Boeken / Fictie

Nieuwe Surinaamse literatuur?

recensie: Het hart van Eva

Surinaamse literatuur. Na lang zoeken en graven komt er een lijstje met namen: Albert Helman, Hugo Pos, Astrid Roemer en Bea Vianen. Het zijn schrijvers die in Suriname geboren zijn, maar hun geboorteland verruild hebben voor Nederland. In ons land zijn het onbekende namen zijn het en er wordt ook niets ondernomen om deze Surinaamse schrijvers te (her)ontdekken, zoals met sommige vergeten Nederlandse auteurs wel gebeurt. Maar misschien moet je het verleden laten voor wat het is en kijken naar de toekomst. Hoewel Nathalie Emanuels gewoon in Amsterdam werd geboren moet zij misschien de kar maar gaan trekken wat betreft Surinaamse literatuur. Haar debuut Het hart van Eva is een eerste stap.

Eva woont en werkt in Suriname als een soort weldoenster. Haar zus Ellen heeft bijna het tegenovergestelde werk: zij is accountant in Nederland. Hun ouders zijn verongelukt toen Eva en Ellen nog klein waren en sindsdien zorgt tante Jetty voor hen, samen met oom Ed. Het verhaal begint wanneer Ellen voor een paar maanden op vakantie komt in Suriname. Oom Ed is rechercheur en speurt wat naar verdwenen en misbruikte meisjes en tante Jetty verjaagt uilen van haar erf, want die vogels zijn ongeluksbrengers. Wie graag snel van een plus een twee maakt, voelt al dat er onaangename dingen staan te gebeuren.

Geforceerd

Maar de spannende ontwikkelingen blijven een beetje uit. Mysterieus is het allemaal wel: een soort medicijnman houdt Eva constant in de gaten. Hij legt kruiden rond haar huis en voert rare rituelen uit. Ellen raakt intussen verliefd op een drugsbaron, een figuur die nogal geforceerd het tegenovergestelde is van wat je van een drugsbaron zou verwachten. En het is zijn schuld ook niet, dat hij in de handel terecht is gekomen. Oom Ed is ook een beetje cliché: een goedaardige diender, die met het grootste gemak heerlijke gerechten klaarmaakt. Tante Jetty is een moeke die haar verdriet verwerkt door veel sambal te eten.

De personages zijn misschien wat vlak, al zijn het zeker geen typetjes. Ze ontwikkelen zich wel, maar enige sturing of stuwing lijkt er niet in te zitten: ze strijden niet, ze streven niet. Ze voelen alleen, en dat maakt van de meeste personages passievelingen.
Hoewel er in eerste instantie genoeg spanning opgeroepen wordt om het passieve van de karakters te vergeten, loopt ook dat op weinig uit. Het thema liefde wordt op verschillende -inventieve en spannende- manieren ingezet, maar de meeste lijntjes eindigen ergens in het luchtledige. Het hart van Eva is geen klassiek familiedrama, want daarvoor zitten er te veel literaire oneffenheden in. Dat bedoel ik overigens niet negatief: familiedrama’s zijn meestal zo gepolijst dat je al van verre ziet wie er met wie vandoor gaat. Emanuels laat dingen gebeuren zonder ze meteen te duiden, wat een prettig soort raadselachtigheid oplevert. Maar ondanks de raadselen wil Het hart van Eva ook maar geen thriller worden: daarvoor zijn de spanningsbogen niet strak genoeg.

Vragen

Enerzijds is het prettig eens een boek te lezen dat na de laatste punt maar een paar van de tientallen vragen beantwoord heeft. De belangrijkste vragen -wat gebeurt er met de medicijnman? Wat is er überhaupt gebeurd?- blijven open. Omdat er zoveel vragen blijven hangen, kun je het raadsel van Het hart van Eva mysterieus noemen, maar minder welwillende lezers zullen misschien eerder kiezen voor warrig, rommelig en onbevredigend.

Het grote pluspunt van Het hart van Eva is de schrijfstijl van Emanuels. Hoewel er wat slordigheidjes in staan en ze soms twee keer hetzelfde woord in één zin gebruikt, is haar stijl vlot, los en prettig. Haar woordkeus is niet bijzonder literair, maar stoort evenmin. Het is dat ‘onopvallend’ zo onaardig klinkt, anders zou dat de perfecte omschrijving zijn. Het taalgebruik van Emanuels staat geheel in dienst van haar verhaal.

Potentie

Het hart van Eva kenmerkt zich door een vanzelfsprekendheid die eigenlijk heel dicht bij het echte leven komt: de stijl staat in dienst van het verhaal en spanningsbogen zakken zonder pardon in elkaar. Hoewel het erg negatief klinkt allemaal is Het hart van Eva helemaal geen slecht boek. Verfrissend juist, om eens een debuut te lezen zonder hoogdravend literair taalgebruik, ingewikkelde plot en keurig afgehechte draadjes. Het is ruw, maar het heeft potentie. Misschien kan Emanuels die kar met Surinaamse literatuur eerst verder vullen, en dan over een tijdje gaan trekken.

Muziek / Album

De ziel en zaligheid van de Britse straat

recensie: The Streets - A Grand Don't Come For Free

Onder het motto ‘geluk zit hem in hele grote dingen’ vertelt Mike Skinner, alias The Streets, een verhaal op zijn nieuwe album A Grand Don’t Come For Free. Dit keer zit het geluk in één ‘grand’ en zijn meisje. Wat dat geluk precies is, en dat het vinden ervan moeilijker is dan Skinner had verwacht, wordt in elf nummers duidelijk gemaakt. Alles in een goed in elkaar zittend verslag en met een aantal terugkerende thema’s. Wie dacht dat The Streets na het sterke debuut Original Pirate Material en het magere optreden op het afgelopen Lowlands-festival minder verrassend voor de dag zouden komen, zit ernaast. Skinner slaat die sceptici zonder pardon om de oren. Ongeveer vijftig minuten lang.

~

Met zijn ‘intellectual garage’ verraste Mike Skinner in 2002 met Original Pirate Material zelfs de grootste indie-bleekscheet met een uitermate sterke variant van hiphop. De plaat wist zonder moeite veertien nummers lang de aandacht vast te houden. De jonge rapper zong over de dagelijkse dingen, zonder een moment vervelend te worden met zelfverheerlijkende raps. Nee, The Streets wisten hoe ze een groot publiek moesten behagen.

Weinig verandering, of toch wel

Op de nieuwe plaat is Skinner eigenlijk niet veel veranderd. Hij prijkt op de hoes, wachtend op de bus. De toon is weer gezet. Nog steeds geen bubbelbaden, bling bling, grote auto’s, massa’s vrouwen of veel champagne. Skinner is nog steeds de jonge geezer van de Britse straten. Hij wacht niet alleen op de bus, maar ook op de dag dat zijn leven verandert. Maar weet dat hij daar alleen maar van kan dromen. In de tussentijd en om de tijd te doden, hangt Skinner wat rond, vergokt zijn geld, drinkt bier in de kroeg, ligt wat voor de TV en maakt de meest grandioze hiphop.

Anders dan de andere

Op het eerste gehoor klinkt A Grand Don’t Come For Free niet zo toegankelijk als de vorige plaat. Dit keer geen nummers als Sharp Darts, It’s Too Late of Too Much Brandy. Maar wanneer je wat beter naar de nieuwe plaat luistert en vooral naar het nummer Wouldn’t Have It Any Other Way, zit het album tekstueel gezien perfect in elkaar. Alle nummers zijn qua thematiek gekoppeld aan elkaar. Namelijk: Skinner heeft 1000 pond verloren tijdens het gokken bij de bookies, zijn tv is stuk, hij heeft vanwege het gokken geen geld om het te repareren en kijkt daarom voetbal bij zijn vriendin, waardoor hij problemen met haar krijgt. Dat is het in het kort, maar The Streets poetsen het op naar een bijna een uur durend verhaal, waar de chronologie soms ver te zoeken is.

Alleen nog wachten op de doorbraak

Het niveau dat The Streets met A Grand Don’t Come For Free haalt is hoog, waardoor de twijfel steeds meer richting de overtuiging gaat: dit wordt het jaar van The Streets. Want met A Grand Don’t Come For Free kan het niet anders dan dat de grote doorbraak gaat komen. Te hopen valt dat Skinner weet om te gaan met al dat geld dat in zijn richting komt, anders kon er wel eens een groot artiest verloren gaan. Tot die dag is er nog de oprechte Skinner die zijn ware ziel berapt.

Muziek / Album

De Snoeptrommel

recensie: Gem - Tell Me What's New

.

~

De jongens van Gem zijn wel heel erg eerlijk tegen moeder. “Ja hoor, wij hebben gestolen uit de snoeptrommel, maar het was wel lekker!” Wat moet je dan doen als opvoeder: geef je die jongens een draai om de oren of kun je gewoon je glimlach niet onderdrukken bij het zien van die vijf ondeugende tronies? Straatschoffies dat zijn het, maar het blijven toch je kinderen. Dus komen ze er natuurlijk gewoon mee weg. Ik hoop dat ik de situatie zo voldoende geschetst het, zodat ik verder kan met het ophemelen van dit ontzettend leuke debuut van deze band uit Utrecht. Een plaat met de oh zo toepasselijke titel Tell Me What’s New.

Taxman

Gem heeft het afgelopen jaar een aanzienlijke status opgebouwd als live-act, wat ik mij erg goed kan voorstellen wanneer ik deze plaat hoor. Als de tweelingbroer van opper-Stroke Julian Casablancas zingt, schreeuwt en schertst zanger Maurits Westerik zich door deze elf perfecte rocksongs heen. De liedjes zijn sterk, blijven hangen en zijn net zo aanstekelijk als de hoest van een grieppatiënt. En die knipoog naar Taxman van the Beatles in het nummer Eyes Open Wide is ook erg leuk. Het lijkt mij dat de jongens van Gem per ongeluk op hetzelfde intro kwamen als Harrison ten tijde van Revolver, maar geen zin hadden zo’n goed nummer weg te gooien. “Dan gebruiken we toch ook gewoon het woord Taxman in ons nummer.” En ja hoor, ook daar komen ze mee weg, net als met de intro van Revolution in het volgende nummer Can You Wait For It?. Of hoor ik er nou teveel in?

Hoe dan ook – en je kunt het totaal niet met me eens zijn – is Tell Me What’s New een te gek debuut, dat een soort Nederlandse Is This It? zou kunnen worden. Als vader het met moeder eens is tenminste, want hij is in dit geval veel groter en sterker en kan natuurlijk altijd nog een paar fikse klappen uitdelen. Nee, het gezinsleven kent niet alleen maar pais en vree.

Film / Films

Stuurloos in Las Vegas

recensie: The Cooler

Casinofilms zijn er in alle soorten en maten. Vaste prik in dergelijke films zijn elementen als gemene mafiosi, valsspelers, bottenbrekers, arme serveerstertjes, losers, winnaars, botte boeren en rustige gokkers met stijl. Bijna alle elementen zien we terug in The Cooler. Deze film schetst een beeld van Las Vegas in een schemerwereld tussen Frank Sinatra en N’Sync.

~

Bernie (William H. Macy) is zo’n grote loser dat hij zijn ongeluk ook op anderen overbrengt. Zijn oude kennis Shelly (Alec Baldwin) is casinobaas, en gebruikt de gave van Bernie om van winnaars verliezers te maken. Zijn casino loopt dan ook vrij goed, maar tijden veranderen. Shelly’s casino is er nog een van de oude stempel, en diverse geldschieters willen er een moderner oord van maken. Shelly doet alles om te voorkomen dat zijn klassetent verandert in een pretpark, maar er wordt flink aan de poten van zijn stoel gezaagd. Bernie op zijn beurt is het leven als loser beu, en wil stoppen. Als hij een relatie krijgt met de serveerster Natalie (Maria Bello) keert zijn geluk echter, en ditmaal in zijn voordeel.

Perfecte loser

~

Deze film moet het hebben van een sterke cast, en wat dat betreft mag de beginnende regisseur Wayne Kramer zich in zijn handjes knijpen. Macy is natuurlijk de perfecte loser, en ook Bello laat zien dat zij een prima karakteractrice is. Alec Baldwin steelt echter in deze film de show, en laat zien dat zijn onverwachte Oscarnominatie zeker niet onterecht was. Een prettig verlopend plot doet de rest, en The Cooler lijkt een leuke bioscoopervaring te worden.

Matig einde

Helaas hangt of staat een film met een goed einde, en juist daar faalt The Cooler erbarmelijk. Op ongeveer tweederde van de film begint het verhaal te kabbelen en stuurloos te raken. Tot dan toe hebben de makers veel liefde voor hun karakters getoond, en zijn ook ieders schaduwzijden bloot komen te liggen. ‘Wat nu?’ moet men gedacht hebben. De film sleept zich het laatste deel moeizaam voort naar het einde dat toch een beetje teleurstellend is, en wordt vergezeld met één van de meest ongemakkelijk uitgesproken stukjes tekst die ik ooit gezien heb. Goed opletten, het gaat om de regel “It’s a drunk driver”.

Conclusie

The Cooler is een redelijke productie geworden die vooral door de Oscarnominatie van Baldwin enige bekendheid mag genieten. Ondanks het leuke begin kwam ik toch een beetje teleurgesteld de bioscoop uit. De karakters slagen er helaas niet in om een hele film te boeien, en daarom is de film slechts half geslaagd. Bovendien dreigt de film momenteel wat ondergesneeuwd te raken door andere megaproducties die momenteel te zien zijn.

Theater / Voorstelling

Godot komt niet!

recensie: Nationale Toneel - Wachten op Godot

Je kan wachten totdat je een ons weegt, maar Godot komt nooit. Ook niet in deze bewerking met Mini (Karel de Rooij) en Maxi (Peter de Jong) in de hoofdrollen. Een landweg, een boom en twee zwervers (met bolhoed) die wachten op een zekere meneer Godot. En maar wachten, praten en hopen. Gelukkig krijgen ze nog bezoek van Pozzo (Peter Tuinman) en diens huppende knecht Lucky (Stefan de Walle) die er een eigenaardige manier van leven op na houden.

~

Dat de keuze op Mini en Maxi is gevallen is niet zo gek als je weet dat de schrijver van het script, Samuel Beckett, zijn tekst onder meer heeft geïnspireerd op het werk van variété-komieken uit de eerste helft van de vorige eeuw en de helden van de stomme film zoals Buster Keaton, Charlie Chaplin en de Marx Brothers. En als de regie dan ook nog eens in handen komt van Jos Thie, de man die jaren lang nauw heeft samengewerkt met dit olijke duo, dan is een optelsommetje snel gemaakt. Het maakt dit toneelstuk met De Rooij en De Jong in ieder geval iets toegankelijker, want al met al blijft Wachten op Godot redelijk zware kost.

Stoppen en doorgaan

~

De zwervers blijven dag in dag uit hopen op hun verlosser uit de dagelijkse sleur, Godot. Het hele stuk draait om hoop en leven. En hier en daar laat het stuk genoeg vragen open om je eigen gedachten te laten gaan. Het mooie van deze bewerking is eigenlijk nog dat je het gevoel hebt dat er een dubbel verhaal in zit. Zo nu en dan lijkt het ook over De Rooij en De Jong zelf te gaan; over het niet zonder elkaar te kunnen, stoppen en doorgaan. Het is natuurlijk je eigen interpretatie die je aan dit stuk geeft, maar dit voegt zeker wel iets toe aan deze langdradige voorstelling.

Spreektaal

Klassieker of niet, regisseur Jos Thie besloot wel dit stuk eens flink onder handen te nemen en teksten opnieuw tegen het licht te houden. En hoor daar een nieuwe vertaling (van Jacoba van de Velde): “Kom, we gaan.” Waarop de andere zwerver antwoordt: “Aaaah.” De passage die je op een gegeven moment de neus uitkomt, maar die toch perfect in dit stuk past. Het geeft het wachten aan, het anders willen doen, maar het is niet actief genoeg om de woorden kracht bij te zetten en weg te gaan. Want wat moet je anders? Opvallend is dat er vooral gekozen is voor heel veel simpele spreektaal met veel herhalingen. Een geluk voor Mini en Maxi, want dit is hun eerste echte toneelstuk met tekst. Een hele uitdaging en dat gaat hen redelijk af.

Bij de les

Sterker nog: ze zijn een perfect team! Zo goed als zij elkaar aanvullen en aanvoelen is een lust om naar te kijken. Ze hebben er duidelijk plezier in om weer in de spotlight te staan en het is ze gegund. Gelukkig hebben ze ook een goede balans gevonden tussen het serieuze spel en het rollen met de ogen en grappige bewegingen. Tevens veel lof voor Peter Tuinman en Stefan de Walle (Cyrano) die ook een geweldig stel neerzetten, waarbij je als kijker weer even bij de les wordt gehouden.

De koek is op

Want hoe mooi en goed ze ook allemaal spelen, het is een lange zit. Een paar geeuwen in het publiek kunnen op den duur maar moeilijk onderdrukt worden. Het is steeds een herhaling van zetten en niet al je vragen zullen beantwoord worden. Bij deze moderne bewerking had Thie er misschien nog meer uit kunnen halen dan erin zat, al heeft hij De Jong en De Rooij prima onder controle. Maar misschien is de koek ook wel gewoon op voor deze klassieker. Veel andere toneelgroepen gingen het Nationaal Toneel voor met hun eigen bewerkingen, maar nu moet het maar eens stoppen. Hoe je het ook wendt of keert: Godot komt niet en zal nooit komen!

Wachten op Godot is nog tot en met 26 juli te zien in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.

Muziek / Album

Terugblik naar de britpop

recensie: Graham Coxon - Happiness In Magazines

Graham Coxon is de ex-gitarist van britpopband Blur. Inderdaad ex-gitarist, want in oktober 2002 besloot Coxon tijdens de opnames van het album Think Tank de groep na de zoveelste ruzie met zanger Damon Albarn hals over kop te verlaten. Het geduld was op, de grens was bereikt. Helaas was dat dan ook wel ongeveer het laatste wat we van zowel Blur als Coxon hebben gehoord. Voor alle duidelijkheid: tijdens de hoogtijdagen van de britpop-periode (jaren 90) was je of fan van Blur of van aartsrivaal Oasis. Een middenweg bestond niet en bands als Pulp en Suede waren eigenlijk niet meer dan figuranten (niet iedereen zal het daar echter mee eens zijn).

~

But that was then and this is now, om maar met Roxette te spreken. Waar Albarn met de van oorsprong Nigeriaanse Franse zanger Rachid Taha en niemand minder dan Brian Eno schijnt samen te werken aan een Olympisch lied (releasedatum: ergens in juni), is Coxon druk in de weer geweest met de opnames van zijn vijfde solo album Happiness in Magazines. In vergelijking met vorige albums klinkt Coxon dit keer iets minder garage en iets poppier.

Retro

Het twaalf nummers tellende album is geproduceerd door Stephen Street, die eerder verantwoordelijk was voor de eerste vijf Blur-albums. En dat is in dit geval veelzeggend, want dat is dus ook precies zoals de nieuwe schijf van Graham Coxon klinkt, als de oude Blur. Dat is op zich niet erg natuurlijk, want die oude Blur (van Leisure, 1991, tot en met The Great Escape, 1995) was best okee. Een beetje braaf misschien, maar zeker niet slecht. Anno 2004 een beetje gedateerd misschien, maar who cares; we leven toch niet voor niets in het retro-tijdperk?

Onzuiver

Enige probleem is dat Coxons stem (die erg veel lijkt op die van Damon Albarn) op Happiness in Magazines niet altijd even zuiver is. Sterker nog, in de twee laatste nummers, Don’t Be A Stranger en Ribbons And Leaves, zingt-ie gewoon ontzettend vals. Wat opvalt, is dat dit ook precies de nummers zijn waarbij de gitaar minder direct aanwezig is. Wordt er vanaf het begin gerockt, zoals in Spectacular, Freakin Out en People Of The Earth, dan klinkt het allemaal een stuk beter. Freakin Out zou het als clubnummer best goed kunnen doen. Het heeft een lekker opzwepend tempo, een catchy melodie en klinkt een beetje dissonant. Een ander sterk nummer is het akoestische Bittersweet Bundle Of Misery, terwijl No Good Time heel erg doet denken aan Tom Petty. Coxon heeft dit keer tien weken in de studio gezeten om het album vooral niet te lo-fi te laten klinken. Op zich mag dat dan zijn gelukt, volgende keer hoop ik toch echt dat hij de moed heeft om eens iets kritischer naar zijn songs te kijken.

Muziek / Album

Na de bijnadoodervaring

recensie: Seafood - As The Cry Flows

Deze Groningse boer moet normaalgesproken niets hebben van alles wat uit de zee komt. Voor mij dus geen mosselen, kreeft en kabeljauw. Alleen al van de gedachte dat ik dat glibberige spul naar binnen zou moeten werken, word ik misselijk. Captain Iglo’s vissticks gaan echt nog net. En toch maak ik in dit geval graag een uitzondering. Sinds het verschijnen van Seafoods debuutplaat Surviving The Quiet (2000) ben ik namelijk ‘hooked’. Godverdomme, wat was dat een lekker schijfje zeg. Heerlijke rustige intro’s gevolgd door een bijna maniakale geluidsexplosie, een beetje zoals The Pixies maar dan extremer. De gitaren leken eindeloos om elkaar heen te vlechten en net als je ging denken dat de muziek nergens heen zou gaan… BLAM!… right in your face! Een bijna ongeëvenaarde kruising van indie noise/pop en emo.

~

Surviving the Quiet stond aan het eind van 2000 in veel polls op nummer 1. Het was onbetwist de plaat van 2000. Opvolger When Do We Start Fighting verscheen een jaar later en leek iets rauwer en toegankelijker, maar was jammer genoeg ook iets minder spannend. En daarna werd het een tijdje stil. Er vond een bezettingswisseling plaats, gitarist Charles Macleod verliet wegens, zoals dat zo mooi heet, muzikale meningsverschillen de band en werd vervangen door Kevin Penney. In 2003 startten de opnames van het derde album, tot het noodlot toesloeg: David werd getroffen door een hartaanval en balanceerde op het randje van leven en dood. Na diverse operaties, veel morfine en zes weken ziekenhuis mocht hij eindelijk weer naar huis. Het is dus begrijpelijk dat we eventjes hebben moeten wachten op een nieuwe Seafood.

Hypnotiserend en subtiel

Maar nu is er As The Cry Flows. Wat opvalt is dat het twaalf nummers tellende album een stuk ingetogener klinkt dan zijn twee voorgangers. Het ligt misschien iets te voor de hand om alles op Davids bijnadoodervaring te gooien, maar impact zal het zeker hebben gehad. Natuurlijk ontbreken de scheurende gitaren ook dit keer niet, zoals in het refrein van Heat Walks Against Me, in het ijzersterke Sleepover en in Good Reason, maar toch is het eerder uitzondering dan regel. Op vorige twee albums werd de melodie vaak ondergedompeld in een flinke hoeveelheid distortion, terwijl op As The Cry Flows de nadruk meer ligt op het liedje. Gelijk hebben ze ook, want de nummers zijn werkelijk prachtig. Waarom nog langer verbloemen waar je goed in bent?

Veelbelovend

Een typisch Seafood-nummer had tot voor kort een rustig intro voorzien van een vrij strakke drum- en baspartij, een heldere hypnotiserende gitaarsound en een rockrefrein waarbij de distortion helemaal los ging. As The Cry Flows heeft dit ook, maar gaat verder. De ziel wordt blootgelegd, de akoestische gitaar en piano worden daarbij niet langer geschuwd (luister bijvoorbeeld naar Broken Promises, 1324 en Orange Rise). De twee laatste nummers, Broken Promises en Willows Song zijn misschien wel het beste voorbeeld van Seafood anno 2004. Zoals ze zelf al zeggen: “This is what the future holds” (in Sleepover). Als je het mij vraagt een van de meest veelbelovende pop/rockbands van dit moment.

Muziek / Achtergrond
special:

Festivaloverzicht juni 2004

Het zonnetje scheen de afgelopen paar dagen al weer heerlijk en roodverbrand verheugen wij ons al nu op al de festivals van deze zomer. En als ook jij deze vakantie niet alleen maar witbiertjes en rosé wilt drinken, houd 8WEEKLY dan in de gaten. Want wij presenteren iedere maand een mooi overzicht met de beste festivals van komende weken. Laat het glas dus even staan en pak pen en agenda erbij.

4 t/m 27 juni: Holland Festival in Amsterdam

~

Bij het Holland Festival kun je van alles verwachten: van klassiek tot modern tot experimenteel. Sinds de oprichting in 1947 streeft de organisatie van het festival naar het presenteren van actuele en vernieuwende topprestaties in de podiumkunsten (muziek, opera, toneel, dans) zowel in de meer klassieke zin als experimenteel. Veel jonge en nog onbekende theatermakers krijgen een kans. Je hebt keuze genoeg, want tijdens dit festival zijn 30 producties in 80 voorstellingen te zien.
Een paar tips: Mis in ieder geval de openingsvoorstelling over vluchtelingen en vluchten niet! De avondvullende productie The Children of Herakles van de Amerikaanse regisseur Peter Sellars belooft je kippenvel te geven. Voor en na de voorstelling zal er gesproken worden met de regisseur en vluchtelingen zelf. Andere voorstellingen die de moeite waard zijn: De kruistochten (theater), Guerre (theater), Wolf (danstheater) en Insideout (dans). Link: Holland Festival.nl

11 en 12 juni: The Music In My Head in Den Haag

Ook deze derde editie van The Music In My Head lijkt een zeer interessante te worden. Dit jaar telt het festival geen drie maar twee festivalavonden, maar het is wel weer in het vertrouwde en prachtig intieme Theater aan het Spui. Vrijdag 11 juni is al uitverkocht en dat is niet vreemd, want wanneer krijg je nog de kans op een topartiest als PJ Harvey in zo’n kleine zaal te zien? Harvey heeft net haar nieuwe plaat Uh Huh Her uitgebracht en op 10 juni staat zo nog in de HMH. Denk echter niet dat de rest van de avond alleen maar voorprogramma is voor deze grote vrouw. Zoals altijd veel singer/songwriters in Den Haag, waaronder op de vrijdag Jim White, Ane Brun en Adem die hoge ogen gooide met zijn onlangs verschenen Homesongs. Ook aan te raden is de retropop van The Stands, die hoorbaar beïnvloed zijn door The Byrds. En zo komen we met een bruggetje bij de hoofdact van zaterdag 11 juni: de legendarische Byrds-voorman Roger McGuinn. Ook die avond een unieke reünie van punkvoorlopers Television in de originele bezetting! En verder Sarah Bettens (binnenkort een soloplaat), Simple Kid, Obi, Belasco en nog veel meer. Link: The Music In My Head.nl

11 en 12 juni: Festival Theaternacht in Naaldwijk

Proef, voel, beleef en geniet! Daar draait de 17e editie van Festival Theaternacht om. Twee Nachten vol muziek, cabaret, stand-up comedy en straattheater. Dat belooft heel vermakelijk te worden. Dit jaar zijn er drie cabaret/muziek podia en één stand-up comedy podium. Dat betekent dus keuzes maken, want de optredens in alle zalen vinden gelijktijdig plaats. Veel (jong) talent, die je waarschijnlijk wel kent als je de cabaretfestivals een beetje volgt, zal optreden onder wie de Dames voor na Vieren, Arnoud Kaldeway, Paul Smit, Jochem Otten en Karin Bruers. De vrijdagavond is al uitverkocht, maar voor zaterdagavond zijn er nog plaatsen beschikbaar. Link: Theaternacht.nl

11 t/m 20 juni: Oerol op Terschelling

Kees Roorda, Vis à Vis, Yaël Artsi, Guy & Roni, Manon Ossevoort, Jean Paul Lefeuvre & Didier André, Dogtroep, Remi Polack, Odd Enjinears, Royal de Luxe, het Hans Hof Ensemble, de Spullenmannen, Cirque, Das Letzte Kleinod: het is een kleine greep uit de lange lijst van theatermakers, beeldend kunstenaars en dansers die dit jaar op Oerol van de partij zijn.
Bij de opening op vrijdag 11 juni moet je in ieder geval aanwezig zijn. De 23e editie van het Terschellings Oerol Festival wordt namelijk geopend met een bijzonder muziekspektakel van de Franse theatergroep Décor Sonore. Deze groep beleeft op Oerol met hun voorstelling Instrument/Monument hun wereldpremière. De Franse theatermakers zoeken monumenten uit waar ze unieke muziekinstrumenten van kunnen maken. Voor de opening van Oerol zullen ze de monumentale sleepboot De Holland ombouwen tot het grootste drijvende muziekinstrument ter wereld. Link: Oerol.nl

12 en 13 juni: Wantijpop en Rainbow Park in Dordrecht

Het Wantijpark in Dordrecht staat voor de zevende keer in het teken van het dubbelfestival Wantijpop/Rainbow Park. Wantijpop biedt op zaterdag 12 juni een redelijk standaard programma van Nederlandse bands als Peter Pan Speedrock, Intwine, The Sheer, Extince en Tasha’s World, maar de zondag belooft een stuk spannender te worden. Rainbow Park staat geheel in het teken van wereldmuziek en culturele crossovers. Bands die zullen optreden zijn La Caz (Surinaams/Ned.), het Bulgaarse koor Cubrica, Tradison (Cuba), Modena City Ramblers (Italië) en Manou Gallo (Ivoorkust). Rainbow Park heeft ook een afterparty: in de Pontonnier speelt vanaf 21:00 uur dj Edu en de crossoverband Electro Coco. Het mooiste aan het Wantijweekend is de prijs: beide dagen zijn namelijk gratis! De twee festivals beginnen om 13:00 uur. Links: www.wantijpop.nl of www.rainbowpark.nl.

16 juni t/m 15 augustus: De Parade in Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Amsterdam

~

Als een kermis en een circus trekt de Parade al 14 jaar door Nederland. Het is het enige reizende theaterfestival ter wereld en is opgezet als een binnenstebuiten gekeerd circus, met het publiek in het midden en de artiesten er omheen. Een onweerstaanbaar levend panorama vol theater, dans, muziek, kunst, vertier, magie, rariteiten, attracties en spektakels. De voorstellingen variëren in lengte van drie tot zestig minuten. Alle voorstellingen worden meerdere keren per avond gespeeld. Laat je verrassen dus! Tips? De Paardenkathedraal, Growing Up in Public, Lantaarn/Venster productie, The Ashton Brothers, Theatergroep Stuip, Jules Deelder en Kamagurka, Sanne Vogel en Alex d’Electrique.
Van 16 t/m 27 juni begint de Parade in het Museumpark in Rotterdam. Daarna staat het van 2 t/m 11 juli in het Haagse Westbroekpark. In Utrecht staat de Parade van 16 t/m 25 juli in Park Nieuweroord, waarna het van 30 juli t/m 15 augustus in het Martin Luther Kingpark in Amsterdam eindigt. Link: De Parade.nl

18 en 19 juni: Peacedog Festival in Ede

Liefhebbers van melodieuze gitaarrock kunnen op 18 en 19 juni hun hart ophalen in Ede, waar dan alweer de vijfde editie plaatsvindt van het Peacedog Festival. Op het programma staan veel grote namen uit de emo-hoek uit landen als de Verenigde Staten, Denemarken, Noorwegen en natuurlijk Nederland. Denk aan This Beautiful Mess, We vs Death, Lawn, Wealthy Beggar, Face Tomorrow en JR Ewing en nog veel meer. Je hoeft niet bang te zijn om het WK voetbal te missen, want de wedstrijd van zaterdagavond heeft een eigen plekje op het rijk gevulde programma. Meer informatie vind je op festival.peacedog.nl.

19 en 20 juni: Rotterdam Import in Rotterdam

Dit jaar vindt de eerste editie plaats van Rotterdam Import. Een festival voor de liefhebber van urban, omdat die eigenlijk voorheen niet zo aan zijn trekken kwam in het Nederlandse festivallandschap. Een mooi initiatief en natuurlijk uitermate geschikt voor een stad als Rotterdam, waar de hoeveelheid aan stijlen die wij urban noemen hoogtijdagen viert. Rotterdam Import begint meteen erg voortvarend met een belachelijk mooi programma. Twee dagen vol funk, soul, hiphop, R&B, dance, nu jazz, dancehall enz. met namen als The Roots, The Black Eyed Peas, Amy Winehouse, Lamb, Zero 7, Timbaland & Magoo, Dilated Peoples, Dizzee Rascal, Zuco 103, Oi Va Voi en ga nog maar even door. Ach, een festival met een dergelijke programmering verkoopt zichzelf wel. Link: Rotterdam Import.nl

26 juni: Paleisrevolutie in Utrecht

~

En ook de eerste editie van de Paleisrevolutie kent veel mooie namen. Het festival dat plaatsvindt op 26 juni in Vredenburg in samenwerking met Tivoli richt zich vooral op aanstormend talent, maar heeft ook oog voor reeds gevestigde namen. Vandaar dat de Noorse jongens van Motorpsycho bovenaan het lijstje staan. En terecht, want dit is toch wel een van de beste live-acts in het circuit. Verder is België flink vertegenwoordigd met de oudgedienden van DAAU (nieuwe plaat Tub Gurnard Goodness is net uit), Vive La Fete en Mintzkov Luna. Ook de superpopulaire band Phoenix – nieuwe plaat Alphabetical viel tegen, maar debuut United was fantastisch – is van de partij. Eveneens present: Under Byen, Electric Eel Shock, Alfie, Mission of Burma, Le Peuple de l’Herbe, Stijn, Pink Grease en de nog mysterieuze Utrecht Allstars. Link: Paleisrevolutie.nl

8, 9 en 10 juli: Bospop in Weert

Het jaarlijkse rockfestival Bospop heeft dit jaar een keur aan grote namen uit het verleden staan. Nou, ja uit het verleden, veel van deze artiesten doen het anno 2004 nog erg goed. Neem nou punklegende Patti Smith, die onlangs nog de prachtige plaat Trampin’ uitbracht of Solomon Burke wiens comeback een van de grote verrassingen van vorig jaar was. Verder vooral op vrijdag 9 juli erg veel blues en classic rock met Deep Purple, Status Quo, Cheap Trick, Living Colours en nog veel en veel meer. Festivallieveling Echo & the Bunnyman staat geprogrammeerd op de zaterdag samen met onder meer Wilco. Die laatste is een wat vreemde eend in de bijt. Jeff Tweedy (Wilco) bracht twee jaar geleden de prachtige liedjesplaat Yankee Hotel Foxtrot uit (in juni volgt een nieuw album getiteld A Ghost Is Born) en staat een beetje raar geprogrammeerd tussen de hardrock en de new wave. Dat mag de pret echter zeker niet drukken, want Wilco is een absolute aanrader en een schaarse verschijning. Op Bospop staat verder nog een hele schare Nederlandse festivalkrakers: de opzwepende rock ‘n’ roll van Di-rect en het superhippe The Sheer, nederreggae van Beef en natuurlijk de prachtige popsongs van Bløf. Zucchero sluit de zaak af in Weert. Zeker niet gek allemaal, dachten wij zo. Link: Bospop.nl

Film / Achtergrond
special: Een interview met Robert Jan Westdijk

Meteen een nieuwe film

Het is dat zijn naam met grote letters op de hoezen staat vermeld, maar anders zou je niet zeggen dat Zusje (1995) en Phileine zegt sorry (2003) beiden door Robert Jan Westdijk werden gemaakt. De twee films kunnen wat stijl en vorm betreft niet verder uit elkaar liggen, maar desondanks werden ze onlangs door A-Film op dvd uitgebracht in uitgebreide special editions waar de regisseur zelf flink de hand in heeft gehad. We spraken met hem over het medium dvd.

Robert Jan Westdijk tijdens de repetities van Zusje

Zusje werd bijna tien jaar geleden voor een habbekrats op video opgenomen door een toen nog volstrekt onbekend team van filmmakers en acteurs, terwijl Phileine een big-budget verfilming is van Ronald Gipharts populaire roman die deels werd opgenomen in New York en een aantal uitgebreide special effects bevat. De dvd-uitgaven zijn perfecte afspiegelingen van de respectievelijke films, en dat was volgens Westdijk ook precies de bedoeling: “Net zoals ik in 1994 negen maanden in de weer ben geweest met videotapes tijdens de montage van Zusje, zo heb ik nu zes weken lang oude bandjes afgekeken voor bruikbare extra’s.” Het was de moeite waard: op de dvd zijn unieke beelden te zien, zoals Kim van Kootens eerste screentest, repetities en Hi8-opnamen van buurman Henk. “Op een paar van onze bandjes stond de buurman die ons met zijn camera opnam. Ik heb hem gebeld en gevraagd of hij die opnamen nog steeds had. Gelukkig was dat zo.”

Snotverkouden

De dvd van Zusje bevat niet alleen oud materiaal. Er zijn twee audiocommentaren: de eerste van Westdijk solo, de tweede samen met hoofdrolspelers Kim van Kooten en Roeland Fernhout. “We hebben eerst mijn track opgenomen. Het was op een dinsdag en ik was snotverkouden. De zondag daarop namen we de acteurstrack op en dat ging geweldig. Tijdens de opnamen met Kim en Roeland bedacht ik zoveel dingen die ik nog had willen zeggen dat ik mijn commentaar daarna opnieuw heb opgenomen, ook omdat mijn stem die dag heel anders klonk dan eerder die week, toen ik verkouden was.” De audiocommentaren werden opgenomen terwijl Westdijk nog druk bezig was met het uitzoeken van de extra’s. Deze vertonen daardoor een zeker samenhang, maar het komt ook voor dat hij verwijst naar outtakes die helemaal niet op de dvd zijn terechtgekomen. “Roeland Fernhout deed op een gegeven moment bijvoorbeeld een heel grappig dansje. Maar we kregen geen toestemming om de muziek te gebruiken, en zonder muziek sloeg het nergens op. Achteraf gezien had ik het er gewoon op moeten zetten.”

Irritant

Westdijk na de opnamen van Phileine zegt sorry

Film en dvd van Zusje zijn bijna het toppunt van huisvlijt, maar bij Phileine zegt sorry ligt dat heel anders. “Tijdens het maken van de film werd al rekening gehouden met de dvd. We zetten bloopers nu tijdens de montage al apart voor op de dvd, en ook werden we bijna continu gevolgd door de jongens van de making-of, en dat was verschrikkelijk. Kim en ik vonden het heel irritant dat ze er waren. Je voelt je bekeken en begluurd en dat is heel onprettig, zeker als je intensief bezig bent met een scène. Ik kan maar één ding tegelijk doen, en tijdens het draaien moet je voor 110% met de film bezig zijn en met niets anders. Ik ben wel tevreden met het eindresultaat, maar tijdens de opnamen was het erg vervelend. We hebben ze het leven daarom soms ook behoorlijk zuur gemaakt.”

Afdankertjes

Grote films met dito budgetten zijn dus ook niet alles, hoewel het budget van Phileine zegt sorry voor Amerikaanse begrippen natuurlijk weinig voorstelde. “Toen we in New York filmden, waren alle professionals bezig met Spider-Man 2. Wij kregen de afdankertjes.” Dat was goed te zien bij het instellen van sommige shots: “Voor een simpele opname in een taxi waren ze drie uur bezig! En toen we filmden hoe Phileine een straat oversteekt, leek het wel of we op zee zaten: de technici waren vergeten de rails van de camera te egaliseren.” Ook de visuele effecten kunnen Westdijk gestolen worden: “Kim heeft twee dagen lang aan een kabel gehangen voor een paar shots. Die tijd besteed ik liever aan scènes waarbij echt moet worden geacteerd.” Maar gelukkig leverde Phileine ook een paar waardevolle ervaringen op. “Het belangrijkste was dat ik meteen weer een nieuwe film wilde maken, terwijl ik dat na mijn laatste film Siberia juist helemaal niet had. Ik merkte gewoon hoe leuk ik filmmaken vond.”

Muziek / Album

Uitstekend af zonder gitaar

recensie: Keane - Hopes and Fears

Heel af en toe kom je als recensent een band tegen waarbij alles op zijn plaats lijkt te vallen. Keane is er zo eentje. Gelukkig voor ondergetekende bleek een collega-scribent het deze week te druk te hebben om de cd te recenseren. Met alle plezier schiet ik hem in dit geval te hulp. Bekend van de hit Somewhere Only We Know tovert Keane op Hopes and Fears de ene na de andere wonderschone melodie uit de hoge hoed. Met zanger Tom Chaplin, pianist/basgitarist Tim Rice-Oxly en Richard Hughes op drums bewijst de band dat popmuziek uitstekend zonder gitaar kan.

~

De nummers op Hopes and Fears doen afwisselend denken aan Saybia (Bedshaped) en Manic Street Preachers (Everybody’s Changing, Bend and Break) terwijl ook de namen Coldplay, Travis, Radiohead en Starsailor door mijn hoofd schieten. En het allermooiste is nog wel dat Keane voor geen van allen onderdoet. Het is bovendien verfrissend om te merken dat niet alles tegenwoordig hoeft te rammelen om indruk te maken. Veelzeggend is in dat opzicht ook dat de band is vernoemd naar een oude dame die vroeger op Tom paste wanneer zijn ouders er niet waren.

Niet zwelgen maar genieten

Zanger Tom Chaplin heeft een heerlijke warme stem waarmee hij zich elf nummers lang voornamelijk afvraagt hoe het zou zijn om herenigd te worden met zijn grote liefde (“Will I ever see you again and lie in your heart of hearts?”, Untitled 1). Wat vooral opvalt, is de overtuiging waarmee hij dat doet. Als het in dit leven niet zo mag zijn, dan toch hopelijk wel in het hiernamaals. Pathetisch? Valt reuze mee. Als je naar de teksten kijkt, is het best raar dat het album niet melancholisch klinkt. Eerder wordt er bij het aanbreken van de lente nog eenmaal omgekeken naar de voorbijgeraasde winter. Nog eenmaal neemt Chaplin je mee naar die heerlijke jeugdherinnering. Het is niet zwelgen in verdriet, maar genieten van de dag.
Maar laten we niet vergeten dat Keane ook Tim Rice-Oxley en Richard Hughes is. Laatstgenoemde speelt over het algemeen ingetogen en altijd in dienst van het nummer. Rice-Oxley is de man van de krachtige popmelodieën en weet als geen ander hoe de stem van Chaplin het beste tot zijn recht komt. De drie muzikanten lijken elkaar feilloos aan te voelen.

Allemaal singles

Het knappe van Keane is dat zowel de alternatieve popliefhebber als de Radio 3FM-luisteraar lijkt te zwichten voor hun dromerige pop. Er is op de een of andere manier een brug geslagen tussen verschillende bevolkingsgroepen. Allemaal op eigen kracht bereikt. Deze jongens hebben geen hype nodig, dit zijn echte muzikanten. Eigenlijk zouden bijna alle nummers op Hopes and Fears voor single kunnen doorgaan. Stilletjes hoop ik dat er straks gekozen wordt voor Bedshaped, vooral door het heerlijke synthesizermelodietje in het refrein. Hopes and Fears zit al meer dan een week steevast in mijn stereo en daar zal hij ook nog wel een tijdje blijven.