Muziek / Album

Na de bijnadoodervaring

recensie: Seafood - As The Cry Flows

Deze Groningse boer moet normaalgesproken niets hebben van alles wat uit de zee komt. Voor mij dus geen mosselen, kreeft en kabeljauw. Alleen al van de gedachte dat ik dat glibberige spul naar binnen zou moeten werken, word ik misselijk. Captain Iglo’s vissticks gaan echt nog net. En toch maak ik in dit geval graag een uitzondering. Sinds het verschijnen van Seafoods debuutplaat Surviving The Quiet (2000) ben ik namelijk ‘hooked’. Godverdomme, wat was dat een lekker schijfje zeg. Heerlijke rustige intro’s gevolgd door een bijna maniakale geluidsexplosie, een beetje zoals The Pixies maar dan extremer. De gitaren leken eindeloos om elkaar heen te vlechten en net als je ging denken dat de muziek nergens heen zou gaan… BLAM!… right in your face! Een bijna ongeëvenaarde kruising van indie noise/pop en emo.

~

Surviving the Quiet stond aan het eind van 2000 in veel polls op nummer 1. Het was onbetwist de plaat van 2000. Opvolger When Do We Start Fighting verscheen een jaar later en leek iets rauwer en toegankelijker, maar was jammer genoeg ook iets minder spannend. En daarna werd het een tijdje stil. Er vond een bezettingswisseling plaats, gitarist Charles Macleod verliet wegens, zoals dat zo mooi heet, muzikale meningsverschillen de band en werd vervangen door Kevin Penney. In 2003 startten de opnames van het derde album, tot het noodlot toesloeg: David werd getroffen door een hartaanval en balanceerde op het randje van leven en dood. Na diverse operaties, veel morfine en zes weken ziekenhuis mocht hij eindelijk weer naar huis. Het is dus begrijpelijk dat we eventjes hebben moeten wachten op een nieuwe Seafood.

Hypnotiserend en subtiel

Maar nu is er As The Cry Flows. Wat opvalt is dat het twaalf nummers tellende album een stuk ingetogener klinkt dan zijn twee voorgangers. Het ligt misschien iets te voor de hand om alles op Davids bijnadoodervaring te gooien, maar impact zal het zeker hebben gehad. Natuurlijk ontbreken de scheurende gitaren ook dit keer niet, zoals in het refrein van Heat Walks Against Me, in het ijzersterke Sleepover en in Good Reason, maar toch is het eerder uitzondering dan regel. Op vorige twee albums werd de melodie vaak ondergedompeld in een flinke hoeveelheid distortion, terwijl op As The Cry Flows de nadruk meer ligt op het liedje. Gelijk hebben ze ook, want de nummers zijn werkelijk prachtig. Waarom nog langer verbloemen waar je goed in bent?

Veelbelovend

Een typisch Seafood-nummer had tot voor kort een rustig intro voorzien van een vrij strakke drum- en baspartij, een heldere hypnotiserende gitaarsound en een rockrefrein waarbij de distortion helemaal los ging. As The Cry Flows heeft dit ook, maar gaat verder. De ziel wordt blootgelegd, de akoestische gitaar en piano worden daarbij niet langer geschuwd (luister bijvoorbeeld naar Broken Promises, 1324 en Orange Rise). De twee laatste nummers, Broken Promises en Willows Song zijn misschien wel het beste voorbeeld van Seafood anno 2004. Zoals ze zelf al zeggen: “This is what the future holds” (in Sleepover). Als je het mij vraagt een van de meest veelbelovende pop/rockbands van dit moment.