Boeken / Fictie

Lezen in de hel

recensie: Antonio Iturbe (vert. Joke Mayer) - De bibliothecaresse van Auschwitz

We kennen het allemaal: we pakken een boek om de realiteit even te vergeten. In Auschwitz is lezen geen onschuldig tijdverdrijf; boeken zijn namelijk ten strengste verboden. Lezen is een van de weinige manieren voor de gevangenen om aan de hel te ontsnappen, al is het maar voor even.

De gruwelijkheden van Auschwitz zijn bekend: meer dan een miljoen mensen zijn er op industriële wijze vermoord. Auschwitz staat sindsdien symbool voor het absolute kwaad in de mens, maar ook voor de onwaarschijnlijke weerbaarheid van diezelfde mens. Minder bekend is dat er in Auschwitz een familiekamp was, speciaal ingericht om de eventuele inspecteurs van het Rode Kruis om de tuin te leiden. In dit kamp stond een kinderbarak: blok 31.

Verbeelding en hoop
Blok 31 is officieel een kinderopvang voor een selecte groep gevangenen, maar doet clandistien dienst als school. Dita is de geheime bibliothecaresse van de school. De in Praag geboren veertienjarige wordt in december 1943 samen met haar ouders via Theresienstadt naar Auschwitz vervoerd. Daar ontfermt ze zich over de acht beduimelde boeken die het kamp zijn binnengesmokkeld.

Mochten de boeken ontdekt worden, dan zal Dita direct naar de gaskamer worden gestuurd. Waarom neemt ze dan elke dag weer dat enorme risico, alleen maar om wat boeken? Het antwoord: verbeelding. In de verbeelding kunnen de gevangenen zichzelf verliezen, maar bovenal: de verbeelding geeft hoop. En zonder hoop overleef je niet één dag in Auschwitz.

Het blijft vooral buitenkant
Lezen is een paradoxale bezigheid. Van de ene kant verlies je de werkelijkheid uit het oog, je vergeet de situatie waarin je je bevindt. Aan de andere kant zorgt lezen ervoor dat je de werkelijkheid het hoofd kunt bieden. Dat is wat goede boeken doen, ze werken twee kanten op. Dat is met dit boek helaas niet het geval. Het weet te weinig te raken en blijft daardoor op z’n meest een onderhoudende tijdsbesteding. Je leest over de meest gruwelijke dingen: de kou, de constante honger, de selecties, de gaskamer, de mensonterende leefomstandigheden. En toch komt het niet echt binnen; de modder, het bloed, ze blijven niet aan je plakken. Waar de boeken van andere Auschwitz-overlevers als Primo Levi en Imre Kertész je door elkaar schudden en de adem benemen, blijft dit in deze roman uit. Het blijft te veel buitenkant.

Dat deze roman niet echt beklijft, heeft een aantal redenen. Zo blijven de beschrijvingen vaak steken in clichés: het kamp is onmenselijk, de kou snijdend, de stank ondraaglijk. Daarnaast is Dita als personage niet uitgewerkt, ze heeft geen diepere gedachten. Ze is verdrietig als haar vader overlijdt, ze griezelt van de macabere kamparts Josef Mengele en ze verlangt naar huis. Wie niet? Een nieuwe kijk op de grootste moordmachine van de nazi’s biedt het boek hiermee niet.

Eindelijk doet het pijn
In juli 1944 wordt het familiekamp gesloten. Het Rode Kruis heeft Theresienstadt geïnspecteerd en als een prima opvang voor joden bevonden. Auschwitz zal dan ook wel een modelkamp zijn, is de gedachte. Dita en haar moeder worden in het voorjaar van 1945, met een korte tussenstop in Neuengamme, naar Bergen-Belsen getransporteerd. Daar wachten ze het einde van de oorlog af.

Het front komt steeds dichterbij, de ineenstorting van het Derde Rijk is aanstaande. Het water is afgesloten en er wordt geen voedsel meer uitgedeeld. Cholera en tyfus grijpen om zich heen, lijken worden niet meer begraven en de levenden creperen in hun bed of kijken apathisch voor zich uit. Hoe cru het ook mag klinken; eindelijk weet Iturbe de lezer te raken, eindelijk ruik je de stank, eindelijk voel je de pijn. Dit hoofdstuk is het beste uit het boek.

Bijna niemand komt nog in beweging. Velen zullen nooit meer een stap verzetten. Sommigen proberen het nog, maar hun dunne benen houden het niet en midden tussen de uitwerpselen zakken ze in elkaar. Anderen vallen neer op een lijk. Het is bijna niet meer te zien wie dood is en wie nog leeft.

Een paar dagen na de bevrijding van Bergen-Belsen overlijdt Dita’s moeder alsnog. De oorlog is voorbij en Dita keert terug naar Praag. Alleen.

Film / Achtergrond
special: Nieuwe tieten

NFF: Dicht op de huid

.

Nieuwe tieten is een documentaire van Sacha Polak over het feit dat ze drager is van het BRCA1-gen dat een 80% kans geeft op het ontwikkelen van borstkanker (zie ook Angelina Jolie). Haar moeder is er op 30-jarige leeftijd aan overleden. Sacha is ten tijde van de documentaire 29 en haar tieten zijn als een zwaard van Damocles, of zoals een vriendin met dezelfde genetische erfenis het noemt: twee bommen.

Met het verliezen van haar borsten en straks ook haar eierstokken blijft er weinig vrouw over. Haar vriend verzekert haar echter dat hij voor haar gekozen heeft en niet bij haar weg zal gaan. Hoe anders zou dit zijn wanneer zij met haar kinderwens bleef rondlopen en hij onvruchtbaar bleek te zijn? Vragen die aan de hand van deze documentaire opkomen, maar helaas onbeantwoord blijven.

~

Nieuwe tieten brengt existentiële thema’s voor het voetlicht, zonder er op in te gaan. De borsten en eierstokken van Polak zijn potentieel dodelijk, en moeten dus verwijderd worden; daarna kan het leven weer verder. Een dergelijke redenatie gaat voorbij aan enerzijds de wonderlijke stand van de techniek, waarin deze ingrepen – waaraan Sacha’s moeder nog overleed – mogelijk zijn. Anderzijds plaveit deze redenatie de weg tot hedonisme en oppervlakkigheid, hetgeen de film uitstraalt en wat Sacha als een onsympathiek mens wegzet.

Lijden zonder diepgang
De film is dicht op de huid gefilmd. Hierachter zat vermoedelijk de gedachtengang dat het een persoonlijk en intiem portret wilde worden, waarin de lijdensweg voelbaar wordt voor de kijker. Het resulteert echter in het gevoel dat het leed je door de strot gedrukt wordt. Er zit bijna een dwang achter, die elke kritiek op Sacha uitsluit omdat ze het zo moeilijk heeft. Wanneer haar vriend na een van hun twistgesprekken aangeeft dat hij het er moeilijk mee heeft, wordt hij weggezet als aansteller. Niet hij, maar zij is degene die het moeilijk heeft en mag vinden. Een nekslag voor het eventuele medeleven van de kijker. Jammer aan deze documentaire is dat het leed er te dik bovenop ligt en te exhibitionistisch wordt gebracht.

Film / Achtergrond
special: Hiv Hiv Hoera

NFF: Feesten, alcohol, een beetje drugs en seks

.

In Hiv Hiv Hoera volgt documentairemaker Peter Wingerden Pauline. Pauline is hiv-positief. De film opent met haar voorbereidingen van een vakantie naar Thailand. Eenmaal in Thailand heeft Pauline al gauw een vakantievriend, waarmee ze in korte tijd het bed deelt. Ze deelt de mannen mee dat ze hiv-positief is, maar dat door de aidsremmers de kans op besmetting nagenoeg nul is.

Pauline wordt geportretteerd als een hedonistische en extravagante vrouw, wiens leven voor een belangrijk deel uit feesten, alcohol, een beetje drugs en seks bestaat. Hiermee wordt ze een gemakkelijk projectiescherm om vooroordelen op kwijt te kunnen. Pas wanneer later in de film haar geschiedenis van verwaarlozing aan bod komt, alsmede hoe ze hiv opgelopen heeft, komen er scherven in het projectiescherm.

De film lijkt hoopvol te willen eindigen. De goede vooruitzichten die de aidsremmers geven, maken het inmiddels mogelijk een gezond, hiv-vrij kind te krijgen. Pauline heeft een kinderwens en heeft in Italië de man van haar dromen, Lorenzo, ontmoet. Ze wil het ditmaal anders aanpakken: niet direct naar bed, maar het verlangen een kans geven. Hiermee lijkt een wending in de film te zitten, een hoopvolle toekomst? De hoopgevende boodschap zit hem met name in de positieve levensstijl van Pauline. Enerzijds komt deze oppervlakkig en hedonistisch over, anderzijds toont het haar vechtlust tegen een slopende en stigmatiserende ziekte. 

Muziek / Album

Een definitief afscheid van het MTV toneel

recensie: MGMT - MGMT

.

En dan nog komt dat Grote Succes niet vanzelf: de gemiddelde band timmert doorgaans jarenlang aan een carrière en wacht al die tijd ongeduldig op de zwaarbevochten, grote doorbraak.

~

Voorbeelden zijn er legio: Kings Of Leon konden pas met hun derde cd het grote publiek aanspreken, The Black Keys hadden al vijf albums achter de kiezen voor ze eindelijk wat air play kregen in Europa. 

Zo is het echter niet gegaan met Andrew Vanwyngarden en Ben Goldwasser van MGMT. De bands eerste plaat Oracular Spectacular werd een instant bestseller die in de indie-geschiedenis nooit meer zijn gelijke zou kennen. Populaire hits als ‘Time to Pretend’, ‘Electric Feel’ en ‘Kids’ werden in de zomer van 2008 zo breed gesmaakt en grijsgedraaid dat MGMT als het ware tegen wil en dank op slag een popgroepje met wereldwijde bekendheid werd.

Doodgehypet
Overvallen (en licht gedegouteerd) door het succes  – het succes dat anderen zo graag willen –  besloten Andrew en Ben het in 2010 over een compleet andere boeg te gooien. Met hun tweede plaat Congratulations schudde het duo uit New York twee zomers later het leeuwendeel van haar fan base van zich af door een complexe prog rock/post-punk plaat te maken met hitfactor = 0*. Het album was an sich een dikke middelvinger in de richting van de glitter & glam van de popwereld, maar liet MGMT achter met veel geloofwaardigheid en een kleinere maar trouwe kern die hard fans.

MGMT dan, de naamloze derde plaat van Dré en Ben, is geen terugkeer naar de succesvolle popformules van Oracular Spectacular, maar een nieuwe, volgende stap in de eigenzinnige richting van Congratulations. Het album is een absolute verrukking van begin tot einde en werpt bij elke luisterbeurt een ander stroboscopisch licht op songs die je dacht al te kennen. Opnieuw is het een plaat geworden die niet echt toegankelijk is, doch wel extreem uitnodigend voor een trip door het gekke, psychedelische muzikale labyrint called MGMT. Waar je eerst dacht dat Dré en Ben gewoon even doodleuk elk knopje op hun synth uitproberen, krijg je vervolgens de indruk dat elk effect of ‘valse’ noot perfect op zijn plaats staat.

Weinig pop, veel grandeur
De hitfactor van MGMT mag zich deze keer dan wel  situeren rond 1,5 à 2*, het is verre van eenvoudig om enkele radio-klare songs uit het album te vissen. Opener ‘Alien Days’, ‘Introspection’ en ‘Plenty of Girls in the Sea’ zijn de songs die het gemakkelijkst in je oren blijven hangen. Het tweede nummer is echter een cover (van de sixties-band Faine Jade) en het derde is dermate onrepresentatief voor het album  – een song die insinueert: ‘als we willen, kunnen we pop maken, maar eigenlijk geven we er geen moer om’ –   dat het een release als single onwaarschijnlijk maakt.

Songs als ‘Astro-Mancy’, ‘A Good Sadness’ en ‘Cool Song No.2’ zijn voorbeelden van de crazy shit  van Congratulations die pas na een dozijn luisterbeurten hun genialiteit prijsgeven. Zoals we gewoon zijn van Vanwyngarden en Goldwasser bulken de teksten van grote, onsamenhangende levenswijsheden waar je tegelijkertijd alles en niets van snapt. Neem nu deze:

What if the beast escapes (apes have it good)/And separates like a cloud (loud like a fault)/
Seeps into the hollow bones/Wouldn’t its eyes expand/And zero in like a scope? (uit: Cool Song No.2)

‘Jaaa!’, denk je,  daarna ‘Huh?’ en vervolgens opnieuw ‘Maar jaaa!’  – misschien afhankelijk van welke drug op dat moment je hersens bevredigt/tormenteert. ‘Mystery Disease’ is het donkere kantje van het album. Als het moment waarop je wakker schrikt, badend in het angstzweet na een verschrikkelijke nachtmerrie ooit een soundtrack zou verdienen, is dit nummer een nominatie waard.

Komt dat zien!
MGMT is terug met een schitterende plaat en tourt bovendien deze maand door de Lage Landen. Mis zeker de kans niet om Vanwyngarden en Goldwasser live te zien trippen op 10 oktober in de Vredenburg in Utrecht. Mind-blowing, yoh.

* Statistics & Factors: Made Up On The Spot, 2013

Film / Achtergrond
special: NFF: Exit

Uitzetting kent enkel verliezers

Vijf asielzoekers zijn uitgeprocedeerd en moeten terug naar Guinee. De uitzetting verloopt echter niet geheel volgens plan.

~

Het lijkt allemaal zo mooi voor Amadou. Nog twee maanden en dan heeft hij zijn MBO verpleegkunde afgerond. Maar dan, als een donderslag bij heldere hemel, is Amadou uitgeprocedeerd en moet hij terug naar Guinee. Samen met vier landgenoten wordt hij naar het vliegveld vervoerd, waar uiteindelijk het vliegtuig klaar staat om hen af te voeren.

Er heerst verslagenheid onder de Guinezen. Ze willen in Nederland blijven, want ze zijn bang om vermoord te worden als ze eenmaal weer in Guinee aankomen. Door een fout belanden alle vijf  in dezelfde cel tijdens het bustransport van asielzoekerscentrum naar vliegveld. Het duurt niet lang of ze spannen samen in een laatste poging hun uitzetting te voorkomen.

Chaos en verbroedering

Exit onderscheidt zich door niet alleen de kant van de asielzoekers te belichten, maar ook die van de autoriteiten. Vanuit de asielzoekers gezien is hun handelen begrijpelijk. Hun standpunt is helder, maar Exit toont ook de andere kant. Alle betrokken autoriteiten, en dat zijn er nogal wat, moeten zich houden aan verschillende regels en internationale verdragen,  en ze raken verwikkeld in een onderlinge strijd. Alles lijkt goed geregeld, als je het voorstelrondje aan het begin van de film bekijkt, maar naarmate de chaos toeneemt en de Guinezen standvastiger worden, weet niemand meer wat hij of zij moet doen. Hoe nijpender de situatie wordt, hoe meer mensen eigen rechter gaan spelen in een poging de situatie op te lossen. Tegenstrijdige bevelen, planningen die in de soep lopen, onjuiste documenten en technische mankementen veroorzaken chaos binnen de gelederen van de marechaussee, de immigratiedienst en het plaatselijke politiekorps. Terwijl hun tegenstanders versplinterd raken, vindt in cel 8 verbroedering plaats. Als kijker zit je er middenin. De spanning neemt evenredig toe met de chaos die naar het einde toe ontstaat.

Zwart-wit

Regisseur Boris Paval Conen vertelde tijdens de Q&A na de voorstelling zelf een uitzetting te hebben mogen meemaken. Bij hoge uitzondering ervoer hij aan den lijve het leed van de uitgeprocedeerden, maar ook het effect op de betrokken autoriteiten. Mede daarom is Exit niet zwart-wit met goede en slechte personages, maar kent het louter verliezers. Saillant detail is dat de film is gebaseerd op een bestaand rapport van een uitzetting die plaats vond in september 2004.

Toch wilde Conen in eerste instantie niet letterlijk vertellen wat er is gebeurd. Exit is immers geen documentaire. Gewoon een goed, complex verhaal vertellen, dat ook nog eens spannend is, dat was het uitgangspunt. Exit is een televisiedrama en kan als gevolg daarvan fluiten naar veel prijzen (want het is al vertoond), maar dat neemt niet weg dat het een van de sterkste films is op het NFF en ook als zodanig werd gewaardeerd door de jury. Exit ontving terecht het Gouden Kalf voor beste televisiedrama, maar had makkelijk mee kunnen dingen voor die van beste film.

Muziek / Album

Ingehouden

recensie: Rick de Leeuw - Beter als

Toen de Amsterdamse band Tröckener Kecks in 2001 stopte, begon zanger Rick de Leeuw aan een nieuwe carrière.  Hij schreef een roman, acteerde, schreef een dichtbundel en toerde met Jan Hautekiet langs de Vlaamse en Nederlandse theaters. Ook werkte hij als filmregisseur, muziekproducer en radiopresentator.

In 2008 verscheen zijn eerste solo-cd Waar. Vijf jaar later is er het vervolg: Beter Als. De titel verwijst naar een foutieve Nederlandse vergelijking. In het gelijknamige titelnummer gaat het om het feit dat het voor de ik-persoon beter was geweest als hij niet aanwezig was. ‘Ze zullen me niet missen. Het is beter, beter, het is beter als ik hier nooit ben geweest,’ zingt de hoofdpersoon.

Aanwezigheid
Het thema van wel of niet aanwezig zijn speelt op het hele album een rol, zoals in ‘Mijn Vriend’, de akoestische, Dylaneske afsluiter. De vriend in het lied komt met een triest bericht over zijn naderende dood. Nu is het moment om alles te vergeten en tijd voor een glas. Voorlopig zijn we veilig, is de strekking.

Toch is Beter Als geen trieste plaat. Zo is ‘Mijn Liefste’ een uptempo lied waarin twee geliefden weer samen uitgaan, nadat ze een lange periode weinig tijd met elkaar hebben doorgebracht. Dat verlangen naar de ander komt ook tot uiting in ‘Ik weet dat jij er bent’, waarin de hoofdpersoon gescheiden is van zijn geliefde. Hoe groot de afstand tussen de twee ook is, ze weten dat ze er allebei zijn. Dat is een  geruststellende gedachte.

Religie
In ‘Van God Los’ lijkt De Leeuw definitief afscheid te nemen van zijn katholieke geloof. Er is niemand in de kosmos dus religie is zonde van je tijd. Om zijn verhaal te ondersteunen, zingt De Leeuw over hoe slecht hij is, tenminste: dat hoorde hij zeggen door mensen om hem heen. 

Een lekkere pop-luisterplaat is Beter Als niet geworden. Klinkt de opener ‘De Wilde Wereld’ nog uptempo, de twee volgende nummers, ‘Houd Me Stevig Vast’ en ‘Ik Weet Dat Jij Er Bent’, klinken alsof ze willen uitbreken terwijl ze in toom worden gehouden. Hetzelfde geldt voor ‘Vrienden’. Het zijn nummers die uitnodigen om ’s avonds laat te beluisteren, na een vermoeiende dag. 

De Leeuw gaat met zijn begeleidingsband nu langs de Nederlandse en Vlaamse theaters. Een mooi vooruitzicht, want het is een puik album geworden.

Boeken / Fictie

Op zoek naar het hier en nu

recensie: Siegfried Lenz (vert. Gerrit Bussink) - Bureau gevonden voorwerpen

Siegfried Lenz schreef in 2003 de roman Fundbüro, nu vertaald als Bureau Gevonden Voorwerpen, over het gelijknamige instituut op een Duits treinstation. Een verhaal over menselijke verhoudingen en maatschappelijke kwesties dat zeer moeilijk in een bepaalde tijd te plaatsen is.

Dat Lenz een meesterverteller is, heeft de inmiddels 87-jarige schrijver wel bewezen met zijn grote oeuvre en nog steeds niet aflatende productiviteit. Hij beheerst de zogenaamde kleinschrijverij als geen ander: eenvoudige personages in alledaagse omstandigheden staan tegelijk model voor het grote verhaal, de brede menselijke beweging in tijd en omgeving. De wijze waarop hij in Soldatenland (1985) de geschiedenis van een voormalig exercitieterrein verbindt aan een rauwe Noord-Duitse familierelatie is – ook nog in deze tijd – van grote klasse.

Messenwerper
In Bureau Gevonden Voorwerpen krijgt de 24-jarige Henry Neff op voorspraak van zijn oom een baantje op de afdeling voor verloren en gevonden spullen van de Duitse spoorwegen. Hij voelt zich er direct thuis en geniet van de uiteenlopende contacten met klanten: zij die hebben verloren en zij die hebben gevonden. Tot verrassing van zijn omgeving koestert hij geen enkele ambitie om hogerop te komen, hij is tevreden op dit ‘zijspoor’ waar de mogelijkheid tot promotie ten ene male afwezig is.

Neff verbaast zich erover wat mensen allemaal in de trein achterlaten. Hij krijgt te maken met de meest eigenaardige types, zoals een messenwerper die zijn messen is kwijtgeraakt en bij teruggave eerst moet bewijzen dat ze daadwerkelijk zijn eigendom zijn. Vooral is het zaak de gevonden bagage grondig te onderzoeken om eventueel zelf de eigenaar op te kunnen sporen.

Ouderwetse bureaucratie
Er is iets vreemds met dit boek. Geschreven in 2003 en vertaald in 2013 probeert het hardnekkig aansluiting te vinden bij de huidige tijd maar bereikt slechts een omgekeerd effect. Essentieel voor een roman is juist de indruk die ervoor zorgt dat de lezer na een aantal bladzijden in het goede timeframe zit en zich ongestoord kan laten meevoeren in het verhaal. Dat wringt in deze geschiedenis. Allereerst komt dat door het onderwerp: de afdeling ademt een sfeer van ouderwetse bureaucratie, met veel in te vullen formulieren, een chef in een glazen kantoor en een houten lessenaar waar men zich dient te melden. En geen computer te vinden.

Dan de omgangsvormen van de personages: iedereen spreekt elkaar aan met u. Dat is natuurlijk de vertaalde Duitse beleefdheidsvorm maar in een hedendaagse roman waar diverse leeftijden figureren is het een geforceerde formaliteit die de lezer doorlopend op het verkeerde been zet. Bijvoorbeeld als Henry zijn aantrekkelijke collega Paula – waar hij heimelijk verliefd op is – mee naar huis troont en zij het appartement bewondert met de opmerking: ‘Gezellig hebt u het hier’.

Frits van Egters
Toch weet Lenz nog wat actualiteit in te voegen die deze roman de moeite waard maakt. Er is sprake van een intimiderende motorbende die regelmatig Neffs buurt terroriseert, een bezoekende professor uit een Russisch achterland krijgt te maken met onvervalste vreemdelingenhaat en de spoorwegen moeten opboksen tegen een bezuinigingsoperatie waarbij duizenden banen zullen gaan sneuvelen. Ondertussen wordt Henry Neff steeds meer bevestigd in zijn zekere positie op het bureau Gevonden Voorwerpen.

De vormelijke taal en tijdgebonden stijl van Siegfried Lenz zorgen voor een verwarring die een objectieve beleving van deze roman danig in de weg staat. Enerzijds verkeren we in de bedompte wereld van Frits van Egters uit Reves De Avonden. Aan de andere kant lijkt het alsof we verzeild zijn geraakt in een nagekomen deel van Voskuils Het Bureau. Zou het kunnen zijn dat de oude meester de hedendaagsheid begint te verliezen?

Boeken / Fictie

Een nieuw lief voor Brusselmans

recensie: Herman Brusselmans - De qualastofont

.

De fascistische, racistische, seksistische, homofobe (en meer van dat soort foute zaken) Carlos Gardeboe is qualastofontonderzoeker aan een universiteit (wat een qualastofont precies is, wordt overigens pas op de laatste pagina’s van de roman duidelijk). Van wie hij zijn intelligentie geërfd heeft, is moeilijk te zeggen. Zijn impotente vader Sylvain is boer en zijn moeder Vanessa droomt alleen maar van potente negers op zonovergoten stranden. Misschien heeft hij het intellect dan van zijn grootmoeder Appolonia, die niet op kan houden over de literaire kwaliteiten van auteur Bertus Lomp.

Maagdelijkheid
Carlos lijkt het als qualastofontonderzoeker allemaal prima voor elkaar te hebben, maar ook hij heeft zijn demonen. Zo komen ’s nachts de zorgen en de nachtmerries:

Hij droomde binnen de twee minuten alwéér dat prinses Mathilde haar reet afveegde aan z’n gezicht. Maar nu werd hij daar in z’n droom niet geil van omdat prinses Mathilde waarschijnlijk bonen gegeten had want haar stront stonk verschrikkelijk. Of rotte vis, misschien had ze dat gegeten, in combinatie met die bonen. Hoe dan ook bleef ze maar vegen met die kont en het gezicht van Carlos raakte steeds meer bedolven onder een werkelijk heel dikke laag ranzige stront.

Bovendien maakt Carlos zich toch best wel veel zorgen over zijn maagdelijkheid, waar hij toch wel een keertje van af moet. Om nog maar te zwijgen over de problemen binnen het gezin. Vader, moeder, grootmoeder en zoon kunnen elkaar niet luchten of zien. Het zorgt voor veel emotionele momenten waarbij het toch moeilijk voor de lezer is om het droog te houden. Zo moet Vanessa weer tussenbeide komen als Carlos en Appolonia elkaar bijna aanvliegen:

Nu moet het gedaan zijn! Ik werk hier elke dag het zweet op m’n vagina om voor een leuk huisgezin te zorgen en dan krijg je iedere keer dit! Ik trek het niet meer, ik ga eraan ten onder, ik verzuip in het diepe.

Avontuur en vreemde personages
Hoe het verhaal zich ontwikkelt, vraagt u zich af? Nou, niet, eigenlijk. Brusselmans beschrijft simpelweg een weekend in het leven van Carlos Gardeboe. Een weekend vol avontuur en vreemde personages weliswaar, maar trouwe Brusselmansfans, wees gerust: ook dit verhaal gaat nergens naartoe. Brusselmans probeert op vertrouwd knullige wijze Carlos’ bizarre bezigheden van het weekend naar een nog onwaarschijnlijkere climax toe te schrijven, maar diepere lagen zijn natuurlijk afwezig.

Brusselmans liet met zijn vorige twee romans zien dat als hij ongelukkig is, hij de beste boeken schrijft. Watervrees tijdens een verdrinking en Mogelijke memoires waren dan ook ouderwets goed. Brusselmans heeft vast weer een nieuw lief gevonden, want de volslagen onzin in De qualastofont kan bij lange niet tippen aan de serieuzere, met somberheid doordrenkte voorgangers. De qualastofont is grappig en vermakelijk, dat zeker, maar ook niets meer dan dat.

Film / Achtergrond
special: NFF: 20 leugens, 4 ouders en een scharrelei

Manke vrouw als running gag

.

Het concept is leuk en typisch Nederlands: lastige puber Dylan (het scharrelei) woont bij zijn chagrijnige biologische moeder Emma en diens vegetarische vriendin Ilse. Emma breekt haar kaak en been tijdens een ruzie. Dylan verhuist tijdelijk naar zijn biologische vader Sjors en diens partner Bert. 

De film begint leuk, maar vervalt al snel in formulewerk. De ouders zijn enorme typetjes waarbij alle homo- en lesboclichés uit de kast worden getrokken. Schilderijen met ontblote torso’s en boeken met piemels erin, om maar eens wat te noemen. De enige die de banaliteiten en eenzijdigheid overstijgt is Mark Ram die de strenge, empathische en humoristische Bert speelt.

Film / Achtergrond
special: De verdediging van Robert M.

NFF: Advocaat van de duivel

Het verhaal van Robert M. is bekend, de rechtszaak voorbij en de gemoederen enigszins bedaard. De bak ellende die M.’s advocaten over zich heen kregen was niet mals. Hoe groot de impact op advocatenkantoor Anker & Anker was toont deze fascinerende documentaire.

‘Veel hadden ze niet te verliezen’, vertelt filmmaakster Maria Mok tijdens de Q&A op het NFF. ‘Ze’ zijn Wim Anker en Tjalling van der Goot. Robert M. was al publiekelijk veroordeeld voor het proces was begonnen. Niet alleen door media en het volk, maar ook door de politiek. Bovendien had hij bekend en was er enorm veel bewijsmaterial, voornamelijk door hemzelf vervaardigd.

Geen sterke zaak dus. ‘Een flinke kluif’, zoals Anker het zelf liever omschrijft. Maar waarom verdedig je zo’n persoon? Een monster, een kinderverkrachter? Het principe van een rechtsstaat is en blijft dat iedereen recht heeft op een verdediging, een verdediging die in dit geval zeer impopulaire maatregelen moet nemen om het belang van hun cliënt te behartigen. De rechtbank wreken, spreekrecht van ouders tegenwerken en 700 kinderpornofilms als onrechtmatig verkregen bewijs aanmerken, bijvoorbeeld.

Het hoort erbij

~

Voor zichzelf kunnen Anker en van der Goot het prima verkopen. Ze slapen goed en leggen koeltjes, zakelijk en duidelijk uit waarom ze Robert M. verdedigen en kunnen zich opwinden over alle politici en de Amsterdamse burgemeester die naar hun idee eigen rechter spelen. Ook wetsvoorstellen die specifiek ontworpen lijken te zijn voor Robert M. vallen niet in goede aarde bij de advocaten.

Ondanks die behouden instelling van Anker toont de documentaire ook de menselijke, persoonlijke kant van de advocaat. De beschrijvingen van de kinderporno wenst Anker niet te lezen, laat staan de porno zelf te bekijken. Die taak rest van der Goot. Het O.M. toonde de beelden en na het zien ervan zit van der Goot aangeslagen in de auto. ‘Het hoort erbij’, zegt hij uiteindelijk. Het is een veelgehoorde uitspraak die ook terugkomt na de talrijke doodsbedreigingen aan het adres van advocatenkantoor Anker & Anker.

Apart leesvoer
De verdediging van Robert M. toont de niet-publieke kant van het verhaal. Robert M. verleende zijn medewerking – enkele telefoongesprekken tussen hem en zijn advocaat zijn te horen – en Anker en van der Goot kunnen hun kant van het verhaal te vertellen. Want hoe hou je stand als persoon? Als advocaat is zo’n zaak eventueel te overzien, maar de persoon achter de advocaat krijgt het steeds zwaarder. Van der Goot leest bijvoorbeeld wekenlang dag in dag uit de beschreven versies van de kinderporno. ‘Sommige mensen lezen iets anders voor het slapengaan’, merkt hij laconiek op.

De zaak bleek groter en intensiever dan gedacht. Het is een emotionele uitputtingsslag, mooi gevangen door het duo Maria Mok en Meral Uslu. ‘Samen zijn we net een bolletje. Ik doe geluid, zij de camera en we regisseren samen. We dansen om de gebeurtenissen heen en weten wanneer we iets goeds hebben’, zegt Mok. En iets goeds, dat heeft het bolletje absoluut. De verdediging van Robert M. is een zeer compleet portret van verdediging en rechtssysteem en is zeer fascinerend om te zien.