Muziek / Album

Toad the Wet Sprocket – Coil

recensie: Coil

.

~


Was het niet in de zomer van ’97? Diploma net op zak, korte broek en t-shirt mee en op weg naar het onbekende. Waterdichte reisverzekering afgesloten en toch werd mijn hart gestolen. Niet door dat ene meisje uit het Overijsselse Ommen, maar door ‘de nieuwe’ van de uit Santa Barbara afkomstige groep Toad the Wet Sprocket.

Op de cd Coil laten voormannen Glen Phillips en Todd Nichols (beide vocals en gitaar), bijgestaan door hun trouwe tweevoeters Dean Dinning (bass) en Randy Guss (drums), zich van hun beste kant horen. En terecht, want het evenaren van voorganger Dulcinea (’94) vereist een absolute winners-mentaliteit. Toad levert met Coil een album af dat staat als een huis. Met de luchtige, zeer toegankelijke gitaar-muziek van de openingsnummers Whatever I Fear, Come Down en Rings, in combina-tie met het hartver-warmende stemge-luid van Phillips en Nichols, geeft het kwartet een geniaal visitekaartje af. Deze nummers worden gevolgd door artistieke meesterwerk-jes als Dam Would Break en All Things In Time, die zowel qua muziek als tekst meer diepgang hebben. Iets minder zomers, maar deze kunststukjes promoveren de ‘Kunst van het luisteren naar Muziek’ tot doodeenvoudig genieten.

~


Zoals iedere uitzondering een regel bevestigt, zo heeft iedere briljante cd wel een of twee lelijke eentjes in het assortiment. Eerlijk is eerlijk; de nummers Desire en Little Buddha zijn, voor de reeds verwende luisteraar, echte tenenkromers. Het behang begint spontaan van de muren te krullen bij het horen van deze ‘hoofdpijn-hits’. Toch mag dit vreemdelingenlegioen, in vergelijking met de rest van de cd, de muzikale feestvreugde niet derven. Een nummer als Dam Would Break doet mij keer op keer verbazen over het feit dat deze groep internationaal nooit is doorgebroken. Het in 1999 opgeheven gezelschap is in Nederland niet verder gekomen dan een beschei-den hitje in de vorm van Walk On The Ocean (’92), afkomstig van het album Fear. Maar ook in de VS heeft Toad nooit de erkenning gekregen, waar de groep zonder twijfel recht op heeft.

Muziekliefhebbers aller landen, verenigt u! Doe uw vrienden, bekenden en huisgeno-ten een plezier en volg mij in mijn missie om de hele wereld Toad the Wet Sprocket aan te prijzen.

Muziek / Album

Van Dik Hout

recensie: Van Dik Hout

.

~


Eindelijk, na letterlijk jaren twijfelen heb ik dan deze debuut CD van “Vandikhout” aangeschaft. Als geruime tijd was ik in het bezit van de CD single “’s Nachts in mijn dromen”, die tevens als bonus CD een tijd bij het album “Vandikhout” is meegegeven. Op deze bonus CD komt zonder enige twijfel de sterkste kant van de band naar voren, namelijk hun ongelooflijke talent om live op te treden. Vandaar mijn huiver om de originelen van de nummers aan te schaffen.

Toch is het album niet zo stoffig als andere debuutalbums. Misschien klinkt de band wat gladder dan als wat er in hun latere werk naar voren komt, maar de kracht van de nummers is hierdoor niet verdwenen. Lekkere teksten met een hoog frustratie gehalte, als was het geschreven door Alanis Morissette, maken dat de nummers lekker zijn om te beluisteren en mee te brullen. “Er is niemand die meer dan ik, zal weten over jou” uit de song “Alles of niets” is zo’n perfect waarheid als een koe die op sommige momenten fantastisch is om te horen. Met dit nummer is dan ook een van de toppers van deze CD genoemd.

Vandikhout - Vandikhout
Wel blijkt uit de CD dat de band nog niet zo volwassen is als tegenwoordig. Zo lijken de intro’s van “Laarzen aan mijn voeten” en “’s Nachts in mijn dromen” eigenlijk best op elkaar, en maken dit soort overeenkomsten het album af en toe eens wat eentonig. Ook zijn de teksten goed, maar staat de CD wel bol van de negatieve, niet ver doordachte teksten. Maargoed voor elke stemming is er een geschikte CD denk ik maar.

Over het algemeen is dit dus een mooi debuut van de band, die live wel minstens net zo goed over weet te komen als in de studio. De band is op dit album nog duidelijk aan het groeien, wat ze later ook bewezen hebben in de drie albums die er daarna nog uitgekomen zijn. Desalniettemin is het echt een leuke CD. En is hij inmiddels ook gunstig geprijsd.

Film / Films

X-Men mist ‘drive’

recensie: X-Men

Ik zal het gelijk maar toegeven: ik heb nooit van comics gehouden. Natuurlijk heb ik m’n Suske & Wiske-, Lucky Luke- en Asterix-perioden gehad, maar die reken ik niet onder de comics; dat zijn stripboeken. Comics zijn maandelijks verschijnende, meestal Amerikaanse boekjes, gedrukt op super-goedkoop papier die gaan over superhelden in alle soorten en maten. Zo zijn daar good old Super-, Bat- en Spiderman, de Fantastic Four en nieuwere helden als Spawn.

~

En zo zijn daar de X-Men, na Batman de meest menselijke onder de superhelden. X-Men zijn eigenlijk “gewone” mensen die door een evolutionaire speling van het lot bepaalde gaven hebben ontwikkeld. Deze mutanten worden in de nabije toekomst beschouwd als gevaarlijk uitschot dat zo snel mogelijk geregistreerd en opgesloten moet worden.
De mutanten zijn verdeeld in twee groepen. De ene, onder leiding van professor Charles Xavier (Patrick “Picard” Steward), heeft een optimistische kijk op de relatie tussen de mens en de mutant, terwijl de andere, geleid door ene Magneto (Ian “Gandalf” McKellen) denkt dat er oorlog gaat komen tussen beide partijen.

xmen3.jpgAlhoewel in X-Men een grote groep mensen centraal staat, draait het eigenlijke verhaal om Rogue, gespeeld door Anna Paquin (één van de mooiste meisjes ter wereld die bekend werd met haar Oscarwinnende rol in The Piano). Zij loopt weg van huis omdat zij de krachten en herinneringen overneemt van degene die ze aanraakt (“The first boy I kissed was in a coma for three weeks”). Onderweg komt ze Wolverine tegen, een mutant die een metalen skelet heeft en daardoor als prijsvechter door het leven gaat.

Het grootste deel van de film wordt besteed aan de introductie van het X-Men-universum en dat is meteen het grootste probleem: het verhaal kabbelt maar een beetje voort. Het plot is niet dreigend genoeg om echt spannend te worden en er zijn teveel personages om je echt te kunnen identificeren met iemand.
Nu schijnt dit het eerste deel van een trilogie te zijn, en als dat inderdaad waar is, dan is het inleidende karakter van de film te begrijpen. Maar als losstaande film komt X-Men nogal tam over.

Film / Films

Three Kings

recensie: Three Kings

.

Het goud is gauw genoeg gevonden en de vier kameraden rekenen zich rijk. Snel laden ze de broodjes goud in Louis Vuitton-tassen, maar het loopt allemaal niet zo gesmeerd als ze denken. Tijdens hun strooptocht zien ze zich, na een aantal incidenten, genoodzaakt om het voor de woestijnbevolking op te nemen. Vier soldaten, een grote groep Irakese dorpelingen en een vreemde tocht door mijnenvelden en met limousines volgt.

Grote boodschap van deze film is dat het optreden van het Amerikaanse leger in de Golfoorlog laks was. Die boodschap ligt er dik op, maar is nergens storend. Aanvankelijk schuiven de goudzoekers de Irakezen ruw opzij; lastige vrouwen die voor hun baby’s om melk vragen, kunnen ze niet gebruiken.

De toon van de film is vrij hard. Scherpe grappen, gelikte actiescènes en gruwelijke oorlogstaferelen wisselen elkaar in vlot tempo af. De regisseur, David O. Russel, heeft zijn best gedaan om er geen standaardactiefilm van te maken. Bij tijd en wijle zijn de beelden schokkend, dan weer dramatisch en de cameravoering is documentaire-achtig en vernieuwend. Een voorbeeld van prachtig camerawerk is de schietpartij in het woestijndorpje, waar je je plotseling in een western waant.

George Clooney heeft lang in ER gewerkt en het komt dan ook goed uit dat hij in de buurt is als één van zijn partners in crime, Troy Barlow (goede rol van Mark Wahlberg), wordt neergeschoten. Buisje in de borst en lopen maar weer. De biddende Chief Elgin wordt vertegenwoordigd door Ice Cube en Spike Jonze zet een prima rol neer als Conrad Vig, de vierde koning, die er eigenlijk maar een beetje bij hangt. Toch maakt hij zeker deel uit van de goudzoekers, dus de enige aanmerking op deze harde film met prachtige beelden is de titel: Four Kings was beter geweest.

Film / Films

Toy Story 2

recensie: Toy Story 2

In 1995 brachten de Pixar Studios samen met Disney de eerste avondvullende film uit die geheel met behulp van de computer was gemaakt: Toy Story. De speelgoedfiguren die in die film werden geïntroduceerd zijn nu terug in Toy Story 2.

toystory2.gif

Cowboy Woody (met de stem van Tom Hanks) wordt door een speelgoedhandelaar gestolen en zijn vrienden gaan hem redden, onder leiding van space

~

ranger Buzz Lightyear (Tim Allen). Dat is in het kort de strekking van dit verhaal over vriendschap toy08.jpgin het leven van speelgoed, verpakt in een ultieme feel good movie vol energie en humor.

Toy Story 2 bevat een paar nieuwe personages wier karakters verrassend veel lijken op die van ons mensen, iets wat nog versterkt wordt door de verbluffende animatietechnieken; in een enkel geval (de snurkende handelaar) moest ik zelfs even goed kijken of de filmmakers geen echte acteur hadden gebruikt.

Zorg ervoor dat je op tijd in de bioscoop bent, want je krijgt voordat de film begint niet alleen Luxo Jr. te zien, het eerste, Oscarwinnende Pixarfilmpje, maar ook een minstens vijf minuten durende “trailer” van Disney’s nieuwste megaproject Dinosaur. Tijdens de aftiteling kun je een paar hilarische outtakes zien, vergelijkbaar met die aan het eind van A Bug’s Life.

Links:
Officiële Toy Story 2 site (Disney)
Pixar Animation Studios

Film / Films

Traffic

recensie: Traffic

.

Een Amerikaanse film over drugs is naar Nederlandse maatstaven vaak te excessief. Als er wordt gebruikt worden er meteen kilo’s tegelijk gesnoven, als er wordt gesmokkeld gaat het om honderden miljoenen en als er wordt opgetreden tegen drugs is een jointje al genoeg om je in de gevangenis te laten belanden. Amerikaanse drugsfilms zijn te zwart-wit.
Traffic is dat niet. Ten eerste omdat de film in drie kleuren is geschoten, ten tweede omdat regisseur Soderbergh alle aspecten van drugs aan bod laat komen. De smokkel, het gebruiken en de bestrijding. Traffic laat alle kanten zien, en toont ook dat het goede niet altijd wint.

Benicio del Toro mag aanstaande zondag zijn eerste Oscar in ontvangst gaan nemen, en wel voor zijn prachtige rol in Traffic. Hij speelt de Mexicaanse politieman Javier Rodriguez Rodriguez, die ontdekt dat er in de strijd tegen drugs meer speelt dan alleen goed en kwaad. In broeierig gele scènes zien we hoe hij en zijn partner Manolo (Jacob Vargas) steeds verder in het web van de machtige drugsbaronnen van Tijuana verstrikt raken. Del Toro speelt zijn rol van zwijgzame doch oprechte politieman fenomenaal, terwijl zulke karakters makkelijk tot karikaturen van zichzelf kunnen verworden. De rimpels in het voorhoofd van Rodriguez worden echter elke scène dieper.

~

Elders op het Noord-Amerikaanse halfrond, gefilmd in koele blauwtinten, woont rechter Robert Hudson Wakefield, gespeeld door Michael Douglas. Wakefield, net benoemd tot baas van de Amerikaanse drugsbestrijding, gelooft in zijn missie. De poten worden echter onder zijn stoel uitgezaagd door zijn dochter, die samen met schoolvriendjes zo’n beetje alles wat er te krijgen is door elkaar uitprobeert. Het shot waarin vader Wakefield de badkamer van zijn dochter doorzoekt terwijl zij stoned tegen de deur geleund staat is een van de mooiste uit de film. Erika Christensen speelt een goede rol met overtuigend wazige blikken.

Catherine Zeta-Jones speelt in de derde lijn, in gewone kleuren gefilmd. Als haar echtgenoot, Carlos Ayala, op een dag wordt opgepakt door de narcoticabrigade zit ze in eerste instantie met haar handen in het haar. Alle bankrekeningen zijn geblokkeerd, niemand wil haar nog geld lenen. Om haar zoontje te kunnen onderhouden besluit ze de zaak van haar man over te nemen. Twee agenten bewaken intussen de kroongetuige in het proces tegen haar man. Dennis Quaid is de enige acteur van het hele stel die wat minder goed overkomt. Hij speelt de adviseur van Ayala, die er eigenlijk met mevrouw vandoor wil.

Soderbergh heeft van Traffic een mooie, gelaagde film gemaakt. Het goede wint niet altijd, en waar succes wordt geboekt vallen ook slachtoffers. De laatste scène van de film, die we hier natuurlijk niet gaan weggeven, beeldt dat perfect uit. ‘No one gets away clean’, luidt de tagline. Helemaal waar. Een beetje cynischer en er zou ‘you win some, you lose some’ kunnen staan.

Film / Films

The Wedding Planner

recensie: The Wedding Planner

.

Als er hier in Nederland twee mensen gaan trouwen, regelen ze een zaaltje, een bandje en een fotograaf. Ze vragen een jolige oom of neef om ’s avonds als ceremoniemeester op te treden en dat is het wel ongeveer.

In Amerika gaat het even iets anders: daar zijn speciale bureaus die de hele planning voor je regelen, van de jurk tot uit Bali geïmporteerde boompjes en beelden voor in de tuin. In The Wedding Planner is Mary (Jennifer Lopez) precies dat: een huwelijksplanner. En een hele goede op de koop toe.

In het begin van de film wordt quasi-subtiel verzucht: “Kijk, daar gaat de huwelijksplanner. Wat zal die een romantisch leven leiden!”, maar al in het volgende shot zien we Jennifer een TV-diner opwarmen en alleen in bed stappen. Deze vrouw, die alles kan regelen voor twee verliefde mensen, moet het zelf zonder partner stellen.

~

Dit verandert als ze Steve (Matthew McConaughey) tegenkomt. Hij is een kinderarts die haar het leven redt en op wie ze na een avondje uit stapelverliefd wordt. Er is één probleem: Steve is verloofd – met een van Mary’s klanten.

The Wedding Planner is geen goede film. Het script is onder de maat en het verhaal is niet verrassend, met een einde dat je al anderhalf uur van tevoren ziet aankomen: natuurlijk krijgen ze elkaar. (Alhoewel dit niet per sé een slecht punt hoeft te zijn bij dit soort films, telt het hier slechts op bij de negatieve aspecten van deze film).

Met uitzondering van een scène in het ziekenhuis waar Steve werkt en een paar uitspraken van Massimo, de Italiaanse jongen die een oogje heeft op Mary, heb ik gedurende de hele film niet één keer hoeven lachen – geen goed teken bij een romantische komedie.

Aparte vermelding krijgt de muziek, die van het zwaar verouderde soort is dat ik in een documentaire eens “mickey-mousing” heb horen noemen. Hierbij wordt visuele informatie rechtstreeks vertaald in de muziek: versnelt een personage even zijn pas, dan hoor je meteen de standaard getokkelde strijkinstrumenten uit de Disney-cartoons (waar de term vandaan komt). De rest van de soundtrack wordt opgevuld door gladde popdeuntjes die allemaal bijdragen aan de wegwerpkwaliteit van de hele film.

The Wedding Planner is geen goede film. Sterker nog: The Wedding Planner is een volstrekt nietszeggende, onoriginele “romantische komedie” die het verdiend had om meteen op video te worden uitgebracht.

Film / Films

Amerikaans heldengeblaat in Duitse U-boot

recensie: U-571

.

u571.jpg

In de recensie van U-571 kon zelfs de Volkskrant-recensent zich niet langer inhouden en schreef uit pure frustratie: “Regisseur Mostow veegt alle voorhanden liggende cliches bij elkaar. En dat in een tijd waarin bioscoopeigenaren klagen over een tekort aan doeken, waardoor voor waardevolle kwaliteitsfilms geen plaats is (zeggen ze), wordt voor zo’n volstrekt nutteloze film toch maar mooi 65 (!) theaters vrijgemaakt.”

Het is april 1942, en de duikbotenoorlog is in volle gang. Als bij de Duitse duikboot U-571 de motoren uitvallen seint de bemanning om hulp. Het signaal wordst opgevangen door de Amerikanen, die een duikboot sturen (met onder haar bemanningsleden Harvey Keitel en Matthew McConaughey). Niet om de Duitsers naar de kelder te jagen, maar om ze de Enigma te ontfutselen, een kostbare coderingsmachine.

De reactie van de recensent is slechts een voorbeeld van de vele frustraties die je bekruipen tijdens de film. Toegegeven: er valt weinig te klagen over de vele bloedstollende actie-momenten tijdens de film, al gaat er wel opvallend veel net goed. Doch de over-Amerikaanse toon in het verhaal is om letterlijk zeeziek van te worden. Tijdens de vele dieptebombardementen en de undercover-acties is de film prima te verdragen, maar zodra onze helden hun mond opendoen komt er weinig meer uit dan heldengeblaat over doorzetten voor de natie, slachtofferen en “vuur!”.

Ga vooral naar U-571! Neem de soundtrack-cd van Saving Private Ryan mee in je discman, en draai die tijdens de film. Zonder geluid is hij vast een stuk beter te verdragen.

Muziek / Album

Supertramp – It Was The Best Of Times

recensie: It Was The Best Of Times

.

~


Soms struin je door de stapel elpees van je ouders, op zoek naar de muziek die zij vroegen wisten te waarderen. Je hebt een dikke kans dat je tussen de Beatles en de Stones ook wel een plaat van Supertramp vindt. Deze band heeft door de jaren heen een groot aantal albums geproduceerd en ook een navenant aantal hits gehaald.

De band had al een tijd niet op het podium gestaan toen ze weer met een wereldtoer begonnen. Deze bleek zo goed te lopen dat er van deze series optredens een dubbel CD is gemaakt.

Nieuwe nummers worden afgewisseld met klassiekers als Breakfast in America, The logical song en School. Het is frapant om te horen dat de band ondanks het feit dat ze lang niet op het podium heeft gestaan niet statisch is geworden. Nog steeds klinken de live opnamen goed, degelijk en spontaan. Dit is opvallend omdat de band met een grote bezetting van acht man op het podium van de Royal Albert hal in Londen staat. Maar deze bezetting lijkt de band goed te bevallen.

Concluderend kunnen we dus zeggen dat deze live plaat een welkome aanvulling is de op stapel al aanwezige platen van Supertramp. Ondanks het feit dat de band al enkele jaren bestaat zijn de nummers op het album levendig gebracht, zonder daarbij de passie voor de muziek te verliezen.

Muziek / Album

The Skatalites – Ball of Fire

recensie: The Skatalites

.

Jaaaaah, jongens en meisjes, de zomer heeft haar intrede gedaan en de grote vuurbal staat reeds hels brandend aan de hemel. Vandaar dat het tijd werd voor een vrolijke toon in de 8Weekly. Dat is iets was de The Skatalites zeker wel toevertrouwd is, hun vrolijke op de reggae gebaseerde ska zal bijkans ieder paar benen enthousiast doen laten bewegen.

The Skatalites zijn goede vertegenwoordigers van de zogenaamde Jamaicaanse ska. Lichtelijk generaliserend kun je zeggen dat er twee soorten ska zijn te onderscheiden: de Jamaicaanse ska en de Engelse ska. Tot de Jamaicaans georiënteerde ska behoort datgene waarin de reggae invloeden sterk voelbaar zijn, terwijl de Engelse ska de reggae over het algemeen achter zich laat en zich meer op de dansbaarheid richt. Madness, ondermeer bekend van Baggy trousers en het door de televisieserie The Young Ones populair geworden Our House, is een uitstekend voorbeeld van de Engelse ska.

The Skatalites doen het echter wat rustiger aan, hoewel de muziek nooit zo rustig wordt als de originele reggae van Bob Marley of Peter Tosh; de blazers blijven de overhand behouden en er kan ten overvloede gedanst worden op de klanken van Ball of fire. Twee uiterst bekende nummers zijn in het album opgenomen; ten eerste hebben ze de alom gewaardeerde James Bond theme in een ska jasje gestoken en daarnaast hebben ze het onder ska liefhebbers bekende, onder meer het Groningse Jammah Tammah heeft er een versie van uitgebracht, Occupation op geheel eigen wijze gebracht. De gehele ceedee is instrumentaal, wat verschillende reacties oproept. De één vindt het maar niks dat er geen zang waar te nemen is op het album, terwijl de ander, waaronder uw recensent, van mening is dat het feit dat de ceedee instrumentaal is geen enkel probleem vormt, omdat daardoor de kwaliteiten van de afzonderlijke muzikanten duidelijk naar voren komen.

Op Lowlands 1999 was het ska-genre ruim vertegenwoordigd en The Skatalites hadden als grondleggers van de ska de eer om het festival af te sluiten. De band stond tegenover de Chemical Brothers en het Nederlandse 7Zuma7. Uw recensent heeft zowel The Skatalites als de Nederlandse rockers gezien, maar kon toch zonder enige twijfel vaststellen dat The Skatalites de betere waren. Hoewel ik de Chemical Brothers niet gezien heb, schijnt het dat ook dat zij zeer goed waren. Maar daar was het overmatig druk, met als gevolg dat dansen niet reëel tot de mogelijkheden behoorde. Bij The Skatalites kon dit prima; daar was het gezellig, maar niet te druk.