Boeken / Fictie

Toch nog een ‘nieuwe’ roman van Joseph Roth

recensie: Joseph Roth - Tarabas. Een gast op deze aarde

Alle romans van Joseph Roth leken al vertaald te zijn, maar Tarabas, een gast op deze aarde uit 1934, het jaar waarin met het vooruitzicht op de Tweede Wereldoorlog wordt teruggeblikt op de Grote Oorlog en de Russische burgeroorlog, leek over het hoofd gezien.

De Rus Nikolaus Tarabas is uitzonderlijk gewelddadig. Dat komt van pas als hij revolutie predikt tegen de tsaar, meehelpt bij een bomaanslag in een Oekraïense havenstad en zeker ook als hij voorop gaat in de oorlog tegen het Oostenrijk-Hongaarse rijk en in de Russische burgeroorlog. Waarom gaat hij volledig op in wreedheden? Vanwaar zijn woede, zijn angsten?

Hij weet er weinig raad mee als de vrede is aangebroken en hij als kolonel een regiment mag bestieren. Een joodse stadswijk wordt wreed bestormd door zijn laveloze soldaten en een menigte christelijke boeren, een pogrom die de kolonel volkomen lazarus (bewust?) aan zich voorbij laat gaan, maar in feite had moeten voorkomen.

Omslag

Na alle geweld volgt Tarabas’ extreme omslag naar berouw en boetedoening. Je vraagt je, spannend genoeg, tot op de laatste bladzijde af hoe dat afloopt en hoe dat kan. Dat laatste wordt niet inzichtelijk gemaakt, zeker niet door Tarabas: die geeft uitsluitend blijk van een eendimensionaal innerlijk. Verteller Roth lijkt er principieel voor te passen dat innerlijk alwetend op te vullen. Uit een brief d.d. juli 1934 blijkt dat hij op zijn opus uitgekeken begon te raken.

Iemand die radicaliseert van een slecht tot een goed mens is een zeldzaamheid. Veel vaker is goedheid, van brave huisvaders tot gezagsgetrouwe ambtenaren, ontaard in kwaad, vaak naar eigen zeggen niet uit eigen wil. Misschien gaf Roth in de gestalte van Tarabas lucht aan zijn bij voorbaat ijdele hoop dat er niet wéér een wereldoorlog ontketend zou worden. In 1933 omschreef Roth zijn Tarabas als ‘Glänzender Stoff [gevonden in Oekraïense krant], fern von Deutschland [speelt in Oost-Europa], aber mit deutlicher Beziehung dazu.’

Autistisch

Getrouw aan zijn heersende inborst overheerst Tarabas als personage het hele verhaal. Zijn alleenstaande positie zou je autistisch kunnen noemen. Hij bestaat alleen in zijn botsende zelf. In het bijzijn van zijn ondergeschikten is hij onmachtig tot conversatie en vrijwel altijd zit hij alleen aan tafel aan de brandewijn. Anderen brengen het toch verder dan schetsmatige figuren. Roth geeft in puntige trekken weer wat in ze omgaat. Zijn schrijfstijl ontvouwt zich in vrij korte, opvallend modern klinkende zinnen, in niet te lange beschrijvingen met trefzekere details. Roth schrijft nuchter, soms met een spottende wending, maar met voelbaar onderliggende deernis. Ondanks het monomane geweld kent het verhaal een goed tempo, ook dankzij het per hoofdstuk verspringen van de tijd. Voor Roths doen is Tarabas als karakter en als verhaal aan de monothematische kant, al weet hij behendig voor afwisseling in de plot te zorgen.

De roman werd in 1934 vertaald door Nico Rost. In datzelfde jaar, na Roth’s vlucht uit Duitsland, zag de oorspronkelijke exilroman het licht bij Querido. De vertaling werd in 1937 en in 2006 heruitgegeven en is nu door Elly Schippers glansrijk overtroffen.