Theater / Achtergrond
special: IETM/Absolute theatre

Proeven en netwerken

Van 24 tot en met 27 november vond de dertigste plenaire herfstbijeenkomst van IETM, de Informal European Theatre Meeting, plaats. Een internationale bijeenkomst voor organisaties die zich bezighouden met innovatieve, eigentijdse en grensoverschrijdende podiumkunsten. Ruim zeshonderd culturele managers, producenten, schrijvers, denkers en makers, afkomstig uit zo’n dertig landen, reisden af naar Utrecht voor vier dagen debatteren, werkgroepen en voorstellingen bijwonen, en veel, heel veel netwerken onder het genot van spijs en drank. Naast het overdadige theoretische programma-aanbod bood het artistieke randprogramma Absolute Theatre met eenentwintig dans- en toneelvoorstellingen inzicht in de ontwikkelingen van het hedendaagse Nederlandse theater.

Donderdag 24 november

~

Vandaag is de officiële opening van de vierdaagse bijeenkomst. Ik schrijf me in en krijg een rode tas vol met informatie over IETM en Utrecht uitgereikt. De volgende dagen zie ik regelmatig groepjes mensen met dezelfde tasjes door de stad lopen. Handig, zo weet je altijd wie ‘erbij’ hoort. Tijdens de inleidende Tips and Tricks-bijeenkomst wordt me duidelijk dat het doel van dit weekend voornamelijk ligt in netwerken. Het gaat er niet zozeer om expliciet de confrontatie op te zoeken in de debatten, maar vooral om samen plannen te smeden. ’s Avonds zie ik in het randprogramma Absolute Theatre twee voorstellingen van de Amsterdamse theaterwerkplaats Gasthuis, een plek waar veel interessante projecten van beginnende theatermakers ontstaan.

De eerste, This Performance, is een ontregelende voorstelling van David Weber-Krebs. Links vooraan op de verder lege vloer van theater Kikker staan twee kleine witte geluidsboxjes. Hieruit klinkt een vrouwenstem. Ze herhaalt constant de zinsnede “This performance is about to…”, aangevuld met steeds weer andere eigenschappen van de voorstelling. “This performance is about to have a beginning, this performance is about to make a statement, …to create expectations, …to have a discourse, …to pretend truth and sincerity, …to create a legend…” Meer dan een halfuur weet Weber-Krebs de toeschouwer te boeien met het opsommen van informatie over deze zo goed als onzichtbare performance.

Foto: Katrin Chander
Foto: Katrin Chander

Het is fascinerend om te merken hoe zo een voorstelling ontstaat vanuit je verbeelding en inlevingsvermogen. Het licht, dat gedurende voorstelling subtiel verandert, een stuk touw dat aan het grit hangt en zachtjes heen en weer beweegt, de druppels die door een lek in het dak komen en een plas op de grond vormen, het worden bijna acteurs die met elkaar in interactie lijken te zijn. Op het moment dat er dan echt iets gebeurt, slaat dat in als een bom. De oude vrouw die opkomt weet simpelweg met haar uiterlijk al te ontroeren, hoewel wat ze doet niet concreet te duiden is. Het is een nieuwe vorm van Publikumsbeschimpfung die zelfs dit publiek van zeer geoefende theaterbezoekers weet te ontregelen en te verdelen.

Het Gasthuis is tijdens Absolute Theatre met vier producties goed vertegenwoordigd. Toe vader, drink van regisseur Jetse Batelaan is de tweede voorstelling die ik vandaag van het Amsterdamse productiehuis zie. Het is een intieme, tragikomische schets van negentiende-eeuwse fabrieksarbeiders die ten ondergaan aan de gevolgen van drankmisbruik. Maar het is bovenal een onderzoek naar menselijke onmacht.

Het verhaal is lachwekkend eenvoudig. We zien fabrieksarbeiders die hun loon krijgen uitbetaald. Daarna haalt de gluiperige cafébaas, die hen eerder als fabrieksdirecteur hun loon uitkeerde, hen over om nog een borrel te nemen. Maar ja, eentje is geentje en voor ze het weten jagen ze het loon erdoor. Het dochtertje van een van de mannen komt langs om haar vader op te halen. Hij kan, verslaafd als hij is, niet mee. Uiteindelijk sterft het dochtertje aan honger, kou en ziekte.

Dat Toe vader, drink weet te raken komt door de ongelofelijk zorgvuldige uitwerking van spel, tekst en vormgeving. Bijna zonder woorden wordt een beklemmende sfeer gecreëerd waarin schuldgevoelens, overmoed, uitzichtloosheid en kameraadschap elkaar afwisselen. Hoewel de emoties groot worden gespeeld, gebeurt dit toch zo subtiel dat je wel mee moet leven met die arme sloebers die wel anders willen maar niet anders kunnen. Ook deze Gasthuisproductie getuigt daarmee van een bijzondere kijk op het theatrale van een op zichzelf eenvoudig gegeven. Beide regisseurs geven blijk van een vernieuwende en zeer persoonlijke kijk op zowel de vorm als de inhoud van hun onderwerp.

Vrijdag 25 november

Het plotselinge winterweer houdt Nederland in zijn greep als ik de volgende avond naar theatergroep De Nieuw Amsterdam ga kijken. Twee politiek getinte eenakters, Verhoor en Lijfstraf (samengevoegd onder de titel Grondwet) zullen worden ingeleid door dramaturg Caspar Nieuwenhuis en na afloop zal er een debat zijn. Maar de dramaturg komt, verhinderd door de sneeuw, te laat en raffelt snel een verhaaltje over de geschiedenis van de groep af. Hij is duidelijk niet de enige die gehinderd werd door het weer, de zaal zit maar halfvol.

De eerste eenakter, Verhoor, is een tekst van Don Duyns, geregisseerd door Tarkan Köroðlu. Een afgewezen asielzoeker die het land uit wordt gezet weet zijn bewakers met Fortuynistische uitspraken te overtuigen van de noodzaak een politieke partij op te richten, om Nederland weer op het goede Nederlandse pad te krijgen. Verhoor is een nogal kluchtig stuk, met een zo vreemd uitgangspunt dat het de toeschouwer nauwelijks aanzet tot nadenken.

Foto: Jean van Lingen
Foto: Jean van Lingen

Lijfstraf daarentegen, een tekst van Pieter Hilhorst in regie van Marline Williams, is veel subtieler en meerdimensionaal. Een rector van een middelbare school heeft een lastige Marokkaanse leerling gestraft met de riem. Hij wil zo respect bij de jongen afdwingen, omdat dit in ‘zijn cultuur’ ook zo gebeurt. Het is een mooi genuanceerde vertelling: alle personages worden verscheurd door loyaliteit aan het ‘eigen’ gezichtspunt en begrip voor de ander. Uiteindelijk komt de zus van de jongen als sterkste uit de strijd, wanneer ze haar eigen waarheid weet te vinden tussen begrip en onbegrip voor haar broer en de rector. Deze eenakter, waarin het je als toeschouwer bijna onmogelijk wordt gemaakt om partij te kiezen voor een van de drie personages, biedt op een integere manier inzicht in een complexe situatie.

Het daaropvolgende debat over de beeldvorming van allochtonen in de media komt niet echt van de grond. Waar de ene spreker vindt dat de acceptatie van minderheden kan groeien door de overeenkomsten tussen verschillende bevolkingsgroepen te benadrukken, vinden anderen dat integratie tot stand komt door uitgesproken positieve beeldvorming, in de vorm van rolmodellen. Maar er komt geen echte discussie op gang. De geraffineerde nuance die in de tweede eenakter zo sterk was, maakt dit gesprek juist langdradig en weinig concreet.

Zaterdag 26 november

Vanochtend staat in het teken van het zogenaamde community theatre: theater dat buiten de reguliere kaders wordt gemaakt, veelal samen met mensen die normaliter geen theater maken. Eerst zien we een documentaire over een groep Antwerpse gevangenen en bewakers die onder leiding van regisseuse Lotte van den Berg aan een voorstelling werkt. Het is bewonderenswaardig hoe de gevangenen en bewakers zich blootgeven in een gesloten en vijandige omgeving, en hoe ze zich uiteindelijk overgeven aan de jonge theatermaakster en haar niet alledaagse esthetische opvattingen.

Tijdens het debat dat hierop volgt, gaat het over de sociale en esthetische waarde van deze kunstvorm. Ook nu komt de discussie helaas niet echt op gang. Er is vooral te weinig wil om echt kritisch naar het werk te kijken. Men is het er wel over eens dat community art waardevol is, en kan functioneren als bruggenbouwer tussen afzonderlijke sociale groeperingen. Maar aan de cruciale vraag hoezeer je er als kunstenaar je eigen, persoonlijke stempel op een situatie mag drukken, willen de deelnemers hun vingers niet branden.

Het gesprek wordt beëindigd als een deel van de aanwezigen naar de locatievoorstelling Braakland van Lotte van den Berg gaat. Met bussen worden we naar een industrieterrein gebracht. Het is waterkoud en we zijn blij dat we op en onder paardendekens kunnen zitten.

Foto: Sanne Peper
Foto: Sanne Peper

Vanaf de provisorische tribune kijken we uit over een groot veld, omheind door schuttingen en fabrieksgebouwen. Er ligt een berg zand, er staat een lantaarnpaal en verspreid over de enorme ruimte scharrelen wat menselijke wezens. Ze hebben zo goed als geen onderling contact; ze rommelen allemaal op hun eigen manier rond. Soms komen ze enkel om hun eigen behoeftes te bevredigen samen en dan vermoorden of verkrachten ze elkaar. De lijken worden razendsnel van hun kleren gestript en naakt achtergelaten. De komst van een nieuwelinge in de groep verbreekt het evenwicht, maar deze verstoring blijkt geen uitweg uit de situatie te bieden. Braakland is een harde en rauwe voorstelling over een beangstigende en kille wereld. De desolaatheid van de ruimte wordt benadrukt door de omgevingsgeluiden, afkomstig uit de drukke wereld waar deze mensen uit verstoten lijken. Het is een meedogenloos beeld, maar het brengt bij de toeschouwers wel een sterk gevoel van verbondenheid teweeg.

Die avond bezoek ik de meditatieve voorstelling Wervel die de jonge mimespeelster Boukje Schweigman maakte bij de Veenfabriek. Wervel wordt in het programmaboekje omschreven als een zoektocht naar de eenvoud van het leven. Maar eenvoudig is deze voorstelling niet. De toeschouwers, gekleed in een lang wit gewaad, zitten in een cirkel. De ruimte is afgeschermd met zwarte gordijnen, het is er warm en het ruikt er sterk naar specerijen. In het midden van de cirkel ligt een jonge vrouw. Er klinkt een muzikaal stormgeluid, en als de vrouw eenmaal op haar voeten staat, begint ze langzaam rondjes te draaien. Beetje bij beetje verhoogt ze het tempo, als een derwisj die langzaam in trance komt. Een trance bereikt Schweigman echter niet, ze blijft via kleine veranderingen in haar lichaamshouding en in de omgeving (geluid, geur, decor) invloed uitoefenen op de voorstelling.

Foto: Jos Blom
Foto: Jos Blom

Het is als een geheimzinnige bijeenkomst, waarvan elke deelnemer voor zich de betekenis mag bepalen. Minder prettige associaties met rituele dansen, zelfkastijding en natuurrampen vechten om voorrang met vrolijke associaties met de Efteling elfjes en kinderspelletjes. Het publiek wordt meegenomen in een indrukwekkende, sterk zintuiglijke ervaring van iets als een universele levensstroom. En omdat er door de makers geen dwingende betekenis wordt opgelegd, is ook het puur esthetische van de voorstelling een overrompelende ervaring.

Zondag 27 november

De laatste dag staat natuurlijk in het teken van afscheid, maar ook in het teken van jeugdtheater. Nederland heeft internationaal gezien een bijzondere positie op het gebied van theater voor kinderen en jongeren. Het Nederlandse jeugdtheater is, in de woorden van journaliste en dramaturge Marijn van der Jagt die de nabespreking verzorgt, geen veilige haven maar een plek waar moeilijke onderwerpen open en direct kunnen worden behandeld en theatermakers het experiment kunnen aangaan.

Foto: Joep Lennarts.
Foto: Joep Lennarts.

Dit blijkt meteen wel in de Voorstelling waarin hopelijk niets gebeurt van Theatergroep Max, een tweede regie van Jetse Batelaan. In deze voorstelling wil hij onderzoeken hoe saai of spannend het kan zijn als er niets gebeurt. Hij doet dit op onnavolgbaar humoristische wijze. We zien een leeg podium met een bewaker die ervoor moet zorgen dat er op het podium niets zal gebeuren. Maar dan komt er ineens een acteur langs die op moet. Omdat hij alleen maar een hele saaie scène moet spelen waarin niets gebeurt, mag hij toch stiekem even op het podium. Maar natuurlijk gebeurt er dan toch weer een heleboel, tot het punt waarop alles compleet in de war raakt. Geniale (woord)vondsten zoals de ‘Gebeurtenissen’ die letterlijk voor de deur staan maken de voorstelling voor jong en oud spannend en grappig.

De laatste voorstelling op mijn lijst is Marie-L, door regisseur Hans van den Boom gemaakt bij jeugdtheatergroep Stella Den Haag. Het is een poëtische muziektheatervertelling over een terminaal ziek dertienjarig meisje in het ziekenhuis. Ze vertelt haar verhaal aan de doodsengel die op haar wacht. Droom en werkelijkheid vloeien door elkaar. De anderen in het ziekenhuis noemen haar ‘Marie-Louise van de frisdrankautomaat’, zegt ze. Deze anderen zijn allemaal op hun eigen manier een beetje vreemd. Zo zijn daar het meisje met de ezel-postkaartenverzameling, de dokter die hondenrassen imiteert en natuurlijk Wessel, de jonge getraumatiseerde soldaat op wie Marie-Louise verliefd wordt. Marie-L is een associatieve voorstelling met meeslepende videobeelden en zang. En hoewel de beelden en de muziek soms bijna kitscherig aandoen, werkt het geheel op je gevoel. Na afloop van de voorstelling worden dan ook vele neuzen gesnoten.

De discussie over het Nederlandse jeugdtheater wordt uitgesteld in verband met het eten. Gelukkig kunnen de deelnemers tijdens het eten zich weer wijden aan het uiteindelijke doel van dit lange weekend: netwerken. Ik fiets naar huis met de gedachte dat zoveel interessante bijeenkomsten en spannende voorstellingen ongetwijfeld ook interessante en spannende uitwisselingen op zullen leveren: weer iets om vol ongeduld naar uit te kijken.