Kunst / Expo binnenland

Op zoek naar de religieuze ervaring in hedendaagse kunst

recensie: Een sprong in het onbekende - Z33, Huis voor Actuele Kunst, Design en Architectuur, Hasselt
Z33 Voorjaar 2024Selma Gurbuz

Door een ruimte met donkere wanden, een hoog plafond en spaarzame belichting galmt klassieke muziek. De ruimte is groots opgezet, maar doet toch intiem aan. Zou het hier om een kerk gaan?

Integendeel! Het betreft de tentoonstelling Een sprong in het onbekende in Z33, Huis voor Actuele Kunst, Design en Architectuur in het Vlaamse Hasselt. De Engelstalige naam van de tentoonstelling is Leaps of Faith, een uitdrukking die wijst op handelingen die niet vanuit ratio, maar vanuit gevoel worden verricht. Een sprong in een onbekende draait om de verhouding tussen het geloof en de kunst, die allebei een beroep doen op het onbevattelijke en bovenzintuiglijke. Curator Tim Roerig heeft de in 2020 geopende, door Francesca Torzo ontworpen ruimtes van Z33 gevuld met een veelzijdige reeks kunstwerken van diverse kunstenaars. Welke elementen van dit brede en complexe thema lichten deze kunstenaars uit?

De moderne processie

Z33 Voorjaar 2024

Installatiezicht van Een sprong in het onbekende in Z33, Hasselt. Paul Thek, L-Column, 1965-66. Collectie Museum Voorlinden, Wassenaar. Foto: Selma Gurbuz.

Een van de kunstenaars van wie er in Hasselt werk te zien is, is de Amerikaanse kunstenaar Paul Thek (1933-1988). Thek bezocht samen met zijn partner, fotograaf Peter Hujar (1934-1987), in de jaren 60 de catacomben van de Kapucijnen in Palermo. Het inspireerde Thek tot het maken van zijn serie Meat Pieces. In Hasselt is bijvoorbeeld zijn L-Column te zien: een L-vormige structuur van plexiglas en metaal, waarin een stuk vlees gevangen is, dat zo uit een lichaam gerukt lijkt. Het creëert een macaber, maar ook mooi effect. Een treffende foto van een lijk uit de Siciliaanse catacomben, gemaakt door Hujar, hangt in dezelfde ruimte en vormt hier een passende aanvulling.

Halverwege de tentoonstelling is een opname te zien van The Modern Procession, een performance opgevoerd door Francis Alÿs (1959) in New York in 2002. Voor The Modern Procession liet Alÿs replica’s van iconische kunstwerken uit de collectie van het Museum of Modern Art, zoals van Duchamp, Giacometti en Picasso, in een processie meevoeren van Manhattan naar Brooklyn. In de video is te zien hoe in de processie een fanfare speelt, rozenblaadjes worden rondgestrooid en vuurwerk afgaat. The Modern Procession roept zo veel vragen op omtrent de kunst als een vorm van wereldlijke heiligenverering.

De laatste zaal van de tentoonstelling combineert verschillende werken van de Zuid-Afrikaanse kunstenaar Igshaan Adams (1982). Zo is de vloer bedekt met kleurrijke, ietwat versleten linoleumvloeren uit een buitenwijk van Kaapstad. Dit werk, When Dust Settles, roept zowel een gevoel van thuiszijn als van strijd en vergankelijkheid op. Sterverligte paadjie huis toe bestaat uit twee wandkleden met een witte streep erdoorheen, die wijst op de olifantenpaadjes die de gesegregeerde buurten van Kaapstad met elkaar verbinden. Voor Adams, zelf een queer en religieus persoon van kleur, wijzen deze op de mogelijkheid om je eigen weg te banen en deze vrij te maken voor anderen.

Z33 Voorjaar 2024

Installatiezicht van Een sprong in het onbekende in Z33, Hasselt. Igshaan Adams, Sterverligte paadjie huis toe, 2023. Met dank aan de kunstenaar, Thomas Dane Gallery en blank projects. Foto: Selma Gurbuz.

Uitzicht over een begijnhof

In deze laatste zaal biedt een groot raam uitzicht op een begijnhof, met een ruïne van de begijnhofkerk in het midden. Het is een toepasselijke conclusie voor een tentoonstelling over de verhouding tussen religie en hedendaagse kunst. Of de tentoonstelling inhoudelijk ook recht doet aan de breedte van dit thema, is maar de vraag: de gekozen werken verhouden zich overwegend tot het christendom, en bijvoorbeeld de verhouding tussen kunst en de islam blijft in Z33 grotendeels buiten beschouwing. Toch zullen de in Hasselt getoonde kunstwerken weinig bezoekers onberoerd laten. Ze komen goed tot hun recht in de ruimtes van het prachtige gebouw van Z33. Zo maakt Een sprong in het onbekende duidelijk dat in de hedendaagse kunst nog steeds iets religieus verscholen ligt.

Film / Serie

Een mysterie vol misleiding

recensie: Fool Me Once - Danny Brocklehurst
Fool Me OnceVishal Sharma/Netflix - © 2023 Netflix, Inc.

In de Netflix serie Fool Me Once ontdekt Maya dat haar overleden man Joe niet is wie hij leek te zijn. Maar al snel wordt duidelijk dat er nog veel meer aan de hand is. Hoever ga je om de waarheid te achterhalen? Wat doe je als je eigen herinneringen niet meer te vertrouwen zijn?

Een web van leugens en bedrog

Het verhaal begint bij Maya Stern (Michelle Keegan), een weduwe die rouwt om haar man, Joe Burkett (Richard Armitage). Zijn dood blijft als een schaduw over haar leven hangen. Er gebeurt namelijk iets geks: Maya ziet Joe, na zijn dood, op een beveiligingscamera verschijnen. Hij is springlevend. Verward en geschokt begint ze aan een zoektocht naar de waarheid.

Oude fotoalbums liggen verspreid op de vloer. Hun vergeelde pagina’s vol vergeten herinneringen. Maya bladert erdoorheen, haar vingers aarzelend over de verkreukelde foto’s. Elk beeld vertelt een verhaal, elk gezicht draagt een geheim. Ze zoekt naar aanwijzingen en verborgen waarheden die haar dichter bij de kern van het mysterie brengen. Wie heeft Joe vermoord? En waarom?

Terwijl Maya zich vastbijt in het mysterie, probeert ze ook de onopgeloste moord op haar zus Claire Walker (Natalie Anderson) te verwerken. De moord op Claire blijkt een sleutelrol te spelen in het web van leugens en bedrog waarin Maya verstrikt raakt.

Cinematografie

In de Engelse landschappen speelt de natuur een grote rol bij het creëren van de sfeer. Nevel, regen en mist omhullen de scènes. Hierdoor ontstaat een gevoel van mysterie en melancholie. De camera vangt de ruige schoonheid van het landschap, terwijl de ruiten beslagen zijn door zachte druppels regen. Dit geeft de serie een unieke visuele identiteit.

De toevoeging van flashbacks in de verhaallijn zorgt voor een diepere verkenning van de emoties van de personages. De verschuivingen tussen heden en verleden helpen de kijker om de innerlijke strijd van de personages beter te begrijpen.

De visuele stijl van de serie is belangrijk voor de verrassende wendingen en spannende momenten. Elke aflevering eindigt met een scène die de kijker achterlaat in volle verwachting van wat nog komen gaat.

Emoties komen tot leven

We zien het verhaal vanuit het perspectief van Maya. Veel shots versterken het gevoel van paranoia en onzekerheid dat Maya ervaart, waardoor de kijker steeds dieper wordt meegesleept in haar belevingswereld. Wat ook opvalt, is de subtiliteit waarmee de acteurs hun emoties tonen. Het zijn de kleine gebaren, de trilling in een stem en de blik in hun ogen die de diepte van hun personages onthullen.

Overvloed aan zijverhalen

Terwijl complexiteit vaak een teken is van een goed verhaal, is het soms te veel. De serie heeft veel lagen, waardoor het af en toe moeilijk is om alles te volgen. Aan het eind van de serie vraag je je als kijker een beetje af waarom de serie zich zoveel bezighield met problemen van bijpersonages.

Als kijker denk je in het begin het verhaal al te hebben ontrafeld, maar niets is minder waar. Elke aflevering eindigt met een cliffhanger die de kijker weer op het verkeerde been zet. Op een paar onaangeroerde verhaallijnen en onuitgewerkte personages na, is Fool Me Once een lekkere serie om te bingewatchen voor mensen die houden van spanning en mysterie.

Theater / Voorstelling

Pia Douwes helemaal terug in Masterclass

recensie: Masterclass met oa Pia Douwes

Pia Douwes schittert weer in de Nederlandse theaters als operadiva Maria Callas (1923-1977) in het toneelstuk Masterclass. Wéér, want in 2011 stond Douwes ook al met dit stuk in de Nederlandse theaters, alleen nu maakt het meer indruk.

Masterclass, het bekroonde toneelstuk van Terrence McNally, gaat over operazangeres Maria Callas die in de nadagen van haar carrière een masterclass geeft aan operastudenten. Het publiek leert Callas kennen als een veeleisende docent, die de studenten harde kritiek geeft en weinig ruimte. De eerste studente (Michelle van de Ven) komt nauwelijks verder dan één noot. Het alsmaar onderbreken geeft een duidelijk beeld van een strenge Callas en werkt in eerste instantie ook humoristisch; naast Callas onderbreekt ook de schoonmaker (Florus van Rooijen) de masterclass regelmatig. Het is grappig, totdat het echter vertragend gaat werken en het publiek het trucje wel kent en de voorstelling vaart begint te missen.

Het verhaal komt pas echt op gang als Callas haar eerste flashback krijgt, want dan krijgt de voorstelling tempo. Als de sopraan (Amy Egbers) gaat zingen, waant Callas zich in het verleden. Ze staat op te treden, ze heeft ruzie met haar vriend en ze heeft het moeilijk.  Deze flashbacks, momenten waarin Callas onderdelen uit haar leven herleeft, maken de meeste indruk. Douwes voert dan heel overtuigend een dialoog met zichzelf, zo treffend dat je de strubbelingen in haar relaties zó voor je ziet alsof ze echt ruzie maakt met haar echtgenoot.

Een tweede Masterclass

In 2011 speelde Pia Douwes Maria Callas al in Masterclass, maar nu maakt ze meer indruk. Ze brengt meer levenservaring mee en dat voel je. We zien Callas namelijk een masterclass geven terwijl ze geen zangstem meer heeft.  Pia Douwes is haar stem ook kwijtgeraakt en heeft er de afgelopen jaren hard aan gewerkt om deze terug te krijgen. Let wel, in het toneelstuk zingt ze, op een enkele strofe na, niet. De masterclassdeelnemers zingen en af en toe horen we een opname van Callas. Jammer, want Pia Douwes zingt altijd voortreffelijk.

foto: Annemieke van der Togt

Pia Douwes draagt de voorstelling, het draait immers om Maria Callas. De schoonmaker en pianist (Kees van Zandwijk) zorgen voor een aangename afwisseling in interactie en de nodige humor in een verder vrij ernstig toneelstuk. Pia spat van het toneel af als ze de flashbacks van Callas speelt, daarvan hadden er wel meer in mogen zitten. Dit zijn namelijk de momenten die iets persoonlijks vertellen over de harde operadiva, ze geven een inkijkje in haar worsteling.

Het is fijn om Pia Douwes weer in een grote rol op het Nederlandse toneel te zien stralen, dat smaakt zeker naar meer.

 

Tekst: Terrence McNally
Regie: Frank van Laecke
Spel: Pia Douwes, Michelle van de Ven, Amy Egbers, Mark Roy Luykx, Kees van Zantwijk en Florus van Rooijen
Decor/Kostuums: Arno Bremers
Licht: Marc Heinz
Fotografie: Annemieke van der Togt

 

Theater / Voorstelling

Edele eenvoud en stille grootsheid

recensie: NTR ZaterdagMatinee 27 april 2024
145_GOKErardPleyel_20Kaspar Jansen

In het NTR ZaterdagMatinee op 27 april jl. staat werk van twee operacomponisten centraal: de wereldpremière van Viaggio italiano (Italiaanse reis) van de Nederlandse componist Willem Jeths en de Petite messe solennelle van de Italiaan Giacchino Rossini. Zoek de verschillen én de overeenkomsten, oftewel: de gemene deler.

De titel van het programmaboekje geeft dat laatste al weg: Jeths, Italië, Rossini en de dood. De dood dus.
Willem Jeths (geb. 1959) is van 2014-2016 de eerste Componist des Vaderlands. Hij heeft onder meer drie opera’s op zijn naam staan. En hij heeft een tweede huis in Italië, het land waaraan hij zijn hart heeft verpand. Viaggio italiano is geschreven voor gemengd koor (het Groot Omroepkoor), hobo (Hans Wolters) en piano (Thomas Beijer). De première staat onder leiding van Benjamin Goodson, de chef-dirigent van het onvolprezen Groot Omroepkoor.

145_GOKErardPleyel_12

© Kaspar Jansen

Willem Jeths, Italië en de dood

De dood vormt de spil van deze en veel andere composities van Jeths, zoals bijvoorbeeld het indrukwekkende orkeststuk Flux/Reflux (Eb/Vloed) dat hij schrijft na het overlijden van zowel zijn moeder als een van zijn oud-compositiedocenten, Tristan Keuris.
De tekst van deze spil uit Viaggio italiano is Tibi soli (Jij alleen) en bestaat uit twee delen. Ten eerste een anonieme notitie van een reisgenoot van de Nederlandse patriciërszoon Willem Carel Dierkens die – zoals in de achttiende eeuw wel gebruikelijk is in de betere kringen – een Bildungsreise naar Italië maakt. En ten tweede de tekst op zijn grafsteen (1778).

Een andere tekst, van Joseph Addison, gaat bijvoorbeeld over de ‘meest nobele architectuur en beeldhouwwerken, zowel oud als modern’. Opvallend is dat de componist hier kiest voor een mooie periodebouw (evenwichtige muzikale zinnen van ongeveer dezelfde lengte) in de hobosoli, als is het een eerbetoon aan de Italiaanse architect Palladio, aan edele eenvoud en stille grootsheid.

Zoals Jeths in een ander deel een hommage aan Vivaldi brengt. Door middel van een citaat uit Vivaldi’s Gloria, een hobosolo namelijk die even doet denken aan Anachronie II van Louis Andriessen. Andriessen schrijft daarin een heel hoboconcertje in die typerende barokstijl. Daar houdt de vergelijking overigens op, want Jeths is geen modernist en de tinten van het stuk zijn teer, als van een Italiaanse fresco of een schilderij van Rafaël.

Een mooi voorbeeld is de prachtige echo die de althobo en piano spelen nadat het koor heeft gezongen over het ‘telkens weergezien in Prato’ (Toscane), waardoor het weerzien een diepere laag krijgt. Zo’n echo heeft de uitwerking van een sluier die even wordt opgelicht. Een sluier die de dood ook niet afschrikwekkend doet overkomen, maar eerder omfloerst, als een voile.

Een diepere laag wordt verder niet aangeboord in de tekst, samengesteld door Kees Vlaardingerbroek, voormalig artistiek leider van het Matinee. Dat is misschien toch wel een beetje jammer. Ook het programmaboekje heeft het alleen over de Grand Tour, de Italiëreis in de zin van ‘een kruising tussen kunstreis en vakantie’, terwijl het voor iemand als Goethe méér is: een existentiële ervaring of crisis waarin hij zichzelf opnieuw wil uitvinden; ‘Et arcadia ego’ (Heimwee naar verloren geluk) was immers zijn motto.

Giacchino Rossini, Italë en de dood

Hoe anders is het palet van de bekende Petite messe solennelle van Rossini. Hier bestaat het namelijk voornamelijk uit felle kleuren, waarop zuidelijk zonlicht valt. Dan valt een pianissimo (zacht) gezongen woord des te meer op, zoals ‘miserere nobis’ (ontferm U over ons): miserere wordt krachtig gezongen en ‘nobis’ opeens zacht. Hier zijn de twee vrouwelijke solisten aan het werk: Rosa Feola (sopraan) en Rachael Wilson (mezzosopraan), waarvan de laatstgenoemde in het Agnus Dei wat gemaniëreerd overkomt. Iets soortgelijks gebeurt in het Credo, wanneer ingetogen wordt gezongen over het lijden van Jezus onder Pontius Pilatus, gevolgd door een kooruitbarsting wanneer het aansluitend over de opstanding gaat.

Ook bijzonder fraai is – nu we het toch over kleuren hebben – de kleuring van de instrumenten in het naspel na het Credo. Opvallend genoeg wordt er gekozen voor twee historische piano’s, een van Erard (1863) en een van Pleyel (1874), die samen met een harmonium de begeleiding verzorgen. Respectievelijk bespeeld door Thomas Beijer, Nicolas van Poucke en Dirk Luijmes. Beijer krijgt het voor elkaar om de lange pianosolo na het Credo, voorafgaand aan het Sanctus, onder zijn handen te laten zingen. Een Sanctus waarin tenor Josh Lovell, die op dreef lijkt te moeten komen, grip op de zaak krijgt. Een trio Feola-Wilson-Lovell dat wordt aangevuld door de mooie stem van de bas Emanuele Cordaro.

Al met al een prachtige Matinee, zowel wat de programmering als de uitvoering van beide composities, de première van Jeths en de verre van ‘petite messe’ van Rossini betreft. De laatste in de serie GOK & Friends van dit seizoen. Volgend seizoen staan ons meer mooie Matinees te wachten!

 

Muziek / Reportage
special: Voorbeschouwing Eurovisiesongfestival 2024
justin-clark-1cZQR6mB2lE-unsplashUnsplash

Kindsterren, airfryers en toxische relaties

Na de winst van Loreen op het Eurovisie Songfestival met het nummer ‘Tattoo’, is het de beurt aan Zweden om de 68ste editie van de muziekwedstrijd te organiseren. Zweden en Ierland zijn met elk maar liefst zeven overwinningen de meest succesvolle landen in de geschiedenis van Eurovisie, met natuurlijk ‘Waterloo’ van ABBA als absolute uitblinker. Naast het voortbrengen van uitmuntende muziekproducers, meubelmakers en gehaktballenchefs, toont Zweden zich ook zeer bedreven in het neerzetten van een gelikte Eurovisie-uitzending, ditmaal vanuit Malmö.

Het belooft weer een enorm spektakel te worden op 7, 9 en 11 mei 2024 tijdens de twee halve finales en de grote finale. Met 37 acts uit Europa en Australië zijn er weer een hoop opties om op te stemmen voor de luisteraar. In tegenstelling tot voorgaande jaren is er nog geen gedoodverfde winnaar en lijkt de vaak wat saaie puntentelling aan het einde van de lange zaterdagavond toch nog spannend te worden. 8WEEKLY heeft zich in het extravagante schouwspel verdiept en heeft enkele opvallende inzendingen voor jullie op een rijtje gezet.

Airfryend en mediterend naar de winst

Nederland: ‘Europapa’ – Joost Klein

Over ‘onze’ Joost is natuurlijk al veel geschreven, maar in het rijtje opvallende acts hoort de breedgeschouderde Fries natuurlijk ook thuis. Afgelopen zomer had Joost over de grens een nummer 1-hit met ‘Friesenjung’, dat ook een groot succes werd op sociale media. Zijn inzending ‘Europapa’ volgt grotendeels dezelfde route: op sociale media, streamingdiensten en radiozenders is het nummer in binnen- en buitenland al succesvol. Bij de bookmakers stond Joost steeds in de top 3, hoewel die soms net uitwijkt naar plek 4. Joost heeft zin in het Songfestival, maar in een eerder interview zei hij: ‘Ik heb vooral zin in mezelf!’. Hoe hij zich overal op voorbereid? Er is veel geairfryed en gemediteerd. Of al deze inspanningen en al het (online) succes in de aanloop naar het evenement tot een goed resultaat gaan leiden, dat zullen we zien tijdens de tweede halve finale op 9 mei 2024. En, hopelijk, de finale op 11 mei 2024!

Een epische zoektocht naar een broek

Finland: No Rules! – Windows95Man

Finland had vorig jaar bijna de winst te pakken met publiekslieveling Käärijä’s ‘Cha Cha Cha’. Zijn opvolger, Teemu Keisteri alias Windows95man, behaalde ook grote successen dankzij de publieksstem tijdens de Finse voorronde. Met zijn nummer ‘No Rules!’ werd hij laatste bij de jury, maar won toch dankzij televoting. De Finse inzending is misschien wel de meest bizarre van dit jaar. Keisteri wil met ’No Rules!’ de boodschap verspreiden dat het leven niet al te serieus moet worden genomen, De performance is een visueel spektakel. Windows95man breekt uit een enorm ei gemaakt van spijkerbroeken. Hij wordt onder andere vergezeld door zanger Henri Piispanen en de Nederlandse danser Jesse Wijnans, die vorig jaar ook danste op ‘Cha Cha Cha’. Windows95man heeft echter zelf geen broek aan. Gelukkig wordt hij aan het einde van het optreden beloond met een eigen paar miniscule jeansshorts voorzien van vuurwerk. Microsoft heeft overigens aan computerblog Tweakers laten weten dat het geen problemen heeft met het gebruik van de merknaam Windows door de artiest. Aangezien Eurovision een niet-commercieel evenement is moest echter wel het Windows95 logo op Keisteri’s shirt geblurd worden in de officiële clip van het optreden.

Het succes van absurdisme

Kroatië: ‘Rim Tim Tagi Dim’ – Baby Lasagna

Kroatië stond met het nummer ‘Rim Tim Tagi Dim’ vanaf de aankondiging hoog in de peilingen. Baby Lasagna is het soloproject van singer-songwriter Marko Purišić waarmee hij humoristische teksten wil combineren met rockmuziek. Dit betekent niet dat alle onderwerpen ook luchtig zijn, hij probeert wel in zijn teksten een boodschap over te brengen over de zorgen en het lijden van deze hedendaagse tijd. Zo gaat ‘Rim Tim Tagi Dim’ over dat veel jongeren hun woonplaats of land moeten verlaten op zoek naar een baan. Dit wordt vergezeld van een stevige rockmelodie, teksten als ‘Meow cat, please meow back’ en het de aanstekelijke catchphrase ‘rim tim tagi dim’. Het eindresultaat is een licht absurd, maar aanstekelijk nummer. Zo lijkt Baby Lasagna mee te liften op een waar Käärijä-effect: de Finse inzending ‘Cha Cha Cha’ van 2023 bevat nagenoeg dezelfde ingrediënten en de twee nummers worden dan ook vaak met elkaar vergeleken. Aanstekelijk is het nummer zeker, maar de vraag blijft of dit live net zo sterk overkomt als op opname.

Geen kindsterretjes meer

Zweden: ‘Unforgettable” – Marcus & Martinus

Het popduo Marcus & Martinus is geen onbekende voor het Songfestival. De tweeling won als 10-jarige de Noorse variant van het Junior Songfestival met het nummer ‘To dråper vann’ (‘Twee druppels water’). Inmiddels zijn de schattige kindsterretjes van weleer volwassen en timmeren hard aan de weg om succesvol te worden in de Scandinavische muziekindustrie. Vorig jaar werden ze tweede bij de Zweedse voorronde van het Songfestival, Melodifestivalen, maar moesten het afleggen tegen Loreen. Dit jaar wisten Marcus & Martinus de populaire voorronde wel te winnen. ‘Unforgettable’ is wederom een typisch Zweedse inzending: een gelikt popnummer met dito enscenering. Het optreden lijkt haast een videoclip dankzij het creatieve camerawerk en het flitsende decor, wat overigens erg doet denken aan ‘Dance you off’ van Benjamin Ingrosso (de Zweedse inzending van 2018). Marcus & Martinus bezingen in ‘Unforgettable’ een intense relatie met een ‘giftige’ vrouw, waar de mannen geen controle over lijken te hebben. Helaas lijkt dit nummer geen grote kanshebber, tot nu toe voorspellen de bookies dat ‘Unforgettable’ een middenmoter zal worden.

De terugkeer van EuroDance

Oostenrijk: ‘We Will Rave’ – Kaleen

Oostenrijk stuurt dit jaar Eurovisie Songfestival veteraan Kaleen naar het evenement. In voorgaande jaren was zij betrokken als stand-in danseres en zangeres tijdens de repetities van diverse acts, waaronder de Cypriotische inzending ‘Fuego’ in 2018. Daarnaast was zij als choreograaf en creatief directeur verantwoordelijk voor diverse (interval)acts tijdens zowel het Eurovisie Songfestival als het Junior Eurovisie Songfestival. Nu staat ze solo in de spotlights met een nummer dat de luisteraar meevoert naar de jaren 90. Met ‘We Will Rave’ geeft Kaleen het publiek een ware EuroDance hit, die doet denken aan andere EuroDance klassiekers als Dr. Alban, Snap! en Alice Deejay. Een dansbare melodie met pakkende hooks, voorzien van goed meezingbare, maar niet al te diepzinnige, tekst is in ieder geval een succesformule voor tijdens het uitgaan. De vraag is alleen of dit nummer, met name haar zang, ook overeind blijft tijdens de live shows. Eén ding is zeker: aan haar danstalent en de hoeveelheid betrokken dansers gaat het in ieder geval niet liggen.

Een langverwachte terugkeer

Luxemburg: Fighter – Tali Golergant

Na jaren van afwezigheid is Luxemburg weer terug op het songfestivalpodium. Sinds de laatste deelname in 1993 werd er vele jaren gespeculeerd over een eventuele terugkeer, maar het kleine landje durfde het niet aan door de hoge kosten voor deelname en de dreiging van de kostbare organisatie bij winst. Dit jaar durfde omroep RTL het eindelijk weer aan. De in Israël geboren Tali Golergant won de nationale voorrondes met haar nummer ‘Fighter’. Het lied, deels in het Frans en deels in het Engels gezongen, gaat over het overkomen van tegenslagen. Het heeft een poppy sound die prettig in het gehoor ligt en zeer geschikt is voor op de grote radiostations, maar zou mogelijk in een volledig Franstalige versie meer authentiek voelen voor het Eurovisie publiek. De overgang van het Frans naar Engels voelt wat geforceerd. Tali is een goede zangeres en de eerste repetities zien er voor wat betreft zang en staging veelbelovend uit. Helaas lijkt de kans niet groot dat Luxemburg terugkeert in de grote finale op basis van de inschattingen van de bookmakers.

Politie-invallen, recreatieve middelen en TikTokdansjes

Estland: ‘(Nendest) narkootikumidest ei tea me (küll) midagi’ – 5MIINUST ft. Puuluup

Voor de Estse inzending zijn het hiphop-kwartet 5MIINUST en nu-folk duo Puuluup de samenwerking aangegaan. Voor het eerst in jaren stuurt Estland weer een inzending in eigen taal naar het evenement. De titel van het lied betekent ‘We weten niets van (deze) drugs’ en dat is gelijk de kernboodschap van het nummer. In het lied bezingen ze dat ze geen drugs hebben en gebruiken, omdat ze arm zijn. In de videoclip wordt de indruk gewekt dat ze dit tegen de politie zingen, als ze staande zijn gehouden. De haakjes uit de titel vormen echter een terechte knipoog, want de mannen dragen tegelijk zonnebrillen om hun pupillen te verbergen en drinken wel IPA’s. De online community is er dan ook niet écht over uit of het nummer nou voornamelijk humoristisch bedoeld is, of dat er een diepere boodschap achter schuilt over dat de politie vooroordelen heeft over arme mensen. Hoe dan ook valt de inzending op, mede door de aanstekelijke melodie, de outfits van de mannen, en de onverwachte TikTok-achtige dansjes die tijdens het refrein synchroon worden uitgevoerd door beide bands. Het geheel doet denken aan de Kroatische inzending Let 3 met ‘Mama ŠČ’ uit 2023, die in de finale 10x zoveel publieksstemmen kreeg in vergelijking met hun jurystemmen. Estland heeft in ieder geval alle ingrediënten in huis om net zo’n publiekslieveling te worden.

Klaar met toxische relaties

Tsjechië: ‘Pedestal’ – Aiko

De Tsjechische zangeres Aiko bezingt in haar inzending ‘Pedestal’ over zelfliefde, onafhankelijk zijn en het afkappen van toxische relaties. Haar inzending wordt beschreven als een ruig lied en de zangeres zegt haar inspiratie te halen uit rockmetalbands als Bring Me The Horizon. Echter, de eerste associatie die het nummer oproept is pop(-rock) koningin Olivia Rodrigo. En met alle goede bedoelingen, Rodrigo wordt vaak omschreven als de stem van Gen Z en maakt aanstekelijke nummers, die zowel op de radio als live goed overkomen. Geen verkeerde artiest om mee geassocieerd te worden. De studioversie van ‘Pedestal’ klinkt goed, maar de eerste live opnames die naar buiten kwamen beloven weinig goeds voor de uiteindelijke liveshows van het Eurovisie Songfestival. Een (zuivere) zangkwaliteit blijft toch een van de eerste voorwaarden voor succes, en of Tsjechië aan deze voorwaarde voldoet is twijfelachtig.

Al deze hoogtepunten worden aan elkaar gepraat door songfestivalveteraan Petra Mede, die de presentatie voor een derde keer op zich mag nemen. Dit keer wordt ze bijgestaan door actrice Malin Åkerman. Mede staat bekend om haar extravagante intervalacts, wat een opvallend hoogtepunt an sich is. Hoe al deze acts live uit zullen pakken? Dat zien we vanaf 7 mei 2024!

Theater / Voorstelling

Intieme voorstelling over de zoektocht naar liefde

recensie: A night with Queen Angelito - Orkater

De afgezakte kraag van haar zwarte bontjas is om haar naakte schouders geslagen. Kin op de linkerschouder, gezicht in de richting van de zaal. Zo flirt Queen Angelito met haar publiek. Liefde, alles draait bij haar om de liefde, ratelt ze in rap Amerikaans-Engels.

Maar haar act is bluf. Onder die bontjas gaat een kwetsbare en gekwetste vrouw schuil in A night with Queen Angelito van Orkater, een intieme kleinezaalvoorstelling.

Vrouwen laten zich veel te veel door mannen in de luren leggen. Eerst zijn ze het schatje van hun daddy, en wanneer die van hen is weggedreven, komt er altijd wel een nieuwe ‘daddy’, en dan weer een, en dan nog een…

Nachtclub

Angelito (‘Ntianu Stuger) vertelt over haar geboortegrond: een katoenplantage in South Carolina, in het racistische zuiden van de VS. Daar eenmaal weg, schopte ze het tot de diva die ze nu is: de koningin van ‘the divine community’, zingend in een soort burleske nachtclub. ‘Many people tálk about love, but I have líved love’; in werkelijkheid wordt Angelito door geliefde na geliefde afgedankt. En daar is ze helemaal klaar mee. Vanaf hier is zij de baas, houdt ze in de eerste plaats van zichzelf. En als een relatie moet worden verbroken, dan doet zij dat zelf wel.

Het levensverhaal van Queen Angelito is volgens Stuger heel losjes gebaseerd op dat van de Amerikaanse jazzlegende Eartha Kitt (1927-2008).

Loepzuiver

foto: Bas de Brouwer

Op een bescheiden rond zwart podium met daarop een boogconstructie met zes lichtbanen zingt en speelt ‘Ntianu Stuger het verhaal van een vrouw die worstelt met haar houding ten aanzien van liefde. Ze wisselt het vertellen af met zang, lardeert de act met liedjes zoals ‘Fever’ van Peggy Lee en ‘Bang Bang (My Baby shot me down) van Nancy Sinatra. Alles wat Stuger doet is strak en loepzuiver: haar timing en mimiek maken van Queen Angelito een geloofwaardig personage. De nachtclubzangeres overschreeuwt zichzelf om haar gebroken hart te verhullen. Stuger laat de gekwetste vrouw haar zwarte cocktailjurkje verruilen voor een grote trui. De ringen gaan af. Het Engels maakt plaats voor Nederlands.

Multitalent

‘Ntianu Stuger (1998) is een duizendpoot, een sterk multitalent. Ze speelde de afgelopen jaren bij Oostpool, HNTJong, Orkater, Toneelgroep Maastricht, Theater Utrecht en Toneelschuur Producties. Vanaf 2024-2025 wordt ze vast lid van ITA Ensemble.
Dit seizoen dook ze overal in het theater op. Stuger speelde afgelopen zomer in het bostheater in Wildfire van Orkater en het Amsterdamse Bostheater. Ze bracht met Vincent van Valk Versus bij Theater Utrecht. Ter afronding van dit seizoen komt ze nu bij Orkater met een bijzondere en delicate onewomanshow waarin ze zowel zingt, vertelt als acteert. A night with Queen Angelito is een solovoorstelling die Stuger zelf bedacht en waarvoor ze de tekst schreef. De eindregie is in handen van Edison-winnaar Izaline Calister.

Zijspoor

Het is jammer dat de tekst niet heel helder is, maar vooral suggestief. Zo frommelt Stuger er een hele filosofische verhandeling tussen over het gedachtegoed van de zwarte Amerikaanse schrijver Bell Hooks (1952-2021). Hooks was feminist en activist, en sprak zich uit over thema’s zoals ras, kapitalisme en genderidentiteit. Dat zijspoor in de tekst gaat over de hoofden van het publiek heen. Tenzij je Hooks’ werk al kent, reikt dit uitstapje veel te ver voor deze kleine vertelling.
En dat deze voorstelling is geïnspireerd door het levensverhaal van Eartha Kitt, komt niet heel strak uit de verf.
Zo hinkt de tekst op te veel gedachten tegelijk.

Dat laat onverlet dat dit een fijne performance is. ‘If you go away’ – zingt Queen Angelito: de Engelse versie van Jacques Brels ‘Ne me quitte pas’: de vrouw is opnieuw alleen. Goed in de gaten blijven houden, die ‘Ntianu Stuger, want het is een fascinerende acteur/performer/zanger die haar publiek alle hoeken van het podium laat zien.

 

Concept, tekst, spel: ‘Ntianu Stuger, Dietrich Pott
Eindregie: Izaline Calister
Tekstbegeleiding: Esther Duysker
Muziek: Rui Reis Maia
Scenografie: Ruben Wijnstok
Kostuum: Valérie Pos
Lichtontwerp: Varja Klosse
Dramaturgie: Liesbeth Colthof
Foto’s: Bas de Brouwer

 

Film / Films

Iets-te-dicht-bij-je-bedshow

recensie: Civil War - Alex Garland

Alex Garland heeft een interessant oeuvre. Ex Machina staat bekend als een van de sterkste films over AI, Annihilation is een spannende sciencefictionfilm, en met Men buigt de regisseur meer naar het horrorgenre. Hoewel het recent verschenen Civil War uiteraard een oorlogsfilm is, laat Garland zien dat hij het inboezemen van angst nog niet verleerd is.

Roadtrip to D.C.

Het verhaal gaat als volgt: een burgeroorlog heeft de Verenigde Staten verscheurd en er heerst overal chaos. Iedereen lijkt voor eigen rechter (en beul) te spelen terwijl de verschillende legers met elkaar de strijd aangaan. De pers heeft haar onafhankelijke rol weten te behouden en we volgen een kleine groep fotografen die een interview met de president wil bemachtigen voordat de zuidelijke legers de Amerikaanse hoofdstad bereiken. Daarvoor moeten ze alleen wel een lange reis maken, en in Washington D.C. zitten ze niet bepaald te wachten op hun komst.

Gruwelijk relevant

De reis is bloedstollend spannend. Hoewel het land in nationale crisis verkeert, komt de dreiging deze keer niet van buitenaf; de strijd is niet tegen kwaadaardige aliens of tegen monsterlijke mutaties, zoals bij The Last of Us. De strijd is niet eens tegen een andere bevolking. De vijand is slechts ‘de ander’, onafhankelijk van afkomst, geloof of zelfs allianties. Wie bij wie hoort is onduidelijk, en dus wordt iedereen onder vuur genomen. Zelfs bij het groepje onafhankelijke journalisten groeit naargelang de reis vordert de angst dat elke Amerikaan die ze tegenkomen ineens kan omslaan in een monster, hoe vredelievend ze in de eerste instantie ook lijken. De scène met Jesse Plemons in de hoofdrol is met stip de beklemmendste uit de hele film. Laat het gezegd zijn: deze film is niet voor iedereen geschikt. Zeker met het oog op de recente gebeurtenissen op 6 januari 2022 komen de gruwelijkheden maar al te dicht bij de werkelijkheid. En deze gruwelijkheden worden niet geschuwd.

Technisch vakmanschap

De film is vakkundig gemaakt, de cinematografie is indrukwekkend, de cast is uitmuntend – met name Cailee Spaeney en Wagner Moura leveren een topprestatie – en de oorlogsfotografie wordt op een sterke manier verweven met de filmbeelden. Daarnaast wordt de film goed opgebouwd en ontstaat het verhaal uit een reële angst. Het is daarom des te jammer dat een centrale boodschap ontbreekt en er te weinig aandacht besteed is aan een stevige op- en afbouw van het verhaal. Hierdoor komt Civil War in zijn geheel als een relevante, maar lege huls uit de verf. Want wat is nu het hele punt? Zelfs een boodschap als: ‘er is geen punt’ of ‘oorlog is slecht’ mist. Hoe bloedstollend de scènes ook zijn, het gebrek aan echte inhoud zorgt ervoor dat deze film niet zo lang zal blijven hangen.

Conclusie

Civil War is een bijzonder relevante en spannende film, maar niet voor iedereen geschikt. De beelden zijn heftig en realistisch. Hoe kwalitatief sterk de film ook is, het gebrek aan een duidelijke boodschap zorgt dat de film uiteindelijk niet zo scherp of memorabel blijkt als verwacht.

Film / Films

Het sciencefictionhoogtepunt van het jaar

recensie: Dune: Part Two - Denis Villeneuve

De Dune-reeks van Frank Herbert is een van de klassiekers in het sciencefictiongenre. Er is lang beweerd dat deze boeken nooit op een goede manier vertaald zouden kunnen worden naar film. De Dune-film uit 1984 lijkt dit te bevestigen, ondanks de cultstatus die deze inmiddels heeft gekregen. Regisseur Denis Villeneuve liet in 2021 zien dat het verhaal over Paul Atreides wel degelijk te verfilmen is, en doet er dit jaar met Dune: Part Two nog een schepje bovenop.

Dune: Part Two gaat door met de reis van Paul Atreides op de vreemde zandplaneet genaamd Arrakis. De uitgebreide wereldbouw, politieke intriges en religieuze thema’s worden in dit deel nog dieper uitgewerkt. Daarmee teert de film duidelijk op de voorkennis van de kijker; het is immers een direct vervolg. Paul heeft zich aangesloten bij de Fremen en helpt hen de planeet te bevrijden van de Harkonnen. Tegelijkertijd wordt hij geplaagd door visioenen en profetieën over zijn rol in deze wereld. Het eerste boek in de boekenreeks, Dune, is met dit tweede deel volledig verfilmd. Nu is het nog wachten op de verfilming van het vervolg, Dune: Messiah, die de karakterboog en verhaallijn van Paul pas echt afmaakt.

Verdieping en expansie

Dat neemt niet weg dat Dune: Part Two een van de grootste en meest meeslepende sciencefictionfilms is van het afgelopen decennium, alsmede een van de beste sequels in tijden. Dune: Part Two borduurt op meesterlijke wijze voort op de prikkelende wereld die is neergezet in het vorige deel. Hierdoor is er veel ruimte voor verdieping en expansie. De mysterieuze vrouwenorde van de Bene Gesserit, de identiteitscrisis van Paul, de zandwormen, het volk van de Fremen, alles krijgt meer aandacht. Het is een vervolgdeel dat zich kan meten met iconische sequels als The Lord of the Rings: The Two Towers en Star Wars: The Empire Strikes Back.

Pure kwaliteit

Niet alleen qua inhoud is de film indrukwekkend, ook op technisch vlak weet de film het vorige deel te overtreffen. Cinematograaf Greig Fraser heeft uitzonderlijk hoge kwaliteit geleverd. Elk shot ziet kan ingelijst worden en laat elke scène groots en episch uit de verf komen. In principe zouden hier alle departementen van deze productie apart uitgelicht moeten worden, want alles sluit naadloos op elkaar aan. Het plot heeft een soepel vloeiend tempo, de actiescènes zijn vlot en minder houterig dan in het eerste deel, het geluid maakt dat de hele wereld heerlijk buitenaards aanvoelt, de kostuums zijn ongekend creatief, Austin Butler is perfect gecast als Feyd-Rautha, de lijst is eindeloos.

Te veel hooi op de vork?

Het enige waar wat onenigheid over kan bestaan, is over de verschillen met het boek. Niet iedereen zal het eens zijn over de keuzes die gemaakt zijn. Zo lijkt Paul in de boeken aanzienlijk meer tijd te spenderen met de Fremen, en ook zijn motivatie lijkt anders vormgegeven. Het is ook gezegd dat er te veel verhaal in een film van ‘slechts’ twee uur en drie kwartier is gepropt. Maar dit is eerder een kleine voetnoot dan een zwaarwegend kritiekpunt.

Al met al is Dune: Part Two alles wat een vervolg moet zijn. Het is nu al een van de grootste films van het jaar en zal ongetwijfeld in deze top tien blijven staan. Met name sciencefictionliefhebbers kunnen deze film absoluut niet missen. En een film van dit kaliber dient gekeken te worden op het grootst mogelijke scherm. Uiteraard.

Boeken / Non-fictie

Verlosser met een beperking

recensie: Freud, Wenen en de ontdekking van de moderne geest - Frank Tallis

Op aandrang van zijn Britse redacteur besloot auteur/psychotherapeut Frank Tallis een boek te schrijven over de fascinerende denkwereld en erfenis van Sigmund Freud (1856-1939). Hij wilde zowel Freuds waardevolle inzichten als niet geringe tekortkomingen voor een modern publiek verduidelijken. Het resultaat is een must-read.

Tja, Freud. Verguisd en vergoddelijkt, maar ontegenzeggelijk een denker die onze kijk op onszelf, op ons menselijk gedrag, wezenlijk heeft veranderd. Freud, Wenen en de ontdekking van de moderne geest (2024) is gelukkig geen hagiografie. Tallis’ boek is wel een erudiete en veelomvattende beschouwing over leven en werk van een man met een revolutionaire visie. Het trakteert de lezer ook vaak op treffende observaties en conclusies.

Wat Tallis heel goed doet, is het inzichtelijk maken van de enorme ambitie en reikwijdte van Freuds psychoanalytische ‘leer’. Freud mag dan vooral bekend zijn als grondlegger van de psychoanalyse als medische therapie – bedoeld om ernstige psychische problemen op te sporen en te behandelen –, minstens even belangrijk is dat hij een behoorlijk accuraat ‘model van de geest’ ontwikkelt en bovendien probeert aan te tonen hoe die menselijke geest op alle vlakken doorwerkt in onze cultuur. Religie, kunst, geschiedenis, politiek, de wereld van fantasieën en obsessies, de ‘psychopathologie van alledag’; er is nauwelijks een terrein waarover Freud niet zijn psychoanalytisch licht laat schijnen. Soms erg verhelderend en/of aansprekend, en soms ook behoorlijk gezocht en onzinnig.

Geboorte van de psychoanalyse

Een terugkerend thema in Tallis’ boek is Freuds onmiskenbare behoefte aan erkenning en grootheid. Al vroeg valt op dat de getalenteerde Wener ervan droomt de mensheid een baanbrekend inzicht na te laten. Een visionair op zoek naar een visie, zo zou je de jonge Freud best kunnen typeren. Die visie vindt hij nadat zijn studie medicijnen hem op het spoor van de psychiatrie heeft gezet. Aansluitend bij (vooral) de ideeën van zijn collega Josef Breuer, werkt Freud het fundamenteel vernieuwende inzicht uit dat neurotische aandoeningen (‘hysterie’) niet voortkomen uit een biologisch defect maar uit cruciale ervaringen van de patiënt. Met zijn ‘psychoanalyse’ denkt hij dé oplossing voor het ergste geestelijk lijden te hebben gevonden.

Tallis staat uitvoerig stil bij Freuds basisideeën. Onderbewustzijn, driften, fasen in de seksuele ontwikkeling, trauma en verdringing, de betekenis en analyse van dromen, het model van ‘Es – Ich – Über-Ich’, het Oedipuscomplex, vrije associatie, overdracht … De lijst met klassieke begrippen is bijna eindeloos. Het is goed om hierbij voor ogen te houden dat Freud in essentie sterk op Darwin leunt. Onverminderd basaal zijn volgens hem de (dierlijke) driften/instincten, de rede is nog maar een zwak ontwikkeld evolutionair vermogen. De moderne neurowetenschap en evolutionaire psychologie bevestigen volgens Tallis ook belangrijke Freudiaanse inzichten.

Speculatie en preoccupatie

Aan de ene kant kun je zeker de loftrompet over Freud steken, en Tallis doet dat ook overtuigend. Hij beschrijft hem regelmatig als een hartstochtelijke pionier die van grote invloed is geweest op ons moderne bewustzijn. De bevrijdende werking van Freuds onomwonden visie op lichamelijkheid en op seksualiteit – darwiniaans gezien: het lustelement in de voortplantingsdrift – vindt Tallis ook erg waardevol. Tegelijk is het bijna onmogelijk om blind te zijn voor de tekortkomingen in Freuds werk. Hij heeft duidelijk een hang naar grootse (en mannelijke) speculatie, die soms merkwaardige, ongefundeerde stellingen oplevert, en die zelfs ronduit schadelijk kan zijn.

De enorme nadruk op het Oedipuscomplex, waar Freud onwrikbaar aan vasthoudt, is bijvoorbeeld een erg omstreden onderdeel van zijn erfenis. Freud is zo overtuigd van deze ‘historische ontdekking’ en zo gepreoccupeerd met seksualiteit, dat oedipale interpretaties zowel in zijn praktijk van therapeut als in zijn theoretische geschriften steeds weer de hoofdrol opeisen. Wie nu, zoals Tallis, met een kritisch oog naar diverse patiëntstudies van Freud kijkt, schrikt regelmatig van het onwetenschappelijke en dogmatische karakter van zijn analyses. De grote denker is niet wars van manipulatie en bedrog, concludeert Tallis, met als meest schadelijke tekort ‘zijn losse omgang met de waarheid’. De mal van Oedipus zal op de sofa zelden als gegoten hebben aangevoeld.

Tijd en plaats

Het boek gaat ook uitvoerig in op Freuds leefwereld, met name op de tijdgeest in zijn woonplaats Wenen. De culturele metropool bruist in die tijd van grote, bijna koortsachtige creativiteit en bedrijvigheid. Tallis maakt mooie zijsprongen naar stadgenoten als Gustav Klimt, Egon Schiele, Arthur Schnitzler en Gustav Mahler. Hij wijdt ook een lange beschouwing aan de legendarische ontmoeting tussen Freud, die vakantie houdt aan de Nederlandse kust, en Mahler, die graag een consult wil. Op 26 augustus 1910 treffen ze elkaar in het Leidse café-restaurant ‘In den Vergulden Turk’, waarna ze een lange stadswandeling maken om Mahlers persoonlijke problemen te bespreken. De ontmoeting tussen deze ‘twee meest emblematische figuren van het Wenen rond de eeuwwisseling’, brengt Tallis tot de vergelijking (p. 350): ‘Mahler zei eens: “Wat het beste is in de muziek, kan niet gevonden worden in de noten.” Deze cryptische uitspraak stemt overeen met het psychoanalytische principe dat wat mensen zeggen niet zo belangrijk is als wat mensen niet zeggen.’

Weens koffiehuis 'Café Central'

Het koffiehuis rond 1913: archief Café Central, Wenen

Andere thema’s die voorbijkomen zijn: het opkomende antisemitisme – dat zich bij de nazi’s uiteindelijk zou verbinden met de meest morbide elementen van de Duitse romantiek, al manifest in de heersende zelfmoordcultus; het typisch Weense koffiehuis; en natuurlijk de alomtegenwoordige erotiek. Seks, neurosen, fantasie, de dood: in Wenen zijn ze eind negentiende, begin twintigste eeuw nooit ver weg.

Normaal ongeluk

Een van de beste cultuurpsychologische inzichten van Freud, die de Weense koortsachtigheid ook al aardig zou kunnen verklaren, is zijn analyse in Das Unbehagen in der Kultur (1930). De moderne mens is niet geboren voor het complete geluk, stelt Freud in dit laatste grote werk. Totale verlossing van het lijden is onmogelijk, we zullen altijd zo goed mogelijk moeten dealen met ‘normaal ongeluk’. Ongeluk dat nou eenmaal onvermijdelijk voortkomt uit onze voortgaande socialisatie. De (evolutionaire) noodzaak van samenwerking en onderschikking van het individuele belang, het proces van civilisatie, vereist dat we onze driften zo goed mogelijk reguleren en niet zelden ook onderdrukken (de hoofdtaak van het ‘Ich’.) Met alle onvrede, hunkering en stress die dat met zich meebrengt.

Opvallend genoeg besluit Tallis met een sympathieke les in bescheidenheid (!) die Freud ons ook nalaat. Met ons ‘brein uit de steentijd’, de inzichten dat onze aarde niet het centrum van de kosmos is en dat wij naar dieren en niet naar goden zijn geschapen, moeten we altijd waken voor narcisme. Helemaal nu we ons collectief grote, ernstige problemen (klimaatcrisis, kerndreiging) op de hals hebben gehaald.

Een paar kleine onvolkomenheden daargelaten – zoals Tallis’ halfslachtige poging om nog wat van Freuds ‘doodsdrift’ te maken, en de keuze van de vertaler om titels van Freud in het Engels te laten staan – is er geen enkele reden om te passen voor dit zeer informatieve en voortreffelijk geschreven boek.

Muziek / Album

Vastberadenheid in tijden van tegenspoed

recensie: Undefeated – Frank Turner

Undefeated, de titel van Frank Turners nieuwste album en meteen de belangrijkste boodschap die hij de luisteraar mee wil geven: hoewel ieder mens zich soms verslagen voelt … dit is een tijdelijk gevoel. Uiteindelijk overkom je alle obstakels en ben je, jawel, onverslagen. Een woord dat hij zo belangrijk vond, dat hij het zelfs op zijn rug heeft laten tatoeëren. Twee vliegen in één klap, want dit werd gelijk de albumcover.

Op 3 mei komt rasechte troubadour en singer-songwriter Frank Turner met alweer zijn tiende studioalbum als soloartiest. Undefeated is een plaat die zowel emotioneel meeslepende onderwerpen verkent als lichtere overpeinzingen over de problemen die uiteindelijk allen van ons te wachten staan, van levensveranderende liefde en vervagende vriendschappen tot aanhoudende rugpijn. Geheel zoals zijn fans van hem gewend zijn, bestrijkt dit album een variëteit aan genres, van kleine gitaarliedjes tot grootse punk-stampers.

Identiteitscrisissen en aanhoudende rugproblemen

Zo verkent Turners eigen favoriete nummer ‘Somewhere In Between’ de discrepantie tussen wie je bent versus wie je in je jeugd wilde zijn; het energieke  ‘Letters’ de emoties rondom vervagende vriendschappen; en het pakkende ‘Pandemic PTSD’ de aanhoudende schaduwen die op de maatschappij zijn geworpen door de onrust tijdens de coronaperiode. Er is gelukkig ook ruimte voor iets minder zware onderwerpen, zo gaat het humoristische, Flogging Molly-achtige nummer ‘Nevermind The Back Problems’ over de meer luchtige kwestie van aanhoudende rugpijn als punkfan en brengt het liefdesnummer ‘Girl From The Recordshop’ de luisteraar terug naar punkrock uit de jaren 90.

Met deze variëteit aan onderwerpen en melodieën laat Turner weer zien dat hij ‘genre-fluid’ is: zowel de rustige ballads, als de energieke punknummers en folk meezingers gaan hem goed af. Hoewel energieke meezingers als ‘Do One’ en ‘No Thank You For The Music’ het live waarschijnlijk beter gaan doen, weet Turner juist in de gevoelige nummers als ‘Somewhere in Between’ en ‘Undefeated’ de luisteraar te emotioneren en te raken met zijn beschrijvingen van soms maar al te herkenbare emoties.

Aanvoerder van het album

Met een Engelse en Duitse variant, en een Franse, Spaanse en Italiaanse in de maak, lijkt ‘Do One’ de zelfgekozen aanvoerder van het album. Het eerste nummer op de tracklist, maar het laatste nummer dat geschreven werd, vat de kernboodschap van het album samen. Het geeft woorden aan de onwrikbare vastberadenheid van Turner in tijden van tegenspoed en laat zien hoe geleerde levenslessen hem veerkrachtig hebben gemaakt. Een mooie boodschap, vergezeld van een hoog meezinggehalte en een pakkende en upbeat melodie. Als je het nummer thuis luistert, klinken de terugkerende ‘do do do’s uit het refrein wat cliché, maar live zal dit ongetwijfeld een gezellige meezinger blijken.

Verstoppertje op hoog niveau

Met zoveel upbeat nummers en meezingers is het lastig om te voorspellen welk nummer van Undefeated zich zal ontpoppen als publieksfavoriet. Maar het nummer ‘International Hide And Seek Champions’ is zeker een grote kanshebber. Een puur pop punk lied met pakkende hooks, zonder ingewikkelde boodschap. Gewoon een energiek liefdeslied. Wie de drums op dit nummer hoort, zal lastig stil kunnen blijven staan. Dat zelfs zijn kat nog voorbijkomt in de tekst, maakt het positieve gevoel helemaal af.

Waar Turner met zijn vorige album FTHC terugkeerde naar zijn hardcore roots, voert in Undefeated zijn liefde en talent voor folkmuziek de boventoon. Hoewel de afwisseling tussen hevige punknummers en rustige ballads er soms voor zorgt dat juist die rustige nummers wegvallen in al het gedruis, zijn alle nummers stuk voor stuk van vertrouwde Frank Turner kwaliteit. Hiermee vestigt Undefeated zich als een goede introductie tot Turners muziek, en een fijne voortzetting voor de trouwe fans!

 

Eerder deze maand sprak 8WEEKLY met Turner over ‘Undefeated’. Benieuwd wat de zanger zelf hierover te vertellen heeft? Klik dan hier.