8WEEKLY

Crazy 88

Artikel: De beste 88 van 2005: dag twee

.

88-67 | 66-45 | 44-23 | 22-1

66: Guernsey – Nanouk Leopold

~

film.gif Geselecteerd voor het filmfestival van Cannes, een Gouden Kalf voor Beste Regie: voor regisseur Nanouk Leopold was 2005 een goed jaar. Het is haar gegund, want Guernsey is een intense psychologische film, waarin nu eens niet woorden de hoofdrol opeisen, maar blikken en (alledaagse) handelingen. Zonder veel uit te leggen, laat Leopold zien hoe de jonge vrouw Anna worstelt met de dingen van het leven: haar baan in het buitenland, een man die vreemdgaat en een zus (een glansrol van Johanna ter Steege) met wie ze al jaren op gespannen voet staat. Maria Kraakman speelt Anna mooi ingehouden en met onderkoelde emotie; pas in de slotscène barst ze in snikken uit. Maar gepraat wordt er nog steeds niet. (Niels Bakker)

Lees ook onze recensie.

65: Zadie Smith – On Beauty/Over schoonheid

~

boek.gif Een echte verrassing was het niet dat Zadie Smiths nieuwste boek werd opgenomen in de long list van de Booker prijs. Dat ze in de short list zou belanden had Smith, met haar grote bewondering en respect voor oude en gelauwerde auteurs, echter nooit verwacht. Ze heeft ooit gezegd dat pas vanaf het vierde boek het échte oeuvre van een schrijver begint, omdat hij (of zij) daarvoor eerst nog een stem moet ontwikkelen. Voor haar lezers was echter al vanaf haar debuut duidelijk dat hier een bijzondere schrijfster opgestaan was en On Beauty, haar derde boek, stelt niet teleur. Het is een wervelend familiedrama met levendige personages en spannend taalgebruik. Zadie Smith legt de lat voor literatuur duidelijk hoog. We kijken dan ook met spanning uit naar haar vierde boek. (Katrijn de Ronde)

Lees ook onze recensie.

64: Egon Schiele – Liefde en dood

~

expo.gif De combinatie beeldende kunst en muziek is zo langzamerhand redelijk bekend en beproefd. Maar met het presenteren van moderne dans en beeldende kunst in één tentoonstelling deed het Van Gogh Museum iets origineels. In de tentoonstelling Egon Schiele. Liefde en dood waren niet alleen tekeningen en werken van deze kunstenaar te zien. Dansgroep Krisztina de Châtel en de International Performance Group maakten onder leiding van beeldend kunstenares Marina Abramovic performances en een dansvoorstelling die geïnspireerd waren op het werk van Schiele. Het resultaat was een bijzondere reflectie op het werk van een Oostenrijks beste expressionisten en een prachtige dansvoorstelling. (Wytske Visser)

Lees ook onze recensie.

63: Gilgamesj – De Theatercompagnie

~

theater.gif De fans van regisseur Theu Boermans hebben altijd getreurd om het verdwijnen van De Trust, het gezelschap waarmee hij zulke heftige, rauwe voorstellingen maakte. Maar met Gilgamesj is Boermans weer helemaal terug. Hij brengt een op eeuwenoude kleitabletten bewaard gebleven Iraans verhaal, waarvan de kern is dat de mens afhankelijk is van de goedertierendheid van de goden. Zelfs al is die mens zo sterk en bevlogen als koning Gilgamesj. Deze koning is een soort oeraap, die verkrachtend en om zich heen meppend iedereen op de knieën dwingt. Maar hij is niet opgewassen tegen de hogere machten, die hem aldoor hardhandig op de vingers tikken. Boermans transformeert dit ingewikkelde, looiige verhaal tot een oogstrelende, lichtvoetige en toegankelijke voorstelling, met een ijzersterke Fedja van Huêt in de titelrol. (Mieke Zijlmans)

Lees ook onze recensie.

62: Tunng – Mother’s Daughter And Other Songs

~

cd.gif De Britten Sam Genders en Mike Lindsay maakten onder de naam Tunng een van de meest bijzondere platen van het jaar 2005. Mother’s Daughter And Other Songs ademt de sereniteit van het leven in de natuur. Met een schijnbaar achteloze combinatie van folk en elektronica creëert Tunng op deze plaat een eigen idioom. Tunng is niet van deze tijd, maar toch ook juist weer wel. Prachtige liedjes, zachte stemmen, perfect gedoseerde samples en een organisch geheel: muziek zo puur als die van Tunng is er het afgelopen jaar weinig gemaakt. Wonderschoon en uiterst ontroerend. (Mark Hospers)

Lees ook onze recensie.

61: Joe Sacco – Onder Palestijnen

~

strip.gif De in Amerika woonachtige Maltese journalist Joe Sacco verbeeldt zijn ervaringen niet met de gebruikelijke middelen van de journalist, film of foto. Hij maakt daarentegen strips om zijn visie op de gebeurtenissen in de Palestijnse gebieden weer te geven. Onder Palestijnen kwam voor het eerst uit in 1993 en verscheen dit jaar ook in het Nederlands; een duidelijk geval van ‘beter laat dan nooit’. Dit boek behandelt Sacco’s bezoeken aan de Gazastrook in 1991-92. Op een indringende manier weet de auteur de dagelijkse ellende van de Palestijnen te schetsen. Zelf zegt hij daarover: “Omdat ik niet binnenkom met een camera, zijn de mensen zichzelf en worden ze niet verlegen.” Maar het werken in stripvorm heeft ook een nadeel: het kostte hem jaren om zijn materiaal uit te werken. Daar is het resultaat dan wel naar; Sacco’s Onder Palestijnen is een imposante bundel, en een van de top-albums van het jaar 2005. Voor de fans wordt 2006 bovendien een goed jaar: er komt een vertaling van zijn Safe Area Goražde en in Amerika verschijnt zijn nieuwe boek over de Palestijnse gebieden. (Tsjalling Venema)

Lees ook onze recensie.

60: Scènes uit een huwelijk – Toneelgroep Amsterdam

~

theater.gif Ingmar Bergman schreef en regisseerde Scènes uit een huwelijk als zesdelige televisieserie, en later bewerkte hij het materiaal tot een speelfilm. In 2005 nam regisseur Ivo van Hove het stuk ter hand in zijn vierluik over het huwelijk, dat begon met De Kruistochten en werd gevolgd door Het temmen van de feeks en Een perfect huwelijk (op nummer 69 in deze lijst). Als je na vier uur de zaal verlaat, tril je nog na van deze rit in de emotionele achtbaan die huwelijk heet. Lang en gelukkig samenleven is niet altijd gemakkelijk, en dat is deze voorstelling ook niet. Wel heel mooi, veelzijdig, indringend en confronterend. (Ellen op de Weegh)

Lees ook onze recensie.

59: Memories of Murder – Joon-Ho Bong

~

film.gif De Zuid-Koreaanse regisseur Joon-Ho Bong maakte een complexe variatie op een van de meest versleten filmgenres, dat in thuisland Zuid-Korea een groot succes werd. In Nederland kreeg Memories of Murder twee jaar later een bescheiden roulement toebedeeld. In deze fraai vormgegeven film maakt Joo-Ho Bong van de (op feiten gebaseerde) jacht op een seriemoordenaar een bloedserieuze en toch komische thriller, die geen moment onecht is. Er is de hand van een meester voor nodig om horrortrekjes, absurde humor èn realistisch drama in een moordenaarsfilm te verwerken. Bong slaagt er wonderwijl in en het resultaat is even bloedstollend als aangrijpend. (Paul Caspers)

Lees ook onze recensie.

58: Philippe Claudel – Zonder mij

~

boek.gif Net zoals het eveneens dit jaar verschenen Het meisje van meneer Linh stelt Zonder mij oppervlakkig gezien niet zoveel voor. Het boekje bestaat uit een monoloog die doordrenkt is van eigentijdse jargon en bevolkt wordt door ietwat karikaturale personages. Rijk van beelden en cartoonesk van taal, weet Zonder mij een net iets andere draai te geven aan de clichés waar het mee speelt. Het is de registratie van het moderne levensgevoel gezien vanuit een fatalistische perspectief van een veertiger, die als een oudtestamentische profeet de moderne maatschappij aanklaagt vanwege haar onverschilligheid en gevoelloosheid. Het is geen tijdloos meesterwerk, maar steekt wel ver boven de door Harry Potter & Co gedicteerde middelmaat uit. (Martijn Boven)

Lees ook onze recensies van Zonder mij en Het meisje van meneer Linh. We hielden bovendien een interview met Claudel over zijn werk en werkwijze.

57: Editors – The Back Room

~

cd.gif Begin dit jaar wisten ze al de nodige indruk te maken op het Amsterdamse London Calling festival. Smachtend werd daarom uitgekeken naar het dit jaar te verschijnen debuutalbum. Op The Back Room lijken Editors (dus zonder THE) met name geïnspireerd door de jaren tachtig new wave van Joy Division, The Chameleons, Echo and The Bunnymen en The Smiths, terwijl ook popiconen als U2 en REM en een jonge band als Elbow doorklinken. Misschien net iets te veel bubblegumwave, maar desondanks goed voor een plaats in de Crazy 88. (Lennard Dost)

Lees ook onze recensie.

56: The Aviator – Martin Scorsese

~

film.gif Martin Scorsese laat in Nederland in 2005 tweemaal van zich horen, en
tweemaal is het raak. De docufilm No Direction Home is een indrukwekkende en
lange ‘folkumentary’ over Bob Dylan en The Aviator een
geslaagde (wederom lange) biopic over Howard Hughes. Het fascinerende verhaal blijft dankzij de
schitterende beelden, de prima acteerprestaties en de machtige klanken constant
boeien. Goed, DiCaprio’s babyface is net niet overtuigend genoeg als de
oudere Hughes, en Hughes wordt veel te florissant neergezet, maar dat neemt
niet weg dat The Aviator een romantisch spektakel van de bovenste plank is. (Aryen Meijer)

Lees ook onze recensie.

55: BSUR 1 – Jan Jaap van der Wal

~

theater.gif Be as you are, wees wie je bent, zegt de titel van de voorstelling BSUR van cabaretier Jan Jaap van der Wal. En het belang van ‘gewoon jezelf zijn’ is ook exact wat Van der Wal tijdens deze voorstelling uitdraagt, en wat ervoor zorgt dat je geboeid van hem zit te genieten. Met zijn verhalen over zijn ervaringen in ontwikkelingslanden weet Van der Wal te emotioneren, met zijn actuele aanstekelijke humor weet hij een schaterlach op te roepen en met zijn oprechte verontwaardiging weet hij je aan het denken te zetten. Met BSUR heeft Jan Jaap van der Wal definitief aangetoond het cabarettalent te zijn van de laatste jaren en zeker ook voor de komende jaren. (Gerard van den Berg)

Lees ook onze recensie.

54: Thomas Rosenboom – Denkend aan Holland

~

boek.gif Medio februari 2005 hield de romancier Thomas Rosenboom de jaarlijkse Kellendonklezing te Nijmegen. In scherpe doch geestige bewoordingen schetste Rosenboom de Nederlandse schreeuwcultuur, waarbij niemand meer rekening houdt met een ander: ‘denkend aan Holland zie ik groepen jongeren breed voor me op de stoepen staan’. Rosenbooms hilarische betoog werd daarna uitgegeven in boekvorm en sprak, getuige de herdrukken die elkaar in hoog tempo opvolgden, een groot publiek aan. Natuurlijk past een dergelijk werk heel goed in onze huidige zoektocht naar en bezinning op ‘De Nederlandse Identiteit’. Ergeren we ons eigenlijk niet allemaal te pletter aan de luidruchtige manier waarop veel Nederlanders zich gedragen in de publieke ruimte? In ieder geval is het een teken aan de wand dat een boek, waarin de auteur compleet de vloer aanveegt met de Nederlander, zo gretig aftrek vindt. (Monique Jacobs)

Lees ook onze recensie.

53: Paul McCartney – Chaos And Creation In The Backyard

~

cd.gif Wat een geluk voor de liefhebber van poppareltjes dat Sir Paul McCartney ons nog geregeld vergast op een portie van zijn ongekende creativiteit. Zijn laatste wapenfeit Chaos and creation in the backyard is een zeer divers meesterwerkje van singer/songwriter vakmanschap. Een persoonlijke plaat, met een mix van popliedjes en welhaast klassieke arrangementen – luister maar eens naar English Tea of At the Mercy. De strijkarrangementen klinken zeer fraai en de solo met het Armeense blaasinstrument duduk in Jenny Wren tilt dit lied naar mysterieuze hoogten. Het slotakkoord Anyway is een waardige grand finale van deze plaat die keer op keer blijft verrassen. Paul McCartney toont zich met Chaos and Creation in the backyard een speelse en jeugdig 63-jarige. Wie hem recent op de BBC zag optreden in de Abbey Road studios weet een ding zeker: van deze man zijn we gelukkig nog niet af. (Jan Lettinga)

Lees ook onze recensie.

52: Toe vader, drink – Het Gasthuis

~

theater.gif De jonge regisseur Jetse Batelaan heeft een succesvol jaar achter de rug vol lovende kritieken; Toe vader, drink is één van de stukken waarmee hij hoge ogen gooide. Het is een kleine, intieme en tragikomische zedenschets van negentiende-eeuwse fabrieksarbeiders die ten onder gaan aan de gevolgen van drankmisbruik, en een onderzoek naar de mechanismes van verslaving en menselijke onmacht. Het verhaal is eenvoudig. We zien fabrieksarbeiders die hun loon krijgen uitbetaald. Vervolgens wordt dit ze door de gluiperige cafébaas annex fabrieksdirecteur in een oogwenk weer afgetroggeld. En uiteindelijk moet het dochtertje van een van de arbeiders het met haar leven bekopen.Toe vader, drink is uitmuntend in de zorgvuldige uitwerking van spel, tekst en vormgeving. Bijna zonder woorden wordt een sfeer gecreëerd waarin schuldgevoelens, overmoed, uitzichtloosheid en kameraadschap elkaar afwisselen. Hoewel elke emotie dik wordt aangezet, gebeurt dit toch ook weer zo subtiel dat je als toeschouwer wel mee moet leven met die arme sloebers, die wel anders willen maar niet anders kunnen. (Sara van der Kooi)

We zagen Toe vader drink als onderdeel van het Absolute Theatre-programma tijdens de IETM-bijeenkomst in Utrecht. Lees ook ons verslag daarover.

51: Alias & alibi. Alter ego’s en klonen in de hedendaagse kunst

~

expo.gif De thematische tentoonstellingen van hedendaagse kunst in het Fries Museum kenmerken zich meestal door een grote verscheidenheid. Naast werk van Nederlandse kunstenaars is er vaak ook werk van een aantal internationale kunstenaars te zien. Zo ook in de tentoonstelling Alias & Alibi, waarin onderzocht werd op welke manier kunstenaars zich bezig houden met het fenomeen klonen. Zo waren er foto’s van een ‘gekloonde’ Robby Williams te zien, gemaakt door Paul M. Smith. Ook het werk van Anthony Giocolea trok de aandacht. In zijn foto’s vol puberjongens lijken de jongens op het eerste gezicht allemaal erg op elkaar. Het blijken allemaal foto’s van de kunstenaar zelf, die in vervreemdende geometrische opstellingen in één beeld zijn geordend. Het werk vormde een van de hoogtepunten van de tentoonstelling. (Wytske Visser)

Lees ook onze recensie.

50: Bin Jip – Ki-duk Kim

~

film.gif Twee paar voeten op een corrupte weegschaal die nul kilo aangeeft. De
meisjesvoeten zijn van een fotomodel, de echtgenote van een gefrustreerde
zakenman die zijn woede zowel op zijn golfballetjes als op zijn vrouw
afreageert. De jongensvoeten zijn van een zonderlinge knaap die ’s nachts in
verlaten huizen verblijft. Hij steelt niets, maar voltrekt slechts enkele
eigenzinnige rituelen en neemt tijdelijk een gedeelte van de identiteit van de
bewoner over. Als hij vertrekt, laat hij alles keurig achter. Op een dag
ontmoet hij tijdens een van zijn ‘inbraken’ bovengenoemd fotomodel. Ze vluchten
en blijven bij elkaar, want samen wegen ze niets. Hun zwijgzame samenzijn wordt
wreed verstoord als ze op een nacht worden ontdekt. Het meisje gaat terug naar
haar echtgenoot en de jongen komt in het gevang. Daar perfectioneert hij zijn
techniek. Opnieuw verrast de Koreaanse regisseur Ki-duk Kim met een
minimalistische fabel over verwrongen mensen op zoek naar tederheid. Humor en
geweld wisselen elkaar af in deze pijnlijke, maar tegelijkertijd tedere film. (Martijn Boven)

Lees ook onze recensie.

49: Raak me aan – Het Toneel Speelt

~

theater.gif Bewogenheid, inlevingsvermogen en vooral humor. Dat zijn woorden die me te binnen schieten, als ik terugdenk aan de voorstelling Raak me aan van Het Toneel Speelt. Door het intense spel van zowel Carine Crutzen als Mark Rietman wordt je meegezogen in een sterk gedramatiseerd, maar toch ook zeer herkenbaar familieconflict. Beide acteurs hebben zich zo weten in te leven in het stuk van Ger Thijs, dat werkelijk elke grimas, handeling of woord je weet aan te raken. Het is dan ook niet voor niets dat de voorstelling werd genomineerd voor de NRC Handelsblad Toneelpublieksprijs en dat Mark Rietman voor zijn rol van Justus de Louis d’Or kreeg. (Gerard van den Berg)

Lees ook onze recensie.

48: Garden State – Zach Braff

~

film.gif Het jaloersmakende regiedebuut van acteur Zach Braff overrompelt met zijn boeiende karakters, absurde maar altijd geloofwaardige situaties en een menselijk verhaal. Hoewel de film bij de tweede keer kijken enige haarscheurtjes begint te vertonen, heeft Garden State genoeg charme om ook daarna nog te overtuigen. Zo is daar Nathalie Portman in de leukste rol van haar leven, om maar te zwijgen van de briljante soundtrack vol gitaarpop van hippe bands als The Shins, Zero 7 en Iron & Wine. Braff laat in zijn eerste speelfilm zien dat hij goed overweg kan met een camera en het moet dan ook gek lopen wil hij over een paar jaar niet in één adem genoemd worden met regisseurs als David O. Russell en Wes Anderson. (Melson Zwerver).

Lees ook onze recensie.

47: Salman Rushdie – Shalimar de clown

~

boek.gif In deze roman stelt Rushdie op geheel eigen wijze de kwestie van terreur aan de orde. Opnieuw combineert de auteur allerlei stijlen, in een eindeloze zoektocht naar de basis van het zelf. Hoewel de roman het verhaal vertelt van Shalimar de clown, een man die uiteindelijk een moord begaat, ontstijgt het boek zijn hoofdpersoon. Shalimar de clown gaat over zoveel meer. Het is een complex verhaal over India en Kasjmir, over heden en verleden, over liefde en verraad en over hoe vrienden vijanden worden. Het toont de samenhang van alle dingen. Rushdie mag dan ook gerekend worden tot de grote auteurs van deze tijd. (Donata van der Rassel)

Lees ook onze recensie.

46: Antony & The Johnsons – I Am A Bird Now

~

cd.gifI am a bird now is het intieme en pijnlijke verslag van Antony Hegarty, een in New York woonachtige Brit, in zijn zoektocht naar het vrouwzijn. Met een gevoelige en diepwarme stem, variërend tussen hoog en laag, begeleidt hij zichzelf sober op de piano. The Johnsons, zijn begeleidingsband, haken af en toe aan met onder andere cello en drums. Antony laat de luisteraar op deze bijzondere plaat toe tot zijn wondere wereld. Als kind wist hij het al, getuige de tekst: “One day I grow up and be a beautiful women, but for today I am a boy”. Als hij vervolgens samen met Boy George het prachtige “You’re my sister” zingt, weet je dat het goed is gekomen. Antony heeft met I am a bird now een ontroerend mooie plaat gemaakt. Het grote publiek heeft dit inmiddels ook begrepen, getuige zijn recentelijk uitverkochte concert in Carré Amsterdam. Hiermee is 2005 terecht een topjaar voor Antony & The Johnsons. (Jan Lettinga)

Lees ook onze recensie.

45: Yeee-haa! – Jochem Myjer

~

theater.gif Deze krullenbol heeft ons weer echt verrast met zijn programma Yeee-haa!, waarin hij nog rapper vertelt en reageert dan in zijn vorige show Adéhadé. Jochem Myjer vertelt luchtig over wat er gebeurt in zijn leven en stopt daarin vele leuke anekdotes en briljante imitaties. Een lachebek is hij ook; zo nu en dan krijgt hij zelf de slappe lach, waarmee hij heel slim het publiek nog meer voor zich wint. Tijd om tussendoor op adem te komen, gunt hij je pas in de pauze, want tijdens zijn programma gaat hij aan een stuk door ‘los’. Als je naar Yeee-haa! gaat kijken, en dat kan ook in 2006, heb je gegarandeerd een te gekke avond. (Nathalie van Eck)

Lees ook onze recensie.

Boeken
recensie: Elizabeth Ezra (Ed.) - European Cinema // Thomas Elsaesser - European Cinema: Face to Face with Hollywood

Een boek dat de Europese cinema beslaat zal nooit het hele verhaal kunnen vertellen: de omvang van zo’n project is eenvoudigweg te groot. De lange geschiedenis, de onderlinge verschillen en overeenkomsten in de nationale cinema’s en de oneindige mogelijke invalshoeken maken een alomvattende beschouwing onmogelijk. Daarom bestaan de meeste boeken op dit gebied uit aparte essays die een select gebied beslaan. De twee meest recente boeken over Europese film slagen er op die manier in interessante leesstof te bieden.

Scène uit <i>Ordet</i>
Scène uit Ordet

Het Britse European Cinema neemt genoegen met een zestiental korte artikelen die via een driedeling van vroege, naoorlogse en recente cinema een beeld schetsen van wat er vroeger, voorheen en tegenwoordig speelt in de Europese filmwereld. Afgezien van een compacte inleiding zijn de onderlinge verschillen groot: sommige auteurs beperken zich tot gecanoniseerde regisseurs (Postwar Scandinavian Cinema behandelt bijna uitsluitend Dreyer en Bergman), andere (hoofdstuk één over de Italiaanse cinema en hoofdstuk negen over de Britse) concentreren zich voornamelijk op genres. Martine Beugnet werpt een bondige en verfrissende blik op de zelfkantpersonages van de nieuwe Franse films; Sue Harris bespreekt de hypergestileerde films van Luc Besson als een nieuwe stroming op zich. Oost-Europa moet het doen met slechts één artikel. Een coherent geheel is de bundel daarmee niet, maar de hoofdstukken zijn afzonderlijk overzichtelijke en beknopte beschouwingen van nationale cinema’s. Een fraaie afsluiting hierbij is een oppervlakkig maar interessant artikel over nieuwe stromingen in de Europese film.

Festivals

Scène uit <i>Persona</i>
Scène uit Persona

De auteur van het hoofdstuk over naoorlogse Duitse cinema is Thomas Elsaesser (1943). Het door onze eigen Universiteit van Amsterdam uitgegeven European Cinema is een collectie essays van de professor: een selectie uit zijn vele schrijfsels van de afgelopen 35 jaar, die de geschiedenis van Europese film sinds 1960 behandelen. De wijd uiteenlopende essays hebben een basis in thema’s als in aparte films, regisseurs en nationale cinema’s. Een greep uit wat de revue passeert: het netwerk van filmfestivals als motor voor de Europese filmcultuur; de internationale positie van Europese film; Bergman, Greenaway en uiteraard Fassbinder, over wie Elsaesser eerder een boek schreef; de nationale cinema’s van Engeland, Duitsland en Frankrijk. Hiernaast tref je ook nog een enkel interview aan en een losse recensie (Friendship’s Death).

Visies

Scène uit <i>Effi Briest</i>
Scène uit Effi Briest

Elsaessers standpunt, zo blijkt voornamelijk in zijn latere essays en expliciet in het afsluitende hoofdstuk, stelt voor om de traditionele oppositie van Europese en Amerikaanse cinema op te geven – de antipathie tegen Hollywood en het idee van Europa als auteurfilmgebied is volgens hem onterecht. Hier heeft hij zonder meer gelijk in, en deze fraaie essaybundel is een bedachtzame collectie die niet alleen deze denkwijze consistent ondersteunen, maar ook elk afzonderlijk waardevolle visies en inzichten geven over de variëteit in Europese films. Het boek was gebaat geweest bij een strengere redactie: het bevat een aardig aantal opmaakfouten en slordigheden (Aziatische films zijn duidelijk niet Elsaessers gebied – veel regisseursnamen worden verkeerd gespeld). Verder bevat het een slechts matige literatuurlijst en helaas waardeloos fotomateriaal: schamele, willekeurig geselecteerde foto’s op postzegelformaat.

Elizabeth Ezra (Ed.) • European Cinema (new edition) • Uitgever: Oxford University Press • Prijs: £16.99 (paperback) • 350 bladzijden • ISBN 0-19-925571-7

Thomas Elsaesser • European Cinema: Face to Face with Hollywood • Uitgever: Amsterdam University Press • Prijs: € 59,90 (hardback)/€ 29,50 (paperback) • 568 bladzijden • ISBN 90-5356-594-9

Boeken / Strip

Waar is Taco Zip?

recensie: Taco Zip: Zuigen met de tenen!

Net nu we de hoop op een nieuwe Taco Zip al bijna hadden opgegeven, komt tekenaar Luc Cromheecke met een nieuw album, dat grappen uit oude albums afwisselt met nieuwe lolligheden. De grote vraag is natuurlijk of dit nieuwe album wat toevoegt aan de vorige, en of het überhaupt het lezen waard is voor diegenen die Taco Zip nog niet kenden…

Voor lezers van het voormalige weekblad Robbedoes zal het iets korter geleden zijn, maar voor de meeste mensen is Taco Zip een (kranten)strip uit lang vervlogen tijden. Destijds was de strip redelijk populair en verschenen er vier albums, die een deel van de grappen uit Robbedoes en uit de kranten bundelden. Zuigen met de tenen is als het ware een uitgebreide best-of, met door Cromheecke zelf samengestelde grappen uit de vorige vier albums en grappen die in het verleden buiten de boot vielen.

Waar is Taco Zip?

~

De grappen zijn over het algemeen nog altijd leuk om te lezen. Vaak sluiten enkele stripjes op elkaar aan, waardoor er een soort kort verhaal ontstaat. Ook lijkt het erop dat de grappen in chronologische volgorde zijn geplaatst; je ziet Cromheeckes tekenstijl zich langzaamaan ontwikkelen naar een steeds geliktere vorm. Jammer aan deze compilatie is dat de grappen mét Taco Zip erin ontbreken. Deze waren indertijd weliswaar maar matig getekend, maar ze hadden nu toch eigenlijk niet mogen ontbreken – wat is immers een Taco Zipbundel zónder Taco Zip? Voor de echte liefhebbers komt er waarschijnlijk redding in de vorm van een afzonderlijk klein boekje, dat uitgeverij BeeDee in planning heeft. De plannen bevinden zich echter in een nog niet vergevorderd stadium en het is dan ook maar afwachten of er ooit nog iets van komt.

Simpel, maar doeltreffend

De tekenstijl van Cromheecke is simpel maar doeltreffend: er is ook niet méér voor nodig om de grappen te laten werken, en meer details hadden teveel afgeleid. Cromheecke weet de situaties vaak komisch neer te zetten, waarbij vooral de gelaatsuitdrukkingen erg sterk zijn. Voor de rest valt er niet veel op te merken aan Zuigen met de tenen, al springt er een enkele keer in het begin van de bundel nog wel eens een foutje in het oog (zo wil de snuit van Vantilt binnen één strookje nog weleens verschillen in omvang). Maar als we de kleine Jessie (van wie er een ingezonden brief in het album is opgenomen) mogen geloven, is het ook heel moeilijk om de figuurtjes te tekenen..

Handig bij elkaar

~

Het nadeel van zoveel grappen in een bundel is dat je op een gegeven moment wel even genoeg hebt van de strip; het is dan ook aan te raden Zuigen met de tenen niet in een ruk uit te lezen. Nu de stripjes zo dicht op elkaar staan is het goed te merken dat Taco Zip dagelijks gepubliceerd moest worden, en vallen de flauwe en matige grappen duidelijker op. Maar gelukkig overheersen de betere exemplaren, zodat je de bundel toch met een goed gevoel uitleest.

Aanrader?

Zuigen met de tenen roept onvermijdelijk de vraag op of deze bundel eigenlijk wel nodig was. Als soort van compilatiebundel voegt hij niet zoveel toe aan de bestaande albums, al bestaat hij volgens Cromheecke toch voor ongeveer 1/5 deel uit nieuwe grappen en zijn er enkele ansichtkaarten met figuren uit de strip bijgevoegd. Als je de albums echter nog niet kende is dit dé kans om in aanraking te komen met deze leuke krantenstrip. Haast je echter wel, want hij is verspreid in een kleine oplage en zou dus weleens snel uitverkocht kunnen zijn.

Boeken / Fictie

‘Begrijpen dat het onbegrijpelijk is’

recensie: Imre Kertész - De samenzwering

Het centrale thema binnen het oeuvre van de Hongaarse Nobelprijswinnaar Imre Kertész is de holocaust. In zijn beroemde roman Onbepaald door het lot (1975) kijken we door de ogen van een joods-Hongaarse jongen naar de gruwelijkheden om hem heen in de concentratiekampen Auschwitz en Buchenwald. In De samenzwering (1977) is de plaats van handeling een Zuid-Amerikaanse junta. Het perspectief is verschoven naar dat van de dader, maar de kern blijft hetzelfde: de absurde logica van het totalitaire regime en de verantwoordelijkheid die wij allen hebben in die logica.

De samenzwering is een apologie die de politiecommandant Martens schrijft terwijl hij in gevangenschap zijn proces afwacht na de val van een junta-dictatuur in Zuid-Amerika. De aanklacht luidt: betrokkenheid bij de onschuldige veroordeling van en moord op vader en zoon Salinas.

Opvallend aan het manuscript van Martens is de haast voyeuristische wijze waarop hij zich over het leven van de familie Salinas buigt. Je kunt zijn betrokkenheid bij de mensen voelen, maar zijn koele uitvoerdersgeest registreert als een ambtenaar. Het is deze schizofrene houding die zijn rol in de dictatuur mogelijk maakte: “Martens erkende tijdens het opnemen van het proces-verbaal zonder gêne, vrijwillig en zelfs bereidwillig zijn misdaden, met zo’n gevoelloosheid en onverschilligheid dat het leek alsof hij geen rekenschap aflegde van zijn eigen daden, maar van die van een ander”, zo deelt zijn advocaat ons aan het begin van het boek mee.

De Eichmann-mentaliteit


Een goede verstaander herkent hier de mentaliteit van Eichmann, de kritiekloze ambtenaar van de Endlösung. Toen het tribunaal in Jeruzalem – dat hem uiteindelijk ter dood veroordeelde voor zijn rol in het nazi-regime – hem vroeg of hij geen schuld of berouw voelde, ontkende Eichmann dat, want, zo zei hij, de treinen waren altijd op tijd vertrokken, hij had zijn opdrachten altijd naar behoren uitgevoerd, dus hoe kon hij ergens schuldig aan zijn?

Salinas, die over eenzelfde houding beschikt, leest dan ook met toenemende verbazing de dagboeken van de jonge Enrique Salinas: “Overal moest hij een argument voor hebben, zelfs om te leven. Iemand die zo denkt is nog een kind, geen volwassen man.” Enrique Salinas is de absolute tegenpool van Martens, hij vergelijkt het leven in een dictatuur met ‘non-existentialisme’, met ‘een non-existerend existeren’, omdat er geen mogelijkheid is om het leven in eigen hand te nemen.

~

De vertegenwoordigers van de junta stellen hier tegenover de bloedeloze drogredenen zoals Martens’ meerdere Diaz ze graag bezigt: de politie is er om orde in de schepping te brengen. Voortdurend is Martens op zoek naar de logica van zijn bazen en van het regime dat hij diende, om tenslotte tot de conclusie te komen dat de logica slechts deze was: “Ik begreep dat wij alles overboord hadden gezet wat ons nog aan de menselijke wetten bond, ik begreep dat wij nergens meer op konden vertrouwen behalve op onszelf. En natuurlijk op het noodlot, op die onverzadigbare, gretige en altijd hongerige machine.” Niet dat Martens hier zijn eigen handelen ter discussie stelt: nee, het is het noodlot dat hem heeft meegesleurd.

Wie zweert er samen?

In deze trant moeten we ook de ambigue lading van de titel lezen: want wie zweert er nu eigenlijk tegen wie samen? Zweren de Salinas’ samen tegen de machthebbers, zweren de machthebbers samen tegen de Salinas’, of zweert het ‘systeem’ samen tegen beiden? Kertész lijkt in elke situatie de persoonlijke verantwoordelijkheid van ieder mens te benadrukken: het lot is geen excuus, anders is er immers ook geen vrijheid.

Kertesz’ werk is een een poging om onder woorden te brengen wat de holocaust zegt over de mens en de Europese beschaving. Hij beschouwt Auschwitz niet als een incident, maar onderkent de grote kans op herhaling, die als een ‘lange, donkere schaduw van de holocaust’ over onze tijd hangt. Voor Kertesz betekent Auschwitz de werkelijke dood van god, het einde van de houdbaarheid van elk metafysisch principe. Nu moet de mens bij elke stap die hij zet zélf de morele uitdaging aangaan. In zijn essaybundel De verbannen taal zegt hij hierover dat we ons best moeten doen om te “begrijpen dat het onbegrijpelijk is”.

In die zin kunnen we De samenzwering opvatten als bevestiging van deze these. Voor Kertész representeren alle totalitaire regimes van de twintigste eeuw (hij leefde zelf lang onder het Hongaarse communisme) de holocaust. De taak van de mens is om zich teweer te stellen tegen de objectiverende logica van dergelijke regimes, om zo herhaling te voorkomen.

Film / Films

In de greep van Lost

recensie: Lost: seizoen 1

Een man in driedelig pak wordt wakker in de jungle. Hij staat verward en gedesoriënteerd op, loopt weg en komt terecht op een strand. Een paradijs: wit zand, blauwe zee, palmbomen. Ware het niet dat er net een vliegtuig is neergestort en het strand bezaaid ligt met brokstukken, lijken en overlevenden. Een uit de hand gelopen aflevering van Expeditie Robinson? Nee, het is de openingsscène van de ongekend populaire televisieserie Lost.

~

Castaway, de serie. Zo werd aanvankelijk het idee voor Lost gepitched. Omdat iedereen bij netwerk ABC meteen moest denken aan een man met een volleybal op een onbewoond eiland, reageerde niemand echt enthousiast. Tot schrijver/regisseur/producent J.J. Abrams (Alias, Misson Impossible III) en schrijver/producent Damon Lindelof (Crossing Jordan) aan boord kwamen. Want wat als het eiland waar 48 overlevenden van een vliegtuigongeluk strandden niet zomaar een eiland is, maar een mysterieus oord waar vreemde dingen gebeuren?

Pilot van twaalf miljoen


Hoofd Entertainment van ABC Lloyd Braun geloofde meteen in Lost. Na het lezen van de synopsis voor de pilot, door Abrams en Lindelof in vijf dagen in elkaar gezet, stelde hij twaalf miljoen dollar beschikbaar. Twaalf miljoen dollar voor een twee uur durende eerste aflevering van een serie die misschien niet eens zou aanslaan en waarvoor nog niet eens een echt script was geschreven. ABC nam het hem niet in dank af: nog voor de pilot van Lost op tv verscheen, werd Braun op staande voet ontslagen.

~

Vanaf de allereerste aflevering was Lost echter een doorslaand succes. Naar de pilot keken in Amerika grofweg achttien miljoen mensen: het hoogste aantal kijkers voor ABC in vijf jaar. De serie werd alom genomineerd voor prijzen, waaronder twaalf Emmy Awards, en is inmiddels ook nog eens een internationaal succes.

Niets is wat het lijkt


Mysterie. Dat is de allergrootste kracht van Lost. Net als bij andere succesvolle series van de afgelopen tijd – denk bijvoorbeeld aan Desperate Housewives – komen ook in Lost verschillende genres aan bod: de serie kent drama, humor, actie en spanning. Maar niets is zo belangrijk als de mysteries rondom het eiland en die worden op briljante wijze opgebouwd. Wat schuilt er precies op het eiland? Waar ligt het eiland precies, waarom is het nooit eerder ontdekt en waarom komt er maar geen hulp? Voor de kijker is dit een bron van inspiratie en al meteen na het zien van de pilot heeft iedereen een eigen theorie. Alle inzittenden zijn eigenlijk al dood, op het eiland bevindt zich een geheim onderzoekscentrum, het is iemands droom; op internet gonst het van de geruchten en ideeën. Hoe dan ook, als kijker wil je maar één ding: de volgende aflevering zien om antwoorden te vinden.

~

Zelfs de overlevenden zijn omringd door raadsels. Elke aflevering maakt de kijker door middel van flashbacks kennis met een ander personage. En al snel wordt één ding duidelijk: niets is wat het lijkt. Het zijn deze mysteries, plotwendingen en aanwijzingen, ondersteund door een geweldige, beklemmende soundtrack van Michael Giacchino, die van Lost niet alleen een ongekend spannende, maar ook nog eens een zwaar verslavende serie maken. Elke aflevering schreeuwt om de volgende.

Casten en schrijven


Naast de vele mysteries kent Lost een sympathieke cast. De veertien hoofdpersonen worden gespeeld door veelal minder bekende acteurs, maar de rollen zijn hen stuk voor stuk op het lijf geschreven. Letterlijk eigenlijk, want in dezelfde periode dat het geheel gecast werd, schreven Abrams en Lindelof de serie. Zo’n vijf weken hadden ze daarvoor en in die periode veranderde het plot constant. Zo zou hoofdpersoon Jack (Matthew Fox) aanvankelijk in de eerste aflevering worden verslonden en deed de Koreaanse actrice Yoon-jin Kim auditie voor de rol van hoofdrolspeelster Kate. Jack mocht uiteindelijk blijven leven, voor Kim werd spontaan de rol van Sun in het leven geroepen.

~

Dat de serie in zo’n korte tijd geschreven is, is duidelijk merkbaar. Af en toe vraag je je af of de schrijvers zelf wel weten wat er aan de hand is op het eiland. Het verontrustende antwoord luidt: nee, dat weten ze inderdaad niet. De grote lijnen zijn bekend en volgens de makers hebben ze zelfs genoeg stof voor een seizoen of zes. Toch zijn heel veel details rondom het plot nog niet zeker. Dat verklaart meteen ook de vele verschillende genres. Van een komedie via een thriller tot een drama: Lost slingert af en toe van het ene uiterste naar het andere. Stuurloos is de serie echter niet. Want hoe vergezocht en bont de serie het soms ook maakt, Lost weet de kijker altijd aan de buis gekluisterd te houden.

Rode draden

Lost is geen serie om af en toe eens te bekijken. De rode draden die door de afleveringen lopen zijn zo belangrijk dat je de hele serie moet volgen om er echt in op te kunnen gaan. Doe je dit niet en pik je af en toe een episode mee, dan mis je de helft, snap je er waarschijnlijk weinig van en vind je de serie misschien zelfs saai… Door de vele reclameblokken is de serie op tv volgen lang niet alles. Bovendien duurt het steeds een week voor je het vervolg kunt zien. En één ding is zeker: als Lost je eenmaal in zijn greep heeft, wil je zo lang echt niet wachten.

Lost – seizoen 1 is sinds kort als box met 7 dvd’s [55 euro] uitgebracht door Buena Vista, compleet met een bonusdisk met extra’s.

8WEEKLY

Crazy 88

Artikel: De beste 88 van 2005: dag één

Eigenlijk is het waanzin, alle kunst- en cultuurdisciplines op een hoop gooien in een grote eindejaarslijst, maar we deden het toch. 8WEEKLY maakte een lijst voor eenentwintigste-eeuwse culturele alleseters: de Crazy 88. In deze democratische samengestelde lijst staan achtentachtig cultuuruitingen die de redactie om welke reden dan ook belangrijk vond voor 2005. Er kan over de inhoud gediscussieerd worden, en er is flink over gediscussieerd. Maar we vinden uiteindelijk wel dat de Crazy 88 een mooi beeld geeft van het afgelopen jaar. De Crazy 88 wordt gepubliceerd in vier delen. Vandaag deel één met de nummers 88 tot en met 67. Tel morgen met ons mee van 66 naar 45.

88-67 | 66-45 | 44-23 | 22-1

88: Low – The Great Destroyer

~

cd.gif Al vroeg in het jaar wist de Slowcore-formatie Low ons te verrassen met hun schitterende album The Great Destroyer. De voortkruipende songs waar het drietal uit Duluth doorgaans om bekend staat, zijn nauwelijks tot niet te vinden op hun hardste en meest up-tempo-plaat tot nu toe. De melodische kracht is gebleven, de rest werd ingevuld met gruizige en vervormde gitaren die een verfrissende werking hebben op de toch al zo unieke sound van Low. The Great Destroyer heeft, zeker na een van de mooiste concerten van het afgelopen jaar in Paradiso, al die maanden in of in de buurt van de cd-speler gelegen. Een plaat van grote klasse, die ook het volgende jaar vaak de weg naar de cd-speler zal maken. (Niek Hofstetter)

Lees ook onze recensie.

87: World Press Photo – Things As They Are

~

expo.gif Voor de makers van de tentoonstelling World Press Photo – Things As They Are moet het bijna niet te doen zijn geweest: een overzicht geven van vijftig jaar World Press Photo. Hoe maak je een selectie van al die foto’s die in die jaren gemaakt zijn, van al die belangrijke en minder belangrijke gebeurtenissen van de afgelopen halve eeuw? Want de foto’s geven niet alleen een indruk van het talent van de fotografen, maar ook van vijftig jaar wereldgeschiedenis. Het was dan ook een omvangrijke tentoonstelling. Veel foto’s zijn in de loop der jaren iconen geworden van armoede, sociaal en politiek onrecht, oorlog, wreedheden en rampen. Daarmee tonen ze ons gebeurtenissen die anders wellicht voor onze ogen verborgen zouden zijn gebleven: de dingen zoals ze zijn. En dat maakte deze tentoonstelling volgens ons een van de indrukwekkendste van het afgelopen jaar. (Anita Terpstra)

Lees ook onze recensie.

86: Josien Laurier – De verhalenbundel

~

boek.gif Zoals gezegd: het is waanzin om de beste cultuuruitingen van 2005 in een lijst bij elkaar te gooien. Nergens is die waanzin duidelijker aanwezig dan in De Verhalenbundel, waarin ieder verhaal opnieuw wordt gekenmerkt door spottend absurdisme en zotte creativiteit. De personages worden door een nieuw inzicht uit hun alledaagse leven gerukt op manieren die parallel lopen aan de werkelijkheid, maar in werkelijkheid nooit zover zouden doorslaan als Lauriers verhalen. De grillige lijnen die Josien Laurier in haar boek trekt, haar verfrissende kijk op alledaagse situaties en haar inventiviteit zijn de redenen dat De Verhalenbundel niet kan, niet mág ontbreken in de Crazy 88. (Sarah Sloot)

Lees ook onze recensie.

85: Le conseguenze dell’amore – Paolo Sorrentino

~

film.gifLe conseguenze dell’amore was een van de meer charmante films van het filmfestival in Rotterdam en is geschikt voor
een breed filmhuispubliek. In deze bijzonder stijlvolle film ondervindt een oude
man de gevolgen van de liefde. Maar hoofdpersoon Titta is niet zomaar iemand: achter zijn arrogantie en uiterlijke vertoon gaan geheimen schuil die het daglicht niet kunnen verdragen. De kijker leert wie hij eigenlijk is terwijl de
kille man langzaamaan smelt voor een serveerster, met tragische gevolgen. Paolo
Sorrentino maakt er een zwaar ironisch en strak geregisseerd schouwspel van, maar topacteur Toni Servillo draagt de film: zijn perfecte vertolking van de intrigerende cynicus is de spil van Le conseguenze
dell’amore.
(Paul Caspers)

Lees ook onze recensie.

84: Sigur Rós – Takk…

~

cd.gif Vernieuwend is het deze keer niet, onverminderd mooi wel: het IJslandse viertal Sigur Rós heeft zijn eigen gebaande paden nog niet platgetreden en stelt daarom niet teleur. Takk… is niet zo overdonderend als zijn voorganger, niet zo veelzijdig als Ágætis Byrjun, maar gewoon een sterk album van een unieke band. De meeste nummers zijn op bedriegelijk simpele patronen en melodieën gebaseerd; alleen Sigur Rós kan van zulke eenvoud zoiets moois maken. En bij tijd en wijle is de muziek ongegeneerd blij: zo euforisch en expansief als in het nummer Hoppipolla klonk de band nooit eerder. Afsluiter Hey Sátan is dan weer Sigur Rós op zijn meest economisch: de band vindt melancholie in minimalisme. (Paul Caspers)

Lees ook onze recensie.

83: Turks Fruit, de musical

~

theater.gif Dit jaar geen Van den Ende-musical in onze lijst der lijsten, want de verrassendste Nederlandse musical van dit jaar werd geproduceerd door Stichting Beeldenstorm en Harry Kies Theaterproducties. Turks Fruit, naar het welbekende boek van Jan Wolkers, is op een heel mooie manier op het toneel gebracht. Acteurs Antonie Kamerling en Jelka van Houten houden – als je terugdenkt aan de filmversie – aardig wat kleren aan, maar het ontbreken van seks op het toneel wordt ruimschoots gecompenseerd door hun taalgebruik. Na de pauze weet dit duo de gevoelige snaar van het publiek te raken. Een prachtige musical met een goede live-band en uitstekende acteurs. Turks Fruit, de musical is nog steeds te zien in de theaters. (Nathalie van Eck)

Lees ook onze recensie.

82: Paradise Now – Hany Abu-Assad

~

film.gif Met de documentaire Ford Transit kwam Hany Abu-Assad onder vuur te liggen, omdat hij niet verteld had dat de taxi-chauffeur in de film gespeeld werd door een acteur. Voor de regisseur maakte dat weinig uit, want hoe scherp is de grens tussen fictie en documentaire nu helemaal? En is de werkelijkheid niet altijd geconstrueerd, zelfs in een documentaire? Met Paradise Now lijkt Abu-Assad zijn credo te willen bevestigen: fictie kan de werkelijkheid net zo dicht naderen als een documentaire. We volgen twee Palestijnse zelfmoordterroristen in de laatste uren voor hun aanslag. Het scenario, bekroond met een Europese Film Award, is ijzersterk: terwijl de ene jongen gaat twijfelen aan zijn zaak, raakt de ander er juist steeds meer van overtuigd. Hiermee, maar ook met de vele heftige discussies in de film, maakt Abu-Assad inzichtelijk hoe ingewikkeld en uitzichtsloos het Israëlisch-Palestijnse conflict is. (Niels Bakker)

Lees ook onze recensie.

81: Haruki Murakami – De olifant verdwijnt

~

boek.gif De Japanse schrijver Haruki Murakami is een bijzonder soort mens. Hij heeft namelijk continu vreemde hersenspinsels en hij schrijft ze ook op, zodat iedereen van zijn absurde ideeën kan genieten. De olifant verdwijnt is een verzameling lachwekkende verhalen over hoogst onwaarschijnlijke personen en situaties: mensen in olifantenfabrieken, broodjesrovers en mysterieuze TV people. De bundel is in dezelfde stijl geschreven als Murikami’s grootste succes, het veelgeprezen De jacht op het verloren schaap. Naast onnavolgbare humor bevat zijn werk ook een vleugje levensbeschouwing en een snufje onverschilligheid, en dat maakt zijn verhalen ongewoon hilarisch. Zijn nieuwste bundel verdient dan ook zeker een plaats in de lijst van het jaar! (Jesper Docter)

Lees ook onze recensie.

80: Rineke Dijkstra – Portretten

~

expo.gif De tentoonstelling Portretten van Rineke Dijkstra staat garant voor een middagje lekker mensen kijken in het Stedelijk. 75 fotoportretten en twee video-installaties geven een overzicht van Dijkstra’s werk vanaf begin jaren negentig tot nu. Bijzonder is dat Dijkstra met haar portretten en portrettenseries iets universeel menselijks bloot weet te leggen. Tijdens het fotograferen wacht ze net zo lang totdat de personen hun aangenomen pose loslaten en zo hun masker laten vallen. De portretten zijn op prachtig groot formaat afgedrukt en in fraaie houten lijsten gestoken. Gelukkig hebben de tentoonstellingsmakers daarbij gekozen voor een sobere vormgeving zonder franje en met weinig tekst, zodat de foto’s voor zich kunnen spreken. Deze hartverwarmende tentoonstelling is – na een toer langs Parijs, Winterthur en Barcelona – nog tot 6 februari 2006 in Amsterdam te zien. Fotografe Rineke Dijstra is onze Hollandse trots met een klassieke en internationale uitstraling! (Mireille de Putter)

Lees ook onze recensie.

79: The Life Aquatic – Wes Anderson

~

film.gif Regisseur Wes Anderson is onder meer bekend van Rushmore en The Royal Tenenbaums; films waarin Anderson telkens op lichtvoetige wijze kleinmenselijke drama’s uitbeeldt. The Life Aquatic is daarop geen uitzondering. Maar meer nog dan de voorgaande films blinkt Aquatic uit in dramatisch reliëf. Alle facetten van menselijke relaties worden onder de loep genomen. Het is in alles Andersons meest ambitieuze en meest geslaagde project te noemen. De personages hebben een volwassenheid en diepte die de regisseur tot nu toe niet heeft bereikt. Bill Murray is als de onvolwassen hasbeen Steve Zissou een psychologische uitdieping te noemen van het personage van Gene Hackman in The Royal Tenenbaums, zoals dat weer een uitvergroting te noemen was van Murrays rol in Rushmore. En de typische Anderson-lulligheid, waar zijn werk grotendeels de charme aan ontleent, heeft in The Life Aquatic een nieuwe standaard gekregen. De matrozenpakjes, de elektrodeuntjes, de stop motion-diepzeevissen: het is een kneuterigheid die wordt opgeroepen door een opzettelijke ambivalentie tussen ambachtelijkheid en amateurisme. (Paul Boon)

Lees ook onze recensie.

78: My Morning Jacket – Z

~

cd.gif De heren van My Morning Jacket wisten dit jaar, ondanks een dubbele wissel in de band, een verfrissende vierde plaat te maken. Na de ingetogenheid van The Tennessee Fire en At Dawn en de rock van It Still Moves kreeg My Morning Jacket meer oog voor de soul van de jaren zeventig en de hiphop-vibes van de jaren tachtig. Hiermee probeerde de band een vervolg te vinden op de ochtend-middag-avond-trilogie. Hun idee van de ideale autoplaat resulteerde in Z. En ondanks het prominent aanwezige orgelgeluid is Neil Young nog altijd heel dichtbij. Z is een meesterwerkje, waarop My Morning Jacket ietwat anders klinkt, maar toch net zo vertrouwd overkomt. (Niek Hofstetter)

Lees ook onze recensie.

77: Elementaire deeltjes – Het Nationale Toneel

~

theater.gif Een door technische hulpmiddelen gedomineerde toneelvoorstelling, die desondanks intiem en persoonlijk is. Dat is wat regisseur Johan Doesburg neerzet met zijn theaterversie van Elementaire deeltjes, de bestseller van de Franse romancier Michel Houllebecq. Twee broers vormen elkaars tegenpolen: Michel is de rationele, Bruno de emotionele. Ratio betekent doordraven met wetenschappelijke theorieën. Emotie betekent bij Houllebecq dat je bent geobsedeerd door seks. Doesburg kruipt zijn acteurs op de huid met camera’s, op een manier die van Big Brother een preutse kleuterklas maakt. Elke trilling, elke aarzeling wordt uitvergroot geprojecteerd op grote beeldschermen. Zonder goedkoop of ranzig te worden, fileert Doesburg zijn personages tot op het bot. Gevoel en verstand, zo lijkt hij te zeggen, rukken de mens steeds weer uit balans, een blijvend evenwicht tussen die twee is niet mogelijk. (Mieke Zijlmans)

Lees ook onze recensie.

76: Helen Walsh – Millie

~

boek.gif De uitgever heeft er alles aan gedaan om dit boek zo onaantrekkelijk mogelijk te presenteren. Het model op de voorkant suggereert vanilleporno zoals Franse damesschrijvers die per ton over ons uitstorten. De auteur trekt op de achterflap het smoel dat we al ruimschoots – gaap – kennen van popmuzikanten die stoer willen doen door hevig drugsgebruik te suggereren. Ook de vergelijking met het voorspelbare Trainspotting doet het ergste vrezen. Toch raden wij je aan om door te zetten, want in het genre van de down & out-romans is dit een klein meesterwerkje; vooral door de onnadrukkelijke en zeer beheerste individuele stijl waarin Walsh verslag doet van het leven aan de onderkant van Liverpool. (Enno de Witt)

Lees ook onze recensie.

75: Brunhilde 40+ – Mugmetdegoudentand

~

theater.gif Een actrice (40+) raakt in een hevige crisis nadat ze haar rol en haar minnaar kwijtraakt aan een veel jongere concurrente. Is er leven na de veertig op het toneel en daarbuiten? Brünnhilde 40+ is de eigenzinnige theater come-back van actrice en scenarioschrijfster Joan Nederlof, die na tien jaar van schrijven
achter de schermen de plankenkoorts weer trotseert. Tegenspeler en Mug-maatje Marcel Musters staat als zachtmoedige Personal Assistant de weifelende, woedende, en bij tijd en wijle hysterische diva terzijde
in haar zoektocht naar een nieuwe identiteit. Een mooie kleine voorstelling met energiek en uitmuntend spel, maatschappijkritische noten, ironisch commentaar op het Nederlandse theaterwereldje en een sterk filosofische inslag. Maar vooral komisch, origineel, sprankelend en ontroerend. (Ellen op de Weegh)

Lees ook onze recensie.

74: Michelangelo

~

expo.gif De expo Michelangelo in het Teylers Museum staat om een aantal redenen in de Crazy 88. Ten eerste is het getoonde schetswerk van Michelangelo van uitzonderlijk goede kwaliteit en heeft het zelfs na honderden jaren nog een enorme zeggingskracht. Daarnaast laat deze indrukwekkende tentoonstelling niet alleen de goddelijke kunstenaar Michelangelo, maar ook de mens Michelangelo zien en dat gebeurt maar zelden. Een compliment aan de samenstellers van deze tentoonstelling! Zo is het leuk om een kijkje in de keuken te nemen bij een kunstenaar die tijdens zijn leven als de dood was dat men erachter kwam dat zelfs hij honderden schetsen moest maken. Maar misschien is het allerleukste wel dat je de plafondschildering van de Sixtijnse kapel gewoon hier in Nederland kunt bekijken, en nog wel tot en met 8 januari 2006. Haast je dus naar Haarlem! (Jacqueline van Ouwerkerk)

Lees ook onze recensie.

73: Saw – James Wan

~

film.gif Regisseur James Wan en scenarioschrijver/acteur Leigh Whannell maakten een goedkope demo, stuurden hem op naar Hollywood en kregen vervolgens ruim één miljoen om de horror slasher Saw te maken. Zonder enige vorm van repetitie werd de gehele film in achttien dagen opgenomen, om vervolgens op verschillende festivals een publiekslieveling te worden. Alleen al in Amerika bracht de film 55 miljoen dollar op. Begrijpelijk, want deze variatie op Cube, waarin twee mannen vastgeketend wakker worden in een ranzige badkamer, zorgt ruim anderhalf uur lang voor vermakelijke horror met meerdere plotwendingen. Die wendingen zijn weliswaar vaak vergezocht en het acteerwerk laat meer dan eens te wensen over – dus aan kritische filmfans is Saw dan ook niet besteed. Voor horrorfans op zoek naar entertainment is het echter wel degelijk een van de leukste films van het jaar. (Jenny Hoogeboom)

Lees ook onze recensie.

72: Proust 4 / De kant van Marcel – Ro Theater

~

theater.gif Met zijn vierluik over de Franse schijver Marcel Proust leverde regisseur Guy Cassiers bij het Ro Theater een tour de force af die alom is bejubeld. Het vierde en laatste deel, De kant van Marcel, ging in mei in première. In de eerdere delen werd Marcel verliefd, ontwikkelde hij zich tot gevierd schrijver en verwierf hij een plek in de wervelende salons, waar het gonsde van affaires en roddels. Van dat decadente, turbulente leven is in dit laatste deel nog maar een ijle ademtocht over. In een broze, doorzichtige omgeving kan de stervende schrijver alleen nog het gezelschap van zijn huishoudster Cèleste verdragen. Het verhaal van de schim Marcel wordt verteld door deze Cèleste, fier en levenslustig zittend aan de keukentafel. Een bijzonder fraaie Marlies Heuer zet haar neer als een levensechte, wat volkse vrouw, die feitelijk nauwelijks beseft aan welk groot leven ze een bijdrage heeft geleverd. Een beeldschone, fragiele voorstelling die een waardig besluit vormt voor het tumult uit de eerdere delen. (Mieke Zijlmans)

Lees ook onze recensie.

71: Gerard Reve & Geert van Oorschot – Briefwisseling 1951-1987

~

boek.gif Jaren naar uitgekeken. We wisten dat ze bestonden, alleen hadden we ze nog nooit gezien, deze brieven. Het belang van de uitgave mag dan ook duidelijk zijn. Uitgever Van Oorschot drukte in de jaren vijftig als geen ander zijn stempel op de vaderlandse letteren. Reve is onze grootste – nog net – levende schrijver. In de brieven komen dan ook talloze incidenten en affaires aan bod die de Nederlandse samenleving in de turbulente decennia na de oorlog in beroering brachten. Op zich is dat al voldoende voor een plaats in onze lijst, maar de brieven zijn ook nog eens uitstekend geschreven. Die van Van Oorschot dan. De bijdragen van Reve zijn als gewoonlijk subliem en, tot in de punten en komma’s, onnavolgbaar briljant. (Enno de Witt)

Lees ook onze recensie.

70: Willem van de Poll (1895 – 1970)

~

expo.gif Deze expositie over het werk van fotograaf Willem van de Poll behoort om meer dan één reden in deze Crazy 88. Ten eerste is het een expositie die een prachtig tijdsbeeld schetst van de jaren dertig tot en met vijftig van de vorige eeuw. Van de Poll was dan ook niet minder dan politie-, pers-, reis-, reclame-, mode-, product-, bedrijfs-, oorlogs- en hoffotograaf. Ten tweede is het altijd leuk om de koninklijke familie in privé-situaties te zien zonder dat je daarvoor met een Privé op schoot bij de tandarts hoeft te zitten. En tenslotte is het een tentoonstelling die nog tot 5 februari te zien is in het fotomuseum in Den Haag. Dus heb je zelf nog volop de kans om te beoordelen of zijn plaats in de Crazy 88 terecht is of niet. (Erik Meijers)

Lees ook onze recensie.

69: Perfect Wedding – Toneelgroep Amsterdam

~

theater.gifPerfect Wedding is de grootse finale van het huwelijksvierluik dat Ivo van Hove dit seizoen bij Toneelgroep Amsterdam regisseerde. Op dit fantasierijke bruiloftsfeest treedt het voltallige ensemble aan in een speciaal voor de gelegenheid verbouwde Stadsschouwburg. Shakespeariaanse geslachtsverwarring, multiculturele danssessies, alle kleuren van Bollywood en een hoopvolle boodschap komen op wonderlijke wijze samen in een associatief en uitbundig spektakel. Omarm het vreemde en vier de liefde! Al was het alleen maar omdat Joop Admiraal zo prachtig rondzweeft in een felroze sari. Het spel is bevlogen, het plezier spat er van af, de setting is sprookjesachtig, en je avond is goed. Een waardige afsluiter van de cyclus en een mooi pleidooi voor een nieuw begin. (Ellen op de Weegh)

Lees ook onze recensie.

68: …And You Will Know Us By The Trail Of Dead – Worlds Apart

~

cd.gif Het muziekjaar 2005 kent vele leuke bandjes met een geluid dat geïnspireerd
is op dat van begin jaren tachtig: elektronische poprock met frisse
puntige songs. Worlds Apart, de vierde plaat van Guinness Book-recordhouder
in de categorie ‘langste bandnaam’ …And You Will Know Us By The Trail Of
Dead, gaat daar dwárs tegen in. Rock, pop en noise, gemengd met koortjes en
strijkers, alles door elkaar. Het is op de eerste plaats heel veel geluid,
waarbij af en toe Pink Floyd om de hoek komt kijken. Het pakt wonderwel
allemaal prachtig uit. De teksten zijn niet altijd even sterk, maar dat is
dan ook maar een klein minpuntje. Worlds Apart is één grote overdonderende
bombastische geluidsexplosie. (Aryen Meijer)

Lees ook onze recensie.

67: Harry Potter and the Goblet of Fire – Mike Newell

~

film.gif Het is een goed jaar om Harry Potter-fan te zijn. Eerder dit jaar lag het zesde deel uit de boekenreeks in de winkels, en de herfst brengt de verfilming van het vierde boek, The Goblet of Fire, met zich mee. Na het zoetsappige eerste en tweede deel van Chris Columbus en het donkere The Prisoner of Azkaban van Alfonso Cuarón, maakte de Britse regisseur Mike Newell een sprookjesachtig vierde deel. Daarin komt de naam van Harry Potter op mysterieuze wijze in een wedstrijdbeker, the Goblet of Fire, terecht. Nu moet hij zichzelf bewijzen tegenover de oudere en wel rechtmatig gekozen kampioenen van de drie tovenaarsscholen. Intussen loeren ook de liefde en de duistere Lord Voldemort op Harry. Ook dit vierde deel is weer uitstekend, de karakters zijn sterk, de film is eng en duister, maar ook grappig en kleurrijk. En meer dan ooit vraagt dit vierde deel om een vervolg. En wel zo snel mogelijk! (Mark Hospers/Nora Sinnema)

Lees ook onze recensie.

Boeken / Fictie

Alles van Elsschot

recensie: Willem Elsschot - Verzameld werk

Wie zichzelf het predikaat ‘belezen’ wil geven, zal toch van tenminste enkele schrijvers het volledige werk gelezen moeten hebben. Alleen na het doorspitten van alle letters die een schrijver op papier heeft gezet, kun je immers iets zinnigs zeggen over het werk, de schrijver en de ontwikkelingen. Het volledige werk is meestal veel. Gelukkig valt het Verzameld werk van Willem Elsschot wel te behappen, want het telt maar iets meer dan 750 bladzijden. Een mooi project voor de kerstvakantie.

Uitgeverij Athenaeum – Polak & Van Gennep heeft Elsschot waardig uitgegeven in hun Gouden Reeks. Het is een kritische editie, wat betekent dat de spelling gemoderniseerd is en fouten zijn weggewerkt. Bij elk verhaal is bovendien een treffende illustratie van Peter van Hugten afgedrukt. Het mooie papier, een stofomslag en een goudkleurige cassette maken van het Verzameld werk een pronkstuk voor in je boekenkast.

Kaas
Kaas

Maar het gaat natuurlijk om de inhoud. Velen hebben op de middelbare school weleens wat van Elsschot gelezen, want zijn boekjes zijn lekker dun en niet al te moeilijk. Maar daarmee doe je de schrijver geen recht. Pas wanneer je begint bij Villa des Roses uit 1910 en je in 1947 eindigt bij zijn laatste gepubliceerde gedicht, krijg je een echt beeld van de kwaliteiten van Elsschot. Zijn thematiek en schrijfstijl laten zich niet in één novelle vangen.

Zakelijk en menselijk

Lijmen/Het been en Kaas zijn de bekendste boeken van de Vlaming, en die werken ademen een schitterend cynisme uit. In beide boeken laat een gewone man zich strikken in de netten van het kapitalisme: tegen wil en dank wordt hij een handelaar, een zakenman die alleen op geld uit zou moeten zijn. Zou moeten zijn, want het is duidelijk dat Laarmans – zoals de hoofdpersoon in bijna alle boeken van Elsschot heet – geen zakenman is en eigenlijk veel liever ongecompliceerd kantoorwerk doet, zonder verantwoordelijkheid en, belangrijker: zonder de genadeloosheid die bij een koopman hoort die geld wil verdienen. Maar omdat de ik-persoon zichzelf toch dwingt hard te zijn, krijgen we als lezer een adembenemend uitzicht op de kloof tussen het cynisme van de kapitalist en de zachte meelevendheid van de gewone man.

Tsjip
Tsjip

Dat cynisme komt ook in Elsschots andere novelles naar voren, maar telkens met een iets andere invalshoek en met geleidelijk aan meer warmte en vrede. In Een ontgoocheling gaat de hoofdpersoon nog ten onder aan zijn streven zakelijk te zijn, in Kaas constateert hij gelaten: “Immers, ik ben nu geen koopman meer.” In Het tankschip zit er zowaar een mogelijk succes in het open einde: “En het kapitalisme heeft toch ook zijn goede kant, is ’t waar of niet?”
Daarnaast zorgen de novelles die minder over zaken en meer over familie gaan, voor een beter beeld op die kloof tussen geldzucht en medeleven. In Tsjip, De Leeuwentemmer en Pensioen krijgen we de andere en tegelijk dezelfde kant te zien van de handelaar tegen wil en dank: ook thuis kan Laarmans niet handelen. Hij is iemand die alleen optreedt als zijn familie dat van hem verlangt. Met fijne pen tekent Elsschot het gebrek aan daadkracht, maar met het grote verschil dat de huiselijke Laarmans vrede heeft met zijn rol als buitenstaander. Hoewel hij zich telkens weer genoodzaakt ziet om mee te doen aan het grote circus van de zakelijke markt, is hij binnen zijn gezin tevreden met zijn positie aan de zijlijn.

Ontroering

Slechts één keer in het hele verzamelde werk van Elsschot ontvlamt er bij die eeuwige bankzitter een enthousiast laaiend vuur, en juist omdat je het hier tegenkomt tussen al die andere verhalen van kalme mislukking, krijgt het extra betekenis. Aan het einde van Tsjip spreekt Laarmans zijn pasgeboren kleinzoon toe:

Langs de baan zal ik hem onderrichten: dat hij veel doen moet van wat ik heb nagelaten en veel nalaten van wat ik heb gedaan; dat hij de gevulde hand moet afstoten; dat hij niet bukken mag voor ’t geweld, juichen noch rouwen op bevel van de machthebbers.

Het is het enige moment in het boek waarop Laarmans een waarlijk sterke man is die de hele wereld aankan, en het is ontroerend om te zien dat de aanleiding daarvoor allerminst zakelijk is.

Tsjip is dan ook het beste boek van Elsschot, met het ‘vervolg’ De leeuwentemmer en het vlijmscherpe maar heerlijk droge Pensioen op een gedeelde tweede plaats. Maar eigenlijk zijn alle novelles goed en is het onzin een nummering aan te brengen. Alleen de gedichten, die helemaal achterin het boek staan, vallen een beetje uit de toon na al het schitterende, aardse proza. De Verzen zijn soms wat al te plechtstatig en verheven, maar ook deze gaan over mensen die het leven niet (meer) de baas zijn: ‘Tot den arme’, ‘De bedelaar’ en ‘Van der Lubbe’ (over het proces tegen Marinus van der Lubbe, die in 1934 het Duitse parlementsgebouw in brand stak) zijn titels die op zichzelf al genoeg zeggen.

Making of

Een bijzonder element in Elsschots Verzameld werk tenslotte is de gelegenheid die de lezer krijgt om op eigen houtje aan literaire tekstinterpretatie te gaan doen. Bij Kaas en Tsjip heeft Elsschot een soort making of geschreven: die bij Kaas is wat abstract en gaat over de opbouw van een goed verhaal, verpakt in de metafoor van een strakblauwe lucht die langzaam maar zeker vol ‘wolkgevaarten’ raakt. Bij Tsjip beschrijft Laarmans (want hij is de ik-figuur) gedetailleerd hoe hij heeft zitten wikken en wegen bij de totstandkoming van de zinnen van de inleiding. Deze twee blikken achter de schermen, plus interessante, maar beknopte aantekeningen bij elk verhaal, maken dat je na het Verzameld werk niet alleen alles gelezen hebt van Elsschot, maar dat je ook alles over zijn verhalen weet.

Film / Films

Louis Malle Collection

recensie: Ascenseur pour l'échafaud / Au revoir les enfants

De Franse regisseur Louis Malle is minder bekend dan collega-regisseurs als Truffaut, Godard en Resnais. Enerzijds is dit terecht – Malles films zijn net iets minder eigenzinnig, experimenteel en gedurfd dan die van voornoemde collega’s – anderzijds behoren veel van Malles films wel tot de hoogtepunten uit de Franse cinema. Reden genoeg dus om de Louis Malle Collection, die in acht delen bij Video/Film Express staat te verschijnen, enthousiast te onthalen. Onlangs verschenen de eerste twee delen: Ascenseur pour l’échafaud uit 1957 en Au revoir les enfants uit 1987.

Louis Malle
Louis Malle

De filmcarrière van Louis Malle nam een aanvang met de documentaire Le Monde du Silence (1956), die hij samen met Jacques Yves Cousteau maakte. De documentaire bleek een groot succes en won in Cannes een Gouden Palm voor de beste film. Na deze veelbelovende start kreeg Malle de kans om de assistent te worden van zijn idool Robert Bresson, die echter zo onafhankelijk te werk ging dat Malle al snel weer afhaakte en zijn eigen weg insloeg.

Geïmproviseerde jazzmuziek

Met zijn eerste speelfilm Ascenseur pour l’échafaud maakte Malle de weg vrij voor een van de invloedsrijkste filmstromingen aller tijden: de nouvelle vague. Al enkele jaren voor het verschijnen van Truffauts Les 400 Coups (1959) en Godards A Bout de souffle (1960) paste Malle de principes toe die deze films zo succesvol zouden maken, zonder zelf overigens onderdeel van de nouvelle vague uit te maken. Met Ascenseur pour l’échafaud was Malle een van de eerste regisseurs die op locatie ging filmen met de camera op de schouder, zonder decor, kunstlicht of make-up. De film werd verder met een zeer beperkt budget gemaakt en introduceerde enkele destijds nog volstrekt onbekende acteurs, zoals Jeanne Moreau (die uit zou groeien tot een van de grootste Franse actrices ooit) en Maurice Ronet. Malles meesterzet betrof echter de geïmproviseerde jazzmuziek van Miles Davis die de beelden van een door de straten van Parijs dwalende Jeanne Moreau ondersteunen.

~

Het verhaal van Ascenseur pour l’échafaud is losjes gebaseerd op een goedkoop pulpromannetje, hetgeen destijds een vrij normale gang van zaken was. Door zijn persoonlijke aanpak en zijn eigen accenten weet Malle het goedkope verhaal echter naar een hoger plan te tillen, met als resultaat een artistiek interessante film. Ascenseur pour l’échafaud bestaat uit twee verhaallijnen die elkaar op een subtiele manier spiegelen. De ex-militair Julien Tavernier en zijn minnares Florence Carala beramen de perfecte moord op Monsieur Carala, Juliens baas en Florence’ echtgenoot. De moord slaagt wonderwel, maar Julien komt helaas vast te zitten in de lift terwijl Florence tevergeefs op hem wacht en vertwijfeld door de straten van Parijs dwaalt. Ondertussen heeft het stoere vriendje van Veronique – het charmante dienstertje uit de bloemenwinkel op de hoek – de auto van Julien gestolen. Het tweetal imiteert het gedrag van Julien en Florence en doet zich zelfs voor als monsieur en madame Tavernier. Als ze betrapt worden bij een nieuwe autodiefstal, pleegt het vriendje een brute dubbele moord die later aan Julien wordt toegeschreven. Malle speelt een ironisch spel met de parallellen tussen deze twee verhalen en geeft zo een melancholische blik op het Parijs van zijn tijd, dat door de muziek van Davis alleen nog maar versterkt wordt.

De schuld van toeschouwer

Het met fatalistische ironie doordrenkte Ascenseur pour l’échafaud was een stilistisch hoogtepunt in de Franse cinema van de jaren zestig. Het dertig jaar later gemaakte Au revoir les enfants is stilistisch veel minder interessant, maar is wel een ingenieuze meditatie op de schuld en de verantwoordelijkheid van de toeschouwer die getuige is van onrechtvaardig geweld. De film is gebaseerd op Malles eigen herinneringen aan de oorlog, waarin hij als kostschooljongen moest aanzien hoe een van zijn Joodse medeleerlingen door de nazi’s uit de klas gehaald werd. Dit autobiografische feit verwerkt hij in zijn verhaal over de verschrikkingen van WO II, waarin hij echter vooral de universele thematiek van schuld en verantwoordelijkheid aan de orde stelt.

~

De film zit erg goed elkaar. Elk scène heeft betekenis en draagt bij aan het geheel. Malle is er duidelijk niet op uit om zijn eigen ervaringen zo getrouw mogelijk te boekstaven, maar probeert via tegenstellingen en complexe verwantschappen de morele ambiguïteit te schetsen die ontstaat als je geconfronteerd wordt met een kwaadwillende bezetter. Malle benadrukt vooral het alledaagse hiervan. Het terloopse verraad door een blik of een hoofdknik of de spontane heroïek van een impulsieve reddingsactie. Hij laat ook zien hoe deze twee impulsen – collaboratie en verzet – elkaar in het verloop van enkele uren kunnen afwisselen. De rol van de toeschouwer is in zulke situaties complex: enerzijds is hij machteloos omdat hij voortdurend het gevaar loopt zelf ook slachtoffer te worden, anderzijds is hij ook verantwoordelijk omdat hij de enige is die wellicht nog verandering in de situatie kan brengen, alhoewel het daarbij nooit duidelijk is hoe groot zijn kansen zijn.

We zullen bidden voor hen die lijden

Malle weet de thematiek van schuld en verantwoordelijkheid aan te snijden door een betekenisvolle spanning te creëren tussen de verschillende scènes. Een voorbeeld hiervan is het contrast dat hij creëert tussen de woorden en de daden van de priester die aan het hoofd van het internaat staat. Eerst zien we hoe deze priester een toespraakje over de moraal houdt: “We zullen bidden voor hen die lijden, voor hen die honger hebben, voor hen die vervolgd worden.” Even later zien we echter hoe de priester de kreupele en armoedige keukenhulp (allerminst een vijand) wegstuurt vanwege de zwarte handel die hij heeft opgezet, terwijl hij de leerlingen die er ook bij betrokken waren slechts een lichte straf geeft. Malle laat hiermee niet alleen zien dat de priester ook niet vrij van smetten is, maar zet veeleer zijn moralistische toespraak onder spanning. Van de ene kant is de priester een held die zichzelf niet ontziet om enkele onbekende Joodse jongens te redden, van de andere kant is hij een wrede despoot die een armoedige ondergeschikte zonder al te veel scrupules wegstuurt.

~

De mechanismen van in- en uitsluiting worden hier op een ingenieuze wijze aan de oppervlakte gebracht. De rijke kinderen worden licht gestraft (waarschijnlijk uit vrees voor hun ouders), terwijl de kreupele keukenhulp het moet ontgelden. Met zijn inconsequente moraal is de priester indirect verantwoordelijk voor het lot dat het klooster treft. Zijn onrechtvaardige beslissing wordt op een gruwelijke wijze gewroken doordat de keukenhulp de Joodse jongens verraad. Malle geeft hiermee niet zozeer kritiek op de priester in het bijzonder of de katholieke kerk in het algemeen (zoals in zoveel andere films gebeurt), maar laat veeleer zien hoe moeilijk het is om in zulke omstandigheden telkens weer het moreel juiste te kiezen.

Theater / Voorstelling

Sleetse vriendschap

recensie: Slangenvel (Orkater)

Net als elke lange relatie vertoont een vriendschap na vijftig jaar sleetse trekken. Helga, Sofie en Lidwien leerden elkaar kennen in hun bloeitijd, inmiddels zijn ze dik in de zeventig, deze vriendinnen voor het leven uit de voorstelling Slangevel. De dames mijmeren veel, over zichzelf én over de anderen, en bemoeien zich gretig met elkaars leven. Maar de onderlinge verhoudingen blijken, net als de oudjes zelf, niet meer echt op scherp te komen.

~

Helga kan het nauwelijks geloven. Haar vriendinnen zijn al een tijdje binnen, als ze het terloops vertelt. Haar man is bij haar weg. Bijna tachtig is hij al en nu woont hij alleen, op een flatje in de stad. De traditioneel ingestelde Sofie kan zich niet voorstellen dat hij écht weg is, zo vlak voor hun vijftigjarig huwelijksfeest. Lidwien maant haar vriendin meteen tot actie: zomaar weglopen? Dat pík je gewoon niet. Als haar onhebbelijke, dertig jaar jongere vriendje belt, moet ze er helaas vandoor.

Eigenbelang eerst

De drie vriendinnen houden zich constant met elkaar bezig. Als de indolente Helga niets onderneemt om haar huwelijk te redden, rijdt Lidwien – nooit vies van een beetje actie – wel even op de motor langs haar man. En Helga’s dochter die nooit op bezoek komt geeft ze meteen een belletje. Sofie blijft hopen dat Helga’s man “gewoon” weer terugkomt. Op hun beurt rouwen de vriendinnen mee om de enige echte liefde in Lidwiens leven, die verongelukte in het meer.

Maar eigenbelang blijkt steeds de motivatie om zich met de ander bezig te houden. Lidwien lijkt het vooral zelf leuk te hebben met Helga’s belezen man en haar dochter die “echt een énig mens is.” Helga laat op haar beurt iets te veel doorschemeren dat Lidwiens Grote Liefde best oog had voor ander vrouwelijk schoon, zoals zijzelf bijvoorbeeld. En Sofie wil het jubilerende paar alleen maar weer samen zien om een vlammend optreden te geven op het jubileumfeest, met een meezinger van eigen hand over levenslang geluk.

Actie zonder reactie

~

Dat deze drie oudere dames meer met elkaar gemeen hebben dan hun steunkousen en de onvermijdelijke knot in hun haar, is duidelijk. Ze lijken haast met elkaar vergroeid te zijn in hun vaste stramien van kleine rituelen en kibbelpartijen. Geestig zijn ze, met hun scherpe dialogen over triviale zaken doorspekt met dodelijke ernst, en met elk hun eigenzinnige mimiek en handeling bij de gekke muzikale changementen tussendoor. De drie actrices maken al jaren samen voorstellingen en prikkelen elkaar in hun totale verscheidenheid. De stille wateren van Helga (Bodil de la Parra, die het stuk ook schreef), de gefrustreerde saaiheid van Sofie (Margôt Ros) en de droge humor van de luidruchtige Lidwien (Wimie Wilhelm) – Slangevel is hen letterlijk op het lijf geschreven.

Maar deze sterkte draagt tegelijkertijd een zwakte in zich. De personages prikkelen elkaar wel, maar daaraan zijn ze zo gewend dat er geen actie volgt, ze mijden elke confrontatie. Zo kabbelen hun leventjes voort in een steeds kleinere wereld en leiden onverwachte wendingen in het verhaal niet tot spannende momenten. Als Helga aan het eind eindelijk actie onderneemt en iets totaal anders doet dan verwacht, zelfs dan kiezen de dames bijna gelaten voor de makkelijke weg: de één is nou eenmaal zus en de ander zo, te laat om daar iets aan te veranderen. Actie zonder reactie. Het laat de toeschouwer achter met hetzelfde gelaten gevoel: deze geestige, in potentie zeer sterke voorstelling mist ontwikkeling.

Deze voorstelling is nog te zien tot en met 12 maart 2006. Kijk hier voor een uitgebreide speellijst.

Muziek / Concert

Van Steen dirigeert grootse Ives en rommelige Beethoven

recensie: Noord Nederlands Orkest met werken van Beethoven en Ives

Muziekstukken kunnen om vele redenen een obstakel vormen voor een orkest. Omdat ze ingewikkeld zijn, te virtuoos, slecht in elkaar gezet of domweg te grootschalig. Of, omdat ze inmiddels door elk orkest al honderd keer zijn gespeeld en opgenomen op CD. Zodat, wat je ook doet, je altijd vergeleken zult worden met wat de Karajannen, Furtwänglers, Rattles en Harnoncourts met hun ook al niet kinderachtige orkesten hebben gepresteerd. Dat probleem gaat meer dan voor welk ander stuk op voor Beethovens negende symfonie.

~

Het spelen van de Negende vereist dan ook moed of (zoals ik hier vermoed) roekeloosheid. Iedereen die ook maar enigszins met klassieke muziek in aanraking is geweest, heeft het stuk meerdere malen gehoord, van de broeierige openingsmaten tot de finale met koor en solisten, gebaseerd op Friedrich Schillers An die Freude. Het risico bij elke live-uitvoering is dan ook de vergelijking met de CD-versie die in ieders geheugen is gebeeldhouwd. En je kunt je afvragen of dat een krachtmeting is die het Noord Nederlands Orkest mag hopen te winnen zonder buitengewone inspanning.

Om een kans te maken zal het NNO dan toch eerst moeten beginnen zich iets beter te organiseren. Na een wat flets eerste deel volgde een ronduit rommelig scherzo, waarin vooral de houtblazers (hobo en piccolo) zich vergaloppeerden. Dat maakt het zo merkwaardig dat het langzame derde deel dan weer wel heel gecontroleerd en evenwichtig werd gespeeld.

Toetssteen

Maar de toetssteen voor elke uitvoering van Beethovens Negende is toch de finale, waarin vier solisten en een groot koor aantreden om onder orkestbegeleiding Schillers hymne te zingen. Revolutionair bij de première in 1824 en nog steeds duivels lastig, naar ook nu bleek. Het werd een uitvoering met vragen. Hoorde ik daar toch een licht Gronings accent in het “Seid umschlungen, Millionen”? Dacht die sopraan echt dat ze in Aïda meedeed? Bas Mario Hoff en tenor Robert Künzli weerden zich naar behoren, maar het stuk als geheel viel toch in het water door een combinatie van gehaastheid en gebrek aan samenhang bij het orkest, een ongelukkige keuze van solisten en een dirigent die niet in staat bleek richting te geven. En een routinematige, ongeïnspireerd gespeelde Negende van Beethoven is iets waar het NNO gewoon niet mee weg komt.

Sober

~

En dat terwijl de avond toch zo positief was begonnen met een fantastische uitvoering van Charles Ives’ Universe Symphony. Ives (1874-1954), een vriendelijke vertegenwoordiger die zich vanaf het begin van de twintigste eeuw stortte op het componeren van muziek waar werkelijk niemand goed raad mee wist, slaagde er niet meer in dit werk voor zijn dood af te maken. Uiteraard wierp een vriendelijke collega, Larry Austin, zich op om het werk te voltooien. Austin heeft de nodige kritiek te verduren gekregen voor zijn vermeende creativiteit bij het reconstrueren van Ives’ werk, terwijl een tweede, weelderiger reconstructie door musicoloog Johnny Reinhard gunstiger werd ontvangen. Maar je ontkomt niet aan de indruk dat Austins soberheid Ives’ visie slechts ten goede komt – zo ook op deze avond.

Crescendo

Artistiek leider Mandos voelde zich genoodzaakt om de gang van zaken aan het publiek uit te leggen, want met zeven orkestgroepen op diverse plekken in de zaal was het niet alleen voor het oor, maar ook voor het oog opletten geblazen. Maar eigenlijk leidde dat nogal af van wat een substantiële compositie bleek te zijn. In drie delen werd de Oosterpoort door het verleden, het heden en de toekomst geleid. Vooral het eerste deel, een twintig minuten durend crescendo met een prominente rol voor percussie, was een openbaring. Gaandeweg de uitvoering werd merkbaar dat ook het traditioneel niet bijster avontuurlijke abonnementspubliek (duidelijk gekomen voor Beethoven na de pauze) gegrepen werd. Dat is geen geringe prestatie voor een dergelijk modern werk waarin naar hartelust gejongleerd wordt met notenklusters, atonaliteit en orkestraal effectbejag.

Alle lof voor de durf die het NNO wederom in de programmering heeft getoond. Maar de echte test komt pas later dit seizoen, wanneer het orkest Aleksandr Skrjabins twee-en-een-half-uur durende visie op de Apocalyps ten gehore brengt. Deze Ives-uitvoering geeft alle reden om die met enige vertrouwen tegemoet te zien. Het feit dat Scriabins werk te lang is om daar evenals vanavond een fletse evergreen naast te zetten betekent dat ik eind mei zeker de gang naar Groningen weer zal maken en iedereen op het hart druk hetzelfde te doen.