpje geeft. Natuurlijk weigert hij, maar eenmaal thuis ontdekt hij dat er meer op de foto’s staat dan alleen een verliefd paartje.

Schandaal

Zoals gezegd is Blow-Up geen standaard misdaadverhaal. De plot komt pas halverwege de film op gang, en van een echte ontknoping is geen sprake. Veel gebeurtenissen blijven onverklaard en je blijft aan het einde zitten met meer vragen dan antwoorden. Maar dat is ook niet wat Antonioni heeft willen bewerkstelligen: veel belangrijker dan het verhaal zijn de sfeer en de wereld waarin de film zich afspeelt. Nooit eerder was de hippe Londense scene zo uitgebreid, dus met veel wiet en bloot, in beeld gebracht, en dat gaf meteen aanleiding tot een schandaal. Veertig jaar later kijken we inmiddels nergens meer van op, maar de film zelf heeft nog niets aan kracht ingeboet.

Extra’s

De vele details in de film stellen critici nu nog steeds voor een raadsel, zo blijkt wel uit het audiocommentaar dat filmhistoricus en Antonioni-kenner Peter Brunette insprak voor deze dvd-release van Blow-Up. Bij veel scènes geeft hij toe dat hij ook geen idee heeft waar het allemaal op slaat. Brunette laat veel stiltes vallen en stelt daarom nogal teleur, zeker voor iemand die het werk van Antonioni goed schijnt te kennen. Als tweede extra audiospoor is nog de spaarzame filmmuziek van Herbie Hancock toegevoegd. De score is gesynchroniseerd met de beelden, wat betekent dat het soms wel een half uur kan duren voor de volgende jazzriedel langskomt. Niet erg netjes dus, en ook weinig verhelderend. Een uitgebreide analyse van Blow-Up zul je op deze dvd niet aantreffen (daarvoor kun je beter naar de bibliotheek gaan), wèl een filmklassieker van topkwaliteit.

Muziek / Album

Franz Schubert afgemaakt

recensie: Franz Schubert - The Symphonies

Sinds het horen van Schuberts Kwintet voor Strijkers D.956 is me duidelijk dat je twee soorten klassieke muziek hebt: Schubert en gerommel in de marge. Dat wil niet zeggen dat ik een enorme fan van alles ben dat Der Franzl ooit heeft gecomponeerd. Je kunt het vergelijken met de verhouding tussen een gewone auto en een Rolls-Royce. Niet per definitie mooier, maar gewoon van een heel andere orde.

Franz Schubert: The ten symphonies. The Academy of St-Martin-in-the-Fields o.l.v. Neville Marriner. Philips 470886 (6 CD’s). € 41.

Franz Schubert: Symphony No. 10 and other unfinished symphonies. Scottish Chamber Orchestra o.l.v. Charles Mackerras. Hyperion CDA67000. € 21.

~

Schuberts muziek is volslagen individueel. Hier en daar hoor je wel een echo van Beethoven, Mozart of Haydn, maar je hoor vooral veel Franz. Met Schubert is wel iets merkwaardigs aan de hand, net zoals met Beethoven. Waar Beethoven radicaal verandert na zijn tweede symfonie is er ook bij Schubert zo’n omslagpunt. Bij hem ligt dat ergens tussen de zesde en zevende symfonie. De zesde kabbelt vrolijk een eind voort, maar in de zevende hoor je iets heel nieuws. Typische ritmes, lyrische passages, kortom een heel nieuwe en volslagen eigen muzikale taal die veel introverter en melancholieker is dan de muziek uit de periode daarvoor. Vergelijk de achtste symfonie met de vijfde, of het tweede met het eerste kwintet.

Onvoltooid?

Schubert schreef krankzinnig veel – zijn snelheid was ook legendarisch. Hij leefde maar 31 jaar en de oogst bedroeg bij zijn dood bijna duizend werken. Maar op één of andere manier slaagde hij er nooit in om in de laatste zeven jaar van zijn leven meer dan één symfonie af te maken. Maar dat is me dan ook nogal een ding: de negende, ‘Grote’, die hij in de winter van 1825 en 1826 in Gmunden en Gastein schreef. De achtste wordt weliswaar opgevoerd, maar de titel ‘Unvollendete’ zegt genoeg. Het is nog altijd onduidelijk of Schubert het ding ooit afmaakte. Hoe dan ook, hij gaf het manuscript aan iemand mee die het kwijtraakte; pas rond 1840 vond Robert Schumann de stukken terug die we nu als de ‘onvoltooide’ kennen. De zevende bleef bij een paar schetsen en de tiende, begonnen en geëindigd op Schuberts sterfbed, kwam niet veel verder.

Betweter

~

En toen was daar weer een musicoloog die het beter wist. In dit geval maakte de Brit Brian Newbould de zevende af, husselde een beetje met de achtste en voltooide het grootste deel van de tiende. Daarbij instrumentaliseerde en bewerkte hij nog wat losse stukjes die Schubert had nagelaten – je houdt je hart vast. Maar het blijkt allemaal reuze mee te vallen. Niet alleen had professor Newbould enig benul van orkestratie, hij bleek bovendien een redelijk gevoel te hebben ontwikkeld voor Schuberts manier van componeren. Nergens in de Newbould-versies word je overvallen door het gevoel dat het ineens heel erg onschubertiaans aan het worden is en dat is, geloof me, bij dit soort reconstructies een zeldzaamheid.

Tam

Ik ben altijd blij als iemand dit soort projecten aandurft. Als het ook nog wordt opgenomen is dat prachtig en als, zoals onlangs gebeurde met Friedrich Gernsheims vier onterecht vergeten symfonieën, ook nog een heel goede opname wordt gemaakt van onbekend werk zal ik echt alleen maar juichen. Maar hier komen we bij een dilemma. Want hoewel ik Marriner en de St-Martin-in-the-Fielders prijs voor hun ondernemingszin, moet me wel van het hart dat sommige van de uitvoeringen wat aan de tamme kant zijn. De negende symfonie, met zijn pulserende, nooit aflatende ritmes, komt bij Marriner veel minder goed uit de verf dan in bijvoorbeeld de adrenalinejagende uitvoering van Roy Goodman en de Hanover Band (Nimbus – tegenwoordig voor een habbekrats bij het Kruidvat). Waar Goodman er niet voor terugdeinst de grootsheid van de negende nog eens extra aan te zetten, klinkt het orkest van SMitF bijna vermoeid. De vroege symfonieën met hun klaterende opgewektheid klinken een stuk beter, maar dat is repertoire waarin dit orkest ook meer affiniteit mee zal hebben.

Vondst

De zevende en achtste varen wat beter, maar anderzijds is er ook erg weinig vergelijkingsmateriaal voor deze versies. Newbould besloot het laatste deel van Rosamunde te gebruiken als laatste deel van de achtste symfonie en dat pakt verrassend goed uit, zeker na het door Newbould voltooide scherzo – echt dé vondst van deze set. Het enige dat ik de professor en misschien nog meer de uitvoerenden kan verwijten is een wat al te groot enthousiasme. Dat je de zevende en achtste symfonie afmaakt, akkoord, maar waarom al die kleine stukjes orkestreren die zelfs Schubert zelf het nooit waard vond om er een einde bij te verzinnen?

Waarom?

Dat maakt bijvoorbeeld ook de Mackerras-CD zo bizar. Ineens, halverwege een deel of zelfs een melodie, houdt alles op. Waarom een stuk orkestreren en er geen einde voor verzinnen? Als iemand dat kan is het Newbould wel. Dat brengt me op de tiende. Die bestaat nu uit drie delen, waar duidelijk vier zijn bedoeld. Het boekje bij de Philips-set trakteert ons op de vreemde redenering dat het derde deel ‘steeds meer op een finale gaat lijken’ maar dat is echt onzin. Het overgebleven torso doet je verlangen naar meer, dat uiteindelijk niet komt. Temeer omdat Mackerras en zijn orkest nogal wat meer geestdrift in hun spel stoppen dan Marriner. Daar staat tegenover dat je op de omslag ook aan alle kanten wordt gewaarschuwd dat het om onafgemaakte fragmenten gaat – maar spijtig blijft het.

Beide titels laten me met een wat verloren gevoel achter. Bij Marriner verlang je ernaar om deze bewerkingen eens uit de handen van een meer bezielde Schubertiaan te horen en Mackerras doet je gewoon hunkeren naar meer Schubert; of soms ook domweg naar het einde van het stuk. Toch is de Marriner-set de aanrader van de twee – alle stukken van Mackerras worden door Marriner en de zijnen ook gespeeld met daarbij nog de heel behoorlijke reconstructies van de zevende en achtste. Daarbij is de set zeker niet duur: 40 euro voor zes schijven. Voor echt grootse Schubert kun je echter beter eens gaan shoppen bij het Kruidvat.

Muziek / Album

Even wennen

recensie: Alanis Morissette – So-Called Chaos

“It’s meeting the man of my dreams, and then meeting his beautiful husband,” zong Alanis Morissette ironisch tijdens een awarduitreiking. Ze neemt hiermee duidelijk stelling in de discussie over het homohuwelijk en is inmiddels zelf in opleiding om dergelijke huwelijken te mogen inzegenen. Dit soort acties maakt duidelijk dat Morissette meer is dan gewoon een vrouw met een eigen sound. Haar cynische en soms opstandige kijk op het leven (zeker in de VS, waar het homohuwelijk bijvoorbeeld nog niet vanzelfsprekend is), waarbij ze zelden vervalt in clichés, is verfrissend. Inmiddels leven we bijna tien jaar na het legendarische debuut Jagged Little Pill en is haar vierde volwaardige studioalbum uit. Het laatste wat wij van haar konden horen was de bonus-cd Feast On Scraps uit 2002 en het album Under Rug Swept van eerder dat jaar.

~

Alanis lijkt een beetje met hetzelfde probleem te worstelen als de schrijfster Donna Tartt. Als je debuut zo legendarisch succesvol is, is het eigenlijk onmogelijk om op een zelfde manier indruk te maken, hoe goed je muziek ook kan zijn. Desondanks zet Morissette telkens weer erg goede albums neer. Op So-Called Chaos is het geluid van Alanis Morissette echter veranderd. De muziek is niet alleen strakker en ritmisch nauwkeuriger door enkele nieuwe muzikanten in haar band (tot voor kort speelde ze zowel in de studio als live met dezelfde musici), maar ook het geluid is veranderd. Het hele album is een stuk steviger dan we gewend zijn. Opvallend is daarbij dat dit volle geluid, waarbij vaak gebruik wordt gemaakt van drie gitaarpartijen, er ook nog ruimte genomen wordt voor bijvoorbeeld een sitar in Knees Of My Bees. Helaas dreigt dit instrument echter in deze volle bezetting te verdwijnen. Dit geldt in mindere mate ook voor de stem van Morissette: de stevige begeleiding laat vaak te weinig ruimte voor haar rijke stem. Het nummer The Grudge vormt hier gelukkig een positieve uitzondering op.

Zure teksten

Het accent van het werk van Alanis Morissette lijkt vaak op haar teksten te liggen. Ze vormen al haar hele carrière een belangrijk element en er zullen weinig mensen zijn die de teksten van haar debuutalbum niet woordelijk mee kunnen zingen. Haar tekstuele kracht blijkt ook nu weer door haar briljant getover met woorden. Haar cynische en soms sarcastische toon komt het best tot recht in de leuke vergelijkingen die ze maakt. Direct aan het begin van de plaat is dit duidelijk. In Eight Easy Steps zingt ze: “How to hate women when you’re supposed to be a feminist.” Tekstueel is de plaat echter pas echt goed aan het einde met bijvoorbeeld het bittere Spineless over een relatie waarin ze zichzelf wegcijfert: “I’ll be low maintenance and agreeable / I will not talk about my dreams so much / I’ll listen to you for hours, won’t need for anything.” Mooie zure teksten over dingen die precies niet gaan zoals ze het zou willen. Dit is de manier waarop ik de dichteres Alanis Morissette het liefst hoor.

Eentonig

Goede muziek is eigenlijk als goede wijn. Het duurt even voor je het op waarde kan schatten. Dit geldt helemaal voor grootheden als Alanis Morissette, waarvan nieuwe muziek vaak enkel tegen lijkt te kunnen vallen. Na enig doorluisteren komt de waarde van So-Called Chaos echter naar boven en begint haar veranderde geluid me te bevallen. Het is mooi om te zien dat Morissette als popicoon toch in staat is om te vernieuwen en veranderen en niet simpelweg haar ’trucje’ blijft doen. Haar scherpe blik op het leven is nog helemaal aanwezig en ze zal dit laten horen ook.

Film / Films

Schandalen en echte liefde hand in hand

recensie: Bright Young Things

Bright Young Things speelt zich af in de jaren dertig en veertig van de vorige eeuw. De roddelpers volgt de High Society (‘bright young people’) in Engeland met grote belangstelling. Fotografen en journalisten leggen de schokkende levensstijl en de vele party’s in beeld en woord vast. De verkoopcijfers van de dagbladen stijgen per schandaal.

~

De jonge Adam Symes, een rol van debutant Stephen Cambell Moore, reist naar huis na in Frankrijk een roman te hebben geschreven. De Engelse douaniers nemen zijn boek in beslag, omdat ze denken dat Bright Young Things, geschreven onder het pseudoniem van Sue de Nimes, een vulgair en aanstootgevend boek is. In Londen sluit Symes zich opnieuw aan bij de groep excentriekelingen waar hij eerder deel van uitmaakte. Hij wint en verliest geld, besluit te trouwen, maar moet het huwelijk uitstellen en wordt roddeljournalist voor een dagblad. Hij zuigt verhalen uit zijn duim en houdt zo Londen in de greep. Dagelijks presenteert hij nieuwe en grotere schandalen. De Tweede Wereldoorlog doorbreekt alle sensatie en avonturen en vraagt creativiteit om te overleven.

Problemen

Acteur Stephen Fry debuteert met deze film als regisseur. Eerder speelde hij in films als Wilde en The Discovery Of Heaven. Hij regisseerde niet alleen dit debuut, maar schreef ook het script. De film is gebaseerd op de roman Vile Bodies van Evelyn Waugh uit 1930. Fry opent de film wervelend en laat in levendige scènes de high society in al haar grillen en nukken zien. Hij heeft met Bright Young Things een satire en een komedie gemaakt, terwijl hij tegelijkertijd op een knappe manier een liefdesverhaal vertelt. Alle perikelen met relaties en de geldproblemen kunnen niet voorkomen dat Adam als soldaat de oorlog in moet en dat zijn liefde voor de verwende en egocentrische Nina echt blijkt te zijn.

Cheques

Bright Young Things is een snel gesneden film, waarin de karakters niet al te diepgravend worden neergezet. De toeschouwer krijgt echter steeds meer sympathie voor de schandalen veroorzakende jongelingen. Ze teren op de zak van vader of vreten en zuipen zich vol op feesten van politici. Fry weeft prachtige kleine rollen door de film. Peter O’Toole, de aanstaande wat seniele schoonvader van Symes, ondertekent in al zijn vrijgevigheid zijn cheques met Charlie Chaplin. Dan Aykroyd speelt de hoofdredacteur als een Rupert Murdoch in de vorige eeuw. Hij rookt dikke sigaren en stelt veel eisen aan zijn voetvolk. Het doorlopende verhaal van de jonge excentrieke losbollen en de kleine imponerende bijrollen geven Bright Young Things een mooi rond karakter. Naast de grote verhaallijn heeft Fry oog voor kleine zaken en lardeert hij zijn droge gevoel voor humor door de scènes.

Winst

Bright Young Things is een leuke, goed gemaakte film die de teloorgang van een generatie en de afschrikkingen van een oorlog op een spottende en opgewekte manier in beeld brengt. Ondanks al het verlies wint de kijker. En dat is een groot compliment voor dit debuut van Stephen Fry.

Film / Films

Hagelstenen als bowlingballen

recensie: The Day After Tomorrow

De uitdrukking “less is more” gaat voor sommige regisseurs niet echt op. Roland Emmerichs Das Arche Noah Prinzip uit 1984 is met 1.000.000 DM de duurste studentenfilm ooit gemaakt en zijn budgetten zijn er sindsdien niet bepaald minder op geworden. We kennen de van oorsprong Duitse regisseur inmiddels van big-budgetfilms als Stargate (1994), Independence Day (1996) en The Patriot (2000). Nu is Emmerich terug met de rampenfilm The Day After Tomorrow. Het is duidelijk: voor Roland Emmerich is less niet more. Nee, more is more.

~

Het plot achter The Day After Tomorrow is simpel: klimatoloog Jack Hall (Dennis Quaid) voorspelt al jaren dat er als gevolg van klimaatveranderingen vroeg of laat een nieuwe ijstijd zal komen. Helaas voor Jack en de rest van de wereld komt deze ijstijd toch echt vroeg. Wanneer Jack ontdekt dat het gehele noordelijk halfrond binnen korte tijd zal veranderen in een ijslandschap probeert hij wanhopig de president te waarschuwen. Er wordt echter pas naar hem geluisterd als het eigenlijk al te laat is. Terwijl half Amerika richting Mexico evacueert, trekt Jack richting New York om zijn zoon Sam (Jake Gyllenhaal) te redden.

Sentiment

~

Als regisseur Emmerich ergens goed in is – behalve in veel geld uitgeven – dan is het wel in het opwekken van een mateloze irritatie door een aanzienlijke hoeveelheid (Amerikaans) sentimentaliteit. Het orkest zwelt aan, de Amerikaanse vlag wappert en tranen vullen de ogen van de door krachtige woorden ontroerde helden. Het deed Independence Day bijna de das om, om nog maar niet te zwijgen van The Patriot. Het is dan ook opvallend dat Emmerich zich in The Day After Tomorrow, die hij net als Independence Day zelf schreef, zo goed heeft kunnen inhouden.

Vloedgolf

Dat de voor Emmerich gebruikelijke dosis sentimentaliteit voor het grootste gedeelte achterwege is gelaten, komt de film alleen maar ten goede. Op deze manier kan er meer tijd gestoken worden in datgene waar het echt om draait: de actie. Want daar ontbreekt het niet aan in The Day After Tomorrow. Om de verschillende natuurrampen in beeld te brengen, van hagelstenen zo groot als bowlingballen tot een torenhoge vloedgolf die New York overspoelt, is veelvuldig gebruik gemaakt van special effects. Ik moet toegeven: alles ziet er fantastisch uit. Vooral de tornado’s die LA teisteren en de stad verwoesten zijn verbazingwekkend realistisch.

Grappige nerd

De film kent verder dezelfde opbouw als Independence Day: er worden verschillende sleutelfiguren gevolgd in een tijd die de wereld voor altijd zal veranderen. The Day After Tomorrow is echter relatief klein opgezet en volgt naast Jack Hall en zijn familie slechts enkele anderen, waaronder wetenschapper Terry Rapson (gespeeld door sir Ian Holm). De overige personages zijn daarnaast erg sympathiek (denk aan de grappige nerd waarmee zoon Sam bevriend is), waardoor je als kijker echt gaat hopen dat er verder niemand wordt getroffen door laag overvliegende billboards, verscheurd wordt door hongerige wolven of in enkele seconden wordt omgetoverd tot een ijssculptuur.

Intens kijkplezier

The Day After Tomorrow is een big budget rampenfilm met slechts één doel: entertainen. En dat is goed gelukt. Door de geweldige special effects en het vlotte verhaal zit er genoeg vaart in om het spannend te houden, maar gelukkig telt de film ook genoeg rustpauzes waarin de kijker weer even op adem kan komen. Regisseur Emmerich heeft er goed aan gedaan de sentimentaliteit in te tomen en de verwikkelingen zo simpel mogelijk te houden. Op deze manier komt de actie het best tot zijn recht en dat zorgt hier en daar voor intens kijkplezier. Qua budget weet Emmerich echter nog steeds niet van ophouden: met 125 miljoen dollar is The Day After Tomorrow zijn duurste film ooit.

Film / Films

Vergezochte misdaadthriller

recensie: Out of Time

Wie kun je het best casten voor een rol als politieagent die een beetje fout zit, maar wie je het toch niet kwalijk kan nemen? Juist, Denzel Washington. De rol die hij speelt in Out of Time is hem op het lijf geschreven. De tagline van deze film luidt: “How do you solve a murder when all the evidence points to you?” Oftewel, hij is de politieman met twee gezichten.

~

Qua verhaal heeft Out of Time niet veel om het lijf. Na een dubbele moord in Banyan Key moet inspecteur Whitlock (Denzel Washington) tot het uiterste gaan om zijn onschuld te bewijzen. Een van de slachtoffers (Sanaa Lathan) is de vrouw die Whitlock in het geheim ontmoette. En het verhaal wordt gecompliceerd als de vrouw (Eva Mendes) met wie Whitlock in scheiding ligt hem zal moeten helpen bij het oplossen van deze zaak. Ben je er nog bij? Dan vertel ik je tussen neus en lippen ook nog even dat Whitlock drugsgeld heeft ‘geleend’ van het bureau om z’n geheime vriendinnetje te helpen en dat geld moet weer boven water komen. Het is allemaal een beetje ver gezocht.

In de nesten

~

Misdaadthrillers uit de jaren 40 zijn de inspiratiebron geweest voor scenarioschrijver David Collard. En dan vooral van die films met een verhaallijn waarin de hoofdpersoon zich dusdanig in de nesten werkt dat hij er zich niet meer makkelijk uit kan praten. No Way Out uit 1986 met Kevin Costner was ook zo’n soort film. Dus origineel kan je Out of Time niet meer noemen.

Oscar

En echt van het grote doek afspetteren doet ‘ie ook niet. Out of Time is in het begin zelfs tamelijk traag. Tot de tijd gaat tikken natuurlijk, want dan wordt het alsnog een aardig filmpje. Op de een of andere manier is er toch een spanning opgebouwd en weet Washington je mee te trekken in het verhaal. Dat doet hij heel goed. Niet voor niets is hij een van de meest begeerde acteurs in Hollywood en kreeg hij de Oscar voor z’n rol in Training Day niet omdat hij er zo leuk uitziet.

Op de bank

Moet hij zich dan schamen omdat hij nu in een niet erg hoogdravende film speelt? Welnee, hij is zelfs degene die deze film een beetje omhoog krikt en waarschijnlijk heeft hij een geweldige tijd gehad tijdens het opnamen ervan. Maar briljant is deze film niet, eerder nogal ongeloofwaardig met vreemde plotwendingen. Desondanks weet de film je aandacht vast te houden in 114 minuten. Out of Time is leuk genoeg om ’s avonds een keer onderuit gezakt op de bank te bekijken.

Muziek / Album

Prachtige comeback van een fenomeen

recensie: Morrissey - You Are The Quarry

Dit jaar is het twintig jaar geleden dat het eerste album van The Smiths verscheen en grote indruk maakte in het Verenigd Koninkrijk. Zanger Morrissey en gitarist Johnny Marr waren de twee pijlers waarop deze uiterst invloedrijke gitaarband rustte. In 1987 verliet Marr The Smiths, wat het eind van de band betekende, maar tegelijk ook de solocarrière van Morrissey inluidde. In 1988 verscheen zijn eerst plaat Viva Hate, waarmee hij opnieuw hoge ogen gooide. In totaal leverde Morrissey zes studioplaten af voordat zijn nieuwe album You Are The Quarry verscheen. Een plaat die maar liefst zeven jaar op zich liet wachten (nou ja, veel mensen hadden hem niet eens meer verwacht), maar op geen enkel punt teleurstelt.

~

De hoes waarop de extreem ijdele Morrissey prijkt met een tommy gun in de aanslag zegt eigenlijk al genoeg over het album. Hij is nog even scherp en recht door zee als altijd. Als geweerschoten worden de vaak oercynische teksten op je afgevuurd. De plaat begint met messcherpe observaties gericht op het Amerika dat hij eigenlijk liefheeft: “America / Your head’s too big / because America / your belly’s too big” en later: “America / it brought you the hamburger / well America / you know where you can shove your hamburger.” Morrissey houdt zich geen moment in, vooral niet wanneer het gaat over het gezag (“policewomen, policemen, silly women, taxmen – uniformed whores they wish to hurt you work within the law”) maar ook hijzelf en zelfs Jezus moeten er aan geloven in I Have Forgiven Jezus, How Can Anbybody Possibly Know How I Feel en Let Me Kiss You.

Die stem!

Hoeveel artiesten hebben nog zo’n eigen geluid als Morrissey en wat een invloed heeft die man wel niet gehad? Het zal niet voor niets zijn dat Britse bands als Suede, Starsailor en meer actueel The Veils klinken zoals ze klinken. Morrissey heeft onmiskenbaar een van de meest karakteristieke meeslepende stemmen in de wereld van de popmuziek en een enorm talent voor het schrijven van fantastische theatrale popliedjes. Voor The Smiths schreef hij samen met Marr al ultieme klassiekers als There’s A Light That Never Goes Out en Bigmouth Strikes Again. Op You Are The Quarry is zijn pen nog sterk als altijd. Met Irish Blood, English Heart brengt hij een eerste single die impliciet schreeuwt om hernieuwde aandacht voor dit Engelse fenomeen. Aandacht die hij inmiddels terecht in grote mate heeft gekregen van vooraanstaande figuren als Jonathan Ross en Jools Holland.

Nog maar 45

Morrissey is helemaal terug met een uiterst gedreven plaat die staat als een huis. Een geïnspireerd album van een fantastische tekst- en songschrijver, die (met ups en downs) al twintig jaar eigenzinnigheid achter de rug heeft. Een man die dacht dat het eigenlijk allemaal al gebeurd was, wat blijkt uit de afsluiter You Know I Couldn’t Last. You Are The Quarry is echter een geheel nieuwe hoofdstuk dat hopelijk niet de afsluiter is van deze fantastische carrière. Ach, die vent is ook nog maar 45, hij kan met een beetje goede wil de duur van zijn loopbaan nog met gemak verdubbelen.

Muziek / Album

Kravitz wordt niet mooi oud

recensie: Lenny Kravitz – Baptism

Lenny Kravitz is een stadionrocker pur sang geworden. Hij staat op pinkstermaandag voor de vierde keer op Pinkpop als een van de headliners en verkocht al vele kaarten voor zijn concert op 17 juni in de Amsterdam Arena. Het schijnt zelfs dat men verwacht minder kaarten te verkopen voor Pinkpop omdat Kravitz, die Pinkpops duurste act ooit is, ook in de Arena speelt. Misschien niet echt handig geboekt, zullen we maar zeggen. Degene die daar echter het minst mee zal zitten is Kravitz zelf, die zijn graantje meepikt en ongetwijfeld weer miljoenen exemplaren verkoopt van zijn nieuwste album Baptism.

~

En hoe is Baptism? Ik denk dat Kravitz op deze plaat zijn status van mainstream rockster meer dan waarmaakt. Hij gaat namelijk meer en meer als überstadionrocker Bon Jovi klinken. En dat bedoel ik niet op een positieve manier. Op dit album, dat hij overigens bijna helemaal alleen inspeelde, kun je Kravitz slechts sporadisch betrappen op een interessante bijdrage aan het muzikale landschap. Het album begint niet slecht met het wat narcistische, doch lekkere nummer Minister of Rock ’n Roll: “I can heal you, I can save your soul.” Maar dan dondert de zaak meteen in elkaar met het zouteloze I Don’t Wanna Be A Star: “Just want my Chevy and an old guitar.” Ja ja, als iemand toch altijd het stijlicoon heeft willen zijn is dat meneer Kravitz wel. Hij ziet er overigens tegenwoordig ook uit als Bon Jovi er uitzag in de tijd van Bed of Roses.

Genie van vroeger

En ja hoor, ook de veel te frequent voorkomende ballads (wederom à la BJ) zijn saai en duren veel te lang. Kravitz lijkt niet meer over de capaciteiten te beschikken om nummers interessant te houden. Met name ballads als Calling All Angels, The Other Side en What Did I Do With My Life doen deze plaat geen goed. Deze tearjerkers steunen vaak op een traag gitaar- of baslijntje en een flinterdunne, weinig geïnspireerde zanglijn. Jammer dat de oude energieke, rauwe Lenny Kravitz niet vaker om de hoek komt kijken. Slechts zelden hoor je iets terug van het genie van vroeger. Het funky Sistamamalover is een te gek swingnummer à la Prince en het poppy California is net zo lekker als de rock ’n rollsingle Where Are We Runnin’?. Verder is Storm samen met Jay-Z nog het vermelden waard, maar dan is het ook echt gebeurd met de hoogtepunten.

Op deze manier wordt Kravitz niet mooi oud. Voor iemand die in de jaren negentig toch een bijna legendarische status heeft opgebouwd met albums als Let Love Rule, Mama Said en Are You Gonna Go My Way? is dit zevende album ver onder de maat. Zijn geluid uit die tijd is nu bijna geheel verdwenen en heeft plaatsgemaakt voor een middelmatige rocksound. Ook het imago van dit voormalige stijlicoon is niet meer wat het geweest is. Maar het publiek blijft komen. Ik vraag me echter af of men op Pinkpop wel zit te wachten op Baptism. Elk nummer dat Lenny van deze plaat speelt gaat nou eenmaal ten koste van een oudje als Mr. Cab Driver of Are You Gonna Go My Way.

Boeken / Fictie

Lees Grunberg tot het lachen je vergaat

recensie: Arnon Grunberg - Grunberg rond de wereld

Ik wil hier een lans breken voor Arnon Grunberg. En nu eens niet voor de grappige of de nihilistische (Nietzscheaanse zo u wilt) Grunberg, maar voor de analytische. Laat ik duidelijk zijn. Ik ben geen groot liefhebber van zijn romans. Die zijn vaak uitdagend en grappig, maar door de gewildheid, de opgelegd pijnlijke ervaring van de wereld zijn ze ongevaarlijk en literair haast risicoloos (pas op: ook met deze restricties behoren ze tot de beste boeken die er vandaag de dag verschijnen in ons taalgebied, maar dat zegt meer over Grunbergs generatie). Natuurlijk gaat Gstaad 95-98 bijvoorbeeld over belangwekkende en verontrustende thema’s als incestueuze en pedofiele relaties, maar uiteindelijk is slechts de eenzaamheid het onderwerp van het boek. De kille medogenloosheid waarmee de misdaden worden gepleegd, speelt zich slechts af op een zeer locaal niveau. Het is de bedrieger-hoofdpersoon die het aangaat. De wereld staat daar los van.

Heel anders gaat het in wat Grunbergs nevenwerk lijkt te zijn. In 2001 publiceerde hij bijvoorbeeld zijn in opdracht geschreven eigentijdse bewerking van Erasmus’ Lof der zotheid onder de ironische titel De mensheid zij geprezen. Ondanks het feit dat hij er de Gouden Uil mee won, werd het boek met gemengde gevoelens onthaald. Wat moesten we hier nu precies mee aanvangen? Was het een zoveelste spelletje van Grunberg? Moesten we hier maar weer eens hartelijk om lachen om daarna weer een echte roman te pakken? Maar hartelijk lachen om De mensheid zij geprezen ging een groot deel van de lezers niet zo gemakkelijk af. Deze keer was de aanpak van Grunberg wel heel navrant. Zelfs in academische kringen werd er met verbazing naar dit boekje gekeken.

Controversieel

De analyticus Grunberg is ook terug te vinden in zijn laatste boek, Grunberg rond de wereld, een selectie uit de columns die hij schreef voor NRC Handelsblad. We vinden Grunberg terug op vele plekken op de aarde. Dan weer eens in Engeland waar hij gastdocent is, dan weer eens in Brussel for no particular reason, later weer eens in Dublin waar hij een huis huurt voor de broodnodige rust, maar vooral in New York waar hij woont en werkt. Die laatste stad is ook het decor voor zijn meest controversiële bijdrage, die hem destijds op vele boze reacties van verontruste NRC-lezers kwam te staan.

Schande

Op 11 september 2001 zit Grunberg op een terras in New York. Een ober komt naar buiten gerend en zegt dat er een vliegtuig in een van de torens van het WTC is gevlogen. In het verhaal zetten Grunberg en zijn verloofde het gesprek voort, zien een vliegtuig erg laag over vliegen en niet lang daarna stormt de ober een tweede keer naar buiten: ook de tweede toren is geraakt. Grunberg gaat naar huis, maar haalt eerst zijn was nog even op, want ‘ik was van plan die ochtend mijn schone lakens op te halen en ik houd er niet van mijn plannen in de war te laten schoppen door derden’. De volgende dag is de vraag waar hij een fatsoenlijke maaltijd zou kunnen krijgen de grootste van zijn zorgen. Wie nog leeft moet immers aan eten denken. ‘Ik ga die plicht toch niet verzaken door een paar op hol geslagen geitenhoeders?’ Het waren dergelijke haast wereldvreemde opmerkingen die de woede van de krantenlezer voedden. Grunberg lijkt niet in het minst aangeslagen te zijn door een ramp van grote omvang die zich bovendien in zijn eigen stad afspeelde. Een schande!

Onzichtbare almacht

Of niet? Kan het ook zijn dat zijn reactie de meest zinnige was die kort na die berucht elfde september werd gepubliceerd? Want waarom laat het hem allemaal zo koud? Het zijn zijn zaken niet. Het is een gevecht tussen twee groepen – de Unter- en Übermenschen – die elkaar met Gods zegen bestrijden. Het ontlokt Grunberg de opmerking: ‘wat ik sympathiek vind aan de nazi’s is dat ze tenminste God erbuiten lieten’. Hoe kwetsend zoiets voor sommige mensen ook moge zijn, het is alweer een scherpe analyse. De huidige regimes verschuilen zich achter de waarden van een onzichtbare almacht. En de slachtoffers? Het eerste slachtoffer is het gezond verstand van de mensen die zich verbonden denken te weten met een van de twee dwalende partijen. Het tweede slachtoffer zijn de burgers van de wereld. Zij zijn niets meer dan collateral damage. Ingecalculeerde doden, noodzakelijke slachtoffers voor het bereiken van een hoger doel. ‘Als we ons er nou bij neerleggen dat we dat zijn, dat dat de diepste betekenis is van het woord ‘mens’, kunnen we iets minder hysterisch door het leven, en hoeven we ons straks ook niet zo bekocht te voelen.’

Zwakke maag

Koud? Immoreel? Nee, Grunberg legt de vinger op de zere plek. Hij analyseert van tijd tot tijd deze kapotte wereld met grote accuratesse. Je wordt er natuurlijk niet vrolijk van. Gelukkig maar, zou ik zeggen. Mensen met een overgevoelig gemoed en een zwakke maag doen er goed aan dit deel van het oeuvre van Grunberg over te slaan, voor de rest is het zaak af en toe eens te kijken wat Arnon Grunberg er van vindt. En lach niet alles bij voorbaat weg, er zou wel eens iets zeer belangrijks kunnen staan.

Boeken / Achtergrond
special: Schrijfworkshop het Syndicaat

Talenten in de dop

“Dit is een beetje als wachten in de lift,” merkt Willem de Vlam op. Met een groep van zes man zitten we in een repetitieruimte van het Gasthuis in Amsterdam. Niemand kent elkaar en het wachten is op twee vertraagde deelnemers. Begeleidsters Annemarie Slotboom en Irene Kriek zijn bezig met koffiezetten, verder is iedereen stil. Wanneer uiteindelijk de ontbrekende schakels arriveren, worden de chocoladekoekjes, zakken snoep en flessen frisdrank tevoorschijn gehaald. De schrijfworkshop die jongerentheater het Syndicaat in teken van hun Schrijversdagen organiseert, kan beginnen.

De schrijfworkshop op donderdag 20 mei is voor iedereen boven de veertien toegankelijk. Na een korte introductieronde blijkt dat elke deelnemer van de workshop in ieder geval iets heeft met schrijven. De een heeft gewerkt als journalist, de ander heeft al menig kort verhaal op zijn naam staan en weer een ander heeft al de nodige ervaring met het schrijven van toneelteksten. Eén deelnemer hoopt zelfs binnenkort zijn eerste boek te publiceren. Niet iedereen heeft echter ook iets met theater. “Daar komt hopelijk verandering in,” aldus begeleidster Annemarie Slotboom. Slotboom is een jonge dramaschrijfster die in 2003 afstudeerde aan HKU, opleiding dramaschrijven. Voor het Syndicaat schreef ze eerder Onder een donker dak en tijdens de Syndicaat Schrijversdagen, die dit jaar voor de derde keer worden georganiseerd, begeleid ze samen met dramadocente Irene Kriek de workshops.

Bont gezelschap

Aan de muur hangt een reeks ansichtkaarten. Op elke ansichtkaart staan opvallende mensen afgebeeld. De opdracht: bekijk de kaarten en kies een personage uit waarmee je de rest van de les zal gaan werken. Mijn oog valt op een dikke man die in een zaal vol mensen met een aanzienlijk overgewicht spieroefeningen probeert uit te voeren. Ik doop de arme man George en neem hem mee naar mijn plaats aan de met snoep, bekers koffie, flessen frisdrank en papier overladen tafel. Nu is het tijd om de uitgekozen personages een gezicht te geven. Aan de hand van een lange vragenlijst krijgen we de opdracht onze personages de vereiste diepgang te geven. Wat is zijn of haar naam, hoe zit het met onzekerheden, heeft hij/zij veel of weinig vrienden, is hij/zij zelfstandig, mist hij of zij iets in zijn of haar leven? En ga zo maar door. Het resultaat is een bont gezelschap van zeer uiteenlopende persoonlijkheden.

Gebroken hart

Zo is daar Edith, een hippe klarinetspeelster die een relatie heeft met een trompettist/huisarts en emotioneel zeer beperkt is maar doet alsof ze de sentimentaliteit zelve is. Of Jack, de half Amerikaanse, half Nederlandse huurmoordenaar die zich niet hecht, maar de wereld over reist op zoek naar klanten. En Marie, een vrouw die koos voor haar cello in plaats van voor haar grote liefde en met een gebroken hart naar het Groningse plattenland verhuisde om zich hier te storten op eten en zelfmedelijden.

180 kilo

Dan is het tijd voor post. We krijgen de opdracht drie kaarten te verzenden naar de drie personages naast ons. Deze personages zullen vervolgens de ontvangen kaarten beantwoorden. Een half uur later heeft iedereen drie kaarten gestuurd en drie kaarten ontvangen. Automatisch zijn er situaties ontstaan waarop kan worden doorgegaan. Zo blijkt mijn George een briefrelatie te hebben met de mooie Eliza, die nu toch wel nieuwsgierig raakt naar haar trouwe penvriend en hem graag wil ontmoeten. De vraag is nu hoe zij zal reageren als ze erachter komt dat George toch echt 180 kilo weegt… Deze en soortgelijke situaties moeten nu worden uitgewerkt in de grote opdracht van vandaag: het schrijven van een dialoog.

Zingende meneer

Een half uur later lezen tweetallen de dialogen voor. Soms vormen handschriften enigszins een obstakel tot een soepele voordracht, maar hier en daar komen dialogen echt tot leven. Niek van der Horst, acteur bij het Syndicaat en speler in Ineen – een experimentele voorstelling die later die avond in het Gasthuis zal worden opgevoerd, komt ook even een kijkje nemen. Samen met een deelneemster waagt hij zich aan een bijna onleesbaar handschrift wat uiteindelijk toch resulteert in een erg leuke dialoog over een verstrooide, zingende meneer genaamd Harry die graag wil dansen met een meisje, maar keihard wordt afgewezen.

Schrijvende sterren

We zijn net begonnen met het bespreken van de stukken als we de zaal moeten verlaten – de workshop is inmiddels een uur uitgelopen en de zaal is voor vanavond gereserveerd. Toch jammer dat we de bespreking van de stukken niet konden afmaken. Volgens Slotboom is een lange inleiding echter noodzakelijk. “Beginnende schrijvers kiezen zichzelf vaak als hoofdpersonage. Door de opdrachten met de ansichtkaarten voorkom je dit: mensen worden gedwongen een heel apart personage te creëren.” Hebben de begeleidsters dan toevallig een talentvol schrijver tussen de deelnemers ontdekt? “Daar heb ik helemaal niet op gelet,” zegt Irene Kriek. “Het belangrijkste doel was voor ons het enthousiasmeren van de deelnemers. De meeste doen toch echt mee voor de lol. Als het ze beviel, kunnen ze altijd contact opnemen met het Syndicaat.” Slotboom voegt er trots aan toe: “Het Syndicaat biedt jonge schrijvers een kans om dramateksten te schrijven en er ook echt wat mee te doen. Het is een ingang voor gevorderden, maar ook voor beginners. En dat vind ik erg goed.”