Film / Films

Bedazzled

recensie: Bedazzled

.

Nog nooit zag de duivel er zo lekker uit als in Harold Ramis’ nieuwste comedy Bedazzled.
Het was aan Elizabeth Hurley de eer om deze smaakvolle duivel neer te zetten. Zij besluit het zieltje te winnen van Elliot Richards (Brendan Fraser), uiteraard in ruil voor zeven wensen.
Elliot is een sukkel. Zijn collega’s willen niet met hem omgaan en proberen hem buiten te sluiten. Elliot is goed van zin en blijft maar proberen contact te maken met zijn omgeving, maar dit alles tevergeefs. Wanneer zijn collega’s ook nog eens geconfronteerd worden met Elliots gevoelens voor hun mooie collega Allison valt hoongelach hem ten deel.

De duivel gaat het leven van Elliot op een ‘satanische’ manier verzachten. Wanneer Elliot rijk, machtig én getrouwd met Allison wil zijn, verandert de duivel hem in een Colombiaanse drugsdealer. De duivel heeft zo nog meer verrassingen in petto: een supergevoelige roodharige loser die al moet janken bij een zonsondergang, een kleinpiemelige topbasketbalspeler en een homoseksuele alwetende schrijver. Elliot komt er stap voor stap achter dat zijn droomleven

~

niet te verwerkelijken valt met één simpele wens. Rijkdom, macht en alwetendheid brengen toch meer met zich mee dan louter succes en geluk. Het geluk vindt Elliot dan ook dichter bij huis dan hij ooit had durven dromen.

Alle typetjes die Fraser neerzet zijn buitengewoon geestig en een lust voor het oog. De diversiteit van voorkomen is zo goed uitgebuit, dat je soms even heel goed moet kijken dat het Brendan Fraser wel is.

Het is niet terecht, zoals sommige critici beweren, dat Fraser geen goede comedyrollen neer zou kunnen zetten. Fraser is weliswaar geen comedypersoonlijkheid zoals Jim Carrey of Eddie Murphy, maar de verscheidenheid aan geestige rollen die Fraser gehad heeft in de loop van de tijd hebben bewezen dat hij wel degelijk een goede comedy-acteur is. Als duivel is Elizabeth Hurley allerminst angstaanjagend. Tja… misschien angstaanjagend lekker!
Haar streken duiden eerder op een goed gevoel voor humor dan van een satanisch karakter.

Wat jammer is aan Bedazzled is de rechtlijnigheid van het verhaal; Elliot doet een wens, deze komt uit en gaat vervolgens fout. Dit procédé wordt bij elke wens opnieuw gebruikt en dat had niet gehoeven. Met meer kwinkslagen en verrassingen was Bedazzled wel in de buurt gekomen van films als Groundhog Day en Analyse This.

Film / Films

The Beach

recensie: The Beach

Het uiterst hippe trio Danny Boyle, John Hodge en Andrew MacDonald (resp. regie, script en productie) heeft met The Beach alweer een uiterst hippe film afgeleverd, na Shallow Grave, Trainspotting en A Life Less Ordinary. In het verhaal, dat gebaseerd is op het gelijknamige cultboek van Alex Garland, staat de jonge Amerikaan Richard (Leo DiCaprio) centraal.

Richard is een soort neo-hippie, die net als veel van zijn generatiegenoten het “gewone leven” voor een tijdje achter zich laat om avontuur en verlichting te zoeken in Thailand. Hij vindt allebei in overvloed nadat hij een kaart van de behoorlijk gestoorde “Daffy” krijgt. Op die kaart is de lokatie van een paradijselijk eiland aangegeven, met daarop een perfect strand.

Samen met zijn hotelgenoten Etienne en Francoise (de onwaarschijnlijk mooie Virginie Ledoyen) gaat hij naar het eiland op zoek. Als ze het vinden, lijkt het een paradijs te zijn. Maar na verloop van tijd gaan er bepaalde dingen goed mis.

Richard is geen aardige jongen en hij liegt tegen de aardigste mensen. Hierdoor identificeren we ons vrijwel niet met hem, maar blijven we observerende buitenstaanders, met als grootste effect dat we zijn motivaties en beweegredenen niet altijd goed begrijpen.

Dit is een bekend effect bij onsympathieke filmpersonages, en de regisseur moet dit in zo’n geval met andere middelen proberen te compenseren. Boyle heeft dat op visueel terrein gedaan. De film ziet er fantastisch uit: de Thaise lokaties zijn ten volle benut en het schitterende camerawerk van Darius Kondhji (vooral bekend van zijn stijlvolle werk in Se7en) bevat een paar hele mooie visuele vondsten.

Tel hierbij op een paar gruwelijk realistische make-upeffecten, één enorm schrikeffect (je weet waar ik het over heb als je het ziet) en een erg goeie soundtrack van vaste David Lynch-kracht Angelo Badalamenti, aangevuld met de Grote Vier van de Britse dancescene (Leftfield, Orbital, Underworld en de Chemical Brothers), en je hebt met The Beach een topper in handen.

Film / Films

Memorabel deplorabel

recensie: Battlefield Earth

~

John Travolta is bekend geworden door films als Grease, Saturday Night Fever en natuurlijk Pulp Fiction (voor de 2 laatst genoemde films ontving hij zelfs een Oscarnominatie). Hij heeft sindsdien een aantal goeie films gemaakt (denk aan Face Off, Get Shorty en A Civil Action) en een aantal zeer middelmatige (herinner de zich eeuwig herhalende tv-film Look who’s talking).

In 2000 is er dan Battlefield Earth, een film over een superieur buitenaards ras dat in het jaar 3000 het heelal probeert over te nemen. De aarde gebruiken zij eigenlijk alleen nog maar om goud te winnen. Mensen worden als slaven behandeld, en ons ras is aan het uitsterven. Totdat één man (Barry Pepper, Saving Private Ryan) bedenkt dat nog niet alles verloren is en besluit op te staan tegen de Psyclo’s, het buitenaardse ras.

Dit is het verhaal in een notendop, verder hoef je er eigenlijk ook niets over te weten. Alles in de film is al eens gedaan (met dank aan Star Wars en The Matrix), maar Battlefield Earth weet het zo slecht over te doen dat het bijna memorabel te noemen is.

Het script klopt van geen kant en de schrijvers hadden totaal geen idee wat ze aan het doen waren. Hopelijk besluit regisseur Roger Christian om nooit van zijn leven meer een film te regisseren, hij dient het maar bij Art Direction te houden. Hier won hij immers ooit een Oscar voor (voor zijn werk in Star Wars).

Travolta dan. Ik ben niet degene die Travolta compleet zal afzeiken (en afschrijven) door zijn rol in deze film. Je ziet onder het belachelijke personage dat hij speelt (Hoofd beveiliging van de Psyclo’s) , toch een degelijke acteur die veel meer kan dan in zo’n B-film spelen.

Niets blijft Battlefield Earth bespaard. Ook critici in Hollywood stampten de film de grond in, en het was dan ook niet verrassend dat deze film alle “Razzies” in de wacht sleepte (de tegenhanger van de Oscars, voor de slechtste films van het jaar): slechtste film, slechtste regisseur, slechtste acteur (Travolta), slechtste script, slechtste bijrol (Pepper). En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Ongelooflijk dat een film met zo’n enorm budget (73 miljoen) zo enorm kan falen op alle mogelijke vlakken (script, acteren, regie, plot).

Diep triest, snel weer vergeten en nooit meer over praten.

Film / Films

Baise-moi

recensie: Baise-moi

.

Baise-moi is de eerste film in twintig jaar die in Frankrijk verboden werd. Daarmee werd Baise-moi bestempeld als pornografie. Maar ondanks de expliciete seksscènes heeft de film meer te bieden dan rauw seksueel vermaak.

Nadine (Karen Bach) pleegt in een impulsieve daad een moord. Zij vlucht en ontmoet toevallig Manu (Raffaëlla Anderson), en ook zij heeft het een en ander meegemaakt. Beide vrouwen gaan op reis door het Franse land. Ze laten alle normen en waarden varen en proberen met behulp van muziek, seks en geweld te ontkomen aan het alledaagse leven.

Met dit idee in het achterhoofd heb je al meteen een hele andere film voor je neus. Niet de geile en gewelddadige pornofilm waar je stiekem op hoopte, maar juist een grauwe vorm van realisme waar alles juist expliciet wordt benadrukt. Karen en Manu vinden geen genot in hun seksuele daden. Baise-moi, ofwel in het Nederlands ‘neuk me’, wordt het motto van de twee vrouwen. Ze neuken eerder omdat ze het goor vinden, net zo goor als hun eigen leven. Ze maken gebruik van de mannen die ze tegenkomen. De man is het zwakkere en dommere geslacht. Ze neuken ze en maken ze vervolgens af.

~

De droom van elke hardcore feministe? Nee: Baise-moi is allerminst een feministische film. Het gaat er niet om dat de vrouw sterker is, of dat er een statement gemaakt wordt voor de eigen wil van de vrouw. Het tegendeel is eerder het geval. De twee vrouwen zijn ernstig teleurgesteld door het leven. Ze hebben “besloten” op hun eigen harde manier het leven te bevechten. Dat dit een reis richting hel wordt geeft de film een somber en verloren gevoel. De existentiële angsten worden overwonnen door daden die bij nadere inspectie eigenlijk zo ontzettend banaal zijn dat er niets anders overblijft dan vechten. Waarvoor, dat weten Karen en Manu eigenlijk zelf ook niet meer.

Het is dan ook niet eerlijk deze film als pornografisch te bestempelen. Natuurlijk zijn de seksscènes gewoon pornografisch, maar deze vervullen een andere rol dan andere pornografische beelden. De expliciete beelden benadrukken de morele vervallenheid van de twee vrouwen. Op dit gegeven is veel commentaar geweest, het zou te makkelijk zijn om de kijker in een bepaalde hoek te duwen. Mij lijkt dat dit niet het geval is, nogmaals benadruk ik dat je deze film niet met een pornoblik moet aanschouwen. Baise-moi is gefilmd met een digitale camera. Deze geeft een rauw beeld dat uitstekend bij de film past.

Baise-moi is een eerlijke film met een hard standpunt. Maar hoe eerlijker je bent des te meer je wordt afgewezen. De film zelf is hier jammer genoeg het zoveelste voorbeeld van.

Film / Films

Baby Blue

recensie: Baby Blue

Peter en Marjan lijken aan het begin van Baby Blue gelukkig getrouwd: hij is verzekeringsagent, zij stewardess en samen wonen ze in een nieuwbouwwijk in Almere. Maar de situatie verandert snel als ze nieuwe overburen krijgen: het Britse stel Laura en Ron Wood (een eerbetoon aan de Stones-gitarist met dezelfde naam?). Ron is fotograaf en is vaak weg, even vaak als Marjan, en dus gaat Peter eens wat drinken bij Laura, Laura komt bij Peter eten, van het één komt het ander en een affaire is geboren.

Baby Blue ontwikkelt zich daarna van overspeldrama tot een thriller gemodelleerd naar films als Sleeping With the Enemy en The Hand That Rocks the Cradle, die begin jaren 90 zo populair waren.

Het script van thrillerauteur Tomas Ross is complex maar goed gestructureerd, maar zorgt jammer genoeg nooit voor echte spanning. Twee gegevens – de geschiedenis van Peters ex-vrouw en de verdwijning van een andere vrouw – verlagen het tempo alleen maar en geven het verhaal een bijna fataal gevoel van onrealisme.

Theo van Gogh laat zien dat hij een uitstekende acteursregisseur is met een goed oog: de film ziet er stijlvol uit, met een mooie aankleding en goede cameravoering en Roeland Fernhout is erg goed als antiheld Peter, die moeiteloos beweegt tussen nuchtere Hollandse jongen en sexy verleider en naar het einde toe heel geloofwaardig zelf de touwtjes in handen neemt.

Film / Films

Autumn In New York

recensie: Autumn In New York

.

Om met de deur in huis te vallen: Autumn In New York is een vreselijke film.

Uit piëteit voor een regisseur of acteur is het lullig om alle gedane moeite in een keer weg te vegen, maar soms kan het niet anders.
Het maakt mij niet uit waar een film over gaat, zolang het maar goed gedaan wordt. Juist dit is niet het geval bij Autumn in New York. De taglines beloven veel goeds: “She learned him how to love… He learned her how to live” en ook mooi: “He fell in love for the first time… she fell in love forever.”

Maar dat is allemaal gelul, niets van dit alles klopt!

Richard Gere is de rijke, succesvolle en o zo aantrekkelijke restaurateur Will Keane. Alle vrouwen vallen natuurlijk als een blok voor hem en zien hem als de ideale man. Will denkt hier anders over, hij ziet een vrouw slechts als sexpartner, om haar na een paar keer neuken weer in te ruilen voor een nieuwe. Winona Ryder is de jonge, lieve, naïeve maar ongeneeslijke zieke Charlotte – een mooie prooi voor sexy Gere!

Wat liefde en romantiek moet worden gaat niet verder dan wat dom gegrijns en slechte seksscènes. Onze Richard Gere houdt zoveel van Winona dat hij op slag een leuke andere vrouw op het dakterras neukt (“She learned him how to love…”) En waarom? Jawel: zoete lieve Richard Gere is bang voor de liefde! Kunnen we nou echt niets beter verzinnen!? Gelukkig excuseert Gere zich uitmuntend: “You’re a kid and I’m a creep.” Touché Gere – ik had je niet beter kunnen typeren.

Maar dan komt Gere erachter dan Winona ziek is, ongeneeslijk ziek! Winona is cool en wil niet geholpen worden, maar Richard vindt dit niet leuk en gaat op reddingstocht. Maar Richard, vergeet je niet iets? “Too much sex melts the brain!”
Natuurlijk gaat Winona dood. Het allerergste is dat Richard verdrietig alleen achterblijft… Richard heeft veel geleerd van de liefde.

Eerlijk is eerlijk, de cinematografie van Changwei Gu is prachtig maar niet besteed aan deze film; het is zoiets als urine in een mooi kristallen wijnglas schenken: het ziet er mooi uit, maar valt niet te drinken.

Film / Films

Apocalypse Now Redux

recensie: Apocalypse Now Redux

.

Coppola verplaatste Joseph Conrads Heart Of Darkness naar Vietnam. Het verhaal is zo langzamerhand wel bekend: kapitein Willard (Martin Sheen) krijgt de opdracht kolonel Kurtz op te sporen en hem vermoorden. Zijn missie “does not exist, nor it will ever exist.” Kurtz (Marlon Brando), zelf een van de beste soldaten, zag de schrijnende realiteit van de oorlog in. Diep teruggetrokken in Cambodja leidt hij zijn leven permanent vermengd met wanhoop en angst. Bij de lokale bewoners heeft kolonel Kurtz een goddelijke status verworven. Kurtz werd het symbool van de waanzin van de oorlog.

Tijdens zijn tocht over de Mekong naar Cambodja wordt stukje voor stukje de idiotie van de oorlog duidelijk. Waar de meeste oorlogsfilms één grote scène gebruiken om de waanzin van de oorlog weer te geven, lijkt Apocalypse Now meer gericht op het individu om uiteindelijk de universaliteit van de gevolgen van oorlog te kunnen benadrukken. Om een paar voorbeelden te noemen: het platgooien van een compleet dorp waar kolonel Kilgore (Robert Duvall) het klassiek geworden “I love the smell of napalm in the morning” opmerkt. Of te denken aan de scène waar Laurence Fishburne een familie op een vissersboot doodschiet omdat het meisje bewoog om haar hondje te pakken.

In de Redux-versie zijn verscheidende scènes toegevoegd: het plezier van de diefstal van Kilgore’s surfplank om te laten zien dat alles nog normaal is, en te benadrukken wat de rest van de gebeurtenissen met de soldaten doet. De playmates die seksueel uitgebuit worden voor helikopterbenzine, dit om te laten zien dat de soldaten en de playmates eenvoudigweg gebruikt worden door een maatschappij die zichzelf moreel durft te noemen. Een nieuwe scène waarin Marlon Brando de oorlog en de hypocrisie van de Amerikaanse overheid extra benadrukt. Op deze manier krijgt Kurtz aldus Coppola nog meer diepte zonder dat hij zijn mythische kracht verliest. De meest besproken toevoeging betreft de ontmoeting met de Franse plantage eigenaren. Het lijkt op een rustpunt in de film waar iedereen weer even mens lijkt te zijn. In het grillige gesprek tijdens het diner wordt evenwel de zinloosheid nogmaals onderstreept: “Why do we stay here? It keeps our family together. We fight to keep what is ours. You Americans fight for the biggest nothing in history.

De grote kracht van Apocalypse Now is dat de film diep in de angst, wanhoop en onvermogen weet af te dalen. Het is niet de oorlog met alle aanleidingen en excuses die van belang is, het is de mens die in een permanente staat van onmacht verkeert. Onmacht en realiteit die zo immens moeten zijn dat een kadaver er lekker van gaat van ruiken.

Apocalypse Now is een van de beste films ooit, om de film nu in de bioscoop te zien is een overdonderende ervaring die geen filmliefhebber aan zich voorbij mag laten gaan.

Film / Films

Any Given Sunday

recensie: Any Given Sunday

Oliver Stone staat bekend als het Geweten van Amerika: in films als Platoon, The Doors, Natural Born Killers en, als voorlopig hoogtepunt, JFK legt hij stukje bij beetje de obsessies, fouten en onvolkomenheden van dat land bloot. In Any Given Sunday, zijn nieuwste film die deze week in première gaat, richt hij zijn focus op het American Football en de financiële en emotionele drijfveren achter die sport.

Al Pacino speelt Tony D’ Amato, coach van de Miami Sharks. Hij moet als sportman van het oude stempel op zien te boksen tegen een wereld van machtsspelletjes, hebzucht en geld – veel geld.
Maar het verhaal is niet zo belangrijk bij Stone: dat vormt zoals gewoonlijk voor hem een kapstok om zijn meningen over Amerika aan op te hangen en die in beeld te brengen met zo veel mogelijk visuele flair. De manier waarop Stone in de montage beeld en geluid integreert dwingt bij iedere film opnieuw respect af; de manier waarop hij schijnbaar willekeurige beelden in vrijwel elke scène snijdt en het toch een coherent geheel laat zijn is op zijn minst indrukwekkend te noemen.
Zoals vrijwel elke film van Stone wordt ook Any Given Sunday bevolkt door een sterrencast: naast Al Pacino spelen ook Cameron Diaz, James Woods, Matthew Modine mee en zien we zelfs Charlton Heston in een dubbelrol voorbijkomen.

Any Given Sunday is door zijn rijke beeldtaal en flitsende montage geen clichématige sportfilm, maar bevat wel een aantal bekende elementen uit films die dat wel zijn: de oude trainer, de harde zakenman (in dit geval een vrouw), de briljante speler en natuurlijk de onvermijdelijke slotoverwinning. Mensen die van een goed verhaal houden, komen bij Any Given Sunday wellicht niet aan hun trekken; liefhebbers van technisch briljante en visueel overweldigende films moeten daarentegen zeker gaan kijken, want beter dan Oliver Stone zijn ze tegenwoordig bijna niet te vinden.

Film / Films

Angels Of The Universe

recensie: Angels Of The Universe

.

Het is niet alleen de schizofrenie die de IJslanders tot waanzin drijft. Achter het schijnbare succes ligt een diepgeworteld besef van de eigen wrange tijdelijkheid. Een tijdelijkheid die Fridrik Thór Fridriksson (Children of Nature, Cold Fever, Devil’s Island) telkens weer op een IJslandse manier weet samen te vatten in anderhalf uur. Zijn nieuwste film is een verfilming van het gelijknamige boek van de IJslandse schrijver Einar Már Gudmundsson. Gudmundsson schreef een indringend boek over zijn broer Páll, die langzaam maar zeker ten onder gaat aan zijn schizofrenie. Het boek werd bekroond met de literatuurprijs van de Noorse raad. Een verfilming van dit boek was dan ook een logisch vervolg op dit verdrietige succes.

Het leven lijkt voor Páll (Ingvar Sigurðsson) veel in petto te hebben: hij is een getalenteerd schilder, kan prachtige doldwaze verhalen vertellen en heeft een vriendin van goede komaf. Dat zijn vriendin de ‘doldwaze kunstenaar’ slechts gebruikt om zich af te zetten tegen haar ouders lijkt Páll niet te willen beseffen. Wanneer zij afspreken naar City Lights te gaan, komt ze niet opdagen. Páll loopt te ijsberen en kijkt uiteindelijk alleen naar City Lights, met twee kaartjes in zijn hand.

Deze confrontatie met de werkelijkheid veroorzaakt bij Páll een vorm van totale ontreddering. Waarom zo’n droevige film? Met een film als The Planet Of The Apes had hij zich wel kunnen verzoenen, waarom, de woordenstroom neemt niet meer af in zijn hoofd. Zijn hoofd doet pijn, maar de dokter wimpelt dat af en diagnosticeert zijn hoofdpijn als liefdesverdriet. Maar de pijn in zijn hoofd en hart blijkt een grotere kracht te bezitten dan de macht van welke vrouw dan ook. Páll wordt steeds wisselvalliger en vervalt steeds vaker in woedeaanvallen en in existentiële wanhoop. Páll raakt dermate ver van zichzelf verwijderd dat opname in een psychiatrische kliniek de enige oplossing lijkt te zijn.

~

In de kliniek maken we kennis met een stel kleurrijke figuren. Zo hebben we een stijlvolle bestudeerd man die denkt dat hij Hitler is, een ander schrijft alle liedjes voor de Beatles en stuurt ze telepathisch aan hen door, weer een ander heeft in China gestudeerd en promoveerde op een briljant proefschrift over Friedrich Schiller. In het ‘gekkenhuis’ ontmoeten de verschillende drop-outs elkaar. Lichtjes zijn ze bewust van de gebreken van de ander Langzaam komen ze uiteindelijk tot de conclusie dat de echte gekken buiten de kliniek leven.

De verschillende scènes met de gekken zijn enerzijds erg grappig maar anderzijds werken ze een onvermijdelijkheid in de hand. Het geluk van een klein moment, hoe hilarisch het ook moge zijn, zal nooit op kunnen wegen tegen de intrinsieke kracht van de zelfvernietiging. Fridriksson laat zien dat je hiervoor niet gek hoeft te zijn. Het ligt ten alle tijden op de loer, het enige wat we moeten leren is dit te kunnen relativeren. Op dit punt beland kunnen we in alle rust en vrede afstand doen van ons eigen leven… met een glimlach.

Het afglijden van Páll wordt op een fragmentarische manier weergegeven. Een goede keuze van Fridriksson. Op deze manier heb je de mogelijkheid meerdere facetten te belichten die wel een rol spelen, maar doorgaands niet op de voorgrond treden. Met eenvoudige maar zuivere beelden en lichteffecten wordt de wanhoop van Páll benadrukt en begrijpelijk gemaakt.

Ingvar Sigurðsson weet Páll de juiste emoties mee te geven. Van een eenvoudige glimlach tot sinistere woedeaanvallen, het komt allemaal diepemotioneel en indringend over. Voegen we hier nog een schitterende ijzige en sombere soundtrack van Hilmar Orm Hilmarsson en Sigur Rós aan toe, dan begrijpen we eindelijk de dichtregels van Sigfús Daðason:

Dromen: op de bodem ervan vermoedden we de nietsontziende aanval van de werkelijkheid

Film / Films

American Psycho

recensie: American Psycho

.

~

‘Evil never looked so damn good’, luidt de slogan waarmee American Psycho wordt aangeprezen. Na een uitgebreide marketingperiode is het dan zover en kunnen we de verfilmde versie van het omstreden boek van de Amerikaan Brett Easton Ellis zien.
Hoofdpersoon Patrick Bateman, belichaamd door Christian Bale, laat zich het best karakteriseren als de totale yup. Zevenentwintig jaar oud, woonachtig in Manhattan, vlak bij zijn werkgever Pierce & Pierce Banking Corporation, doet hij alles om fit te blijven. Maskertjes en poeders zorgen ervoor dat de coke en de drank hun sporen in ieder geval niet lichamelijk nalaten. Mooi zijn en blijven telt. Eten gebeurt nooit thuis, maar in zeer stijlvolle ettablissementen, die ‘in’ moeten zijn. Dat is belangrijk. ‘In’ zijn. Erbij horen. Over stijl praten met relaties (of zijn het vrienden?). Dit wat betreft het eerste gedeelte van de titel.

ampsycho05.jpgWat maakt deze goed geklede held dan tot een psychopaat? Verrassend genoeg zaagt hij meisjeslichamen aan gort (een kettingzaag wordt door het trappenhuis op het slachtoffer gegooid), praat aanvankelijk sympathiek met een zwerver om hem vervolgens glashard in zijn buik te steken. Scheldt wat op de Chinezen van de stomerij, omdat ze geen raad weten met de bloedvlekken in zijn double-breasted suits. Et cetera.

Deze film is heel misschien wel interessant voor hen die het boek niet gelezen hebben. Vierhonderd bladzijden worden nu omgezet in bijna twee uur film, waardoor de strekking wat vetter aangezet moet worden. Psycho is in deze film toch wel echt psycho, terwijl de contrasten in het boek veel minder scherp zijn. Daar heeft Patrick Bateman meer het karakter van een geniale overheerser, een sadist, ook over zijn vrienden, terwijl hij verfilmd ‘gewoon’ een gefrusteerd ventje is, met een grote afwijking, natuurlijk.
Lees het boek, zou ik zeggen en laat de film maar zitten. ‘Evil’ heeft er vaak beter uitgezien op het witte doek.