Karen Armstrong staat bekend om haar goedverkopende geschiedenissen over religieuze fenomenen. Ze verlaat de vertrouwde paden niet en schrijft dit keer een beknopte geschiedenis van de mythen. Margaret Atwoord hervertelt het verhaal van de terugkeer van Odysseus vanuit het perspectief van zijn vrouw Penelope, die haar dagen in de onderwereld slijt. Jeanette Winterson biedt een modern perspectief op de mythe over Atlas, die op zijn rug de kosmos met zich mee torst.
Het verschijnsel mythen
Karen Armstrong – Mythen
~
De hoogste dichtheid aantoonbare flauwekul per vierkante centimeter kom je steevast tegen bij Karen Armstrong. Ook haar nieuwe boek, een inleiding over het verschijnsel mythen, bevat weer louter onzin. Armstrong gelooft – en dat werkwoord staat daar niet per ongeluk – dat mythen
waarde hebben, dat het niet zomaar verhalen zijn van primitieve beschavingen, zoals ieder weldenkend mens weet. Dat ze iets zeggen over de werkelijkheid, die zij ‘de schepping’ noemt. Weten we ook meteen waar zij zelf evolutionair staat.
Iets zeggen over de zielenroerselen van mensen die in voorbije tijden leefden is een hachelijke zaak, zelfs als we schriftelijke bronnen hebben. Over de prehistorie spreken we helemaal met vele slagen om de arm. Niet Armstrong. Die weet zelfs wat er omging in het hoofd van de paleolithische mens (‘de paleolithische mens had de jacht beschouwd als een heilige handeling’).
Dat komt, omdat zij de bijzonder schaarse resten die uit het verleden tot ons zijn gekomen niet op hun intrinsieke waarde beoordeelt, maar inpast in haar eigen religieuze gedachtegoed – of wat daarvoor door moet gaan. Zo zijn prehistorische grotten bij haar ‘kathedralen’, waar ‘pelgrims’ op afkwamen. In de serieuze archeologie is daar geen enkel bewijs voor, maar ja, dat is dan ook echte wetenschap en daar heeft Armstrong geen kaas van gegeten.
Hemeltergend
De redeneringen die Armstrong aan haar gammele kennis ophangt rammelen geweldig. Iedere pagina bevat minimaal één, en vaker meerdere enormiteiten. Je kunt wel aan de gang blijven. Zo schrijft ze ergens dat mythen over hemelreizen uit het begin van de menselijke geschiedenis stammen. Vervolgens stelt ze met veel ongefundeerde aplomb:
Dat betekent dat de wens om ‘boven’ de menselijke staat uit te stijgen een van onze wezenlijke verlangens is.
Geen idee wat dat is, ‘boven’ de menselijke staat, maar wat we bijvoorbeeld wel zeker weten, is dat de vroege mens waar Armstrong op doelt geen centrale verwarming had. Om daaruit dan weer de conclusie te trekken dat ‘ons wezenlijk verlangen’ naar een tochtige hut uitgaat, is waarschijnlijk toch net even een stap te ver.
En zo blundert ze maar door, van de ene naar de andere misser. Boeken die ze aanhaalt heeft ze niet gelezen. Wat ze over Luther beweert is te idioot voor zelfs maar een parafrase. De zeer bijgelovige, we zouden haast zeggen mystieke, Newton wordt bij haar een toonbeeld van rationaliteit. Ze denkt dat het politieke compromis dat de Drievuldigheid opleverde, met een vooropgezette mystieke bedoeling is bedacht. Het is hemeltergend, zoveel moedwillige stompzinnigheid.
De basis voor haar al te stellige beweringen blijft flinterdun. Hier en daar een verwijzing naar een boek, maar meest baseert zij zich op ‘wijzen’ (sic!) die dingen ‘beweren’, en ‘geleerden’ die op hun beurt weer iets ‘menen’, en anders denkt ‘men’ wel iets, of hebben we ‘aanwijzingen’. Zonder dat duidelijk wordt wie die ‘wijzen’ en ‘geleerden’ en ‘men’ dan wel zijn, en wat de waarde van die ‘aanwijzingen’ is. Slordig taalgebruik (‘een psychotische zenuwinstorting’ – dit uiteraard in tegenstelling tot een psychotische beenbreuk) maakt de ellende compleet. Conclusie: dit boek is alleen geschikt als onderzetter.
‘Tot hij terugkeerde naar zijn vrouw Penelope’
Margaret Atwood – Penelope
Tien jaar lang bevocht de listige Odysseus de Trojanen, tot de stad door zijn Houten Paard verslagen werd. Tien jaren spendeerde Odysseus aan zijn thuisreis, jaren waarin hij monsters versloeg en met godinnen sliep, tot hij terugkeerde naar zijn vrouw Penelope, die al die jaren op hem had gewacht. Penelope probeerde ondertussen wanhopig de vrijers die naar haar hand dongen van zich af te houden. Odysseus wist met zijn listen de vrijers te verslaan, hing twaalf overspelige dienstmaagden op, en leefde verder met zijn vrouw.
Aldus Homerus, de schrijver van de alom bekende Odyssee. En toen kwam Margaret Atwood, die de taak had het derde boek uit de serie De mythen te schrijven.
Twaalf gehangen dienstmaagden
~
Atwood koos voor een hervertelling van de mythe van Odysseus vanuit het perspectief van Penelope en de twaalf gehangen dienstmaagden. De
Odyssee is weliswaar de bekendste versie van het verhaal over Penelope en Odysseus, maar mythen waren oorspronkelijk verhalen die mondeling werden doorgegeven. Atwood putte daarom veel uit andere bronnen dan de
Odyssee, waardoor ze een verhaal neer kon zetten dat inderdaad een heel andere kant laat zien dan Homerus’ versie. Bij Atwood vertelt Penelope haar verhaal vanuit de onderwereld, met alle kennis die ze over haar leven bezit, zodat de ingetogen Penelope van Homerus is vervangen door een mondige vrouw die met rake streken haar leven weet neer te zetten.
Toen en nu
De hoofdstukken waarin Penelope aan het woord is worden afgewisseld door liederen en teksten van de twaalf gehangen dienstmaagden, wat doet denken aan het Oud-Griekse toneel, waarin een koor de scènes van elkaar scheidde. Aangezien veel zinnen rijmen, rijst wel de vraag in welke mate die liederen in de vertaling zijn aangepast. Ook de vele verwijzingen naar de Onderwereld versterken de mythische sfeer. Tegelijkertijd is het hier en nu sterk aanwezig: Atwood, die zelf behoorlijk feministisch is, geeft Penelope juist die trekken mee, waardoor haar personage niet overkomt als iemand van duizenden jaren oud. De toon van het boek is modern, en omdat Penelope zich al eeuwenlang in de Onderwereld bevindt, heeft ze de mogelijkheid om zich tot de lezer te richten met zinnen als:
Onlangs heb ik op een avond een kijkje genomen in uw wereld via de ogen van een medium dat in trance verkeerde. Haar klant wilde in contact komen met haar overleden vriendje om te vragen of ze hun flat moest verkopen, maar in plaats van hem kregen ze mij.
De mythe van Odysseus is nog wel in het verhaal herkenbaar, maar Penelope geeft zeker een hele andere kijk op deze mythe. Over de vraag of de mythe baat heeft bij een benadering vanuit hedendaagse perspectieven, valt echter te twisten.
Tussen de schouders van Atlas
Jeanette Winterson – Zwaarte
“Mythen en sagen van de Griekse wereld blijven hun aantrekkingskracht behouden, ook voor de moderne mens in een wereld van ruimtevaart”, schreef dr. S. Ramondt in het overzichtboek Mythen en sagen van de Griekse wereld. Ramondt probeerde hier vooral een tegenstelling aan te wijzen, maar in een hervertelling als Zwaarte. De mythe van Atlas en Herakles van Jeanette Winterson ontmoeten beide werelden elkaar juist. Zo vindt het doodgewaande ruimtehondje Laika een nieuwe plaats in de kosmos tussen de schouders van Atlas.
~
Zwaarte gaat over Atlas, de man die volgens sommige lezingen het hemelgewelf, maar volgens Wintersons lezing de kosmos, op zijn rug droeg. Samen met zijn broers, allemaal Titanen, probeerde Atlas de heerschappij van de jonge goden terug te veroveren door de Olympus te bestormen. Zeus bestrafte hem door hem voor eeuwig met de aarde te laten rondzeulen. Onderdeel van de hervertelling is de ontmoeting met Herakles, de held die belast is met de vloek van Hera en in opdracht van zijn zwakke neef Eurystes twaalf opdrachten uitvoert. Een daarvan is het plukken van drie gouden appels die zich in de tuin der Herspiraden, de dochters van Atlas, bevinden. Herakles neemt de last van Atlas een tijdje over, zodat deze laatste de gouden appels kan gaan plukken.
Zelfstandige helden
De hervertelling gaat verder dan een opsomming van gebeurtenissen, zoals je ze in overzichtswerken vindt. Winterson maakt van de figuren weliswaar wat karikaturale types – zo is Herakles een doldwaze held die vooral van vrouwen houdt – maar het interessante is dat ze Herakles en Atlas gedachten geeft, existentialistische gedachten zelfs. Herakles vraagt naar de zin van het leven en naar het ‘waarom’ van wat ze doen. Hoewel Atlas minder existentieel ingesteld is, spelen deze gedachten ook in zijn hoofd, getuige het verrassende einde. Deze gedachten en de manier waarop Winterson het verhaal vertelt, maken van de twee godenzonen personages, die niet alleen ter meerdere glorie van Zeus en Hera worden opgevoerd, maar die zelf een belangrijke rol spelen.
Lagen van verhalen
Dan is er ook de link met het heden, waarin het idee voor de hervertelling ontstond. Winterson schrijft dat ze meteen wist welk verhaal ze wilde vertellen. Hoewel niet helemaal duidelijk wordt waarom, wordt in een soort epiloog een ik-figuur opgevoerd die een grote fascinatie heeft voor de globe, die als een lamp op haar tafel staat. Het is de bol waarover ze reist, maar die ze ook met zich meedraagt, die deel van haar uitmaakt. Net zoals er onder het aardoppervlak verschillende lagen verborgen liggen die elk hun eigen verhaal vertellen, zijn onder haar huid gedachten en gevoelens verscholen die enkel door beroeringen opgewekt kunnen worden, als verborgen verhalen die ze opnieuw wil vertellen.
Karen Armstrong • Mythen: Een beknopte geschiedenis • Vertaald door: Karina van Santen en Martine Vosmaer • Uitgever: De Bezige Bij • Prijs: € 14,90 (gebonden) • 128 bladzijden • ISBN 9023418018.
Margaret Atwood • Penelope: De mythe van de vrouw van Odysseus • Vertaald door: Tjadine Stheeman • Uitgever: De Bezige Bij • Prijs: € 14,90 (gebonden) • 160 bladzijden • ISBN 9023418026
Jeanette Winterson • Zwaarte. De mythe van Atlas en Herakles • Vertaald door: Maarten Polman • Uitgever: De Bezige Bij • 112 bladzijden • Prijs: € 14,90 (gebonden) • ISBN 9023418034
Moeder en zoon in zware tijden
Actrice Josine Van Dalsum kreeg vorig jaar september te horen dat ze nog maar ongeveer een jaar te leven had: in haar hoofd zaten twee inoperabele tumoren. Haar droom was om nog een keer samen met haar zoon Aram van de Rest op het podium te staan. Bovendien wilde ze iets doen met de ingrijpende, maar voor veel mensen onbespreekbare ervaring die de ziekte kanker is. Met deze insteek stapte ze naar tekstschrijver Haye van der Heyden. Na enkele gesprekken schreef hij voor haar en Aram van de RestLeefTijd, een stuk over een moeder met terminale kanker en haar zoon.
Dat de voorstelling LeefTijd in het teken staat van kanker is niet te missen. Bij binnenkomst in het Compagnietheater staat in de hoek een stand van het Koningin Wilhelmina Fonds Kankerbestrijding. Aan de muren hangen tekeningen, schilderijen en foto’s die onderdeel zijn van de tentoonstelling Kanker in beeld. In interviews vertelde Van Dalsum ook volop over het verloop van haar ziekte en over de repetities van wat waarschijnlijk haar laatste voorstelling zou worden. Door deze openheid trok ze de aandacht van een Middelburgse ondernemer die een inzamelingsactie begon. Om het laatste gat in de financiën van de voorstelling te dichten, maar ook om het Emma Kinderziekenhuis te steunen in het gevecht tegen kanker bij kinderen. Een avond vol goede bedoelingen dus, maar levert dat ook een goede voorstelling op?
Inoperabele diamanten
~
Keerpunt
Ursul de Geer regisseert deze dialoog, waarin lange tijd de diepgang ontbreekt. De zoon spreekt de woorden boos uit en de moeder speelt onnozel en ontkennend. Maar dan komt het keerpunt. Moeder en zoon fantaseren dat ze door een helder beekje in Frankrijk lopen. Hij gaat een dam bouwen van stenen en zij zal op een grote steen zitten en zich nergens mee bemoeien. En aan dat denkbeeldige beekje ergens in het zuiden van Frankrijk komen de karakters in een flits van een seconde opeens dicht bij elkaar. Het spel wordt dieper. Moeder en zoon blijken nog een laag te hebben, een diepere laag waarop woede en onbegrip wegvallen. De karakters praten met elkaar en de emoties en gebaren worden voelbaar en zichtbaar.
Dat is het moment waarop de karakters veranderen in Josine van Dalsum en haar zoon Aram van de Rest. Het is aandoenlijk om te zien hoe de grote stoere zoon zijn kleine bijna breekbare moeder in zijn armen neemt en haar een kus op haar voorhoofd geeft. Een moment dat zo echt is dat je een brok in je keel krijgt.
Wit licht
Wanneer achter het toneel een deur opengaat en in een wit licht twee witte gordijnen gloren, is het de zoon die richting het licht loopt. De moeder blijft roerloos op haar stoel zitten. Zou zij dan haar ziekte en haar zoon hebben overleefd? Haar tranen aan het einde zijn echt. En dan is het donker. Wanneer het licht weer aangaat veegt ze met een ferme beweging de tranen van haar wang en slikt. Het is tijd om het applaus in ontvangst te nemen.
Een paar maanden voor de eerste opvoering van het stuk werd Van Dalsum schoon verklaard: een nieuwe bestralingstechniek uit de VS heeft ervoor gezorgd dat de schijnbaar ongeneeslijke tumoren toch zijn geslonken. Misschien is dat goede nieuws de reden dat het Josine van Dalsum en haar zoon niet meteen lukt diepgang en emotie in het stuk te brengen. Ondanks dat komt de thematiek over: twee mensen die dichter bij elkaar komen te staan in het aangezicht van het einde. Het verhaal van Van Dalsum raakt je zonder meteen een tranentrekker te worden.
Tussen 2 en 5 november wordt LeefTijd vier keer extra uitgevoerd in het Compagnietheater. Kijk voor meer informatie op de website van de voorstelling
.
LeefTijd (Josine van Dalsum en Aram van de Rest)
Artiest: Josine van Dalsum en Aram van de RestGezien op dinsdag 18 oktober 2005 in Het Compagnietheater, Amsterdam
Misschien ook iets voor u
De man met het slechte hart
In Filmmuseum Vondelpark te Amsterdam en Plaza Futura te Eindhoven is van 27 oktober t/m 16 november een retrospectief te zien van de Franse regisseuse Claire Denis. Dit in verband met de Nederlandse première van haar laatste film L’Intrus. De film, gebaseerd op de gelijknamige roman van Jean-Luc Nancy, werd vorig jaar genomineerd voor een Gouden Leeuw op het Filmfestival van Venetië.
Geheimzinnig
~
Vragen
~
Intrigerend
Omdat het verhaal zich in verschillende landen afspeelt, zie je de meest uiteenlopende landschappen en vergezichten voorbijkomen. Van uitgestrekte sneeuwvlaktes in het Jura-gebergte tot het strand van Tahiti aan de Stille Oceaan. Doordat op laatstgenoemde locatie ook gefilmd is tijdens slechte weersomstandigheden (storm en naderend onweer), lijkt het in weinig op het Bounty-eiland zoals we het kennen. Het is nu eerder verworden tot een plek des onheils, wat het unheimische karakter van de film alleen maar versterkt. Ook het dreigende muziekje dat in een loop door de hele film gaat, wakkert de onrust flink aan. Zelfs wanneer na 130 minuten de aftiteling verschijnt, zit je in spanning te wachten op wat nog komen gaat. Veel mensen zullen L’Intrus misschien bestempelen als vaag. Ik kies voor intrigerend.
L'Intrus
Regie: Claire DenisJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Inhoudsloos pakje papier
Eind 2003 verscheen Maansverduistering van radiomaker Erick Overveen, een roman over een wannabe-diskjockey die ‘de laatste deejay’ wil worden. In zijn ogen is radio ten prooi gevallen aan commercie en aan zielloze platencomputers: de echte ‘platenruiter’ is bijna uitgestorven. Het boek veroorzaakte een kortstondige rel in radioland vanwege het pamflettistische karakter, en her en der heet het nu een cultboek. Maar dat is een schromelijk overdreven betiteling voor een vrij inhoudsloos pakje papier.
Maansverduistering is het verhaal van David, die denkt dat hij een hippe deejay is die het helemaal gaat maken in Amsterdam. Hij gaat in de zomer van 1992 op kamers in Amsterdam en daar begint een rommelig verhaal over het meisje India dat zijn muze moet zijn. Het is liefde op het eerste gezicht, maar alleen van zijn kant, want India ziet hem niet staan. Wanneer hij haar dagboek in zijn bezit krijgt en leest over Jericho, een underground-deejay die vanuit verlaten metrotunnels een zender beheert, trekt hij de stoute schoenen aan: als hij deejay wil worden moet hij toch ergens beginnen.
Brij
~
David de deejay heeft talent, vindt hij. Maar niemand ziet dat. Het wrange is nu dat de lezer dat ook niet ziet. Hoeveel superlatieven David zichzelf ook opplakt, hij blijft een kneus die nergens in slaagt. Hij kan de lezer er niet van overtuigen dat hij werkelijk een talentvolle deejay is. Dat komt mede doordat dit een boek is dat alleen toegankelijk is voor mensen die niet weinig van popmuziek weten. Die een hele popencyclopedie uit hun hoofd kennen en daar bijzonder trots op zijn. Kijk maar:
Stel je voor dat je geen van de genoemde nummers kent. Wat blijft er dan nog over? Overveen laat het zijn alter ego David zelf zeggen:
David slaat de spijker op zijn kop. Want banaal en pretentieus is Maansverduistering zeker. Geweldig grote woorden moeten omschrijven welk een geweldig grote verandering David doormaakt, maar zijn taalgebruik lijkt op het egocentrische geneuzel van een gedrogeerde hippie: een ‘zware progressie doormaken’ en je ‘naar een kant ontwikkelen’ klinkt meer als uitgekauwde zelfhulp dan als een trefzekere en goed gevonden omschrijving. Zelfs woordjes als ‘echt’ en ‘heel’ schuwt Overveen niet: de zwakste woorden die er zijn om iets overtuigend te maken: ‘Heel beklemmend’.
Het lijkt erop dat Maansverduistering geen enkele redactie heeft gehad, want zodra je het boek open doet vallen de taalfouten eruit. Het wordt bijna vermakelijk wanneer je ‘schrijdde’ tegenkomt, een ‘grill van de beurs’, ‘bezitte’ en ‘God mocht verhoeden wat’ (hij bedoelt: Joost mocht weten wat). Zelfs songtitels en namen van regisseurs (‘Quintin Tarantino’) zijn niet veilig.
Zogenaamd pittig
Maansverduistering is een brij, een soep waarin je talloze vieze en lelijke zinnen tegenkomt. Gekruid is het boek wel, met enkele passages waarin harde porno bedreven wordt en wat zogenaamd pittige opmerkingen over Hitler, homo’s, aids en meer van dat soort controversiële onderwerpen, maar de specerijen hebben hun kracht tijdens het koken reeds lang verloren. Wat overblijft is een reeks gebeurtenissen waartussen het enige verband is dat ze na elkaar op de bladzijden staan.
Het boek schijnt een cultstatus te hebben. Dat kan, zoals ook sommige slechte artiesten dankzij een select gezelschap aan ‘liefhebbers’ op cynische successen kunnen rekenen. Als je met een vork op tafel trommelt maak je al muziek. Voor het schrijven van een boek zul je echter wat meer kwaliteiten in huis moeten hebben.
Prijs: 17.95
Bladzijden: 285
ISBN: 90 77490 03 5
Misschien ook iets voor u
Waardige verfilming zonder risico’s
Oliver Twist, het wereldberoemde verhaal van Charles Dickens over de weesjongen die opgenomen wordt door een bende van straatrovers, is niet de eerste literaire klassieker waar Roman Polanski zich in zijn lange carrière als regisseur aan waagde. Hij maakte eerder verfilmingen van onder andere Ira Levins Rosemary’s Baby en Shakespeares Macbeth. Polanski kiest uit het literaire werk de personages en decors die hij nodig heeft, en probeert met die elementen de sfeer uit het boek te evenaren, of soms zelfs te overtreffen.
~
Adembenemd
~
Keuze
Met deze verfilming wijkt de regisseur op veel punten af van het oorspronkelijke verhaal; het zal liefhebbers van het boek ongetwijfeld opvallen dat vele kleurrijke personages en zelfs volledige verhaallijnen in de film niet terugkomen. Polanski heeft behoorlijk gesneden in de originele tekst. Maar de keuze hiervoor wordt goedgemaakt door de werkelijk formidabele wijze waarop de passages die Polanski koos tot leven worden gewekt. Bovendien hebben de geweldige Dickensiaanse karakters die wèl terugkomen op deze manier alle ruimte om maximaal tot hun recht te komen. Dankzij de prachtige atmosfeer en de bijzonder overtuigende personages blijft een waardige verfilming van Dickens’ meesterwerk over.
Oliver Twist
Regie: Roman PolanskiJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
De aanstaande bijbel van de Britse cinema?
Hier in Nederland weten we niet zo veel van de Britse cinema, laat staan de geschiedenis ervan. De meesten van ons zullen niet veel verder komen dan acteurs als Hugh Grant of Kate Winslet en films als Trainspotting of de James Bond cyclus. Mensen die een ietwat verhoogde interesse in films hebben, komen misschien nog aan met Ken Loach of Stephen Frears maar dan houdt het wel ongeveer op met onze kennis van de films van onze westerburen. Deze leemte laat zich gemakkelijk opvullen met Alexander Walkers onlangs opnieuw uitgebrachte driedelige geschiedenis van de moderne Britse filmindustrie.
Alexander Walker was een beroemde filmcriticus die vanaf 1960 tot aan zijn dood in 2003 voor de Londense Evening Standard schreef. Walker is tijdens de British Press Awards driemaal tot ‘criticus van het jaar’ verkozen, zat in veel filmjury’s (Cannes, Berlijn) en heeft talloze recensies, kritieken, essays en boeken over cinema geschreven. Hij kan met recht een autoriteit op het gebied van de Britse cinema genoemd worden.
Woelig decennium
~
Monthy Python
Het tweede deel uit deze trilogie, National Heroes: British Cinema in the Seventees and Eighties, laat op eenzelfde wijze de ontwikkelingen in de Britse filmindustrie van de jaren zeventig en tachtig zien. Hierin komen onder meer de opkomst van Monthy Python, de groeiende rol van de televisie en de Oscarzege van Chariots of Fire in 1982 aan bod. Opnieuw toont Walker ons de grootste sterren, belangrijkste films en ontwikkelingen bij de grote studio’s. En, net zoals in Hollywood England, heeft hij ook voldoende aandacht voor minder grote namen; niet alleen Sean Connery maar ook de rol van iemand als Ken Russell wordt beschreven. Ook beschrijft Walker de ongunstige fiscale omstandigheden in die jaren en hoe dit veel regisseurs, acteurs en producenten naar het buitenland dreef.
Opleving
~
Vleugje humor
De eerste indruk die de drie werken achterlaten, is saaiheid. Het grootste deel van de boeken bestaat uit lange lappen tekst zonder tussenkopjes, opsommingen, witregels. Hierbij komt nog dat er in het boek bijna geen afbeeldingen staan, iets dat je bij een filmboek zelden ziet. Slechts in het midden vinden we steeds een paar pagina’s met wat schamele plaatjes. Maar als je met de boeken bezig bent, is er van onleesbaarheid geen sprake. Walkers goed gedocumenteerde teksten zijn een stuk appetijtelijker dan de vorm doet vermoeden. Walker schrijft mooi; echt Brits met prettige volzinnen en hier en daar een vleugje humor. Ook inhoudelijk verdient Walker een pluim, zijn boeken zijn erg compleet. Niet alleen het handjevol voor ons bekende films wordt behandeld, ook de minder bekende films en acteurs komen zogezegd aan bod. In veel beschrijvingen van de ontwikkeling van een bepaald genre of land gaat de aandacht voornamelijk uit naar regisseurs, maar Walker laat ook heel duidelijk de rollen van verschillende producenten, schrijvers, componisten en anderen zien.
Twijfel
Al met al geeft Walker een goed geschreven, compleet beeld van de ontwikkeling van de Britse cinema in de laatste vijftig jaar. Nou ja, Britse cinema, als we Walkers verhaal goed lezen, merken we dat hij zelf erg kritisch is over de Britse filmindustrie. Bestaat deze wel? Wat blijft hier van over wanneer we de buitenlandse investeringen weghalen? Zijn er echt zo weinig kenmerkende eigenschappen? Misschien is dat wel de kern van Walkers boeken: de twijfel of de Britse filmindustrie eigenlijk wel echt bestaat. Maar of deze deprimerende visie nou klopt of niet, Walker geeft in zijn boeken een schat aan informatie, vooral voor degenen die iets minder bekend zijn met de Britse filmindustrie. Dit zou wel eens kunnen uitgroeien tot de bijbel van de Britse cinema.
Alexander Walker • Hollywood England: The British Film Industry in the Sixties • Uitgever: Orion Publishing Group (import: Van Ditmar) • 493 bladzijden • Prijs: € 20.50 (paperback) • ISBN: 0752857061
Alexander Walker • National Heroes: British Cinema in the Seventies and Eighties • Orion Publishing Group (import: Van Ditmar) • 296 bladzijden • prijs: € 20.50 (paperback) • ISBN: 075285707x
Alexander Walker • Icons in the Fire: The Rise and Fall of Practically Everyone in the British Film Industry 1984-2000 • Orion Publishing Group (import: Van Ditmar) • 328 bladzijden • prijs: € 20.50 (paperback) • ISBN: 075286484x
Misschien ook iets voor u
Fargo voor beginners
.
~
Fargo deel twee?
Een afgelegen dorpje in een ijzig wit sneeuwlandschap, inktzwarte humor, een man met idioot plan om veel geld te krijgen, twee incompetente criminelen en een ontvoerde echtgenote… waar kennen we dat van? Het klinkt allemaal wel erg als Fargo, de weergaloze film uit 1996 van de gebroeders Coen. Dat is geen probleem als je Fargo nog niet eerder hebt gezien, maar als je wel bekend bent met de Coen-brothers film dan is The Big White een stuk minder vermakelijk. Je ontkomt er namelijk niet aan te vergelijken en dan wint Fargo glansrijk op de punten originaliteit, zwarte humor en geschifte karakters.
Sterke cast
~
IJzig vermaak
Behalve de sterke cast zit The Big White ook vol met subtiele en wat minder subtiele grappen, en heeft de film een lekkere soundtrack met een aantal goede nummers van Eels. Alhoewel Fargo in dit genre sterker is, blijft The Big White een leuke film voor zowel liefhebbers van inktzwarte komedies als voor fans van Robin Williams en Holly Hunter. Doe een dikke sjaal om en bereid je voor op wat ijzig wit vermaak met een paar grote zwarte vlekken.
The Big White
Regie: Mark MylodJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Religie en seksualiteit zonder hoogtepunt
In 2001 brak regisseuse Lucrecia Martel door met haar film La Ciénaga (Het Moeras). Daarin schetst ze het dagelijks leven van twee families in Argentinië, die ieder op hun eigen manier ongelukkig zijn. Er heerst grote futloosheid, en de spanning tussen de twee families blijft stijgen tot de film dramatisch eindigt.
~
~
Fragmentarisch geheel
La Niña Santa is een interessante dramafilm die op een duidelijke manier afrekent met de katholieke hypocrisie, maar die nergens echt aantrekkelijk wil worden. De film heeft wel mooie scènes, maar de verhaallijn is wat wankel. Er wordt namelijk teveel met details gewerkt, waardoor het verhaal als geheel niet goed wordt belicht. Je valt midden in een verhaal en het wordt maar niet duidelijk waar je je precies bevindt. Dit komt doordat er veelvuldig gebruik wordt gemaakt van close-ups en je nooit een goed overzicht krijgt: geen overzicht van plaats, maar ook geen overzicht van tijd. Van het hotel zie je alleen fragmenten van kamers waardoor je je geen beeld kunt vormen van het gehele hotel, en ook van het dorpje krijg je maar één straat te zien. Hoe lang de medische conventie duurt en wat er wordt besproken weet je ook niet. Dat zorgt ervoor dat je blijft uitkijken naar een hoogtepunt, dat maar niet komt.
La Niña Santa
Regie: Lucrecia MartelJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
De kunst van de minifilm
/ 0 Reactiesdoor: Jenny Hoogeboom0 SterrenEen lage stem, opbouwende muziek, de beste beelden uit de film. Je zou het misschien niet zeggen, maar vandaag de dag zijn filmtrailers big business. Niet alleen zijn filmstudio’s bereid grof geld te betalen voor een goede trailer, de macht van de filmpreview is inmiddels zo groot dat hij een film kan maken of breken. Het is een wereld op zich, compleet met eigen prijzen en sterren. Welkom in de verborgen wereld van de filmtrailer.
Ze zijn bijna niet meer weg te denken van het witte doek, maar toch wordt hun macht nog vaak onderschat. Wie zou immers zeggen dat achter die leuke voorfilmpjes in de bios een miljoenenbusiness schuilt die steeds vaker het succes van een film bepaalt? Een filmtrailer is immers het visitekaartje van een nieuwe release. De preview moet het publiek lekker maken. Lukt dat niet, dan gaat niemand naar de film. En dat betekent een flop. Inmiddels heeft de filmwereld ook wel door dat een trailer meer is dan een reclamespot of informatieve impressie van een uiteindelijk product, en zijn er zelfs de Golden Trailer Awards die sinds zes jaar in Los Angeles worden uitgereikt. Want vergeet niet: een trailer mag dan wel van groot commercieel belang zijn, bovenal is het een kunst. Een kunst waarbij in twee minuten een publiek zo enthousiast, geboeid of zelfs geroerd moet raken dat hij nog maar een ding wil: die film in zijn geheel zien!
Minifilm
~
Hypes
Vaak zijn het die teaser trailers die het meest bijdragen aan hypes rondom een film. Uiteraard spelen aandacht van de pers en promotiecampagnes ook een grote rol, maar met een goede teaser ben je al een heel eind. Een teaser wordt namelijk vaak al ver voor de première van een film uitgegeven, om het publiek klaar te stomen en op te hitsen. Een zeer extreem voorbeeld is de teaser trailer van The Da Vinci Code. Deze werd ruim een jaar van tevoren online gezet, toen er zelfs nog geen scène van de eigenlijke film, die in mei 2006 in de bios verschijnt, was opgenomen…
Fanbase
~
Parodie
Door de jaren heen is er een soort succesformule in de trailerwereld ontstaan. Zo doet “In a world…” het nog altijd erg goed. Dit soort zinnen worden inmiddels zo veel gebruikt, dat sommige trailers bijna karikaturen van zichzelf zijn, mede dankzij het diepe stemgeluid van voice-overartiesten als Don LaFontaine en Hal Douglas. Uiteraard zijn er ook trailers die zich juist afzetten tegen de doorsnee trailers en deze compleet belachelijk maken. Leuk voorbeeld daarvan is de trailer van de documentaire Comedian. Hierin zien we Hal Douglas in actie die alle vaakgebruikte traileruitspraken op een hoop gooit, met een hilarisch resultaat. Een ander, meer recent, voorbeeld is de internettrailer van The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy. Mocht het je nog niet helemaal duidelijk waar ik het nou de hele tijd over heb, bekijk deze dan even. Het liftershandboek geeft hierin de definitie van een filmtrailer, terwijl de trailer zelf alle aanwijzingen braaf opvolgt. Gewaagd, grappig en precies in de stijl van de film. Briljant!
Favorieten
Zoals gezegd spelen, net als in een ‘echte film’, ook bij trailers beeld, muziek en timing een belangrijke rol. Twee voorbeelden van mijn persoonlijke favorieten, die me zonder moeite elke keer weer enthousiast maken:
~
Six Feet Under: Een hele mooie, bijzondere trailer, zeker als je bedenkt dat het hier gaat om het vijfde seizoen van een televisieserie. Niet vaak wordt er zo veel werk van gemaakt om een serie te promoten. De muziek in combinatie met de beelden maakt deze trailer bijna ontroerend, zelfs als je de personages uit de serie niet kent. Een hele prestatie.
Wil je trouwens meer trailers zien? Kijk dan op verzamelsites als Apple.com (actueel) of Yahoo! Movies (goed archief) of bezoek officiële filmsites. Hoor je goede muziek in een trailer en weet je niet precies wat het is? Zoek het op SoundtrackNet.com.
Misschien ook iets voor u
Next big thing?
De voorgaande twee EP’s – Go faster, Daddy en Igor is the Pilot – van het Utrecht/Amsterdamse Sally Skunk hebben het in het clubcircuit behoorlijk goed gedaan. De debuut-CD Love is Boring – een titel die wijst op hartzeer – is dan een logisch vervolg. Zanger/gitarist Dries Twijnstra schreef de dertien nummers inderdaad in de periode nadat zijn vriendin de relatie had verbroken. Het levert een fraai album op, vol dwarse en melancholische pop/rock. Wat mij betreft het bewijs voor de stelling dat creatieve zielen gebaat zijn bij ellende. Alles wijst erop dat de felbegeerde nationale doorbraak niet lang meer zal uitblijven. Zo waren ze afgelopen maand al te gast bij zowel de nationale als de Utrechtse variant van VPRO’s Club3voor12 en lijken ook onze Zuiderburen voor de bijl te gaan.
Het succesverhaal van Sally Skunk begint zes jaar geleden, als ze met hun ‘powerpop’ de vijfde plaats behalen in de finale van de Popslag van Radio 3. Het levert ze onder andere een plek op in het voorprogramma van het Rotterdamse Handsome 3some – de band die drie jaar geleden in het nieuws kwam toen bassist Matteo Kranenburg de overstap maakte naar Kane – en Dyzack. In 2000 gaat Sally Skunk tijdens de Pythische Spelen in Enschede – het grootste culturele studentenfestival van dit land – aan de haal met de gouden plak in de categorie Popmuziek en inmiddels prijkt ook de Kunstbende op de erelijst. Voor de collegae van Oor reden om te spreken van ‘één van de best bewaarde popgeheimen van het land’. Met het debuut Love is Boring zou die anonimiteit wel eens verleden tijd kunnen zijn. Het album is uitgebracht in eigen beheer en wordt gedistribueerd door het onafhankelijke label Pink Records uit Drachten, dat zich heeft gespecialiseerd in het soort Nederlandstalige muziek waar wij van 8WEEKLY niks van moeten hebben. Sommige wegen zijn ondoorgrondelijk.
Typisch Excelsior
De springerige jonge-honden-‘powerpop’- van Sally Skunk schurkt af en toe opvallend dicht tegen de dwarse Belgenpop van, zeg, dEUS en Das Pop aan, maar heeft ook veel te danken aan de Beatles-composities van Paul McCartney. De melancholische ondertoon kennen we van Nederlandse Excelsior-bandjes als Daryll-Ann en Scram C Baby. Daarmee zitten ze ongeveer in dezelfde hoek als het hippe doch ietwat brave LPG, dat in tegenstelling tot Sally Skunk al wel is gecontracteerd door Excelsior. Toch heeft Sally Skunk wat ons betreft de beste papieren. Op Love is Boring worden up-tempo rockers als Cheer-up song, Just Fine en het Queens of the Stone Age-achtige 1-4-5 afgewisseld met het postrock magnum opus Blue Time en een pianoballade als High Five. Helaas vinden we ook ‘kleine’ niemendalletjes, zoals Touching ground, Envelope en Ordinary recipe. Het tekent de grilligheid van de drie jonge knapen. Volgende keer graag beperken tot datgene waar je goed in bent – de ‘Belgische’ up-tempo rockers en psychedelica -, en we zien een grote toekomst in het verschiet. Deze jongens komen er wel!
Sally Skunk
Album: Love is BoringMisschien ook iets voor u
De mythen: Karen Armstrong – Mythen // Margaret Atwood – Penelope // Jeanette Winterson – Zwaarte
Afgelopen week werd op de Frankfurter Buchmesse de nieuwe, internationale serie De mythen gepresenteerd. In dit project geven verschillende internationaal erkende schrijvers hun eigen versie van een bekende mythe. Deze week verschenen de eerste drie delen – geschreven door Karen Armstrong, Margaret Atwood en Jeanette Winterson – simultaan in vijfentwintig landen.
Karen Armstrong staat bekend om haar goedverkopende geschiedenissen over religieuze fenomenen. Ze verlaat de vertrouwde paden niet en schrijft dit keer een beknopte geschiedenis van de mythen. Margaret Atwoord hervertelt het verhaal van de terugkeer van Odysseus vanuit het perspectief van zijn vrouw Penelope, die haar dagen in de onderwereld slijt. Jeanette Winterson biedt een modern perspectief op de mythe over Atlas, die op zijn rug de kosmos met zich mee torst.
Het verschijnsel mythen
Karen Armstrong – Mythen
~
Iets zeggen over de zielenroerselen van mensen die in voorbije tijden leefden is een hachelijke zaak, zelfs als we schriftelijke bronnen hebben. Over de prehistorie spreken we helemaal met vele slagen om de arm. Niet Armstrong. Die weet zelfs wat er omging in het hoofd van de paleolithische mens (‘de paleolithische mens had de jacht beschouwd als een heilige handeling’).
Dat komt, omdat zij de bijzonder schaarse resten die uit het verleden tot ons zijn gekomen niet op hun intrinsieke waarde beoordeelt, maar inpast in haar eigen religieuze gedachtegoed – of wat daarvoor door moet gaan. Zo zijn prehistorische grotten bij haar ‘kathedralen’, waar ‘pelgrims’ op afkwamen. In de serieuze archeologie is daar geen enkel bewijs voor, maar ja, dat is dan ook echte wetenschap en daar heeft Armstrong geen kaas van gegeten.
Hemeltergend
De redeneringen die Armstrong aan haar gammele kennis ophangt rammelen geweldig. Iedere pagina bevat minimaal één, en vaker meerdere enormiteiten. Je kunt wel aan de gang blijven. Zo schrijft ze ergens dat mythen over hemelreizen uit het begin van de menselijke geschiedenis stammen. Vervolgens stelt ze met veel ongefundeerde aplomb:
Geen idee wat dat is, ‘boven’ de menselijke staat, maar wat we bijvoorbeeld wel zeker weten, is dat de vroege mens waar Armstrong op doelt geen centrale verwarming had. Om daaruit dan weer de conclusie te trekken dat ‘ons wezenlijk verlangen’ naar een tochtige hut uitgaat, is waarschijnlijk toch net even een stap te ver.
En zo blundert ze maar door, van de ene naar de andere misser. Boeken die ze aanhaalt heeft ze niet gelezen. Wat ze over Luther beweert is te idioot voor zelfs maar een parafrase. De zeer bijgelovige, we zouden haast zeggen mystieke, Newton wordt bij haar een toonbeeld van rationaliteit. Ze denkt dat het politieke compromis dat de Drievuldigheid opleverde, met een vooropgezette mystieke bedoeling is bedacht. Het is hemeltergend, zoveel moedwillige stompzinnigheid.
De basis voor haar al te stellige beweringen blijft flinterdun. Hier en daar een verwijzing naar een boek, maar meest baseert zij zich op ‘wijzen’ (sic!) die dingen ‘beweren’, en ‘geleerden’ die op hun beurt weer iets ‘menen’, en anders denkt ‘men’ wel iets, of hebben we ‘aanwijzingen’. Zonder dat duidelijk wordt wie die ‘wijzen’ en ‘geleerden’ en ‘men’ dan wel zijn, en wat de waarde van die ‘aanwijzingen’ is. Slordig taalgebruik (‘een psychotische zenuwinstorting’ – dit uiteraard in tegenstelling tot een psychotische beenbreuk) maakt de ellende compleet. Conclusie: dit boek is alleen geschikt als onderzetter.
‘Tot hij terugkeerde naar zijn vrouw Penelope’
Margaret Atwood – Penelope
Tien jaar lang bevocht de listige Odysseus de Trojanen, tot de stad door zijn Houten Paard verslagen werd. Tien jaren spendeerde Odysseus aan zijn thuisreis, jaren waarin hij monsters versloeg en met godinnen sliep, tot hij terugkeerde naar zijn vrouw Penelope, die al die jaren op hem had gewacht. Penelope probeerde ondertussen wanhopig de vrijers die naar haar hand dongen van zich af te houden. Odysseus wist met zijn listen de vrijers te verslaan, hing twaalf overspelige dienstmaagden op, en leefde verder met zijn vrouw.
Aldus Homerus, de schrijver van de alom bekende Odyssee. En toen kwam Margaret Atwood, die de taak had het derde boek uit de serie De mythen te schrijven.
Twaalf gehangen dienstmaagden
~
Toen en nu
De hoofdstukken waarin Penelope aan het woord is worden afgewisseld door liederen en teksten van de twaalf gehangen dienstmaagden, wat doet denken aan het Oud-Griekse toneel, waarin een koor de scènes van elkaar scheidde. Aangezien veel zinnen rijmen, rijst wel de vraag in welke mate die liederen in de vertaling zijn aangepast. Ook de vele verwijzingen naar de Onderwereld versterken de mythische sfeer. Tegelijkertijd is het hier en nu sterk aanwezig: Atwood, die zelf behoorlijk feministisch is, geeft Penelope juist die trekken mee, waardoor haar personage niet overkomt als iemand van duizenden jaren oud. De toon van het boek is modern, en omdat Penelope zich al eeuwenlang in de Onderwereld bevindt, heeft ze de mogelijkheid om zich tot de lezer te richten met zinnen als:
De mythe van Odysseus is nog wel in het verhaal herkenbaar, maar Penelope geeft zeker een hele andere kijk op deze mythe. Over de vraag of de mythe baat heeft bij een benadering vanuit hedendaagse perspectieven, valt echter te twisten.
Tussen de schouders van Atlas
Jeanette Winterson – Zwaarte
“Mythen en sagen van de Griekse wereld blijven hun aantrekkingskracht behouden, ook voor de moderne mens in een wereld van ruimtevaart”, schreef dr. S. Ramondt in het overzichtboek Mythen en sagen van de Griekse wereld. Ramondt probeerde hier vooral een tegenstelling aan te wijzen, maar in een hervertelling als Zwaarte. De mythe van Atlas en Herakles van Jeanette Winterson ontmoeten beide werelden elkaar juist. Zo vindt het doodgewaande ruimtehondje Laika een nieuwe plaats in de kosmos tussen de schouders van Atlas.
~
Zelfstandige helden
De hervertelling gaat verder dan een opsomming van gebeurtenissen, zoals je ze in overzichtswerken vindt. Winterson maakt van de figuren weliswaar wat karikaturale types – zo is Herakles een doldwaze held die vooral van vrouwen houdt – maar het interessante is dat ze Herakles en Atlas gedachten geeft, existentialistische gedachten zelfs. Herakles vraagt naar de zin van het leven en naar het ‘waarom’ van wat ze doen. Hoewel Atlas minder existentieel ingesteld is, spelen deze gedachten ook in zijn hoofd, getuige het verrassende einde. Deze gedachten en de manier waarop Winterson het verhaal vertelt, maken van de twee godenzonen personages, die niet alleen ter meerdere glorie van Zeus en Hera worden opgevoerd, maar die zelf een belangrijke rol spelen.
Lagen van verhalen
Dan is er ook de link met het heden, waarin het idee voor de hervertelling ontstond. Winterson schrijft dat ze meteen wist welk verhaal ze wilde vertellen. Hoewel niet helemaal duidelijk wordt waarom, wordt in een soort epiloog een ik-figuur opgevoerd die een grote fascinatie heeft voor de globe, die als een lamp op haar tafel staat. Het is de bol waarover ze reist, maar die ze ook met zich meedraagt, die deel van haar uitmaakt. Net zoals er onder het aardoppervlak verschillende lagen verborgen liggen die elk hun eigen verhaal vertellen, zijn onder haar huid gedachten en gevoelens verscholen die enkel door beroeringen opgewekt kunnen worden, als verborgen verhalen die ze opnieuw wil vertellen.
Karen Armstrong • Mythen: Een beknopte geschiedenis • Vertaald door: Karina van Santen en Martine Vosmaer • Uitgever: De Bezige Bij • Prijs: € 14,90 (gebonden) • 128 bladzijden • ISBN 9023418018.
Margaret Atwood • Penelope: De mythe van de vrouw van Odysseus • Vertaald door: Tjadine Stheeman • Uitgever: De Bezige Bij • Prijs: € 14,90 (gebonden) • 160 bladzijden • ISBN 9023418026
Jeanette Winterson • Zwaarte. De mythe van Atlas en Herakles • Vertaald door: Maarten Polman • Uitgever: De Bezige Bij • 112 bladzijden • Prijs: € 14,90 (gebonden) • ISBN 9023418034
Misschien ook iets voor u