Kunst / Expo binnenland

Sfeervol plaatje

recensie: Willem van de Poll (1895 - 1970)

In het Fotomuseum in Den Haag wordt in vier ruime zalen een fraai beeld geschetst van het werk van de fotograaf Willem van de Poll. Tot 5 februari 2006 kan men in het museum komen proeven van een prachtig sfeerbeeld van de jaren ’30, ’40 en ’50 van de vorige eeuw.

Willem van de Poll, geboren in 1895, wist al vroeg in zijn leven dat hij fotograaf wilde worden. Zijn vader, een welgestelde gynaecoloog, wilde dat Willem arts zou worden, maar daarin was Willem helemaal niet geïnteresseerd. Fotograaf moest het worden, maar de maatschappelijke status van een fotograaf was toentertijd nogal dubieus. Na de HBS besloot Van de Poll daarom eerst bij de politie te gaan werken – daar kwam ook zijn voorliefde voor uniformen voor het eerst tot uiting.

~

In 1919 verliet hij de dienst met onbezoldigd verlof en schreef hij zich in bij één van de beste foto-opleidingen die er destijds bestond: De Graphische Lehr- und Versuchsanstalt in Wenen. Naast wat werk als camera-assistent bij de Hongaarse filmer Alexander Korda, fotografeerde hij in de avonduren voor de Weense politie. Hij legde slachtoffers op de plaats delict vast op de gevoelige plaat en fotografeerde kleding van verdachten om bloedsporen te detecteren. Van deze foto’s ontbreekt helaas ieder spoor. Toen hij in 1920 terugkeerde naar Nederland, nam hij ontslag als inspecteur van de politie. Zijn liefde voor de fotografie had het definitief gewonnen van de lange arm der wet.

“Iemand die fotograaf wil worden, moet er ook alles voor over hebben. Ik was nu in een hoogst onfatsoenlijk beroep terechtgekomen, daar had mijn zucht naar avonturen me toe geleid.”

Genre-overstijgend

Het werk van Willem van de Poll is niet eenvoudig in een bepaald genre te plaatsen. Hij was politiefotograaf, persfotograaf, reis-, reclame-, mode-, product-, bedrijfs-, oorlogs- en hoffotograaf. Van de Poll fotografeerde alles wat los en vast zat. Maar er waren ook onderwerpen waarin hij minder bedreven was, zoals portretten. Van de Poll besteedde in zijn foto’s geen aandacht aan armoede en sociale onrust in de maatschappij. Ook in economisch slechte tijden zoals in de jaren dertig van de vorige eeuw maakte Van de Poll liever foto’s van terrassen, cafés en restaurants dan van stakende arbeiders en demonstraties.

De mix

~

De grootste bekendheid verwierf Willem van de Pol in zijn rol als huisfotograaf van de koninklijke familie. In 1945 wordt hij tot staffotograaf benoemd van prins Bernhard in diens functie van Bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten. Samen met de prins reisde Van de Poll langs de bevrijde steden en raakte steeds nauwer betrokken bij de koninklijke familie. Zo vergezelde hij Bernhard en Juliana op vakanties en staatsbezoeken. Uit deze periode stammen enkele prachtige portretten van de prinsessen Beatrix, Irene en Margriet. De foto’s van de jonge prinsessen tonen de koninklijke nazaten zoals men troonopvolgers tegenwoordig nooit meer geportretteerd ziet; de spelende prinsessen worden met zichtbare liefde in hun huiselijke omgeving vastgelegd. De intieme huiselijke sfeer is prachtig in beeld gebracht. Van de Poll wist door te dringen tot de de kern van het hooggeplaatste gezin, ook deze kinderen waren in de eerste plaats: kinderen. Maar Van de Poll deed meer dan het afbeelden van de koninklijke familie. Zijn mode-, bedrijfs- en reclamefotografie laat goed zien dat Van de Poll de fotografische techniek uitstekend beheerste.

Van de Poll had duidelijk een scherp inzicht in lichtval en de werking tussen licht en schaduw. Hij maakt ofwel heel goed gebruik van het aanwezige licht, zoals bijvoorbeeld in de foto van het centraal station in Milaan, of hij houdt de belichting helemaal in eigen hand en creëert een schaduwspel om zijn boodschap kracht bij te zetten, zoals in zijn reclamefoto’s voor Lucien Lelong.

Sfeer

Het kernbegrip in het werk van Van de Poll is: sfeer. Of het nu gaat om spelende prinsessen, blinde joden of paraderende modellen. Die sfeer wordt zo sterk neergezet dat eventuele onvolkomenheden van de foto in het niet vallen. Want: meer dan eens valt op dat zijn onderwerpen niet scherp zijn afgebeeld. De ene keer is er sprake van bewegingsonscherpte, maar soms is ook de gehele foto wazig. Vaak kiest hij vreemde uitsnedes; sommige personen of voorwerpen staan half afgebeeld of er is aan de zijkanten nog veel overbodige ruimte. Allemaal zaken die opvallen wanneer je de foto’s van Van de Poll onder de loep neemt. Maar iedere keer weer kom je tot de conclusie dat het niet stoort: de beelden blijven sterk, ongeacht de technische uitvoering. En dat is de kracht van een goede observator, want dat was Van de Poll ten voeten uit.

Het inzicht

~

Het Fotomuseum heeft met de overzichtstentoonstelling van Van de Poll een prachtig monument neergezet voor de fotograaf, maar vooral ook van een tijdsbeeld. De vier zalen zijn verdeeld in om-en-om witte en zwarte ruimten. Drie daarvan zijn aan de foto’s gewijd en in de laatste zaal draait een door Van de Poll geschoten stomme film van zijn reis op het passagierschip Columbia naar Madeira. De wanden van de drie fotozalen zijn gevuld met representatieve foto’s uit Van de Polls oeuvre. De foto’s zijn ingedeeld naar periode en worden ingeleid door een uitgebreid informatiebord. Enkele vitrines tonen oude kranten en boeken waarin Van de Polls werk is opgenomen. De presentatie is goed verzorgd en laat de foto’s perfect tot hun recht komen. Om de toch al geslaagde tentoonstelling kracht bij te zetten, is er een rijk geïllustreerde, honderdzestig pagina’s tellende monografie over Van de Poll en diens werk verschenen. Deze bevat een rijkdom aan achtergrondinformatie en natuurlijk veel mooie foto’s. Het boek sleept je mee naar de verre oorden en de grijze verledens die Van de Poll op zijn foto’s heeft vereeuwigd.

Titel: Willem van de Poll

Auteur: Louis Zweers

ISBN: 90 5897 471 5

Uitgever: Terra Lannoo

Prijs: € 34,95

Film / Films

Opgepoetste pulp

recensie: The Iceman Cometh // The Master

Hong Kong Legends blijft doen waar het goed in is: films uit de gloriedagen van de publiekscinema van Hong Kong oppoetsen en voorzien van uitmuntend materiaal in fraaie edities uitgeven. De laatste twee uitgaves zijn een enerverende genre-cross-over en een inferieur ouder vehikel voor Jet Li.

~

The Iceman Cometh (Ji dong ji xia, 1989) is een onderhoudend spektakel over twee middeleeuwse rivalen (Jackie Chans oude kameraden Yuen Biao en Yuen Wah) die tijdens hun strijd bevriezen en 300 jaar later ontdooid worden in het hedendaagse Hong Kong. De goeie (Biao) loopt vertwijfeld rond en wordt verliefd op een hoer (Maggie Cheung), terwijl de slechte (Wah, die ook het verbluffende stuntwerk coördineerde) zich al rovend en verkrachtend uitleeft. Het resultaat is een energieke variant op Highlander, maar dan met een goede dosis slapstick en vechtwerk. Regisseur Clarence Fok maakt bovendien van de gelegenheid gebruik voor geslaagde genderkomedie en ongegeneerd racisme. Maar The Iceman Cometh neemt zichzelf niet serieus en brengt zodoende vol overgave pretentieloos vermaak, dat verrassend genoeg verschillende genres beslaat: historische zwaardvechtfilm, tijdreiskomedie en pure actie. Het enige probleem is de lengte: de film gaat te lang door om de aandacht onverminderd vast te kunnen houden.

Komedie

~

Yuen Wah was ook de stuntcoördinator van The Master (Long xing tian xia, 1989/1992) een inferieur Jet Li-vehikel van de hand van Hark Tsui, waarin Li een vechtjas speelt die zijn oude meester (Wah) moet redden in Los Angeles. Li is zoals altijd overtuigend en charmerend, de gevechten zijn zonder meer spectaculair, maar het ontbreekt de film aan logica, structuur en continuïteit. Tsui, die de hele film op locatie in Amerika opnam, had duidelijk geen tijd of zin om veel aandacht aan dit knullige haastwerkje te besteden. Het bleef drie jaar op de plank liggen en werd pas uitgebracht toen Li bekend werd met Tsui’s eigen, uitstekende Wong Fei Hung-films. De regisseur heeft wel eens gezegd dat hij met The Master eigenlijk een komedie voor ogen had. Daar vind je weinig van terug, hoewel het misschien de reden is dat de film zo’n zooitje is. Het is een van de vele pulpfilms die Tsui met zijn linkerhand regisseerde, die inmiddels zijn betere, soms radicale en baanbrekende werk (The Butterfly Murders, Swordsman, The Blade), overschaduwen.

Onevenredig

Beide dvd’s zijn voorbeeldige uitgaves: opgepoetst, voorzien van nieuwe interviews met de acteurs en stuntmensen, en van een typisch audiocommentaar van de orakelende spraakwaterval Bey Logan. Je kunt je afvragen wie er behoefte heeft aan de overweldigende hoeveelheid feitjes die hij in rap tempo oprakelt, maar hij geeft wel boeiende inzichten in de achtergrond, productie en ontvangst van beide films. Hong Kong Legends levert opnieuw twee superieure producten af, maar dat het Britse label geen kwalitatief onderscheid maakt in de genrefilms (ze geven domweg alle bekendere films een eersteklas behandeling) zorgt voor enige onevenredigheid. The Master is immers een prul, terwijl de meeste van Tsui’s superieure, subversieve producties nergens op dvd te bekennen zijn.

Boeken / Fictie

Detective zonder moord

recensie: A.B.Yehoshua - De missie van de human-resource manager

De missie van de human-recources manager is de nieuwste roman van de Israëlische schrijver Abraham B. Yehoshua. Het is een sprankelend boek van een in Nederland nog nauwelijks bekende schrijver. En dat is jammer, want het laat zich lezen als een spannende detective.

Het boek is niet alleen spannend, het is ook nog humoristisch. Als het hoofd Personeelszaken van een grote bakkerij op een goede avond zijn secretaresse naar kantoor laat komen, omdat ze dringend iets voor hem moet uitzoeken, neemt ze haar baby mee. Terwijl zij aan de slag gaat, zien we de manager door de gang hollen om de snel wegkruipende baby bij te houden, die vervolgens driftig met zijn speen op de deur van de directiekamer begint te rammen. Die hele baby speelt natuurlijk in de rest van het verhaal geen enkele rol, maar zorgt wel voor een glimlach. En draagt bij aan het gevoel dat we hier met échte mensen van doen hebben, een gevoel dat niet elke romanschrijver weet op te wekken.

Weg met de onverschilligheid

~

De missie van de human-resource manager (de titel verwijst naar de moderne, ietwat modieuze benaming voor de afdeling Personeelszaken) vertelt het verhaal van een 48-jarige vrouw, die vanuit een obscure republiek in de voormalige Sovjet Unie naar Israël emigreert. Ze is weliswaar ingenieur, maar komt niet als zodanig aan de slag. Daarom gaat ze maar als schoonmaakster in een grote bakkerij werken. Als de vrouw bij een zelfmoordaanslag in Jeruzalem om het leven komt en de plaatselijke krant de bakkerij aanklaagt wegens “onverschilligheid en onmenselijkheid”, besluit de directeur van de bakkerij om schuld te bekennen. Hij draagt zijn hoofd Personeelszaken op om met de doodskist mee te vliegen naar het geboorteland van de vrouw. Ook krijgt hij een zak met geld mee, om goede daden te verrichten en zo de goede reputatie van de firma te herstellen.

Yehoshua roept in zijn werk mooie beelden op. Zo omschrijft hij een regenbui die maar niet op wil houden als “een regenbui, die alleen maar feller wordt, alsof deze winter de hoop heeft verloren de hemel te legen en daarom geen andere keus heeft dan die hemel in zijn geheel naar beneden te trekken en met de aarde te versmelten.” En elders omschrijft hij de typische sfeer die bij een nachtdienst hoort: “Ze werpen al een eerste blik op de klok aan de muur om te zien of de tijd nog leeft en ademt en hen niet in de steek zal laten in de lange nacht.”

Bizarre trip

Maar er is nog iets dat opvalt aan dit boek. Yehoshua introduceert namelijk een stijlmiddel dat de lezer op verrassende wijze bij de les houdt. Op gezette tijden wisselt hij van perspectief en laat hij ons kijken door de ogen van al die mensen die de man van Personeelszaken op zijn nachtelijke speurtocht tegenkomt, als een soort van spiegel. De ene keer vertellen de buurmeisjes van de vermoorde vrouw bijvoorbeeld hoe hij op hen overkomt (“we schrokken ons meteen een ongeluk, want onze oma stond er niet, maar wel een vreemde man, sterk en groot, met een kaalgeschoren hoofd als dat van mamma voor ze slapen gaat”), de andere keer kruipt de schrijver in de huid van een vliegveldmedewerker, die moppert dat er alweer een doodskist uit Israël is gearriveerd (“O, beste mensen, zeg ons wat er aan de hand is in het Heilige Land”). Het is een aardige manier om een nieuwe fase in het verhaal te markeren.

Het boek is één grote, bizarre trip, want eenmaal geland in de republiek van de voormalige Sovjet Unie, eist de 14-jarige zoon van de vermoorde vrouw, die op dat moment de enige erfgenaam is, dat zijn moeder in haar geboortedorp wordt begraven, zodat zijn grootmoeder ook afscheid van haar kan nemen. Dat mondt uit in een vermoeiende expeditie, die uiteindelijk op een verrassende manier zal eindigen.

Muziek / Album

Op de toppen van het kunnen

recensie: Seidenmatt - If you use this Software often, buy it

Vele wegen worden in de postrock bewandeld. Muzikale diepgang, spanning en melodie worden als peilers gebruikt en menig keer slaagt een band in een goede poging. Sommige komen boven het maaiveld uit en overheersen het genre. Namen als Explosions in the Sky, Mogwai of Godspeed lonen het om de handen op elkaar te slaan. En de grote stroom aan postrock blijft doorzetten, getuige het Berlijnse Seidenmatt. Met volle overtuiging duiken ze op alle goede dingen van de genoemde bands. Dat maakt hun debuut If you Use this Software often, buy it, tot een van de meest spannende platen van het afgelopen jaar. Ongepolijste soundscapes, om geen genoeg van te krijgen.

~

Het uiterst jonge viertal verhief voor het eerst zijn stem in 2003 met de EP Wasserluft en vulde sinds die tijd menig voorprogramma in Berlijn. De veelal op dans georiënteerde stad moet de wat vreemde eend in de bijt dankzij dit volwaardige debuut nu ook afstaan aan de rest van Duitsland, maar het viertal heeft daarmee zijn top bij lange na niet bereikt. Want het debuut is veelzijdig. Jan, Florian, Matthias en Martin schuren met gemak langs de klasse van Mogwai, tonen de vurige virtuositeit van Explosions in the Sky, hebben dat beklijvende van Sigur Rós en bouwen met spanning zoals Godspeed dat kan.

Niet opgepoetst

If you Use this Software Often, Buy It begint met From Hero to Zero, waarin de band de luisteraar anderhalve minuut met behulp van wat samples laat wachten op een melodische gitaarloop. De rust en het nauwelijks opgepoetste geluid roepen reminiscenties op met Mogwai ten tijde van Come On Die Young. Het daarop volgende Forget about Telefunken kan, voor zover mogelijk, worden gezien als de single van de plaat, is het meest toegankelijk en wijkt het meest af van de rest. Die rest krijgt onder meer kleur door het schitterende Bergen, waarin een Sigur Ros-achtige klagende zanglijn de loop van de song bepaalt. Of Weiß, Blickdicht, waar de sferische muzikale soundscapes die Godspeed altijd zoekt, worden verkend.

Hoogtepunten te over

In Applaus komt de zo herkenbare Weilheimse knisperelectronika bovendrijven en toont Seidenmatt zijn ‘Duitse’ kant. De samples, gitaargolven en hooks, die ook weer teruggrijpen op de sterkste periode van Mogwai, staan heel strak op elkaar afgestemd, maar bevatten daardoor uiterst schone elementen. Net als het hoogtepunt van de plaat, Kontinental, waarin langzaam aan wordt gewerkt naar de kern van het nummer: de gesampelde en onderuit glijdende gitaarlijnen. Maar misschien is dat te kort door de bocht – de volgende luisterbeurt is er weer een ander hoogtepunt te herkennen. Want er zijn mogelijkheden te over op deze schitterende plaat.

Muziek / Album

Erik uit Nieuwegein

recensie: Spinvis - Dagen van gras, dagen van stro

Erik de Jong zegt in het programma De wereld draait door dat er soms wat kleinerend wordt gedaan over ‘het zolderkamertje’ en over het ‘knutselen’ van zijn alter ego Spinvis. Presentator Francisco van Jole bedoelde het zeker niet kleinerend, integendeel, hij heeft juist bewondering voor de manier waarop Spinvis muziek maakt.

~

Van Jole gaat in het gesprek echter op een typische Amsterdamse-grachtengordel-manier de fout in wanneer hij, na in deze aflevering Almelo al te hebben geschoffeerd, nu ook Spinvis’ thuisbasis Nieuwegein afdoet als, kort door de bocht, niet de meest inspirerende plek om ’tot dingen te komen’. De Jong ziet dat, als noodgedwongen ambassadeur van Nieuwegein, anders. Iedereen heeft een plek nodig om te wonen en te leven: “we kunnen niet met zijn allen in een grachtenpand.” Van Jole herstelt zich goed en slaat vervolgens de spijker op zijn kop wanneer hij zegt dat Nieuwegein wèl een erg oorspronkelijke plek is. Die oorspronkelijkheid, daar draait het om bij Spinvis.

Hij liet het er niet bij

De Nederlandse en Vlaamse muziekliefhebber wist drie jaar geleden niet hoe hij het had. Een album met een wit cassettebandje op de voorkant met een oranje versleten sticker en het woord Spinvis, geschreven met merkstift. Wat is in vredesnaam een Spinvis? Later blijkt dat een Spinvis een wat verlegen ogende huisman is, die al jaren aan een debuutalbum werkte achter zijn computer. Hij samplede, speelde zijn partijen in, haalde zijn kinderen erbij, stuurde een demo naar Excelsior, werd met open armen ontvangen, bracht zijn plaat uit, was van plan het erbij te laten, liet het er niet bij, overrompelde met een uiterst persoonlijk geluid, ging op tournee met oude grootheden en zijn vader, overrompelde wederom, bracht een live-plaat uit, ging weer op tournee met het project Lotus Europa, deed nog veel meer grote en kleine dingen en bracht onlangs zijn tweede langspeler uit met de titel Dagen Van Gras, Dagen Van Stro.

En wat weet die Spinvis weer te ontroeren met zijn melancholische liedjes over vroeger, over vandaag, over het voordeel van video, de tuinen van mexico en over de dagen van gras en de dagen van stro. Ook deze tweede plaat is op de zolderkamer totstandgekomen. De muzikanten namen hun partijen individueel extern op, zodat De Jong thuis het geheel kon vormgeven. Met als resultaat weer diezelfde breekbaarheid als op het debuut en die prachtige symbiose van computer en authentieke instrumenten (wat een genot die vibrafoon van Jan van Eerd en die trompet van Hans Dagelet). Maar ook de humor van De Jong is weer volop present (“vindt u oesters geil?”), net als zijn vreemde teksten met of zonder betekenis (Flamingo). De Jong laat volslagen onbevangen alle kanten van zichzelf zien: de ingetogen liedjesschrijver, de rocker (Kom In De Cockpit) en de experimentele taal- en geluidskunstenaar (Lotus Europa). Het totaal is opnieuw overweldigend en staat geheel op zich.

Toekomst van de popmuziek

Wat Dagen Van Gras, Dagen Van Stro wederom zo uniek maakt, is de identiteit van Erik de Jong. Zijn observatievermogen, zijn smaak, zijn leven in Nieuwegein en alles daarvoor. In de persoonlijke melancholie van Spinvis hoor je de nabije toekomst van de popmuziek. Een toekomst waarin iedereen met talent en een goede computer met internet zich individueel kan vormen tot een muzikaal genie. Alle muziekstijlen of kunstdisciplines ter wereld kunnen worden aangewend om juist datgene te zeggen, dat geen ander op die manier kan zeggen. Op een zolderkamertje kan de wereld samenkomen en versmelten tot iets ultiem persoonlijks, tot volslagen authentieke egodocumenten van Erik uit Nieuwegein, maar ook van Jan uit Almelo of Piet uit Peize. In de eenentwintigste eeuw is het misschien wel moeilijker authentiek en oorspronkelijk te zijn in de grachtengordel dan in Nieuwegein. Het geluid van de ‘Gordel’ kennen we nu wel, maar wat is het verhaal van Jan uit Almelo?

Theater / Achtergrond
special: Deel XIV: Dansen voor scholieren

Het Nachtpodiumverhaal

In de periode van september tot en met december 2005 werkt 8WEEKLY samen met het VPRO televisieprogramma Nachtpodium. Iedere aflevering maken wij een item waarin we een jong en nieuw cultureel talent presenteren. Daaraan gekoppeld publiceren we iedere week een achtergrondartikel. Voor de komende aflevering van zondag 4 december bezochten we op 28 november de presentatie van de Aya-dansvoorstelling Hera. We spraken met danseres Yada van der Hoek over dansen voor scholieren, over vrouwelijke helden en over haar toekomstplannen.

~

Halverwege de sterk ingekorte opvoering van Hera ligt danseres Yada van der Hoek (28) uitgeput aan de rand van het podium. Zojuist heeft ze intensief ‘gebattled’ met een mededanser. Na afloop vertelt Van der Hoek, nog steeds vuurrood van de inspanning, dat ze die breakdanceact normaal ook niet doet. “We hebben twee skaters in de voorstelling, zij doen dat samen. Maar één van hen kreeg problemen tijdens de repetitie: tijdens het grinden [met skates over een metalen balk glijden – JAB] verrekte hij een spier.” Van der Hoek, een paar jaar terug nog geroemd als een van de beste vrouwelijke breakdancers – ofwel B-girls – van Nederland, vervangt hem in de battle. Op een ander punt in de voorstelling doet een vrouw in haar eentje een dans die eigenlijk voor twee is bedoeld. “Met die blessure komt het voorlopig nog niet goed. We moeten nog een tijdje zijn rol op deze manier opvangen.”

Eerste opvoering

De voorstelling Hera van het Amsterdamse danstheater Aya gaat halverwege januari in première. Tot die tijd wordt er nog op veel fronten aan de voorstelling geknutseld. We bezochten de groep jonge dansers tijdens de Frontaaldag in het Haagse Theater aan het Spui. Programmeurs en schooldirecteuren konden daar alle nieuwe voorstellingen van theaterbureau Frontaal, gespecialiseerd in jeugdtheater, bekijken en boeken. Choreografe Wies Bloemen, de artistiek leider van Aya, leek er van te voren een hard hoofd in te hebben: de voorstelling was allerminst af, en dan was er ook nog een speler geblesseerd geraakt. Maar de groep moest er wel staan, en achteraf viel het allemaal mee: de dansers deden hun ding, Bloemen leek tevreden en de B-girl kreeg een pluim voor haar battle.

Wereldtournee

Van der Hoek volgde haar opleiding aan de Tilburgse Dansacademie, richting Expressionistische Theater Dans. Improvisatie is daarbij heel belangrijk: “Veel danssoorten vind ik niet zo interessant, en die kan ik ook niet dansen. Bij mij gaat het vooral om acrobatiek en entertainment. Daarom dans ik ook graag in voorstellingen voor middelbare scholieren.” Hera is Van der Hoeks eerste project bij Aya. Eerder maakte ze een eigen voorstelling bij het Amsterdamse Culture Coalition, een stichting die urban en breakdance op het podium brengt, en toerde ze met het Belgische dansgezelschap Hush Hush Hush over de hele wereld. “Dat was echt mazzel. Toen ik een voorstelling van hen zag, wilde ik daar stage lopen. Van te voren weet je dan nooit hoeveel ruimte je krijgt; soms mag je alleen maar meedoen met de warming-up. Maar het klikte heel goed, en ik kreeg gewoon een rol in een productie. Die bleek toen ook nog eens aan te slaan, waardoor ik in heel veel landen ben geweest.”

Vrouwelijke helden

Hera gaat over vrouwelijke helden, of onderzoekt eigenlijk wat vrouwelijke helden zijn. Van der Hoek: “Mannen zijn fysiek sterker. Vrouwen zijn op een andere manier sterk, emotioneler. Voor mij is Madonna een vrouwelijke held. Zij is een moeder, maar ook een sterke vrouw, een voorbeeld.”

Van der Hoek zelf is ook moeder, iets dat ook in de voorstelling terugkomt. In een monoloog vertelt ze haar levensverhaal; hoe ze besloot te gaan dansen toen ze op haar zestiende een opvoering van Scapino Ballet zag, over haar liefde voor een populaire jongen, die er meerdere vriendinnetjes op na hield. Hoe ze zwanger raakte van hem, en hoe ze uiteindelijk besloot het meisje waarmee hij vreemdging op te bellen. Nu is ze een alleenstaande moeder met een tweejarig dochtertje.

Het is voor het eerst dat Van der Hoek tekst heeft in een voorstelling, en dat is wel een kant die ze verder op wil. “Mijn dansstijl is heel energiek, en ik weet niet of ik dat nog tien jaar kan volhouden.” Maar met gesproken tekst kan de toneelcarrière langdurig gerekt. Dat zijn echter toekomstplannen; eerst moet er nog hard gewerkt worden aan Hera.

Hera gaat 13 januari in première. Eind december zijn er nog try outs. Klik hier voor de volledige speellijst.

LET OP: HET ITEM OVER HERA KAN WEGENS TECHNISCHE PROBLEMEN NIET WORDEN UITGEZONDEN.

Boeken / Non-fictie

Klassiek maar springlevend

recensie: Nigel Spivey en Michael Squire - Panorama van de klassieke wereld // Procopius - Verzwegen verhalen

Het pas vertaalde Panorama van de klassieke oudheid biedt precies wat de titel belooft: een overzicht van de westerse beschavingen, in de periode van pakweg 600 voor het begin van de jaartelling tot een paar eeuwen daarna, met enkele uitschieters naar boven en beneden. De vertaling van de schandaalkroniek die Procopius weer een paar honderd jaar na de klassieke oudheid schreef, over de toestanden in Byzantium, sluit daar mooi op aan.

Genoeg boeken over de klassieke oudheid, zeg maar de Grieken en Romeinen, maar daar kan er altijd wel weer eentje bij. Vooral een dik en rijk verlucht exemplaar, met daarin ook nog wat nieuwe ontdekkingen. Want hoewel geschiedenisboeken uiteraard over historie gaan, veranderen onze inzichten, en daarbij zijn de boeken vaak ook een spiegel van de eigen tijd. In dit Panorama van de klassieke oudheid bijvoorbeeld valt, in vergelijking met vele soortgenoten, de prominente plaats van de Etrusken op naast de beide antieke broedervolken.

Ieder zijn eigen oudheid

~

Door de thematische aanpak is het strikt gesproken ook geen geschiedenisboek geworden, daarvoor moet een bijgeleverde tijdbalk uitkomst bieden. Samen met een kaart en een verklarende woordenlijst heb je zo een mooi naslagwerk in handen, dat verder vooral opvalt door de werkelijk schitterende illustraties, 590 in totaal, waarbij vaak is gekozen voor wat minder bekende maar daarom niet minder intrigerende voorwerpen en cultuuruitingen, en dan ook nog merendeels in kleur.

In de tekst leggen beide auteurs verbanden met de moderne tijd. Dan gaat het bijvoorbeeld over de doorwerking van het klassieke erfgoed, die zowaar een geheel eigen hoofdstuk krijgt, of over films als Gladiator, waarin geen adequaat beeld van de oudheid zou worden geschetst. Iedere tijd schept zijn eigen oudheid, dat is zo ongeveer de boodschap van dit afsluitende betoog. Ooit werd ieder gevonden en geschonden beeld per direct gerestaureerd, met in onze ogen werkelijk verbijsterende gevolgen. Sinds de romantiek zijn het juist de omgevallen zuiltjes die ons boeien, en willen we eigenlijk niet weten dat de Grieken een luidruchtig volkje waren, die hun beelden liefst oppimpten met felle kleuren en veel goud. De paar reconstructies die het boek bevat doen inderdaad pijn aan onze geciviliseerde ogen, alsof de Tokkies in de gewijde hallen hebben huisgehouden. Ook niets nieuws overigens, sinds Evans in Knossos tekeerging.

Na Constantijn de barbaren?

Grof gesproken behelst het panorama de tijd tot Constantijn. Vroeger dachten we, mede in navolging van Gibbon, dat ergens rond die tijd ineens een einde kwam aan de klassieke oudheid. Dat we eerst als mensheid nog wat donkere middeleeuwen door moesten, voordat met de renaissance alles weer opnieuw begon. In werkelijkheid ging dat allemaal een stuk geleidelijker, zeker in het oosten van het Romeinse rijk waar Byzantium – het huidige Istanbul – de plaats van Rome had ingenomen en dat nog vele eeuwen volhield.

Byzantijns heeft in onze taal – en ook in een aantal andere – nog steeds de betekenis van weelderig, op het decadente af. Dat zal in de praktijk zijn meegevallen, maar toch kennen we de nodige schandaalverhalen over het gedrag van de oostelijke machthebbers. Ook niet echt een verschil trouwens met sommige praktijken in het westen, maar goed.

Antieke soap

Byzantijns icoon van keizerin Theodora
Byzantijns icoon van keizerin Theodora

De zesde eeuwse schrijver Procopius van Ceasarea heeft enige faam verworven met zijn Anekdota, de in het Grieks geschreven avonturen van keizer Justinianus, de verdorven keizerin Theodora en enkele figuren uit hun omgeving. Een onderwerp dat al heel lang tot de verbeelding spreekt: Robert I Clavdivs Graves schreef er al over, en in eigen land vertaalde Gerrit Komrij in 1970 het boek onder de titel Geheime geschiedenis van Byzantium.

In de Anekdota haalt Procopius op vernietigende wijze uit, nota bene naar de mensen die hij in eerder werk had bejubeld. Hoe dat kan, weet eigenlijk niemand. Het is toch al een vreemd verhaal, want het boek dook pas na eeuwen ergens op, en speelde dus in de tijd van schrijven geen enkele rol van betekenis. Dat zal wel weer te maken hebben gehad met de explosieve inhoud en de nogal botte manieren in het Byzantium van de zesde eeuw.

Voor de moderne lezer is het uiteraard smullen. De Anekdota is een soort soap, maar dan veel heftiger – zij het niet heel erg expliciet – en cultureel verantwoord natuurlijk, want we hebben het hier wel over een antieke beschaving. Hein L. Dolen maakte er weer een mooie, prettig leesbare vertaling van, die hij middels een verhelderend voorwoord in een inzichtelijk kader plaatst. Keizer Justinianus bijvoorbeeld, één van de twee helden, kennen we als wetgever, die ook zijn sporen heeft nagelaten in ons eigen rechtssysteem. In dit boek leren we hem eens van een geheel andere kant kennen. Wat Theodora – die als jong meisje aan drie lichaamsopeningen niet genoeg heeft, volgens Procopius dan – uithaalt is al bar, maar Justinianus spant de kroon. Zijn kwelduivel is tot op het bot consequent en schildert hem af als een door en door verdorven schurk. Wat de vraag opwerpt wat Procopius in hemelsnaam overkomen is, dat zoveel venijn zou kunnen rechtvaardigen.

Nigel Spivey en Michael Squire (vertaling: D. van der Lingen, S. van der Lingen, C. Meijer) • Panorama van de klassieke wereld • Uitgever: Athenaeum – Polak & Van Gennep • Prijs: € 44,90 • Pagina’s: 368 • ISBN: 90 5544 586 X

Procopius (vertaling: Hein L. Dolen) • Verzwegen verhalen – een schandaalkroniek uit Byzantium • Uitgever: Athenaeum – Polak & Van Gennep • Prijs: € 17,50 • Pagina’s: 168 • ISBN: 90 253 4196 9

Theater / Voorstelling

Voor elke toeschouwer een leuke grap

recensie: Hard Gelach (Diverse cabaretiers)

Wie is jouw favoriete cabaretier? Speel je op safe en ga je altijd af op grote namen of probeer je ook wel eens iets onbekends? Of zou je wel willen, maar weet je niet welke grappenmaker je uit moet kiezen? Hard Gelach biedt uitkomst. Voor het tweede jaar op rij organiseerden CNR Entertainment, 3FM en Laughing Tears op 28 november een avond vol bekende en minder bekende cabaretiers in de Melkweg in Amsterdam. 8WEEKLY was er natuurlijk bij.

~

Eerder deze maand is de dvd Hard Gelach uitgebracht, waarop twintig fragmenten zijn samengebracht van cabaretiers als Sanne Wallis de Vries, Nuhr, Van Houts en de Ket, Claudia de Breij en Herman Finkers. Van elke groep of artiest wordt een tipje van de sluier opgelicht van een van hun recente voorstellingen. De fragmenten duren gemiddeld vijf minuten en dat is genoeg om even de toon van de cabaretier te proeven en je nieuwsgierigheid te prikkelen. Maar toch blijft het lastig om in die paar minuten te beoordelen of de cabaretier wel jouw type is: iemand kan in die korte tijd nét die grappen maken die je totaal niet liggen. Om een beter oordeel te vellen bood de avond in de Melkweg een uitkomst, want de veertien artiesten kregen steeds twintig minuten om te laten zien wat ze in hun mars hebben.

Agnew en Zweers

~

Het spits werd afgebeten door twee stand-uppers van de Comedy Explosion: Kristel Zweers en Alex Agnew. Zweers opende in de kleine zaal met verhalen over seks, strings en vibrators. Het publiek, dat duidelijk nog moest worden opgewarmd, reageerde amper. Uiteindelijk kon er nog wel een hartelijke lach vanaf voor haar geile imitatie van een vrouw die ’s avonds laat op de televisie oproept om haar te bellen – een sketch die overigens ook op de dvd te zien is. In de grote zaal deed de Britse Belg Agnew het een stuk beter. De winnaar (en enige Belgische winnaar) van het Leids Cabaret Festival van 2003 vertelde in razendsnel tempo over zijn jeugd en voorkeuren op het gebied van film en muziek. Vooral met het imiteren van stemmen uit het verleden wist deze stand-up comedian de aandacht op zich te vestigen. De parodie op Stevie Wonder, waarbij hij tijdens het zingen steeds met zijn microfoon heen en weer slingerde, was geweldig en vooral erg herkenbaar. Agnew was een van de meest overtuigende persoonlijkheden van deze avond.

Martijn Koning

Flitste het verhaal van Agnew nog alle kanten op, bij Martijn Koning was dat totaal anders. In zijn stuk, wat toevalligerwijs ook voornamelijk over zijn jeugd gaat, zat meer lijn dan bij Agnew. Helaas was zijn show voornamelijk een herhaling van zijn opvoering bij het Studenten Cabaret Festival in Groningen. Maar zijn verhaal bleef overtuigend; dit optreden overtrof zelfs het eerdere. Toch mag hij nog wel wat meer doen met zijn visie op de actualiteit. Zoals bijvoorbeeld zijn droge opmerking over de vrouw die zich in Jordanië probeerde op te blazen: “Je ziet maar weer dat vrouwen niet met een afstandsbediening om kunnen gaan.” En op het laatste nippertje werd ook de “domino-mus” (die tijdens deze avond regelmatig voorbij kwam vliegen) nog even onderwerp van gesprek. Bij Koning heb je het gevoel dat er meer potentie inzit, maar dat het er – in zo’n korte tijd in ieder geval – nog niet uitkomt.

Onderdelinden en Fields

~

Joep Onderdelinden had voor deze avond wat grappen uit zijn voorstellingen Joep en Strak in petto. Zo kwam de klaarkomende olifant voorbij, die ook op de dvd te zien is. En verder voerde hij voornamelijk de onzekere Joep op, die aardig gevonden wil worden door het publiek, die om een zakdoek vraagt en een maatje uit het publiek kiest. Geen diepgaande grappen, geen actualiteit, maar simpel vermaak. Wat dat betreft pakte Engelsman Adam Fields het een half uur later in dezelfde kleine zaal anders aan. De ene na de andere grap over terrorisme kwam uit zijn mond. Heel nuchter en vol cynisme sprak hij over de recente aanslagen, en hij nam ook geen blad voor de mond over Bush en Blair. Als ‘buitenlander’ wilde hij ook zijn verbazing delen over wat Nederlandse eigenaardigheden. Over de manier waarop we nieuwjaar vieren bijvoorbeeld – met de vieze kleffe oliebollen – en over de spaarzegels van Douwe Egberts (spreek dat als Engelsman maar eens uit). Een sympathieke man, die Fields, die mede met zijn briljante imitatie van Gollum (Lord of the Rings) een van de leukste en beste twintig minuten van deze avond vol maakte.

Leon van der Zanden

Potentie zit er zeker ook in Leon van der Zanden, die in de theaters te zien is met zijn voorstelling Zwarte hond. In de Melkweg denderde Van der Zanden begeleid door de muziek van een DJ met veel bravoure het toneel van de grote zaal op. Zijn felgele t-shirt met de woorden Hell yeah verraadden al wat de toeschouwer te wachten stond. En vanaf het eerste moment wist de uit Helmond afkomstige Van der Zanden te boeien met zijn ‘zoektocht mee naar de waarheid’, die hij met zijn expressieve mimiek en zijn lenige lichaam extra zeggingskracht gaf. “Wie zegt dat Jezus echt bestaan heeft en dat het niet de zoveelste uitvoering is van Jesus Christ Superstar, en wie zegt me dat Erica Terpstra echt heeft gezwommen?” Daarmee liet hij het publiek achter met heel wat nieuwe, verassende twijfels.

Terwijn en Oosterhuis

Aan het eind van dit jaar is Wilko Terwijn voor de tweede keer op televisie te zien met een Oudejaars-standup. Het is te hopen dat hij dan overtuigender is dan tijdens zijn optreden op Hard Gelach. Zijn grappen lagen te veel voor de hand. Boeiend werd Terwijn pas toen hij inging op de reis van de Paus naar de hemel. “Heb je al die priesters zien bidden? Wat voor hoop is er voor ons, als de plaatsvervanger van God op aarde niet verzekerd is van een plaatsje?” Hoewel de grappen soms best aardig waren, wist Terwijn ze niet te brengen met de overtuiging die je van een stand-up comedian mag verwachten. Cabaretier Martijn Oosterhuis bracht het er in de andere zaal beter vanaf. Over actuele zaken begon hij niet; hij hield het dicht bij huis. In sneltreinvaart vertelde hij over kakkers en rappers. En over zijn jonge jaren waarin hij met “net-niet-snoep” langs de klassen moest, omdat zijn vader tandarts was. Net als Alex Agnew eerder, gaf Oosterhuis ook nog een fijne imitatie van tandartsen. Dit theaterseizoen toert Oosterhuis met zijn nieuwe programma Van huis uit langs de theaters. Als je afgaat op wat hij deze avond liet horen, is het de moeite waard om deze voorstelling te gaan bekijken.

Op Sterk Water

~

De grootste verrassing van deze avond cabaret kwam van de heren van Op Sterk Water. Zij betrokken het publiek, dat de hele avond wat afwachtend stond toe te kijken, vanaf het eerste moment in hun optreden. Na korte interviewtjes met enkele toeschouwers, improviseerden de heren er lustig op los in liedjes en sketches. Daarbij maakte het niet uit waar het verhaal zich moest afspelen. Een mosterdmuseum of een politiebureau in Maarssen; de vier heren wisten van de meest saaie plek een bijzondere plaats te maken. Prachtig is bijvoorbeeld de ontmoeting van Sinterklaas met de zoon van Samir A., genaamd ‘het Zwaard van de Islam’. Om nog maar niet te spreken van het geile pietje, dat last heeft van schimmel en waarvan de zak te lang in Spanje is geweest.

Enge Buren

Wie inmiddels suf was geworden van het luisteren naar monologen, kon kijken naar de Enge Buren. Drie mannen in knalgele trainingspakken kwamen het podium op om vervolgens een muzikale gabbermix ten gehore te brengen. Gevolgd door de Bohemian Rapsody en een grappig voorronde van Idols. Een leuk tussendoortje waren deze mannen, maar niet meer dan dat. Aan het eind van de avond waren ze ook snel weer vergeten.

Javier Guzman

~

Eén naam werd tijdens de avond in de Melkweg regelmatig genoemd: Javier Guzman. Het leek erop dat veel toeschouwers voor hem naar Hard Gelach waren gekomen. En niet voor niets, want Guzman boeide vanaf het eerste moment; na zijn show wilde je alleen nog maar meer Guzman. Vooral de verbazingwekkende snelheid waarmee hij zijn aanstekelijke grappen aan elkaar praatte, riep bewondering op. In korte tijd had Guzman het over de ontstaansgeschiedenis van wiet, de seksualiteit van spinnen en zijn visie op motoragenten (die eerder ook al was aangehaald door Martijn Oosterhuis). Zijn grootste kracht zat in de herkenbaarheid van de sketches en zijn verwondering over het dagelijkse leven. Twintig minuten was je een en al oor en was er zeker sprake van hard gelach!

Sjaak Bral

Tja, en daar had Hard gelach eigenlijk moeten stoppen. Terwijl Guzman aan een afgeladen grote zaal zijn grappen vertelde, was het de bedoeling dat Sjaak Bral in de kleine zaal ook voor nog wat vermaak zou zorgen. Maar voor een handjevol mensen was daar geen lol aan, dus werd besloten dat Bral na Guzman zijn verhaal kwijt kon. Dat was een regelrechte aanfluiting, want hij probeerde alvast wat grappen uit voor zijn oudejaarsconference. De humor van deze Hagenees viel echter in het niet na het vorige optreden.

Toch mocht dat de avond niet verpesten, want het publiek had zich zeker vermaakt met de verschillende kwaliteiten van de optredende artiesten. In het begin was het publiek een beetje mak en wilde men gewoon bezig gehouden worden zonder actief bij te dragen aan de avond. Maar gelukkig wisten de meeste cabaretiers het publiek ook wakker schudden. Het belangrijkste was echter toch dat deze avond een goede indruk bood van de optredende cabaretiers, zodat je voor komend jaar weet wie je wel nog een keer in het theater wilt opzoeken.

Als je Hard Gelach in de Melkweg hebt gemist, kun je op oudejaarsdag op SBS 6 een compilatie van de avond zien.

Muziek / Album

Podiumwaardig

recensie: Tiger Saw - Sing!

Toen Dylan Metrano in 2004 de boer op ging met zijn nieuwste Tiger Saw-plaat Gimme Danger/Gimme sweetness, vond hij in het toeren zoveel inspiratie, dat hij in redelijk korte tijd met Sing! op de proppen kwam. Net als de voorgegane platen, neemt Metrano daarop de tijd, de rust en gebruikt hij het minimale om zijn boodschap duidelijk te maken. En hij is daarbij, opnieuw, niet alleen; ongeveer vijftien muzikale vrienden staan hem bij. Sing! mag er wezen, is luider en daardoor de meest uitgesproken plaat van Tiger Saw tot nu toe.

~

De tour van Tiger Saw zorgt voor een mooi verhaal. De promotie van Gimme Danger/Gimme Sweetness vond niet alleen in de gebruikelijke zalen plaats. Metrano dook met zijn gevolg kelders in, trad op het strand op en was de traditionele bard bij een flakkerend kampvuur in het bos. De deels spontaan ontstane sing-alongs brachten de voorman van Tiger Saw zoveel inspiratie dat hij samen met vrienden uit bands als Cul de Sac, Little Wings, The Divorced en Mt. Eerie het album Sing! maakte. En waar Tiger Saw voorheen desolaat klonk, is er bij een aantal nummers het karakter van de kampvuur-samenzang terug te vinden.

Vrolijk

Een fraai voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld de opener en meteen het titelnummer van de plaat. Het verschil met voorgaande platen is ook de vrolijkheid die er vanaf straalt: “Sing, I’ll sing to your summer smile. Sing, I’ll sing to tomorrow’s plans.” Niet alle nummers klinken even vrolijk en niet alle nummers hebben de kleur van het ‘samen’ – maar meestal schijnt er hoop door de songs heen. The Sun is daar een goed voorbeeld van. De zon vertelt dat het meisje dat naast Dylan ligt een geschenk is. “So I say: sun, you’ve never been wrong. She makes me want to write these songs. And cut birds out of paper. And send so many postcards and letters.”

Onheilspellend

Ook niet alle nummers hebben een minimale instrumentatie. In For Adrian scheurt er op de achtergrond een gitaar mee. Maar op het schitterende The Sea gaat de formatie van Tiger Saw compleet los. Angstaanjagende arrangementen rondom het dreigende thema van de zee, vullen het geluid rondom Metrano & Co. compleet op. Maar niets blijkt minder waar, want: “I send all my fear and desire to the ocean goodnight”. Het maakt het einde van de plaat zo mooi en indrukwekkend. Sing! is een klein pareltje en beter verdient dan te verstommen in de intimiteit. Dus de zalen in, de podia op en genieten!

Film / Films

Hulde aan de voorloper van een nieuw genre

recensie: Gladiator: Extended Special Edition

Het is moeilijk om de opbrengst van honderden miljoenen dollars, de vijf Oscars of de minder succesvolle navolgers even te vergeten, maar het maken van Gladiator was in 1999 een enorme gok. Het historische epos, in het studiotijdperk schering en inslag in Hollywood, was al bijna veertig jaar uitgestorven, en regisseur Ridley Scott zat midden in een diep professioneel dal. De moeizame productieperiode deed het ergste vrezen, maar inmiddels weet iedereen hoe het Gladiator en zijn regisseur is vergaan.

Russell Crowe
Russell Crowe

In één van de deleted scenes van de vorige dvd-uitgave van Gladiator loopt Oliver Reed door een zee van mensen in een Romeinse straat. Het is een beeld dat je zou verwachten in een film die zich afspeelt in het moderne New York, en niet in het oude Rome. Toch laat dat ene beeld precies zien wat de makers van Gladiator probeerden te zeggen: de maatschappij van toen verschilde helemaal niet zo gek veel van onze huidige samenleving, en de karakters in de film moesten aanvoelen als hedendaagse mensen. Dat realisme, ondersteund door een stevig, menselijk verhaal, zorgde voor het enorme succes van Gladiator – hoewel luie producenten dachten dat elke film over de oudheid automatisch ook een kassucces zou worden.

Korreltje zout

Deze rijk gevulde dvd-set brengt hulde aan de film die aan de wieg stond van de o zo korte opleving van het neo-historische epos. Ridley Scott voegde 17 minuten gesneuveld materiaal toe aan de film, maar zegt in een korte introductie met nadruk dat dit geen director’s cut is: die was vijf jaar geleden al in de bioscoop te zien. De nieuwe scènes zijn vooral goed voor (fans van) Connie Nielsen, die een extra subplot krijgt toebedeeld waarin ze samen met enkele senatoren de val van haar broer, keizer Commodus, probeert te organiseren. De overige scènes voegen weinig toe aan het verhaal, maar geven enkele bijfiguren een beetje meer diepgang. Al met al moeten we deze Extended Edition maar met een korreltje zout nemen, ook omdat componist Hans Zimmer geen nieuwe muziek schreef voor de toegevoegde scènes. In plaats daarvan werden bestaande stukken simpelweg hergebruikt.

Roddels

Ridley Scott
Ridley Scott

Een van de grote voordelen van de nieuwe cut is het audiocommentaar van Ridley Scott en zijn ster Russell Crowe. De twee heren praten uiterst ontspannen over het maken van de film en vele andere dingen. Het is alsof je ruim twee en een half uur naar het gesprek van twee goede vrienden zit te luisteren: tussen de roddels en privémomenten door valt er heel wat te lachen (vooral door de grappen en anekdotes van Crowe) en kunnen we ook het nodige leren over het regie- en acteerproces. Het is altijd een positieve verrassing wanneer een acteur intelligenter blijkt dan zijn werk of reputatie doet vermoeden en bij Russell Crowe is dat zeker het geval. Crowe komt over als een joviale kerel die veel inzicht heeft in de techniek van het acteren, en het zou me niet verbazen als hij ooit nog eens als regisseur achter de camera plaats neemt.

Inmenging op hoog niveau

Disk twee van deze driedelige set wordt vrijwel in zijn geheel ingenomen door de beste documentaire die ik dit jaar op een dvd zag. Strength and Honor: Creating the World of Gladiator is langer dan de film en minstens zo interessant. Naast een uiterst boeiend overzicht van het productieproces verdienen twee segmenten extra aandacht: Tale of the Scribes laat – de titel zegt het al – de schrijvers van de film een half uur lang aan het woord. Gladiator kende een roerige productie, waarbij scènes de avond voor ze werden opgenomen soms nog werden gewijzigd. Lange tijd was het onduidelijk hoe de film moest aflopen, en dit deel van de documentaire laat op verrassend eerlijke wijze zien hoe een enorme productie als Gladiator door vele mensen op verschillende niveaus beïnvloed kan worden.

Het einde van Proximo

Oliver Reed
Oliver Reed

Na een lang leven van alcohol, drank en heel veel vrouwen stierf Oliver Reed op locatie in Malta. Erg vervelend, want Reed had nog niet al zijn scènes opgenomen, en zijn personage Proximo, hoofd van de gladiatorenopleiding in de film, zou een belangrijk aandeel hebben in het einde. In allerijl moest er iets bedacht worden. Het fascinerende segment Shadows and Dust laat de trucs zien die editor Pietro Scalia en de mensen van de visuele effecten bedachten om het geschoten materiaal zo te bewerken dat Reeds scènes niet opnieuw hoefden te worden gefilmd. Met veel kunst en vliegwerk gaven de makers Proximo een passend einde.

Overdaad

De derde schijf is verdeeld in Image en Design. Beide afdelingen gaan dieper in op een aantal van de technische departementen die al werden aangestipt in de lange documentaire. Zo is er een demonstratie storyboard tekenen, verschillende foto-overzichten en een veel te lange bespreking van de visuele effecten. Ook vind je hier nog meer verwijderde scènes(!), trailers en tv-spots. Na het zien van Strength and Honor en het beluisteren van het audiocommentaar zal deze derde disk voor de meeste kijkers te veel van het goede zijn. Toch zullen er ongetwijfeld geïnteresseerden zijn voor deze overdaad aan informatie.

Je kunt makkelijk een paar dagen zoet zijn met deze nieuwe versie van Gladiator, en het mooie is dat er vrijwel geen overlap is met de vorige dvd. Tezamen vormen ze een vijfdelige Ultieme Editie voor een film die al die lof dubbel en dwars heeft verdiend.