Boeken / Fictie

Wereldreiziger vertelt veel, maar houdt zichzelf buiten schot

recensie: Let me stay for a day (zonder een cent op zak de wereld rond)

Ik ben een wereldvreemd persoon volgens mijn vrienden, omdat ik tot voor kort niet van de website letmestayforaday.com had gehoord. De Zwolse student Ramon Stoppelenburg heeft een paar jaar geleden deze site opgezet, om mensen te vragen hem een dag gratis onderdak te bieden. Deze oproep resulteert in een indrukwekkende wereldreis waarbij hij door Australië, Zuid-Afrika en Canada reisde. Dit alles dankzij welwillende bezoekers van zijn site en een aantal gulle sponsors. Ramon heeft zijn verhaal op papier gezet in een interessant boek dat vooral bol staat van weetjes over zijn reis.

Stoppelenburg begint zijn reis in Zwolle. Na een paar maanden voorbereiding om de site op te zetten, en uitnodigingen te verzamelen gaat hij via Nederland naar België. Als snel zit hij echter in het Verenigd Koninkrijk. Hij krijgt daar te maken met veel aandacht vanuit de media en deze aandacht helpt hem meteen om de broodnodige uitnodigingen en sponsoring voor elkaar te krijgen. Deze media-aandacht heeft echter ook duidelijk een keerzijde, aangezien hij regelmatig geleefd wordt door de pers.

Dronken gevoerd

Stoppelenburg publiceert tijdens zijn reis verslagen op zijn website, zodat mensen van over de hele wereld de reis kunnen volgen. Snel brengt dit een raar soort spanning met zich mee. Als je namelijk iets publiceert opent dit een totaal andere dimensie. Zo ontstaat er een heftige discussie op zijn site omdat hij door twee Ierse gastvrouwen dronken wordt gevoerd en hierover zijn beklag op de site heeft gedaan. Het kan dan ook niet anders of hij moet vanaf dat moment een soort zelfcensuur hebben ingebouwd om zijn gastheren en vrouwen niet voor het hoofd te stoten.

~

Een heilige

Tijdens het lezen van zijn boek valt ook op dat Stoppelenburg zichzelf niet kwetsbaar durft neer te zetten. Hij vertelt als een kwajongen trots zijn verhaal, maar je hoort hem zelden zeggen dat hij het niet naar zijn zin heeft. Zelfs op het moment dat zijn laptop (met zijn reisverslagen) drijfnat wordt toont hij geen spoor emotie. Ik weet ook nog steeds niet hoe hij in Noorwegen is gekomen (boot, vliegtuig, sponsor?). Misschien is dit onverklaarbare gat in zijn chronologische verhaal een minder heldhaftige episode? Hij zet zichzelf neer als een heilige die trots is over alles wat hij mee heeft gemaakt en zelden menselijke behoeftes heeft. Daardoor mist het boek veel diepgang en blijft het een trots verhaal van een man die enkel geluk heeft. Perfecte verhalen voor in de kroeg, maar meer ook niet.

Bijzaak

Ook de schrijfstijl van Stoppelenburg blijft hierdoor redelijk gedistantieerd. Zijn stukken zijn journalistiek opgezet, als was het een feitelijke weergave van alles wat er gebeurd is. Gedurende het boek merk je dat hij meer besef krijgt van wat voor de lezer hoofd,- en bijzaak is. Niet alles is namelijk even interessant voor die lezer. Hij wordt een betere verteller en schrijver, waardoor het boek niet alleen interessant wordt door de beschreven landen (die steeds verder van Nederland af liggen), maar ook door de manier waarop deze landen beschreven zijn.

Verslag van een avontuur

Het avontuur van Ramon Stoppelenburg is eigenlijk te fantastisch om waar te zijn. Je hebt een goed idee en daardoor reis je gratis de wereld rond. Stoppelenburg weet zijn avontuur aardig over te brengen in het boek, hoewel hij zichzelf wel buiten schot houdt. Zijn stijl wordt een stuk levendiger gedurende het boek en je merkt dat hij al doende leert te schrijven. Misschien dat hij nu binnenkort zijn onderbroken studie journalistiek weet af te ronden? Ik ben dan benieuwd naar zijn volgende boek: “De tien moeilijkste dagen van Ramon Stoppelenburg” zou bijvoorbeeld een leuke titel zijn.

Film / Films

Videotapes op een schijfje

recensie: Oktober 2004

Ons regelmatige overzicht van dvd’s die op de een of andere reden wel de moeite waard zijn, maar te weinig extra’s bevatten om er een complete recensie aan te wijden.

Bad Guy (Nabbeun namja)

~

(Ki-duk Kim, 2001 • Total Film)

Alweer de zevende speelfilm van de productieve en controversiële Zuid-Koreaanse regisseur Kim (The Isle, Spring, Summer, Fall, Winter… and Spring), en opnieuw een moeilijk, indringend drama met wrange thematiek en een gruwelijk onderwerp. De brute pooier Han-ki (een zwijgende maar onvergetelijk intense rol van acteur Jae-hyeon Jo) dwingt een studente tot prostitutie, en in een harde omgeving van wreedheid, betaalde seks en dreigend geweld ontvouwt zich tussen de twee een even bizarre als fascinerende relatie. Kim doet dit verhaal met de voor hem gebruikelijke statische, kleurrijke beelden en stukjes visuele poëzie briljant uit de doeken. Lichamelijke pijn, hoe erg ook, is hier volkomen ondergeschikt aan geestelijke, en uit seks en geweld kan net zo goed haat als liefde spreken. Voor wie niet afgeschrikt wordt door zulke gegevens is Bad Guy een bijzonder ontroerende en aangrijpende film. Helaas ontdaan van vrijwel alle extra’s die wel op de Koreaanse en Engelse uitgaven staan. (PC)

Le Tango des Rashevski

~

(Sam Garbarski, 2003 • Homescreen)

Wanneer oma overlijdt, komt de joodse familie Rashevski bij elkaar voor de begrafenis. De tijd erna staat in het teken van de worsteling die de familie heeft met het jodendom. Aan de ene kant hebben ze zich afgewend van de orthodox-joodse kerk, maar aan de andere kant voelen ze dat hun wortels joods zijn en kunnen ze daar geen afstand van nemen. Met subtiele humor wordt een beeld gegeven van hoe de joden na de Tweede Wereldoorlog hun geloof soms verliezen maar nooit vergeten. Een hartverwarmend en humoristisch familieportret dat op de juiste momenten de doxa van religie weet te relativeren.

Op twee korte films na zijn de extra’s niet heel erg bijzonder. Er staan enkele trailers op van andere films, kerstrecepten en de complete uitvoering van de tango die in de film op de achtergrond te horen is. Ook kan je een door Garbarski geregisseerd reclamespotje zien en een klein stukje inprovisatie op de set van Le Tango des Rashevski. De twee korte films, beide geregisseerd door Garbarski, zijn beide meer dan het bekijken waard. De eerste, La Dinde (de kalkoen), is een humoristich filmpje over de Karl, kerstkalkoen van de joodse familie die het van avondeten tot huisdier schopt. Joyeux Noël Rashid gaat over een islamitisch jongetje dat zo betoverd wordt door de charme van kerst dat hij besluit met zijn eveneens islamitische vriendje Ibrahim stiekem kerstfeest te gaan vieren. De schattige manier waarop deze twee straatschoffies islamitische elementen en het katholieke kerstfeest combineren is aandoenlijk en erg humoristisch. (HdV)

Kops

~

(2003, Josef Fares • Total Film)

Jalla! Jalla! (2000) was een leuke film. Blijheid en goedmoedige humor voor de niet al te kritische kijker. Om van Kops, de tweede film van de jonge Libanees-Zweedse regisseur Josef Fares, te kunnen genieten, moet je echter wel een heel erg roze zonnebril opzetten. Wie dit niet kan opbrengen zal nog een zware kluif hebben aan deze rommelige en overdreven verzameling flauwekulscènes. Torkel Petersson en de zoon van de regisseur, Fares Fares (beiden uit Jalla! Jalla!) spelen politieagenten die in een slaperig Zweeds dorp zelf misdaad creëren om zo de sluiting van hun overbodige bureau te voorkomen. Een potentieel leuk gegeven voor een komedie, maar Fares wist zijn enthousiasme en fantasie niet binnen de perken te houden en leverde met Kops een al te absurde film af. Enkele grappen daargelaten werkt het gewoon niet, hoe hard de acteurs ook hun best doen. Hopelijk neemt Fares de volgende keer wat gas terug. Of volgt hij het voorbeeld van Lukas Moodysson, die andere begaafde Zweed die lieve komedies maakte en toen het roer volledig omgooide en zich nu op snoeiharde realistische drama’s concentreert. (PC)

A Man Apart

~

(F. Gary Gray, 2003 • RCV)

Wanneer zijn vrouw wordt vermoord door de handlangers van de zojuist door hem ingerekende drugsbaas, zet de op wraak beluste politieagent Sean (Vin Diesel) de achtervolging in. Zijn speurtocht verloopt onder een spervuur van actie, kogels, gevechten, achtervolgingen, ontploffingen en drugs (en bijbehorende bombastische soundtrack) en leidt naar een nieuw Mexicaans drugskartel dat hij ook maar eventjes oprolt.
Aangezien stoere Sean ‘van de straat komt’, is hij een politieagent die de grenzen van de wet regelmatig overschrijdt. Met zijn drie octaven te lage stem kraamt hij afwisselend gespierde en vunzige taal uit. Dit staat garant voor een eerste klas spierballenfilm die ongetwijfeld enerzijds gewenste identificatie (bij zestienjarige jongetjes) en opwinding (bij dito meisjes) weet te garanderen. Regisseur Gray bewees met The Negotiator actie met intelligentie te kunnen vermengen, maar had bij A Man Apart enkel oog voor het testosteron. Dit soort films wordt voor dit soort publiek gemaakt en dat pubiek is van redelijke omvang, maar wanneer ik zeg dat de trailer van Kill Bill voor mij het hoogtepunt van de dvd was, weet je wel hoe laat het is. (HdV)

Memento Mori (Yeogo goedam II)

~

(Tae-Yong Kim & Kyu-Dong Min, 1999 • De Filmfreak)

Deze Zuid-Koreaanse dramatische horrorfilm (het tweede maar volledig losstaande deel in de trilogie Whispering Corridors) is een vreemde eend in de bijt. Op een meisjesschool pleegt een leerlinge zelfmoord. De voorgeschiedenis en het effect daarvan op de rest van de klas wordt op een trage, ontoegankelijke en soms ronduit verwarrende manier uit de doeken gedaan. Zoals wel vaker in Aziatische horrorfilms zijn hier plot, karakterontwikkeling en een lineair narratief volledig ondergeschikt aan sfeer. Dat werkt voor sommigen vervreemdend, voor anderen weer fascinerend. Wie er geen geduld voor heeft kan er beter niet aan beginnen. Maar wie genoegen neemt met zulke aanvankelijke hindernissen, zal kunnen genieten van de vaak schitterend gefilmde, uiterst sfeervolle beelden en de uitmuntende prestaties van de debuterende actrices, die de aandacht vasthouden waar het verhaal dat niet doet. (PC)

Out of Time

~

(Carl Franklin, 2003 • Dutch Filmworks)

Hoe los je een moord op wanneer al het bewijs erop duidt dat je zelf de dader bent? Daar draait het om in deze misdaadthriller met Denzel Washington. De hoofdrol die hij speelt in Out of Time is hem op het lijf geschreven, maar is toch wel onder zijn niveau. De hele film is nogal ver gezocht, en toch wordt hij best spannend zodra de race tegen de klok begint. Puur vermaak, zo moet je naar deze film kijken. Een bioscoopkaartje betalen om Out of Time te zien ging wat ver, maar deze dvd een keer thuis op de bank bekijken kan geen kwaad als je van dit genre houdt. Extra tijd hoef je trouwens niet in te lassen, want de dvd-versie biedt je verder niets (of je moet dol zijn op het bekijken van trailers van andere films). Blijkbaar was er over Out of Time niet veel meer te vertellen. What you see is what you get! (NvE)

Boeken / Strip

Gutsman: superheld en sterveling tegelijk

recensie: Gutsman Comics

“Helden vind ik niet zo interessant,” heeft Erik Kriek eens in een interview geopperd. Dit motto komt dan ook heel duidelijk naar voren in zijn stripwerk. Hoewel hij zijn tekentalent op vele gebieden tentoonspreidt, is hij toch vooral bekend door zijn Gutsman Comics die in 1994 van start ging.

Hoofdpersoon binnen deze serie is de antiheld Gutsman. Deze in strak tricot gehesen sul weet de lezer keer op keer te boeien met zijn bizarre levenswandel, waar zijn moeizame relatie met de mooie Tigra als een rode draad doorheen loopt. De tijgervrouw met het voorkomen van een pin-up blijkt de ideale muze voor zowel Gutsman als Erik Kriek. Gedurende de serie zijn er vele personages geïntroduceerd. Zo hebben we kennis mogen maken met de familie van Tigra, het robotmannetje Little Andyroyd en de moeder van Gutsman.

~

Soap

In de laatste albums heeft de auteur ook zichzelf een rol toebedeeld. Regelmatig duikt hij op als rivaal van Gutsman. De strijd om Tigra’s liefde levert mooie passages op, waarin eens te meer duidelijk wordt dat de schepper dicht bij zijn creatie staat.
Wellicht kwam ook Erik Kriek tot de conclusie dat hiermee de rol van zijn oorspronkelijke held in het gedrang kwam. Om diens speelruimte te vergroten, wordt ons vanaf album nummer 5 een kijkje gegund in het verleden van onze held. De verwikkelingen, waarin heden en verleden samensmelten, krijgen het uiterlijk van een soap. Angst, verdriet, onthechting en liefdesverdriet. Voorwaar, niet echt de karaktereigenschappen die je een superheld zou willen toedichten. Maar Gutsman is meer dan dat. Hij is het archetype van de smachtende sterveling. Uiterlijk een superheld, innerlijk een bij vlagen stuurloos acteur die zijn rol in dit ondermaanse tegen wil en dank vertolkt.

Net als ieder ander beweegt hij zich door het leven als een ware evenwichtskunstenaar. Beducht op de vele valkuilen die hij op zijn pad zal vinden. En dat zijn er vele.
Het is tekenend dat Gutsman zich niet meet met bizarre superschurken. Hij heeft zijn handen vol aan zijn alomaanwezige vijand: het leven zelf. Dit onderscheidt hem van zijn Amerikaanse collega’s die het kwaad liever recht in de ogen kijken. Met name dit laatste aspect maakt van Gutsman de enige en ware superheld van de Lage Landen.

Professioneel

Net als de verhalen is ook de tekenstijl duidelijk veranderd. De zompige inktzwarte tekeningen uit de eerste delen zijn door de jaren heen steeds meer verfijnd. Vooral het gebruik van rasters in de monochroom uitgevoerde avonturen verleent het geheel meer dimensie. Ook de introductie van de korte verhalen in kleur dragen bij aan de professionele uitstraling van de latere albums.

~

Door enkel te werken met beeldtaal lijkt Erik Kriek een voorschot te nemen op zijn internationale doorbraak. Waar veel auteurs onderuit gaan, lukt het hem wel om originaliteit te paren aan functionaliteit. Een bijkomend voordeel hiervan is dat iedere lezer de personages een eigen stemgeluid kan meegeven.

Er doen geruchten de ronde dat Gutsman nu ook in Amerika bekendheid begint te krijgen. Dat is goed nieuws, al is het wel te hopen dat onze held het niet te hoog in zijn bol krijgt. In het land van de onbegrensde mogelijkheden worden subtiele humor en zelfspot nu niet echt hoog in het vaandel gedragen. En deze eigenschappen maken het werk van Erik Kriek nu juist zo onweerstaanbaar.

Theater / Voorstelling

Vondels stukken: een regiekluif

recensie: Jozef in Egypte (Het Toneel Speelt)

.

~

Vondels Joseph in Egypten is een ingenieuze combinatie van het bekende bijbelverhaal met oriëntaalse, klassieke en Hollandse elementen. De opvoering van Het Toneel Speelt is volgens dramaturg Laurens Spoor “zo Vondel mogelijk”. De eigenzinnige, vrome Jozef is door zijn jaloerse broers verkocht aan de Egyptische koning Potifar, die hem onmiddellijk tot slaaf van het hof maakt. Potifars vrouw Jempsar – in het bijbelverhaal is ze naamloos – wordt geplaagd door gevoelens van heftige lust voor de schone vreemde. Ze raakt geobsedeerd. En als zij Jozef na vele woordenstrijden een kus probeert te ontstelen, wijst deze haar af uit respect voor de heren: Potifar en God. De vrome afwijzing maakt Jempsar zo kwaad dat ze doet alsof Jozef háár wilde aanranden. Het is een strijd tussen loyaliteit en lust.

Smeltkroes

~

Het Hollandse zit hem in kleine, maar onmiskenbare dingen. Jozef (Hylke van Sprundel) droomt aan het begin van het eerste bedrijf over zijn situatie in Egypte als zat hij op een stuurloos schip. En al draagt Jempsar (Carine Crutzen) haar haren los, man Potifar (Jaap Spijkers) en de voedster (Marisa van Eyle) spreken van haar “hoofd met vlechten”. In het oude Egypte kende men waarschijnlijk schepen nóch vlechten. Nota bene: Jozef zélf oogt als een Nederlandse ‘no-nonsense boy’, met zijn blonde en steile haar. Vondel plaatst personages uit de lage landen in een andere cultuur, temidden van andere temperamenten.

Verbeeldingskracht

Verheffend is vooral de zelfbewuste taal waarover alle personages beschikken. Zinnen als “Hoe vallen die gedachten / in ’t redelijke brein?” en zinnen met de aanvoegende wijs “O ja, dat waar mijn wens.” Maar alleen wanneer acteurs hun verzen met duidelijke articulatie en gesticulatie ondersteunen kunnen wij de kracht van zulke taal aanvoelen. Dit gebeurt te weinig. Crutzen en Van Sprundel gaan zo op in hun rol dat ze onvoldoende samenspelen en geen ruimte hebben om zich tot het publiek te wenden. In mindere mate geldt dit ook voor Spijkers. Mohammed Azaay als de Rei van Engelen spreekt snel en zo zacht dat we zijn tekst vaak niet kunnen verstaan. Dat is erg jammer, want juist de Rei becommentarieert de geschiedenis (soms zelfs met spot) en geeft haar kleur. Van Eyle als voedster maakt wel gebruik van laconieke gezichtsuitdrukkingen en lichaamstaal. Omdat zij hierin vrijwel alleen staat wordt haar manier van spelen potsierlijk.

Understatement

Misschien was Hans Croiset bang dat een uitgesproken regie Vondels tragedie in een ironisch of niet serieus te nemen daglicht zou stellen. Maar met overtuigd spel waren alle nuances juist beter uit de verf gekomen. Nu blinken ook het op zich stemmige lichtgebruik, het povere decor en de simpele kostuums uit in understatement. Zo is de opvoering van Het Toneel Speelt geworden tot een aaneenschakeling van heus wel leuke maar losse, soms onnavolgbare, scènes, in plaats van een welbespraakt en spetterend stuk theater.

Jozef in Egypte is tot en met 11 december 2004 te zien in verschillende theaters in Nederland.

Muziek / Album

IJzersterke indiepop

recensie: Bettie Serveert - Attagirl

.

~

Ontsproten uit de Arnhemse kunstenaarsscène stapte de band tien jaar geleden na een goed ontvangen debuut de oceaan over en werd een geliefde gast in de States. Dat is eigenlijk in een notendop het verhaal van Bettie Serveert, want elke plaat werd goed ontvangen en elke keer speelden ze in Amerika. Zo zal het ook gaan voor de promotie van Attagirl. De enige echte verandering in de loop der jaren zijn de drummerwissels. Voor deze plaat gebruikte Bettie Serveert er drie, waaronder oud-Metal Molly-drummer Gino Geudens. Opvallend is wel de steeds prominentere positie voor Carol van Dijk. Ook op Attagirl staat ze voorop de hoes, terwijl Bunskoeke en Visser met de gastmusici aan de binnenkant mogen poseren. Voor de rest is het het oude vertrouwde.

Kleine spannende veranderingen

Attagirl voegt iets toe aan het oeuvre, omdat er zo nu en dan veranderingen in de muziek te horen zijn. De kleine spannende veranderingen die Berend Dubbe graag had gezien bij zijn band, komen nu langzaamaan naar voren. Bijvoorbeeld in het met samples en loops ingekleurde en dansbare Versace. Voor de rest komen de veranderingen minder duidelijk naar voren en is er sprake van een heel consistent album, met zo hier en dan een uitschieter. Er is weer genoeg hartzeer voor Van Dijk om de luisteraar keihard te raken. Bijvoorbeeld in het schitterende en nagenoeg akoestische You’ve Changed, een nummer dat zelfs het niveau van Palomine of Lamprey had verhoogd. Op deze plaat heeft Peter Visser een stapje terug gedaan, want zijn kenmerkende en fijne solo’s zijn minder prominent aanwezig, maar waar hij aanwezig is toont hij zich de meester. Voor de rest is, op de single Attagirl na, vooral de opener Dreamaniacs een uitermate sterke song.

Toevoeging aan de Nederlandse muziekgeschiedenis

Het album is over het algemeen zo krachtig dat het laatste nummer Lover I Don’t Have To Love, een cover van Bright Eyes, totaal overbodig is. Al doet het geen afbreuk aan de plaat, het voegt niet echt iets toe. Het zou zo een nummer uit de pen van Van Dijk kunnen zijn, want de Betties halen dat niveau zonder moeite. En ze bewijzen dat eens te meer op het zevende album. Ze doen opnieuw waar ze goed in zijn: ijzersterke indie-songs schrijven. Dat de band zich nog steeds in de clubs moet bewijzen is eigenlijk vreemd. De band moet eigenlijk op handen worden gedragen. Want Attagirl is een hele fijne toevoeging aan de Nederlandse muziekgeschiedenis.

Muziek / Album

Drie keer Nederlands: Zeal, Joyfalds, Blimey!

recensie: Zeal, Joyfalds, Blimey!

.

Zeal – Moving North (Eigen beheer 2004)

~

Eigenlijk zijn we al half verkocht wanneer we bij de eerste demo een handgeschreven briefje aantreffen. Of we ook plaats hebben voor een e.p. in eigen beheer? Nou vooruit dan maar. Het uit Apeldoorn afkomstige vijftal Zeal laat zich volgens eigen zeggen beïnvloeden door muziekstromingen zoals emo, indie en postrock. De wens is in dit geval vast de vader van de gedachte, want die omschrijving slaat de plank behoorlijk mis. Gelukkig doet de muziek dat niet (al is de tegendraadsheid ver te zoeken, hoezo indie?). De gitaarsound is spacy en loom en enigszins vergelijkbaar met die van het grote ‘hit-monster’ dat luistert naar de naam Coldplay. De muziek is dromerig, meeslepend en melancholisch en verraadt soms wat triphop invloeden (Portishead?). We twijfelen, de concentratie begint te verslappen, de vermoeidheid slaat toe, mede doordat zangeres Yvonne Achterkamp zich niet helemaal bloot lijkt te durven geven, al zal die drie kwartier slaap de afgelopen nacht ook geen goed hebben gedaan. We missen de emotie, het had zo mooi kunnen zijn. Moving North is in eigen beheer opgenomen dus de oneffenheden zien we dit maal maar door de vingers. Volgende keer zijn we minder mild.

Joyfalds – Amplify (Eigen beheer 2004)

~

Deze band is duidelijk alweer een stapje verder. Muzikaal gezien tapt Joyfalds uit hetzelfde lome vaatje als Zeal: Mogwai meats Radiohead. Toch horen we hier ook wat Sonic Youth en Motorpsycho invloeden.Voorzichtig tovert zich een glimlach op mijn vermoeide gezicht. Eerst maar eens een bakje koffie erbij. De dynamiek die Zeal zo miste, heeft Joyfalds duidelijk wel bij de horens weten te vatten. Amplify bevat 4 nummers met een gemiddelde lengte van pak em beet 7,5 minuut. En die nummers blijven ongeacht de lengte stuk voor stuk fier overeind. Zo mag ik het dus graag zien. Niks op aan te merken. Het is bijna jammer dat het net is afgelopen op het moment dat je er helemaal in weg lijkt te zinken. Met andere woorden, een heerlijk demootje. Gaat zo door en dat gaat helemaal goedkomen.

Blimey!- When she’s in your head (Pias 2004)

~

De bekende naam in deze serie. De Nederlandse eenmansband Blimey! (live uitgebreid tot drietal) die wordt gevormd door multi-instrumentalist/alleskunner Martien van Bergen doet weer eens van zich spreken. Altijd moeilijk bij van Bergen, is het nou pop, avant-garde of gewoon rock wat de klok slaat? Maakt het eigenlijk uit? Toch maar eens proberen hoever we komen. Horen we in Winter, When she’s in your head, Flow en Train niet duidelijk de invloed van Lou Reed en zijn Velvet Underground? Is dat Tom Waits in La Maschera del monio?, en Faithless’ Maxi Jazz zal zijn stem toch niet echt hebben geleend aan Everyone goes na na na?Het is dat je wel beter weet. Deze man kan alles! Zonder twijfel het meest spannende van de drie plaatjes. Laat je leiden op een ontdekkingstocht door het muzikale landschap (die ook Deus en kort Sonic Youth aandoet) en let daarbij ook eens op de subtiele achtergrondgeluiden.

Muziek / Album

Geslepen kiezeltje

recensie: Joss Stone - Mind, Body & Soul

.

De onderhand 17-jarige zangeres heeft aan veel nummers op de plaat zelf meegeschreven, en dat is ergerlijk zicht- en hoorbaar. Hoewel ze serieuzere muziek maakt, hebben haar teksten het niveau van de dichtsels van bijvoorbeeld een Pink: variërend van kinderlijk tot heel kinderlijk.

Kalverliefde

Zodoende zit er een wel een prettige consistentie in de teksten; de gedachtespinsels van het pubermeisje spreken er aardig uit. Maar daarmee zijn het alles behalve doordachte of op elkaar afgestemde nummers. In de huidige hit You Had Me, het derde nummer van het album, zingt ze bijvoorbeeld blij te zijn dat ze bij haar vriendje weg is. In Spoiled, het volgende nummer, heeft Joss er echter al weer spijt van het uitgemaakt te hebben. Of gaat dit over een andere al dan niet gefingeerde jongen? Want in nummer vijf ontmoet ze alweer een leuke jongen, maar die ziet haar steeds maar niet staan. En in nummer zes zien de jongens haar juist wel, maar zijn ze weer te opdringerig, en daar houdt de gevoelige Joss niet zo van. Allemaal leuk voor het dagboek, maar deze kalverliefdes hoeven niet met de door Soul Sessions gewonnen muziekliefhebber gedeeld.

Kweelderig

Het is de muziekliefhebber overigens sowieso af te raden de portemonnee voor Mind, Body & Soul te trekken. Van de soul die in haar debuut zo lekker klonk, is hier namelijk niets meer over. Stone kan geweldig zingen, maar laat dat veel te veel zien. Iedere noot is gladgestreken; er zit geen vuiligheidje in de plaat, terwijl dat juist is wat soul zo aantrekkelijk maakt. Stone helt volledig naar het kweelderige van Mariah Carey: van het eerlijke en rauwe blijft niets over.

Er zijn zeker wel interessante momenten op de plaat, maar Mind, Body & Soul heeft twee grote problemen: er staan simpelweg te veel ballads op en als er al iets opwindends gebeurt, is dat nooit een nummer lang. Dat komt door de vaste opbouw van wat de meer pakkende nummers zijn: ze beginnen consequent erg rustig, zo niet saai, maar dan komt er langzaam leven in de brouwerij. Joss zelf wordt dan naar achteren gemixt en neemt een soulvol koortje het over. Op die momenten swingt de plaat, maar dat is vaak van korte duur. Het volgende nummer start dan weer zo tergend saai dat het luisteren bijna een martelgang wordt. De potentie zit er met lekkere koortjes en fijne orgeltjes zeker in, maar Joss zelf zingt geen soul maar R&B: ze is geen ruige zwerfkei, maar een gepolijst kiezeltje.

Theater / Voorstelling

De verstikkende omhelzing van je familie

recensie: House of Yes (Het Syndicaat)

In gezinnen liggen de rollen van de leden onwrikbaar vast. Al verkennen gezinsleden op eigen houtje de uithoeken van de wereld, als ze bij gelegenheid terugkomen, worden ze onvermijdelijk in hun oude rol teruggedwongen. Met dat mechanisme speelt de Amerikaanse toneelschrijfster Wendy McLeod in The House of Yes. Gezinsleden houden elkaar in de wurggreep van de vastgeroeste rolverdeling. Zoon Marty komt op Thanksgiving zijn argeloze verloofde voorstellen aan zijn totaal verknipte familie in Washington. Marty kondigt aan dat hij met zijn Leslie een nieuw leven gaat beginnen in New York. Daar komt niks van in als het aan zijn familie ligt.

~

The House of Yes opent met een hysterische dans van de dochter des huizes (Roos Hoogland), die ‘Jackie O.’ wordt genoemd. Zo lijp als een looien deur, dat is meteen duidelijk. Ze loopt in een roze Jackie Kennedy-Onassis-jurkje door Washington en verbeeldt zich dat ze met kop en schouder boven de rest van de mensheid uitsteekt. Getiktheid zit in de familie: moeder schrijdt voort in een stemmig zwart begrafenisgewaad. Als moeder iets zegt, spreidt ze haar armen in een dramatisch gebaar als een adelaar die van een hoge rots afduikt. Samen met broertje Anthony wachten zus en moeder op de thuiskomt van Marty, oudste zoon en tweelingbroer van Jackie. Maar Marty doet iets ongehoords: hij brengt voor Thanksgiving, het Amerikaanse familiefeest bij uitstek, een bezoeker mee. Een vreemde, een indringer! Liefdevol stelt Marty zijn Leslie voor aan zijn familie: zie hier zijn verloofde. Jackie O. zet het onmiddellijk op een krijsen.

Rivaal

~

Verloofde Leslie (Eva Zwart) vertegenwoordigt in dit verdorven gezelschap de onschuld, de buitenwereld, de normale mensen. Ze werkt in een donut-restaurant. Volgens Marty “ruikt ze naar poedersuiker”; hoe zoet kan een meisje zijn! Leslie wordt door de moeder (Isabella Chapel) gewogen en meteen maar even te licht bevonden. De getikte Jackie gedraagt zich alsof Leslie haar rivaal-in-de-liefde is. Leslie blijft vriendelijk glimlachen: morgen gaat ze met Marty lekker terug naar New York, en dan laat ze deze hatelijke vijandige bende achter zich, let maar eens op. Maar voor het zover komt, doet elk van de gezinsleden zijn best de relatie tussen Marty en Leslie om zeep te helpen. Leslie wordt uitgekotst, terwijl Marty in de verstikkende omhelzing van de dominante Jackie terechtkomt.

Lijken in de kast

Houdt de familie van Marty (mooie rol van Hossein Mardani) voor de buitenwereld de schijn op van aanzien en rijkdom, van binnen zijn ze allemaal door en door rot. Het keurslijf waarin ze leven staat privacy niet toe; ze kijken elkaar genadeloos op de vingers. Er hangen gordijnen waarachter je je zou kunnen verschuilen. Maar die gordijnen zijn transparant, en om de twee meter zit een kier. Wie erachter verdwijnt is dus nog volop aanwezig en getuige van wat er voor de gordijnen gebeurt. Dit is een familie met een kast vol lijken: de leden hebben de vreselijkste dingen op hun kerfstok. Staat de deur van die kast eenmaal open, dan tuimelen al die duistere daden uit het verleden naar buiten. Dit is geen plek voor een meisje dat ruikt naar poedersuiker, haar onschuld moet en zal stuk gemaakt worden.

Absurdistisch

The House of Yes heeft een Pinter-achtige plot. Sterker: zowel het verhaal als de manier waarop de gezinsleden de buitenstaander kleineren, lijken ontleend aan De thuiskomst van Harold Pinter. De thuiskomst is een akelig en bizar stuk; The House of Yes heet op papier een komedie te zijn, maar het is in deze versie ook knap akelig. Volgens toneelgroep Het Syndicaat is deze voorstelling geschikt voor jongeren vanaf veertien jaar. Daarvoor lijkt me de thematiek echter te zwaar op de hand en de psychologie van de personages te ingewikkeld. Maar voor wat meer door de wol geverfde toeschouwers is deze voorstelling beslist aan te bevelen, vooral omdat er zo mooi absurdistisch wordt geacteerd.

The House of Yes is tot en met 13 december 2004 te zien in heel Nederland.

Film / Films

Voor elke cinefiel een must-have

recensie: De Kurosawa Collectie: volume 1

Akira Kurosawa is een van de meest invloedrijke niet-westerse regisseurs allertijden. De grootste regisseurs uit het westen hebben hem gekopieerd of hebben uitgesproken grote bewonderaars van zijn werk te zijn: Sergio Leone, George Lucas, Francis Ford Coppola, Martin Scorsese, om er maar enkelen te noemen. In 1998 overleed de Japanse grootmeester die er samen met Yasujiro Ozu voor gezorgd heeft dat Japanse cinema wereldwijd een hoog aanzien kreeg. Zijn belangrijkste werk (met Ran als meest opvallende afwezige) wordt in drie verzamelboxen op DVD uitgebracht. Deze maand verscheen de eerste box: vier films die samen meer dan negen uur duren. Om je vingers bij af te likken…

Seven Samurai

~

De eerste DVD van de box is meteen het pronkstuk. Deze wereldberoemde film uit 1954 staat bij bijna elke filmcriticus in de top tien van beste films films allertijden. In dit drieëneenhalfuur durende epos vertelt Kurosawa het verhaal van een groep samoerai die te hulp schiet wanneer een dorp geteisterd wordt door rondtrekkende bandieten. Op een haast tergend trage, maar geen moment saaie manier wordt de spanning steeds verder opgevoerd tot het uitmondt in de flitsende apotheose.

Kurosawa en zijn hoofdrolspelers zijn wereldberoemd geworden door Seven Samurai. Takeshi Shimura is indrukwekkend als de oude, moegestreden leider van de groep die toch op een dominante manier beheersing en evenwicht uitstraalt, maar Toshiro Mifune als compleet geflipte samoerai steelt de show. Maar meer dan een film over individuen is Seven Samurai een film over broederschap en opoffering.

Deze film is zo bekend, iedereen heeft hem wel gezien, erover gelezen of er veel over gehoord. En anders over de remake wel: John Sturges’ western The Magnificent Seven. Deze is bijna net zo beroemd (mede door de sterrencast) en op een epische manier ook indrukwekkend, maar valt absoluut in het niet bij Seven Samurai. De prachtige gevechten, de gechoreografeerde groepsscènes, het onvergetelijke slotstuk in de regen… Maar goed, over deze film is al veel te veel geschreven. Gewoon kijken!

Ikiru

~

Watanabe (wederom Shimura) is een saaie ambtenaar op het gemeentehuis waar hij zijn dagen slijt als een van de kleine radertjes in de bureaucratische rompslomp. Wanneer hij ontdekt dat hij maagkanker heeft en niet meer lang te leven heeft, gooit hij het roer om. Terwijl zijn egoïstische zoon met zijn vrouw over de erfenis dromen en zijn collega’s staan te trappelen om zijn baantje in te pikken, beleeft Watanabe een wilde nacht waarin hij op zoek lijkt te zijn naar het leven dat hij nooit heeft geleefd. Ook trekt hij een paar dagen met een jonge vrouwelijke collega op. Wanneer hij dan op het gemeentehuis een groep vrouwen treft die zich inzetten voor de verbetering van de woonomstandigheden in hun wijk, zet hij alles op alles om hen te helpen. Door deze gebeurtenissen hervindt hij de verloren gewaande lust voor het leven en ook zijn illusies en dromen. Voordat hij afscheid van het leven neemt, wil Watanabe voor het eerst in zijn leven iets van betekenis doen.

De laatste drie kwartier van Ikiru, dat ‘leven’ (als werkwoord) betekent, kan sommige kijkers wat tegenvallen. Door de vertelstructuur in flashbacks komt het aangrijpende spel van hoofdrolspeler Takashi Shimura hierin minder goed uit de verf dan in de eerste anderhalf uur. Deze de vertelstructuur zit echter zo ingenieus in elkaar dat het de film uittilt boven het niveau van enkel een aangrijpend persoonlijk drama en zo ook filmisch buitengewoon sterk is.

Ikiru is eigenlijk het buitenbeentje in deze DVD-box. Deze film is geen samoeraifilm, het is de enige film waarin Mifune geen hoofdrol speelt, er wordt gebruik gemaakt van een voice-over en, helaas, de beeldkwaliteit is niet al te best. Dat neemt niet weg dat Ikiru een prachtige film is die, op dezelfde wijze als Ozu’s Tokyo Story een beeld geeft van de teleurgestelde oudere generatie in het Japan van net na de Tweede Wereldoorlog.

Yojimbo

~

Toshiro Mifune speelt een ronin (een eenzame, rondzwervende samoerai zonder meester, een soort zzp’er) die arriveert in een dorp dat verscheurd is door de gewelddadige strijd tussen twee goksyndicaten. Beide kanten zijn geïnteresseerd in de uitmuntende vechtkunsten van de samoerai en hij eet graag van twee walletjes. Op een gegeven moment heeft hij zelf de touwtjes in handen en zet de situatie geheel naar zijn hand. Zal hij dit dubbelspel kunnen blijven spelen of komen zijn risicovolle praktijken aan het licht?

Opnieuw kan het goed zijn dat dit verhaal je enigszins bekend voorkomt. In 1964 verscheen de spaghettiwestern A Fistful of Dollars van Sergio Leone die het bovenstaande verhaal bijna letterlijk vertaalde van de Japanse samoerais naar de Amerikaanse cowboys. Weer is de remake niet slecht, maar Leones film haalt het niet bij het origineel. Yojimbo is een visueel prachtige film, afwisselend afwachtend en flitsend. Tarantino zou jaloers moeten zijn op de snelheid van de adembenemende zwaardgevechten die niet onderdoen voor Kill Bill, helemaal wanneer je bedenkt dat Yojimbo zo’n halve eeuw eerder gemaakt is. Het ijzersterke verhaal en de vele kleurrijke typetjes zorgen ervoor dat de film geen ogenblik snelheid mist tot en met het prachtige einde.

Sanjuro

~

Een jaar na het succesvolle Yojimbo verscheen het vervolg Sanjuro, opnieuw met Toshiro Mifune als ronin. Wanneer de kwaadaardige schout Kikui met zijn bende de plaatselijke regent ontvoert om zo zelf aan de macht te komen, komt een groep van negen samourai in actie om de regent te bevrijden. Het zijn niet de allerbeste samoerai maar gelukkig krijgen ze hulp van de mysterieuze ronin Sanjuro (Mifune). Aangezien hij het samoeraizwaard als geen ander kan hanteren en hij de meest ingenieuze plannen bedenkt, wordt hij tot leider gebombardeerd en volgen de negen anderen hem op de voet. De beide strijdende bendes leggen de ene hinderlaag na de andere voor elkaar waarbij de één de ander steeds voor is.

Net zoals Yojimbo is Sanjuro een prachtige film over het maken van keuzes en het hebben van vertrouwen. Ook in deze film zit veel humor, belichaamd door een stel naïeve vrouwen dat de ernst van de zaak niet helemaal door heeft en een leger aan domme knechtjes. Maar ook in de dialogen zit een soort humor dat je niet zou verwachten bij een Japanse film die meer dan veertig jaar oud is. Wanneer de negen samoerai hem letterlijk iets te dicht op de huid zitten, verzucht Sanjuro: “Plak niet zo aan me als een sliert poep aan een goudvis.” De humor is, net zoals het verhaal, nèt iets minder dan in Yojimbo maar Sanjuro is meer dan de moeite van het kijken waard.

Kurosawa heeft in alle vier films de keuze, de gevolgen van die keuze en de hoop op de goede afloop centraal staan. Hij doet dit op zo’n overtuigende en krachtige manier dat die keuzes vanzelfsprekend worden. Ook al is dat eigenlijk niet het geval, zoals in Yojimbo, waarbij onze ronin uit twee ‘slechten’ moet kiezen. Geen van beide strijdende partijen staat aan de goede kant van de wet maar door de manier waarop Kurosawa de aandacht op de verantwoording van de keuze legt, word je als kijker ook gedwongen een positie in te nemen en die te verantwoorden. Zijn thematiek is zo universeel dat niet alleen zijn eigen films maar ook de remakes wereldwijd succesvol waren en de status van klassiekers hebben verworven.

Deze DVD-box is echt een prachtige verzameling. De klassieker Seven Samurai is voor elke cinefiel een must-have, Ikiru is een aangrijpende en filmisch geniale film en het tweeluik Yojimbo en Sanjuro zijn flitsende films die in een uitmuntende beeldkwaliteit op prachtig breedbeeldformaat getoond worden. Dat er geen extra’s op de DVD’s staan is een enorme tegenvaller, maar dat weerhoudt mij er niet van om nu al uit te kijken naar de in november verschijnende tweede verzamelbox.

Boeken / Achtergrond
special:

Het nieuwste shownieuws en de heetste literatuur!

.

~

Het gebeurt niet voor de eerste keer dat een literatuurprijs bij de commerciëlen wordt uitgereikt. Ook in 2002 en 2003 gaf AKO op RTL4 de prijs weg. Beide keren was dat in Barend & Van Dorp. Pieter Steinz, recensent van NRC Handelsblad, noemt de keuze voor RTL Boulevard “iets wat zelfs na de rampzalige ervaringen met Barend & Van Dorp in 2003 en 2002 wordt gezien als een bedreiging voor het literaire gehalte van het AKO-circus.” Hoe is het gesteld met het literaire gehalte van de AKO-prijs en wat kan RTL Boulevard daar dan (nog) aan kapot maken?

Roddels

Laten we eerst even kijken om welke twee spelers het hier gaat. RTL Boulevard is een magazine-achtig tv-programma waarin presentatoren Beau van Erven Dorens en Albert Verlinde schalks knipogend kwinkslagen uitwisselen over zaken als entertainment, lifestyle, royalty en wat dies meer zij. Een soort roddelblad op tv, maar dan met meer pit en spot. De AKO-literatuurprijs bestaat sinds 1987 en heeft als doelstelling “het lezen van literatuur te bevorderen en de belangstelling voor boeken bij een breed publiek te vergroten.”
Op het eerste gezicht leek het een vreemd idee: een roddelprogramma dat zich inlaat met literatuur. Maar nu je de doelstelling van AKO ziet, lijkt het al een stuk minder bizar. Met de uitreiking van de literatuurprijs moeten mensen gestimuleerd worden literatuur te gaan lezen, en: er moet bij het grote publiek belangstelling gekweekt worden. Kan RTL Boulevard dat?

~

Het eerste deel van de doelstelling, het bevorderen van lezen, is meteen het moeilijkste. Het CPNB is al bijna zeventig boekenweken en vijftig kinderboekenweken lang bezig met hetzelfde en wat gebeurt er? De Nederlander leest steeds minder. Scholieren lezen nu gemiddeld zes minuten per dag in een leesboek. En is dat echte literatuur of de nieuwste van iemand als Barbara Taylor Bradford? Ik kan, denk ik, het antwoord wel raden.
Maar laat ik niet gemeen zijn. Literatuur promoten is heus mogelijk, al moet je dan wel de goede doelgroep onder de loep nemen. Voor de mensen die al geïnteresseerd zijn in boeken zonder dat het CPNB ze aanvliegt, is een AKO-prijs een mooie gelegenheid om een extra boek aan te schaffen. Er zijn genoeg mensen die denken dat ze met een prijswinnaar een meesterwerk in handen hebben. En hoe meet je ‘bevorderen van lezen’? Als het doel is dat er meer boeken verkocht worden, dan wordt dat doel in ieder geval bereikt bij het bekroonde boek. Maar dat komt waarschijnlijk eerder door het stickertje ‘bekroond’ dan door ‘gezien in RTL Boulevard‘.

De heetste boeken

~

AKO wil ook dat de belangstelling voor boeken bij een breed publiek wordt vergroot. Wat dat betreft is RTL Boulevard natuurlijk het ideale programma om mee in zee te gaan: er kijken veel mensen naar. Maar zijn die mensen werkelijk geïnteresseerd in literatuur en literatuurprijzen? Nu ben ik zelf geen regelmatige RTL Boulevard-kijker, dus ik weet niet of het programma wekelijks schrijvers te gast heeft en serieus een lans breekt voor goede boeken, zonder dat er meteen een film van gemaakt wordt. Maar als ik kijk naar het totale Nederlandse aanbod aan boekenprogramma’s, kan ik waarschijnlijk wel raden hoe het zit met de zendtijd die literatuur krijgt bij de commerciële omroep. RTL Boulevard brengt “het nieuwste shownieuws en heetste weetjes!” en dat zegt eigenlijk al genoeg: literatuur is niet ‘heet’.

Er zijn wel eens eerder pogingen ondernomen om ‘niet hete’ onderwerpen op een commercieel aantrekkelijke manier te brengen. Tijdens een beruchte Soundmixshow, nog niet zo lang geleden, werden optredens van artiesten in spé afgewisseld met miniatuurdebatten tussen politici. De lijsttrekkers mochten elk een goed bedachte oneliner te berde brengen en -hop- we gingen door naar de volgende artiest of het verplichte reclameblokje. Het gevaar dreigt dat alles wat niet meteen geschikt is voor een massapubliek, dusdanig in hapklare brokjes wordt geknipt dat er van enig niveau weinig over blijft.

Debiel

Literatuur laat zich niet in oneliners vangen, want dan hadden de meeste schrijvers een oeuvre dat de honderd bladzijden niet zou overstijgen. Waarom AKO in zee is gegaan met RTL Boulevard lijkt dan ook een raadsel. Het lijkt erop dat AKO bewust meewerkt aan de debilisering – nee, ridiculisering – van alles wat ook maar een beetje naar kunst ruikt. Waarom zou AKO zijn eigen glazen ingooien?

Het kan te maken hebben met zenderpolitiek en meer van dat soort ondoorzichtige zaakjes. Het kan ook liggen aan een doorgewinterd cynisme: ach, niemand interesseert zich meer voor literatuur, dan kunnen we het net zo goed voor de leeuwen werpen. Maar het kan ook zijn dat AKO oprecht denkt het grote publiek warm te kunnen maken voor echte boeken. Zeker is dat ze een groot publiek zullen bereiken op 22 oktober. Er zijn genoeg televisiekijkers die niets weten van de prijsuitreiking. Onvoorbereid gaan ze zitten voor hun dagelijkse dosis Albert en Beau, om plotseling te ontdekken dat het dit keer over boeken gaat. Hoeveel mensen zullen wegzappen? Het uitzenden van de prijsuitreiking is niet alleen een risico voor de AKO, maar ook voor RTL Boulevard zelf.

~

Het is een goed streven interesse te kweken voor literatuur, maar tot nu toe lijken de vele pogingen gedoemd te mislukken, of zelfs een averechts effect te sorteren. Wie leest er nog? Ik zal het je vertellen: ik lees nog. En ik hoop dat jij ook leest. Dan laten we die vrijdag de televisie lekker uit en gaan we op de bank zitten met De asielzoeker van Grunberg. Want hij is namelijk de gedoodverfde winnaar. Ik hoop oprecht dat het RTL4-publiek in de gaten krijgt dat Grunberg niet alleen die mafketel van de telefoonboekreclame is. Over debilisering van literatuur gesproken.