Theater / Reportage
special: SPRING 2019

Van het plein tot de schouwburg : SPRING 2019

Vaste bezoekers van het SPRING Festival weten waar ze in de middag moeten zijn. Nog niet in de theaters, maar op de terrassen van de binnenstad. 8WEEKLY nam een drankje op het Neude en zag daar een performance die nog lang in het geheugen blijft hangen. En dat op een dag met genderfluïde R-Kelly musicals in Theater Kikker en wild dansend publiek op het podium van de Schouwburg.

Er is inmiddels al veel gebeurd, daar op het Neude. Wie herinnert zich nog het standbeeld waar GeenStijl vorig jaar zo boos over werd? Of de Grindr-installatie waar Dries Verhoeven pannenkoeken bakte met lokale dating-appers? Volgens de SPRING-website moest ik hier zijn voor Zora Snake, de Kameroense theatermaker die met zijn performance Transfrontalier door de binnenstad trekt.

Zora Snake – Transfrontalier

Foto: Anna van Kooij

Even aarzelde ik of ik wel goed zat. Er staat ook dit jaar een grote installatie – Ephemeral Data – maar waar is Zora Snake? Vlak voor de cafés verzamelt een groepje toeschouwers zich, terwijl Snake op een sober kleedje zich rustig uitkleedt. In roze onderbroek bindt hij prikkeldraad om zijn lichaam, en loopt vervolgens naar het terrasjesvolk. Hij schreeuwt, maar wordt niet geholpen. Free For All luiden de borden die zijn medelopers dragen, maar er wordt weggekeken.

Hetzelfde gebeurt als hij met ons door de straten van Utrecht loopt. Er wordt verbaasd omgekeken, een dame komt zelfs geschrokken haar winkel uit, maar Snake wordt angstvallig met rust gelaten. Er is waarschijnlijk een bewustzijn dat dit een performance is, maar het effect is er niet minder om. Snake positioneert zichzelf als een persoon in nood waar niet naar omgekeken wordt, en confronteert het publiek om hen heen met de eigen wegkijkende houding.

‘Snake zet nog harder in op confrontatie’

Eenmaal aangekomen op de Ganzenmarkt zien we een plein vol kledingstukken, en een leeg, door hekken omringd vierkant in het midden. Snake zet hier nog harder in op confrontatie. Terwijl hij om het vierkant heen danst en het tevergeefs probeert te trotseren, hoort het plein de xenofobe retoriek van Geert Wilders, Marine Le Pen, Thierry Baudet en Klaas Dijkhoff. Fort Europa is een leeg, ommuurd vierkant in het midden van een plein vol verloren kleding van degenen die niet binnengelaten worden. Ondertussen horen we hoe de beeldvorming van migranten bepaald wordt door rijke Westerse mannen en vrouwen die een zondebok nodig hebben.

De kracht van Transfrontalier schuilt in de compromisloosheid van de performance. Snake gaat in het hart van een stad staan en confronteert nietsvermoedende voorbijgangers met de xenofobie van het Westerse immigratiebeleid. En: met hun luxepositie om daar niet aan te denken. Tegen het eind van de performance slaagt hij erin om Fort Europa te betreden, om vervolgens te ontdekken dat dat net zo goed een gevangenis is. Dan gooit hij de hekken om en benadrukt de gedeelde menselijkheid met zijn publiek. Hij omhelst ze, danst met ze, en benadrukt daarmee nog eens dat de benarde positie van migranten ons allen aangaat.

Vincent Riebeek – One of a kind

Foto: Thomas Lenden

We maken een draai van 180 graden: van de oprechtheid van Transfrontalier naar de ironie van One of a kind, de nieuwe performance van Vincent Riebeek. Riebeek componeert een ‘uniek’ kunstwerk uit toegeëigend materiaal – van Stravinsky’s Sacre du Printemps tot Rupaul’s Drag Race – en verbindt dat aan queer identiteit. De performance en de wezens die erin voorkomen voldoen allemaal aan hetzelfde principe. Uit bestaande culturele referenties bouwen ze een eigen identiteit op, die voortdurend kan veranderen.

We zien een naakte man met een babymasker uit het achterwerk van een andere performer verschijnen. Hoeveel tinten groen zou een baby zien, wordt ons gevraagd, als hij nog niet weet wat ‘groen’ is? Het onderstreept dat we allemaal een web van referenties nodig hebben om onze omgeving te begrijpen.

Twee performers – met mannelijke lichamen, lang haar en vrouwelijke maskers – dringen ons aan om te stoppen met het toe-eigenen van gay cultuur. Woorden als ‘queen’, ‘bitch’ of ‘Cate Blanchett’ mogen alleen gebruikt worden door homo’s. Dat die woorden weer zijn gestolen van zwarte vrouwen maakt niet uit: die hebben het immers weer gestolen van homoseksuele zwarte mannen. En dan blijkt dat deze hele passage ook is toegeëigend. De tekst is letterlijk overgenomen van een Funny or Die YouTube-filmpje.

‘Riebeek geeft een dubbelzinnige blik op toe-eigening’

De absurditeit van toe-eigening in dit fragment wordt gecontrasteerd door een latere scène, waarin Neil Patrick Harris’ openingsnummer van de 65e Tony Awards – It’s not Just For Gays Anymore – wordt geparodieerd. In dit nadrukkelijk campy nummer doet Harris een beroep op hetero’s om musicals te omarmen. Ironisch, maar tegelijkertijd ook een slimme pr-stunt van Broadway-producenten om een breder publiek aan te spreken. Waar Harris eindeloos veel hetero-beroemdheden in de zaal vindt, gaat het de zangers van deze versie minder goed af. Krioelend door het publiek proberen ze bijna tevergeefs heteroseksuele toeschouwers te vinden.

Het hoogtepunt van One of a kind wordt bewaard voor het einde. De twee vrouwen en twee mannen in het gezelschap hebben inmiddels alle maskers en pruiken afgedaan, en re-enacten een re-enactment van R-Kelly’s affaire. Daar is een heuse Rupaul-musical van gemaakt, die hier fanatiek nagespeeld en geplaybackt wordt. Met vrouwen in de mannenrollen en vice versa. Zo geeft Riebeek een dubbelzinnige blik op toe-eigening van queer cultuur. Enerzijds wordt erkend dat toe-eigening problematisch is. Anderzijds viert One of a kind toe-eigening door er zelf een aantal schepjes bovenop te doen. En zo ontstaat er inderdaad een uniek kunstwerk.

Dancenorth, Lucy Guerin Inc. & Semyawa – Attractor

Foto: Anna van Kooij

Attractor opende donderdag 16 mei deze editie van het SPRING Festival. Deze voorstelling is een samenwerking tussen twee vooraanstaande dansgezelschappen uit Australië– Lucy Guerin Inc. en Dancenorth – en het Indonesische muzikantengezelschap Senyawa. Een interessant gegeven, deze mengeling van genres en culturen, maar de uitwerking is minder indrukwekkend dan verwacht.

We zien een herhalend patroon. Semyawa opent met zang en muziek, en vervolgens geven de dansers daar een choreografische invulling aan. De voorstelling beweegt toe naar een staat van trance, zo is ons van tevoren verteld, maar het eerste gedeelte blijft daar te gelikt voor. De krachtige elektronische klanken van Semyawa spreken tot de verbeelding, de technische virtuositeit van Lucy Guerin Inc. en Dancenorth is indrukwekkend, maar het gaat niet onder de huid zitten.

‘De trance lijkt dichtbij, maar wil niet echt lukken’

Halverwege blijkt het gezelschap een verrassing in petto te hebben. We horen ineens geluiden van shakers uit de zaal komen, en leren zo dat er figuranten in de zaal zitten. Die blijven natuurlijk niet lang verborgen, en al snel stroomt het podium vol met publieksleden. Met de muzikanten in het midden dansen ze in cirkelvormige bewegingen. De trance lijkt dichterbij, maar wil niet écht lukken. Even voel ik het ongemak van een vrouw die zich over lijkt te geven aan de dans, en op het randje tussen realiteit en performance zit. Voordat dat echt kan gebeuren, wordt een volgende choreografie ingezet. Een oudere meneer probeert de rest bij te benen, slaagt daar net niet in, en wordt daarmee de meest interessante figuur om naar te kijken.

Wat in Transfrontalier zo goed lukte, weet Attractor niet te bereiken. In de straten van Utrecht ontstond er een wrange balans tussen echt en niet-echt, een performance die tegelijkertijd de alledaagse werkelijkheid verstoort. Op het podium van de schouwburg wordt gepoogd een trance te bereiken – ook zo’n liminale staat tussen werkelijkheid en spel – maar blijft te esthetisch om die grens echt te bereiken. Zo kijk je uiteindelijk vooral naar knap uitgevoerde dans. Technisch is Attractor de moeite waard, maar uiteindelijk is het toch Zora Snake die de aantrekking van het SPRING Festival bevestigt.