Film / Films

Met dank aan de autocue

recensie: The Best of Saturday Night Live

Je hebt het niet altijd voor het zeggen, maar als het aan uw recensent lag, haalde de VARA die compleet infantiele Spijkerman direct van de buis. Jammer genoeg zouden we dan ook de sketches moeten missen, terwijl die toch doorgaans van hoog niveau zijn. Om die te zien moet je het programma uitzitten, want die sketches komen pas aan het eind.

~

Mocht je een ongeduldige natuur hebben, en niet bereid zijn te wachten op het einde van het programma, dan kun je nu de dvd-serie The Best of Saturday Night Live aanschaffen. Saturday Night Live bestaat nu zo’n dertig jaar, en is praktisch in haar eentje verantwoordelijk voor meerdere generaties komedieacteurs. Als een acteur grappig is en uit de Verenigde Staten komt, is de kans groot dat hij of zij in Saturday Night Live heeft gezeten. De Best Of-serie bestaat uit zes dvd’s, met op elke schijf de hoogtepunten van een bepaalde acteur. De zes uitverkorenen zijn Eddie Murphy (je weet wel: van Beverly Hills Cop), Mike Myers (je weet wel: van Austin Powers), Will Ferrell (je weet wel: van Elf), Chris Rock (je weet wel: van Nurse Betty), Chris Farley (je weet wel: van Tommy Boy) en Adam Sandler (je weet wel: van Punch Drunk Love). We zullen ze niet allemaal bespreken, al mag verwacht worden dat de hoge kwaliteit van de hier besproken dvd’s ook op de andere terug te vinden zal zijn.

Chris Rock

~

De uit Brooklyn afkomstige Chris Rock lijkt af en toe zijn gebrek aan talent te willen maskeren met geschreeuw. Met steevast een aparte invalshoek excelleert de vuilbekkende Rock in sketches waarin de zwarte gemeenschap op de hak wordt genomen. Maar in absurdistischer of doordachter sketches komt hij veel minder tot zijn recht. Vaak zijn die stukjes voor het beperkte talent van Rock te lang en laat de afloop zich reeds ver van tevoren raden. Andere sketches gaan juist geruime tijd nergens heen, omdat hij teveel moet leunen op zijn kwaliteiten als ‘stand up’-man. In stukken met een plotlijn hindert het namelijk de ontwikkeling van de gebeurtenissen als je de eerste drie minuten een tirade afsteekt over een ander, niet ter zake doend onderwerp.

Opvallend detail is overigens dat Rock totaal niet om kan gaan met de autocue. In sommige scènes kijkt hij niet eenmaal naar de camera, en leest hij gewoon zijn tekst op van een bord. Dat doen alle acteurs bij Saturday Night Live, maar Rock doet ook geen enkele poging de illusie te wekken dat hij zijn tekst kent.

Mike Myers

~

Wie ook veel aan de autocue te danken heeft, is de Canadees Mike Myers. De stem van Shrek brak door met optredens in Saturday Night Live. Een van zijn typetjes, Wayne Campbell van Wayne’s World, is zelfs ontstaan als sketch in de show. En dat is eigenlijk heel gek, want op de dvd behoren juist die scènes tot het mindere materiaal, dat grotendeels bestaat uit allerlei verschillende parodieën op één soort tv-programma: de talkshow. Dat opzetje mislukt vaker dan dat het slaagt.

Daardoor krijgt deze dvd een wisselvallig karakter, wat de schijf uiteindelijk opbreekt. Want terwijl Myers een voorliefde lijkt te hebben voor die talkshowsettings, is hij grandioos als hij zelf een typetje neerzet. Die scènes zijn zeer geslaagd, en bij vlagen zelfs hilarisch.

Eddie Murphy

~

Scherper dan Rock of Myers is, ook na twintig jaar nog, de onvolprezen Eddie Murphy. De man is helaas de laatste jaren nogal afgegleden tot het redelijk obligate comedywerk, maar zijn vroege optredens zijn van een subtiliteit die bij de andere twee uit deze serie lijkt te ontbreken. Murphy komt op deze dvd het meest tot zijn recht in de absurdistische of politiek getinte sketches. Bijna aan het eind staat een grandioze scène waarin hij de rol vertolkt van de aan lager wal geraakte Gumby (een in Nederland onbekend kleifiguurtje, die nog het meest op een groene golfstick lijkt), die het in een koosjere broodjeszaak aan de stok krijgt met zijn Bargoens sprekende vrienden. Dat vreemde gegeven levert een juweel van een sketch op. Het groene, augurkachtige pak van Eddie Murphy valt zo ontzettend uit de toon en de opvliegende karakters in het cafeetje maken zoveel herrie en ongecontroleerde rotzooi, dat je niet anders kunt dan gebiologeerd kijken naar het bizarre tafereel.

De sketches waarin Murphy zingt zijn ongeëvenaard. De man heeft een heel aardige zangstem en kan moeiteloos de meest uiteenlopende spreekstijlen imiteren (van ds. Jesse Jackson tot Little Richard). Eddie Murphy is, of misschien liever was, een komisch genie. Jammer genoeg moet ik daar een negatieve opmerking bij plaatsen: de opbouw is niet fantastisch en daardoor verliest, in het bijzonder één zeer originele sketch over de moord op een ‘bekend persoon’, heel veel zeggingskracht. Die sketch was oorspronkelijk opgedeeld in afzonderlijke nieuwsberichten, wat de indruk moest geven van een programmering die constant werd onderbroken. Op de dvd zijn verscheidene delen van die sketch aan elkaar geplakt, waardoor dat effect grotendeels verloren gaat.

Phil Hartman

~

Over het algemeen hebben alledrie de schijven een zeer hoge herkijkwaarde. Elke dvd kun je na twee maanden gerust weer op zetten, en dan is hij gegarandeerd weer grappig. De beste van de besproken drie is zonder twijfel de dvd van Eddie Murphy, al hebben de andere twee hun sterke momenten. Overigens zou er ook een dvd van Phil Hartman uit moeten komen in Nederland. Hartman neemt op de in deze recensie besproken dvd’s vaak bijrollen voor zijn rekening (bijvoorbeeld als zuid-Duitse travestiet in een droom van Mike Myers), maar had ook eigen sketches en schreef zelfs een tijd voor het programma. Mensen die onbekend zijn met Phil Hartman kunnen elke werkdag van kwart over zes tot vijf over half zeven op RTL5 kijken naar de Amerikaanse sitcom NewsRadio, waarin hij de rol speelt van zelfingenomen radiopresentator Bill McNeal. Niemand, werkelijk niemand, zet beter een compleet verdorven en gestoorde corporate f*** neer, dan Phil Hartman. Ook vertolkte hij rollen in The Simpsons (o.a. Troy McClure). Deze recensent vindt het onbegrijpelijk dat de op 50-jarige leeftijd door zijn vrouw vermoorde acteur in Nederland geen eigen dvd krijgt. Maar ja, je hebt het niet altijd voor het zeggen.

Theater / Voorstelling

Hollandse Nieuwe integreren

recensie: Transito Festival, 28-31 oktober 2004

Wie van theater houdt zit in Amsterdam goed, ook voor wie meer wil zien dan Othello, Keetje Heilbron en andere mainstreamproducties. Na Its en het theaterfestival in de NES theaters was het eind oktober de beurt aan het Transito-festival rond het Leidseplein.

~

Het Transito-festival is een gezamenlijke manifestatie van Jeugdtheater De Krakeling en de Leidsepleintheaters met als harde kern de programmering van het Cosmic’s Hollandse Nieuwe, een jaarlijks terugkerend festival voor toneelschrijvers, nu in het kader van ‘Cosmic on the move’, een creatief project door Nederland in verband met de verhuizing van het Cosmic Theater. Ook dit jaar zorgde het festival voor leuke verassingen. In alweer de achtste editie gebruikten vijftien bekende en minder bekende toneelschrijvers de multiculturele samenleving als inspiratiebron. Dit resulteerde in vijftien eenakters met diverse actuele en culturele thema’s, waaronder drie Hollandse Nieuwe juniorstukken van De Krakeling.

Middelpunt

Tijdens het festival stonden de toneelteksten centraal. De acteurs presenteerden ze in de vorm van geënsceneerde lezingen, die voornamelijk waren bedoeld als presentatie van de toneeltekst en duurden niet langer dan 45 minuten. Het beoogde effect is dat de nadruk op de inhoud komt te liggen en in mindere mate op het spel. De combinatie van een korte repetitietijd en spelen met de teksten in de hand zorgde soms voor hilarische situaties. Vooral als één van de spelers vergat op te letten en te laat reageerde. De andere acteurs vingen het op door nog een keer hun zin te herhalen of gewoon door te gaan alsof er niks aan de hand was.

Fatima’s rib

Eén van de stukken die te zien was, was Fatima’s Rib in theater Bellevue. De kleine zaal was helemaal uitverkocht. Het verhaal draait om de Turkse Fatima, of Fatma zoals ze door haar Turkse jeugdvriend Adem wordt genoemd. Ze is jarig geweest en alle gasten zijn net vertrokken. Dan gaat de bel en staat haar jeugdvriend Adem uit Turkije voor de deur. Deze scène moet je er zelf bij denken, want in het echt zitten de drie spelers een half uur lang achter een grote tafel op het podium. De teksten lezen ze voor vanaf hun script. Fatima staat voor een dilemma en moet een afweging maken tussen de twee mannen. Hierbij komen allerlei culturele aspecten aan bod. Scenarioschrijfster, actrice en columniste Nazmiye Oral schreef dit liefdesverhaal. De boodschap van het verhaal: Een mens is een mens met goede en slechte eigenschappen.

Flikkers

Ergens in de bovenste zaal van de Stadsschouwburg werd twee avonden het stuk Het zijn allemaal flikkers bij de televisie opgevoerd. Anders dan bij Fatima’s Rib speelden de acteurs hier wel de scènes. Om het idee van de geënsceneerde lezingen toch vol te houden, hielden enkele acteurs de tekst in hun hand. Hierdoor leek het meer op een generale repetitie dan op een lezing of voorstelling. Het bleef er tussen hangen. Het verhaal is luchtig, maar uit ook kritiek op de rol van de media in de negatieve beeldvorming van allochtonen. Het is alleen jammer dat deze gedachte er wel erg dik bovenop ligt. Hoofdrolspeler Abedoel begint met een monoloog, of eigenlijk een opsomming van alle vooroordelen die over Marokkanen bestaan: hij zit in de WW en de WAO, hij steelt en liegt en zo nog een net iets te lang rijtje vooroordelen. Abedoel komt net van de kunstacademie en mag nu bij de VPRO een tv-programma maken. Na een ongeluk door zijn eigen stommiteit met een digitale videocamera, dringt het tot hem door dat het hele gebeuren onderdeel is van een ingenieus complot. ‘Ze’ zijn in zijn onderbewustzijn gedrongen om van hem een goed geïntegreerde Marokkaan te maken. De nog redelijk onbekende Chichung, pseudoniem voor de in Marokko geboren Ahmed Aynan, schreef het verhaal. De naam is een symbolische verwijzing naar zijn boodschap aan allochtonen. Het gaat allemaal om bewustwording.

Woorden

Naast het kijken naar voorstellingen gingen enkele bezoekers en acteurs ook de discussie aan met elkaar. In De Balie voerden ze de discussie of een zwarte acteur in het theater altijd een statement is. Maarten van Hinte (artistiek leider Made in da Shade), Martin Schouten (curator van het 18e en laatste Theaterfestival en recensent van de Volkskrant) en Alida Neslo (voormalig directeur van toneelgroep DNA en DasArts) bogen zich over deze stelling onder leiding van Anil Ramdas. Maar met een zaal vol temperament was een echte lijn niet vol te houden. De discussie ging alle kanten op. Na anderhalf uur was het voor Ramdas genoeg. Een volgende voorstelling stond immers al te wachten om te beginnen.

Kloppend hart

Het was niet vreemd dat de discussies en de avonden in Balie werden afgesloten. Hier lag het kloppende hart van het festival. Voor en na iedere voorstelling was dit de ontmoetingplaats voor alle acteurs en de bezoekers. Maar ook om iedere avond naar een aflevering van de live-soap Disco Kings te kijken. Deze afro-holland-balkan-indo-soap speelt rond een multiculturele familie die zich tegen hun omscholing tot beveiligingsbeamten vechten door van het subsidiegeld een musical te maken. En met de hulp van Joop van de Ende (in de rol van Dick ‘Pearle-reclameman’ van de Toorn) lukt het hun zelfs om op het toneel van de Stadsschouwburg te komen.

Gala

Hoewel het afsluitende gala in de Stadsschouwburg helemaal was uitverkocht, bleven meer dan de helft van de stoelen leeg. De slotavond stond in het teken van de festival awards. De Cosmic Award werd uitgereikt aan Najib Amhali door zijn moeder. Het festival werd in de foyer van de Stadsschouwburg feestelijk afgesloten met veel muziek en drank.

On tour

De voorstellingen Elisabath, Het zijn allemaal flikkers, Fatima’s rib en de hilarische soap Disco King gaan on tour. De selectie reist in november af naar Rotterdam, Den Haag en Utrecht.

Film / Films

‘Persen!’

recensie: Godsend

Een rammelend verhaal en wat aardige acteurs en actrices. Genetische manipulatie, wetenschappers met geheime agenda’s, ouders met diep gewortelde wensen en veel goed gekozen muzikale effecten. Zet daarbij een gerenommeerde acteur en een aantal talentvolle jongeren in, en zie hier het recept van de bovennatuurlijke thriller Godsend. Met enige voorsprong de vreemdste release van de afgelopen weken in de Nederlandse bioscopen.

~

Jessie en Paul Duncan beleven de Amerikaanse droom. Ze hebben beide een bevredigende baan, een leuk thuis en een prachtige zoon Adam. Bovenop dat alles zijn ze nog steeds gek op elkaar. Jessie is een getalenteerde fotografe en Paul geeft les aan een school waar leerlingen na hun opleiding de straat opzoeken om in de criminaliteit te belanden. Hij is zo’n idealist die vindt dat zijn carrière geslaagd is als hij zieltjes gewonnen heeft. Op de achtste verjaardag van Adam praten ze over verhuizen, een rustiger omgeving opzoeken, settelen op het platteland, maar nemen nog geen beslissing. Een paar dagen later verongelukt Adam en stort hun wereld in.

Kloon

~

Direct na de begrafenis wordt het echtpaar benaderd door Richard Wells (Robert de Niro). Hij heeft les gegeven aan de universiteit waar Jessie haar opleiding heeft genoten. Hij is bovendien de grondlegger van Godsend, een instituut dat zich bezighoudt met genetisch onderzoek. Hij geeft het echtpaar 72 uur om een beslissing te nemen. Ze kunnen een kloon van hun zoon krijgen. Ze moeten alles willen opgeven, verhuizen naar het dorp van het instituut en daar een nieuw leven opbouwen. Het echtpaar wacht een huis, banen, vrienden en een nieuwe zoon. Natuurlijk nemen ze de beslissing om te verhuizen. In de golven van verdriet om het verlies van Adam is het aanbod te aanlokkelijk. Na de verhuizing is er aanvankelijk het geluk. Na de tweede achtste verjaardag van Adam, verandert het leven van het gezinnetje…

Vehicel

Greg Kinnear, die vader Paul Duncan speelt, is zo’n jonge acteur die leuk in een ‘brat pack’ zou passen, maar niet de kwaliteiten heeft om een film te dragen. Rebecca Romijn-Stamos (Jessie Duncan) heeft eerder gespeeld in X-Men. Ze kan haar acteerkwaliteiten niet echt kwijt in dit computervehicel. In Godsend slaagt ze er lang in een geloofwaardige moeder neer te zetten, maar ook zij moet het op het einde opgeven. Haar zoon is veranderd in een duivel in kinderkleding en Stamos slaagt er niet in om aan emoties als verbazing en verdriet meer invulling te geven dan een traan en een natte wang. Blijft over Robert de Niro in de rol van wetenschapper Wells. Het is komisch om De Niro een baby op de wereld te zien zetten. Zelden een gynaecoloog zo zonder enthousiasme tegen een vrouw het bevel “persen” horen zuchten. Denkt Wells na, dan draait hij twee zilveren kogels rond in de palm van zijn hand. Vroeger bereidde De Niro zich minutieus voor zijn rollen. Hij bokste maanden, nam saxofoonles of ging in de leer bij politiekorpsen. Voor Godsend heeft hij nog geen vijf minuten met de kogels geoefend. Voor de toeschouwer is het vooral spannend om te zien of hij ze op de grond laat kletteren.

Voldoende

Natuurlijk is Wells de kwade genius in het spel. Hij heeft niet alleen Adam opnieuw op de wereld willen zetten, hij heeft eigen kwaliteiten aan het joch toegevoegd. De ontknoping van dit alles zit vol gaten, toevallige ontmoetingen, krantenknipsels en andere onzin. Eén voorbeeld van de vreemde keuzes en het slordige werk van de regisseur: op de dag van het overlijden van Adam schijnt de zon uitbundig, twee dagen later ligt het kerkhof onder een dik pak sneeuw. Gelukkig is het op de dag van het vertrek naar het instituut (beslissen binnen 72 uur!) opnieuw zonnig. Het is totaal onbegrijpelijk dat een film als Godsend wordt gemaakt. Geen enkele keer is er spanning te vinden op de gezichten van de gezinsleden of de wetenschapper. De film heeft twee of drie momenten waarbij de toeschouwer opschrikt. Regisseur Nick Hamm pompt de bioscoopzaal dan vol knalharde muziekeffecten zodat de toeschouwer wel wakker moet worden. Godsend stelt vooral het geduld van de toeschouwer op de proef. Alleen op dat punt scoort de film een ruime voldoende.

Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: Los novios búlgaros | The Singing Detective | On the Buses | Ginger Snaps | Ginger Snaps: Unleashed | Fast Food, Fast Women | Spartan

Los novios búlgaros | The Singing Detective | On the Buses | Ginger Snaps | Ginger Snaps: Unleashed | Fast Food, Fast Women | Spartan

Los novios búlgaros

~

(Eloy de la Iglesia, 2003 • Homescreen)

Daniel is een succesvolle en rijke zakenman die hopeloos verliefd wordt op de immigrant Kyril, een van de Bulgaarse mooie jongens waar de gay scene van Madrid rijk aan is. Als Daniel Kyril gepassioneerd zijn liefde verklaart met de woorden: “Ik zou mijn leven voor je geven,” antwoordt Kyril gevat: “Ook ik zou jouw leven voor mij geven.” Op schaamteloze wijze makt Kyril gebruik van Daniels liefde die hij met ruige seks beantwoordt. Ondertussen wordt het Daniel steeds duidelijker dat Kyril tot de Bulgaarse maffia behoort. Hij kan zich echter niet meer van hem los maken en raakt steeds meer bij diens misdadige praktijken betrokken. Ondanks dat Los novios búlgaros goed in elkaar zit en ook visueel wel in orde is, komen de personages niet altijd even goed uit de verf. Dat maakt deze film van de Spaanse regisseur Eloy de la Iglesia tot een niet geheel geslaagde Almodóvar-kloon, waar je de avond desondanks goed mee door kunt komen. (MB)

The Singing Detective

~

(Keith Gordon, 2003 • A-Film)

Het in de originele Engelse serie zo wonderwel geslaagde concept van door elkaar heen lopende realiteiten, mislukt in de verfilming van The Singing Detective jammerlijk. Waar dat precies aan ligt is onduidelijk. Het kan zijn dat de film te lijden heeft van haar eigen voorgeschiedenis. Wie een televisieserie van dergelijke kwaliteit wil verfilmen, moet van goede huize komen. Ik sluit echter niet uit dat het aan de ongeïnspireerde en gemakzuchtige transponering van Groot-Brittannië naar de VS ligt. Het kinderlijk guitige spel draagt ook niet bepaald bij. De spelers nemen de materie op een totaal verkeerde manier niet serieus. Enige pluspunt is dat Katie Holmes niet eenmaal haar infantiele verlegenheidsfronsje uit de kast hoeft te halen. De dvd van The Singing Detective is een must voor wie ‘original theatrical trailers’ spaart. Meer dan dat staat er namelijk niet op dit schijfje. (PB)

On the Buses

~

(Ronald Chesney e.a., 1969 • Bridge Entertainment)

“Wat is dit in godsnaam voor een serie?” was mijn eerste reactie toen ik deze dvd in de speler drukte. Maar na een korte zoektocht op internet stuitte ik op de officiële fanclub van On the Buses. Deze serie uit 1969 blijkt in Engeland nog een grote schare fans te hebben – en niet zonder reden. Het zal je niet verbazen dat de serie ouderwets aandoet, maar als je bedenkt dat hij ruim dertig jaar geleden geschoten is, is hij bijna vooruitstrevend te noemen. De humor in de serie is scherp en redelijk hard. Zo wordt er een keer of tien over het gebroken been van een man gelopen of weten de twee hoofdpersonen regelmatig precies de verkeerde dingen te zeggen. Als je van een flinke klucht houdt dan heb je aan deze serie zeker een goede, maar hou er wel rekening mee dat het een prehistorische serie is. (JvH)

Ginger Snaps

~

(John Fawcett, 2000 • Dutch Filmworks)

Ginger (Katharine Isabelle) en Brigitte (Emily Perkins) zijn twee lugubere zusjes van rond de zestien. Zo maakten ze voor school een fotoreportage waarin ze meerdere malen hun eigen dood in scène zetten. Hun leven lijkt niet op dat van standaard tienermeisjes, maar bestaat uit zelfmoordpacts en buitenbeentjes zijn. Dat alles verandert als Ginger wordt aangevallen door een groot, eng beest. Ze verandert letterlijk en figuurlijk in een pubermonster.
Tienerhorror met het welbekende fenomeen ‘weerwolf’, alleen is het nu eens geen ‘coole dude’ die langzaam transformeert, maar een jong meisje. Ginger Snaps zit vol stereotypen, maar deze zijn nergens storend. Zo is daar de veel te knappe drugsdealer van de school (denk aan Zeke uit The Faculty), die uiteraard heel toevallig afweet van het bestaan van weerwolven. Deze Sam moet samenwerken met Brigitte, van wie hij de dag daarvoor de naam nog niet eens wist.
Het is niet verwonderlijk dat deze film in Nederland direct op dvd is uitgebracht: in de bioscoop had hij niet veel kijkers getrokken. Nu is het de ideale film voor slaapfeestjes van jonge tieners. Elkaar lekker opjutten voor het beetje spanning en bloed wat de film biedt. Het verhaal stelt weinig voor en is voorspelbaar als de pest, maar doordat de film goed in elkaar is gezet, is het als tussendoortje een aangename afleiding. Een B-film die boven zijn status uitkomt. (NS)

Ginger Snaps: Unleashed

~

(Brett Sullivan, 2004 • Dutch Filmworks)

Het tweede deel van Ginger Snaps mist helaas alle charme die het eerste deel wel te bieden had. Het is een volkomen overbodig vervolg, dat waarschijnlijk alleen gemaakt is om geld in het laatje te krijgen. Was Ginger in het eerste deel nog leuk om naar te kijken, haar zus Brigitte stelt teleur in deel twee als hoofdrolspeelster. Het enige wat ze lijkt te kunnen is verschrikkelijk moe of depressief uit haar ogen kijken. Dat deed ze in het eerste deel ook al, maar nu ze de show bijna alleen moet stelen, is het ergerlijk. Het tweede deel gaat verder waar het eerste is opgehouden, en speelt zich bijna in zijn geheel af op twee, cliché, plaatsen: een gesloten inrichting voor gekke meisjes en een verlaten huis in the middle of nowhere. De bijfiguren zijn zo slecht dat je bijna gaat hunkeren naar die te knappe dealer uit deel één. (NS)

Fast Food, Fast Women

~

(Amos Kollek, 2003 • Homescreen)

Etienne Rey schreef: “Ironie is vaak slechts het schaamtegevoel van de tederheid.” Regisseur Amos Kollek heeft zo bezien precies de juiste toon gevonden voor de thematiek van zijn mild ironische komedie Fast Food, Fast Women. Zijn personages schamen zich stuk voor stuk voor hun verlangen naar tederheid. Toch weigeren ze bitter en cynisch te worden van alle tegenslag. En die houding loont zich: in Kolleks film zijn de laatsten de eersten. Zoals het hoort. Als je op het punt staat Amélie voor de achtste maal te huren, dan is Fast Food, Fast Women een heel aardig alternatief. (PB)

Spartan

~

(David Mamet, 2004 • Dutch Filmworks)

Sterke dialogen en verrassende wendingen: daaraan herken je de films van David Mamet. Spartan is hiervan een perfect voorbeeld. Val Kilmer is een beveiligingsagent die op een klus wordt gezet. Welke klus blijft tijdens een groot gedeelte van de speelduur voor de kijker verborgen. Nu werken dit soort trucjes vaker wel dan niet, maar Mamet weet de informatie zo vakkundig te doseren dat het resultaat spanning opwekt in plaats van irritatie. Spartan presteerde belachelijk slecht aan de Amerikaanse bioscoopkassa’s en haalde de Nederlandse bioscopen niet eens, maar dat is – zoals zo vaak bij dit soort subversieve pareltjes – volledig onterecht. (MZ)

Muziek / Album

Richard Cameron is goed terug

recensie: Richard Cameron - Back

Hij was één van de twee vruchten uit de muziekboom en jarenlang de muzikale wederhelft van Gerry Arling. Nu heeft Richard Cameron zijn eerste liefde, ofwel de gitaar, op zolder teruggevonden en heeft daarmee Back afgeleverd. Een singer/songwriterplaat van de excentriekeling die in het buitenland net wat meer potjes kan breken dan in zijn eigen Nederland. Een tweede poging om als troubadour de aandacht te trekken, maar deze keer zullen de mensen hun oren wel open zetten. De jaren van ervaring vullen Back behoorlijk op.

~

Dat het tourbus-drama van een aantal jaren geleden goed is afgelopen, kun je constateren aan de feiten: Mr. & Mrs. Cameron draaien op Lowlands, het nevenproject Terrorgruppe Schwarzenraben wint zieltjes bij de vleet en Mr. Cameron komt met zijn solo-plaat. De popprijswinnaar kan en mag nog niet stoppen en aan die feiten te zien lijkt het erop dat Cameron los is. En voor Back heeft hij alles uit de kast gehaald. En niet alleen zijn gitaar. Naast Gerry Arling, Achim Treu en Warner Poland moet namelijk ook de helft van de band Das Pop de muzikale ideeën van de man vertolken. Dat alles maakt het een speciale en volle minstrelenplaat.

De bard met het volle geluid

Back heeft de eerste slag al gewonnen met de uiterst sterke gelijknamige opener. In dit nummer wordt al aangegeven dat Cameron wel een bard wil zijn, maar zich niet aan die definitie wil houden, want een het geluid neemt Beta Band-achtige proporties aan. In Better All The Time worden de klassieke vrolijke zinnen uit de popmuziek, te weten ‘Good day sunshine’, ‘It’s getting better all the time’ en ‘Just a perfect day’, samengesmeed tot een nummer dat waarschijnlijk de huidige gemoedstoestand van Cameron aangeeft. De koortjes op Come On Let’s Go laten de invloeden van The Beach Boys of The Thrills duidelijk om de hoek kijken. Longest One Way Street is mooi en schitterend gearrangeerd. Maar het absolute hoogtepunt – vanwege de juiste spanning, het mooie timbre en de Roger Whittakeriaanse fluitsolo – kan worden toegeschreven aan het rijke Let It Go.

Hoogte- versus dieptepunten

Toch kent de plaat ook wel mindere punten. Bijvoorbeeld het tenenkrommende Are You Sad?, alwaar Cameron zonder enige vorm van poëzie zijn vrouw de liefde verklaart. Wat overigens eerst tenenkrommend lijkt, wordt zelfs mooi na het nog meer tenenkrommende en slecht Duits gezongen Ich lieb dich sehr. Ook het kerstliedje Winter is een om in de open haard te slingeren, want de gedachte met grote glimmende Coca Cola-vrachtauto’s kan niet uit het hoofd worden verbannen. Toch hangt Back zonder te meten over naar de kant van een hele fijne langspeler. Eén om vaak op te zetten en één waarbij het hart minder koud zal worden.

Kunst / Expo binnenland

Diep respect voor Jos de Gruyter

recensie: Keerpunt: Keuze uit het aankoopbeleid van W. Jos de Gruyter 1955-1963

Daar waar het Stedelijk Museum de blik momenteel richt op icoon Willem Sandberg, eert het Groninger Museum tot en met 13 maart 2005 een van zijn belangrijkste naoorlogse directeuren, W. Jos de Gruyter (1899-1973). Een aanleiding is er ook: in 2005 is het namelijk precies vijftig jaar geleden dat De Gruyter als directeur van het Groninger Museum (1955-1963) werd aangesteld. Bovendien verschijnt in november van dit jaar zijn autobiografie Bewust leven. Lees over een man met een visie.

W. Jos de Gruyter

Jos De Gruyter komt voort uit de wereld van de kunstkritiek. In de jaren 20 en 30 was hij als redacteur werkzaam voor uiteenlopende magazines als De Nieuwe Gids, De Stem, Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift en Algemeen Weekblad voor Christendom en Cultuur. Hij publiceerde boeken als De Europese schilderkunst na 1850, Van Daumier tot Steinberg: meesters van de spotprent, De Haagse School en Beeld en interpretatie. Voor conservator Han Steenbruggen van het Groninger Museum waren zijn schrijfsels een voorbeeld: “Hij schreef nooit hoogdravend; wat hij deed was een brug slaan tussen kunst, kunstenaar en publiek; op een goede, open manier, niet de afstand tussen kunst en publiek benadrukkend. Hij beschouwde zichzelf als een soort doorgeefluik.”

Blauwdruk voor het beleid

De Gruyter vond dat het museum niet enkel diende te conserveren. Belangrijker nog was de stimulerende functie, met name ten aanzien van de Nederlandse kunstenaar. Hiermee formuleerde hij een doelstelling voor het Groninger Museum die door zijn opvolgers werd overgenomen en door elk van hen op eigen wijze werd ingevuld. De Gruyter leverde hiermee een blauwdruk voor het toekomstige beleid van het Groninger Museum, al dient daarbij wel te worden vermeld dat de eis dat het museum zich moest richten op de moderne kunst er al lag.

En toen was het anders

De titel van de tentoonstelling (Keerpunt: Keuze uit het aankoopbeleid van W. Jos de Gruyter 1955-1963) impliceert een breuk met de voorafgaande periode en verwijst tevens naar de door De Gruyter in 1960 georganiseerde tentoonstelling Keerpunten in de Nederlandse schilderkunst. En inderdaad: met de komst van De Gruyter nam bijvoorbeeld het aantal tentoonstellingen drastisch toe, ondanks de financiële en ruimtelijke beperkingen. Bovendien werd er een start gemaakt met de opbouw van een collectie moderne kunst, waarbij het werk van de kunstenaars van de Groninger kunstenaarsvereniging De Ploeg als uitgangspunt werd gebruikt (en nog steeds is De Ploeg een van de pijlers onder het beleid). “De door hem verworven schilderijen, tekeningen en prenten van prominente Ploegleden als Jan Wiegers, Jan Altink, Johan Dijkstra en Hendrik Werkman, vormden de basis voor een indrukwekkende Ploeg-collectie die het museum in de loop van de afgelopen decennia heeft opgebouwd.”
Het lijkt dan ook niet meer dan logisch dat er binnen de tentoonstelling een prominente plaats is ingeruimd voor De Ploeg. De Ploeg-collectie illustreert helaas alleen wel het dilemma van een streekmuseum dat langzamerhand is uitgegroeid tot een museum van internationale allure. Het museum lijkt te hinken op twee gedachten: gaan we internationaal en richten we ons daarbij op hedendaagse kunst en design, of houden we vast aan onze achtergrond en blijft De Ploeg ook in de komende decennia een speerpunt? Voorlopig lijkt men er in Groningen nog niet helemaal uit.

Indrukwekkend rijtje

Charley Toorop, Zelfportret met drie kinderen, 1929

Keerpunt is chronologisch ingericht (loop wel rechtsom in plaats van met de klok mee) en telt in totaal zo’n 85 werken verdeeld over zeven zalen. Van alles is er te zien, variërend van 16e-eeuwse religieuze voorstellingen van Jan Swart van Groningen tot schilderijen van Vincent van Gogh, Isaac Israëls en George Hendrik Breitner. Natuurlijk is ook De Ploeg sterk (over?)vertegenwoordigd met onder meer Johan Dijkstra, Wobbe Alkema, Jan Wiegers en hangen er werken van Charley Toorop, Leo Gestel, Carel Willink en De Gruyters persoonlijke favoriet Co Westerik. Een indrukwekkend rijtje namen, al zal de jeugdige bezoeker waarschijnlijk liever naar Nocturnal Emissions gaan.

Deel van de elite

Toen ik voor de tweede keer mijn ronde in het museum maakte, stonden bij het schilderij van Carel Willink twee oudere dames die elkaar nog even fijntjes toefluisterden dat het ‘net echt was’. Ik begreep direct wat ze bedoelden en natuurlijk hadden ze groot gelijk. Willink wordt immers niet voor niets gerekend tot het Magisch Realisme, maar toch kropen de rillingen me over de rug. Ben ik, zonder het zelf door te hebben, toegetreden tot het door De Gruyter zo verfoeide elitepubliek? In ieder geval is Keerpunt bij uitstek geschikt om nog eenmaal een glimp op te vangen van een markante persoonlijkheid. Dit was voor mij het moment om de buitenlucht maar weer eens op te zoeken.

Het is overduidelijk dat De Gruyter bepaalde stromingen en bewegingen (Cobra, geometrisch abstracte kunst) links heeft laten liggen en nooit de extremen opzocht. Een zeker gebrek aan lef valt hem dan ook te verwijten. Zijn keuzes waren uiterst subjectief, maar verdorie, voor iemand met zo’n uitgesproken visie moet je diep respect hebben, en dat heb ik dan ook. De tentoonstelling is daarom met name geschikt om verschillen en overeenkomsten te signaleren met het huidige beleid. Dat laat ik graag aan jou over.

Film / Films

Het rode pluche van het Witte Huis

recensie: The Manchurian Candidate

John Frankenheimer regisseerde in 1962 The Manchurian Candidate, een film vol cynisme en zwarte humor. Amerika koos in de jaren van de Koude Oorlog voor John F. Kennedy als mooie jongen in het Witte Huis. In deze film zaten vooral de communisten hoofdrolspeler Frank Sinatra dwars. Sinatra, Janet Leigh en Angela Lansbury speelden rollen die op Oscarniveau nominaties haalden. De film was satirisch en zat vol galgenhumor, daagde de Amerikanen uit om na te denken of de communisten wel echt zo gevaarlijk waren. Anno 2004 deed de remake van The Manchurian Candidate weinig in Amerika. Er leek geen behoefte aan een film met een boodschap achter de beelden. Men was bezig met spannende verkiezingen, wilde waarschijnlijk geloven dat elke stem telt. De kop van veel Amerikanen stond niet naar een film met een dreigende boodschap. De keuze werd gemaakt in de stemhokjes en niet in de bioscoop.

~

Koeweit 1991. Een Amerikaans peloton vecht vlak voor Desert Storm in de eerste Golfoorlog voor volk en vaderland. De soldaten worden in een hinderlaag gelokt en overgebracht naar een laboratorium. In flashbacks wordt in de film langzamerhand duidelijk dat er met de herinneringen van de soldaten is gemanipuleerd. In het lab vergeten ze de ware gebeurtenissen en wordt de geschiedenis herschreven.

Nachtmerries

~

Washington, dertien jaar later. Majoor Bennett Marco, gespeeld door Denzel Washington, heeft nog altijd nachtmerries over de gebeurtenissen tijdens de eerste Golfoorlog. Hij werkt nog steeds bij het leger, houdt praatjes op scholen en komt zijn afspraken met de psychiaters trouw na. Hij heeft de oorlog een plaats gegeven in zijn leven. De medicatie houdt hem op de been en trekt hem door de lange eenzame nachten. Tijdens een van zijn praatjes ontmoet hij een vroegere collega, die hem vertelt over terugkerende nachtmerries. Collega-sergeant Raymond Shaw, een rol van de uit de Scream-trilogie bekende Liev Schreiber, heeft na de oorlog een hoge onderscheiding gekregen. Marco’s dromen roepen twijfels op over het heldhaftige optreden van Shaw. Deze staat echter op het punt om tot vice-president van de Verenigde Staten te worden gekozen. Zijn moeder is senator Eleanor Shaw (Meryl Streep) en zij trekt achter de schermen aan vele, vooral financiële, touwtjes. Marco gaat op onderzoek uit, stopt met zijn medicatie en loopt in een fuik van politieke intriges en moorden.

Kwade genius

In Amerika bleek het publiek deze remake niet te kunnen vertalen naar de strijd tussen Bush en Kerry. Denzel Washington trad in de voetsporen van Sinatra, de communisten waren verdwenen, maar de boodschap was dezelfde: door manipulaties kan elke clown de belangrijkste stoel in Het Witte Huis bezetten. Geld, roddel en achterklap zijn in Amerika nog steeds belangrijker dan een weloverwogen politieke boodschap. Jonathan Demme heeft een film uit 1962 nieuw leven willen inblazen. In het jaar van de verkiezingen in Amerika was dat een goed gekozen commerciële actie. Demme, bekend van films als Philadelphia en The Silence of the Lambs, is een regisseur die zijn acteurs en actrices de ruimte geeft. Zodra het aankomt op innovatieve plothandelingen haakt Demme echter af. The Manchurian Candidate verveelt vooral in de scènes in het laboratorium. Precies op de plek waar de suspense begint, is de film niet geloofwaardig. Denzel Wahington speelt met verve de geplaagde sergeant, maar weet zich geen raad in het lab van de kwade genius.

Minkukel

The Manchurian Candidate is geflopt in Amerika, en dat is jammer. Vlak voor de verkiezingen van 2 november zouden juist de Amerikanen deze film hebben moeten zien. The Manchurian Candidate stelt namelijk een belangrijk thema aan de kaak. In de Amerikaanse politiek, zo blijkt, is de kandidaat niet belangrijk: is hij slechts een boodschapper van de multinationals. De organisaties die veel geld doneren in de verkiezingskas, hebben in Amerika recht van spreken. Deze boodschap maakt van The Manchurian Candidate nog geen goede film. Demme slaagt er op de belangrijkste momenten niet in de film spannend te houden, wat afbreuk doet aan een verder goed verteld verhaal. Wat bijblijft na het zien van deze film, is vooral de les van 2 november 2004. Zelfs een minkukel als George W. Bush kan in dit machtige land blijkbaar gekozen worden voor nog eens vier jaar in het Witte Huis. En dat is vooral gebeurd door een goed gevulde verkiezingskas en veel leugens over niet-bestaande vijanden. Het lijkt wel een film.

Film / Films

Kliekjesmentaliteit

recensie: Infernal Affairs II

In het Hong Kong van Andrew Lau en Alan Mak wonen geen burgers. Dat de politie daar nog wat gedaan krijgt met die gangsters overal, mag wel in de krant. Of eigenlijk: mocht wel in de krant, want Infernal Affairs II speelt zich af in 1991. Vóór het eerste deel dus. Infernal Affairs II is namelijk een prequel en is als concept ontstaan terwijl Mak en Lau deel I draaiden. Het leek ze wel interessant om te laten zien hoe alles zo gekomen was.

~

Want hoe zat het ook al weer? Deel I draaide, zoals je hier kunt lezen, vooral om de strijd tussen een politie-infiltrant en een mol van de onderwereld. Omdat die twee in 1991 begrijpelijkerwijs nog op de politieschool zitten, hebben ze nu een minder prominente rol gekregen. Infernal Affairs II richt zich dan ook vooral op de machtsstrijd die de basis heeft gevormd voor de verhoudingen zoals we die aantreffen in deel I. Twee spelers zijn daarbij essentieel: kleine maffiabaas Sam (Eric Tsang) en grote politiebaas Wong (Anthony Wong). Ondanks de scherpe professionele scheidslijn tussen hen, kunnen de twee het goed vinden. Maar terwijl Sam langzaam maar zeker naar boven klimt, moet Wong lijdzaam toezien hoe zijn sterke arm steeds minder ver reikt.

Clowneske overdaad

~

Voor de gimmickgrabbelton aan steeds nieuwe verwikkelingen, is bij voorbaat geen arm echter lang genoeg. Bij deel I was de interessantdoenerij al op het randje. Maar in deel II volgt troefkaart op troefkaart, zonder dat de kijker een enkele aanwijzing of houvast aangereikt krijgt. En dat was prima geweest als de regisseurs er niet voor hadden gekozen elke ontwikkeling op emotioneel gebied zo overduidelijk in te leiden en af te sluiten met zogenaamd diepfilosofische oneliners en aanzwellende vioolmuziek. Bij het vorige deel konden we dat nog afschuiven op conventieverschillen en cultuurbarrières. In Infernal Affairs II echter, neemt de overdaad clowneske vormen aan. “Bij twijfel inzoomen en het volume opschroeven!” lijken de makers gedacht te hebben. “En vergeet niet onder elke camerabeweging een woesj-geluid te zetten!”

Beetje zielig

Maar Infernal Affairs heeft op meer manieren dan één te lijden onder haar eigen sentimentaliteit. In een nostalgische bui hebben de makers allerlei ‘ironische’ verwijzingen naar het eerste deel in deel II gezet. Dat werkt alleen als de kijker Infernal Affairs I na II ziet. Dan krijgt zoiets een meerwaarde, een soort van ‘de geschiedenis herhaalt zich’-effect. Maar Infernal Affairs II is een prequel. Achteraf verwijzen naar wat nog zou moeten komen, is helemaal niet knap. Dat is een beetje zielig.

Losse handjes

De regisseurs hebben, zoals gezegd, om verhaaltechnische redenen de aandacht verlegd van de jonge naar de oude garde. Toch is dat jammer, want juist de jongere spelers zetten misschien wel de beste prestaties neer. Shawn Yue (de politie-infiltrant) met zijn losse handjes en het overgevoelige personage van Edison Chen (als mol van de onderwereld) zijn van alle dubbelzinnige karakters het meest meeslepend. In hun jeugdige naïviteit maken ze allebei geregeld overhaaste beslissingen. Toch hebben ze ontegenzeggelijk kijk op de zaak. Een van hen verzucht tijdens een bezoek aan een begraafplaats: “Laten we het verleden vergeten.” Was iedereen maar zo verstandig geweest.

Film / Films

De mens Hitler

recensie: Der Untergang

Gebaseerd op de roman Der Untergang van Joachim Fest en het dagboek Bis zur letzten Stunde van Hitlers secretaresse Traudl Junge schetsen de makers van Der Untergang een beeld van de laatste dagen van Adolf Hitler in zijn bunker onder de Rijksdag. De film trok in Duitsland in een maand drie miljoen bezoekers en zorgde voor veel discussie en controverse over de vraag of Hitler mag worden geportretteerd als mens van vlees en bloed, waarvoor zelfs een zekere mate van sympathie zou kunnen worden opgebracht. Regisseur Oliver Hirschbiegel en scenarioschrijver Bernd Eichinger zouden zich teveel proberen in te leven in de persoonlijke tragedie van Hitler die de door hemzelf ontketende verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog voor hem zou zijn geworden.

~

In eerdere films werd Hitler vooral neergezet als een onmenselijk monster. Der Untergang past in de tendens om meer aandacht te geven aan de persoonlijkheidsontwikkeling en het leven van Hitler en om op deze manier tot nieuwe interpretaties te komen van de misdaden die hij beging.
In 2001 verscheen de studie Hitlers intieme kring van Lothar Machtan, waarin hij wil aantonen dat Hitler homoseksueel was, evenals veel nazi-kopstukken. Machtan stelt dat Hitler een dubbelleven leidde, zijn seksuele geaardheid verdrong en concludeert onder andere dat het strikt persoonlijke in de politiek soms doorslaggevend kan zijn. Hitlers levensverhaal zou hier een sterk voorbeeld van zijn.

Hitler and the Power of Aesthetics van Frederic Spotts is een speurtocht naar de esthetica van Hitler. In dit boek komt Hitler naar voren als een kunstliefhebber die enorm hield van architectuur en vormgeving en samen met zijn architecten droomde van het bouwen van een kunsttempel groter dan het Louvre in Parijs. Hitler wilde niet dat Griekenland werd gebombardeerd omdat hij dit land beschouwde als de bakermat van de kunst. De vernietigende, destructieve Hitler als beschermheer van de kunst?

Blondi

~

Adolf Hitler (Bruno Ganz) geeft vanuit zijn bunker in ondergronds Berlijn leiding aan het Duitse leger. Hij heeft de kaart van Europa uitgestrekt voor zich liggen en arceert met rode viltstiftstrepen de bewegingen die zijn legereenheden moeten maken om de vijand te verslaan. Met overslaande stem en geen enkele tegenspraak duldend, schreeuwt Hitler zijn bevelen tegen de generaals door de ruimte. Hij bedankt zijn kok voor de avondmaaltijd, de hond Blondi kwispelt door de kamer en Hitler applaudisseert voor kinderen die in zijn huiskamer in de bunker een liedje voor hem zingen. Samen met zijn architect Speer staat hij gebogen over een enorme maquette met veel ontwerpen van gebouwen. Hij wil Berlijn een nieuw aanzicht geven met theatrale gebouwen en markante pleinen.

De bommen en granaten van de geallieerden slaan steeds luider in. De vijand nadert de stadsgrenzen. De generaals van Hitler verschijnen met steeds slechtere prognoses over het slagveld aan de vergadertafel en Hitler ervaart verraad en desertie. Hij verandert voor zijn naasten van een vastberaden strateeg in een gezagsloze fantast die zijn naasten tegen beter weten in moed blijft inspreken en uiteindelijk toe moet geven dat de oorlog verloren is. Middenin zijn woede en verdriet verzucht Hitler dat niemand hem begrepen heeft en zijn volk ook niet beter verdient. In de bunker eet hij zijn laatste avondmaaltijd, de eerste officieren schieten zichzelf een kogel door het hoofd, terwijl anderen ten afscheid nog één keer de alcoholica rijkelijk laten vloeien. Hitler bespreekt met een naaste officier hoe hij en zijn vrouw Eva Braun, met wie hij vlak daarvoor is getrouwd, zelfmoord willen plegen en beveelt hem hun lijken te verbranden. De Tweede Wereldoorlog is ten einde.

Paranoia

~

Der Untergang is een waarheidsgetrouw verslag van Hitlers laatste dagen. Hiervoor is met name Bruno Ganz verantwoordelijk. Hij speelt op zeer overtuigende wijze de persoon van Adolf Hitler. Ook de belangrijkste bijrollen, die van Eva Braun, zijn secretaresse Traudl Junge, Goebbels, Speer en Himmler worden geloofwaardig gespeeld. De film toont de beklemming van de morele gevangenschap waarin een groep vooraanstaande mensen binnen een beweging terecht kan komen als duidelijk wordt dat de grote zaak waarin zij geloofden onhaalbaar blijkt. De paranoia die ontstaat, de vertwijfeling, het escapisme en de worsteling met loyaliteit en trouw tegenover schuld en verraad wordt overtuigend gepresenteerd. Ook de vraag of de persoonlijke hofhouding van Hitler wist van de omvang van de verschrikkingen die buiten plaatsvonden, wordt duidelijk gesteld. De film slaagt er in de waanzin van de oorlog terug te brengen naar de persoonlijke levens van de vooraanstaande elite die (in)direct verantwoordelijk was voor de wandaden.

Soms wordt er echter te veel gebruik gemaakt van effectbejag. Zo wordt uitgebreid aandacht besteed aan de manier waarop mevrouw Goebbels haar zes kinderen vergiftigt. Dit is een overbodige poging de dramatiek van de film te verhogen. Ondanks de overtuigende kracht van de film en het benadrukken van de menselijke kant van Hitler, is het de makers van Der Untergang niet gelukt de persoonlijkheid van Hitler te verdiepen. Daarvoor zijn de dialogen tussen hem en zijn naasten te voorspelbaar en te beknopt. Er is geen enkele aandacht voor de gesprekken tussen Hitler en Eva Braun, zodat niets duidelijk wordt over de relatie en omgang die zij met elkaar hadden en welke invloed zij op Hitler heeft gehad.

Het verdriet en de woede van Hitler, zijn kwetsbaarheid omdat zijn levenswerk instortte is vooral te zien door de ogen van anderen. Slechts in een enkel moment, het afscheid van zijn lievelingsarchitect Speer, licht Hitler even zelf het deksel van zijn ziel. Ondanks dit gemis is Der Untergang een belangrijke film, die stimuleert meer te willen weten over de vraag wie de mens Adolf Hitler was en welk mogelijk verband er zou kunnen zijn tussen zijn persoonlijkheidsontwikkeling en de verschrikkingen die hij teweeg bracht.

Kunst / Expo binnenland

Op zoek naar de waarheid

recensie: Noctural Emissions/Nachtelijke Uitspattingen

Het Groninger Museum staat bekend om z’n enigszins populistische tentoonstellingen (inclusief frisse hippe kleurtjes). De opzet van de nieuwe tentoonstelling Nocturnal Emissions is simpel: nodig negen jonge hippe internationale kunstenaars uit die op het moment erg ‘hot’ zijn, geef het geheel een pakkende titel, dim de lichtjes en klaar is kees. Of de waarheid echt zo simpel is, moet nog maar blijken.

De deelnemers aan je voorgesteld:

Mark Titchner

Je wordt begroet door een soort moderne versie van de tien geboden in een schreeuwende reclame vorm. Daarna zie je vaandels rond een sculptuur. Na langdurige studie blijkt het een soort schreeuwaltaar te zijn. Het werk van Pitcher pretendeert een religieus thema te hebben, maar de zeggingskracht ontbreekt.

Mark Titchner, Be angry but don’t stop breathing, 2003, Mixed media installation, Vilma Gold, Londen

Avaf

De Braziliaanse kunstenaar Assume vivid Astro Focus (kortweg Avaf) woont en werkt in New York. Zijn werk is als het ware een gigantische collage (op wand, vloer en plafond) van fragmenten van wandtapijten, graffiti-tekeningen, boeddhistische prenten en vele andere motieven. Het geheel is overdonderend, sexy maar ook pretentieloos. De gebruikte beeldtaal is niet alleen persoonsgebonden maar ook een goede weerspiegeling van de beeldcultuur om ons heen.

Maarten Baas

Deze Nederlands/Duitse kunstenaar is afgestudeerd aan de Design Academy in Eindhoven. Hij is vooral bekend geworden met zijn afstudeerproject Smoke, waarbij hij tweedehands meubels in brand stak en afwerkte met een epoxylaag, zodat hergebruik mogelijk werd. Voor Nocturnal Emissions bewerkte hij enkele stukken uit de eigen collectie van het Groninger Museum. Baas’ werk heeft een vrij subtiele conceptuele ondertoon, maar het riekt toch wel erg naar een trucje. Het zal mij dan ook erg benieuwen wat hij verder nog in petto heeft.

Ronan en Erwan Bouroullec

Deze twee Franse broers maken vrij minimalistische werken, maar wel met een kleine ’touch of nature’. De gepresenteerde werken zijn zogenaamde ’totaal-meubels’: een geheel van kast, tafel, lamp en wandafscheiding.

Ronan en Erwan Bouroullec, Assemblage #4, 2004, Galerie Kreo, Parijs

Steven Gontarski

Is degene met het grootste aantal werken op de expositie: twee superslanke supergladde beelden gemaakt van glasvezel en geïnspireerd door klassieke voorbeelden en een aantal tekeningen vanuit hetzelfde thema. De beelden zijn licht vervreemdend en een tikje surrealistisch (overgoten met een beetje mystiek en wat erotiek).

Anthony Goicolea

Maakt geënsceneerde foto’s (vaak vrij expliciet) waarin hij zelf figureert. In dit geval confronteert hij ons met een leger van puberjongens (klonen van zichzelf) die de meest vreemde handelingen verrichten (het speelt zich af rond de kindertijd en vroege puberteit).

Brian Griffiths

Maakt gigantische sculpturen uit afval en spullen die hij opdoekt bij tweedehands-zaken. Zijn voorwerpen komen uit de directe werkelijkheid, maar hebben toch een verbondenheid met de fantasiewereld.

Brian Griffiths, Boneshaker, 2003, mixed media, Saatchi Gallery Londen

Lars Nilson

Presenteert een video-installatie die zich voordoet als een bewegend schilderij. Vele groepen mensen in een klassieke setting verrichten allerlei handelingen. Zo wordt de blik van de kijker van de ene naar de andere kant van het schilderij gestuurd.

Francesco Vezzoli

Maakt vaak werken die terugkoppelen naar de cinematografie. In het werk dat hij presenteert in het Groninger Museum speelt hij een scène na uit een film, met als verschil dat hij niet praat. Ondanks die beperking weet hij toch een telefoongesprek te simuleren.

Behalve dat de kunstenaars relatief ‘jong’ zijn (de jongste deelnemer is 26, de oudste 48) lijken er vrij weinig inhoudelijke verbanden te zijn. Daarbij zijn sommige werken niet goed te bezichtigen omdat de hele tentoonstelling baadt in schaduwen: met gedimde lampen krijg je bijvoorbeeld amper een goede indruk van het werk van Maarten Baas. Daarbij is een goede impressie van het werk van een bepaalde kunstenaar onmogelijk doordat er maar één werk (of één type werk) per kunstenaar is te zien.

Wat wil het Groninger Museum dan eigenlijk met deze tentoonstelling? Is het een weergave van de kunsten anno nu? Waarom dan een overkoepelend thema? Waarom durft het Groninger museum niet achter zijn beleid te staan en zeggen: “Dit zijn volgens ons belangrijke hedendaagse kunstenaars en daarom laten wij ze zien.” Het Groninger Museum heeft de rare neiging om aan elke tentoonstelling toch persé een ‘catchy’ thema te geven. Soms werkt dit, maar in dit geval slaat het de plank behoorlijk mis.

Het lijkt erop dat de conservatoren hun aanvankelijke doelstellingen verkeerd interpreteren. Willen ze nou echt een ‘nachtelijke uitspatting’ tentoonstellen of eigenlijk liever het werk van negen jonge internationale kunstenaars tonen? Als het laatste de oorspronkelijke insteek achter de tentoonstelling was, dan kun je je afvragen waarom er überhaupt een thema is gekozen en waarom de keuze is gevallen op ‘Nachtelijke uitspattingen’, zeker aangezien de werken van de kunstenaars amper op dat thema betrekking hebben. Over het algemeen zijn de werken vrij ingetogen en dus niet erg uitgesproken (op het werk van Avaf na). Toegegeven, het werk Bedwetters van Anthony Goicolea beeldt het thema erg goed uit en doet het bovendien prachtig op de covers van folders en ander publiciteitsmateriaal, maar dat lijkt dan ook wel de enige ingang te zijn naar een thema dat eerlijk gezegd nergens op lijkt te slaan.