Muziek / Album

De vervagende grens tussen droom en bewustzijn

recensie: Mark Lanegan Band - Bubblegum

Rock ’n roll. Dat is van oudsher de seks, de drank en de drugs. Dat kan twee resultaten opleveren: euforie of melancholie. Dat laatste heeft de overhand bij rocker en troubadour pur sang Mark Lanegan. Jaren verkeerde hij aan de zelfkant van het leven, worstelde met zijn heroïneverslaving en rookte en dronk zich praktisch te pletter. Hij was zanger van de legendarische band The Screaming Trees en leende zijn warme stem aan Joshua Hommes Queens of the Stone Age. In het voorjaar kwam hij al met een voorproefje voor zijn nieuwe langspeler met de ijzersterke EP Here Comes That Weird Chill.

~

Lanegan bracht al een paar ingetogen soloalbums uit, waaronder het sterke Field Songs. Steeds omringt hij zich met een uitgebreid scala aan gastmuzikanten en voor Bubblegum is dat niet anders: mede-stonerrockers als Chris Goss, Joshua Homme en Troy van Leeuwen alsook Polly Jean Harvey, Greg Dulli, Duff McKeegan en Millionaire’s Aldo Struyf maken deel uit van zijn band.

Duister

Ondanks een sterrenensemble is Lanegan gewoon Lanegan. De man die ruim tien jaar aan de heroïne zat, zingt met een intens diepe donkere stem die doordrenkt is van de whisky over de schaduwzijde van het leven. ’s Mans stem is verschrikkelijk warm, hees en diep tegelijk, zodat het een genot is om ernaar te luisteren. Lanegan heeft de beukende gitaren blijkwaar weer herontdekt, gezien de EP en enkele nummers op deze plaat (Hit the City, Methamphetamine Blues, Sideways In Reverse, Can’t Come Down en Driving Death Valley Blues). De vijf hardere nummers zijn evenwichtig verdeeld over het album en versterken de rustige tracks.

Trip

Bubblegum luistert als een trip door de zieleroerselen van Lanegan. Zoals een junk van shot naar shot leeft, zo schrijft Lanegan zijn liedjes. De momenten van euforie, van het scoren, waarin alles als een blur is (ook de muziek): zinnen als “I don’t want to leave this heaven so soon / Rollin’ just to keep on rollin'” worden een minuut later genadeloos gecompenseerd met eenzaamheid en destructiviteit zoals het wachten op de volgende kick die maar niet komt: “One day a ship comes in / One hundred days you wait for it / Something bright / Something so good”. Net zo goed luistert Bubblegum als de soundtrack van een road movie. De eerste zin, gezongen over een Tom Waits-achtig ritme, “Did you call for the night porter” is een retorische vraag. We hebben nergens om gevraagd, maar met deze nachtportier gaan we vijftig minuten doorbrengen; “Can you stay here next to me? / We’ll just keep drivin'”. Het ene moment rijden we door Las Vegas met haar neon-lichten, het volgende moment door een uitgestorven en uitgedroogde woestijn. Het is het contrast tussen slaap en bewustzijn en de vervagende grens daartussen: “There is no morphine / I’m only sleeping”. Gelukkig is Lanegan niet helemaal alleen. Afgezien van het goede gezelschap van de luisteraar zingt PJ Harvey regelmatig begrijpend mee, zoals op het intense duet Come to Me: “Come to me / Light on my shoulder”. Dat begrip is maar goed ook want elders zingt Lanegan: “I can’t stand the thought of many more miles / but I don’t wanna go cold turkey”.

Aards

Lanegan heeft een erg gevarieerde plaat afgeleverd die ondanks de variatie een duidelijk thema heeft. Voor degenen die niet de moeite nemen om de teksten, die helaas niet in het boekje staan, op het Internet op te zoeken blijft een monumentaal album over van een absoluut sterrenensemble. Lanegan weet moeiteloos te switchen van Waits-achtige potten-en-pannenmuziek naar stonerrock. De plaat herbergt zowaar ook nog een potentiële hit in het aanstekelijke Head, dat nog het meest weg heeft van zijn oude werk met de Screaming Trees. Een topplaat.

Muziek / Album

Jarige wereldverbeteraars

recensie: The Ex - Turn

The Ex is jarig. De opstandige punkband van weleer is alweer een kwart eeuw oud. Opstandig is de groep nog altijd en punk geldt nog voor overtuiging en levensstijl. Maar de muziek heeft zich afgelopen 25 jaar flink ontwikkeld. Van anarcho-punk tot wereldmuziek in pittige gitaarpartijen, zo blijkt maar weer eens op de nieuwe dubbellaar Turn.

De verjaardag van de band wordt in november uitbundig gevierd met grote optredens in Amsterdam, Brussel en een vijftal plekken in Frankrijk. Een heel circus met bands uit Frankrijk, Engeland, Amerika, Congo en Ethiopië viert het feestje samen met The Ex. Dat er veel ruimte voor Afrikaanse acts wordt ingelast komt door de liefde van The Ex voor het ‘verloren continent’.

Huriyet – vrijheid

~

In 2002 tourde de Amsterdamse band drie weken door Ethiopië en afgelopen maart zijn ze er voor nog eens bijna vier weken geweest. Ditmaal in het zuiden, terwijl twee jaar eerder het beter begaanbare noorden werd bezocht. De band speelde er met en voor de plaatselijke bevolking en schreef nummers met bekende lokale muzikanten. Van dit tweede bezoek zijn op Turn nog geen sporen te vinden, aangezien deze in september 2003 is opgenomen, maar de invloed van het eerste Ethiopië-bezoek is duidelijk.

Dat bleek ook al begin januari, toen de band op het Eurosonic-festival speelde. Het opvallendste nummer van dat erg goede concert was Huriyet, een vrijheidssong uit Eritrea. Het bij Turn horende boekje leert dat het lied uit 1991 stamt, de tijd dat Eritrea in een jarenlange oorlog met Ethiopië verkeerde. Het nummer wordt erg mooi gezongen door bassiste Katherina, die wordt begeleid door twee gitaren en een constant handengeklap zoals je dat verwacht bij Afrikaanse muziek. Het zijn het rustige en repeterende ritme en het prachtig klinkende noord-Eritrese dialect die Huriyet zo bijzonder maken. Wàt er wordt gezongen weet je niet, maar door het langzaam opgeschroefde tempo en het koortje dat soms inspringt klinkt het als een mooi, optimistisch nummer.

Assholes Unlimited

Optimisme dat verder nogal eens ontbreekt bij de politiek en sociaal sterk betrokken band. Uit het openingsnummer van de tweede disc, Theme for Konono (Konono is een uit Congo afkomstige groep waarmee The Ex al eens door Nederland tourde en die ook op het verjaardagsfeest zal aantreden), spreekt een bijna grenzeloze moedeloosheid:

“It’s time to stop taking, it’s time to give back.
Too many centuries of exploitation, 21st century and still not free.
Another year another war, wake me when it’s over.”
[…]
“It’s better to dance then to prepare for war.
Unshadow the white lies, we know what’s the score.
Same old stories, same old lies, they’re so boring, no surprise.”

Het nummer eindigt evenwel enigszins positief met “The old world, the new world, the third world agree: for Assholes Unlimited it’s time to retreat,” maar dit lijkt meer een door The Ex lang gekoesterde wens dan de werkelijkheid.

Terwijl de liefde van The Ex uitgaat naar Afrika, kijkt de band met afkeer naar de westerse maatschappij. In Prism Song valt de groep bijvoorbeeld uit tegen de consumeerdrang die de westerse wereld in haar greep houdt. Ook in The Pie moet de westerse maatschappij het ontgelden. Op uiterst vermakelijke wijze wordt ons luisteraars vier manieren geleerd om een taart in het gezicht van een gehate machthebber / onderdrukker te krijgen. Dat varieert van vluchtig voorbij lopen en de plakkerige massa goed in het gezicht draaien tot van een afstandje welgemikt werpen. Ter inspiratie staat een foto van de met taart besmeurde Bill Gates bij de tekst.

Engagement ten top dus weer, in het jubeljaar van The Ex. De band schiet echter bij vlagen wel erg ver door in de verheerlijking van het ‘pure’ Afrika en de afkeer van het ‘verdorven’ westen. Ondanks de ruimschoots volwassen leeftijd gelooft The Ex blijkbaar nog altijd in het sprookje van Rousseaus Nobele Wilde. Maar het zij ze vergeven: Turn is domweg een geweldige plaat van politiek en sociaal bevlogen band.

Film / Films

Romantische gekte in Carreys hoofd

recensie: Eternal Sunshine of the Spotless Mind

.

~

In Eternal Sunshine of the Spotless Mind zien we hoe Joels hart uiteengerukt wordt wanneer hij erachter komt dat Clementine alle herinneringen aan hem en hun stukgelopen relatie heeft later wissen door Lacuna Inc., een bedrijf dat gespecialiseerd is in het laten verdwijnen van nare herinneringen. In een vlaag van woede en verdriet besluit Joel om ook een behandeling te ondergaan en zo het verdriet van hun kapotgelopen relatie niet meer met zich mee te hoeven dragen. Wanneer hij zich halverwege de behandeling, in een soort slaap, bedenkt en Clementine toch niet kwijt wil, wordt hij gedwongen om duistere plekjes in zijn geheugen te zoeken waar hij Clementine kan behouden. Dit resulteert in een geniaal gefilmd surrealistisch spelletje verstoppertje in het hoofd van Joel.

Schot in de roos

Slecht één hoofd in Hollywood is zo verwrongen en creatief dat het zo’n script kan produceren: Charlie Kaufman. Eerder was hij al verantwoordelijk voor de vervreemdende scripts van Being John Malkovich en Adaptation. Ditmaal werkte hij samen met regisseur Michel Gondry, die met videoclips van Daft Punk, White Stripes en The Chemical Brothers ook al bewees over de nodige (visuele) creativiteit te beschikken. In tegenstelling tot hun vorige gezamenlijke product, Human Nature, die niet erg veel indruk maakte, is dit een schot in de roos. De heren hebben werkelijk een prachtige film gemaakt, zowel narratief als visueel.

~

Naast dit duo verdient Jim Carrey alle eer. Om eerlijk te zijn vond ik Carrey vroeger met afstand de meest verschrikkelijke en irritante acteur die ik ooit op het witte doek gezien had. Na het zien van The Truman Show en nu Eternal Sunshine of the Spotless Mind is het me duidelijk dat dat gevoel niet zozeer door het acteerwerk van Carrey komt, maar door het soort films waarin hij speelde. Zijn komedies zijn uiterst vervelend, maar elke keer als hij in een dramatische rol speelt, haalt hij het beste in zichzelf naar boven.

Eerlijk is eerlijk, hij speelt echt formidabel. Geen moment zie je Carrey: je ziet Joel tot in het kleinste detail. Hij degradeert alle andere acteurs tot figuranten, terwijl dat toch niet de minste zijn (Mark Ruffalo, Elijah Wood, Kirsten Dunst). Alleen de fris ogende en spelende Kate Winslet biedt hem enig tegenwicht waardoor de film in balans blijft. Ze spelen zo natuurlijk dat hun liefde geen seconde te zoet of sentimenteel is maar zo puur en kwetsbaar overkomt dat je ondanks het hoge surrealistische gehalte van het verhaal ervan overtuigd bent dat het geen film is. Het voelt alsof het echt gebeurt, ter plekke, en dat je een gelukkige toeschouwer bent van iets wat zo natuurlijk is dat het niet verzonnen kan zijn.

Behoudend

Met de Oscarnominaties van komend najaar in vooruitzicht, zal het mij niet verbazen wanneer er enkele nominaties binnengesleept zullen worden (Beste Script, Beste Mannelijke Hoofdrol). Wanneer de Acadamy zo behoudend zal stemmen als altijd, zal The Terminal er wel met de meeste prijzen vandoor gaan. Maar zelfs wanneer dat zou gebeuren, zal ik me Eternal Sunshine of the Spotless Mind altijd blijven herinneren als een meesterwerk dat originaliteit op een meeslepende wijze met romantiek combineert. Daar kan zelfs een behandeling van Lacuna Inc. niets aan veranderen.

Film / Films

Digitale dromen

recensie: Once Upon A Time In Mexico

Once Upon A Time In Mexico is niet zomaar een film; het is een regelrechte mijlpaal. Door omstandigheden kreeg regisseur Robert Rodriguez twee weken de tijd om zijn epische actiefilm voor te bereiden en maar zeven weken om alles op te nemen. Ter vergelijking: de meeste Hollywoodfilms hebben voor beide perioden tenminste tien, en meestal het dubbele nodig. Hij speelde het klaar dankzij een gloednieuw camerasysteem en een onuitputtelijke hoeveelheid creativiteit.

~

Rodriguez was na de slopende opnamen van Desperado en Spy Kids eigenlijk een beetje zat van het hele filmproces. Traditionele filmcamera’s zijn inefficiënte dingen die elke tien minuten herladen moeten worden en volgens Rodriguez de oorzaak zijn van veel oponthoud tijdens het filmen. Toen hij in 2001 via George Lucas oog in oog kwam te staan met de nieuwe High Definition-videocamera’s van Sony, wist hij meteen dat dit systeem de complete filmindustrie op zijn kop zou kunnen zetten. Geen gedoe met filmrollen meer, maar gewoon een videotape waarmee je een uur kunt opnemen. Geen gedoe met lichtmeters meer want je kunt je werk meteen terugkijken op speciale HD-monitoren. Rodriguez maakte binnen een paar weken zijn halfvoltooide script van Once Upon A Time In Mexico af, kreeg het groene licht van de studio en vloog naar Mexico om zijn film op te nemen.

Experiment

~

Het resultaat is een razendsnelle actiefilm met een sterrencast, een warrig verhaal en een unieke look. Om met het laatste te beginnen: deze dvd – op dit moment het enige medium dat recht kan doen aan de digitale videobeelden van Rodriguez’ HD-camera – ziet er geweldig uit. Haarscherp, met kleuren die van het scherm afspatten en toch nergens digitaal (‘gepixeld’) zijn. Aan de inhoud van het verhaal hoeven we weinig woorden vuil te maken, want aan alles is te merken dat Mexico een experiment was. Rodriguez vergde het uiterste van zijn camera’s en heeft zijn verhaal daarop aangepast: hij filmde in bijna elke situatie, van het keiharde Mexicaanse zonlicht tot het vrijwel pikzwarte interieur van een café, van weidse landschappen tot voorbijflitsende auto’s.

Verplichte kost

Rodriguez is enthousiast over zijn nieuwe speelgoed en dat zullen we weten ook: deze hele dvd is een ode aan zijn nieuwe manier van werken en HD-video in het bijzonder. In elke extra op de schijf wordt de creativiteit en de snelheid benadrukt waarmee deze film is gemaakt. Het is misschien iets te veel van het goede voor degenen die minder geïnteresseerd zijn in de technologie achter de film, maar verplichte kost voor iedereen die dat wel is. Film Is Dead is het verslag van een lezing die Rodriguez gaf aan de universiteit van Los Angeles en zet alle argumenten voor HD en tegen conventionele film netjes op een rijtje, The Good, the Bad & the Bloody laat zien hoe de belangrijkste make-upeffecten zijn gemaakt, en The Anti-Hero’s Journey is een goedgemaakte mini-documentaire over de totstandkoming van de film en de ontwikkeling van de Mariachi-films.

Kooktips

~

Maar de mooiste extraatjes op de schijf zijn de drie filmpjes die Rodriguez zelf maakte. Inside Troublemaker Studios is letterlijk een rondleiding door Rodriguez’ huis en garage, die hij liet ombouwen tot digitale thuisstudio. Door alle werkzaamheden – montage, geluidsmixage, muziek en visuele effecten – te combineren in één pand, bespaart hij zeeën van tijd, en omdat hij thuis werkt kan hij op de gekste tijden achter de computer springen. Ten Minute Flick School zal je bekend voorkomen als je de dvd’s van El Mariachi en/of Desperado gezien hebt; in tien minuten neemt de regisseur je mee langs alle (digitale) trucjes die hij in zijn film heeft toegepast om ze sneller te kunnen maken. Het tempo is moordend, maar het is een inspiratiebron voor elke potentiële filmmaker. Ten slotte is daar nog de Ten Minute Cooking School waarin Rodriguez kooktips geeft en het gerecht bereidt dat in Mexico zo’n belangrijke rol speelt.

Once Upon A Time In Mexico, zowel de film als de dvd, is een adembenemende kijk op de toekomst van het filmmaken. Als we over twintig jaar terugblikken op het begin van de digitale revolutie, zal Mexico ongetwijfeld bij de koplopers genoemd worden.

Muziek / Album

The Next Best Thing

recensie: The Stills – Logic Will Break Your Heart

.

~

Logic Will Break Your Heart is het eerste full-length album van The Stills, een jonge Canadese band. Een typisch voorbeeld van de traagheid van de Nederlandse platenmaatschappijen trouwens, want het album kwam daar al in 2003 uit en in februari dit jaar in Groot-Brittannië. Canada is echter niet meteen het eerste land waar je aan denkt als je de plaat hoort, maar het verklaart wel waarom je niet goed kunt bepalen of het hier nu een Britse of een Amerikaanse band betreft. Geen van beide dus. The Stills brengen liedjes waarvan je meteen wilt gaan springen, hoewel je steeds het gevoel hebt dat ze daar wat te ingetogen voor zijn. De link met bands als Coldplay en Keane is dan ook snel gelegd. Ook de momenteel zo hippe invloeden van de New Wave uit de jaren 80 zijn erg aanwezig. Still In Love Song is zo’n nummer dat duidelijke links met Interpol en Franz Ferdinand heeft. Het is het meest catchy liedje op de cd en eigenlijk is het heel vreemd dat het pas als tiende nummer op de plaat is gezet.

Murmelen

Daarmee kom je meteen bij de grootste kritiek op The Stills. De band heeft een prima gitaar-drum-zang-plaatje afgeleverd, maar het klinkt allemaal een beetje hetzelfde. Hoewel er op zich geen saai moment te vinden is op de plaat, zijn er eigenlijk geen uitschieters te vinden waarvan je “wauw” zegt (op één nummer na dus). Dat gebrek aan uitschieters ligt hem deels aan de zang van zanger Tim Fletcher. Door zijn enigszins gebrekkige dictie en de brij van gitaren om hem heen is er van de teksten nogal weinig te maken. Dit is er mede de oorzaak van dat The Stills niet zo intens zijn als bijvoorbeeld Coldplay. De gitaren vullen elk leeg gaatje in de muziek en zorgen ervoor dat de zang er niet boven uitsteekt. Het wat snellere tempo van The Stills zorgt er daarentegen ook voor dat er nooit een saai moment is.

Middenklasser

Logic Will Break Your Heart is een echte middenmoot-plaat, een ’the-next-big-thing’. Er is zeker een publiek voor deze plaat, met name in de liefhebbers van de eerder genoemde bands, maar een echte A-act is The Stills nog niet. Maar hierdoor zal de band dan ook niet in het diepe worden gegooid, zoals bijvoorbeeld Keane, waardoor het de kans krijgt om vrijelijk door te groeien. Kortom, een leuk bandje met een aardige plaat die je best vaak kunt horen, maar (nog) niks wereldschokkend. Na drie keer horen dus toch maar weer Interpol opgezet.

Muziek / Album

Nog steeds bloedgeil en vol passie

recensie: The Twilight Singers - She Loves You

Dat Greg Dulli een passie voor andermans muziek heeft, wisten we al lang. Met zijn vroegere band The Afghan Whigs speelde hij een aantal onvergetelijke covers, waarvan Can’t Get Enough Of Your Love Baby van de onlangs overleden ‘Walrus of Love’ en Creep van TLC de hoogtepunten vormden. Wie een van de vaak briljante optredens van zijn nieuwere project The Twilight Singers heeft meegemaakt, weet dat er wat dat betreft niets nieuws onder de zon is.

~

Dulli haakte begin dit jaar in Paradiso gretig in op het succes van Outkast met covers van Roses en Hey Ya en pretendeerde zelfs dat die laatste gebaseerd is op ’66 van The Afghan Whigs (instemming van het publiek was overigens ver te zoeken). Verder speelden The Twilight Singers nog enkele covers die ook op deze nieuwe plaat terecht zijn gekomen. Het is een plaat die er wel moest komen.

Gaye, Simone, Gershwin en Blige

Het is nog altijd soul wat de klok slaat bij Dulli, zowel in het reguliere werk als in de covers. The Twilight Singers brachten twee gloedvolle platen uit, waarvan met name de laatste Blackberry Belle zich kon meten met het beste werk van The Afghan Whigs. Op She Loves You is het tijd voor de grote voorbeelden én voor de talentrijken van nu. Billie Holiday, Fleetwood Mac, Marvin Gaye, Nina Simone, George Gershwin tegenover Björk en Mary J. Blige.

Schreeuwerig

Hoogtepunten zijn de bloedstollende versie van Martina Topley-Bird’s Too Tough To Die, de combinatie van Marvin Gaye’s Please Stay en A Love Supreme van John Coltrane en de godgruwelijk mooie versie van Nina Simone’s Black Is The Colour Of My True Love’s Hair, nummers die ook al te horen waren in Paradiso. Moeilijker te verteren zijn Strange Fruit, geïnspireerd door I Want You (She’s So Heavy) van The Beatles, en Hyperballad van Björk. De eerste is te schreeuwerig en de tweede wordt gereduceerd tot een gewoon popliedje. Niet slecht, maar ook niet zo goed als wij gewend zijn van deze grandes dames.

Hoertje in Amsterdam

Mark Lanegan, die onlangs zijn nieuwste meesterwerkje Bubblegum uitbracht, is als vanouds weer van de partij in de gedaante van bluesman met een zeer geslaagde versie van Hard Time Killing Floor van Skip James. Weer een hoogtepuntje, vinkt u maar aan. Wat deze plaat in elk geval beter maakt dan vele andere coverplaten is de bloedgeile passie en gedrevenheid van mister sex himself Greg Dulli, de kettingroker die naar eigen zeggen zijn hand niet omdraait voor een Amsterdams hoertje dat lijkt op Britney Spears. Die man is alles waar rock ‘n’ roll traditioneel voor staat. Vandaar dat dit rauw geproduceerde tussendoortje, ondanks een paar mindere stukjes, uitstekend is voor de lekkere trek.

Muziek / Album

Theatraal en verpletterend

recensie: The Dresden Dolls - The Dresden Dolls

Misschien ken je het wel. Je ontdekt een bandje in een platenzaak of op een festival. Voor een korte tijd is het jouw geheimpje. Op nogal egoistische wijze probeer je het bandje helemaal voor jezelf te claimen. In je vriendenkring kent niemand het nog, maar jij laat iedereen genereus meegenieten van de in je hoofd gecreëerde hype. Je hebt een T-shirt dat je te vaak draagt. Ondertussen kennen duizenden mensen het bandje al, maar je blijft er in geloven dat ze niet enorm zullen doorbreken. De klap, in de vorm van een paginagrote advertentie op de achterkant van een groot muziektijdschrift, komt onverwacht.

~

Gelukkig is er nog de herinnering aan festivalidylle Haldern, waar The Dresden Dolls uit Boston, Massachusetts voor vierhonderd geluksvogels in een schitterende ambiance een vlammend optreden gaven. Het geschminkte duo dat elkaar leerde kennen op een Halloween-feestje werd door ondergetekende maar meteen uitgeroepen tot dé sensatie van het festival. Een soort aanhoudend kippenvelmoment culminerend in het moment dat Amsterdam van Jacques Brel wordt ingezet. De onlangs uitgezonden Rockpalast-special over Haldern Pop bevatte twee nummers van deze bijzondere set. Nu is de plaat in Nederland uit.

Brechtiaans punk-cabaret

The Dresden Dolls bestaan uit Amanda Palmer (piano/zang) en Brian Viglione (drums). De muziek die ze maken hebben ze Brechtian Punk Cabaret gedoopt. Palmer bespeelt haar piano op soms ruwe wijze, te vergelijken met de speelstijl van een getergde Tori Amos. Haar zang heeft raakvlakken met die van Patti Smith of PJ Harvey. Op uiterst expressieve wijze zingt, fluistert of brult ze haar tragikomische, soms cynische teksten. Het drumspel van Viglione gaat prachtig mee in de verschillende hardheidsniveaus van Palmer. Ook hij neemt op het juiste moment gas terug. Met ‘Brechtian’ wordt het theatrale aspect van de muziek en de (wit geschminkte) performance geduid. Hoewel dat laatste bij Brecht (samen met Kurt Weill verantwoordelijk voor de ‘Dreigroschenoper’) juist niet zo overdadig was, is de link naar de sfeer van de Weimar-era duidelijk.

Neurotisch

De plaat opent met het fantastische Good Day waarin Palmer op meesterlijk cynische wijze de teloorgang van een relatie bezingt: ‘…even though you knew it from the start you’d rather be a bitch than be an ordinary broken heart.’ Het neurotisch/hysterische Girl Anarchronism vliegt op topsnelheid voorbij. De teksten zijn soms erg persoonlijk en worden steeds zeer gepassioneerd gebracht. De nummers zijn behoorlijk lang, waardoor de plaat halverwege enigszins kan gaan vervelen. Daarom is het prettig dat de eerste helft van de plaat betere nummers bevat. Bijvoorbeeld het fantastische Coin-Operated Boy dat geheel in overeenstemming met de tekst een mechanisch, robotachtig ritme en metrum heeft. Ergens halverwege de song haalt Palmer een meesterlijk pianotrucje uit, waardoor de plaat vast lijkt te zitten op de regel ‘…and I’ll never be alone’. Ook live wordt dit perfect opgenomen. In meerdere songs zitten grappige verwijzingen naar beroemde nummers. Zo zingt Palmer in The Perfect Fit na een instrumentaal bruggetje ‘I love you, won’t you tell me your name, Hello…’

The Dresden Dolls spelen dinsdag 21 september in de Oude Zaal van de Melkweg in Amsterdam. De perfecte plek om een bepaalde cover ten gehore te brengen. Met dusdanig sterk songmateriaal hebben ze Brel echter niet nodig om een verpletterende indruk te maken. The Dresden Dolls zijn met deze cd nu al een van de grote verassingen van 2004. Hun Brechtian Punk Cabaret is zeer origineel met een hoog tekstueel niveau. Kom er echter alstublieft niet allemaal tegelijk achter, dan blijft het ons geheim, OK?

Film / Films

Leven in de kreukelzone

recensie: The Terminal

Ooit overnacht in een terminal? Het is een nachtmerrie. De leuningen komen niet verder dan de helft van je rug. Zodra je wegsoest, klapt je lichaam dubbel. Verstard lig je op de zetels, bang om er vanaf te rollen. Het enige lichtpuntje was voor mij destijds die aardige Rus. Ik mocht mijn hoofd op zijn schouder laten rusten. Juist deze kreukelzone vormt voor de hoofdpersoon in The Terminal het ‘paradijs’.

~

De film vertelt het verhaal van de Oost-Europeaan Victor Navorski (Tom Hanks). Tijdens een vlucht naar New York breekt er in zijn fictieve geboorteland een revolutie uit. Door deze coupe wordt zijn paspoort ongeldig en mag hij Amerika niet in. Wat nu? Vliegt hij terug dan belandt hij wellicht in een bloedbad. En ook het leven van een illegale vluchteling lokt niet erg.

Gate 67

~

Navorski besluit te wachten totdat de oorlog over is. Hij tovert gate 67 om tot een slaapplaats. Dagen worden weken, weken worden maanden en zelfs jaren. Intussen vermaakt Victor zich prima in de wereld van John F. Kennedy International Airport. Hij bemiddelt tussen de douane en een Rus die pillen smokkelt. Hij probeert een tweetal aan elkaar te koppelen, en raakt zelf stapelverliefd op de mooie stewardess Amelia (Catharine Zeta-Jones). Evenals in Forrest Gump geniet je als kijker ook in The Terminal van Hanks’ acteertalent. Als niet al te intelligente sul wordt hij met iedereen vriendjes – met de illegale schoonmaker, een bagagesjouwer en een douanier – behalve met de grimmige Frank Dixon. Als luchthavenautoriteit ziet hij Navorski het liefst meteen vertrekken. Hij beschouwt de ‘zwerver’ als een vuiltje in zijn bureaucratie dat hij zo snel mogelijk weg wil poetsen. Hij weet alleen niet hoe.

Spielberg

In The Terminal werken Tom Hanks en Steven Spielberg voor de derde keer samen. Eerder schitterden ze met de co-producties Saving Private Ryan en Catch Me If You Can. Ook The Terminal belooft een kaskraker te worden. Vooral het begin is ijzersterk. Steeds weer barst de zaal in lachen uit. Er ontstaan allerlei hilarische scenes omdat Navorski nauwelijks Engels spreekt: hij leert Engels via reclamefolders en de televisie. Gaandeweg maken vraag- en uitroeptekens echter plaats voor voorspelbaarheid. Het laatste half uur wordt zelfs een tikkeltje zoetsappig. Waarom moeten Amerikaanse films toch altijd streven naar een happy end?

Waargebeurd

The Terminal is trouwens gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Het is de story van de Iraanse vluchteling Merhan Nasseri. In 1988 landde hij op het vliegveld Charles de Gaulle waar zijn papieren werden gestolen. Hij mocht Frankrijk niet in. Sinds die tijd woont hij in de aankomsthal. Uiteraard kwam het met de papieren toch in orde, maar ondanks zijn vrijheid bleef Nasseri op het vliegveld wonen. Daar maakten de vele interviews hem bijna nog bekender dan Khomeini. De filmrechten op zijn levensverhaal brachten hem maar liefst een miljoen dollar op. Toch verlaat hij zijn ‘woning’ niet. Waar anderen een terrasje pikken om mensen te bekijken, kiest Nasseri voor zijn terminal. Wat is nu boeiender?

Film / Films

Tussen culturen in

recensie: Gegen die Wand

De Turkse veertiger Cahit (Birol Ünel) woont in Hamburg en slijt zijn dagen met zuipen, neuken en coke snuiven. Hij werkt als glazenophaler in een jongerencentrum, maar ligt liever dagenlang in zijn vervuilde bed in zijn zwaar verwaarloosde kamer. Hij denkt, maar waaraan? Hij kijkt voor zich uit, maar waarnaar? Zijn vrouw is dood, zijn idealen is hij kwijt en levenslust of ambities heeft hij niet meer. Hij voelt zich geen Turk, maar ook geen Duitser. Zwevend tussen deze culturen is hij zichzelf hopeloos kwijtgeraakt.

~

Hij rijdt met zijn auto gegen die Wand, maar overleeft zijn zelfmoordpoging. Hij wordt opgenomen in een kliniek, waar hij in de wachtkamer van de psychiater de Turkse Sibel (Sibel Kekilli) ontmoet. Ze is begin twintig en heeft geprobeerd haar polsen door te snijden. Zij wil uit haar beklemmende Turkse gezinsmilieu ontsnappen om het vrije westerse leven te ontdekken. Zij wil ook zuipen, snuiven en neuken, met veel mannen, en dansen op new-wavemuziek uit de jaren 80. Haar eerste vraag aan Cahit is of hij met haar wil trouwen. Door een huwelijk voor de buitenwereld met hem aan te gaan, hoopt zij toegang te krijgen tot het door haar gedroomde vrije westerse leven. Gegen die Wand werd dit jaar bekroond met diverse prijzen op het filmfestival van Berlijn. De voortekenen en verwachtingen zijn veelbelovend. Is dit de film die een psychologisch inzicht geeft in de multiculturele problematiek van jonge mensen die zich in de vrije Westerse wereld willen losmaken van hun ouderlijke milieu?

Verbijsterd

~

Cahit gaat zonder noemenswaardige twijfels in op de wens van Sibel om met elkaar te trouwen. Hiervoor dient eerst echter uiteraard de familie van Sibel toestemming te verlenen. Na een kort en vooral kolderiek gesprek tussen alle betrokken, waarbij Cahit wordt voorgesteld aan de familie, geeft de vader opvallend snel en gemakkelijk toestemming voor het huwelijk. Cahit hoeft alleen toe te geven dat hij van zijn dochter houdt. Wie is pa dan om twee mensen hun geluk te ontnemen? Moeder heeft nog wel haar bedenkingen en vraagt aan Sibel of zij misschien ook aan een jongere man heeft gedacht. Dit is de enige kritische vraag die Sibel voorgelegd krijgt van haar familie over haar aanstaande man. De brug voor Sibel naar het vrije leven is geslagen, maar de kijker die verwachtingsvol en nieuwsgierig is naar de achtergronden van de Turkse moraal over het huwelijk – en uithuwelijking – zal verbijsterd zijn. Heeft Sibel zelfmoord proberen te plegen vanwege deze zogenaamd starre en verstikkende houding van haar ouders ten aanzien van de vrijheid die zij wenst?

Vrijheid

~

Sibel en Cahit trouwen, ze trekt bij hem in, knipt zijn haren en ruimt zijn kamer op. Ze eten samen en gaan samen op stap in het Hamburgse nachtleven. Sibel flirt met andere mannen en neukt er lustig op los. Het kan Cahit niet raken, hij doet namelijk precies hetzelfde met andere vrouwen. Totdat Cahit bij zichzelf merkt dat hij het toch wel vervelend begint te vinden dat Sibel minaars heeft. Door de aandacht van Sibel voor hem herontdekt Cahit zichzelf. Hij merkt dat hij niet alleen kan vechten, hij kan zelfs dansen! De grote vraag in Gegen die Wand wordt dan of het in scène gezette huwelijk tussen Sibel en Cahit daadwerkelijk kan uitgroeien tot een liefdesrelatie tussen hen.

Onbeholpen en agressief

~

In de film verzucht Sibel dat zij Cahit amper kent, waarop hij antwoordt dat zij dan maar moet proberen hem te leren kennen. Ongetwijfeld geheel ongewild schetst de 31-jarige regisseur Akin hier het grote probleem van zijn eigen film en is hij gelijk zijn eigen grootste criticus. Hij geeft zijn hoofdpersonen namelijk helemaal niet de kans elkaar te leren kennen. Als Sibel Cahit voorzichtig vraagt naar zijn overleden vrouw, antwoordt hij schreeuwend dat Sibel kan opdonderen, waarna hij allerlei flessen in zijn kamer kapot smijt. Sibel vlucht de kamer uit en het beginnende gesprek is alweer afgelopen. Dit is hoe Cahit met anderen communiceert: schreeuwend, geweld niet schuwend, onbeholpen en agressief. Hij kan en wil geen diepgaand gesprek voeren. Door te kiezen voor een dergelijke hoofdpersoon heeft de regisseur bij voorbaat alle ambities en pretenties om een psychologisch portret van zijn generatie te schetsen, overboord gezet. Ook het personage Sibel kan de film niet redden. Zij is intelligent en sociaal voldoende onderlegd om verdieping aan te kunnen brengen in de relaties die zij aangaat, maar Akin laat haar ook niet verder komen dan een jonge vrouw die graag wil dansen, snuiven, zuipen en neuken. Ook zij komt in aanraking met drugs en geweld. Het gevolg is dat de karakters van Sibel en Chahit zich niet ontwikkelen, waardoor elke verdieping ontbreekt van de op voorhand interessante thema’s van de film. Zij leven wel door en worstelen wel met het bestaan, maar we komen niets te weten over hun drijfveren, achtergronden en motieven. Ze willen dansen, zuipen en neuken. Is dat echt het enige?

Geen interesse

~

Akin heeft helemaal niet de ambitie gehad om met Gegen die Wand een dieper inzicht te geven in de problematiek van zijn generatie en de vraag hoe je een eigen identiteit opbouwt tussen meerdere culturen. Hij gebruikt dit thema slechts als achtergrond in de film. Het is het decor waarin Cahit de botte gefrustreerde veertiger kan zijn die geweld niet schuwt en zuipt en snuift tot hij er bij neervalt en Sibel de jonge twintiger blijft die graag vrijheid wil, op dezelfde manier als Cahit hier invulling aan geeft. Het interesseert Akin niet waarom Cahit een zelfmoordpoging heeft gedaan en waarom deze veertiger geen zin meer in het leven heeft. Het interesseert hem niet waarom Sibel de vrije westerse wereld zo aantrekkelijk vindt en waarom zij haar verstikkende Turkse gezin wil ontvluchten en bij deze strijd aanvankelijk een zelfmoordpoging deed. Akin is niet geïnteresseerd in moeilijke onderwerpen als integratie en uithuwelijking.

Akin heeft een film willen maken waarin Turkse hoofdpersonen figureren in zijn ambitie om te laten zien dat hij weet wat leven in de onderlaag van het vrije Westen vooral inhoudt: zuipen, snuiven, dansen, vechten en neuken. Gegen die Wand is niet meer dan een verslag van hoe de hoofdrolspelers dit doen.

Boeken / Strip

De wereld draait om de verkoop

recensie: Seth - Ventilatoren

“Als ik een beroep voor Simon moest bedenken, zou dat eerder zoiets als gedetineerde zijn.” In deze zin van een van de twee hoofdpersonen in Ventilatoren zit de hele dramatiek van dit literaire stripboek verscholen. Deze uitspraak van Abraham Matchcard over zijn broer Simon zegt namelijk net zoveel over hemzelf.

~

De opbouw van Ventilatoren is bijzonder voor een stripboek. Het eerste deel van het boek speelt zich af in de huidige tijd. De lezer volgt een dag uit het leven van de bejaarde Abraham Matchcard. We volgen hem bij zijn dagelijkse bezigheden. De oude man staat in de middag op, gaat in bad, warmt zijn kant-en-klaarmaaltijd op en leest wat in oude boeken van zijn broer. Onderhand vertelt hij over de opkomst en ondergang van het bedrijf van zijn vader, Clyde Ventilatoren (in de originele versie iets prozaïscher: Clyde Fans), en over zijn voormalig vak van vertegenwoordiger. Daarbij vertelt hij dat zijn broer ook geprobeerd heeft dat vak uit te oefenen, maar daarin verschrikkelijk mislukte, om zich vervolgens thuis op te sluiten om administratief werk te doen en briefkaarten met afbeeldingen van reuzengroenten te verzamelen.

Terug in de tijd

Wat er tijdens die verkooptocht precies mis is gegaan is te lezen in het tweede deel van het boek, dat in de jaren 50 speelt. Simon Matchcard wordt gevolgd op zijn eerste en enige reis als vertegenwoordiger. Hij is op van de zenuwen en bakt er niets van, tot hij vlucht en zich stort op de briefkaarten. Met deze opbouw zou het verhaal in een “gewone” roman vrijwel onuitlegbaar geweest zijn. Juist het visuele aspect van de strip maakt dat de enorme flashback goed te begrijpen is, doordat de omgeving anders is en de figuren jonger. Daarnaast zitten er allerlei details in de strip die uitleg geven of juist vragen oproepen, zoals een portret van de broers als twintigers met een derde jonge man: een broer?

Persoonlijke gevangenis

Het boek draait om hoe het bedrijf, en in wezen het verkopen van de ventilatoren, het leven van de twee broers heeft vormgegeven. Voor beide mannen is het verkopen in een persoonlijke gevangenis uitgelopen. In het geval van Simon een zelfverkozen opsluiting na zijn commerciële mislukking, in dat van Abraham veroorzaakt door omstandigheden, namelijk het verval van het bedrijf en de verzorging van Simon. Hoewel Abraham toegeeft: “De meeste mensen lijken hun best te doen om sleur te vermijden. Zo niet Simon en ik. We waren er aan verslingerd.” Ondanks de treurige stemming die het boek uitstraalt, lijkt Abraham het niet echt erg te vinden om alleen te zijn.

50’s stijl

Het tekenwerk van Ventilatoren sluit prachtig bij het verhaal aan. De auteur, Seth (pseudoniem van Gregory Gallant), is verslingerd aan de jaren 50 en dat is in het tekenwerk terug te vinden. De stijl is een van de “klare lijn”, met veel abstractie, en is verwant aan het werk van hedendaagse Franse striptekenaars als Dupuy en Berberian. De tekeningen zijn zwart-wit met blauw en grijs als steunkleur, wat in het eerste deel het verval van Abraham en Clyde Ventilatoren en in het tweede deel de treurige stemming van Simon goed ondersteunt.

Voer voor letterkundigen

Door de opbouw en thematiek is Ventilatoren een uitzonderlijk intrigerend en gelaagd boek, dat zelfs na meerdere lezingen nog boeit en vragen oproept. Het boek verdient eigenlijk beter dan de naam “strip”, omdat daar in Nederland nog altijd associaties aan kleven van vermaak voor kinderen. Ventilatoren is een aanrader voor echte literatuurliefhebbers en iedereen die flink is uitgekeken op Suske en Wiske.