Theater / Voorstelling

Grimmige zussenreünie

recensie: De Nimfen (Toneelgroep Oostpool)

De zussen Lieke en Vivian wachten samen op de komst van zus nummer drie, Dana. Zij wordt van het vliegveld opgehaald door Sophie, die het zussental compleet maakt. Terwijl hun moeder op haar sterfbed lag en vervolgens overleed, vertrok Dana naar het andere eind van de wereld. Nu heeft het lot hen weer bij elkaar gebracht, want mogelijk zijn ze alle vier belast met een erfelijk gen wat de dood tot gevolg heeft. Preventief opereren of niet, dat is de keuze die ze voor hun kiezen krijgen en waar ze ieder voor zich op hun eigen wijze mee omgaan.

~

Peer Wittenbols schreef een stuk over vier vrouwen zo verschillend, dat je je nauwelijks kunt voorstellen dat het zussen zijn. Je blijft maar denken: hoe zou dat vroeger toch geweest zijn? Vroeger, toen ze allemaal nog in één huis woonden en hun vader hen ‘de nimfen’ noemde, omdat ze samen nog geen 65 kilo wogen. Iedere zus heeft een eigen verhaal. De verbitterde Vivian (gespeeld door Diane Lensink) heeft ‘de ziekte’ waaraan hun moeder is overleden, ook gehad. Ze is geopereerd en als toppunt van alle ellende verliet haar man haar voor een oudere vrouw. De lieve Lieke (Juul Vrijdag) vult nog iedere dag het trommeltje van haar man – niet alleen met brood, maar ook met een dubbele portie liefde. Zij bekijkt alles van de positieve kant. Sophie (Marie–Christine de Both) is de sterke loner en de geëmigreerde Dana (Slyvia Poorta) gooit overal graag een theatraal sausje over. Stuk voor stuk vier goede actrices die op hun eigen manier gestalte aan hun personage geven.

Libelle-praat

~

De Nimfen is een verhaal vol vrouwenproblematiek. Mierzoete relaties, nieuwe liefdes, bedrogen huisvrouwen en emancipatie; alles wordt met een vrouwensausje overgoten. Toch wordt het nergens te zoetsappig, en dat komt door de vlijmscherpe teksten. Hoewel het thema zwaar is, kan een (grim)lach nauwelijks onderdrukt worden. Cynisch, raak en soms absurd zijn de woordenstromen die de zussen produceren. En soms ook gewoon grappig. Zo sneert Vivian over haar ex-man “Er zijn tijden geweest dat ik hem zo heb uitgescholden dat ik het dauw in zijn snor zag hangen.” Hoewel het typisch een vrouwenonderwerp is waar de tijdschriften vol van staan, bestaat er een zekere herkenning in de zussenstrijd waardoor het voor iedereen interessant wordt. Want een zussenband mag dan voor het leven zijn, wat als je moet beslissen hoe lang dat leven nog kan duren?

Even abrupt als het leven kan eindigen, komt er ook een einde aan het stuk. Na ruim anderhalf uur is het klaar en heb je enkele seconden nodig om te beseffen dat het afgelopen is. Het gevoel dat je hierdoor aan de voorstelling overhoudt, is waarschijnlijk precies wat de schrijver ermee bedoelt heeft: ongemakkelijkheid, onwetendheid en onzekerheid zonder dat er een goed of een fout antwoord is. Of zoals in dit geval een goede of een foute keuze.

De voorstelling is nog te zien tot en met 18 februari 2006. Kijk hier voor een uitgebreide speellijst.

Muziek / Album

No Gimmicks

recensie: Matisyahu - Live at Stubb's

.

In het kort: Deze man is Matisyahu (geboren als Matthew Miller) en komt oorspronkelijk uit West Chester, Pennsylvania. En met Live at Stubb’s komt, na het studiodebuut uit 2004, nu zijn eerste livealbum uit.

Relireggae

~

Opgenomen tijdens het optreden van 19 februari dit jaar in het barbecuerestaurant Stubb’s in Austin, Texas. Krijgt hij hier het publiek mee als hij zingt/rapt over zijn religie? Jazeker, de respons die je hoort is enthousiast, ondanks de veelal laid-back reggae die de beste man ten gehore brengt. Het publiek schijnt het allemaal lekker te vinden en gaat mee in de flow. Daarnaast is er vanuit Matis zelf ook genoeg interactie, al zijn het dan misschien de standaardvragen als “everybody ok?” en de aankondigingen van nummers. Maar zelfs wanneer hij uitlegt waar een nummer precies over gaat met betrekking tot zijn geloof, reageert het publiek enthousiast. En dat is mooi, want er wordt niet gedweept met religie, er wordt gewoon heerlijke reggae gespeeld.

Nieuwtjes

Reggae die bij Bob Marley-fans ook zeker in de smaak zal vallen. Soms relaxed, soms opzwepend, maar te allen tijden met een vrolijke weerklank. Voor zij die bekend zijn met het materiaal van Matis staan er op deze cd vier nog niet eerder uitgebrachte nummers, waarvan één instrumentaaltje (Fire and Heights, een lang uitgesponnen nummer waarin de muzikanten ook even laten horen wat ze kunnen en een mooie aanvulling op de set). Opener Sea to Sea trapt af met een rustig baslijntje waar langzaam een echoënd gitaartje overheen komt. Mijn hoofd knikt al voordat de zang überhaupt begint, een heerlijk begin waar Matis met lange uithalen overheen begint te zingen. Lord Raise Me Up begint alsof het de soundtrack is van een Jamaicaanse showdown in het wilde westen. Continu aanzwellende gitaartjes, die uitmonden in wederom een heel relaxed nummer. Van de nieuwe nummers is eigenlijk alleen Heights wat meer mid-tempo. Gelukkig horen we hier ook meteen wat Matis aan raps in zijn mars heeft.

Kortom, ondanks het nog kleine oeuvre van deze artiest toch een livealbum dat iets nieuws te bieden heeft en een positieve voorzet geeft voor het volgende album, dat in het begin van 2006 moet gaan uitkomen.

Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: Somnambuul // Hoop Dreams // Stormy Weather // Love is the Devil

.

Somnambuul

(Sulev Keedus, 2002 • Filmfreak)

Met Somnambuul ontrukt de Estische regisseur Sulev Keedus het Estland van de Tweede Wereldoorlog aan de vergetelheid. Op een ingetogen en poëtische wijze weet hij de uitzichtloosheid en de grimmigheid van de oorlog op microniveau op te roepen. De weidsheid en verlatenheid van het landschap accentueren het tragische lot van Eetla en haar vader die vrijwel alleen zijn achtergebleven. De titel van de film duidt op de toestand waarin de personages zich bevinden.

~

Ze leven tussen de droom en de realiteit in, omdat ze allebei niet om kunnen gaan met de trauma’s, schuldgevoelens en eenzaamheid die de oorlog plus de dood en het verraad van de moeder over hen heen gestort heeft. De vader raakt steeds meer verzonken in zijn eigen beslommeringen en gaat halfbewust, al mompelend door de wereld. Zijn gefrustreerde dochter Eetla worstelt ondertussen met het leven. Hierbij speelt haar angst om verkracht te worden een dubbelzinnige rol: aan de ene kant probeert ze er met alle macht aan te ontkomen, maar aan de andere kant lijkt ze er op een vreemde manier ook naar te verlangen. Keedus legt een ondubbelzinnig verband tussen seks en geweld, wat het beste blijkt uit een scène waarin Eetla zichzelf bevredigt met behulp van een geweer: seks en de dood in één beeld gevat. Somnambuul is een hallucinerend portret van een sluimerende waanzin die je bij de kladden grijpt en je onderdompelt in een rauwe, haast primitieve wereld. (Martijn Boven)

Hoop Dreams

(Steve James, Frederick Marx en Peter Gilbert, 1994 • A-Film)

Vijf jaar lang volgden de makers van Hoop Dreams de twee jonge basketballers William Gates en Arthur Agee, die beiden niets liever willen dan ooit in de NBA te mogen spelen. Ondanks het onderwerp is Hoop Dreams – door sommigen wel een van de beste documentaires van de jaren negentig genoemd – veel meer dan een sportfilm.

~

De makers hebben uit honderden uren materiaal een indringend beeld gedestilleerd van de zachte dromen en de harde realiteit van twee zwarte jongens die opgroeien temidden van drugsdealers, verslaafde vaders en moeders zonder geld. Zelfs als je totaal niet van sport houdt (zoals ondergetekende) is de speelduur van drie uur gemakkelijk uit te zitten. Extra’s zijn er helaas niet op deze Nederlandse uitgave, dus wie een beter beeld wil krijgen van de totstandkoming van deze film, doet er goed aan de Criterion-editie uit Amerika te bestellen. (Melson Zwerver)

Stormy Weather

(Sólveig Anspach, 2003 • Total Film)

Fraai dat er weer eens een IJslandse film op dvd verschijnt, jammer dat het zo’n onbeduidende moest zijn als dit lauwe drama, een Frans-Belgisch-IJslandse co-productie. Stormy Weather vertelt het verhaal van een arrogante psychiater (de Franse ster Élodie Bouchez)

~

die haar zwijgzame psychiatrische patiënte achtervolgt naar de Westman-eilanden aan de kust van IJsland. Hier treft ze een conservatieve, gesloten bevolking aan die haar liever kwijt dan rijk is, en die de vrouw niet wil laten behandelen. Een solide basis voor een melodrama, waar Anspach redelijk in slaagt. Het probleem is dat haar film nergens in uitblinkt. Het drama laat zich voorspellen, en de regisseuse (die zelf uit de Westman-eilanden komt) doet geen moeite het magnifieke landschap in beelden tot zijn recht te laten komen. Wat overblijft is een matig en snel vergeten drama, dat echter – vooral door de IJslanders – erg goed geacteerd is. (Paul Caspers)

Love is the Devil

(John Maybury, 1998 • Homescreen)

De meeste biopics zijn vergeven van de clichés en doen te hard hun best om een politiek correct beeld van hun onderwerp te geven. Dit intrigerende portret van de Britse schilder Francis Bacon (1909–1992 – zijn macabere Paralytic Child Walking on All Fours hangt nog altijd in het Gemeentemuseum in Den Haag) heeft daar geen last van: het is een duister en beklemmend kunstwerk op zich. Hoe levendig het beeld van de schilder is is des te opmerkelijker als je weet dat Maybury geen toestemming kreeg om Bacons schilderijen te gebruiken.

~

Hij heeft dit obstakel slim weten te omzeilen door een magnifieke vormgeving met duidelijk gestileerde scènes, die de aandacht vasthouden en het echte werk net niet laten zien, zonder dat je het mist. Uiteraard is Love is the Devil een nadrukkelijk artistieke film – Maybury is van oorsprong zelf een schilder. Dat zorgt voor een visuele stijl, op het randje van het pretentieuze. Maar het is een bijzonder stijlvol en coherent portret. Daarin is Derek Jacobi’s rol natuurlijk essentieel: de topacteur – die zichzelf altijd wegcijfert voor de vereisten van zijn rol in een film – vertoont niet alleen een frappante fysieke gelijkenis met de schilder, maar geeft ook een ingetogen, geen moment valse gestalte aan een door en door onsympathiek mens, maar des te intrigerender kunstenaar. Het is algemeen bekend dat de briljante Bacon een hufter was, maar Jacobi maakt de tragiek van zijn destructieve persoonlijkheid zo goed voelbaar dat hij een afstandelijke film als deze toch aangrijpend maakt. Maybury zou later de mist in gaan met The Jacket. Geen extra’s. (Paul Caspers)

Boeken / Non-fictie

126 dingen om te onderzoeken

recensie: Experimenten in en om het huis

Er zijn altijd wel dingen die je ooit nog eens zou willen doen. Of je zit met alledaagse of minder alledaagse problemen, waarvan je jezelf afvraagt of er niet een simpele of goedkope oplossing voor te vinden is. Twee boekjes bieden uitkomst. Ze bevatten handige antwoorden op (on)zinnige doelstellingen en de kleine en grotere levensvragen.

101 dingen

~

Het boekje 101 dingen die je gedaan moet hebben bevat heel treffend een lijst met 101 dingen die je, inderdaad, ‘gedaan moet hebben’. Dat dit een arbitraire lijst is moge duidelijk zijn. Het leuke aan dit boekje is echter dat er ruimte is vrijgehouden voor je eigen doelen. Voor iedere doelstelling zijn twee pagina’s gereserveerd. Op de linkerpagina wordt een omschrijving gegeven van de activiteit die men zich tot doel gesteld heeft. Voorbeelden hiervan zijn: Wees een menselijk proefkonijn, Red iemands leven of Word lid van de Mile High Club. Op de rechterpagina is ruimte voor het invullen van de relevante gegevens bij die doelstelling. Zo dien je bij het volbrengen van je doel een ‘volbracht’-sterretje (van het bijgeleverde stickervel) te plakken op de daarvoor bestemde plek. Daarnaast vul je andere relevante informatie in, zoals de datum van volbrenging en eventuele andere relevante kenmerken als plaats, afmetingen, betrokken personen etc.

101 dingen die je gedaan moet hebben is een leuke gadget met hier en daar zelfs erg leuke suggesties. Zo is het misschien inderdaad een leuk idee om de aurora borealis (het noorderlicht) eens te zien. Maar daarnaast staan er ook doelstellingen in als Zorg dat je gearresteerd word, Rij zo hard je auto kan en Word persona non grata in een kroeg op de lijst. En deze zijn misschien iets minder lovenswaardig. Maar ook met die enkele minder leuke doelen blijft 101 dingen die je gedaan moet hebben een ideale verjaar- of feestdagtip.

25 experimenten

~

Het tweede boek heeft een nog langere titel dan het hierboven besproken 101 dingen die je gedaan moet hebben. Het gaat hier om het schrijfwerkje met de naam 25 nieuwe wetenschappelijke experimenten voor huis, tuin en keuken. En dat is uiteraard het vervolg op Wetenschappelijke experimenten voor huis, tuin en keuken. Na het succes van het eerste deel is het nu dus tijd voor nog meer experimentjes in de eigen huiskamer. Maar wees gewaarschuwd. Hoewel het hier een vrolijk gekleurd dun boekje betreft, dienen de experimenten niet licht opgevat te worden. Wil je bijvoorbeeld het experiment met de als afstandsbediening functionerende boor uitproberen, dan zul je toch echt wat tijd en moeite moeten investeren. De experimentjes worden luchtig omschreven en geïllustreerd. Maar wil je er ook echt zelf iets mee, dan zul je meestal nog wat extra research moeten doen op internet of in de bibliotheek.

Het zijn niet meteen de makkelijkste experimenten die in dit boekje worden behandeld, en ook niet altijd de smakelijkste. Zo zijn de beschreven methodes om botten en schedels schoon te maken niet allemaal even proper. Je moet dus wel van uitzoeken, knutselen, proberen, falen en opnieuw proberen houden. Heb je geen onderzoekende geest, maar zet je liever gewoon je tv met de bijgeleverde afstandsbediening op RTL Boulevard, dan kun je dit boekje beter links laten liggen.

Lijstje

Twee boeken met elk een lijstje van dingen die misschien de moeite waard zijn om te doen. Voor de ondernemende mens zijn ze zeker de moeite waard, maar ook als je wat minder actief in het leven staat is het leuk om ze door te bladeren en je volop te verbazen over dingen die andere mensen blijkbaar bezighouden. En terwijl je lekker lui op de bank ligt te lezen, zie je de experimenterende, doelgerichte medemens al flink ploeteren. Het valt namelijk niet mee Koolstofeieren van kippengaas te maken terwijl je De hoogste gebouwen van de wereld bezoekt.

Anne Schulp & Jos van den Broek • 25 Nieuwe Wetenschappelijke experimenten voor huis, tuin en keuken • Uitgever: Veen Magazines • Prijs: € 14,95 (paperback) • Pagina’s: 96 • ISBN: 9085710030

Richard Horne (vertaling: Martine Jellema) • 101 dingen die je gedaan moet hebben • Uitgever: Prometheus • Prijs € 12,50 (paperback) • ISBN 9044606999

Boeken / Achtergrond
special: Een interview met acteur Tom van Bauwel

‘Het leven is ons vreemd en vertrouwd tegelijk’

Literatuur is op de een of andere manier altijd wel aanwezig geweest in het werk van de Belgische acteur Tom Van Bauwel (40). Zo stak hij als jonge twintiger een gedurfde voorstelling rond een aantal gedichten van Paul Van Ostaijen in elkaar. Voor de monoloog De Schipbreukeling werkte hij dan weer samen met de Nederlandse schrijver Benno Barnard. Hoewel zijn rollen in de film Ad Fundum en de serie Windkracht 10 nog altijd voor herkenning zorgen, oogst Van Bauwel vooral in de theaterwereld steeds meer erkenning. Opvallend is dat hij in zijn werk meer en meer op zoek gaat naar een smaakvolle synthese van (voor)lezen, schrijven en acteren.


Anton Tsjechov
Anton Tsjechov

Op de Antwerpse Boekenbeurs werd Tom Van Bauwel door uitgeverij Van Halewijck gevraagd om enkele korte verhalen van de negentiende-eeuwse Russische auteur Anton Tsjechov voor te lezen. “Hoewel zijn verhalen op het eerste gezicht soms wat verouderd aandoen, blijken ze bij een tweede lezing toch echt pareltjes van vertelkunst te zijn, vaak ontroerend en grappig tegelijk. Bovendien haalt Tsjechov het cliché dat zegt dat Russen allemaal zwaarmoedige mensen zouden zijn, onderuit.” Om de welbekende drukte van het Bouwcentrum [waar de Boekenbeurs plaatsvindt – J.V.] te ontlopen, spreken we enkele dagen later af in Borgerhout. “Ik heb een beetje een dubbel gevoel bij de Boekenbeurs. Als het niet hoeft, begeef ik me liever niet tussen die menigte. Aan de andere kant trekt de beurs natuurlijk mensen aan die anders nooit in een boekhandel komen. Als ze op die manier toch in contact kunnen komen met literatuur, dan is dat uiteraard alleen maar goed.”

Verwarde levensstijl


“Een definitie geven van Literatuur is niet gemakkelijk. Ik denk vaak aan wat Harold Pinter zei: ‘we read to know we’re not alone‘. Maar het gaat natuurlijk niet alleen om het bestrijden van de eenzaamheid. De laatste tijd lees ik nog veel meer dan vroeger, en literatuur gaat me dan ook steeds meer inspireren, in de eerste plaats als acteur en regisseur, maar zeker ook gewoon in het leven. We lezen natuurlijk ook om onszelf te herkennen. Zo kan ik mezelf nu gedeeltelijk wel terugvinden in het werk van Jeroen Brouwers. Ik meen dat ik, net als hij, op een soort verwarde manier in het leven sta: het gevoel dat het leven ons enerzijds heel vertrouwd is, maar anderzijds dan vaak ook weer heel vreemd.” De liefde voor de letteren trof Van Bauwel dan ook heel vroeg: “Nu herlees ik De donkere kamer van Damokles van Willem Frederik Hermans, een boek dat ik voor het eerst las toen ik op de middelbare school zat. Door een boek later voor een tweede keer te lezen ontdek je toch dat je als scholier op een heel andere wijze leest. Terwijl je nu meer op zoek gaat naar de diepere lagen, liet je je vroeger eerder meeslepen door de spanning.”

Andere klank

~

Dat literatuur een steeds prominentere rol speelt in Van Bauwels werk, blijkt ook uit het feit dat hij steeds meer gevraagd wordt om teksten voor te dragen. Hij leest geanimeerd en zichtbaar geamuseerd voor. “Zo’n levendige lezing vergt veel concentratie en voorbereiding. Vooraf sterf ik dan ook meestal van de zenuwen. Die stress heb ik nodig om me volledig te focussen. Zo vermijd ik dat ik door de mand val door een zin verkeerd te interpreteren.” Hij is al jaren een vaste genodigde op het “festival van het woord” Zuiderzinnen, en verzorgt ook regelmatig literaire avonden in het “wereldculturen-centrum” Zuiderpershuis. Daar kreeg hij vorig jaar de kans om de door hem zo bewonderde Hongaarse auteur György Konrád te ontmoeten.

Maar ook de toneelstukken waarin Tom Van Bauwel acteert of die hij regisseert, zijn niet zelden geïnspireerd door het oeuvre van grote schrijvers: hij speelde onlangs mee in de oogstrelende en bejubelde bewerking van Marcel Proust’s romancyclus Á la recherche du temps perdu, een voorstelling van toekomstig artistiek leider van het Toneelhuis Guy Cassiers. Afgelopen zomer acteerde hij dan weer in Tasso, een Nederlandse productie naar Goethe’s gelijknamige meesterwerk. “Ik denk dat het een beetje een beweging is binnen het theater: misschien wordt deze periode later wel geboekstaafd als de periode waarin de toneelmakers heel veel inspiratie zochten in romans. Sommige mensen in het wereldje hebben daar wat last mee. Ze vinden dan dat een boek geschreven is om te lezen en dat de auteur anders wel voor het theater had geschreven. Ik vind die redenering een beetje belachelijk: boek en voorstelling kunnen perfect complementair zijn. In romans vind je soms een heel andere klank en taal, en het lijkt er ook op dat het toneelpubliek daar meer dan vroeger op ingesteld is.”

Mouwtjetrek

~

Vriend en collega-acteur Axel Daeseleire gaf recentelijk zijn eerste dichtbundel Nachtdier uit. Aan Tom vroeg hij om hiervoor het nawoord te schrijven. Dit doet natuurlijk de vraag rijzen of ook hij zich weleens aan een gedicht waagt. “Ik schrijf niet echt veel, maar bij momenten dan toch weer wel. Toch is dat voorlopig nog absoluut niet voor publicatie vatbaar. Kwantitatief gezien heb ik simpelweg nog niet genoeg; daarenboven heb ik voor mijn gevoel nog niet voldoende kwaliteit om er echt mee naar buiten te komen. Misschien komt dat ooit wel, maar op dit moment ben ik gewoon niet klaar om die toch wel erg moeilijke stap te zetten.” Sinds Daeseleire’s outing is er echter wel een klein aantal mensen dat aan Toms mouw begint te trekken. “Ik ervaar dat eerder als lastig, omdat zoiets zeker niet onder druk mag gebeuren. Maar ik ben al wel zo ver dat ik af en toe eens iets durf door te faxen, met het vriendelijke verzoek het na het lezen te vernietigen.” (lacht)

Gevecht met Brouwers

Toen Jeroen Brouwers in mei van dit jaar zijn vijfenzestigste verjaardag vierde, viel Tom van Bauwel de eer te beurt om op het feest een tekst voor te dragen. Hij loopt al langer rond met het idee iets te doen rond het werk van de grote Nederlandse schrijver. “Ik heb ook contact met Johan Vandenbroucke, literatuurrecensent van De Morgen, die een prachtig portret van Jeroen Brouwers schreef en dicht bij de auteur staat. In die zin zou Vandenbroucke natuurlijk de gedroomde dramaturg voor het project zijn. Het liefst zou ik eerst een soort try-out doen, om bij een select publiek te zien of het wel aanslaat. Concreet zou ik graag iets doen rond de brieven van Brouwers, die overigens in een nieuwe uitgave zijn verschenen. Ik zou van daaruit een lijn willen trekken naar zijn bekende roman De Zondvloed. Wanneer hij in zijn brieven spreekt over dat boek, komt het gevoel dat schrijven een voortdurende worsteling is steeds naar boven: ‘ik kom er maar niet toe om dat grote boek af te krijgen’. Dat gevecht, dat radarwerk zou ik dolgraag in een toneelvoorstelling blootleggen.”

Boeken

Mooie boeken, matige selecties

recensie: Jürgen Müller (Ed.) -
Beste films van de jaren 80 / Beste films van de jaren 90

Uitgeverij Taschen staat erom bekend mooie boeken met prachtige illustraties uit te brengen. Tot deze categorie behoren ook Beste films van de jaren 80 en Beste films van de jaren 90, waarin de beste films van deze twee decennia aan de orde zouden moeten komen. Het valt echter nog te bezien of ze wel een goed en evenwichtig beeld van de jaren tachtig en negentig schetsen.

Scène uit <i>Das Boot</i>
Scène uit Das Boot

Beide boeken beginnen met een lange inleiding die de rode draad in de cinema van het desbetreffende decennium probeert aan te geven. In het voorwoord bij Beste films van de jaren 80 schrijft Müller over de opkomst van de blockbuster, groots opgezette spektakelfilms met een meeslepend karakter, zoals Blade Runner en E.T. In Beste films van de jaren 90 laat Müller aan de hand van Silence of the Lambs zien hoe montagetechnieken in de jaren negentig een belangrijke rol speelden. Tevens geeft hij aan dat dit decennium bol stond van films die er niet op uit waren om je mee te slepen maar om je te verrassen en te verwarren. Deze inleidingen zijn goed geschreven, met lange, goed onderbouwde analyses van de films en hun contexten. Als dit een voorbode is van de beschouwingen over de films, zit het wel goed met de kwaliteit van deze boeken.

Klassiekers, cultfilms, wereldcinema

In de beide boeken staan uiteraard vele hoogtepunten uit de twee filmdecennia. Uiteraard worden handenvol klassiekers besproken, zoals Das Boot en Scarface uit de jaren tachtig en Pulp Fiction en The Matrix uit de jaren negentig. Gelukkig heeft Müller echter ook oog voor de iets minder bekende goden. Zo wordt in het deel over de jaren tachtig ook Le Dernier Métro van François Truffaut en Kagemusha van Akira Kurosawa besproken. En in Beste films van de jaren 90 komen Todo Sobre mi Madre en Les Amants de Pont-Neuf ook aan bod. Zo lijkt het er in eerste instantie op dat Müller ons een uitgebalanceerde selectie films voorschotelt met klassiekers, cultfilms en wereldcinema.

Opvallende afwezigen

Scène uit <i>Top Gun</i>
Scène uit Top Gun

Helaas zijn er aan deze sterke groep films, die een sterke basis vormt voor en een goede afspiegeling geeft van de cinema in de twee decennia, veel andere films toegevoegd die niet in een boek met de beste films van de jaren tachtig of negentig thuishoren. Dit zijn voornamelijk Hollywoodfilms als Top Gun, Beverly Hills Cop, Men in Black en Apollo 13. Grote producties, gemaakt met veel geld en grote sterren die misschien een beetje kenmerkend zijn voor de decennia, maar absoluut niets laten zien dat vernieuwend of opvallend genoemd kan worden. Kijk, een film als Die Hard is niet echt een goede film, maar het was wel de meest kenmerkende actiefilm van de jaren tachtig, die bovendien een blauwdruk bleek te zijn voor dozijnen soortgelijke films; een reden om hem in het boek op te nemen. Maar de vier bovengenoemde films (en het zijn slechts vier voorbeelden uit een veel grotere groep soortgelijke films) hebben niets kenmerkends, behalve hoge budgetten. De overdaad aan Hollywoodfilms geeft geen getrouw beeld van de Beste films van de jaren…. De meest beroemde, de grootste producties, dat zijn het zeker. Maar de beste? De films van de Chinese regisseurs Kaige Chen en Yimou Zhang worden bijvoorbeeld compleet genegeerd en ook La Haine en de Trois Couleurs-trilogie zijn opvallende afwezigen.

Lust voor het oog


Over de keuzes valt dus te twisten, inhoudelijk zijn de stukken over de verschillende films wel van een vrij hoog niveau. De analyses en vergelijkingen zijn goed en je merkt dat de schrijvers verstand van zaken hebben. De stukken zijn alleen net te kort om er diep op in te gaan. Dat is jammer: regelmatig wordt er een interessant punt aangeboord maar niet verder uitgediept. In het vervolg zou Taschen er beter aan doen besprekingen bij films als Top Gun gewoon weg te laten, zodat er voor andere, betere films meer ruimte is. De boeken worden – zoals veel boeken van Taschen – verfraaid met een groot aantal mooie ‘movie stills’. Deze illustraties zorgen ervoor dat de twee boeken een lust voor het oog zijn.

Film / Achtergrond
special: Interview met documentairemaker PeÅ Holmquist

IDFA: een eco-provocateur

.

Ja, op een bepaalde manier kun je zeggen dat ik hem voor westerlingen heb gemaakt. Ik wilde voor het publiek iemand hebben die niet uit het Westen kwam, ik was doodmoe van kijken naar Azië en Afrika door onze ogen. Met een hoofdpersoon die niet uit het Westen komt, die niet arm is en die intelligent is, misschien nog wel intelligenter dan wij! En dat is wat ik leuk vind aan Vandana [Shiva], ze is slim en intelligent, komt niet uit een arm milieu en gaat dit gevecht aan terwijl ze uit een andere cultuur komt. We hebben haar leren kennen in 2001 in Seattle toen mijn vrouw en ik bezig waren met een totaal andere film. Het onderwerp, genetische manipulatie, is erg ingewikkeld. Je hebt het dan over beïnvloeding van het leven en de natuur en dat is te abstract als je geen echte hoofdpersoon hebt.

Had u door te kiezen voor Vandana Shiva ook de manier waarop vrouwen in deze periode worden voorgesteld in het achterhoofd?

Vandana Shiva
Vandana Shiva

De meeste van onze films gaan over vrouwen, wij zijn als man en vrouw ook een team. We werken al zeventien jaren samen en zijn daarbij nog eens getrouwd ook. Maar ook lang daarvoor heb ik al tegen mezelf gezegd dat het niet klopt om alleen maar mannen in een filmcrew te hebben, omdat de wereld toch al zo om mannen draait. Meestal zijn vrouwen onze hoofdfiguren. Alleen mannen, dat is saai en voorspelbaar. Bovendien, bijvoorbeeld, als ze in deze film naar Straatsburg gaat naar het European Patent Office om die man te ontmoeten, dan zie je hem denken “wat moet ik met die vrouw?”. Hij krijgt het gewoon niet over zijn lippen haar binnen te vragen voor een kopje koffie, hij weet gewoon niet wat hij met haar moet doen. Je ziet hem denken. Voor mij is dat een uitdaging, een stuk spanning. Shiva noemen wij in Zweden een eco-provocateur. En ze weet dat, ze vind het ook niet erg als mensen haar zo zien. Dat is een goeie zaak. Het goede van provocateurs is dat ze de anderen lamleggen, ze worden kwaad omdat ze niet vanuit hun hart kunnen spreken. Ze moeten de façade van “laten we aardig spreken” hoog houden, dat is het stuk spanning waar ik van hou.

Shiva spreekt over globalisering en zegt daarover dat ze daar op een creatieve manier mee om wil gaan. Heeft u dat als een filmer ook?

Er zitten zoveel verschillende kanten aan globalisering. Wij nemen bijvoorbeeld voor lief dat de koffie van de andere kant van de wereld komt en taperecorders van weer een andere kant, terwijl daar tegenover staat dat er grote dingen gaan gebeuren aan die kanten van de wereld. Neem bijvoorbeeld het watertekort in Noord-China. Met dat tekort in zo’n groot land in je achterhoofd kun je verwachten dat binnen tien jaar grote groepen mensen moeten verhuizen naar het zuiden. Je ziet gewoon dat de natuur zijn eigen weg gaat en dat we het daarvan als mensen niet kunnen winnen. Een ander voorbeeld is de tsunami, dat is met alle natuurlijke zaken zo: met voorspellingen hadden mensen vanzelfsprekend weg kunnen gaan, maar de natuur blijft hoe we het ook wenden of keren van nature onvoorspelbaar.

Voor een hele lange tijd hebben we slechts vanuit een economisch perspectief naar globalisering gekeken. Wat Shiva probeert te doen is daar van een andere kant naar te kijken. Wat gebeurt er met ons voedsel, hoe verandert het door die globalisatie. Omdat die enorme ondernemingen het doen zoals zij het willen doen, is (ook hier) het enige alternatief voor ons op zoek te gaan naar alternatieve, locale markten en die helpen op te bouwen.

Noch genetische manipulatie, noch globalisatie was een gedachte, we waren met iets heel anders bezig. Het beginpunt waren de demonstraties in Seattle en Geneva, we waren verwonderd en benieuwd naar waar de jongeren over praten, mee bezig waren. Ze denken anders over de wereld, niet op een manier zoals wij ooit deden. Ze praten over voedsel en wat er morgen met de wereld staat te gebeuren. We waren bij enkele demonstraties bij conferenties, niet om die te filmen maar om erachter te komen wat er allemaal achter zat, waar de jongeren mee bezig waren. En zo is het idee van de film ontstaan en de connectie met GM-technologie, Vandana Shiva en globalisering.

Bent u altijd betrokken bij de onderwerpen van uw films?

Scène uit <i>Bullshit</i>
Scène uit Bullshit

Als je een documentaire maakt op de manier waarop wij werken kost dat veel tijd. Vandana Shiva dacht bijvoorbeeld dat we twee weken zouden blijven, we zijn twee jaar in India geweest. Ze heeft wel vaker meegewerkt aan documentaires maar kende ook deze manier van werken niet. Toen we na de derde week terugkwamen begreep ze dat we naar iets anders zochten. Ik heb een hardwerkende politica gevonden. Zo zetten we haar ook neer in de film. We zijn goede vrienden geworden, maar zoals het hoort bij goede vrienden, heb je discussies en good fights.

Bent U net als Shiva ook bang voor “de Petri-planet”?

Ik hoop dat er nog genoeg tijd is, de alternatieve markten groeien. Als je naar Marks & Spencer in London gaat hebben ze organic food en produkten (o.a. kleren) die gemaakt zijn in een milieuvriendelijke omgeving. Dat bestond vijf of tien jaar geleden nog niet, en is belangrijk. Dat is natuurlijk schamel als je het vergelijkt met de ‘Grote Superbedrijven’, maar het is een begin. Ik kan niets voorspellen.

Ziet U zichzelf als een activist ?

De films die wij maken… ik kan geen film maken over een theelepeltje. Ik moet er op de een of andere wijze geïnteresseerd in zijn, of boos over zijn, en dat geldt ook voor mijn vrouw. Maar het is niet zo dat we een film maken en de volgende dag staan te demonstreren, het is niet hetzelfde. Zo hebben we in deze film voor het eerst de directeur van multinational Monsanto aan het woord, dat was belangrijk om te horen, en daar zijn we ook hard mee bezig geweest. Als ik een activist was geweest dan had hij daar waarschijnlijk niet gestaan. Ik ben een actieve filmmaker, maar activist, nee. Ik ben ook geen lid van een politieke partij. Woede is een motor voor creativiteit, Every concern about the world tomorrow is important, van de Oorlog in Bosnië tot de Armeense Kwestie.

Hoe is het filmklimaat in Zweden?

Ik denk dat er meer mogelijkheden in Holland zijn dan in Zweden. Als wij aan een project buiten Zweden werken moeten we daar zeker meer dan tien financiers voor hebben. Voor deze film hadden we er dertien. Ik heb hier in Nederland films gezien die gemaakt zijn met slechts twee of drie. Heel veel tijd gaat zitten in financiering en research. Wij doen tussen de drie en zes projecten in vijf jaar. Het hangt er wel eens van af, soms doen we twee kleine, een groot project en twee ertussenin. We werken al zeventien jaar samen. Ik heb ruim vijftig filmproducties gemaakt en mijn vrouw een twintigtal. Deze film was een van de moeilijkste om te maken. Het Coca-Cola gebeuren aan het einde, daar hadden we niet van verwacht dat het in de film zou zitten, omdat de rest van de film over voedsel gaat. Maar het materiaal was te goed, we konden het niet laten liggen, en van Shiva is het zo goed dat ze over tien, twintig onderwerpen in dezelfde zin kan praten, dat kan gewoon niet allemaal in de film. We hebben ongeveer honderdvijftig uur aan materiaal geschoten. Maar het was heel zwaar, zelfs zonder alle details te weten over de onderwerpen hebben we vreselijk veel moeten lezen om ons erin te verdiepen.

Werkt U altijd met dezelfde crew?

PeÅ Holmquist en Suzanne Khardalian
PeÅ Holmquist en Suzanne Khardalian

Niet altijd, maar we zijn met een vaste groep. Een cameraman, een geluidsman, ik doe de tweede camera en dan is er nog mijn vrouw. We zijn dus niet met veel. Ik ben meerdere keren in India geweest. De eerste keer in 1967, toen ik twintig was. Ik ben een India Lover. Dat was overigens niet de reden om Vandana Shiva te kiezen, maar natuurlijk viel het wel mooi samen. Vier jaar geleden was ik op het IDFA en daar zag ik vier films over India. Alles ging over bedelaars, guru’s, mannen die kinderen slaan en andere ellende, alsof er niets anders over te vertellen is. Toen dacht ik nee, nee, nee, dit is teveel en toen ik Shiva vond viel ik op mijn knieën, het viel allemaal op zijn plaats.

Kunt U zich voorstellen dat de dingen, met name de situatie van de boeren, hier ook kunnen gebeuren?

Ja, dat kan ik me goed voorstellen. De zelfmoorden bijvoorbeeld, er zijn veel boeren in de V.S. die zelfmoord plegen. In ons systeem, binnen de EU, hebben boeren een goed leven door de subsidies. Er gebeurt nú nog niets, maar als we ze willen laten overleven, als zijzelf willen overleven dan moeten ze gaan boeren op een andere manier dan nu, met het hele systeem van dumpen van voedsel en subsidiëren van de boeren hier. Als het zo doorgaat, of als ze dat blijven denken dan ben ik bang dat hier hetzelfde gaat gebeuren.

Zou u dan een film maken over het onderwerp in Zweden?

Jazeker, ik bedoel, we kennen Azië en het Midden-Oosten erg goed, maar ik zou nooit een film over de guerrilla’s in Colombia kunnen maken. Ik wil de omstandigheden kennen. We spreken de taal en voelen ons er in zekere zin thuis. Heel lang geleden heb ik de oorlog in Vietnam gefotografeerd [Holmquist was vroeger mode-fotograaf] maar ik kan me niet voorstellen een verhaal over de Colombiaanse drugsoorlog te maken. Ik ken het daar niet en er zijn anderen die dat beter kunnen. Natuurlijk zijn we wereldburgers, maar als filmaker heb je een bepaalde focus nodig. Dat was ook moeilijk aan deze film, je hebt die focus en bij het maken van deze film kon dat in een paar dagen verschuiven, bijvoorbeeld toen we plotseling naar Mexico moesten. Dat was lastig.

Hoeveel tijd bent U bezig geweest met de research?

Zes à zeven maanden, in India en in Europa. Dat is nu weer het mooie van de videotechnologie, je kunt je research doen terwijl je aan het werk bent, overal ter wereld. We zijn dan met het hele huishouden op stap, we hebben een dochter van twaalf. Soms vindt ze het okay en soms protesteert ze. Nu zit ze bij Kids & Docs.

Boeken / Fictie

Gezichtsbedrog en lezersgenot

recensie: Pieter Waterdrinker - Duitse bruiloft

Nederland nog geen tien jaar na de Tweede Wereldoorlog. Mensen hebben hun leven weer opgepakt en een nieuw bestaan opgebouwd. Het is een tijd van nieuwe hoop en nieuwe kansen. Maar de oorlog is nog lang niet vergeten en een huwelijk tussen een Nederlandse jongen en een Duitse vrouw veroorzaakt dan ook al snel de nodige onrust.

In de roman Duitse bruiloft maken we kennis met de familie Bagman. Een redelijk welvarende familie die, onder leiding van vader Jacob, van het vervallen hotel Nieuw Lux een renderend toeristenverblijf heeft weten te maken. Alles lijkt zich prima te ontwikkelen voor de familie – zeker als zoon Ludo aankondigt te willen gaan trouwen. Aanstaande bruid is de Duitse Liza Bender, dochter van een rijke worstenmaker. Tot dusverre is er niets aan de hand. Maar niet iedereen blijkt even blij met het aanstaande huwelijk.

Tegenstand

~

Liza’s moeder Kati moet bijvoorbeeld helemaal niets hebben van dat walgelijke Nederlandse volkje in hun grijze, natte landje. Ze is dan ook helemaal niet blij als ze voor de bruiloft noodgedwongen met haar schoonfamilie opgezadeld zit. Maar ook de plaatselijke bevolking staat niet bepaald te juichen om deze nieuwe intocht van Duitsers in hun rustige badplaats. Als er dan ook nog compromitterende foto’s en documenten opduiken over beide families wordt het steeds onrustiger in het dorp.

Relaties

Duitse bruiloft is een verhaal over relaties. Een relaas over de drijfveren van degenen die deze relaties aangaan. Waarom wil men een leven met elkaar delen? En wat wil men dan met elkaar delen? En misschien belangrijker nog: wat wil men níet met elkaar delen? Duitse Bruiloft is ook een boek over geheime agenda’s. Men gaat relaties met elkaar aan en doet daarbij bepaalde aannames. Vaak zijn deze echter niet juist of onvolledig, en daardoor kan het nog wel eens misgaan. Zoals het onderhuids rommelt in het dorp, zo rommelt het ook in de relaties.

Pieter Waterdrinker heeft al die verborgen processen en gedachtegangen mooi in zijn roman verwerkt. Hij heeft de sfeer van de jaren vijftig van de vorige eeuw in een kleine badplaats uitstekend weten op te wekken. De kleinzieligheid en de afgunst, de haat en de nijd die er sluimeren in een kleine gemeenschap waarin sommigen succesvoller zijn dan anderen. Je leeft mee met de onterecht beschuldigden en windt je op over de arrogante blaaskaken; Waterdrinker weet uiteenlopende emoties bij je op te roepen.

Dimensies

Duitse bruiloft speelt zich dan misschien voornamelijk af aan het eind van de jaren vijftig, het verhaal loopt door tot in het huidige jaar en de vele jaren die nog gaan komen. En daarmee is het in meerdere opzichten een tijdloze roman geworden. Niet alleen de personen in het verhaal hebben verschillende (verborgen) kanten, ook de gebeurtenissen hebben een bepaalde gelaagdheid. Dingen zijn nu eenmaal niet altijd wat ze lijken te zijn. Meestal is er meer dan dat wat je ziet, en soms is ook dat alleen maar schijn.

Leren

Waar zijn vorige roman Een Hollandse romance uiteindelijk verzandde in het niets, heeft Waterdrinker deze keer een prima afgerond boek afgeleverd. Alle puntjes zijn op de i gezet, terwijl er toch genoeg vragen overblijven om nog even over na te mijmeren. In Een Hollandse romance ontweek hij de valkuilen van het boek dáárvoor, en ook nu lijkt hij weer wat bijgeleerd te hebben. Dat lijkt me bijna problematisch voor het volgende boek: in Duitse bruiloft doet Waterdrinker namelijk maar weinig ‘fout’.

Theater / Voorstelling

‘Jonge harten’ nemen kijkje in theater

recensie: Jonge Harten Festival

Jongeren kunnen het hele jaar door naar het theater, maar voor velen van hen is dat geen vanzelfsprekendheid. Daarom werd vorige week in Groningen voor de achtste keer het festival Jonge Harten georganiseerd, bedoeld om theater toegankelijker te maken voor deze doelgroep. Daarbij werden de pijlen niet alleen gericht op scholieren, maar ook op studenten. Op een eigentijdse manier maakten ze kennis met de wereld van toneel, theater en cultuur. Met voorstellingen waarin voornamelijk jonge acteurs en actrices de rollen vervulden. Naast diverse voorstellingen in de stad waren er dit jaar ook podia in Veendam, Leek en Delfzijl en organiseerde het festival diverse workshops en cursussen. Inmiddels is de rust weer teruggekeerd in de Groninger theaters na een week vol jeugdig enthousiasme. Ook 8WEEKLY was aanwezig en bezocht, net als twee jaar geleden, enkele voorstellingen.

Afgerost

~

In de voorstelling Afgerost van Rotterdams Lef staan de personages Jarrod, Bella, Paradijs, Mo, Queen B en Kevin centraal, die samen het fietskoeriersbedrijf Go Fast runnen. Iedereen binnen het bedrijfje heeft z’n eigen persoonlijkheid en is ergens goed in. Bovendien hebben ze op het moment dat ze op hun fiets zitten het gevoel onafhankelijk te zijn, in een land dat zoveel regeltjes kent. Toch is niet alles pais en vree. Er ontstaan spanningen, waardoor de onderlinge verschillen steeds duidelijker worden. In alle emotie wordt elkaar op sommige momenten flink de waarheid gezegd. Iets wat in het dagelijks leven ook altijd zou moeten kunnen, maar vaak niet gebeurt door gebrek aan lef… Thema’s als stoppen met school, mislukte relaties en vooroordelen over buitenlanders zijn onderwerpen die jongeren erg zullen herkennen.

Afgerost toert nog tot en met 20 december.

Rebound

Foto: Leo van Velzen
Foto: Leo van Velzen

Het gezelschap Conny Janssen Danst heeft in de loop der jaren een flinke reputatie op het gebied van dansvoorstellingen opgebouwd. Het nieuwste programma Rebound is een krachtige, fysieke voorstelling met zes mannelijke dansers. In een theaterbox met wanden van trampolines maken de dansers zelf live muziek en geluid via contactmicrofoons. Ingesloten door drie muren zijn de dansers veroordeeld tot elkaar, waarbij ontsnappen niet mogelijk is. Rebound is vooral een voorstelling over macht, competitie, kameraadschap en veerkracht, waarbij de sterkste niet vanzelfsprekend de winnaar is. Het was een bijzondere voorstelling. Maar ik vraag me af of een dergelijke voorstelling erg geschikt is voor een festival als dit, want ik denk dat veel van de bezoekers de werkelijke betekenis niet zullen hebben begrepen.

Rebound wordt nog tot en met 14 december opgevoerd.

Checkpoint!

Foto: Erik Hesmerg
Foto: Erik Hesmerg

Een verdorven wereld. Het slagveld van de 21e eeuw. Zonder liefde kan niets. Het zijn maar een paar opvattingen van de personages die centraal staan in Checkpoint! van theatergroep Com.Plot. Sinds de aanslagen in New York zijn begrippen als terrorisme en radicalisering in het collectieve bewustzijn geprent en niet meer weg te denken. De makers willen vooral dat in het publieke debat verder wordt gekeken dan onbegrip en bewapening. De fragmentarische voorstelling beschrijft de worsteling van de los van elkaar staande personages met hun eigen hooggespannen idealen, ongrijpbare angsten en radicale verlangens. Terwijl de één plannen maakt om Jan-Peter Balkenende te vermoorden, zoekt de ander steun om van zijn angsten en visioenen af te komen. Geen van hen weet precies wat hij of zij wil met het leven dat ze leiden en dromen ze van iets beters. Een echt antwoord krijg je als publiek niet, maar dat lijkt ook op de opzet van het stuk: nadenken over de actualiteit, hoe gaat het verder met deze wereld, wat is onze toekomst? Ik geloof niet dat het een voorstelling is waar jongeren snel uit zichzelf naartoe zouden gaan, maar in het kader van de veranderdende maatschappij – waarvan ook jongeren natuurlijk deel uitmaken – na een gebeurtenis als 11 september, is het niet verkeerd om ze over bepaalde zaken na te laten denken.

Checkpoint! wordt nog tot en met 17 december gespeeld.

Dat het festival de doelgroep bereikt, blijkt wel uit het feit dat het publiek grotendeels bestaat uit middelbare scholieren. Al leek het wel erg waarschijnlijk dat vanuit school een avondje uit was aangeboden. Een minpuntje aan een jongerenfestival: als ze iets niet echt leuk vinden, raken ze snel afgeleid en worden ze luidruchtiger. En een zaal vol jongeren zorgt automatisch voor een andere – rumoeriger – atmosfeer dan een zaal vol geoefende theaterbezoekers. Het programma was erg gevarieerd en dat lijkt ook de kracht van het festival te zijn. Door een uitgebreid aanbod is er altijd wel iets wat aanspreekt. Gezien de nog steeds stijgende bezoekersaantallen is Jonge Harten zeker een festival met toekomst.

Lees ook het interview dat 8WEEKLY hield met drie makers van theater voor jongeren.

Boeken / Fictie

Waar is de spontaniteit?

recensie: Khalid Boudou - De President

De President is de tweede roman van Khalid Boudou, de jonge Marokkaanse schrijver uit ‘Tiel Aviv’, die in 2001 debuteerde met Het Schnitzelparadijs. Met De President wijkt Boudou af van het veelbelovende pad dat hij insloeg met zijn eersteling, om zich aan te sluiten bij de traditie van de politieke satire. Bewonderenswaardig, maar levert het een boeiend boek op?
Mwah…

Het Schnitzelparadijs was het best verkopende debuut van 2002 en Boudou won er een Gouden Ezelsoor mee. Het succes kreeg dit jaar een staartje met de verfilming door Martin Koolhoven. Meedrijvend op het succes van Shouf shouf habibi trok de komedie onder het motto ‘100% halal’ volle zalen.

~

Intussen zuchtte Khalid Boudou onder de zware taak een tweede roman te schrijven, hetgeen in literaire kringen geldt als de meesterproef: een aardig debuut kan iedereen wel uitpoepen, maar bij het tweede boek onderscheiden de ware schrijvers zich van de eendagsvliegen. Als vlotgebekte, hippe, jonge Marokkaan kon Boudou lange tijd onderduiken in de wereld van de schnabbelende opiniemakers en podiumauteurs, maar ten langen leste kroop hij toch achter de schrijftafel, om er weer achter vandaan te komen met De President. Net als in Het Schnitzelparadijs jongleert Boudou dat het een lieve lust is met zijn wonderbaarlijke personages en de Nederlandse taal. Alleen: de spontaniteit is er af. Het lijkt erop dat Boudou goed heeft nagedacht over de volgende stap in zijn schrijverscarrière. Te goed.

Jeugdzonde

Het Schnitzelparadijs, dat was een gelukkig uitgevallen jeugdzonde,” moet de schrijver (1974) gedacht hebben, “Nu is het moment daar om mijn naam als serieus auteur te vestigen.” En dat doe je met een politieke satire met absurde trekjes. Met de keuze voor dat genre plaatst de jonge auteur zich in de traditie van Franz Kafka en Jerzy Kosinski (Being there), en met de vervreemdende stijl die hij in De President gebruikt, volgt hij de lijn van Arnon Grunberg en de vroege Harry Mulisch. Het is een bewonderenswaardig streven van Khalid Boudou om in de voetsporen te treden van dergelijke grote namen. Maar het lijkt erop dat hij zich wat ongemakkelijk voelt in het o zo volwassen pak dat hij heeft aangetrokken. De mouwen en broekspijpen zijn te lang, de schouders van het jasje steken uit.

Een oeuvre groeit mee met zijn auteur, en vaak zal een literair werk de auteur ook doen groeien, maar Boudou neemt met De President een te grote stap. Hierdoor komt het werk gemaakt en onoorspronkelijk over. Hetgeen niet betekent dat De President in de ramsj thuishoort; het is een doorwrocht en bij vlagen amusant boek. Het is alleen jammer dat Boudou zich er nu al aan gewaagd heeft: als lezer mis je de fun die van Het Schnitzelparadijs afspat en merk je bovendien dat De President geen boek is dat geschreven móest worden. Want Boudou lijkt met zijn satire alleen te willen amuseren en stelt geen maatschappelijke misstanden aan de kaak. Hier legt De President het af tegen Tom Lanoyes monumentale Monstertrilogie (1997-2003), waarmee de geëngageerde Antwerpse schrijver ageerde tegen de rotte plekken in de Vlaamse samenleving. Hoewel Boudou beschrijft hoe huisjesmelkers misbruik maken van hun illegale huurders en hij laat zien hoe weinig macht van doen heeft met kennis en kunde, toont hij zich alles behalve een angry young man met een missie. Wat wil Boudou dan wel? Onderzoeken hoe sociale processen zich voltrekken, vertelde de schrijver aan Trouw: “Ik creëer met een roman een soort klein laboratorium.”

Aspergesteker

~

De President is de bijnaam van de illegale ‘Lufiaanse’ aspergesteker Joesoef. En wat schetst zijn verbazing: door een bizarre persoonsverwisseling ontwaakt Joesoef op een dag als president van het welvarende Zapland. Het staatje is een variant op Nederland; zo vindt er aldaar een tv-verkiezing plaats voor de Grootste Zaplander, gepresenteerd door ‘Ruud Charel’.

De President benoemt zijn maatjes uit het aspergeveld tot ministers en begint vol goede moed te regeren over het Zaplandse volk dat hem op handen draagt. Met zijn aan de aspergeteelt ontleende metaforen windt De President zijn onderdanen om zijn vinger. Het verhaal schurkt hier heel dicht aan tegen Kosinski’s Being there, waarin een tuinman in een eveneens groen jargon onbewust briljante economische voorspellingen doet. Al snel ontwikkelt de Lufiaan demagogische trekjes en blijkt dat hij niet kijkt op een politieke moord meer of minder.

Khalid Boudous grootste talent ligt in het scheppen van levensechte personages die even hilarisch als overtuigend zijn, stuk voor stuk voorzien van een eigen rijke en originele stem. Verkende de auteur in Het Schnitzelparadijs alle hoeken van de jongerentaal, in De President stort hij zich op de uitwassen van het ambtelijk taalgebruik. Boudou leeft zich uit in de toespraken die de President door een van zijn ‘ministers’ laat opstellen en die hij bij het uitspreken uitentreuren onderbreekt met de frase “Dames en heren, ik neem even een slokje water.”
Helemaal los gaat Boudou met het bijpersonage J. Timmermans, gepassioneerd vogelaar en beambte van de Zaplandse Rijksvoorlichtingsdienst. Als biograaf van de President treedt Timmermans op als verteller van het verhaal, maar hij heeft duidelijk moeite met de vereiste objectiviteit:

Het waren net ploegmachines, echt, zo hard werkten die Polen op de velden. Er gingen zelfs geruchten dat een aantal onder hen zelfs het middel EPO tot zich nam om beter te kunnen steken, zo ziet u, honorabele burger, dat er mensen zijn die er alles voor overhebben om de vlag des vaderlands hoog te houden, een deugd die wij in Zapland allang niet meer bezitten, maar begrijp me goed, ik heb hier totaal geen mening over. Waar was ik gebleven?

Het boek kent vele amusante fragmenten, maar ze komen ‘bedacht’ over, in tegenstelling tot de geloofwaardige taal in zijn debuut. Khalid Boudou schreef Het Schnitzelparadijs omdat hij niet anders kon, De President omdat hij niet anders wilde. Laten we hopen dat Boudou zich door zijn derde roman weer bij de hand durft te laten nemen.