Donderdag 24 november
~
Vandaag is de officiële opening van de vierdaagse bijeenkomst. Ik schrijf me in en krijg een rode tas vol met informatie over
IETM en Utrecht uitgereikt. De volgende dagen zie ik regelmatig groepjes mensen met dezelfde tasjes door de stad lopen. Handig, zo weet je altijd wie ‘erbij’ hoort. Tijdens de inleidende
Tips and Tricks-bijeenkomst wordt me duidelijk dat het doel van dit weekend voornamelijk ligt in netwerken. Het gaat er niet zozeer om expliciet de confrontatie op te zoeken in de debatten, maar vooral om samen plannen te smeden. ’s Avonds zie ik in het randprogramma
Absolute Theatre twee voorstellingen van de Amsterdamse
theaterwerkplaats Gasthuis, een plek waar veel interessante projecten van beginnende theatermakers ontstaan.
De eerste, This Performance, is een ontregelende voorstelling van David Weber-Krebs. Links vooraan op de verder lege vloer van theater Kikker staan twee kleine witte geluidsboxjes. Hieruit klinkt een vrouwenstem. Ze herhaalt constant de zinsnede “This performance is about to…”, aangevuld met steeds weer andere eigenschappen van de voorstelling. “This performance is about to have a beginning, this performance is about to make a statement, …to create expectations, …to have a discourse, …to pretend truth and sincerity, …to create a legend…” Meer dan een halfuur weet Weber-Krebs de toeschouwer te boeien met het opsommen van informatie over deze zo goed als onzichtbare performance.
|
Foto: Katrin Chander |
Het is fascinerend om te merken hoe zo een voorstelling ontstaat vanuit je verbeelding en inlevingsvermogen. Het licht, dat gedurende voorstelling subtiel verandert, een stuk touw dat aan het grit hangt en zachtjes heen en weer beweegt, de druppels die door een lek in het dak komen en een plas op de grond vormen, het worden bijna acteurs die met elkaar in interactie lijken te zijn. Op het moment dat er dan echt iets gebeurt, slaat dat in als een bom. De oude vrouw die opkomt weet simpelweg met haar uiterlijk al te ontroeren, hoewel wat ze doet niet concreet te duiden is. Het is een nieuwe vorm van Publikumsbeschimpfung die zelfs dit publiek van zeer geoefende theaterbezoekers weet te ontregelen en te verdelen.
Het Gasthuis is tijdens Absolute Theatre met vier producties goed vertegenwoordigd. Toe vader, drink van regisseur Jetse Batelaan is de tweede voorstelling die ik vandaag van het Amsterdamse productiehuis zie. Het is een intieme, tragikomische schets van negentiende-eeuwse fabrieksarbeiders die ten ondergaan aan de gevolgen van drankmisbruik. Maar het is bovenal een onderzoek naar menselijke onmacht.
Het verhaal is lachwekkend eenvoudig. We zien fabrieksarbeiders die hun loon krijgen uitbetaald. Daarna haalt de gluiperige cafébaas, die hen eerder als fabrieksdirecteur hun loon uitkeerde, hen over om nog een borrel te nemen. Maar ja, eentje is geentje en voor ze het weten jagen ze het loon erdoor. Het dochtertje van een van de mannen komt langs om haar vader op te halen. Hij kan, verslaafd als hij is, niet mee. Uiteindelijk sterft het dochtertje aan honger, kou en ziekte.
Dat Toe vader, drink weet te raken komt door de ongelofelijk zorgvuldige uitwerking van spel, tekst en vormgeving. Bijna zonder woorden wordt een beklemmende sfeer gecreëerd waarin schuldgevoelens, overmoed, uitzichtloosheid en kameraadschap elkaar afwisselen. Hoewel de emoties groot worden gespeeld, gebeurt dit toch zo subtiel dat je wel mee moet leven met die arme sloebers die wel anders willen maar niet anders kunnen. Ook deze Gasthuisproductie getuigt daarmee van een bijzondere kijk op het theatrale van een op zichzelf eenvoudig gegeven. Beide regisseurs geven blijk van een vernieuwende en zeer persoonlijke kijk op zowel de vorm als de inhoud van hun onderwerp.
Vrijdag 25 november
Het plotselinge winterweer houdt Nederland in zijn greep als ik de volgende avond naar theatergroep De Nieuw Amsterdam ga kijken. Twee politiek getinte eenakters, Verhoor en Lijfstraf (samengevoegd onder de titel Grondwet) zullen worden ingeleid door dramaturg Caspar Nieuwenhuis en na afloop zal er een debat zijn. Maar de dramaturg komt, verhinderd door de sneeuw, te laat en raffelt snel een verhaaltje over de geschiedenis van de groep af. Hij is duidelijk niet de enige die gehinderd werd door het weer, de zaal zit maar halfvol.
De eerste eenakter, Verhoor, is een tekst van Don Duyns, geregisseerd door Tarkan Köroðlu. Een afgewezen asielzoeker die het land uit wordt gezet weet zijn bewakers met Fortuynistische uitspraken te overtuigen van de noodzaak een politieke partij op te richten, om Nederland weer op het goede Nederlandse pad te krijgen. Verhoor is een nogal kluchtig stuk, met een zo vreemd uitgangspunt dat het de toeschouwer nauwelijks aanzet tot nadenken.
|
Foto: Jean van Lingen |
Lijfstraf daarentegen, een tekst van Pieter Hilhorst in regie van Marline Williams, is veel subtieler en meerdimensionaal. Een rector van een middelbare school heeft een lastige Marokkaanse leerling gestraft met de riem. Hij wil zo respect bij de jongen afdwingen, omdat dit in ‘zijn cultuur’ ook zo gebeurt. Het is een mooi genuanceerde vertelling: alle personages worden verscheurd door loyaliteit aan het ‘eigen’ gezichtspunt en begrip voor de ander. Uiteindelijk komt de zus van de jongen als sterkste uit de strijd, wanneer ze haar eigen waarheid weet te vinden tussen begrip en onbegrip voor haar broer en de rector. Deze eenakter, waarin het je als toeschouwer bijna onmogelijk wordt gemaakt om partij te kiezen voor een van de drie personages, biedt op een integere manier inzicht in een complexe situatie.
Het daaropvolgende debat over de beeldvorming van allochtonen in de media komt niet echt van de grond. Waar de ene spreker vindt dat de acceptatie van minderheden kan groeien door de overeenkomsten tussen verschillende bevolkingsgroepen te benadrukken, vinden anderen dat integratie tot stand komt door uitgesproken positieve beeldvorming, in de vorm van rolmodellen. Maar er komt geen echte discussie op gang. De geraffineerde nuance die in de tweede eenakter zo sterk was, maakt dit gesprek juist langdradig en weinig concreet.
Zaterdag 26 november
Vanochtend staat in het teken van het zogenaamde community theatre: theater dat buiten de reguliere kaders wordt gemaakt, veelal samen met mensen die normaliter geen theater maken. Eerst zien we een documentaire over een groep Antwerpse gevangenen en bewakers die onder leiding van regisseuse Lotte van den Berg aan een voorstelling werkt. Het is bewonderenswaardig hoe de gevangenen en bewakers zich blootgeven in een gesloten en vijandige omgeving, en hoe ze zich uiteindelijk overgeven aan de jonge theatermaakster en haar niet alledaagse esthetische opvattingen.
Tijdens het debat dat hierop volgt, gaat het over de sociale en esthetische waarde van deze kunstvorm. Ook nu komt de discussie helaas niet echt op gang. Er is vooral te weinig wil om echt kritisch naar het werk te kijken. Men is het er wel over eens dat community art waardevol is, en kan functioneren als bruggenbouwer tussen afzonderlijke sociale groeperingen. Maar aan de cruciale vraag hoezeer je er als kunstenaar je eigen, persoonlijke stempel op een situatie mag drukken, willen de deelnemers hun vingers niet branden.
Het gesprek wordt beëindigd als een deel van de aanwezigen naar de locatievoorstelling Braakland van Lotte van den Berg gaat. Met bussen worden we naar een industrieterrein gebracht. Het is waterkoud en we zijn blij dat we op en onder paardendekens kunnen zitten.
|
Foto: Sanne Peper |
Vanaf de provisorische tribune kijken we uit over een groot veld, omheind door schuttingen en fabrieksgebouwen. Er ligt een berg zand, er staat een lantaarnpaal en verspreid over de enorme ruimte scharrelen wat menselijke wezens. Ze hebben zo goed als geen onderling contact; ze rommelen allemaal op hun eigen manier rond. Soms komen ze enkel om hun eigen behoeftes te bevredigen samen en dan vermoorden of verkrachten ze elkaar. De lijken worden razendsnel van hun kleren gestript en naakt achtergelaten. De komst van een nieuwelinge in de groep verbreekt het evenwicht, maar deze verstoring blijkt geen uitweg uit de situatie te bieden. Braakland is een harde en rauwe voorstelling over een beangstigende en kille wereld. De desolaatheid van de ruimte wordt benadrukt door de omgevingsgeluiden, afkomstig uit de drukke wereld waar deze mensen uit verstoten lijken. Het is een meedogenloos beeld, maar het brengt bij de toeschouwers wel een sterk gevoel van verbondenheid teweeg.
Die avond bezoek ik de meditatieve voorstelling Wervel die de jonge mimespeelster Boukje Schweigman maakte bij de Veenfabriek. Wervel wordt in het programmaboekje omschreven als een zoektocht naar de eenvoud van het leven. Maar eenvoudig is deze voorstelling niet. De toeschouwers, gekleed in een lang wit gewaad, zitten in een cirkel. De ruimte is afgeschermd met zwarte gordijnen, het is er warm en het ruikt er sterk naar specerijen. In het midden van de cirkel ligt een jonge vrouw. Er klinkt een muzikaal stormgeluid, en als de vrouw eenmaal op haar voeten staat, begint ze langzaam rondjes te draaien. Beetje bij beetje verhoogt ze het tempo, als een derwisj die langzaam in trance komt. Een trance bereikt Schweigman echter niet, ze blijft via kleine veranderingen in haar lichaamshouding en in de omgeving (geluid, geur, decor) invloed uitoefenen op de voorstelling.
|
Foto: Jos Blom |
Het is als een geheimzinnige bijeenkomst, waarvan elke deelnemer voor zich de betekenis mag bepalen. Minder prettige associaties met rituele dansen, zelfkastijding en natuurrampen vechten om voorrang met vrolijke associaties met de Efteling elfjes en kinderspelletjes. Het publiek wordt meegenomen in een indrukwekkende, sterk zintuiglijke ervaring van iets als een universele levensstroom. En omdat er door de makers geen dwingende betekenis wordt opgelegd, is ook het puur esthetische van de voorstelling een overrompelende ervaring.
Zondag 27 november
De laatste dag staat natuurlijk in het teken van afscheid, maar ook in het teken van jeugdtheater. Nederland heeft internationaal gezien een bijzondere positie op het gebied van theater voor kinderen en jongeren. Het Nederlandse jeugdtheater is, in de woorden van journaliste en dramaturge Marijn van der Jagt die de nabespreking verzorgt, geen veilige haven maar een plek waar moeilijke onderwerpen open en direct kunnen worden behandeld en theatermakers het experiment kunnen aangaan.
|
Foto: Joep Lennarts. |
Dit blijkt meteen wel in de Voorstelling waarin hopelijk niets gebeurt van Theatergroep Max, een tweede regie van Jetse Batelaan. In deze voorstelling wil hij onderzoeken hoe saai of spannend het kan zijn als er niets gebeurt. Hij doet dit op onnavolgbaar humoristische wijze. We zien een leeg podium met een bewaker die ervoor moet zorgen dat er op het podium niets zal gebeuren. Maar dan komt er ineens een acteur langs die op moet. Omdat hij alleen maar een hele saaie scène moet spelen waarin niets gebeurt, mag hij toch stiekem even op het podium. Maar natuurlijk gebeurt er dan toch weer een heleboel, tot het punt waarop alles compleet in de war raakt. Geniale (woord)vondsten zoals de ‘Gebeurtenissen’ die letterlijk voor de deur staan maken de voorstelling voor jong en oud spannend en grappig.
De laatste voorstelling op mijn lijst is Marie-L, door regisseur Hans van den Boom gemaakt bij jeugdtheatergroep Stella Den Haag. Het is een poëtische muziektheatervertelling over een terminaal ziek dertienjarig meisje in het ziekenhuis. Ze vertelt haar verhaal aan de doodsengel die op haar wacht. Droom en werkelijkheid vloeien door elkaar. De anderen in het ziekenhuis noemen haar ‘Marie-Louise van de frisdrankautomaat’, zegt ze. Deze anderen zijn allemaal op hun eigen manier een beetje vreemd. Zo zijn daar het meisje met de ezel-postkaartenverzameling, de dokter die hondenrassen imiteert en natuurlijk Wessel, de jonge getraumatiseerde soldaat op wie Marie-Louise verliefd wordt. Marie-L is een associatieve voorstelling met meeslepende videobeelden en zang. En hoewel de beelden en de muziek soms bijna kitscherig aandoen, werkt het geheel op je gevoel. Na afloop van de voorstelling worden dan ook vele neuzen gesnoten.
De discussie over het Nederlandse jeugdtheater wordt uitgesteld in verband met het eten. Gelukkig kunnen de deelnemers tijdens het eten zich weer wijden aan het uiteindelijke doel van dit lange weekend: netwerken. Ik fiets naar huis met de gedachte dat zoveel interessante bijeenkomsten en spannende voorstellingen ongetwijfeld ook interessante en spannende uitwisselingen op zullen leveren: weer iets om vol ongeduld naar uit te kijken.
Proeven en netwerken
/ 0 Reactiesdoor: Sara van der Kooi0 SterrenVan 24 tot en met 27 november vond de dertigste plenaire herfstbijeenkomst van IETM, de Informal European Theatre Meeting, plaats. Een internationale bijeenkomst voor organisaties die zich bezighouden met innovatieve, eigentijdse en grensoverschrijdende podiumkunsten. Ruim zeshonderd culturele managers, producenten, schrijvers, denkers en makers, afkomstig uit zo’n dertig landen, reisden af naar Utrecht voor vier dagen debatteren, werkgroepen en voorstellingen bijwonen, en veel, heel veel netwerken onder het genot van spijs en drank. Naast het overdadige theoretische programma-aanbod bood het artistieke randprogramma Absolute Theatre met eenentwintig dans- en toneelvoorstellingen inzicht in de ontwikkelingen van het hedendaagse Nederlandse theater.
Donderdag 24 november
~
De eerste, This Performance, is een ontregelende voorstelling van David Weber-Krebs. Links vooraan op de verder lege vloer van theater Kikker staan twee kleine witte geluidsboxjes. Hieruit klinkt een vrouwenstem. Ze herhaalt constant de zinsnede “This performance is about to…”, aangevuld met steeds weer andere eigenschappen van de voorstelling. “This performance is about to have a beginning, this performance is about to make a statement, …to create expectations, …to have a discourse, …to pretend truth and sincerity, …to create a legend…” Meer dan een halfuur weet Weber-Krebs de toeschouwer te boeien met het opsommen van informatie over deze zo goed als onzichtbare performance.
Het is fascinerend om te merken hoe zo een voorstelling ontstaat vanuit je verbeelding en inlevingsvermogen. Het licht, dat gedurende voorstelling subtiel verandert, een stuk touw dat aan het grit hangt en zachtjes heen en weer beweegt, de druppels die door een lek in het dak komen en een plas op de grond vormen, het worden bijna acteurs die met elkaar in interactie lijken te zijn. Op het moment dat er dan echt iets gebeurt, slaat dat in als een bom. De oude vrouw die opkomt weet simpelweg met haar uiterlijk al te ontroeren, hoewel wat ze doet niet concreet te duiden is. Het is een nieuwe vorm van Publikumsbeschimpfung die zelfs dit publiek van zeer geoefende theaterbezoekers weet te ontregelen en te verdelen.
Het Gasthuis is tijdens Absolute Theatre met vier producties goed vertegenwoordigd. Toe vader, drink van regisseur Jetse Batelaan is de tweede voorstelling die ik vandaag van het Amsterdamse productiehuis zie. Het is een intieme, tragikomische schets van negentiende-eeuwse fabrieksarbeiders die ten ondergaan aan de gevolgen van drankmisbruik. Maar het is bovenal een onderzoek naar menselijke onmacht.
Het verhaal is lachwekkend eenvoudig. We zien fabrieksarbeiders die hun loon krijgen uitbetaald. Daarna haalt de gluiperige cafébaas, die hen eerder als fabrieksdirecteur hun loon uitkeerde, hen over om nog een borrel te nemen. Maar ja, eentje is geentje en voor ze het weten jagen ze het loon erdoor. Het dochtertje van een van de mannen komt langs om haar vader op te halen. Hij kan, verslaafd als hij is, niet mee. Uiteindelijk sterft het dochtertje aan honger, kou en ziekte.
Dat Toe vader, drink weet te raken komt door de ongelofelijk zorgvuldige uitwerking van spel, tekst en vormgeving. Bijna zonder woorden wordt een beklemmende sfeer gecreëerd waarin schuldgevoelens, overmoed, uitzichtloosheid en kameraadschap elkaar afwisselen. Hoewel de emoties groot worden gespeeld, gebeurt dit toch zo subtiel dat je wel mee moet leven met die arme sloebers die wel anders willen maar niet anders kunnen. Ook deze Gasthuisproductie getuigt daarmee van een bijzondere kijk op het theatrale van een op zichzelf eenvoudig gegeven. Beide regisseurs geven blijk van een vernieuwende en zeer persoonlijke kijk op zowel de vorm als de inhoud van hun onderwerp.
Vrijdag 25 november
Het plotselinge winterweer houdt Nederland in zijn greep als ik de volgende avond naar theatergroep De Nieuw Amsterdam ga kijken. Twee politiek getinte eenakters, Verhoor en Lijfstraf (samengevoegd onder de titel Grondwet) zullen worden ingeleid door dramaturg Caspar Nieuwenhuis en na afloop zal er een debat zijn. Maar de dramaturg komt, verhinderd door de sneeuw, te laat en raffelt snel een verhaaltje over de geschiedenis van de groep af. Hij is duidelijk niet de enige die gehinderd werd door het weer, de zaal zit maar halfvol.
De eerste eenakter, Verhoor, is een tekst van Don Duyns, geregisseerd door Tarkan Köroðlu. Een afgewezen asielzoeker die het land uit wordt gezet weet zijn bewakers met Fortuynistische uitspraken te overtuigen van de noodzaak een politieke partij op te richten, om Nederland weer op het goede Nederlandse pad te krijgen. Verhoor is een nogal kluchtig stuk, met een zo vreemd uitgangspunt dat het de toeschouwer nauwelijks aanzet tot nadenken.
Lijfstraf daarentegen, een tekst van Pieter Hilhorst in regie van Marline Williams, is veel subtieler en meerdimensionaal. Een rector van een middelbare school heeft een lastige Marokkaanse leerling gestraft met de riem. Hij wil zo respect bij de jongen afdwingen, omdat dit in ‘zijn cultuur’ ook zo gebeurt. Het is een mooi genuanceerde vertelling: alle personages worden verscheurd door loyaliteit aan het ‘eigen’ gezichtspunt en begrip voor de ander. Uiteindelijk komt de zus van de jongen als sterkste uit de strijd, wanneer ze haar eigen waarheid weet te vinden tussen begrip en onbegrip voor haar broer en de rector. Deze eenakter, waarin het je als toeschouwer bijna onmogelijk wordt gemaakt om partij te kiezen voor een van de drie personages, biedt op een integere manier inzicht in een complexe situatie.
Het daaropvolgende debat over de beeldvorming van allochtonen in de media komt niet echt van de grond. Waar de ene spreker vindt dat de acceptatie van minderheden kan groeien door de overeenkomsten tussen verschillende bevolkingsgroepen te benadrukken, vinden anderen dat integratie tot stand komt door uitgesproken positieve beeldvorming, in de vorm van rolmodellen. Maar er komt geen echte discussie op gang. De geraffineerde nuance die in de tweede eenakter zo sterk was, maakt dit gesprek juist langdradig en weinig concreet.
Zaterdag 26 november
Vanochtend staat in het teken van het zogenaamde community theatre: theater dat buiten de reguliere kaders wordt gemaakt, veelal samen met mensen die normaliter geen theater maken. Eerst zien we een documentaire over een groep Antwerpse gevangenen en bewakers die onder leiding van regisseuse Lotte van den Berg aan een voorstelling werkt. Het is bewonderenswaardig hoe de gevangenen en bewakers zich blootgeven in een gesloten en vijandige omgeving, en hoe ze zich uiteindelijk overgeven aan de jonge theatermaakster en haar niet alledaagse esthetische opvattingen.
Tijdens het debat dat hierop volgt, gaat het over de sociale en esthetische waarde van deze kunstvorm. Ook nu komt de discussie helaas niet echt op gang. Er is vooral te weinig wil om echt kritisch naar het werk te kijken. Men is het er wel over eens dat community art waardevol is, en kan functioneren als bruggenbouwer tussen afzonderlijke sociale groeperingen. Maar aan de cruciale vraag hoezeer je er als kunstenaar je eigen, persoonlijke stempel op een situatie mag drukken, willen de deelnemers hun vingers niet branden.
Het gesprek wordt beëindigd als een deel van de aanwezigen naar de locatievoorstelling Braakland van Lotte van den Berg gaat. Met bussen worden we naar een industrieterrein gebracht. Het is waterkoud en we zijn blij dat we op en onder paardendekens kunnen zitten.
Vanaf de provisorische tribune kijken we uit over een groot veld, omheind door schuttingen en fabrieksgebouwen. Er ligt een berg zand, er staat een lantaarnpaal en verspreid over de enorme ruimte scharrelen wat menselijke wezens. Ze hebben zo goed als geen onderling contact; ze rommelen allemaal op hun eigen manier rond. Soms komen ze enkel om hun eigen behoeftes te bevredigen samen en dan vermoorden of verkrachten ze elkaar. De lijken worden razendsnel van hun kleren gestript en naakt achtergelaten. De komst van een nieuwelinge in de groep verbreekt het evenwicht, maar deze verstoring blijkt geen uitweg uit de situatie te bieden. Braakland is een harde en rauwe voorstelling over een beangstigende en kille wereld. De desolaatheid van de ruimte wordt benadrukt door de omgevingsgeluiden, afkomstig uit de drukke wereld waar deze mensen uit verstoten lijken. Het is een meedogenloos beeld, maar het brengt bij de toeschouwers wel een sterk gevoel van verbondenheid teweeg.
Die avond bezoek ik de meditatieve voorstelling Wervel die de jonge mimespeelster Boukje Schweigman maakte bij de Veenfabriek. Wervel wordt in het programmaboekje omschreven als een zoektocht naar de eenvoud van het leven. Maar eenvoudig is deze voorstelling niet. De toeschouwers, gekleed in een lang wit gewaad, zitten in een cirkel. De ruimte is afgeschermd met zwarte gordijnen, het is er warm en het ruikt er sterk naar specerijen. In het midden van de cirkel ligt een jonge vrouw. Er klinkt een muzikaal stormgeluid, en als de vrouw eenmaal op haar voeten staat, begint ze langzaam rondjes te draaien. Beetje bij beetje verhoogt ze het tempo, als een derwisj die langzaam in trance komt. Een trance bereikt Schweigman echter niet, ze blijft via kleine veranderingen in haar lichaamshouding en in de omgeving (geluid, geur, decor) invloed uitoefenen op de voorstelling.
Het is als een geheimzinnige bijeenkomst, waarvan elke deelnemer voor zich de betekenis mag bepalen. Minder prettige associaties met rituele dansen, zelfkastijding en natuurrampen vechten om voorrang met vrolijke associaties met de Efteling elfjes en kinderspelletjes. Het publiek wordt meegenomen in een indrukwekkende, sterk zintuiglijke ervaring van iets als een universele levensstroom. En omdat er door de makers geen dwingende betekenis wordt opgelegd, is ook het puur esthetische van de voorstelling een overrompelende ervaring.
Zondag 27 november
De laatste dag staat natuurlijk in het teken van afscheid, maar ook in het teken van jeugdtheater. Nederland heeft internationaal gezien een bijzondere positie op het gebied van theater voor kinderen en jongeren. Het Nederlandse jeugdtheater is, in de woorden van journaliste en dramaturge Marijn van der Jagt die de nabespreking verzorgt, geen veilige haven maar een plek waar moeilijke onderwerpen open en direct kunnen worden behandeld en theatermakers het experiment kunnen aangaan.
Dit blijkt meteen wel in de Voorstelling waarin hopelijk niets gebeurt van Theatergroep Max, een tweede regie van Jetse Batelaan. In deze voorstelling wil hij onderzoeken hoe saai of spannend het kan zijn als er niets gebeurt. Hij doet dit op onnavolgbaar humoristische wijze. We zien een leeg podium met een bewaker die ervoor moet zorgen dat er op het podium niets zal gebeuren. Maar dan komt er ineens een acteur langs die op moet. Omdat hij alleen maar een hele saaie scène moet spelen waarin niets gebeurt, mag hij toch stiekem even op het podium. Maar natuurlijk gebeurt er dan toch weer een heleboel, tot het punt waarop alles compleet in de war raakt. Geniale (woord)vondsten zoals de ‘Gebeurtenissen’ die letterlijk voor de deur staan maken de voorstelling voor jong en oud spannend en grappig.
De laatste voorstelling op mijn lijst is Marie-L, door regisseur Hans van den Boom gemaakt bij jeugdtheatergroep Stella Den Haag. Het is een poëtische muziektheatervertelling over een terminaal ziek dertienjarig meisje in het ziekenhuis. Ze vertelt haar verhaal aan de doodsengel die op haar wacht. Droom en werkelijkheid vloeien door elkaar. De anderen in het ziekenhuis noemen haar ‘Marie-Louise van de frisdrankautomaat’, zegt ze. Deze anderen zijn allemaal op hun eigen manier een beetje vreemd. Zo zijn daar het meisje met de ezel-postkaartenverzameling, de dokter die hondenrassen imiteert en natuurlijk Wessel, de jonge getraumatiseerde soldaat op wie Marie-Louise verliefd wordt. Marie-L is een associatieve voorstelling met meeslepende videobeelden en zang. En hoewel de beelden en de muziek soms bijna kitscherig aandoen, werkt het geheel op je gevoel. Na afloop van de voorstelling worden dan ook vele neuzen gesnoten.
De discussie over het Nederlandse jeugdtheater wordt uitgesteld in verband met het eten. Gelukkig kunnen de deelnemers tijdens het eten zich weer wijden aan het uiteindelijke doel van dit lange weekend: netwerken. Ik fiets naar huis met de gedachte dat zoveel interessante bijeenkomsten en spannende voorstellingen ongetwijfeld ook interessante en spannende uitwisselingen op zullen leveren: weer iets om vol ongeduld naar uit te kijken.
IETM/Absolute theatre
Link: Absolute Theatre
Misschien ook iets voor u
Eng voor kinderen
De boekenserie van De Griezelbus is een bekend begrip onder jonge kinderen. Griezelschrijver Paul van Loon schreef in 1991 het eerste deel, en inmiddels zijn er zes delen verschenen. Zo’n succes moet gevierd worden met een verfilming, zal regisseur Pieter Kuijpers (Van God Los) gedacht hebben. De eerste Griezelbusfilm is gebaseerd op de boeken van Van Loon, en moet jonge lezers naar de bioscoop lokken.
~
Blockbusters
Voor kinderen is het een drukke bioscoopmaand. Eerder al ging het vierde deel van Harry Potter in premiere, iets later dit jaar gaat The Chronicles of Narnia draaien. De Griezelbus is de enige Nederlandse productie, maar kan gemakkelijk concurreren met deze grote blockbusters, op zich een mooie prestatie voor een Nederlandse film. In tegenstelling tot de vaak zoete kinderfilms die hier gemaakt worden is De Griezelbus een spannende griezelfilm.
Efteling
~
Sfeer
De rest van de aankleding van de film is veel minder overdreven. De Griezelbus zelf, die overigens vrij weinig in de film voorkomt, ziet er uit als op de covers van de boeken. Er wordt vrij veel met mist gewerkt, om een spookachtige sfeer op te wekken. In de scènes met Ferluci is de mist zelfs lichtgroen. Het laatste deel van de film speelt zich af in en rond een klein kasteeltje, een element dat natuurlijk niet mag ontbreken in een kinderhorror. De film moet het in het algemeen meer hebben van de acteurs, dan van een echt griezelige omgeving.
Vet
De drie jonge hoofdrolspelers zijn goed gecast. Serge Price speelt een geloofwaardig buitenbeentje, al gaat hem dat beter af als hij niet praat; zijn stem klinkt als die van een zesjarige. Lisa Smit zet Liselore neer als stoer meisje, en Jim van der Panne speelt zijn vervelende rol met verve; Gino is niet om uit te staan, al was het maar om het aantal maal dat hij ‘vet’ roept. De oudere personages zijn meer karikaturen dan mensen van vlees en bloed. Zo is Meester de Vriend een typische sullige leraar met een hart van goud. Let ook nog even op een cameo van Paul van Loon als gitarist.
Voor kinderen die net te jong zijn voor de andere kerstfilms, is De Griezelbus het perfecte uitje. Het jonge publiek stoort zich niet aan dingen als een vriescel met tralies en aan een overduidelijk nep monster als ‘Paultje’. Ook alle Griezelbuslezers moeten deze film gaan zien. Alle anderen kunnen beter een zaal verder gaan zitten.
De Griezelbus
Regie: Pieter KuijpersJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Hannah Arendt en het probleem van het kwaad
De Duits-Joodse filosofe Hannah Arendt ging de problemen van haar tijd op eigenzinnige en krachtdadige wijze te lijf en was wars van dogma’s en systemen. Haar vele boeken en beschouwingen gaan op een lucide wijze in op concrete, vaak politieke vraagstukken. Dertig jaar na haar dood hebben haar inzichten nog nauwelijks aan relevantie ingeboet.
Abstracties interesseerden Arendt niet. Ze hield zich weliswaar bezig met grote vraagstukken als ‘het kwaad’, dat ze als het fundamentele probleem van de twintigste eeuw zag, maar ze deed dit altijd vanuit een concreet vertrekpunt. Deze houding komt goed naar voren in de eindelijk in het Nederlands vertaalde biografie Hannah Arendt: For love of the World van Elisabeth Young-Bruehl. Het is een uitstekende biografie die zowel recht doet aan Arendts veelbewogen leven, als aan haar dwarse en vaak aanstootgevende werk. Young-Bruehl houdt precies genoeg afstand tot haar onderwerp, waardoor ze weet te ontsnappen aan de belerende en psychologiserende toon die biografieën zo vaak ontsiert.
Talent voor vriendschap
Hoewel Arendt een lichtgeraakt en ongeduldig karakter had, had ze in de woorden van Hans Jonas “een talent voor vriendschap”. Ze onderhield nauwe contacten met belangrijke schrijvers en denkers als Hermann Broch, Walter Benjamin en Karl Jaspers en had verder vrienden van allerlei pluimage met wie ze uitgebreid correspondeerde. Young-Bruehl weet hun verhalen op een ingetogen wijze met het levensverhaal van Arendt te vermengen, zonder daarbij sensatiebelust te worden. Uit haar biografie wordt ook duidelijk hoe groot de invloed is geweest van Arendts echtgenoot Heinrich Blücher. Hij was een autodidact met een scherpe geest die vele gesprekken met Arendt voerde over haar boek The Origins of Totalitarianism (1951). Hij was ook degene die als eerste nadacht over het kwaad als ‘een oppervlakkig fenomeen’, waarmee hij Arendt inspireerde tot haar invloedrijke ideeën over de banaliteit van het kwaad.
Het totalitarisme
In 1943 hoorde Hannah Arendt (die inmiddels al geruime tijd in het veilige Amerika woonde) voor het eerst geruchten over gevangenkampen waarin Joden massaal werden opgesloten en mishandeld. Ondanks dat ze de omvang en de gruwelijkheid van deze kampen op dat moment nog niet kon bevroeden, besefte ze dat zich hier een radicaal, nieuw soort kwaad manifesteerde. Dit schokkende inzicht vormde de directe aanleiding voor The Origins of Totalitarianism, waarvan het derde en laatste deel onlangs in vertaling verscheen onder de titel Totalitarisme. In deze belangwekkende en uiterst leesbare studie scheidt Arendt het totalitarisme van alle andere repressieve systemen, zoals de dictatuur, de tirannie of het despotisme. Het totalitarisme is volgens haar de enige staatsvorm die er systematisch op uit is om de mens te beroven van elke vorm van menselijkheid. Met deze staatsvorm is volgens haar het radicale kwaad verbonden, dat zich bij uitstek manifesteerde in de kampen. Dit kwaad is niet langer een middel tot een bepaald politiek, ideologisch of economisch doel (het staat daar in veel gevallen zelfs haaks op), maar is enkel uit op ontmenselijking. Wie iets wil begrijpen van totalitaire systemen kan niet om Arendt heen, ze schrijft met groot inzicht en komt tot verassende conclusies die niet per definitie juist zijn, maar wel een zinvol nieuw perspectief bieden.
Controverse
In het onlangs in herdruk verschenen Eichmann in Jeruzalem: De banaliteit van het kwaad benadert Arendt de problematiek van het totalitarisme en het kwaad vanuit het perspectief van de in 1961 begonnen rechtszaak tegen een enkel individu: Adolf Eichmann. Ze was bij dit beladen mediaspektakel aanwezig als verslaggever van het Amerikaanse tijdschrift The New Yorker. Haar reportages verschenen in 1963 in vijf delen in The New Yorker en brachten een ongekend protest teweeg. Arendt werd verweten dat ze geen ‘ziel’ had en zelfs haar vrienden keerden zich tegen haar. Het waren vooral de joden die zich gekwetst voelden door Arendts reportages. Niet alleen vanwege haar kritiek op de Joodse Raden en op de staat Israël, maar vooral vanwege de emotieloze manier waarop ze deze kritiek formuleerde. Young-Bruehl vertelt dat de controverse zo bekend werd dat er een Duitse bloemlezing over verscheen, die kortweg Die Kontroverse heette.
Bureaucratische mentaliteit
Het meest gevoelig lag Arendts idee van de banaliteit van het kwaad, dat in de discussie eindeloos herhaald en uit z’n verband gerukt werd. Tijdens de rechtszaak raakte Arendt er steeds meer van overtuigd dat Eichmann niet als een demonisch monster gezien moest worden, zoals de aanklager niet naliet te benadrukken, maar als een normale zij het ietwat fantasieloze ambtenaar. In het Voorbericht zegt ze hierover:
Young-Bruehl vertelt dat Arendt aanvankelijk grote moeite had met haar eigen bevindingen dat Eichmann in feite een ‘normaal’ mens was en geen monster; deze ongebruikelijke conclusie trekt ze dan ook niet zomaar. Arendt gaat heel genuanceerd te werk. Ze gaat uitgebreid in op de rechtszaak zelf, Eichmanns bureaucratische mentaliteit en het politieke klimaat tijdens de regering van Hitler. Ze laat zien dat er bij Eichmann (en vele andere Nazi’s) in het geheel geen sprake was van persoonlijke haat tegen de joden. Hij was iemand zonder ideologie, een echt massamens. Met dit verschil dat hij medeverantwoordelijk was voor miljoenen doden; niet door zijn demonische aanleg of zijn kwaadaardige natuur, maar door zijn ijver en zijn onvermogen om goed en kwaad van elkaar te onderscheiden.
Eichmann in Jeruzalem is een belangrijk, maar ook genadeloos boek. Arendt doet een zinvolle poging om op een eerlijke en niets verhullende wijze de problematiek van het kwaad te bespreken. Het is haar verdienste geweest dat ze de moeilijkheden niet uit de weg is gegaan, maar haar visie op de zaak zonder terughoudendheid uiteenzette. Haar huiveringwekkende conclusies zijn wellicht onaangenaam en emotieloos, maar ze roepen wel cruciale vragen op die niet zomaar van tafel geveegd kunnen worden.
Hannah Arendt • Totalitarisme • Uitgever: Boom • Prijs: € 39,90 • 440 bladzijden • ISBN: 90-8506-876-4
Hannah Arendt • Eichmann in Jeruzalem • Uitgever: Atlas • Prijs: € 24,90 • 448 bladzijden • ISBN: 90-450-0457-7
Elisabeth Young-Bruehl • Hannah Arendt: Een biografie • Uitgever: Atlas • Prijs: € 39,90 • 702 bladzijden • ISBN: 90-450-1145-X
Peter Venmans • De ontdekking van de wereld: Over Hannah Arendt • Uitgever: Atlas • 300 bladzijden • Prijs: € 19,90 • ISBN: 90-450-0658-8
Misschien ook iets voor u
Wilco heeft het live-pathos gevonden
De Amerikaanse band Wilco stond nooit bekend om haar geweldige concertreputatie. Met het vertrek van onruststoker Jay Bennett lijkt er echter een nieuwe harmonie in de band te zijn gevaren die haar live tot grote hoogte stuwt, zo kunnen we horen op de live-registratie Kicking Television.
Eigenlijk mogen we Wilco al lang niet meer tot de Americana-stroming rekenen waar het uit voortkwam. Wilco is een spin-off van Uncle Tupelo, waar Wilco-voorman Jeff Tweedy deel van uit maakte. Bij Uncle Tupelo floreerden nog de banjo’s en mandolines, waarmee het de grote verkenner was van de No-depression beweging (vernoemd naar het debuutalbum), maar Wilco is zich steeds meer in richting van middle of the road gaan bewegen.
Van Americana naar popmuziek
~
Gepaste pathos
De plaat opent met Misunderstood van Being there en daarmee hebben we het wat betreft hun eerste twee albums en hun roots wel gehad. De rest van de setlist bestaat voornamelijk uit nummers van de laatste twee albums, Yankee hotel foxtrot en A ghost is born. Veel nummers van A ghost is born hebben baat gehad bij hun live-transformatie. Bijvoorbeeld het breed uitgesponnen Spiders (kidsmoke), dat met de surrealistische tekst nu ook een gepast ronkende live-uitvoering heeft gekregen. Nu blijkt ook hoe goed de muziek van Wilco is en dat deze live ook blijft staan. Hell is chrome, At least that’s what you said en Company in my back kunnen ongetwijfeld uitgroeien tot klassiekers in het pop-idioom.
Het laatste nummer Comment (if all men are truly brothers) is een tranentrekker van funkman Charles Wright waarmee Tweedy – met een bestorven glimlach, zie ik voor me – de show afsluit. Ook met het pathos zit het dus wel goed. Laat je niet misleiden door het geflirt met de popmuziek: Wilco is één van de beste bands van het moment.
Wilco
Album: Kicking TelevisionLink: Nonesuch Records
Misschien ook iets voor u
Hebbe, hebbe, hebbe
/ 0 Reactiesdoor: Charissa van der Vlies / beeld: Nanco Dolman 0 SterrenKinderen zijn niet toegelaten en “hebbe, hebbe, hebbe” is er niet bij. Geen kleuter-consumptiefestijn, maar een streng Sinterklaaswaardig gala waar deugden en ondeugden aan de kaak worden gesteld, waar straf aan de orde van de avond is en waar cadeautjes alleen verdiend kunnen worden. AT5 en Toneelgroep Amsterdam organiseerden op sinterklaasavond samen met de Stadsschouwburg van Amsterdam een volwassen Sinterklaasgala met als thema ‘hebzucht’.
~
Zelfonderzoek
In de zaal worden we ontvangen door Thomas van Luyn (Kopspijkers, Mike & Thomas Show). Hij waarschuwt ons dat het geen plezierige avond wordt, maar een avond van zelfonderzoek. Hoe gedraagt iedereen zich? Welgemanierd of laat men zijn ware gezicht zien? Is het pakken wat je pakken kan? En wie-oh-wie verdwijnt er in de zak? Op allerlei speelse en serieuze manieren wordt hebzucht aan de orde gesteld.
Gehuld in duisternis
~
Ratten en heiligen
Daarna is het woord aan managementdenker Joep Schrijvers. Hij stelt ons de vraag hoe het met ons talent voor kwaadaardigheid gesteld is. Hij heeft hiervoor in zijn managementboek Hoe word ik een rat? de Zwarte Pieten test opgezet, waaruit blijkt of je valt in de categorie ‘Type Innocentia’, ‘Strijdende Rat’ of ‘Gore Rat’. Een (dronken?) vrouw begint luidkeels commentaar te leveren. Over dat het te lang duurt, dat het verhaal te lang en ongepast is, dat ze andere liedjes wil zingen, et cetera. Ze is ronduit irritant, maar dat sluit goed aan bij de bui van Sinterklaas.
Aftandse bonbondoos
~
De Zwarte Pieten Award
Eén van de hoogtepunten van het gala is de uitreiking van De Zwarte Pieten Award 2005. Wie heeft de regels aan zijn laars gelapt en ging er vandoor met de buit? Sinterklaas reikt de “Zwarte Piet” uit aan de grootste boef van het afgelopen jaar. Dit keer is dat Talpa-coryfee Jack Spijkerman. Spijkerman bleef zijn medegenomineerden Gonny van Oudenallen, Frits Huffnagel, Sjoerd Kooistra en Jort Kelder ruim voor. De Amsterdammer Spijkerman mag zich met de Zwarte Pieten Award 365 dagen lang ‘graaier van het jaar’ noemen. Hij verruilde deze zomer de VARA voor Talpa in ruil voor veel geld en eigen producties. Met een live-telefoonverbinding accepteert Spijkerman nederig zijn prijs: hij vertelt erg zijn best te hebben gedaan voor de prijs en er trots op te zijn.
Spelelementen
~
De Grande Finale
~
Warmte
Na afloop is er een feest met DJ Phil en DJ Clyde en zo wordt de avond sfeervol afgesloten. Het gala zelf was alleen niet zo sfeervol als verwacht. Daar was het te druk voor en waren er al snel te veel mensen in een vervelende (niet de gezellige) dronken toestand. De voorspelde blinde hebzucht sloeg ook toe, en het was duwen en trekken geblazen om aan de beurt te komen bij de spelen. Ook rustig een drankje bestellen was er niet bij, dit bleek een vechtspel en een uitdaging op zich. Er was weinig sprake van gezellig samenzijn en welbehagen. Een scheldende Sint bevordert de sfeer ook niet echt, maar het meest vervelende was toch wel de slordige organisatie. De ontvangst liep niet gesmeerd, alles liep uit en een groep mensen werd bij binnenkomst afgeblaft door een medewerkster omdat zij te vroeg de zaal binnen gingen. Dit terwijl de pieten bij de trap hen gewoon welkom heetten. Het Sinterklaasgala is een leuk idee, maar het had toch wat vriendelijker, gemoedelijker en gewoon warmer gekund.
Eerste Amsterdamse Sinterklaasgala voor Volwassenen
Misschien ook iets voor u
Nederpop van eredivisieniveau
.
~
Road Apple
Road Apple, waarvan de titel refereert aan een Pogues-citaat, is verschenen op het My First Sonny Weismuller Records label van Konkurrent-baas Aldo Perotti, waar Whipster in goed gezelschap vertoeft van bands als Lawn , Travoltas, The Gasoline Brothers (waarvan debuutalbum ‘Hm!‘ in januari 2006 verschijnt) en Club Diana. De productie van Road Apple komt voor rekening van producer Edwin Pot (die samen met Heddema in Dandruff speelde!!).
De zang van Peter van der Heide klinkt nog altijd als een mix van Tom Petty en Mark Knopfler; net geen zingen, net geen praten. Pluspunt: Dagblad van het Noorden-recensent Van der Heide mag dan geen groot zanger zijn, hij pretendeert het ook niet. De gastvocalen komen dit keer gelukkig iets minder prominent naar voren dan op Strange; een kwestie van een betere afstelling in de eindmix.
De muziek: dromerige, melancholieke indie met americana invloeden (zie ook Audiotransparent); grote spanningsbogen zonder climax, trage voortslepende melodielijnen met in de gitaren nog steeds veel reverb en feedback. The Shadows, Calexico en ook Yo la Tengo zijn nooit ver weg. Het album bevat op steelgitaar een gastbijdrage van ex-Urban Dance Squad-gitarist René van Barneveld, terwijl ook vaste gastgitarist Rudy Lentze weer van de partij is. Live zal het drietal worden aangevuld door gitarist Arjan Grooten, mede verantwoordelijk voor het artwork van de cd.
in de categorie ‘Beste Nederlandse album 2005’
Feitelijk trekt Whipster op Road Apple de lijn door die op het debuut werd ingezet. Met de aantekening dat de inktzwarte gevoelens van onmacht, depressie en verstikkende apathie van weleer hebben plaatsgemaakt voor hoop, vertrouwen, troost en empathie. Wat mij betreft een serieuze kanshebber in de categorie ‘Beste Nederlandse album van 2005’. Erg mooie plaat!!
Whipster
Album: Road AppleMisschien ook iets voor u
Verhaal in verhaal in verhaal…
Huub Beurskens is een specialist op het gebied van het geschreven woord. Hij studeerde aan de kunstacademie in Tilburg en heeft tijdschriften geredigeerd, verhalen geschreven, boeken vertaald en veel poëzie gepubliceerd. Met zijn nieuwste roman Albinoziel lijkt hij deze veelzijdigheid op een nieuwe manier tot uiting te willen laten komen. Albinoziel is een poëtische roman vol diepe gedachten, en om het de lezer iets moeilijker te maken wordt ook nog eens uitvoerig gebruik gemaakt van het Droste-effect.
Een kunsthistoricus krijgt op een dag een telefoontje van zijn moeder, die hem vertelt dat hij gezocht wordt door een verre nicht. Wanneer hij de vrouw in kwestie over de telefoon te pakken krijgt, begint ze over een manuscript van háár moeder, een dame die op vierenzeventigjarige leeftijd in Zwitserland overleed. De kunstkenner wordt gevraagd om naar Zwitserland te reizen, het manuscript (genaamd Tedere albinoziel) te lezen en zijn oordeel te vellen. Alleen al voor dit reisje is de vrouw bereid flink te betalen. Omdat dit aanbod té goed klinkt om waar te zijn, wordt de ik-persoon al snel wantrouwig. Iemand lijkt zich achter het manuscript te verschuilen, maar om erachter te komen hoe de vork in de steel zit zal hij toch echt naar Zwitserland moeten gaan.
Poezie in roman
~
Middels Albinoziel lijkt Beurskens een filosofische gedachte (die hem al tijden dwarszit) te willen concretiseren. Hij stelt dat sommige liefdes onmogelijk zijn door tijd; tijd kan het enige zijn dat tussen jou en eeuwige liefde in staat. Beurkens gaat er dus vanuit dat sommige mensen een eeuw te vroeg of te laat geboren zijn en daardoor nooit hun eeuwige liefde in hun armen zullen kunnen sluiten. Met behulp van deze gedachte creëert Beurkens een zwaarmoedige wereld waarin elke windvlaag meer dan een windvlaag is.
Zwaar
Dat Huub Beurskens in zijn leven veel met gedichten bezig is geweest, is na het lezen van Albinoziel meer dan duidelijk. Elk woord is een metafoor, net als de zin waar de metafoor in staat. Beurkens lijkt door symboliek en beeldspraak zijn filosofie te benadrukken, al heeft dit dikwijls een averechts effect. Albinoziel is dan ook lang niet altijd even duidelijk en de toelichtingen die de lezer na het manuscript Tedere Albinoziel krijgt, zijn van zeer groot belang. De roman is filosofisch, poëtisch en, mede door het veelvuldig gebruik van het Droste-effect, soms onduidelijk.
Prijs: 16,50 (gekartonneerd)
Bladzijden: 127
ISBN: 9045013940
Misschien ook iets voor u
De maffia op z’n best
Theatergroep De Ploeg bestaat uit de NUHR-mannen Viggo Waas, Joep van Deudekom en Peter Heerschop en de acteurs Han Römer, Titus Tiel Groenesteege en Genio de Groot. Voor hun nieuwste voorstelling worden ze bijgestaan door nog eens drie gastacteurs: Lies Visschedijk, Marisa van Eyle en Najib Amhali. Vendetta is een voorstelling waarin alles klopt: een mooi decor, goed afgestemde muziek, enthousiaste acteurs en een grappig verhaal. En dat het hier en daar een beetje flauw is… ach, het zij ze vergeven.
~
Flauw
Een van de vijanden van de familie Calderone is Mo de Turk, gespeeld door Najib Amhali. Een vreemde toevoeging bij het verhaal, want waarom moest het juist een Turk zijn? Met de acteerkwaliteiten van Amhali had hij net zo makkelijk een Italiaanse gangstervijand kunnen spelen. Dan was het stuk lekker Italiaans gebleven en het had een hoop platte grappen over ‘de mensen in het rifgebergte’ en flauwe woordspelingen (Mode Turk) bespaard.
Niet alleen de grappen over Mo de Turk zijn flauw, er zijn er veel meer. Een maffiavrouw krijgt een bosje bloemen dat ontploft: klaprozen. Bij het bed van de Don roept zijn vrouw: “Jongens waar is Don z’n dekbed?” Maar eerlijk is eerlijk: er zitten zo veel – ook goede – grappen in het stuk, dat er aan flauwe haast niet te ontkomen is. Het grapgehalte is zo hoog, dat je het niet eens allemaal kunt volgen, of dat je de grap soms pas enkele minuten later als zodanig herkent.
Hit
~
Mooi geheel
Het immense decor, met ponykadavers zo echt dat je ze bijna ruikt, de prachtige muziek en natuurlijk de acteurs – die op bepaalde momenten zo goed synchroon spelen dat het een dans wordt – maken Vendetta tot een heerlijke show in Italiaanse sferen. De gastacteurs zijn erg goed, vooral Van Eyle weet in haar moederrol fantastisch te balanceren op grens tussen absurditeit en geloofwaardigheid. Je ziet dat er met plezier aan deze voorstelling is gewerkt en dat alles goed op elkaar is afgestemd. En daarmee is Vendetta wederom een Ploeg-stuk waar het enthousiasme vanaf knalt, dit keer ook letterlijk.
Deze voorstelling is nog te zien tot en met 17 april 2006. Kijk hier voor een actuele speellijst.
Vendetta, De Godvader deel IV (De Ploeg)
Artiest: De PloegGezien op woensdag 30 november 2005 in De Stadsschouwburg, Utrecht
Link: Bos Theaterproducties
Misschien ook iets voor u
Hilarische georganiseerde chaos
Rooyackers, Kamps & Kamps komen dit jaar al weer met hun vierde cabaretprogramma, logisch genaamd 4. Wederom brengen zij een zeer eigen en verrassende show. De programma’s van dit trio worden getypeerd als zapcabaret, en ook in dit stuk wordt er weer razendsnel geswitcht tussen verschillende scènes. 4 heeft een duidelijk filmisch karakter, compleet met flashbacks en een opzwepende soundtrack. Het geheel kijkt als een roadmovie, waarin drie vrienden vluchten voor de wet en onderweg doldwaze avonturen meemaken.
~
Op de vlucht
De show wordt afgetrapt met een westerndeuntje en een cowboy die met een plat Texaans aankondigt: “three boys are running from the law…”. De jongens zijn op de vlucht omdat ze ongewenst grappen maken, en daarmee is de toon gezet. De mannen kozen als vluchtauto een geinig, piepklein wit autootje waar ze maar net met z’n drieën in passen. Onderweg komt het komische trio langs fastfood drivethroughs met een onverstaanbare bediening, drive-in theaters (met animatieteam Hummelinck en Stuurman) en de Japanse hooglanden (Essence of Cabaret met Mr. Miyaki). Ook doen ze een gewaagde fotoshoot, komt één van de mannen uit de kast en belanden ze in nog veel meer grappige en schaamtevolle situaties.
Angst
~
De top
Rooyackers, Kamps & Kamps bewijzen met 4 dat ze aardig op weg zijn naar de top van het Nederlands cabaret. Ze munten uit in grappige vondsten en zwarte humor. 4 is een lekkere melige en luchtige show, zonder politieke of maatschappelijke lading. De mannen brengen niet meer of minder dan een avond vol speelplezier, flair, chemie – met elkaar en het publiek – en droge aanstekelijke humor. Ze hebben een goede timing, houden de vaart erin en vervelen geen seconde. Kortom een hilarische georganiseerde chaos.
De voorstelling is nog te zien tot en met 20 mei 2006. Kijk hier voor een uitgebreide speellijst.
4 (Rooyackers, Kamps en Kamps)
Artiest: Rooyackers, Kamps en KampsGezien op maandag 28 november 2005 in De Kleine Komedie, Amsterdam
Link: Hummelinck Stuurman
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Oude bekenden in een nieuw jasje
/ 0 Reactiesdoor: Mariëlla Pichotte0 SterrenVoor de negende keer alweer is Hollandse Nieuwe in Amsterdam aangekomen. Het is met dit driedaagse festival net als met haring. Je kent het, je maar bent toch ieder jaar weer benieuwd hoe het dit jaar zal smaken en er uit zal zien.
~
Nieuw dit jaar was de gelegenheid voor acht makers om hun eigen materiaal aan het publiek te laten zien. In deze allereerste try-outvorm lieten ze in twintig minuten een deel van hun komende (solo)voorstelling zien. Zo’n korte voorstelling werd samen met de proefvoorstelling van een andere theatermaker samengevoegd tot een drie kwartier durend duo-optreden. Ibrahim Selman en Roger Goudsmit waren een van de combinaties.
De Michael Jackson van Delfzijl
Als een moderne sprookjesverteller vertelt Roger Goudsmit in De Michael Jackson van Delfzijl een verhaal met als ingrediënten het gerecht rendang, een Afrikaanse militair en een Indonesische prinses – de geschiedenis van zijn oma en opa. Hij vult dit aan met wat Indo-rock en bewerkte nummers van Michael Jackson. Het handjevol aanwezige publiek herkent veel in de anekdotes over luidruchtige familieleden en een zingende tante met een gitaar op een feest. Hoe hij aan de titel komt, wordt ook duidelijk. Terwijl zijn vrienden op straat met electric boogie en breakdance bezig waren, liep hij soepel als Jackson door Delfzijl. De introductie smaakt door de vele herkenningspunten naar meer. Je wilt weten hoe het sprookje afloopt. Is er een nog-lang-en-gelukkig eind?
Saddam Hussein en ik
Net als Goudsmit was het voor Ibrahim Selman de eerste keer dat hij zijn nieuwe stuk voor een publiek presenteerde. Geboren in het Iraakse Koerdistan beheerste dictator Saddam jarenlang zijn leven. In zijn stuk Saddam Hussein en ik probeert hij zich op een grappige manier in de persoon Saddam te verdiepen. Hij wisselt daarbij het relaas van zijn ervaringen af met optredens van de dictator. Maar de voorstelling lijkt maar niet van de grond te komen. Het doet denken aan een oom die op een feest een verhaal probeert te vertellen, maar steeds vergeet een stuk te vertellen, waardoor hij het verhaal telkens even stil moet leggen. Het gevolg is een langdradig geheel, waar maar geen eind aan lijkt te komen. Gelukkig is het verhaal nog in een bewerkingsproces en kan het alleen maar beter worden.
Het Perron
Zoals tijdens de voorgaande jaren werden ook dit jaar de teksten van de schrijvers in geënsceneerde readings gepresenteerd: met de tekst in de hand gaven acteurs in 45 minuten invulling aan de tekst. Zo ook in Het Perron. Conform de onwrikbare Bollywoodwetten gaat Het Perron over liefde en verlangen. In het stuk lopen twee liefdesverhalen parallel aan elkaar. Het verhaal van het zilveren echtpaar Varun en Sanji speelt zich lang geleden in India af, het verhaal van Dylan en Sanjana in het hier en nu. Tussen de regels door blijkt dat de zielen van het echtpaar dezelfde zijn als die van Dylan en Sanjana. En dat de liefde tussen de twee zielen begon voor een kerkje in oorlogstijd. Een mooie vondst is dat de twee liefdesverhalen door de taal uit elkaar worden gehouden. Het verhaal in India is in het Engels, Dylan en Sanjani, die elkaar uiteindelijk op het perron vinden, spreken Nederlands.
Prijsuitreiking
Iedere avond werd afgesloten met een aflevering uit de Hollandse Nieuwe soap, die zich dit jaar afspeelt in het taxibedrijf van de familie Weltevreden. Tijdens de laatste aflevering werden de winnaars van de publieks- en juryprijs bekend gemaakt. Na iedere voorstelling kon het publiek door een scheur in een stemkaart een cijfer geven. De Hollandse Nieuwe Publieksprijs ging naar Patat Speciaal van schrijfster Merel Bruning. De twee stevige jongens Leo en Frank uit de bouw stoppen op weg naar huis nog even bij de kleine dorpssnackbar van Ahmed. De mannen mogen echter niet weg voordat duidelijk is wat er aan de hand is. Ahmed bevindt zich in een tragische situatie waaraan hij perse nog iets wil doen. De voorkeur van de jury ging uit naar Addergebroed. Schrijfster Eva Keuris kreeg de Hollandse Nieuwe Toneelschrijfprijs. Haar stuk gaat over twee zussen in het Gooi die verwend en blasé zijn. Samen beleven ze ‘Nine Eleven’, de dag dat twee vliegtuigen in het WTC-gebouw vliegen. De jury koos het stuk vanwege de invalshoek. Het stuk is daarin zo universeel, dat de zussen net zo goed in de Bijlmer kunnen wonen.
Cosmic Award
De gasthoofdrol in de Hollandse Nieuwe soap is zaterdag weggelegd voor de burgervader van Amsterdam, Job Cohen. Onderweg naar de prijsuitreiking van de Cosmic Award – de jaarlijkse uitgereikte prijs van het interculturele platform Cosmic Theatre – komt hij het taxibedrijf van de Weltevredens binnenlopen. Wanneer Kenneth Herdigein op het toneel verschijnt, gaat alles opeens in een stroomversnelling. Cohen opent zijn koffertje en haalt zijn ambtsketting eruit. Bij het publiek heerst er even verwarring. Zou hij Herdigein de ketting omhangen? Maar nee, met zijn eigen ketting om de nek overhandigt hij na een lange speech de Cosmic Award aan de winnaar, Kenneth Herdigein. De Cosmic Award wordt ieder jaar uitgereikt aan een kunstenaar van niet-Nederlandse afkomst. Najib Amhali, Jörgen Rayman en Jetty Mathurin gingen Herdigein al voor. Als alle officiële handelingen zijn afgehandeld is het tijd voor een groepsfoto. Maar met zo’n grote familie als de familie Weltevreden heeft het nog wel even wat voeten in de aarde voordat iedereen er goed en wel opstaat. Net als de jaren ervoor werd ook dit jaar afgesloten met een disco en een feest. Voor het vervolg op de avonturen in de soap moeten we weer een jaar wachten.
Hollandse Nieuwe 9
Link: Cosmic Theatre
Misschien ook iets voor u