Film / Films

X-Men mist ‘drive’

recensie: X-Men

Ik zal het gelijk maar toegeven: ik heb nooit van comics gehouden. Natuurlijk heb ik m’n Suske & Wiske-, Lucky Luke- en Asterix-perioden gehad, maar die reken ik niet onder de comics; dat zijn stripboeken. Comics zijn maandelijks verschijnende, meestal Amerikaanse boekjes, gedrukt op super-goedkoop papier die gaan over superhelden in alle soorten en maten. Zo zijn daar good old Super-, Bat- en Spiderman, de Fantastic Four en nieuwere helden als Spawn.

~

En zo zijn daar de X-Men, na Batman de meest menselijke onder de superhelden. X-Men zijn eigenlijk “gewone” mensen die door een evolutionaire speling van het lot bepaalde gaven hebben ontwikkeld. Deze mutanten worden in de nabije toekomst beschouwd als gevaarlijk uitschot dat zo snel mogelijk geregistreerd en opgesloten moet worden.
De mutanten zijn verdeeld in twee groepen. De ene, onder leiding van professor Charles Xavier (Patrick “Picard” Steward), heeft een optimistische kijk op de relatie tussen de mens en de mutant, terwijl de andere, geleid door ene Magneto (Ian “Gandalf” McKellen) denkt dat er oorlog gaat komen tussen beide partijen.

xmen3.jpgAlhoewel in X-Men een grote groep mensen centraal staat, draait het eigenlijke verhaal om Rogue, gespeeld door Anna Paquin (één van de mooiste meisjes ter wereld die bekend werd met haar Oscarwinnende rol in The Piano). Zij loopt weg van huis omdat zij de krachten en herinneringen overneemt van degene die ze aanraakt (“The first boy I kissed was in a coma for three weeks”). Onderweg komt ze Wolverine tegen, een mutant die een metalen skelet heeft en daardoor als prijsvechter door het leven gaat.

Het grootste deel van de film wordt besteed aan de introductie van het X-Men-universum en dat is meteen het grootste probleem: het verhaal kabbelt maar een beetje voort. Het plot is niet dreigend genoeg om echt spannend te worden en er zijn teveel personages om je echt te kunnen identificeren met iemand.
Nu schijnt dit het eerste deel van een trilogie te zijn, en als dat inderdaad waar is, dan is het inleidende karakter van de film te begrijpen. Maar als losstaande film komt X-Men nogal tam over.

Film / Films

Three Kings

recensie: Three Kings

.

Het goud is gauw genoeg gevonden en de vier kameraden rekenen zich rijk. Snel laden ze de broodjes goud in Louis Vuitton-tassen, maar het loopt allemaal niet zo gesmeerd als ze denken. Tijdens hun strooptocht zien ze zich, na een aantal incidenten, genoodzaakt om het voor de woestijnbevolking op te nemen. Vier soldaten, een grote groep Irakese dorpelingen en een vreemde tocht door mijnenvelden en met limousines volgt.

Grote boodschap van deze film is dat het optreden van het Amerikaanse leger in de Golfoorlog laks was. Die boodschap ligt er dik op, maar is nergens storend. Aanvankelijk schuiven de goudzoekers de Irakezen ruw opzij; lastige vrouwen die voor hun baby’s om melk vragen, kunnen ze niet gebruiken.

De toon van de film is vrij hard. Scherpe grappen, gelikte actiescènes en gruwelijke oorlogstaferelen wisselen elkaar in vlot tempo af. De regisseur, David O. Russel, heeft zijn best gedaan om er geen standaardactiefilm van te maken. Bij tijd en wijle zijn de beelden schokkend, dan weer dramatisch en de cameravoering is documentaire-achtig en vernieuwend. Een voorbeeld van prachtig camerawerk is de schietpartij in het woestijndorpje, waar je je plotseling in een western waant.

George Clooney heeft lang in ER gewerkt en het komt dan ook goed uit dat hij in de buurt is als één van zijn partners in crime, Troy Barlow (goede rol van Mark Wahlberg), wordt neergeschoten. Buisje in de borst en lopen maar weer. De biddende Chief Elgin wordt vertegenwoordigd door Ice Cube en Spike Jonze zet een prima rol neer als Conrad Vig, de vierde koning, die er eigenlijk maar een beetje bij hangt. Toch maakt hij zeker deel uit van de goudzoekers, dus de enige aanmerking op deze harde film met prachtige beelden is de titel: Four Kings was beter geweest.

Film / Films

Toy Story 2

recensie: Toy Story 2

In 1995 brachten de Pixar Studios samen met Disney de eerste avondvullende film uit die geheel met behulp van de computer was gemaakt: Toy Story. De speelgoedfiguren die in die film werden geïntroduceerd zijn nu terug in Toy Story 2.

toystory2.gif

Cowboy Woody (met de stem van Tom Hanks) wordt door een speelgoedhandelaar gestolen en zijn vrienden gaan hem redden, onder leiding van space

~

ranger Buzz Lightyear (Tim Allen). Dat is in het kort de strekking van dit verhaal over vriendschap toy08.jpgin het leven van speelgoed, verpakt in een ultieme feel good movie vol energie en humor.

Toy Story 2 bevat een paar nieuwe personages wier karakters verrassend veel lijken op die van ons mensen, iets wat nog versterkt wordt door de verbluffende animatietechnieken; in een enkel geval (de snurkende handelaar) moest ik zelfs even goed kijken of de filmmakers geen echte acteur hadden gebruikt.

Zorg ervoor dat je op tijd in de bioscoop bent, want je krijgt voordat de film begint niet alleen Luxo Jr. te zien, het eerste, Oscarwinnende Pixarfilmpje, maar ook een minstens vijf minuten durende “trailer” van Disney’s nieuwste megaproject Dinosaur. Tijdens de aftiteling kun je een paar hilarische outtakes zien, vergelijkbaar met die aan het eind van A Bug’s Life.

Links:
Officiële Toy Story 2 site (Disney)
Pixar Animation Studios

Film / Films

Traffic

recensie: Traffic

.

Een Amerikaanse film over drugs is naar Nederlandse maatstaven vaak te excessief. Als er wordt gebruikt worden er meteen kilo’s tegelijk gesnoven, als er wordt gesmokkeld gaat het om honderden miljoenen en als er wordt opgetreden tegen drugs is een jointje al genoeg om je in de gevangenis te laten belanden. Amerikaanse drugsfilms zijn te zwart-wit.
Traffic is dat niet. Ten eerste omdat de film in drie kleuren is geschoten, ten tweede omdat regisseur Soderbergh alle aspecten van drugs aan bod laat komen. De smokkel, het gebruiken en de bestrijding. Traffic laat alle kanten zien, en toont ook dat het goede niet altijd wint.

Benicio del Toro mag aanstaande zondag zijn eerste Oscar in ontvangst gaan nemen, en wel voor zijn prachtige rol in Traffic. Hij speelt de Mexicaanse politieman Javier Rodriguez Rodriguez, die ontdekt dat er in de strijd tegen drugs meer speelt dan alleen goed en kwaad. In broeierig gele scènes zien we hoe hij en zijn partner Manolo (Jacob Vargas) steeds verder in het web van de machtige drugsbaronnen van Tijuana verstrikt raken. Del Toro speelt zijn rol van zwijgzame doch oprechte politieman fenomenaal, terwijl zulke karakters makkelijk tot karikaturen van zichzelf kunnen verworden. De rimpels in het voorhoofd van Rodriguez worden echter elke scène dieper.

~

Elders op het Noord-Amerikaanse halfrond, gefilmd in koele blauwtinten, woont rechter Robert Hudson Wakefield, gespeeld door Michael Douglas. Wakefield, net benoemd tot baas van de Amerikaanse drugsbestrijding, gelooft in zijn missie. De poten worden echter onder zijn stoel uitgezaagd door zijn dochter, die samen met schoolvriendjes zo’n beetje alles wat er te krijgen is door elkaar uitprobeert. Het shot waarin vader Wakefield de badkamer van zijn dochter doorzoekt terwijl zij stoned tegen de deur geleund staat is een van de mooiste uit de film. Erika Christensen speelt een goede rol met overtuigend wazige blikken.

Catherine Zeta-Jones speelt in de derde lijn, in gewone kleuren gefilmd. Als haar echtgenoot, Carlos Ayala, op een dag wordt opgepakt door de narcoticabrigade zit ze in eerste instantie met haar handen in het haar. Alle bankrekeningen zijn geblokkeerd, niemand wil haar nog geld lenen. Om haar zoontje te kunnen onderhouden besluit ze de zaak van haar man over te nemen. Twee agenten bewaken intussen de kroongetuige in het proces tegen haar man. Dennis Quaid is de enige acteur van het hele stel die wat minder goed overkomt. Hij speelt de adviseur van Ayala, die er eigenlijk met mevrouw vandoor wil.

Soderbergh heeft van Traffic een mooie, gelaagde film gemaakt. Het goede wint niet altijd, en waar succes wordt geboekt vallen ook slachtoffers. De laatste scène van de film, die we hier natuurlijk niet gaan weggeven, beeldt dat perfect uit. ‘No one gets away clean’, luidt de tagline. Helemaal waar. Een beetje cynischer en er zou ‘you win some, you lose some’ kunnen staan.

Film / Films

The Wedding Planner

recensie: The Wedding Planner

.

Als er hier in Nederland twee mensen gaan trouwen, regelen ze een zaaltje, een bandje en een fotograaf. Ze vragen een jolige oom of neef om ’s avonds als ceremoniemeester op te treden en dat is het wel ongeveer.

In Amerika gaat het even iets anders: daar zijn speciale bureaus die de hele planning voor je regelen, van de jurk tot uit Bali geïmporteerde boompjes en beelden voor in de tuin. In The Wedding Planner is Mary (Jennifer Lopez) precies dat: een huwelijksplanner. En een hele goede op de koop toe.

In het begin van de film wordt quasi-subtiel verzucht: “Kijk, daar gaat de huwelijksplanner. Wat zal die een romantisch leven leiden!”, maar al in het volgende shot zien we Jennifer een TV-diner opwarmen en alleen in bed stappen. Deze vrouw, die alles kan regelen voor twee verliefde mensen, moet het zelf zonder partner stellen.

~

Dit verandert als ze Steve (Matthew McConaughey) tegenkomt. Hij is een kinderarts die haar het leven redt en op wie ze na een avondje uit stapelverliefd wordt. Er is één probleem: Steve is verloofd – met een van Mary’s klanten.

The Wedding Planner is geen goede film. Het script is onder de maat en het verhaal is niet verrassend, met een einde dat je al anderhalf uur van tevoren ziet aankomen: natuurlijk krijgen ze elkaar. (Alhoewel dit niet per sé een slecht punt hoeft te zijn bij dit soort films, telt het hier slechts op bij de negatieve aspecten van deze film).

Met uitzondering van een scène in het ziekenhuis waar Steve werkt en een paar uitspraken van Massimo, de Italiaanse jongen die een oogje heeft op Mary, heb ik gedurende de hele film niet één keer hoeven lachen – geen goed teken bij een romantische komedie.

Aparte vermelding krijgt de muziek, die van het zwaar verouderde soort is dat ik in een documentaire eens “mickey-mousing” heb horen noemen. Hierbij wordt visuele informatie rechtstreeks vertaald in de muziek: versnelt een personage even zijn pas, dan hoor je meteen de standaard getokkelde strijkinstrumenten uit de Disney-cartoons (waar de term vandaan komt). De rest van de soundtrack wordt opgevuld door gladde popdeuntjes die allemaal bijdragen aan de wegwerpkwaliteit van de hele film.

The Wedding Planner is geen goede film. Sterker nog: The Wedding Planner is een volstrekt nietszeggende, onoriginele “romantische komedie” die het verdiend had om meteen op video te worden uitgebracht.

Film / Films

Amerikaans heldengeblaat in Duitse U-boot

recensie: U-571

.

u571.jpg

In de recensie van U-571 kon zelfs de Volkskrant-recensent zich niet langer inhouden en schreef uit pure frustratie: “Regisseur Mostow veegt alle voorhanden liggende cliches bij elkaar. En dat in een tijd waarin bioscoopeigenaren klagen over een tekort aan doeken, waardoor voor waardevolle kwaliteitsfilms geen plaats is (zeggen ze), wordt voor zo’n volstrekt nutteloze film toch maar mooi 65 (!) theaters vrijgemaakt.”

Het is april 1942, en de duikbotenoorlog is in volle gang. Als bij de Duitse duikboot U-571 de motoren uitvallen seint de bemanning om hulp. Het signaal wordst opgevangen door de Amerikanen, die een duikboot sturen (met onder haar bemanningsleden Harvey Keitel en Matthew McConaughey). Niet om de Duitsers naar de kelder te jagen, maar om ze de Enigma te ontfutselen, een kostbare coderingsmachine.

De reactie van de recensent is slechts een voorbeeld van de vele frustraties die je bekruipen tijdens de film. Toegegeven: er valt weinig te klagen over de vele bloedstollende actie-momenten tijdens de film, al gaat er wel opvallend veel net goed. Doch de over-Amerikaanse toon in het verhaal is om letterlijk zeeziek van te worden. Tijdens de vele dieptebombardementen en de undercover-acties is de film prima te verdragen, maar zodra onze helden hun mond opendoen komt er weinig meer uit dan heldengeblaat over doorzetten voor de natie, slachtofferen en “vuur!”.

Ga vooral naar U-571! Neem de soundtrack-cd van Saving Private Ryan mee in je discman, en draai die tijdens de film. Zonder geluid is hij vast een stuk beter te verdragen.

Muziek / Album

Supertramp – It Was The Best Of Times

recensie: It Was The Best Of Times

.

~


Soms struin je door de stapel elpees van je ouders, op zoek naar de muziek die zij vroegen wisten te waarderen. Je hebt een dikke kans dat je tussen de Beatles en de Stones ook wel een plaat van Supertramp vindt. Deze band heeft door de jaren heen een groot aantal albums geproduceerd en ook een navenant aantal hits gehaald.

De band had al een tijd niet op het podium gestaan toen ze weer met een wereldtoer begonnen. Deze bleek zo goed te lopen dat er van deze series optredens een dubbel CD is gemaakt.

Nieuwe nummers worden afgewisseld met klassiekers als Breakfast in America, The logical song en School. Het is frapant om te horen dat de band ondanks het feit dat ze lang niet op het podium heeft gestaan niet statisch is geworden. Nog steeds klinken de live opnamen goed, degelijk en spontaan. Dit is opvallend omdat de band met een grote bezetting van acht man op het podium van de Royal Albert hal in Londen staat. Maar deze bezetting lijkt de band goed te bevallen.

Concluderend kunnen we dus zeggen dat deze live plaat een welkome aanvulling is de op stapel al aanwezige platen van Supertramp. Ondanks het feit dat de band al enkele jaren bestaat zijn de nummers op het album levendig gebracht, zonder daarbij de passie voor de muziek te verliezen.

Muziek / Album

The Skatalites – Ball of Fire

recensie: The Skatalites

.

Jaaaaah, jongens en meisjes, de zomer heeft haar intrede gedaan en de grote vuurbal staat reeds hels brandend aan de hemel. Vandaar dat het tijd werd voor een vrolijke toon in de 8Weekly. Dat is iets was de The Skatalites zeker wel toevertrouwd is, hun vrolijke op de reggae gebaseerde ska zal bijkans ieder paar benen enthousiast doen laten bewegen.

The Skatalites zijn goede vertegenwoordigers van de zogenaamde Jamaicaanse ska. Lichtelijk generaliserend kun je zeggen dat er twee soorten ska zijn te onderscheiden: de Jamaicaanse ska en de Engelse ska. Tot de Jamaicaans georiënteerde ska behoort datgene waarin de reggae invloeden sterk voelbaar zijn, terwijl de Engelse ska de reggae over het algemeen achter zich laat en zich meer op de dansbaarheid richt. Madness, ondermeer bekend van Baggy trousers en het door de televisieserie The Young Ones populair geworden Our House, is een uitstekend voorbeeld van de Engelse ska.

The Skatalites doen het echter wat rustiger aan, hoewel de muziek nooit zo rustig wordt als de originele reggae van Bob Marley of Peter Tosh; de blazers blijven de overhand behouden en er kan ten overvloede gedanst worden op de klanken van Ball of fire. Twee uiterst bekende nummers zijn in het album opgenomen; ten eerste hebben ze de alom gewaardeerde James Bond theme in een ska jasje gestoken en daarnaast hebben ze het onder ska liefhebbers bekende, onder meer het Groningse Jammah Tammah heeft er een versie van uitgebracht, Occupation op geheel eigen wijze gebracht. De gehele ceedee is instrumentaal, wat verschillende reacties oproept. De één vindt het maar niks dat er geen zang waar te nemen is op het album, terwijl de ander, waaronder uw recensent, van mening is dat het feit dat de ceedee instrumentaal is geen enkel probleem vormt, omdat daardoor de kwaliteiten van de afzonderlijke muzikanten duidelijk naar voren komen.

Op Lowlands 1999 was het ska-genre ruim vertegenwoordigd en The Skatalites hadden als grondleggers van de ska de eer om het festival af te sluiten. De band stond tegenover de Chemical Brothers en het Nederlandse 7Zuma7. Uw recensent heeft zowel The Skatalites als de Nederlandse rockers gezien, maar kon toch zonder enige twijfel vaststellen dat The Skatalites de betere waren. Hoewel ik de Chemical Brothers niet gezien heb, schijnt het dat ook dat zij zeer goed waren. Maar daar was het overmatig druk, met als gevolg dat dansen niet reëel tot de mogelijkheden behoorde. Bij The Skatalites kon dit prima; daar was het gezellig, maar niet te druk.

Film / Films

Unbreakable

recensie: Unbreakable

.

Ik zie dubbel. Mijn binnenste oogspieren staan te ver naar voren, waardoor ik altijd twee plaatjes over elkaar heen zie. Ik ben er al eens voor geopereerd, waarna het een tijdje goed ging, maar nu is het weer net zo als voor de operatie. Het is een beetje lastig met komkommer snijden en autorijden door smalle straatjes, maar ik kan er mee leven.

unbreak01.jpgEr zijn namelijk mensen die het veel slechter hebben dan ik: mensen met rood haar, mensen in een rolstoel, mensen die ziektes hebben met lange Latijnse namen – of juist hele korte. Er zijn mensen die bij het kleinste stootje gruwelijke kneuzingen of zelfs botbreuken oplopen.
Maar zouden er dan ook mensen zijn bij wie het omgekeerde het geval is? Die nooit ziek zijn, nooit iets breken, die zonder één schrammetje op te lopen uit een autowrak worden getild? Onbreekbare mensen?
Om die vragen draait het in Unbreakable, de nieuwste film van Manoj Nelliyattu (M. Night) Shyamalan, regisseur van de surprise-hit van vorig jaar, The Sixth Sense.

Bruce Willis speelt de beveiligingsbeamte David Dunn, die op een dag bij een treinongeluk betrokken raakt. Niemand overleeft de crash, behalve David. Sterker nog: hij is volledig ongedeerd. Het voorval haalt het nieuws en David komt in contact met Elijah (Samuel L. “bad hair day” Jackson), een man die door een botziekte al 54 keer in het gips heeft gezeten. Elijah handelt in comics, op goedkoop papier gedrukte Amerikaanse stripboekjes die gaan over superhelden in alle soorten en maten.

~


Het einde van de film voelt als het slot van een thriller – iets dat Unbreakable niet is. Het is een studie over hoe een man met zijn krachten omgaat en hoe zijn gezin daar mee leert leven, maar geen thriller.

Muziek / Achtergrond
special: Expositie Anton Corbijn in het Groninger Museum

Corbijn laat al zijn kleuren zien

.

00w16-01.jpgAls je door de tentoonstelling van het werk van celebrityfotograaf Anton Corbijn loopt, valt je telkens op dat de foto vaak bekender is dan de fotograaf. Hoe vaak zie je niet een videoclip, maar heb je eigenlijk geen idee wie de maker ervan is? De artiest blijft echter vaak wel hangen, en daar is die video natuurlijk ook voor bedoeld.

~

Vijfentwintig jaar werk van Corbijn staat nu samengevat in de negen felgekleurde zalen van het museum. Het is erg mooi om te zien hoe Corbijn door de jaren heen van verschillende technieken gebruik heeft gemaakt. Het begon met de normale zwart-wit foto´s, terwijl daar later de bekende bruine kleur aan toegevoegd werd. In deze stijl publiceerde de fotograaf ook een tijd lang in het muziektijdschrift Oor.

00w16-03.jpgNa deze stijl maakte Corbijn nog een uitstapje naar de kleurfotografie, waarbij hij in de donkere kamer dusdanig ver ging dat het resultaat vaak meer grafisch dan fotografisch was. De hoes van het U2 album “Achtung baby” is hier een goed voorbeeld van. Tegenwoordig werkt Corbijn met een blauwe kleur die de zwart-wit tekening aanvult.

~

In deze tentoonstelling valt verder de zaal op, die volledig aan de zanger van U2, Bono Vox is gewijd. Anton Corbijn blijkt al jarenlang goed bevriend te zijn met Bono en het was dan ook geen onverwachte keuze dat het Bono was die de tentoonstelling opende. Vanaf het U2 album, “The Joshua Tree”, waarvoor Corbijn de omslag maakte wordt een verslag gedaan van hoe Bono door de jaren heen veranderde. Mooi om te zien is hoe de houding van de zanger tot de camera door de jaren heen anders wordt.

00w16-05.jpgIn tegenstelling tot de overzichtstentoonstelling van Corbijn in 1994 in het Stedelijk Museum van Amsterdam is het wereldberoemde portret van Miles Davis niet in deze tentoonstelling opgenomen. Dat is spijtig als je het mij vraagt, omdat dit toch tot één van de beste foto´s van Corbijn gerekend mag worden. Toch is het niet verwonderlijk als je bedenkt hoeveel celebrities Corbijn in de laatste 25 jaar voor de camera heeft gehad. Als je al deze foto´s ten toon zou stellen had je waaarschijnlijk in het Louvre in Parijs zelfs nog niet genoeg ruimte.

~

Toch is dit een mooie tentoonstelling geworden, waarin je elke keer weer verrast wordt door een foto die je kent, soms van een CD hoesje, soms uit een tijdschrift. En elke keer blijkt er die ene Groninger achter al deze foto´s te zitten.