Theater / Voorstelling

Lachen of knuffelen?

recensie: Staat (Jan Jaap van der Wal)

.

~

Jan Jaap van der Wal is zoals hij het zelf zegt: “Een vieze oude man van 24. Want zoals die meiden er tegenwoordig uitzien! Er moet een seksist bij Campina werken.” Van der Wal ziet er inderdaad ook wel een beetje uit als een vieze oude man. In het pak gehesen, glimmende schoenen aan en het halflange haar strak naar achteren gekamd. Een klassiek muziekje op de achtergrond en een fles champagne op het podium. Ik zeg nog tegen een vriend dat het vast Jip & Janneke-bubbels zijn, en ja hoor: ik had gelijk!

Zielenroerselen

~

Jan Jaap is gegroeid tot een toneelman met persoonlijkheid. Hij staat er echt. Zijn humor is scherp en intelligent. Het zijn gelukkig geen dijenkletsers en er wordt niet gezongen. Ook doet hij weinig typetjes, want hij is voornamelijk zichzelf. Het blijft niet bij aanvallen op de samenleving of eindeloos zeuren over ditjes en datjes. Een groot deel van zijn optreden is juist heel persoonlijk. Hij legt zijn zielenroerselen bloot. Deze worden levendig en pakkend verteld en gaan over zijn onzekerheid, zijn jeugd, zijn dromen en zijn zwaktes. Dit met een gezonde dosis zelfspot. Hij is ontroerend en ontwapenend. Bijvoorbeeld als hij vertelt dat hij door meisjes vaak gezien wordt als een broertje in plaats van als vriendje. “Na de Tros ben ik in mijn eentje de grootste familie van Nederland!” Op zo’n moment weet je niet of je moet lachen of hem wilt knuffelen.

Schaterlachen

Knap is dat alle verhalen lekker vlot lopen, met een duidelijk begin en einde. Hij blijft niet eindeloos in zijn verhalen hangen. Hij maakt goed contact met het publiek en hij is zo expressief dat hij het podium moeiteloos vult. Hij is nooit te druk of overdreven zoals sommige collega’s dat wel hebben. Het publiek vind zijn grappen duidelijk leuk, maar ik denk niet dat iemand in de zaal het niet droog heeft kunnen houden. Er wordt wel volop geschaterlacht. Maar voor het grootste gedeelte is het gewoon genieten van grappige en soms mooie verhalen. In de zaal zie ik ook zijn collega Raoul Heertje en Felix Meurders (consumentenprogramma Kassa). Maar Jan Jaap van der Wal kan gerust zijn, ik denk niet dat mensen voor deze show hun geld gaan terugvragen.

Staat wordt alleen nog tot en met 31 oktober 2004 opgevoerd.

Muziek / Concert

Een Estisch feestje

recensie: Arvo Pärt - Credo / Lamentate / In Principio (Noord Nederlands Orkest)

Vroeger, zo net na de pruikentijd, had je twee soorten orkesten. De Hele Grote waar Mahler regelmatig aan de koffie zat, Brahms met zijn symfonieën leurde en waarvoor je zelfs Paganini uit zijn bod mocht bellen. En de hele kleintjes, die het zonder koffie, Mahler en Paganini moesten stellen en waarvan Brahms niet eens wilde dat zijn symfonie er werd gespeeld. In Duitsland kwam daar al een tijdje geleden verandering in. Goed, je had Herbert von Karajans Berliner Philharmoniker, maar van het non-stop spelen van Beethoven werd je ook niet veel beter en na de dood van Karajan wist het orkest zich maar moeilijk aan andere leiding en repertoire aan te passen. Verrassend genoeg werden provinciale orkesten steeds beter en tegenwoordig kan de Bamberger Philharmoniker zich bijna met de Berlijners meten.

Ook in Nederland voltrekt zich zoiets; het Concertgebouworkest is niet per definitie meer veel beter dan het Residentie Orkest of het Rotterdams Filharmonisch, integendeel. En in programmering zijn die laatste twee de hoofdstedeling als jaren geleden voorbijgestreefd. Alleen met de provinciale orkesten bleef het tobben.

Crossover

~

Ook het Noord Nederlands Orkest heeft een tijdlang niet zo’n beste reputatie gehad en grotendeels was dat terecht. Voor een instelling die zoveel rijksgeld ontvangt (meer dan enig ander orkest in Nederland) presteerde het maar matigjes. Daar is een paar jaar geleden verandering in gekomen. Ten eerste begon het NNO zijn activiteiten uit te breiden naar (soms wel, soms niet gelukte) crossover-pogingen, educatieve projecten etcetera. Gelukkig mochten we bij deze gelegenheid ervaren dat het artistieke niveau van het orkest in de pas begint te lopen bij deze fraaie ambities. De bijdrage van het NNO in het Arvo Pärt-festival was een triomf.

Maar het hangt er wel van af welke kop er voor het orkest staat. Na eerder al een buitengewoon sterke Sacre du Printemps te hebben gebracht, bewees de Estische dirigent Arvo Volmer wederom dat hij het beste uit deze groep muzikanten kan krijgen. Dat die groep werd aangevuld met pianist Aleksandr Lubimov verhoogde de lol alleen maar door het uitstekende samenspel van orkest, dirigent en solist.

Het Pärt-festival maakte hier zijn eerste en naar ik heb begrepen tegelijk laatste editie mee – volgend jaar wordt er in Groningen weer een andere levende componist geëerd. Wat vooral prettig was om te zien was een (bijna) volle grote zaal in de Oosterpoort, die bewees dat eigentijdse muziek, mits goed gebracht, niet per definitie tot leegloop hoeft te leiden.

New Age-maniakken

Natuurlijk werkt Pärts muziek wel mee. Het is zeker geen gepiep en geknars zoals we dat kennen (of niet) van types als Boulez en Kagel, maar zoekt eerder de esoterische kant op. De hoogst zachtzinnige en religieuze Pärt zag dan ook met lede ogen aan hoe zijn werk werd gekaapt door de New Age-maniakken die eerder door het zweverige karakter ervan aangetrokken leken te worden dan door de bedoelingen van de componist. De muziek van Pärt en zielsverwanten, zoals de Pool Gorecki en de Georgiër Giya Kancheli, borduurt zowel voort op de barok als op minimalisme zoals we dat kennen van Michael Nyman en Steve Reich. Pärt schuwt het grote gebaar niet en is op zijn tijd niet wars van effectbejag en bombast.

Dat tekende ook het verschil tussen het vroege Credo (1968) en de recente stukken In Principio en Lamentate (resp. 2003 en 2002). In de late jaren zestig werkte de componist eveneens met twaalftoonsstructuren, die hij in Credo een soort duel laat uitvechten met bekende klassieke stukken. Drie keer raden wat het goede en wat het kwaad vertegenwoordigt. Merkwaardig was wel dat het programmaboekje doorzaagde over de echo’s van Bach en vergat te vermelden dat Pärt in Credo zo ongeveer de integrale Apassionata-sonate van Beethoven citeert (zo heet kopiëren in het muzikants).

Maar eerlijk gezegd was Credo (dat onlangs nog door Helene Grimaud werd opgenomen) daarmee wel het meest spannende stuk van de avond en ook duidelijk waar het NNO en het begeleidend koor het meeste energie in staken. Dat leidde dan ook prompt tot de enige wanklank (letterlijk) van de avond – een avondje meer repeteren zou voor het koor geen kwaad kunnen.

Maar dat en die ene tetter die die arme hoornist miste konden weinig afdoen aan een voortreffelijke prestatie van het NNO, dat zich hier zowel technisch als artistiek van zijn beste kant liet zien. Meer, graag.

Muziek / Album

Georganiseerde gekte

recensie: Colonel Claypool's Bucket of Bernie Brains - The Big Eyeball in the Sky

Een Dalí-achtige hoes met soort rococoborstbeeld zwevend in de lucht met een oog die ons aanstaart. De absurde naam Colonel Claypool’s Bucket of Bernie Brains. Het mag duidelijk zijn dat het hier gaat om weer een hersenspinsel van Les Claypool. De beroepsweirdo, bekend van Primus maar ook als gastmuzikant bij onder andere Tom Waits, heeft een nieuwe plaat uit: The Big Eyeball in the Sky. Als we het schijfje in de lade stoppen weten we al: dit wordt een freaky trip door het geflipte brein van Claypool.

De collaborateurs van Claypool zijn al uit de bandnaam te halen. Naast de kolonel Claypool op bas zijn medeplichtig: gitarist Buckethead (ex-Guns ’n Roses), drummer Brain (ook Guns ’n Roses en te horen op Waits’ Real Gone) en orgelman Bernie Worrell (Funkadelic, Talking Heads en George Clinton).

Freaky doch herkenbaar

~

De opener, het autobiografische Buckethead, begint met een circus-achtig orgelloopje van Bernie Worrell, waarover het komische stemmetje van Les Claypool absurde teksten proclameert: “with his face as pale as pancakes and his posture in rebellion with his height”. Iets later valt de rest van de band in, het slapbasspel van de kolonel, met herkenbare riffs en de elektrisch gitaar van Buckethead. Het eerste nummer belooft veel goeds: het is een bijna orgastisch samenspel van een sterrenensemble. Het niveau blijft ook verderop gehandhaafd. Het is een prettig georganiseerde anarchie die ondanks de rare wendingen en uitgesponnen solo’s steeds herkenbaar blijft. Dat zal veel te maken hebben met het songschrijverschap van Claypool, die altijd freaky is maar onderhand wel erg herkenbaar begint te worden.

Futurisme

Maar ‘freaky’ is niet de enige noemer waaronder deze schijf te vatten valt. Luister bijvoorbeeld naar Tyranny of the Hunt wat door de toetsen van Bernie Worrell zo uit de een oude sciencefiction-soundtrack gegrepen lijkt te zijn. Het gezelschap blijkt goed te kunnen variëren, gezien lange instrumentale improvisaties als Elephant Ghost en Scott Taylor of één van de hoogtepunten: de afsluiter Ignorance is Bliss met Bucketheads jankende en kreunende gitaar. Les Claypool en kornuiten gaan verder waar Frank Zappa noodgedwongen moest stoppen en ze doen dat in net zo’n razende vaart en waanzinnigheid als de meester zelf. En net als met Zappa vraag je je af en toe af waar je in ’s hemelsnaam toch naar luistert. En dat wordt alleen nog maar versterkt door zinsneden als: “now me I like my media / I like it nice and thick / throwing options at the walls / to see which ones will stick / but to formulate opinions / about what I see is a joke / because American TV is all about Pepsi and Coke”. Achter de nonchalance zit een enorm vakmanschap en een spontaniteit die doet denken aan de oude jazz van een Charles Mingus.

Al met al een divers album. Een album vol georganiseerde gekte waarop de muziekanten rondom Claypool zich uit mogen leven en zich bijna iedere seconde kunnen profileren. Het maakt de plaat druk – erg druk – maar dat hoeft niet erg te zijn. Voor velen zal het wellicht wat veel van het goede zijn, maar de Claypool-fans zullen hun vingers er weer bij aflikken.

Muziek / Album

Hoe vaak kun je jezelf herhalen?

recensie: Cake - Pressure Chief

.

Wie Cake zegt, denkt vooral aan songs als de Gloria Gaynor-cover I Will Survive, The Distance (beide afkomstig van het album Fashion Nugget, 1996), Never There (Prolonging the Magic, 1998) en Short Skirt/Long Jacket (Comfort Eagle, 2001). Laat daarover geen misverstanden bestaan: een dergelijke hit is niet te vinden op Pressure Chief (met No Phone als hoogtepunt). Natuurlijk beheersen McCrea en co het ‘kunstje’ tot in de perfectie en wat dat betreft zullen ze hun fans nooit teleurstellen, maar verbazen doet Cake op dit nieuwe album geen moment. De band valt het best te omschrijven als de schoenmaker die bij zijn leest blijft. Soms zou je willen dat een mooie vrouw hem eens zou verleiden tot een avontuurtje. Maar hij zou haar hoogstwaarschijnlijk beleefd doch dringend hebben verzocht de zaak geruisloos te verlaten.

Behoorlijk chagrijnig

Laat iemand deze lui alsjeblieft eens een flinke schop onder hun kont geven! Waarom Cake anno 2004 nog steeds bestaat? Tsja, iemand enig idee? Sommigen onder u vinden het vast en zeker schitterende muziek, het moet haast wel. Wij worden er behoorlijk chagrijnig van. Dat heeft vooral te maken met de uiterst nonchalante vocalen (laag en monotoon) en de afgestompte staccato gitaarriffs van zanger/gitarist/componist John McCrea. Alles op Pressure Chief is bovendien midtempo terwijl de drums enkel en alleen ondersteunen. Dynamiek lijkt in die zin haast wel een vies woord. Pluspunt zijn de gortdroge cynische teksten (“No phone, no phone, I want to be alone today. Shaking, quaking, waking me when I must sleep… my deepest concerns will stay buried and unspoken” – tenminste, dat is wat uw recensent ervan maken kon.) En toch hebben we het allemaal al eens eerder gehoord. Van Cake zelf welteverstaan.

Tijd voor een greatest hits?

Om maar eens een blik in de toekomst te werpen: ik verwacht niet dat veel collegae Pressure Chief aan het eind van het jaar zullen opnemen in de gebruikelijke jaaroverzichten. Het lijkt alsof de band op het eindstation is aanbeland. Misschien wordt het daarom zo langzamerhand eens tijd voor een Greatest Hits-CD. Hopelijk zijn we daarna voor eens en altijd van ze af. Voor de die-hard fans: 3 november is Cake te zien in Paradiso (Amsterdam).

Theater / Voorstelling

Adembenemende Mozart

recensie: Mozart (Fred Delfgaauw)

Niet gauw na Wolfgang Amadeus Mozarts dood (1791) gaat het praatje de ronde dat hij zou zijn vergiftigd. Wie dit gerucht de wereld in heeft geholpen? Geen idee, ze hebben de bron nooit kunnen achterhalen. Maar feit is wel dat het leidde tot één van de grootste historische mythes allertijden: de strijd tussen Mozart en Antonio Salieri. De ‘moord’ op Mozart spreekt nog altijd tot de verbeelding. Er zijn talloze verhalen, romans, televisiespelen en films over gemaakt. Inmiddels is de mythe achterhaald, en alles blijkt een verzinsel te zijn geweest. Maar voor de mensen die Salieri kennen, blijft deze naam onlosmakelijk verbonden met die van Mozart.

~

Salieri was een gevierd componist toen Mozart stierf. Hij bekleedde de belangrijke functie van kapelmeester aan het Weense hof. En als je zijn tijdsgenoten mag geloven was hij een beminnelijk en bescheiden mens. Tijdens zijn leven merkte hij hoe zijn muziek verouderde én hoe de eeuwigheidswaarde van Mozarts muziek steeds meer werd onderkend. In 1825 stierf hij na een langdurige ziekte die hem geestelijk en lichamelijk sloopte.

Poppen

~

Fred Delfgaauw speelt solo in zijn poppentheater-voorstelling Mozart. Alle
personages zijn creaties die leven uit zijn hand. Delfgaauw zelf speelt Antonio
Salieri, die we ontmoeten in zijn graf. 179 Jaar na zijn dood vertelt hij ons zijn versie van het verhaal rondom de moord op Mozart. Om hem heen heeft hij wat ‘mensen’ verzameld die zijn onschuld moeten bewijzen. Hij heeft immers Mozart niet vermoord. Maar ja, hij is een Italiaan en Italianen doen zulke dingen. Althans… dat beweren de stemmen die hij overal om zich heen hoort. Hoewel, mensen… Het zijn creaties van stof, rubber en veren, en niet meer dan dat. Maar door de wijze waarop Delfgaauw deze creaties bespeelt gaan ze leven voor je ogen en worden het echte mensen. Al snel zie je ook de mond van Delfgaauw niet meer bewegen, omdat je geconcentreerd zit te kijken naar de lappen stof in zijn hand. Wonderbaarlijk hoe je van simpele attributen iets levends kunt maken.

Bijfiguren

~

We ontmoeten zo ook Franz Ignaz von Mosel, de man die een biografie over Salieri schreef en een vurig pleitbezorger is van diens onschuld. En Mathilde Ludendorff, een filosofe die beweert dat de moord op Mozart voortkomt uit een samenzweringstheorie. Een roddeltante eerste klas die zelfs met het hoofd in de stoel gepropt nog door blijft ratelen. Laten we ook Constanze Mozart niet vergeten, door Delfgaauw uitgebeeld met niet meer dan een plumeau en een oogmasker.

Muziek

In een voorstelling als deze kan muziek natuurlijk niet ontbreken. De muziek van zowel Mozart als Salieri worden met elkaar afgewisseld. En al de gespeelde muziekstukken sluiten naadloos aan bij de verhalen en de roddels die rondom Salieri zijn geweven. Het meest wonderlijke muziekstuk bevindt zich aan het begin van dit poppenthetaer-spektakel. We horen een Mis in C-mineur. In de laatste dagen van zijn leven componeerde Salieri een muziekstuk dat leven en dood verbroederde. Toen dit werk klaar was, liet hij het hoofd in zijn handen zakken en ontdekte dat het een stuk van Mozart was wat hij gecomponeerd had. Mozart had bezit van hem genomen.

Adembenemend

Adembenemend, een ander woord is er niet voor dit schouwspel. Fred Delfgaauw bespeelt in zijn eentje de creaties in zijn hand zodanig dat je er naar blijft kijken. Van een paar rode rubber huishoudhandschoenen maakt hij twee doktoren die zich buigen over het dode lichaam van Mozart en ruzie maken of ze nu gaan amputeren of aderlaten. Het zijn op dat moment geen handschoenen meer, maar levende wezens. En dat geldt voor alle personages die voorbij komen. Ik heb deze man al eens eerder mogen aanschouwen en ik heb me toen ook al verbaasd over de veelzijdigheid van deze kunstenaar. Want dat is het. Het is zo knap gedaan, dat je eigenlijk niet kan vertellen wat het met je doet. Als je er over mee wilt praten, zul je het écht zelf moeten gaan zien.

Mozart is nog te zien tot 1 juni 2005 door het hele land.

Film / Films

In potentie briljant

recensie: Kassablanka

Over een week zal het Vlaams Blok een historische zegen behalen in Antwerpen. De extreem rechtse partij van Filip Dewinter haalt een derde van de stemmen: het is zwarte zondag. Guy Lee Thys en Ivan Boeckmans, beide gevierde Vlaamse filmmakers, zetten in Kassablanka een scherp beeld neer van een arme wijk waar etnische spanningen schrijnend naar voren komen. Maar eigenlijk gaat deze film niet over racisme, maar over kloven tussen generaties. Onbegrip van ouders tegenover hun kinderen, omdat deze kinderen al veel meer zijn meegegroeid met een moderne maatschappij. De hoogste tijd om de film te bekijken die moslimleider Dyab Abou Jahjah een “belediging van de Arabische cultuur” noemde.

~

Nog even in het kort het recept van film: Men neme een familie met Marokkaanse wortels waarbij de vader streng is in de leer. In een troosteloze galerijflat in de oude stadswijk woont naast dit gezin een totaal andere familie. Hiervan is de vader een tijd geleden ontslagen als vuilnisman omdat hij voor de ogen van de lokale televisie een Marokkaan in elkaar heeft geslagen. Deze twee families zouden niets met elkaar te maken hoeven te hebben in een ‘moderne’ stad, ware het niet dat de Marokkaanse dochter een relatie krijgt met de zoon van de racist. En tussendoor doet de drugsdealende arische dochter het ook nog even met de Marokkaanse zoon, die een Italiaanse naam heeft aangenomen en het eigenlijk veel liever met mannen doet.

Romeo en Julia

~

Veel van de knelpunten tussen de Marokkaanse en Europese cultuur die in Kassablanka worden gesignaleerd kennen we al uit bijvoorbeeld Shouf Shouf Habibi. Ook heeft Eddy Terstall al in 1995 de film Walhalla gemaakt. Deze film had een vergelijkbaar verhaal: Romeo en Julia in het moderne multiculturele Vlaanderen. Ook Thys en Boeckmans pakken nu dus dit thema op, maar zij hebben toch voor een aparte werkwijze gekozen. Opvallend is dat de filmmakers zijn begonnen met screentests (dit proces duurde bij elkaar twee jaar) en naar aanleiding van de verhalen die ze daar van de acteurs te horen kregen een definitief script in elkaar hebben gezet. Ze waren er in het begin nog absoluut niet zeker van dat ze voldoende Marokkaanse acteurs zouden vinden om een goed verhaal neer te zetten.

Skinheads

~

De eerste helft van de film is niet erg spannend. We krijgen een beeld van de zielige nazi-vader en het fanatieke Marokkaanse gezin. De enige reden dat je blijft kijken is dat je op de achterkant van de dvd al gelezen hebt dat beide kids een relatie gaan krijgen. In de tweede helft wordt de film wel iets interessanter, omdat je de grote hoeveelheid karakters beter leert kennen, maar toch blijft de echte verhaallijn (Romeo en Julia dus) onderbelicht. Hun relatie blijft bijna de hele film geheim. Niemand weet er iets van en kan er dus een expliciet oordeel over uitspreken. Die geheimhouding wil bovendien ook niet echt beklemmend worden. Door de grote hoeveelheid bijzaken die worden gepresenteerd (de drugs, het geneuk van de arische zuster, het gedoe met skinheads) verliest de film de grip op de hoofdlijn en daardoor ook mijn interesse.

Fictieve documentaire

Het is de regisseurs niet gelukt om deze spanningsboog eerder aan te zetten. Hierdoor word je als kijker niet de film in gesleurd. Je blijft slechts antipathie voelen voor de nazi en de fundamentalist en een lichte sympathie voor de beide kinderen. Dat is spijtig want nu blijft het slechts een fictieve documentaire van een afgrijselijke week in een achterstandswijk.

De tuinkabouter

De film is duidelijk een lowbudget-productie. Dit zie je af en toe doordat de kleuren niet bij alle opnames even sterk zijn, maar over het algemeen stoort dit niet. Sterker nog, de dvd is uitgebreid opgezet en de schijf heeft een volwassen hoeveelheid extra’s. Zo staat er een waardevol radio-interview op waarin de regisseurs uitleggen hoe ze tot het maken van de film zijn gekomen. Ook behoort een aardige ‘making of’ tot de extra’s. Maar de bonus wordt pas echt compleet door twee korte films van elk ongeveer tien minuten. De eerste film, Tuinkabouter, is een komische sketch over een man in een tuinhuisje die in een graafmachine gaat rijden. De film Rauw gaat over een viertal mensen, die allemaal met elkaar naar bed gaan. Beide films zijn leuk om te zien en geven een duidelijk beeld van wat beide regisseurs nog meer gemaakt hebben.

Aanklacht tegen maatschappij

Kassablanka is in potentie een briljante film, met een perfecte intrige en een spetterende plot. Doordat de regisseurs echter met deze film ook een aanklacht lijken te willen maken tegen van alles en nog wat in onze maatschappij verdwaalt de film in bijzaken. De dvd mag dan goed opgezet zijn, en de twee korte films maken heel veel goed, de hoofdfilm blijft niet meer dan situatieschets van een wijk in de week voor zwarte zondag. Het is helaas een mix tussen een groot aantal gepeperde ingrediënten geworden die er net niet in slaagt om een duidelijke smaak achter te laten.

Theater / Voorstelling

“Heb geen angst, ik ben het”

recensie: Heden Soup! (Wim Helsen)

.

~

Heden Soup! van de Wim Helsen is een snel en onvoorspelbaar spel. Hij won de Neerlands Hoop Cabaretprijs. Dat deze Belg er met deze Nederlandse prijs vandoor is gegaan vind ik volkomen terecht. Helsen is uniek en zijn show zit heel knap in elkaar, maar daar kom je pas achter nadat je een paar keer op het verkeerde been bent gezet. Hij levert geen kritiek op de huidige samenleving, zoals de meeste cabaretiers. Hij voert het publiek mee in de belevingswereld van een labiele man, die zowel creepy is als charmant. En aandoenlijk, door zo lekker dwars en verwonderd te zijn als een klein kind. Hij speelt zijn rol met ernst en verve en daarom overtuigt hij in geheel eigen stijl.

Soep in een buskot

De eerste tien minuten van zijn optreden ben ik een beetje in de war. Waar wil hij toch heen? Het is allemaal zo richtingloos. Het duurt even voor ik zijn humor oppik; het is allemaal wel erg absurd. Helsen vertelt verhalen, hele bizarre verhalen. Het centrale verhaal gaat over zijn heilige doel in het leven, namelijk het vinden van een vrouw met behulp van soep. Ja, soep! Iedere dag gaat hij naar een buskot om vrouwen soep te voeren uit zijn thermos. Wim doet geen balletjes in zijn soep, maar gehaktlettertjes. Deze letters in de juiste volgorde opgegeten vormen een gedicht. De vrouw die ze in deze volgorde eet zal razend verliefd op hem worden.

Flapperende schaamlippen

Terwijl hij dit verhaal vertelt, zetten allerlei bizarre hersenkronkels hem op een zijspoor. Wim Helsen is verongelijkt en verbaasd over zaken waar niemand anders zich druk over maakt. Deze verontwaardiging brengt ons bij vreemde, grappige en soms grove monologen over de seksloze Koningin Fabiola, Neanderthalers in busjes zonder contactsleutels, honden met lange tongen (“nee geen poedels, want dat zijn mini-lama’s”), Maria’s ontheiliging (“het was toch een moeder van niets”), De Wijzen uit het Oosten (“wat moet baby Jezus nou met mirre en wierrook?”), ABBF (“want ze heten toch Agneta, Benny, Björn en Frieda?”) en flapperende schaamlippen.

Moefie Moefie

De zaal is niet echt enthousiast en de cabaretier krijgt weinig respons. Op een paar schaterlachen na blijft het behoorlijk stil. Ik ben zelf ook wel wat teleurgesteld en heb niet vaak heel hard moeten lachen. Het blijft meer bij grijnzen. Op een gegeven moment wil Helsen dat de zaal hem liefkozend toeroept met de kreet: “Moefie, Moefie.” Het duurt heel lang voor het grootste deel van de zaal meedoet met deze roep van affectie.

Alles op zijn plek

Ondanks alles weet hij toch anderhalf uur te boeien. Alleen die gekke dans ergens in het midden haalde de vaart uit de show. Het had ook nergens mee te maken. Misschien was dit de pauze? Heden Soup! is volkomen dwaas en schijnbaar onsamenhangend, maar aan het einde vallen heel slim alle stukjes bij elkaar. Dit is heel knap gedaan. Alle bijverhalen en –personen krijgen een plekje. Ik heb het gevoel dat ik hem opeens snap. Maar over één ding tast ik nog in het duister: waar kwam dat schaap nou vandaan?

Heden Soup! is nog te zien tot 22 december 2004.

Film / Films

Amerikaans-Nederlands drama verdient tijd en geduld

recensie: The Clearing

Filmrecensenten en buitenlands succes door Nederlandse filmmakers: het blijkt keer op keer een slecht huwelijk. Pieter Jan Brugge schreef een scenario voor een film, gebaseerd op de ontvoering van Gerrit-Jan Heijn. Brugge kreeg een prachtige cast bij elkaar en regisseerde een film die vooral de spanningen van een ontvoering in beeld brengt. En wat zeggen de Nederlandse criticasters? “De toeschouwer kent de afloop, dus is er te weinig gedaan met de spanningsboog!” “Een niet overtuigende thriller.” Terecht? Brugge heeft een film gemaakt waarin hij de acteurs en actrices de ruimte heeft gegeven om te spelen. Duidelijk is dat hij een ingetogen film heeft gemaakt, die binnen het huidige aanbod weldadig aandoet. Robert Redford zonder make up, Helen Mirren in een stille rol en Willem Dafoe die eindelijk weer eens acteert. The Clearing is een film die complimenten verdient.

~

Robert Redord speelt Wayne Hayes, een zakenman in de nadagen van zijn carrière. Na een ontbijt geeft hij zijn vrouw Eileen een kus en stapt in zijn auto. Elke morgen dezelfde routine. Tot hij op een ochtend staande wordt gehouden. Arnold Mack (Willem Dafoe) tikt op de autoruit en vraagt wat tijd. Hij stapt met een pistool in de hand in de auto. De twee mannen blijken elkaar te kennen. Redford is de geslaagde zakenman en Dafoe de ontslagen werknemer, die thuis slachtoffer is van zijn bazige vrouw en inwonende schoonvader.

Omzwervingen

~

De film ontwikkelt zich daarna op twee niveaus. Thuis is er sprake van lichte paniek. Redford kan niet zo maar verdwenen zijn en langzaam krijgt de kijker meer informatie over de omzwervingen van Redford als man en als minnaar. De ontvoering volgt de informatie in de thuissituatie op de voet. Redford en Dafoe hebben elkaar eerder ontmoet en vanuit deze ontmoeting komen er gesprekken op gang. Dafoe leidt Redford een bos in en deze moet voor het eerst in zijn leven de hakken in het zand zetten. Hij probeert te weigeren, maar vergeet de ernst van de situatie goed in te schatten.

FBI

The Clearing is een film die vooral acteerwerk laat zien. Redford is na zijn ochtendritueel overgeleverd aan een man die zich slechts bezighoudt met zijn eigen toekomst. Dafoe heeft een beslissing genomen en daarbij mogen slachtoffers vallen. Redford begrijpt pas laat zijn penibele situatie. Thuis overdenkt Eileen, een rol van de Engelse actrice Helen Mirren, haar huwelijk en probeert de informatie van de FBI een plek te geven in haar dagelijks leven. Haar kinderen komen thuis en proberen steun te geven.

Valse snor

In The Clearing wordt ingetogen geacteerd. Met een minimum aan effecten wordt een drama in beeld gebracht, waar de Nederlandse kijker zich nog wel vaag iets van herinnert. Voor het maken van een film in Amerika met dit thema is lef nodig. Brugge is erin geslaagd om zijn drie hoofdpersonen in de Nederlandse karakters neer te laten dalen. Redford, Dafoe en Mirren spelen prachtige rollen. Natuurlijk blijft de bioscoopbezoeker kijken naar Redford met rimpels, Dafoe met een valse snor en Mirren die maar geen echte echtgenote van Redford wil worden. Die gegevens moeten voor lief worden genomen. Zodra dat is gebeurd, blijven de mooie rollen over. Twee Amerikaanse acteurs en een Engelse actrice zijn in de huid gekropen van mensen uit een Nederlandse geschiedenis. Ze acteren angst, frustratie, liefde en onwetendheid en doen dit overtuigend.

Thriller?

Je moet niet naar The Clearing gaan om een spannende thriller te zien. Het puntje van de stoel krijgt vrijaf. Voor het kijken naar The Clearing is een rustige avond nodig, een kop koffie voor en tijd na de film om te ontspannen. The Clearing verdient een goed glas wijn in een prettig bruin café.

Film / Films

Een echte ‘special edition’

recensie: Aladdin

.

~

Allerminst. De twee schijven van Aladdin staan boordevol extra’s. Voor de doorgewinterde filmliefhebber zijn er twee audiocommentaren, een twee uur durende documentaire over allerlei achtergronden bij de totstandkoming van de film, een feature over componist Alan Menken, gesneuvelde liedjes, ruwe schetsen en animated storyboards, spelletjes en ga zo maar door. Aladdin was niet de beste Disneyfilm ooit, zeker niet nadat opvolger The Lion King alle records brak. Maar na het bekijken van deze dvd is mijn waardering voor dit Arabische sprookje in ieder geval enorm gestegen.

~

Op de eerste schijf staat de film zelf, een verhaal dat vooral grappig en leuk is. En simpel: een straatjongen wordt verliefd op een prinses, hij vindt een magische lamp en denkt dat hij zich voor kan doen als prins op het witte paard. Maar door de invloed van de kwade grootvizier Jafar loopt alles anders. Aladdin is, meer dan een liefdesverhaal, een spervuur van grappen en grollen. Dat blijkt wel uit een van de vele anekdotes over de film die op de tweede schijf zijn te vinden. Bij een psychotherapeutische belshow in de VS belde een luisteraar op om te vertellen dat hij zo depressief was. De presentator raadde hem prompt aan om Aladdin te gaan kijken.

Eerbetoon

~

Het eerste schijfje bevat verder nog twee audiocommentaren, van de beide regisseurs en van het team van animatoren. Dan is er nog een derde commentaarspoor, dat speciaal voor kinderen is ontworpen. Ze hoeven niet te luisteren naar kletsende betweters, maar lezen tijdens de film ondertitels over allerlei wetenswaardigheden. Kinderlijk is dat commentaarspoor allerminst; het gaat over kleurkeuzes, computertechnieken, animatieprocedures en andere specialistische informatie. Soms vraag je je af of dat niet te veel van het goede is.
Een juweeltje op deze disc vormt het muzikale materiaal dat niet in de film terecht is gekomen. Het prachtige liedje Proud of Your Boy blijft na slechts één keer luisteren al hangen. Bovendien is het een eerbetoon aan tekstschrijver Howard Ashman, die tijdens de productie van Aladdin overleed aan aids. De versie op de dvd is door componist Menken gezongen, ondersteund door hele vroege schetsen van Aladdin en zijn moeder, die toen ook nog in de film zat. Moeder en liedje zijn uiteindelijk geschrapt omdat de verhaallijn doodliep, maar het is een prachtig stukje.

Stortvloed

~

De tweede disc bevat nog veel meer lekkers, vooral in de vorm van een twee uur durende documentaire over de film. Ter vergelijking: Aladdin zelf duurt maar 87 minuten. Leonard Maltin, de altijd opgewekte Jac Goderie van de VS, presenteert een talkshow voor studenten Animatie van de universiteit van Californië. Hij ondervraagt de regisseurs, componist Menken, tekenaars en ook de mensen achter de ingesproken stemmen. Het is een gevarieerde, maar wel wat rommelige documentaire. De stortvloed aan informatie en beelden is overweldigend en prachtig om te zien, omdat je ook ziet dat Aladdin in eerste instantie een heel andere film zou worden, met een grote rol voor Aladdins moeder. De makers doen niet geheimzinnig over fouten en verkeerde keuzes en zijn ook niet zelfingenomen over het uiteindelijke succes, iets wat je op de speciale editie van The Lion King wel merkt. Het is jammer dat sommige stukjes gesneuveld materiaal nu zonder pardon en zonder inleiding tussen interviewsnippers zijn gemonteerd, maar het is wel leuk om te zien. Na elk fragmentje denk je: meer, meer!

Het is vooral opvallend hoeveel aandacht er op deze disc wordt besteed aan de technische kanten van het maken van een animatiefilm, zonder overigens te verzanden in al te specialistische informatie. Zo leren we bijvoorbeeld dat Aladdin zwaar leunt op het werk van cartoonist Al Hirschfeld, een tekenaar die vrijwel alleen vloeiende lijnen gebruikte. In Aladdin is dan ook nauwelijks een rechte streep te ontdekken.
Verder wordt benadrukt dat een animatiefilm omgekeerd gemaakt wordt. Na het script maak je de geluidsband en de muziek en pas daarna sla je echt aan het tekenen. Daarom spelen de mensen die de stemmen inspreken een belangrijke rol. Een van hen was Gilbert Gottfried, die de stem van brutale, zeurderige, vervelende papegaai Iago deed. Het is ontluisterend te ontdekken dat die man in het echte leven net zo vervelend is als in zijn rol en bovendien minder grappig. Hij heeft in de documentaire de rol van backstage-interviewer en hij is geen moment grappig. Wat een zeikerd.

Verzorgd

Maar het geeft niet. Deze release van Aladdin is een dvd om trots op te zijn. Als je zou moeten kiezen tussen de speciale editie van The Lion King of Aladdin, kies dan voor deze laatste. The Lion King kwam ook nog niet zo lang geleden uit, maar kenmerkt zich door zelfingenomen gezwijmel en een vreselijk rommelige menu-indeling. Aladdin is niet alleen beter van toon, ook beter in opzet van de dvd. Alle menu’s zijn geanimeerd en elk onderdeel is schitterend verzorgd. Zelfs een fotogalerij is voorzien van commentaar, spelletjes voor de kinderen bevatten minutenlange computeranimaties (en heel ingewikkelde puzzels) en tijdens menuwisselingen komen originele stemmen nog een keer langs voor spitsvondig commentaar. Een pracht-dvd. Als je niet van Aladdin hield, dan ben je na het bekijken van deze set gegarandeerd van mening veranderd.

Film / Films

Hoopvol modern sprookje

recensie: Sky Captain & The World of Tomorrow

Als u niet zo’n fantasievol en optimistisch gezind karakter had, zou ik u Sky Captain & The World of Tomorrow hebben afgeraden. De film eist namelijk, vooral in het begin, nogal wat van het publiek. De grauw-saaie setting, begin jaren veertig; het vet aangezette spel van Gwyneth Paltrow, die het als razende reporter Polly Perkins aan elke vorm van realiteitszin ontbreekt; de vreselijk aanwezige melodramatische soundtrack: allemaal contrastwerking, net als in The Wizard of Oz, waar het zwart-witte Kansas aan het begin, het kleurrijke karakter van Oz moet onderstrepen. Want na de bevreemdende eerste paar minuten ontvouwt zich in Sky Captain & The World of Tomorrow een hele wereld aan verbeelding, en wordt het kleurenpalet rijker naarmate het verhaal vordert. Bovendien is onze Polly aan het eind van de film niet langer een onhebbelijke snol met een tekort aan inlevingsvermogen, maar een volwassen vrouw die de liefde kent.

~

~

Dat klinkt voorspelbaar maar dat is het niet. Want schrijver en regisseur Kerry Conran maakte heel verrassende keuzes, onder meer wat betreft locaties. Alles is gefilmd voor een blauw scherm; Conran kon dus zo gek doen als hij zelf wilde. Zo vinden we onze helden Polly en International Rescue-kloon Joe ‘Sky Captain’ Sullivan (Jude Law) onder andere terug onder water, in een geheime vliegtuighangar en in een enorme uraniummijn. Bijkans nog wilder zijn de personages en bijfiguren: Angelina Jolie is een eenogige legeraanvoerder op een ‘vliegdekschip’ en de reeds in 1989 overleden Sir Laurence Olivier speelt dankzij digitale technieken de Duitse wetenschapper Totenkopf. Je moet er maar opkomen.

Vreemde hiaten

Of zin in hebben, want het enige dat Sky Captain & The World of Tomorrow eigenlijk hindert, is dat niemand meer zit te wachten op dergelijk enthousiast escapisme: tijdens het kijken naar de steeds vreemder wordende situaties, realiseert de kijker zich dat dit soort sciencefiction niet voor niets uit de mode is geraakt. Toegegeven: het is allemaal erg opwindend om te zien, maar ook erg onwaarschijnlijk. Daarnaast stapt Conran zo snel mogelijk over elke vorm van realistisch drama heen. Nu vindt uw recensent dat wel prettig, maar het levert ook vreemde hiaten op in de verhaallijn.

Plezierige ontsnapping

De keuze voor zoveel fantasie en dromerij valt te prijzen. Maar dromerij alleen is tegenwoordig simpelweg niet voldoende om mensen naar de bioscoop te lokken. De opvatting dat een film een pleziere ontsnapping aan de werkelijkheid zou moeten zijn, past misschien goed bij het jaren veertig-thema van Sky Captain, maar zoiets is 2004 bepaald geen garantie voor een groot publiek. Integendeel zelfs, zou ik zeggen.

Zacht en speels

Sky Captain is dus, ondanks het spetterende enthousiasme, geen film voor iedereen. Een zekere mate van onschuld en een beetje goede wil zijn vereist. Daarom is het maar goed dat niet iedereen, maar bijvoorbeeld iemand zoals u, met uw zachte en speelse inslag, naar Sky Captain gaat. De film verdient dat beetje krediet ook. Laat die ‘grappige’, cynische vrienden van u dus maar thuis. Neem liever hun kinderen mee.