Film / Films

Lucia y el sexo

recensie: Lucia y el sexo

Wat is dat toch met sommige films en seks? Nu ben ik niet direct een preutse moraalprediker. Soms verliezen sommige mensen echter hun kunstzinnige geloofwaardigheid door overmatig seksgebruik. Soms is het functioneel, soms is het zo’n overkill dat het volledig doodslaat. Regisseur Medem zit met deze film op het randje, en gaat er af en toe scheutig overheen. Lucía y el sexo is zo’n typische film waarbij je de lovende recensies al weer direct voor je ziet.

~

De vrouwelijke hoofdpersoon (Lucia) heeft een stormachtige relatie met de schrijver Lorenzo, op wie ze na het lezen van zijn debuut roman verliefd werd. Zowel gevoelsmatig als seksueel springen de vonken eraf. Als Lorenzo weer probeert te gaan schrijven verflauwt zijn aandacht voor de relatie. Lorenzo gaat dermate op in zijn verhaal dat realiteit en fantasie door elkaar heen beginnen te lopen. Lucia valt steeds meer buiten zijn belevingswereld. Als Lorenzo op een avond verongelukt gaat Lucia gebroken door verdriet en onmacht naar het eiland uit Lorenzo’s boek.

Knip!

Eigenlijk is het allemaal niet zo bijzonder. De film voert enkele karakters op. Allemaal zijn ze in het plot onderling slechts licht met elkaar verbonden, en komt aan het eind alles bij elkaar. Op zich wordt dat ook hier toch knap gedaan, maar eigenlijk is het concept niet heel erg origineel. Het eerste half uur van de film is dermate saai dat je je echt bekocht begint te voelen. Na een uurtje begin het verhaal pas eindelijk te lopen. Natuurlijk zou je kunnen zeggen dat de regie voor een rustige opbouw heeft gekozen, maar die vlieger gaat niet op. Uit het eerste uur van de film kan zonder probleem een half uur aan beeldmateriaal worden geknipt.

seks, seks en nog eens seks

~

Persoonlijk vond ik Medem’s Los Amantes del Círculo Polar (1998) veel beter. Het idee is het vergelijkbaar, liefde als lotbestemming, veel verschillende karakters die door toeval verenigd worden. Het jammere is dat dit zo langzamerhand een standaard trucje lijkt te gaan worden, en dat kan zelfs Medem niet verhullen. De veel aanwezige expliciete seksscènes lijken toch een poging daartoe. Het lijdt namelijk vooral de aandacht van de kijker af, en is allemaal voor drie kwart net zo functioneel als een raketaandrijving in een Volkswagen Kever.

Weinig soeps

Verder slaan alle karakters poëtisch fatalistisch liefdesgebrabbel uit, er is niet één persoon in de film die een “realistische” tekst weet uit te kramen. Is iedereen in Europese producties dan een poëet? Er daar leg ik de vinger op de zere plek. Behalve het Duitse Das Experiment heb ik dit jaar weinig soeps van Europese bodem gezien, daar waar we de afgelopen jaren behoorlijk verwend zijn met films als Le fabuleux destin d’Amelie Poulain, Festen, Fucking Amal en Tillsammans. Zelfs de mooie beelden in Lucía y el sexo kunnen de huidige armoede van het Europese en alternatieve filmcircuit niet verhullen.

Film / Films

Eight Legged Freaks

recensie: Eight Legged Freaks

.

~

Eight Legged Freaks verspilt geen tijd met het nodeloos opbouwen van het verhaal. Een vat chemisch afval dondert van een vrachtwagen en rolt in een naburig meertje. Naast dit meertje staat een spinnenkwekerij, en binnen de kortste keren muteren de beestjes tot heuse monsters zo groot als een Fiat Panda. In het plaatsje vlakbij de kwekerij worden snel enkele standaard rampenfilmtypes neergezet. De vriendelijke tante, de knappe politieagente, het alwetende jongetje (waar niemand naar luistert), het puberale meisje, de corrupte burgemeester en de held die na lange afwezigheid terugkeert thuis. Zij zullen allen een belangrijke rol spelen in de strijd tegen het spinnentuig.

Pulp

Eight Legged Freaks begint lekker standaard, en de echte pulpliefhebber lijkt een lekkere film voorgeschoteld te krijgen. De spanning wordt in de spinnenkwekerij flink opgebouwd, en de film lijkt zowaar nog een tikkie eng te worden ook. Maar als de spinnen eenmaal beginnen aan hun slachtfeestje is het enge er snel af. De lol neemt in rap tempo de overhand, en zelfs de spaarzame scènes dat je nog een beetje suspense kan verwachten verliezen hun kracht door net iets te melige grappen. De makers van de film proberen de charme van de jaren ’50 pulphorror te evenaren, maar slaan net de plank mis. Het is allemaal net iets te leuk, en al snel is het niet meer een hommage aan de pulp, maar meer een parodie.

Niet genoeg kaas

~

De spinnen zelf zijn overigens best aardig, ze zien er eng genoeg uit, maar zijn ook zo onrealistisch dat daar gelukkig wel het juiste ‘cheesy’ gehalte wordt bereikt. Het is eigenlijk jammer dat de film gewoon heel erg op de automatische piloot wordt afgewerkt, want dat spinnenfilm best potentieel hebben zagen we al in Arachnophobia. De makers vanEight Legged Freaks waren ook verantwoordelijk voor Godzilla, en net als in die film weten ze Eight Legged Freaks net niet de juiste touch te geven. Voor een melig avondje bioscoop best geschikt, maar niemand die er ’s nachts van wakker zal liggen.

Film / Films

Disney en de DVD’s

recensie: Alice in Wonderland, Peter Pan, Frank en Frey en Atlantis: The Lost Empire

Het gaat slecht met Disney. In Amerika verroesten de draaihekjes van de parken en ook de boekhouding is roestig. Misschien wel daarom dat de Disney-DVD’s bijzonder hoog geprijsd zijn. Maar de tweeëndertig euro die de hieronder besproken schijfjes kosten, zijn ze eigenlijk niet waard.

Bij mij thuis kregen wij vroeger elk jaar in augustus de nieuwste Disney-video, die vervolgens tot sneeuw gedraaid werd. Het begon met Beauty and the Beast, later werden het er meer, totdat we ze allemaal (alle vijfendertig) hadden.
De vier DVD’s hieronder zijn eigenlijk een soort uitgebreide videobanden. In zekere zin probeert Disney hetzelfde nu op schijf, maar ik vraag me af of er straks families zijn met vijfendertig Disney-DVD’s op de plank. Slechts 10 procent van de Nederlanders heeft een DVD-speler, tegen 88 procent een videorecorder, en de videobanden zijn ook nog eens veel goedkoper. Volwassenen, of grote kinderen zoals ik, wel in het bezit van een DVD-speler, willen best Disney kijken, maar dan ook de extra’s zien die DVD’s zo gewild maken. Die levert Disney wel, maar die zijn dan weer alleen voor een jong publiek.

Alice in Wonderland

~

Mijn opa en oma hadden deze film op video toen ik jonger was, en ook toen kon Alice mijn aandacht niet de volle speeltijd vasthouden. Het kolderieke gedartel, het alles-op-z’n-kop-gegrijns en die vreselijke Hartenkoningin en die wervelende kaarten waren blijkbaar niet aan mij besteed. Het einde (alles was een droom) was evenmin bevredigend.
Jaren later is de humor beter te vinden, maar het blijft een trippy film. De talloze woordgrapjes zijn geniale vondsten, maar daarvoor moet bedenker Lewis Carroll de eer krijgen en niet de Disney-animators, die van Alice een verzameling chaotische scènes gemaakt hebben. Toch zitten er leuke scènes in, met als hoogtepunten de mysterieus-bijdehante Cheshire Cat en de rokende rups, een Timothy Leary avant la lettre.

Peter Pan

~

Peter Pan is een avonturenfilm zoals ze tegenwoordig niet meer gemaakt worden: indianen, piraten, zeemeerminnen en een geheime schuilplaats in een holle boom. Optimaal vermaak voor de kids, maar van een moraal of wijze les, zo geliefd door Disney, is geen sprake. Normaliter hebben de films (vrij algemene) boodschappen als ‘je moet je niet voor jezelf schamen’ (The Lion King, Dumbo) of ‘ware liefde overwint alle hindernissen’ (Beauty and the Beast, The Little Mermaid), maar bij Peter Pan is geen boodschap te vinden. Wel duidelijk aanwezig zijn een aantal vooroordelen uit de jaren vijftig.
Racisme en rolpatroonbevestiging troef in deze veertiende Disney-animatie. Het Amerikaanse Imperium is zelfs aangeklaagd omdat het liedje What Makes a Red Man Red? politiek incorrect zou zijn. De Indianen worden afgeschilderd als domme roodhuiden die niet meer kunnen zeggen dan how en ugh.
Het überbrave meisje Wendy leert kinderen van haar leeftijd dat er voor vrouwen maar één recht is, en dat is dan niet eens het aanrecht, maar de kinderkamer. Moeders moeten ze worden. Het liedje Your Mother and Mine is voor deze tijd veel te zoetsappig en braaf. Zoiets hoor je kinderen met moederdag niet eens meer zingen.
Wie Peter Pan meteen na Alice in Wonderland kijkt zal wel wat overeenkomsten horen. De Britse actrice die Alice insprak is hier Wendy en White Rabbit is hier Smee. Alice’s zus is opgegroeid tot de moeder van Wendy.

The Fox and the Hound

~

In Frank en Frey leven het hondje en vosje als vrienden naast elkaar. Totdat de puppy opgroeit tot een jachthond en leert dat vossen er zijn om op te jagen. De vos en de hond komen tegenover elkaar te staan, worden vijanden, maar Disney zou Disney niet zijn als het niet goed afliep. Toch is dit een van de weinige films waar de zoetsappige koren aan het einde ontbreken.
The Fox and the Hound is een van de meest volwassen Disney-animaties wat betreft thema, maar in de uitwerking hebben de makers zich er niet van kunnen weerhouden om toch de nodige sidekicks en liedjes toe te voegen. Nu hebben we een een interessant en mooi uitgewerkt verhaal over vriendschap, waar dwars doorheen twee New Yorks-sprekende vogels op een rupsje jagen.

Atlantis: The Lost Empire

~

Het moet anders, hebben ze tijdens de voorbereiding voor deze veertigste avondvullende tekenfilm gedacht. Geen liedjes meer, en ook geen dieren als bijdehante sidekicks. Actie, avontuur, dat willen we.
Het is gelukt, maar niet helemaal vlekkeloos. Atlantis is in zoverre een goede film dat er waarlijk actie en avontuur en ook nog goede animatie te vinden is, maar omdat de dierlijke karakters niet meer mochten, heeft hoofdpersoon Milo nu een heel arsenaal aan bijdehante mensen om zich heen. En dat zijn je reinste typetjes: een eigengereide Latina, een stoïcijnse explosievenexpert, een hoogblonde Helga, een kettingrokende marconiste en een hyperirritante geoloog. Plus nog wat.
De animatie is prima, bij vlagen zelfs magnifiek, maar toch weet Atlantis maar op een paar momenten echt te boeien. De gebeurtenissen doen je niets of zijn niet te bevatten. Onder het mom van mystiek en mysterie hebben de makers een bij vlagen vreemd verhaal in elkaar gepuzzeld. Het is niet helemaal onbegrijpelijk, er mist alleen een waarom.

De DVD’s

Alice, Peter of Frank en Frey beurtelings Engels, Nederlands en Hongaars laten spreken is niet mogelijk. Tijdens de film kan er niet van audiospoor gewisseld worden. Je moet terug naar het hoofdmenu om daar de instellingen aan te passen. Ook voor de ondertitels moet je terug naar het menu, alleen bij Alice zijn wel te veranderen tijdens het kijken.
Geen van de drie klassiekers is te bewonderen in widescreen, en hoewel ik niet zeker weet of ze in de jaren ’50 ook 16:9-formaat hadden, had het van mij toch allemaal wat breder gemogen. Die zwarte balken boven en onder geven net wat meer elan aan een film en bovendien kijkt breed gewoon beter.
Elke DVD heeft extra’s. Een lijstje van minimaal vijf bonussen (bonii) prijkt op elke cover, maar laat je niet in de luren leggen door kwantiteit. Zogenaamde ‘plakboeken’ met stills zijn op elk van de drie schijfjes te vinden. Bij Alice, Peter Pan en Frank en Frey staan ook elk vreselijke sing-along-songs op het menu. Die van Alice wordt zelfs in dermate hoge octaven gezongen dat er van meepiepen nauwelijks sprake kan zijn.
Het is voornamelijk kleutermateriaal op deze drie DVD’s: de meezingers, een interactief verhalenboekje waarin stills uit de film op knullige wijze worden hergebruikt en suffige spelletjes op Peter Pan en Alice.
Wel weer leuk zijn de korte making of-documentaires die op elk van deze drie DVD’s te vinden zijn. Op de Alice-DVD laat een aardig pogramma uit 1951 de goeie ouwe Walt zien die op een treintje over het studiocomplex rijdt. En passant vertelt een voice-over hoe het maken van een animatie in z’n werk gaat.
Ander spul uit de oude doos zijn korte animaties waarin Mickey het opneemt tegen speelkaarten of Pluto allerlei kunstjes uithaalt. Deze shorts zijn duidelijk oefeningen voor de grotere producties, in meer of mindere mate geslaagd, maar daardoor niet minder amusant. En leerzaam ook nog, want ze geven, soms meer nog dan de documentaire, zicht op de ontwikkeling van zo’n film.

Volwassen

Atlantis is een DVD apart. Als meest volwassen film krijgt deze ook de meest volwassen benadering. Er is audiocommentaar, een scène kan naar believen onderbroken worden met hapklare pakjes achtergondinfo over shots, techniek of plot en er zijn documentaires over de totstandkoming van het verhaal en de digitale productie. Mooi extraatje is het alternatieve begin van de film, dat uiteindelijk geschrapt werd omdat het een verhaallijn opriep die nergens mee te maken had.
Het audiocommentaar van beide regisseurs en de producent is goed, de onderbrekende filmpjes zo mogelijk nog beter. De filmpjes zijn ook los te bekijken.
Minder goed is de vervelende nasynchronisatie in de Nederlandse versie van de disc. Alle documentaires zijn ingesproken en ook de EncyclopeDisney moet het ontgelden. Dit stukje, het enige deel dat specifiek bedoeld is voor kinderen, zou meer informatie moeten geven, maar roept juist meer vragen op. Grote minpunt van deze DVD, van alle besproken DVD’s, is dat ze stuk voor stuk het 4×3 (televisie-)beeldformaat hanteren. Geen widescreen animatie dus, terwijl de filmbeelden in de documentaires op Atlantis wel weer breed zijn… Erg jammer, want zoals ik al eerder zei: het doet afbreuk aan de kracht van een film.

Tips voor Disney

De DVD’s moeten voortaan in breedbeeld uitgegeven worden en er moet meer audiocommentaar komen en minder kinderspul, dat is de conclusie nadat ik deze vier DVD’s bekeken heb. Natuurlijk zijn kinderen de grootste doelgroep van het Amerikaanse Imperium, maar dat wil niet zeggen dat wat grotere (of: volwassen) fans tevreden zijn met sing-alongs, vooral als ze niet kunnen zingen. Een evenwichtiger verdeling moet kunnen, en met de Atlantis-disc is in ieder geval de goede weg ingeslagen.
En ook: die korte animaties zijn niet allemaal van memorabele kwaliteit (zie bijvoorbeeld de extra filmpjes op Dumbo), maar ze zijn leuk om te zien en vaak nog grappig en interessant ook. Waarom niet daar een DVD van samenstellen? Uitstekend materiaal, ook voor de kleintjes. Dan kunnen die vreselijke sing-alongs tenminste verbannen en verbrand.

Maar er is hoop voor de volwassen Disneyfan. Elk jaar komt er een superspeciale uitgave van een klassieker. Vorig jaar was dat een dubbel-DVD van Sneeuwwitje, inclusief full-color boekje met uitleg over de productie van de film, dit alles verpakt in een mooi doosje in de vorm van een boek. Voor dit jaar staat Beauty and The Beast op de plank, en de speciale editie van Monsters Inc. laat ook niet lang meer op zich wachten. Het zijn maar twee DVD’s per jaar, maar als die uitkomen, dan zijn ze elke prijs waard.

Film / Films

Irréversible

recensie: Irréversible

Verliefd stel, ruzie, vrouw loopt weg en wordt verkracht, man zoekt wraak op de dader. Wie met zo’n simpel gegeven een rotsvaste film wil maken die het publiek nog heel lang zal bijblijven, moet wel van goeden huize komen. Gaspar Noé weet gelukkig precies wat hij wil, en hoe hij dat kan bereiken. Het koppel wordt gespeeld door het toenmalige steracteurs-echtpaar Vincent Cassel en Monica Bellucci – een moedig optreden dat de geloofwaardigheid van de film gelukkig totaal niet in de weg staat.

~

Irréversible is zeker niet meest gewelddadige westerse film ooit, zoals in de kranten beweerd wordt, maar wel een van de meest visueel indringende. Er zitten dan wel twee geweldsscènes in die behoorlijk hard aankomen, maar Irréversible is veel meer schokkend door de manier waarop Noé zijn film vorm heeft gegeven. De Argentijns-Franse regisseur Gaspar Noé (bekend van Seul Contre Tous uit 1998) is een kunstenaar die zoals gezegd heel weet goed hoe hij zijn doel moet realiseren. Met behulp van een camera die rondvliegt, heen en weer zwaait en salto’s lijkt te maken, electronisch kabaal, opgefokte acteurs, een kleurenpalet van aardedonker en hels rood pleegt hij in het eerste half uur een heuse aanslag op de zenuwen van de kijker. Die wordt daarin meedogenloos meegezogen in een duizelingwekkende, waanzinnige helletocht, die allesbehalve realistisch, maar vaak wel levensecht is. Alleen al daarmee is Irréversible is een grensverleggende, unieke film, in die zin dat je er zelfs als doorgewinterde hedendaagse tv- en bioscoopconsument ook lichamelijk van onder de indruk raakt.

~

In de eerste helft is er zo’n intense en constante dreiging van geweld, dat je het er werkelijk benauwd van krijgt – door Noés claustrofobische enscenering, en natuurlijk doordat iedereen die iets over deze film heeft gehoord of gelezen al weet wat er gaat komen. Het is echter niet zozeer wat er in de film uiteindelijk gebeurt, maar meer datgene dat je denkt dat er gaat gebeuren dat schokt. De film zorgt ervoor dat je meer bezig bent met je eigen voorstellingen van de gruwelijke gebeurtenissen dan wat er uiteindelijk op het scherm gebeurt. En aangezien dat laatste al zo vreselijk is (een zeer uitgebreide, ononderbroken verkrachting bijvoorbeeld), wordt het geheel wel heel moeilijk te verdragen.

Murw

Noé is een filmtechnisch vakman, maar in het geval van Irréversible valt er daarnaast gelukkig wel meer te bewonderen. Hij vertelt zijn verhaal achterstevoren en speelt daarmee misschien onbedoeld een fascinerend spel met de verwachtingen van de kijker. De film zit boordevol subtiele en minder subtiele elementen (de anale verkrachter heet Lintworm en huist in homoclub Rectum- zwarte humor?) die door de structuur van de film op een intrigerende manier met elkaar verbonden worden. Die slimme kunstgreep van omgekeerd tijdsverloop hangt samen met het thema van de film: ‘de tijd maakt alles kapot’, zoals Noé aan het einde nog eens met stroboscoop-effecten op je netvlies ramt. De regisseur spaart zijn publiek niet, maar hij heeft zijn film zo interessant geconstrueerd, dat hij uitnodigt om hem direct nog een keer te bekijken – ook omdat je de eerste keer toch echt te murw gebeukt wordt om hem zonder moeite te kunnen waarderen.

~

Gaspar Noé is een beroepsprovocateur, maar wel één die voor de geharde kijker intrigerende films maakt, ondanks alle geweld en misère waar ze op gebaseerd zijn. De mens kan beestachtiger dan een wild dier zijn, en dat zal hij weten ook, lijkt zijn ideologie. Hij beweert Irréversible voor de lol als een tussendoortje gemaakt de hebben, dat geld op moest brengen voor een volgend project, een ‘echt’ baanbrekende film. Het publiek mag zijn hart vasthouden. Maar had Noé het ook deze keer nu echt allemaal zo gruwelijk moeten maken om zo’n indruk achter te laten? Misschien wel, maar wellicht zouden er meer mensen van zijn films kunnen genieten als de beste man zich eens wat meer in kon houden.

Film / Films

Metropolis

recensie: Metropolis

In Metropolis, Fritz Langs meesterwerk uit 1927, creëert een gekke geleerde een robotmeisje om het proletariaat in bedwang te houden. Metropolis anno 2001 doet hetzelfde, maar het loopt heel anders. Deze Metropolis is een wonderlijke combinatie van anime, roaring twenties en robots.

~

Het verhaal doet er niet toe. Er is een president, maar de eigenlijke machthebber heet Red Duke (of Duke Red) en loopt in Uncle Samkostuum door Metropolis. Deze Duke heeft een geavanceerde robot laten bouwen, die voor hem op de troon van de Ziggurat, een soort Toren van Babel, moet gaan zitten. Deze robot, Tima, is gemaakt door de gekke geleerde Dr. Laughton. Dukes geadopteerde zoon Rock heeft een hekel aan robots en knalt samen met robothaters Malduks alle technologie die hij tegenkomt af. Dan zijn er nog Kenichi en zijn oom, twee Japanners die achter Dr. Laughton aanzitten, maar waarom weet niemand. Kenichi wordt verliefd op Tima, en dat kan natuurlijk niet, want ze is geen mens en bovendien is ze voorbestemd om op de troon te zitten.

Filosofie

~

Een ondoordringbaar plot met vele losse eindjes, maar wel met filosofische achtergronden. Interessant gegeven is dat de stad verschillende zones kent, waar mensen en robots zich al dan niet mogen begeven. Zone 1, net onder het straatoppervlak, is de plek voor uitschot en gepeupel, voor mensen die overbodig zijn geworden door het werk van robots. Hoe dieper je gaat, hoe meer troep je tegenkomt, totdat je uiteindelijk in Zone 3 op het riool stuit. Het levert een interessante tegenstelling tussen de elite en de massa op.
De moraal van het verhaal – zoals in de meeste animes – is dat je geen technologie moet ontwikkelen die de mens overbodig maakt. Daar komt alleen maar narigheid van, zoals je ook in A.I. Artificial Intelligence heel goed kunt zien.

Tegenstellingen

~

Metropolis is het best te karakteriseren in tegenstellingen. Het plot is ondoordringbaar en heeft diepgang tegelijk. De makers gebruiken tegelijkertijd hyperrealistische CGI en handgetekende animatie, zoeven door de stad alsof David Fincher de camera bedient, maar gebruiken ook de antieke shutter-methodes, waarin een close-up bestaat uit het zwart maken van de rest van het beeld. De beelden die je voor ogen krijgt, zijn fenomenaal en bij vlagen adembenemend. Dat mensen zoiets kunnen maken met pen, papier en computer. In elk shot ligt diepte, precisie en liefde voor animatie verscholen.

Roaring Twenties

Wonderlijk is ook de vereniging van een hi-tech omgeving met elementen uit de twintiger jaren. De machines zijn geavanceerd, maar op de achtergrond zijn vaak van die grote, ouderwetse tandwielen te zien. Zeppelins vliegen over de stad en de kleding is onmiskenbaar vooroorlogs, maar de wapens en de samenleving zijn weer van deze tijd. Daar komt nog de jazzy muziek bij, die Metropolis de allure van een ouderwetse metropool geeft, maar tegelijkertijd bevreemdend werkt. Qua sfeer heeft Metropolis nog het meest weg van Blade Runner.

Mager

~

Dit wonderlijke staaltje anime staat op een magere DVD. Drie trailers vormen de extra’s. Geluid en ondertiteling is weer wel goed geregeld. Je kunt de geluidssporen in Dolby Digital Japans, DTS Japans, Frans en Engels horen, maar anime hoort in het Japans. Punt.
Ondertiteling is er in Arabisch, Frans en twee soorten Engels; Theatrical U.S. en origineel Japans vertaald. De originele vertaling is veruit de beste. De bioscoopvertaling laat weinig over van wat er aan gesproken informatie gegeven wordt en maakt het verhaal alleen maar warriger. Waar de Japanse vertaling bijvoorbeeld ‘I assumed’ zegt, vertalen de Amerikanen ‘I decided’. Zie dan de plot nog maar eens te volgen.

Metropolis is geen gemakkelijke film, maar wel een hele mooie. Een must voor anime-liefhebbers, maar misschien wat minder toegankelijk voor degenen die The Lion King al buiten hun straatje vinden. Voor deze laatste groep is er echter altijd nog A.I. Artificial Intelligence. Die film gaat ruwweg over hetzelfde, al mis je dan die vreemde twintiger jaren in dat moderne jasje. En dat maakt Metropolis nou net zo’n feest om naar te kijken.

Meer anime?

Futurizmo Anime
Anime Web Turnpike
Pagina van manga-tekenaar Tezuka Osamu

8WEEKLY

Formula One Arcade

Artikel: Formula One Arcade

~

Op de valreep produceren enkele uitgevers nog even snel een paar games voor de stervende PSX. Van de meeste producten straalt het low budget af, en ze zijn vaak alleen bedoeld om de verstokte PSX bezitter nog snel even wat geld uit de zak te kloppen. Zal Formula One Arcade een uitzondering vormen? In elk geval heeft men een heuse licentie op de kop weten te tikken zodat alle namen uit de F1 in dit spel te vinden zijn. Kijk, dat geeft de burger moed.

In Formula One Arcade staat niet, zoals in de meeste F1 games, realisme centraal, maar raceplezier. Het spel moet pretentieloos race vermaak bieden voor de mindere goden op race- en simulatiegebied. Zelf ben ik behoorlijk fan van de Grand Prix-serie, maar ik moet toegeven dat altijd maar de boel afstellen soms heel saai kan zijn. Met Formula One Arcade komt er geen afstellen aan te pas, gas indrukken en rijden maar! Tijdens het racen kan men items oppikken die allerhande voordeeltjes bieden. Turbo’s, bredere banden, onkwetsbaarheid, autopilot en tijdbonussen bijvoorbeeld. Vooral dat laatste item kan belangrijk zijn omdat voor elk circuit een strakke tijdslimiet geld.

Tot op de limiet

~

Behalve een enkele race kan men ook tegen elkaar racen, of een stage mode afwerken. Een stage mode kennen we ook uit Sega Rally. De speler moet meerdere circuits voltooien binnen een gestelde limiet. Lukt dit, dan worden nieuwe circuits unlocked. De circuits zijn allen min of meer identiek aan de bestaande F1 circuits. De beste tijden worden onder jouw naam opgeslagen, dus het is ook mogelijk om je vrienden af te troeven met allerlei ronde records. Verder kun je replays bekijken en opslaan.

Conclusie

Nu kun je na het lezen van dit alles het idee krijgen dat we hier te maken hebben met een redelijke titel. Niets is minder waar. Formula One Arcade is echt veel te simpel om de gemiddelde gamer lang te boeien. Dit komt voornamelijk door het feit dat er bijvoorbeeld geen kampioenschap of iets dergelijks is. Alle verschillende teams maken eigenlijk niks uit, in wat

~

voor wagen je ook zit, ze gaan voor de speler allemaal even hard.
De enige reden waarom dit spel nog gewaardeerd kan worden is split-screen mogelijkheid voor een tweede speler, maar ook daarvoor zijn betere titels verkrijgbaar. Voor het echte arcadegevoel moet je gewoon even Crash Team Racing op de kop tikken, en er zijn voor de PSX diverse leuke F1 titels te vinden. Stuur hier maar met een boog omheen.

Film / Films

Men in Black II

recensie: Men in Black II

.

Althans, dat is de bedoeling. Aan het eind van de eerste film wiste Jay (Smith) het geheugen van Kay (Jones). Sinds dien heeft Jay al heel wat partners gehad, maar een working chemistry als met Kay heeft hij niet meer ervaren. Een jaar of twintig geleden kwamen enkele Aliens naar aarde om hier iets van hun beschaving te verbergen voor hun vijand. Ze vroegen de MIB om hulp, maar zij wilden neutraal blijven. Kay zorgde er wel voor dat de aliens konden ontkomen aan hun vijand. Die is nu teruggekeerd naar aarde om meer info uit Kay te krijgen. Planeet Aarde is in groot gevaar als ze niet krijgt wat ze wil. De MIB zien maar één oplossing, Jay moet Kay zijn geheugen teruggeven, en samen moeten ze het hoofd bieden aan deze nieuwe bedreiging.

Een dagje op kantoor…

~

Zoals gewoonlijk bij sequels blijft men verzekeren dat het hier om een nieuwe frisse film gaat. Helaas is daar niet veel van gebleken. MIIB is vooral meer van hetzelfde. Is dat zo vervelend? Ja en Nee. Natuurlijk blijft de humor geweldig, en zetten Jones en Smith een leuk duo neer. Aan de andere kant gaat Smith wel erg op safe, en lijkt deze film voor Jones niet veel meer dan ‘just another day at the office’. Dat Jones toch te genieten blijft komt door zijn natuurlijke charisma en uitstraling, iets waar Smith toch een beetje povertjes bij afsteekt.

Who let the dogz out?

De betere grappen in de film komen echter van Frank, de hond die we ook al even zagen in het eerste deel. Sowieso moet de film het toch al hebben van leuke bijrollen. De wormachtige aliens bijvoorbeeld, maar ook een cameo van Michael Jackson! Grappig genoeg had Jackson de makers van MIIB gesmeekt om een rol. Hij had echter een paar eisen. Het moest om een flinke rol gaan, en zijn naam moest op de filmposter. Na flink zeuren kreeg hij een rolletje als iemand die blijft zeuren of hij bij de MIB mag. Een fraai staaltje ironie van de kant van de makers.

Quick fix

~

MIIB is aardig popcornvermaak. Met zijn 90 minuten blijkt de film wel wat aan de korte kant. Net als de film op gang komt is het al weer pauze. Na de pauze werkt men ook gelijk maar naar het einde toe. Hierdoor sta je sneller dan verwacht buiten, maar wel met een glimlach op het gezicht.

Muziek / Album

Dave Matthews Band – Busted Stuff

recensie: Busted Stuff

~

Dave Matthews is getrouwd, drinkt niet meer (zo) excessief, en heeft een paar maanden geleden een tweeling (Stella en Grace) gekregen. Nu de band weer goed loopt en de depressies tot het verleden behoren is daar een gebaar naar de fans: de Lillywhite Sessions, de beroemde half opgenomen plaat, wordt in 5 weken tijd, bijna volledig live, opnieuw opgenomen. Aangevuld met twee gloednieuwe songs vormt dat nu Busted Stuff, een titel die duidelijk verwijst naar de voorgeschiedenis van de plaat. En het resultaat is fantastisch.

Ondanks de enorme commerciële druk is het gelukt een integere en sobere plaat te maken. De grijze sluier die over de oorspronkelijke opnames lag is verdwenen. De band klinkt geïnspireerder, transparanter en spannender dan ooit. Het bandgeluid en de dynamiek die DMB op het podium zo groot hebben gemaakt is nog nooit zo goed op plaat overgekomen. De bijna naar jazzrock neigende benadering van de arrangementen (hun handelsmerk) treden niet teveel op de voorgrond, maar staan altijd in dienst van wat DMB echt groot maakt: de geweldige liedjes en de fantastische stem van Matthews. Hij krijgt op Busted Stuff alle ruimte om te bewijzen dat hij een van de grootste zangers van de popmuziek is. Ook op de bijgevoegde bonus DVD Some Other Stuff is – vooral in de daverende uitvoering van Bartender– goed te zien wat een geweldig ingespeelde band DMB is en hoe fantastisch Dave ook live kan zingen.

Wah-wah

De plaat begint met het, opvallend leeg gearrangeerde, Busted Stuff. Bij eerste beluistering dacht ik toch (het is een echte 5-mansplaat, zonder gastmuzikanten, zonder veel dubbel ingespeelde partijen) een elektrische gitaar te horen, maar het blijkt een als slaggitaar bespeelde viool met wah-wah effect te zijn. Een prettige opener.
Het tweede nummer is de live-publiekslieveling Grey Street, dat in het nieuwe jasje het uitzichtloze van de Lillywhite-versie heeft verloren en je ondanks de depressieve tekst een blij gevoel geeft.

Ongelofelijk

~

Als derde en vierde komen de twee nieuwe nummers van de plaat; de radiovriendelijke singel Where Are You Going (het enige nummer met een piano overdub, gespeeld door bassist Steffan Lessard) en het ongelofelijke You Never Know, een nummer dat bij elke beluistering mooier wordt. Op onbegrijpelijke maatsoorten zingt Dave één van zijn mooiste teksten tot nu toe, en pas na zeker 10 keer beluisteren begin je de vervreemdende opbouw van het lied enigszins te begrijpen.
Het vijfde nummer is het prachtig zwoele jazzy Captain, dat bij vlagen doet denken aan Steely Dan.
Daarna komt Raven. Een hier en daar wat naar Zappa neigend folk/jazz lied met een mysterieuze tekst die weer bol staat van de bijbelse verwijzingen. Niet vrolijk, wel erg mooi.
Als zevende komt de schitterende ballad Grace is Gone. Zelden zong Matthews zo gevoelig en zelden drumde Carter Beauford (een onwaarschijnlijk technisch begaafd drummer) zo ingetogen mooi en in dienst van de song.

Na Kit Kat Jam, een gezellige jamsessie waaraan je goed kan horen hoe DMB werkt, komt het prachtige Digging a Ditch. Op de Lillywhite Sessions nog een vrij up-tempo poppy liedje, nu een prachtig traag bluesy nummer.
Big Eyed Fish is mijn persoonlijke favoriet. Beatlesque, vreemd, met een erg grappige tekst, zoals alleen Matthews ze kan schrijven.
De afsluiter is het epische Bartender. Een elektrische viool als een doedelzak, een sax die het pompende ritme aangeeft, een drumpartij die eigenlijk meer dan acht minuten lange roffel is, een McCartney-achtige legermars-bas en een zich als een stoommachine herhalende en op gang komende zangpartij die uiteindelijk in een orkaan zal eindigen:

“Bartender please, fill my glass for me, with the wine you gave Jesus that set him free, after three days in the ground”.

8WEEKLY

Playstation: Requiem voor een spelcomputer

Artikel:

.

~

Ik was sinds 1990 een verstokte Sega-fan. Toen halverwege de jaren negentig de console oorlog tussen Sega en Sony werd aangekondigd kon ik mij niet voorstellen dat Sony een spelinstituut als Sega zou gaan verslaan. Maar het ongelofelijke gebeurde. Binnen 2 jaar was Sega weggevaagd, en lag Nintendo’s laatste kindje, de N64, op apegapen.
Met games als Tekken en Gran Turismo wist Sony de jonge gamer in te pakken. Het heeft door de aanschaf van een PC nog een paar jaar geduurd, maar in 2000 kreeg de PSX uiteindelijk ook een plaatsje in mijn studentenkamertje.

Button bashing

~

Het probleem dat ik had met de Playstation (en trouwens sowieso met veel spelletjes vanaf 1996) was dat het er allemaal mooi uitzag, maar het spelplezier ver te zoeken was. Tekken was één van de eerste zogenaamde 3D-vechtspellen, maar in vergelijking met Street Fighter II en Mortal Kombat vond ik het allemaal wat mager. Simpelweg button bashen (blind rammen op de knopjes) leek de beste manier om te winnen. Toen een vriend me Crash Team Racing aanraadde als spel werd ik over de streep getrokken, en kocht ik voor 200 gulden (weet je nog, de gulden?) een 2de hands Playstation.

~

Het grappige van de spelcomputer in mijn kamer is dat ik er bijna nooit mee kan spelen. Meestal is mijn vriendin bezig om in alle spelletjes mijn moeizaam behaalde scores weg te vagen. Een potje Crash Team Racing is voor mij niet meer leuk, meestal kan mijn vriendin tussendoor een kopje koffie drinken en toch nog winnen. Ook Bomberman en Rayman zijn inmiddels pijnlijke herinneringen. Alleen met vechtspelletjes wist ik te winnen, hellaas had mijn vriendin dan ineens geen zin meer in een potje knokken op de Playstation.

College

Met mijn huisgenoot heb ik vele uurtjes gevoetbald, op de Playstation wel te verstaan. Fifa ’99 hebben we echt helemaal suf gespeeld. Ondanks enkele behoorlijke minpunten hebben we nooit een leuker voetbal spel gevonden. Fifa 2000 t/m 2002 waren gewoon niet geschikt voor de Playstation, en wat mensen ooit leuk hebben gevonden aan de ISS pro Evolution serie is mij echt een raadsel. Dit spel werd (nog steeds) door alle zogenaamde vakbladen gehyped als het voetbalspel, maar is in de praktijk net zo leuk als een college op maandagochtend.

Lezersbedrog

~

Sowieso bleken Playstation games erg hype gevoelig. Nederlandse bladen als Playnation en Power Unlimited struikelden werkelijk over de superlatieven over sommige spelletjes, die mij in de praktijk vaak behoorlijk tegenvielen, of in elk geval niet de games-hemel op aarde waren. Ik noemde Tekken en ISS al, maar ook Tomb Raider en de Fifa-reeks waren de aan te schaffen titels.
Frappant is dat Playnation-medewerkers achteraf doen alsof ze de twee laatstgenoemde games eigenlijk altijd maar niks hebben gevonden. In de zogenaamde ‘shit top 3’ van de redactie leden worden beide games genoemd omdat ze uitgemolken zouden zijn. Eigenaardig, aangezien beide spelseries altijd met dikke voldoendes zijn beoordeeld. Wijsheid achteraf, maar het riekt behoorlijk naar lezersbedrog.

Met gemengde gevoelens neem ik afscheid van de PSX. Sympathiek van Sony is dat ik al mijn oude PSX games kan spelen op de Playstation 2.

Persoonlijke top 5 PSX:
1 Crash Team Racing
2 Fifa’99
3 Bomberman
4 Capcom Vs Marvel
5 The PANG! Collection

Persoonlijke Flop 5 PSX:
1 ISS
2 F1 1997 t/m 2000
3 Popstar Maker
4 Toshinden
5 A2 racer goes USA!

Links:
www. playstation.nl

Boeken / Strip

Boerke

recensie: Boerke

Het album ‘Boerke’ van Pieter de Poortere is in meerdere opzichten opmerkelijk te noemen. Het eerste aspect dat direct in het oog springt is de tekenstijl die is gehanteerd. Deze houdt het midden tussen dat van een kleuterboek en een instructiefolder. De afbeeldingen zijn strak en duidelijk weergegeven. Dit moet ook wel, want er is gekozen voor een non-verbale aanpak. Nog opmerkelijker dan deze stijl is echter de strekking van de korte verhalen.

~

Zo maakt de lezer kennis met Boerke, een wat wereldvreemd baasje. Zoals zijn naam al doet vermoeden, woont deze braverik in een pittoresk boerenstulpje ergens in de knoeken. De lezer is getuige van de bizarre belevenissen die ons Boerke constant te verhapstukken krijgt. Zo wordt hij onder meer geconfronteerd met het gekke koeienvirus, het zinloze supportersgeweld en de ranzige zelfkant van onze samenleving.

Lief en zoetig

Het is Pieter de Poortere gelukt een mooi contrast te creëren tussen de tekenstijl en de

~

verhalen. De stijl die lief en zoetig aandoet, wordt ruimschoots gecompenseerd door de gebruikte onderwerpen die zondermeer wrang en weerzinwekkend zijn. Dat veel van deze onderwerpen nog steeds actueel zijn, maakt het geheel alleen maar interessanter.

Ook maken we kennis met Hoerke. Het is duidelijk, hier is sprake van een publieke vrouw die tegen wil en dank haar weinig aantrekkelijke lichaam etaleert. Dat ook zij continu het slachtoffer wordt van de boze buitenwereld, behoeft hier verder geen betoog.

Krankzinnigheid kraait victorie

~

Toch is Boerke het meest boeiende personage. De lezer zal zich al snel kunnen identificeren met deze romantische antiheld. Hij biedt immers diezelfde lezer de mogelijkheid om eens onbevangen en naïef onze huidige maatschappij te beschouwen. Al snel kan dan de conclusie worden getrokken dat ons wereldje aan elkaar hangt van randverschijnselen: de oprukkende mediaterreur, het hersenloze racisme, de onuitroeibare virussen, het onstuitbare asielzoekers dilemma en de schaamteloze vrouwenhandel. Allemaal zaken waar wij inmiddels aan gewend zijn geraakt, en waar wij berustend onze schouders over ophalen. De manier waarop dit alles door de auteur wordt verbeeld, ontlokt de lezer regelmatig een glimlach. Maar tegelijkertijd leeft er het besef dat de krankzinnigheid al lang victorie kraait op de smeulende puinhopen van onze beschaving.

Moeiteloos meezwalken

Dat Boerke ondanks vele fatale apotheosen zich steeds weer laat verleiden door de verboden vruchten van ons tijdsgewricht, moet te denken geven. Want Boerke is niet enkel een ééndimensionaal personage. Iedereen die kennis met hem maakt, zal zichzelf herkennen. En zal moeiteloos met hem mee zwalken. Zal ongegeneerd met dezelfde naïeve beleving de wereld aanschouwen. Om aan het eind te ontdekken dat vanaf dat moment niets meer hetzelfde zal zijn.

Meer strips lees je op StripSter

~