8WEEKLY

Crazy 88

Artikel: De beste 88 van 2005: dag vier

Eigenlijk is het waanzin, alle kunst- en cultuurdisciplines op een hoop gooien in een grote eindejaarslijst, maar we deden het toch. 8WEEKLY maakte een lijst voor eenentwintigste-eeuwse culturele alleseters: de Crazy 88. In deze democratische samengestelde lijst staan achtentachtig cultuuruitingen die de redactie om welke reden dan ook belangrijk vond voor 2005. Er kan over de inhoud gediscussieerd worden, en we kunnen je vertellen: er ís flink over gediscussieerd. Maar we vinden uiteindelijk wel dat de Crazy 88 een mooi beeld geeft van het afgelopen jaar. De Crazy 88 wordt gepubliceerd in vier delen. Vandaag, als afsluiter van het jaar, deel vier met de nummers 22 tot en met nummer een.

88-67 | 66-45 | 44-23 | 22-1

22: System Of A Down – Mezmerize/Hypnotize

~

cd.gif Het stel Armeense Amerikanen van System of a Down bokste het dit jaar voor elkaar een dubbelalbum op te nemen dat in twee delen werd uitgebracht. Een lange lente en zomer lag er tussen het eerste vrij eclectische deel Mezmerize (waarmee ook de hit B.Y.O.B. werd gescoord) en het tweede deel Hypnotize, dat wat meer metal-geluid laat horen. System of a Down liet met deze combinatie horen nog heer en meester te zijn als het aankomt op het schrijven van vervreemdende, hitgevoelige metalsongs. (Michel Romeijn

Lees ook de recensies van Mezmerize en Hypnotize.

21: Broken Flowers – Jim Jarmusch

~

film.gif Jim Jarmusch verraste ons dit jaar met Broken Flowers. Publiek en critici waren lovend, zowel over Jarmusch’ regie (Gouden palm voor Beste Regisseur op Cannes) als over Bill Murrays hoofdrol. En terecht! Murrays vertolking van de verveelde miljonair die op zoek gaat naar de moeder van zijn zoon is het toppunt van minimalistisch acteren. Met heel weinig middelen (een opgeheven wenkbrauw is al genoeg) weet hij de juiste snaar bij de kijker te raken. De zoektocht brengt hem langs al zijn ex-geliefdes, die allemaal op hun eigen manier hun leven op de goede weg proberen te houden. Kijken naar Murray en zijn tegenspeelsters (waaronder Sharon Stone) levert een heerlijke gevoelscocktail van medelijden, melancholie en nostalgie op. De film heeft een perfect ritme te pakken en blijft lang doorklinken. Daarmee is het een prachtige verbeelding van vergane glorie en uitzichtloosheid. (Matthijs Rijpma)

Lees ook onze recensie

20: JK Rowling – Harry Potter and the Half-Blood Prince

~

boek.gif Na de eerste vijf delen was het natuurlijk al wel duidelijk: JK Rowling schrijft spannende, meeslepende kinderboeken. Het lijkt wel alsof zijzelf nu pas begint te geloven dat het geen toevalstreffer was, want terwijl de eerste Harry Potters nog min of meer op zichzelf kunnen staan, is daar in deel zes geen sprake van. Lijntjes worden binnen gehaald, afgemaakt en opnieuw uitgezet, om (hopelijk) in deel zeven met een achtbaanvaart richting de ontknoping te leiden. Harry Potter and the Half-Blood Prince is onontbeerlijk in de serie, maar het is niet de meest spannende Potter. Anderzijds is het een heerlijk boek voor diegenen die Harry Potter al sinds zijn tiende volgen – en laten we wel wezen, waarschijnlijk vallen alle lezers van dit zesde deel in die categorie. Harry wordt langzaam volwassen, de liefde doet serieus haar intrede, evenals Hij Die Niet Genoemd Mag Worden. Laat je meevoeren op de langzame rit naar de top van de achtbaan… Het is nu wachten op deel zeven! (Katrijn de Ronde).

Lees ook onze recensie

19: Kaiser Chiefs – Employment

~

cd.gif Uit het niets kwamen dit jaar de Kaiser Chiefs naar boven drijven. Hun eerste plaat genaamd Employment werd in heel Europa goed ontvangen. Het was dan ook niet voor niets dat de band deze zomer op zo’n beetje alle grote festivals speelde. Zanger Ricky Wilson deed dat met zo veel verve en enthousiasme dat hij er op Lowlands zijn voet bij kneusde. Binnenkort mogen de Kaiser Chiefs zelfs de Heineken Music Hall vullen en dat terwijl de band in april nog op het showcasefestival London Calling stond. De Kaiser Chiefs zijn niet voor niets plotseling zo populair. Hun debuutalbum staat vol met lekkere, vooral uptempo nummers met een hoog meezinggehalte, zoals de singles I Predict A Riot en Everyday I Love You Less And Less. Stuk voor stuk vrolijke, springerige Britpopnummers over het leven in Groot-Brittanië. Het gevoel van de hoogtijdagen van Blur en Supergrass is weer helemaal terug. Dank u, Kaiser Chiefs! (Tsjalling Venema)

Lees ook onze recensie

18: Isabella’s Room – Needcompany

~

theater.gif (foto Maarten van den Abeele) De Belgische theatermaker en beeldend kunstenaar Jan Lauwers zet in Isabella’s Room een deel van de van zijn vaders geërfde etnologische collectie als decor
op het podium. Tussen walvispenissen, gebalsemde schildpaddenkoppen en Afrikaanse maskers dansen, zingen en spelen de Needcompany-acteurs dat het een lieve lust is. Vooral actrice Viviane de Muynck trekt met haar fantastische spel de aandacht. In de Nederlandse schouwburgen is dit soort theater eigenlijk te onbekend; tot een grote en mooie productie als Isabella’s Room kom je slechts met veel lef, tijd en experimenteerzin. In Nederland is daar soms te weinig aandacht voor. Vandaar ook dat op het jaarlijkse Theaterfestival, waar de beste Belgische en Nederlandse voorstellingen staan, de Nederlandse delegatie erg beperkt was. Lauwers vierde er zijn hoogtepunt, 8WEEKLY was er bij. (Jan Auke Brink)

Lees ook onze recensie.

17: Louis Paul Boon – Te oud voor kamperen? en andere verhalen

~

boek.gif Helaas net buiten de top tien, maar toch: het kleine mannetje met zijn rare stemmetje en eeuwige maagkwaal staat in de Crazy 88. Louis Paul Boons bijtend ironische proza uit het vijfde, maar eerstverschenen deel van het Verzameld Werk, vormt een perfecte inleiding tot de rest van zijn oeuvre. In Te oud voor kamperen? en andere verhalen schrijft de ‘nihilist en viezentist’ uit Aalst met gevoel voor zelfspot over het leven gelijk het is – over zijn venijnige maagkwaal, over de kampeertocht met zijn vrienden van de Kapellekensbaan in de Ardennen, over de uitleenbibliotheek die hij met zijn vrouw Jeanne opzette. Fictie vermengd met autobiografische elementen, doordrenkt met een flinke hoeveelheid ironie en dat alles op papier gekwakt in een ‘opengeklakte’ taal, die de werkelijkheid in al zijn onregelmatigheid en chaos aan de lezer presenteert. Deze grote romanvernieuwer had zeker niet mogen ontbreken; we wachten met smart op het volgende deel met de Onkruid-romans. (Carien Gibcus)

Lees ook onze recensie

16: Rufus Wainwright – Want Two

~

cd.gif 2005 was onmiskenbaar het jaar van Rufus Wainwright. Hij bracht het tweede deel van zijn Want tweeluik uit, hij tourde onder meer door Nederland en overal leken documentaires op te duiken over deze jonge muzikale grootheid. Met zijn uiterst persoonlijke teksten (onder meer over zijn seksuele geaardheid en zijn bekende familie) en zijn unieke symbiose van Jeff Buckley, vaudeville, folk, Disney en noem maar op, is hij met recht een van de grote muzikanten van deze tijd. De muziek van Rufus Wainwright is toegankelijker, doch intelligenter dan die van veel van zijn tijdgenoten en zijn optredens zijn overweldigend: bloedmooi en highly entertaining. Elton John noemde hem de beste songwriter ter wereld en die man weet waarover hij het heeft. (Mark Hospers)

Lees ook onze recensie

15: Het temmen van de feeks – Toneelgroep Amsterdam

~

theater.gif Een spetterende en eigentijdse Feeks zet Toneelgroep Amsterdam neer in dit derde deel van het huwelijksvierluik. De jongelingen van Padua zijn brallende corpsballen in Oranje-boven tenues geworden en de zusjes Katharina en Bianca worden temidden van hun gespot, geslemp en machtsspelletjes uitgehuwelijkt aan de hoogst biedende. Een slecht begin voor een liefdevolle verbintenis, maar toch lukt het Toneelgroep Amsterdam om de onconventionele passie die er tussen de gewelddadige Petruchio en de dwarse Katharina ontstaat gloedvol en meeslepend neer te zetten. Overgave wint het van berekening en eigenzinnigheid van maatschappelijke conventie. Een intense ode aan de liefde. (Ellen op de Weegh)

Lees ook onze recensie

14: Batman Begins

~

film.gif De twee geweldige Batmanfilms van Tim
Burton (Batman en Batman Returns) werden opgevolgd door twee bijzonder beroerde Batmanvertellingen van Joel Schumacher. Na het daaropvolgende debacle van Catwoman werd het – terecht – even stil rond de vleermeneer. Gelukkig hervond Warner Bros. zich via Christopher Nolan (Memento en Insomnia) met een donkere en schizofrene Batman – Christian Bale – in Batman Begins. Deze Batman is overtuigend en geloofwaardig, op
sommige momenten zelfs ronduit angstaanjagend. Op een hier en daar wat pathetische scriptregel na (“Uw opa gebruikte deze trein om bevrijde slaven te vervoeren”) is Batman Begins een ijzersterke voortzetting van de traditie. Een hele geruststelling. (Aryen Meijer)

Lees ook onze recensie van Batman Begins en van de recent uitgebrachte speciale edities van de eerdere Batmanverfilmingen.

13: James Meek – Uit liefde van het volk

~

boek.gif James Meek schreef met Uit liefde van het volk een van de beste boeken van 2005. Het boek, waarin de meest basale menselijke eigenschappen (liefde, haat, idealisme en extremisme) onderzocht worden, stond jammer genoeg alleen in de longlist van de Booker Prize. Een gemiste kans voor hen, want Uit liefde van het volk was een goede kanshebber geweest. Naast een kijkje in de menselijke (extremistische) geest leert Meek ons en passant veel over de onbekende geschiedenis van Rusland, waarin castraten en kannibalen voorkomen. Het is dan wel geen aardig (kerst)sprookje, maar het mag niet ontbreken in deze lijst én in uw boekenkast. (Minte Kamphuis)

Lees ook onze recensie en ons interview met James Meek

12: Life, once more

~

De tentoonstelling Life, Once More: Forms of Reenactment in Contemporary Art die dit voorjaar te zien was in Witte de With in Rotterdam toonde een overzicht van werken rond een nieuw fenomeen binnen de kunst: re-enactment. Deze kunstwerken bestaan veelal uit (herziene) opvoeringen van belangrijke (kunst)historische gebeurtenissen en performances, veelal stammende uit de glorietijden van de performancekunst, de jaren zestig en zeventig. Door zoiets opnieuw op te voeren hopen kunstenaars het karige documentatiemateriaal van vroeger voorbij te streven, en de essentie van een kunstwerk of gebeurtenis te ondergaan. De heropvoeringen leveren hierdoor vaak een reflectie op een oud origineel. Hierdoor ontstaat een vreemde gewaarwording van authenticiteit. (Daniël Dennis de Wit)

Lees ook onze recensie

11: Barbara Stok – Nu we hier toch zijn

~

strip.gif Faalangst bij Triviant, de nadelen van verkering, meditatieles en zakendoen: voor alle verscheurden onder ons is ook Barbara Stoks tweede grote bundel een feest der herkenning. Meedoen of tegen de stroom in, grote roem of anoniem thuis met je hond: alle geweifel heeft weer een boel leuke stripjes opgeleverd. En is het met Barbara’s zakeninstinct ook in werkelijkheid zo slecht gesteld? Ja dus. Toen ik een tijd geleden via haar website het in eigen beheer vervaardigde Hippie bestelde, kreeg ik het gratis “want dit is toch het laatste exemplaar, en het komt toch in mijn bundel”. De drie euro vijftig werd binnen enkele dagen op mijn rekening teruggestort. Barbara Stok, de enige artiest in Nederland die collector’s items weggeeft aan vreemden. Hulde aan de onzakelijkheid! Leve de lol! (Aafke van Hoof).

Lees ook onze recensie

10: Bloc Party – Silent Alarm

~

cd.gif Na de release van hun eerste EP ergens eind 2004, zat de hele wereld handenwrijvend te wachten op het debuutalbum van Bloc Party. Op Silent Alarm manifesteert de band zich als eigenzinnige koning van de punkfunkrevival. Felle, gedreven, energieke muziek, waarin gerefereerd wordt aan onze helden van de late jaren zeventig en de vroege jaren tachtig zoals Gang of Four, The Cure, The Smiths en Joy Division. Silent Alarm is daarin zo overtuigend, dat het afgelopen jaar eveneens een geremixte versie van Silent Alarm verscheen, waarop dertien artiesten – waaronder Mogwai en Death From Above 1979 – ieder een nummer onder handen namen. (Lennard Dost)

Lees ook onze recensie

9: Super Night Shot – Gob Squad

~

theater.gif Afgelopen zomer in de binnenstad van Groningen had het je kunnen overkomen: ’s avonds laat wordt je bij de arm gegrepen door een eigenaardig mannetje met een videocamera in de hand, gekleed in een sjiek wit pak met een konijnenmasker op z’n hoofd. Hij vraagt je in het Engels of je behoefte hebt aan een held in je leven, en wat je antwoord ook was geweest, je was in ieder geval onderdeel geworden van een theatraal spektakel getiteld Super Night Shot van de Brits/Duitse groep Gob Squad. Vier acteurs met malle dierenmaskers trokken gewapend met camera’s door de stad. De missie: een van de vier moest een held worden. Dus werd er een PR-campagne voor de held opgezet, en werd er een slachtoffer gezocht dat gered kon worden. De vier wisten ondertussen voorbijgangers vast te leggen op momenten dat zij hun masker lieten vallen, gewoon op straat, in antwoord op simpele vragen als: “Hou je van iemand?” of “Wat zou je het allerliefste eens willen doen?”. Het was een van de hoogtepunten van het Noorderzonfestival van dit jaar, deze eigenzinnige, lichtvoetige, treffende voorstelling over het anonieme bestaan in de grote stad. (Wideke Piël)

Lees ook ons verslag van het Noorderzonfestival, waar we Gob Squad dit jaar in actie zagen.

8: Nicole Krauss – De geschiedenis van de liefde

~

boek.gif Eén keer in de zoveel tijd lees je een roman waar je echt van onder de indruk bent, en die meteen op je lijstje prijkt zodra je het vermoeden hebt dat de eindejaarslijstjes er weer aankomen. De geschiedenis van de liefde is zo’n boek: de personages zijn innemend, grappig en ontroerend, het verhaal zit goed in elkaar en de roman zet aan tot nieuwe gedachtes. Het is een verhaal over de liefde, over lezen en over de liefde voor lezen en schrijven. Terloops geeft Krauss nog een aantal leestips: haar inspiratiebronnen, waar je aan kunt beginnen zodra je De geschiedenis van de liefde verslonden hebt. (Wytske Visser)

Lees ook onze recensie en het interview met Nicole Krauss

7: Sin City – Robert Rodriguez

~

film.gif Lang leve Robert Rodriguez! Dankzij zijn sterke wil en fantastische geest, heeft de harde wereld van Sin City een verfilming gekregen die met recht de ultieme comicverfilming mag heten. Alles aan Sin City ziet er gelikt uit. De sfeer van de kille stad is perfect, maar ook de personages zijn tot in de puntjes uitgewerkt, en de dialogen en vele voice-overs mogen er zijn. Ook de muziek is goed gekozen: het maakt de film af en geeft hem nóg meer sfeer. Maar het meest opvallend blijven de kleuren. De gehele film is zwart-wit, waarbij de nadruk vaak meer op het witte dan op het zwarte ligt. Af en toe zijn details ingekleurd, zoals gymschoenen, lippen en ogen. Het resultaat is uniek. (Nora Sinnema)

Lees ook onze recensie

6: Sufjan Stevens

~

concert.gif Je kon in 2005 moeilijk om Sufjan Stevens heen. Come on feel the Illinoise, zijn tweede plaat in de reeks over de vijftig staten van Amerika, sloeg in als een bom. Stevens weet een dikke zeventig minuten vol te stoppen met de mooiste muziek die de Verenigde Staten dit jaar te bieden had. En dat deed hij op een overwegend positieve manier. Sufjan Stevens is een gelovige, rare, ontwapenende jongen. Hij is de man die zijn christelijke geloof en zijn positieve kijk op Amerika uitdroeg in het idioom dat de westerling wél begrijpt: de popmuziek. Het concert dat Stevens in oktober samen met zijn band in Paradiso gaf was “verwarrend”, “onnavolgbaar”, “vol gespring, schoonheid en algehele schattigheid”. En dan hebben we het nog niet over de verkleedpartijen, pompoms en wapperende vlaggetjes. Sufjan Stevens is een fenomeen, iemand die met zijn andere kijk wel eens een groot stempel zou kunnen gaan drukken op de hedendaagse popmuziek. (Mark Hospers)

Lees ook onze concertrecensie

5: Finse kunst rond 1900

~

expo.gif De periode rond 1900 blijft een fascinerend tijdvak in de geschiedenis van de kunsten. Onderzoekers vinden steeds weer nieuwe vragen rondom de snelle opeenvolging van avant-garde bewegingen, en het grote publiek geniet van de prachtige, blijvende kunstwerken die er rond die tijd in grote getale ontstonden. Finse kunst rond 1900, een tentoonstelling die nog tot en met 29 januari te zien is in het Haagse Gemeentemuseum, is een overzicht van hoogtepunten uit de Finse schilderkunst van deze periode. In Finland blijkt een aantal kunstenaars gewerkt te hebben dat de concurrentie met de bekendere grootheden van het fin de siècle zeker aan kan, terwijl ze tegelijkertijd een typische Finse kleur in hun werk wisten te brengen. Het Gemeentemuseum bracht de kunstwerken samen in een overtuigende overzichtstentoonstelling, die vele tot nu toe onbekend gebleven schilders en stukken over het voetlicht brengt. Ga er heen nu het nog kan, en ontdek ze! (Wytske Visser)

Lees ook onze recensie.

4: Sideways – Alexander Payne

~

film.gif Twee uitgerangeerde kerels maken in de week voor de trouwdag van de één een tochtje door het wijngebied van Californië. Dat lijkt in een handvol woorden de samenvatting van Sideways, maar Sideways is zo veel meer. Schrijver/regisseur Alexander Payne maakte van de bizarre maar o zo realistische odyssee van Jack en Miles (de kerels in kwestie) een spiegel waarin wijzelf en ons banale bestaan haarscherp worden gereflecteerd. De film is niet alleen de grappigste sinds tijden maar ook nog eens de meest pure blik op het leven die ons in 2005 werd gegund. En daarom is Sideways met afstand de beste film van het jaar. (Melson Zwerver)

Lees ook onze recensie

3: De Meiden – Het Nationale Toneel

~

theater.gif Ik wist niet waar ik moest kijken met zoveel vrouwelijk bloot op het toneel. Wat zat ik ongemakkelijk op die stoelen. Na de voorstelling wilde ik maar één ding: zo snel mogelijk weg en een frisse neus halen. En nu, tien maanden later, is deze voorstelling me het meest bijgebleven van dit jaar. Een geweldig mooie, indringende voorstelling, waarin zó intens werd gespeeld. Emoties waren duidelijk te voelen. Geheel terecht ging dit jaar de Theo d’Or voor de beste vrouwelijke hoofdrol naar een van de zusjes uit De Meiden: Bien de Moor. Omdat de voorstelling op een plek werd opgevoerd met een beperkte bezoekerscapaciteit, werd het al snel intiem. De Meiden is niet heel vaak opgevoerd, omdat het voor de actrices zelf ook behoorlijk intensief was. Als je er niet bij kon zijn, heb je zeker wat gemist! (Nathalie van Eck)

Lees ook onze recensie

2: Arcade Fire – Funeral

~

cd.gif Waarom staat Arcade Fire met het album Funeral zo hoog in de Crazy 88 van 2005, boven prachtige hypes als Bloc Party en Kaiser Chiefs? Omdat de muziek van Arcade Fire gevoeliger en tijdlozer is. Niet alleen gebaseerd op hippe grote stromingen en namen uit de jaren zestig, zeventig of tachtig, maar veel en veel oorspronkelijker en persoonlijker. Arcade Fire is de hype voorbij en Funeral, over het leven dat niet altijd even mooi is en het soms ondraaglijke verlies, is een klassieker in wording. De ongebreidelde passie, de bijkomende grootse en meeslepende explosiviteit, de eerlijkheid, de kilte, de broeierigheid, het engagement en de romantiek maken Funeral tot de beste plaat van het jaar. (Mark Hospers)

Lees ook onze recensie

1: Tommy Wieringa – Joe Speedboot

~

boek.gifJoe Speedboot blijft hangen, dat vermoed je al als je het boek leest en het blijkt waar te zijn aan het einde van het jaar. Joe Speedboot verandert je wereld. Wie dit boek heeft gelezen kan niet meer door de uiterwaarden fietsen zonder naar boven te kijken, op zoek naar een ronkend vliegtuigje. Je móet voortaan even gluren naar de bovenarmen van rolstoelers, naar builen zware shag en aanplakbiljetten van buitenissige wedstrijden. Joe Speedboot is een roman over beperkingen en mogelijkheden in een oer-Hollands dorpje, doordrenkt van zwarte humor en melancholie. Lees het boek nu nog snel voordat komend jaar de gelijknamige film uitkomt. Joe Speedboot, nog wel een Nederlands product, is de perfecte numero uno van deze lijst. Een prachtig literair werk, dat een brug slaat tussen de gevorderde literatuurvreter c.q. criticus en de incidentele vakantielezer. Het ultieme lijstboek voor de komende generatie. (Aafke van Hoof)

Lees ook onze recensie

Film / Films

Wanhoop en ressentiment

recensie: Claude Chabrol collectie

Voor iemand die ooit aan de wieg stond van de Nouvelle Vague heeft de Franse regisseur Claude Chabrol opmerkelijk pragmatische opvattingen over zijn taak als regisseur. In een van zijn twee boeken schrijft hij: “Het is de taak van een musicus om te componeren, van een schrijver om te schrijven, van een schilder om te schilderen en van een filmmaker om films te maken.” Deze uitspraak karakteriseert zijn veelzijdige oeuvre ten voeten uit. Chabrol was niet bang om vieze handen te krijgen en nam tijdens zijn leven vele minderwaardige projecten aan om maar te kunnen blijven filmen.

Claude Chabrol
Claude Chabrol

Deze houding zorgde er enerzijds voor dat Chabrol een aantal volstrekt minderwaardig films als Folies bourgeois (1976) maakte, terwijl hij tegelijkertijd ook meesterwerken als La Cérémonie (1995) wist te scheppen. In zijn beste films ontstaat er een interessante mix tussen de conventionele platitudes van de mainstream genrefilm en de diepgang en gelaagdheid van de meer artistieke film. Chabrol is een van die regisseurs die de kloof tussen beide filmvormen weet te dichten en zo een interessante synthese tot stand brengt.

Inhuurbare regisseur

Scène uit <i>La Cérémonie</i>
Scène uit La Cérémonie

Chabrols pragmatische visie op het maken van films stond haaks op de opvattingen van zijn vroegere Nouvelle Vague-collega’s, die nu juist verdedigden dat de regisseur een auteur, een kunstenaar moet zijn. Charbol werd dan ook al snel verweten dat hij eerder een ‘metteur en scène’, een inhuurbare regisseur, dan een ware cineast was. Chabrol trok zich hier weinig van aan, hij was van mening dat je het vak van regisseur slechts onder de knie kunt krijgen door zelf te filmen en om die reden greep hij bijna elke mogelijkheid een film te maken aan.

Chabrol heeft een voorkeur voor vrouwen en werkt vaak met dezelfde actrices, zoals Stéphane Audran en Isabelle Huppert. Deze laatste speelt de hoofdrol in zes van zijn latere films, vijf daarvan vormen de inhoud van de onlangs verschenen Claude Chabrol Box. Isabelle Huppert is ongetwijfeld een van de belangrijkste Franse actrices van de afgelopen decennia. Ze werkte met invloedrijke regisseurs als Jean Luc Godard (Sauve qui peut (la vie)), Michael Haneke (La Pianiste) en François Ozon (8 Femmes). Ze is altijd een drukbezette actrice geweest die vaak een groot aantal rollen per jaar speelde. In veel van haar films speelt ze vrouwen die gekwetst zijn en daar op een emotionele en gewelddadige manier op reageren. Door een breed register aan gezichtsuitdrukkingen en haar natuurlijke acteerstijl weet ze deze personages steeds weer op een overtuigende manier neer te zetten.

Scène uit <i>Une affaire de femmes</i>
Scène uit Une affaire de femmes

De titel Claude Chabrol Box is een ietwat misleidende benaming voor deze vijf films met Isabelle Huppert. Allereerst omdat er allerminst sprake is van een representatieve selectie uit Chabrols gehele oeuvre, dat ruim zestig titels omvat. Verder is het volstrekt onduidelijk waarom Violette Noziére (1978) – de eerste film van de zes waarin Isabelle Huppert de hoofdrol speelt – niet is opgenomen. Vooral ook gezien het feit dat deze film een soort van voorloper is van het wel opgenomen Une affaire de femmes (1988). De box is zodoende niet geheel compleet en suggereert meer te zijn dan het is. Dat neemt echter niet weg dat het een interessante eerste kennismaking vormt met een filmmaker die zijn sporen meer dan verdiend heeft.

Illegale abortussen

Alle films uit deze box zijn van een hoge kwaliteit, kundig gemaakt en interessant om te zien. Geniaal, vernieuwend en experimenteel zijn ze echter niet. In elk van de films staan een of meer vrouwen centraal die sociaal en/of economisch in een hoek gedrukt zijn en vaak met grote frustraties kampen. In Une affaire de femmes, dat zich tijdens WO II afspeelt en op ware gebeurtenissen is gebaseerd, is dit Marie Latour (Huppert), een moeder die in haar eentje voor haar kinderen moet zorgen. Uit wanhoop en ressentiment boort ze moreel discutabele inkomstenbronnen aan: ze verhuurt een kamer aan een hoer en verricht illegale abortussen. Tegelijkertijd gaat ze een dubieuze relatie aan met een collaborateur. Toch is ze niet per definitie een slechte moeder, haar eerste impuls om meer geld te verdienen komt voort uit de wens om haar kinderen een fatsoenlijk leven te garanderen. In de films van Chabrol worden pogingen om via immorele middelen uit een beroerde situatie te geraken – hetgeen vaak uitmondt in een tijdelijke droomstaat waarbij de realiteit uit het oog wordt verloren – vrijwel altijd afgestraft. In Une affaire de femmes gebeurt dit doordat Marie tot de strop wordt veroordeeld door de bekrompen en collaborerende Vichy-regering, die haar als voorbeeld wil stellen.

Bovarisme

Scène uit <i>Madame Bovary</i>
Scène uit Madame Bovary

In veel van Chabrols films over vrouwen is er sprake van bovarisme, de neiging om zichzelf anders en groter te zien dan men werkelijk is. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat hij in 1991 Madame Bovary van Gustave Flaubert verfilmde. Hoewel hij Flauberts ironie goed weet te bewaren en het boek trouw volgt, is het een iewat brave film geworden. Een paar jaar later, in 1995, verschijnt La Cérémonie, de meest indrukwekkende film uit deze box en een meesterstuk uit Chabrols oeuvre. Centraal staat Sophie Bonhomme (Sandrine Bonnaire) een vrouw uit de onderklasse. Het is een stille, teruggetrokken vrouw die een betrekking als huidhoudster krijgt bij een typische bourgeoise familie. Ze kampt met onderdrukte gevoelens van minderwaardigheid (o.a. door haar analfabetisme dat ze zorgvuldig geheim probeert te houden). Deze gevoelens komen tot uitbarsting als ze vriendschap sluit met de vrijgevochten en ietwat vulgaire Jeanne (Huppert), door wiens toedoen ze uiteindelijk wordt ontslagen. Beiden hebben een dubieus verleden en dwepen daarmee, hetgeen een voorbode vormt voor het groteske slot van de film dat des te beter tot zijn recht komt doordat de personages als normale mensen worden neergezet.

Scène uit <i>Rien ne va plus</i>
Scène uit Rien ne va plus

Rien ne va plus en Merci pour le chocolat vormen de laatste twee films uit deze box. Rien ne va plus, is een niet onaardig misdaadmysterie waarin twee kruimelduiven een collega oplichter proberen op te lichten en vervolgens diens baas achter zich aan krijgen. Merci pour le chocolat behoort tot hetzelfde genre, maar door het volstrekt doorzichtige plot en de clichématige thema’s is het de moeite nauwelijks waard. Momenteel is Chabrol bezig met een nieuwe film L’ivresse du pouvoir, waarin Isabelle Huppert ook weer de hoofdrol zal spelen. Als alles goed gaat zal deze film volgend jaar in première gaan.

Claude Chabrol Collectie: Une Affaire de Femmes (1988) // Madame Bovary (1991) // La Cérémonie (1995) // Rien ne va plus (1997) // Merci pour le Chocolat (2000). Als extra optie zijn enkele ‘filmcolleges’ van Chabrol en een aantal kijkjes achter de schermen opgenomen.

Boeken / Strip

Richtinggevend

recensie: Paul Auster, Paul Karasik, David Mazzucchelli – Broze stad

Stripbewerkingen van literair werk zijn tegenwoordig aan de orde van de dag. Recent bespraken we de Tolstoj-bewerking van Jeroen Steenhouwer, nu viel Broze stad van Paul Auster op de mat. Dit literaire mysterieverhaal lijkt niet het meest voor de hand liggend om er een strip van te maken. Toch zijn de bewerkers daar op overtuigende wijze in geslaagd.

~

Broze stad, dat in 1985 door de Amerikaan Paul Auster werd geschreven, is onderdeel van zijn New York Trilogie, een serie verhalen rond een geheim dat ontrafeld moet worden. In Broze stad is Daniel Quinn de hoofdpersoon. Hij is een literair auteur die alleen nog maar detectiveverhalen schrijft onder pseudoniem. Op een gegeven moment wordt hij herhaaldelijk gebeld door een hem onbekende Peter Stillman, die op zoek is naar de privé-detective Paul Auster. Deze Peter Stillman blijkt als jongetje jaren opgesloten te zijn geweest door zijn godsdienstwaanzinnige vader, in de hoop dat hij ‘de taal van God’ zou gaan spreken. Zijn vader zal zeer binnenkort vrijkomen uit de gevangenis en Quinn, die zich uit nieuwsgierigheid besluit voor te doen als Auster, wordt nu geacht hem te schaduwen. Tijdens deze bezigheid doet Quinn enkele bijzondere ontdekkingen, en uiteindelijk spreekt hij vader Stillman aan en weet hij diens beweegredenen te achterhalen. Na verloop van tijd verliest hij beide Stillmans echter uit het oog en blijft hij maanden voor het hotel van vader Stillman zitten wachten in een steegje, waardoor hij verwordt tot een van de zwervers die hij zelf voorheen beschreef.

Niet-visueel werk

Het is opmerkelijk dat juist Broze stad is gekozen voor een bewerking, want het verhaal is, zoals Art Spiegelman het in zijn voorwoord van deze bewerking noemt, “een verrassend niet-visueel werk”. Uit dezelfde inleiding blijkt dan ook dat de bewerkers, Paul Karasik en David Mazzucchelli, veel moeite hebben gehad met het verwoorden van de vele filosofische, theologische en mysterie ontrafelende delen. Het is daarom opvallend hoe sterk de bewerking de originele roman weet te volgen. Er zijn maar weinig stukken weggelaten en vrijwel alle dialogen zijn in de strip opgenomen. Deze overeenkomst wordt versterkt doordat vertaler Bartho Kriek eerder de roman vertaalde en de bewoordingen zodoende vrijwel hetzelfde zijn. De niet-visuele delen zijn helder opgelost door bijna iconografische plaatjes te gebruiken, zoals wanneer mevrouw Stillman Peters jeugdverhaal vertelt. Het vertragen van beelden wordt ook vaak gebruikt om stukken met veel dialoog of achtergrond te ondersteunen, bijvoorbeeld wanneer Quinn de echte Paul Auster ontmoet.

Mechanische kaders, mechanische lijven

~

Een stuk waarover Spiegelman heel lovend is, is de monoloog van Peter Stillman waarin hij zijn levensverhaal vertelt. De kaders hiervan zijn strak en gelijkmatig ingericht zodat het een verbeelding is van Stillmans mechanische manier van spreken. Maar het is de vraag of iemand die de roman niet heeft gelezen, dit ook zo ziet. Zijn aandacht zal misschien eerder uitgaan naar de spreekballon die niet boven de figuur zweeft, maar die diep uit de mond van Peter lijkt te komen. De mechanische bewegingen van Stillmans lichaam zijn ook moeilijk te onderscheiden, omdat het hele boek in een beetje een stijve stijl is getekend. De stijfheid van dit personage is dus in de strip niet zo overduidelijk als in de roman. Dit is een interessant punt, waar je duidelijk kunt zien dat de beeldtaal van strips soms nog niet zo universeel en ontwikkeld is als in andere kunstvormen. Dit soort discrepanties maakt het medium juist interessant, aangezien er nog heel veel over te filosoferen en discussiëren valt.

Levende schrijver

Bovenstaande opmerking is eigenlijk een van de weinige, en dan nog kleine, kritiekpunten die je op Broze stad kunt hebben. De bewerkers zijn er zeer goed in geslaagd om een strip te maken die richtinggevend is voor stripbewerkingen van literatuur, niet in de minste plaats omdat de originele auteur zijn commentaar heeft kunnen geven en de strip door twee zeer bekwame vaklieden in elkaar is gezet, met ondersteuning van stripgrootheid Spiegelman. Broze stad laat zien dat juist het bewerken van teksten van een nog levende en jonge schrijver, evenals een samenwerking met hem, een zeer interessant voorland is.

Theater / Voorstelling

Oogetuige van miniatuurmassamoord

recensie: Kamp (Hotel Modern)

Overvolle barakken, een crematorium, een poort met de woorden “Arbeit macht frei”, de kazernes, de wachttorens, prikkeldraad en een treinrails waarover overvolle treinen af en aan rijden: het zijn bekende beelden van het concentratiekamp Auschwitz. Het Rotterdamse Hotel Modern bouwde alles na voor de voorstelling Kamp – in miniatuurversie dan, maar dat is niet minder indrukwekkend. Op handen en voeten kruipen de drie kunstenaars over de grote maquette die de hele vloer van het theater in beslag neemt. Op het oppervlak bewegen zij poppetjes van acht centimeter hoog; wel vierduizend gevangenen in zwart witte kleding en honderd officieren. Het zijn poppetjes van stof, ijzerdraad en klei, maar tijdens het uur van de voorstelling ziet het publiek ze als mensen van vlees en bloed.

~

Theatergroep Hotel Modern, gevestigd in Rotterdam en opgericht in 1996, bestaat uit de actrices/theatermakers Pauline Kalker en Arlène Hoornweg en beeldend kunstenaar Herman Helle. In hun voorstellingen worden beeldende kunst, objecttheater, toneel, muziek en film samengesmeed. Kenmerkend is het gebruik van maquettes. Met deze maquettes maakt Hotel Modern ‘live-animatiefilm’: de miniatuurlocaties worden zichtbaar voor het publiek gebouwd op de speelvloer en geprojecteerd op een groot scherm op de achterwand.

Dodelijk mechanisme

Kamp verbeeldt een dag en een nacht in een concentratiekamp. Van een afstand ziet het eruit als een oorlogsspel van kinderen, maar dankzij de close-ups van de vingercamera’s van de acteurs zien we van dichtbij wat er daadwerkelijk gebeurd. We zien de gezichtsuitdrukkingen, de angst en de paniek, vanuit het oogpunt van een gevangene of een bewaker. En dan als de camera uitzoomt en je over de duizenden figuren heen glijdt zie je hoe massaal de vernietiging was. Benauwend en onvatbaar tegelijk. Je ziet duidelijk hoe de Duitse bezetters het kamp hebben opgezet om zo snel en praktisch mogelijk zoveel mogelijk Joden te vernietigen. Aan de ene kant komen de gevangenen binnen, en worden ze gescheiden; de ene groep gaat werken, de andere groep wordt naar de gaskamers gebracht en daarna stuk voor stuk in de ovens verbrand. Als het ’s nachts donker wordt gaan de lampjes aan en komt er weer een nieuwe trein binnen. De massamoordenaars slapen niet, het kamp werkt continu door. Als één grootse doodsfabriek.

Dronken gelal

~

Er wordt niet gesproken in Kamp, maar er zijn veel tot de verbeelding sprekende geluiden te horen. Tjilpende vogels, de gierende wind, het kreunen en jammeren van mensen, het Duitse schreeuwen, het kraken van de houten barakken, het graven in de ijskoude harde grond, het branden van de lijken, het roepen van de uilen in de nacht en het dronken gelal van de Duitsers. De geluiden maken dat de maquette tot leven lijkt te komen. Ook de poppetjes dragen bij aan die illusie. Ze zijn dan wel niet levensecht, maar juist door de verwrongen kopjes met holle ogen, magere lijfjes en houterige bewegingen doen ze heel menselijk aan.

Murw geslagen

De voorstelling is bijzonder knap gefilmd; soms vergeet je zelfs even dat je naar een maquette zit te kijken. Toch raakt het me niet zoals ik zou willen. Misschien omdat het geweld zo sec en direct wordt gebracht, en je als toeschouwer enigszins murw geslagen wordt door alle leed, ellende en pijn. Daarbij blijft het allemaal erg onpersoonlijk, zonder individuele verhalen en invalshoeken. Er zijn wel een aantal personages die even worden uitgelicht, zoals de man die zelfmoord pleegt in het elektrische prikkeldraad en de oververmoeide man die vermoord wordt omdat hij niet meer kan werken. Maar het is toch vooral de massaliteit van Auschwitz die wordt benadrukt.

Je voelt je als toeschouwer bijna schuldig dat je er met een afstandelijke blik naar blijft kijken. Het blijven immers poppen, en je ziet de makers (ook al gaan ze helemaal op in hun spel) de maquettes steeds aanpassen en de poppetjes verplaatsen. Dat is echter ook een sterk punt van de voorstelling: zo wordt het allemaal niet te rauw en heftig, of juist te dramatisch. Zoals een woordvoerder van de groep zelf zegt: “De realiteit kun je niet tonen, wel de massaliteit.”

De voorstelling Kamp is nog te zien tot en met 28 april 2006. Kijk hier voor de uitgebreide speellijst.

Boeken / Strip

Neusje van de zalm

recensie: Syuho Sato - Say Hello to Black Jack 2 & 3 // Naoki Urusawa - 20th Century Boys 1

Nederlandstalige uitgaven van manga (Japanse comics) zijn nog altijd sporadisch, maar bij tijd en wijle gelukkig wel van hoge kwaliteit. De Belgische uitgever Glénat bracht onlangs drie fraaie titels op de markt: de nieuwste delen van een doktersdrama en het fascinerende eerste deel van een nieuwe serie.

Het tweede en derde deel van het artsendrama Say Hello to Black Jack bieden meer van hetzelfde, en behouden daarmee het kwaliteitsniveau zonder te verrassen. Dat is een lichte teleurstelling: het eerste deel bood immers niet veel meer dan een gemiddelde aflevering van E.R.: dramatische verwikkelingen als aanleiding voor morele dilemma’s. De subversieve kracht van de reeks is nog steeds aanwezig, maar laat zich nog altijd niet goed vertalen; Say Hello is een duidelijke aanklacht tegen het Japanse ziekenhuiswezen en impliciet tegen de Japanse maatschappij, met het machtsmisbruik dat voortkomt uit de ingeboren hiërarchie en omgangsvormen. Interessant, maar voor Nederlandse lezers nauwelijks opzienbarend.

Episch

Say Hello to Black Jack
Say Hello to Black Jack

Say Hello to Black Jack lost zijn verwachtingen in: het is een oprechte en grotendeels realistische weergave van de worstelingen van een arts-in-opleiding. De serie 20th Century Boys is echter veel ambitieuzer: deze reeks heeft een verteltechnische en thematische rijkdom die je in manga nauwelijks aantreft. Van een serie in dit medium wordt immers (in Japan) wekelijks een hoofdstuk gepubliceerd voor een enorm publiek: iedere auteur is er dus bij gebaat de lezer van snelle bevrediging te voorzien. Naoki Urusawa (die ook de enorme, binnenkort in ons land te verschijnen serie Monster op zijn naam heeft staan) doet dit op magnifieke wijze, zonder dat dit hem ervan weerhoudt een episch verhaal van ontzaglijke omvang (de originele versie telt inmiddels 20 delen) te vertellen.

Kwaad

20th Century Boys draait om een geheimzinnige sekte en een aantal jeugdvrienden dat daar waarschijnlijk iets mee te maken heeft. De lezer ontrafelt samen met de karakters de mysteries rond de sekte, en al gauw blijkt dat de toekomst van de mensheid op het spel staat. Het spannende verhaal springt voortdurend voor- en achteruit in de tijd, wat aanvankelijk verwarrend werkt maar gaandeweg alleen maar meer intrigeert. Urusawa neemt ook zeer uitgebreid de tijd om zijn karakters neer te zetten, waardoor zijn verhaal des te intrigerender wordt. De figuren zijn bijna op een karikaturale manier getekend, maar doen toch levensecht aan. Urasawa’s tekenstijl blijkt een gouden greep: de realistische sfeer die zijn tekeningen uitademen en de enkele fysieke karaktertrekken van zijn personages maken van 20 Century Boys een misschien niet visueel spetterend, maar wel prettig uitziend en consistent geheel.

20th Century Boys
20th Century Boys

Een manga die een duidelijk verhaal vertelt in plaats van wat losstaande afleveringen aan elkaar te plakken is bijzonder (Katsuhiro Otomo’s Akira is er het beste voorbeeld van), en een dermate grootschalig verhaal dat zo rijk aan karakterisering en thematiek is, tref je helemaal zelden aan. De thema’s van jeugd en het grote kwaad doen nog het meest aan Stephen King denken, maar Urusawa is net als Otomo een humanist. De menselijke warmte die hij in zijn verhaal verwerkt is de motor voor zijn epische verhaal; de teloorgang van de gehele mensheid wordt verteld door persoonlijke verwikkelingen van karakters waar je om geeft. Van dit apocalyptische verhaal wordt in dit eerste deel slechts het begin aangeduid. Opnieuw een slimme zet: waar de meeste manga’s om de zoveel pagina’s een cliffhanger hebben of een nieuw verhaal beginnen, doet Urusawa’s verhaal na elke gebundelde uitgave naar meer hongeren.

Gebrekkig

20th Century Boys is zonder meer de crème de la crème van de hedendaagse manga. Het is een van de allerbeste series die je kunt vinden, en de Nederlandse uitgave is dan ook zeer welkom. Glénats boekjes zijn op het oog zeer netjes verzorgd: ze zijn voorzien van kleurenpagina’s en fraaie hoesomslagen, en bovendien is de originele leesrichting (van voor naar achter, van rechts naar links) behouden. Maar bij nadere inspectie blijft er toch wat te wensen over: de vertalingen zijn duidelijk via een Franse tussenvertaling tot stand gekomen, en zijn niet gespeend van taal- en zetfouten. Aan het einde van het tweede deel van Say Hello to Black Jack is zelfs een complete pagina onvertaald gebleven. De Duitse vertaling van 20th Century Boys is aan banden gelegd bij gebrek aan animo; het is te hopen dat deze gebrekkige Nederlandse versie niet hetzelfde einde tegemoetgaat.

Say Hello to Black Jack 2 & 3 • Scenario en tekeningen: Syuho Sato • Uitgever: Glenat • Prijs: € 8.95 • ISBN: 90-6969-400-X / 90-6969-420-4

20th Century Boys 1 • Scenario en tekeningen: Naoki Urusawa •
Uitgever: Glenat • Prijs: € 6,95 (softcover) • ISBN 90-6969-430-1

8WEEKLY

Crazy 88

Artikel: De beste 88 van 2005: dag drie

Eigenlijk is het waanzin, alle kunst- en cultuurdisciplines op een hoop gooien in een grote eindejaarslijst, maar we deden het toch. 8WEEKLY maakte een lijst voor eenentwintigste-eeuwse culturele alleseters: de Crazy 88. In deze democratische samengestelde lijst staan achtentachtig cultuuruitingen die de redactie om welke reden dan ook belangrijk vond voor 2005. Er kan over de inhoud gediscussieerd worden, en er is flink over gediscussieerd. Maar we vinden uiteindelijk wel dat de Crazy 88 een mooi beeld geeft van de afgelopen jaar. De Crazy 88 wordt gepubliceerd in vier delen. Vandaag deel drie met de nummers 44 tot en met 23. Morgen op oudejaarsdag volgt de apotheose van onze lijst.

88-67 | 66-45 | 44-23 | 22-1

44: John Irving – Until I Find You

~

boek.gifUntil I find you heeft in de pers menig woord van kritiek gekregen. John Irving zou zijn trucje dit keer over al te veel pagina’s uitspreiden. Maar wie bekend is met Irvings werk weet beter. Zoals de schrijver zelf zei toen hij in Amsterdam was: een lezer klaagt dat het boek te dun is, de luie criticus dat het te dik is. Ondanks dat de lezer een flink aantal typische Irving elementen zal herkennen is Until I find you een ijzersterk boek. De manier waarop Irving een verhaal vertelt, is ongeëvenaard: als een metselaar die steen voor steen de muren van het huis metselt tot het staat. Hoofdpersoon Jack reist met zijn moeder door Europese havensteden. Ze zijn op zoek naar Jacks vader, die door middel van tatoeages en kerkorgels bij mensen in Kopenhagen, Amsterdam en andere steden zijn sporen achterlaat. Op het eerste gezicht een dramatisch verhaal van een jonge moeder in paniek. Maar als de oudere Jack nogmaals door Europa reist, blijkt dat zijn moeder haar eigen waarheid schiep. (Fem Verbeek).

Lees ook onze recensie.

43: Stanley Brouwn – Werken 1960-2005

~

expo.gif Stanley Brouwn wordt tegenwoordig algemeen beschouwd als één van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste conceptuele kunstenaar uit de Vaderlandse geschiedenis. Zijn naam wordt vaak in één adem genoemd met andere fameuze kunstenaars uit de jaren zestig en zeventig als Joseph Kosuth, Dan Graham, On Kawara, Marcel Broodthaers en Sol LeWitt. Samen met deze grootheden was Brouwn eerder vertegenwoordigd op de uitbundig bejubelde tentoonstelling Conceptuele Kunst in Nederland en Belgie 1965-1975 (Stedelijk Museum, 2002). Dit jaar organiseerde het Van Abbemuseum dan eindelijk een grote overzichtstentoonstelling van het werk van Brouwn. Waarin volop aandacht was voor Brouwns fascinatie voor afstanden, en een overtuigende presentatie werd gegeven van de vele eigenzinnige projecten die Brouwn rondom dat thema maakte. (Lennard Dost)

Lees ook onze recensie.

42: 2046 – Wong Kar-Wai

~

film.gif2046 is het nummer van een kamer waar zich ooit een liefde ontvouwde, en het
vormt de inspiratie voor een roman die zich afspeelt in het jaar 2046. De roman is geschreven door een van de voormalige geliefden, omdat hij nog altijd teert op die spaarzame momenten van zijn verloren gegane liefde. Wong
Kar-wai schept met 2046 opnieuw een operateske werveling van decadente en kleurrijke beelden die op een associatieve wijze met elkaar verbonden worden. De film is gedrenkt in de melancholie van de liefde die onbereikbaar, onmogelijk of onwillig is. Het verhaal is complex, gedetailleerd en warrig, maar dat hindert niet. Het gaat uiteindelijk om de
geheel eigen wereld die de film op overtuigende wijze weet op te roepen
(Martijn Boven).

Lees ook onze recensie.

41: Spinvis – Dagen van gras, dagen van stro

~

cd.gif Spinvis kwam in 2005 wederom ijzersterk voor de dag met een plaat die de concurrentie met zijn verbluffende titelloze voorganger makkelijk aankan. Mensen die zeggen dat de verrassing er een beetje af is, doen zolderkamerkunstenaar Erik de Jong toch echt tekort. Met Dagen van gras, dagen van stro en nummers als Het voordeel van video en Flamingo bewijst hij dat ook Nieuwegein een plek van creativiteit kan zijn, net zo goed als Amsterdam. Spinvis ontwikkelt zich stap voor stap tot een icoon in de Nederlandse muziek. Van voetnoot tot paragraaf.

Lees ook onze recensie.

40: Brett Easton Ellis – Lunar Park

~

boek.gif Met zijn nieuwste roman Lunar Park laat Bret Easton Ellis zien dat hij naast het beschrijven van de dode zielen der rijkeluisjongeren ook in staat is tot het scheppen van een echte gothic novel, in de beste traditie van Stephen King. Maar dat wil niet zeggen dat Lunar Park geen vintage-Ellis is: cynisme, paranoia, grootse humor en veel, heel veel meta-commentaar van de verteller. Als altijd bij Ellis lopen harde werkelijkheid en surreële binnenwereld op bijna onmerkbare manier dooreen. Hij speelt met feiten uit zijn eigen leven en maakt zo zijn bovennatuurlijke spookverhaal meer dan geloofwaardig. Lunar Park toont een andere, maar zeker niet mindere Ellis. (Thijs van Nimwegen)

Lees ook onze recensie.

39: Charlie and the Chocolate Factory – Tim Burton

~

film.gif Het wachten werd beloond: de film Charlie and the Chocolate Factory met Johnny Depp als Willie Wonka stelde niet teleur. Regisseur Tim Burton heeft er een meesterwerk van gemaakt door precies op de goede momenten de accenten te leggen en ook verrassende nieuwe feiten toe te voegen. De sfeer in deze remake van de film en de uitwerking van de personages zijn bijzonder goed. Roald Dahl zou er waarschijnlijk trots op zijn geweest. De chocoladefabriek zou alleen al zijn stoutste dromen hebben overtroffen. En dan hebben we natuurlijk Charlie, de andere kinderen met een gouden wikkel en de Oompa Loompa’s: allemaal uitstekend gecast. Maar Depp springt er toch echt boven uit met zijn behoorlijk verknipte versie van de chocoladefabriekdirecteur. Nog niet gezien? Zeker gaan doen. (Nathalie van Eck)

Lees ook onze recensie.

38: Dez Mona

~

concert.gif Deze zomer was de Belgische groep Dez Mona te zien op Noorderzon in Groningen met twee huiveringwekkende optredens. Dez Mona gaat op volstrekt eigen wijze om met genres als de traditional, de gospel, de spiritual en het soullied. Zanger Gregory Frateur is een stemkunstenaar met een geluid dat niemand onberoerd zal laten. Met Dez Mona kan je dan ook twee kanten op, of je vindt het fantastisch of je vindt het verschrikkelijk. Wat ook bleek uit de reportage die 8WEEKLY over deze groep maakte voor VPRO’s Nachtpodium. Daarin lieten Gregory Frateur en Nicolas Rombouts zich aan de ene kant zien als avant-gardisten die het publiek op stang joegen, en aan de andere kant zag je de rasperformers die Frateur en Rombouts onmiskenbaar zijn. Hoewel hun eerste plaat Pursued Sinners heel aardig is, haalt deze het niet bij de bezwerende optredens van Dez Mona. Want die zijn overweldigend. (Mark Hospers)

Lees ook ons Nachtpodiumverhaal.

37: Marcel Ruijters – Sine Qua Non

~

strip.gif Het album Sine Qua Non van stripauteur Marcel Ruijters was een van de meest opmerkelijke stripalbums van dit jaar. Op zijn eigen, onnavolgbare wijze weet Ruijters aspecten uit de mythologie en religie samen te smelten. Een kloostergemeenschap bestaande uit een aantal nonnen moet het hoofd bieden aan wreedaardige hellehonden, bloeddorstige aardmannen en allerlei bovennatuurlijke elementen. Het ontdekken van de wereld om hen heen bezorgt ze vele bizarre verrassingen. Vrouwen veranderen in bomen en crucifixen in pasgeborenen. Vreemd? Inderdaad. Het is daarom niet eenvoudig een rode draad in de afzonderlijke verhaaltjes te ontdekken. Of het moet de eeuwige strijd tegen het kwaad en de verleidingen van de profane, barbaarse buitenwereld zijn. Bijzonder is ook de manier waarop Marcel Ruijters dit alles tekstueel verduidelijkt: middels ultrakorte Latijnse kreten geeft hij zijn personages een eigen stem. Dit alles past perfect in de mysterieuze, middeleeuwse setting die de auteur heeft gecreëerd. (Danny Koningstein)

Lees ook onze recensie.

36: The End of the Moon – Laurie Anderson

~

theater.gif (foto Kevin Kennefick) Heel soms zit je in een voorstelling waarvan je al op datzelfde moment weet: dit beeld, dit gevoel, deze impressie zal me jarenlang bijblijven. Op die manier zette de virtuoze musicus en meesterverteller Laurie Anderson tijdens Holland Festival haar vingerafdrukken op mijn ziel met haar The End of the Moon. Wie langzaamaan de kriebels begint te krijgen van die malle Amerikanen met hun eenzijdige radikalinski kijk op de werkelijkheid, komt bij de sociaal bewogen Anderson weldadig thuis. Gezeten in een ouderwetse leunstoel omringd door kaarsjes, als een sprookjespetemoei tussen de sterren, vertelt Anderson hoe de Verenigde Staten hun onschuld verloren op 9/11. Maar dat is nog geen reden om zo paniekerig te reageren als Bush en trawanten, aldus Anderson. Ze omlijst haar indringende verhaal met de betoverende klanken van haar elektrische viool.
(Mieke Zijlmans)

Lees ook ons verslag van het Holland Festival, waar Laurie Anderson dit jaar haar verhaal deed.

35: Oog in Oog

~

expo.gif (foto Erwin Olaf) In hett najaar was er in het Groninger Museum een overzichtstentoonstelling te zien van hedendaagse fotografie uit de eigen collectie van het museum, onder de naam OOg in OOg. De indeling was gebaseerd op de eerdere fototentoonstellingen van het museum als Fotografia Buffa (1986) en Black & Blue (1996). Een aantal fotografen, waaronder Inez van Lamsweerde en Micha Klein, kreeg daarbij extra aandacht. Op zich gaf de tentoonstelling een goed beeld van het verzamelbeleid van het museum. Het nadeel was dat je als vaste bezoeker van het museum veel van het werk al eens hebt gezien, terwijl het Groninger Museum wel graag het publiek verrast. Een mooi overzicht, maar laten we hopen op iets meer creativiteit in het komende jaar. (Tsjalling Venema)

Lees ook onze recensie.

34: Nobody Knows – Hirokazu Kore-eda

~

film.gif In de (voor mij) mooiste film van het jaar brengt regisseur Hirokazu Kore-eda in beeld hoe een moeder haar vier kinderen steeds weer in de steek laat, totdat zij uiteindelijk wegblijft. Nobody Knows gaat over ouders die hun verantwoordelijkheid niet nemen, omdat ze niet meer geleerd hebben aan een ander te denken. Kore-eda kiest consequent het perspectief van de kinderen; lang gaat het goed, maar als het geld opraakt wordt overleven ook echt overleven. De film, die gebaseerd is op ware gebeurtenissen, voelt aan als een documentaire: even nauwgezet als ingetogen registreert Kore-eda de handelingen van de kinderen. Commentaar blijft achterwege, maar de beelden hebben genoeg zeggingskracht. Als de oudste zoon Akira aan het eind van de film mee mag doen met een potje honkbal, springt zijn blijdschap van het scherm. Dan weet je: dit is wat hij hóórt te doen. Nobody Knows is een staaltje pure cinema. (Niels Bakker)

Lees ook onze recensie.

33: Fort Europa – ZT Hollandia

~

theater.gif (foto Ben van Duin) Dit is de eerste van twee Johan Simons-regies in de lijst. De in de zomer naar Gent vertrokken regisseur nam in juni met Fort Europa afscheid van het Nederlandse publiek. De tekst,
geschreven door Tom Lanoye, schetst een Europa waarin niemand meer gelukkig is. Iedereen wil weg uit het verrotte continent, op zoek naar nieuwe gebieden waar de waarlijk Europese manier van leven en denken, waarbij vrijheid voorop staat, nog wel bestaat. De voorstelling sprankelde weliswaar, maar leek teveel zijwegen in te slaan om echt te prikkelen. Dat het desalniettemin tóch in de Crazy 88 staat, heeft Simons bovenal te danken aan zijn vertrek. Fort Europa was (voorlopig?) de laatste regie van Simons bij een Nederlands gezelschap. Maar we volgen hem natuurlijk bij de buren in Gent. (Jan Auke Brink)

We recenseerden de voorstelling en de tekst van Tom Lanoye.

32: The Magic Numbers

~

cd.gif Weinig bands wisten op Lowlands dit jaar zó te verrassen als the Magic Numbers. Op het veldje voor het kleine openluchtpodium zag ik om me heen alleen maar lachende gezichten, dansende lichamen. En ik deed mee, ik kon niet anders. En zelden zat een debuutplaat zo lang onafgebroken in mijn cd-speler als die van the Magic Numbers. En dan duurt Love me like you ook nog precies lang genoeg om van mijn deur op de fiets naar mijn werk te komen. Weinig meer was er voor nodig om van deze band te gaan houden. Pretentieloze liedjes van een pretentieloze band met oor voor harmonieuze samenzang, melodieuze basloopjes en melancholische teksten. Geen toeters, wel veel bellen gelukkig. 8WEEKLY was bij het optreden in Paradiso, waar de band verbaasd leek dat de zaal zo vol stond. Zorg ervoor dat jij er bij bent bij het optreden 25 februari in Tivoli, en zing en dans mee! (Hanneke Hendrix)

Lees ook ons concertverslag en onze cd-recensie.

31: Richard Wagner: Der Ring des Nibelungen

~

opera.gif De eerste integrale Ring-cyclus was in 1997 al een ongekend succes voor regisseur Pierre Audi en De Nederlandse Opera, maar de herneming in 2005 bleek de overtreffende trap: deze Ring behoort tot de absolute wereldtop. Dirigent Hartmut Haenchen toonde aan nog meer grip op de miljoenen noten van Wagner te hebben, het Nederlands Philharmonisch Orkest speelde als een geoliede machine en de bijeengebrachte solisten overtroffen de gemiddelde Bayreuth-bezetting. En doordat op het laatste moment de monumentale decors van sloop gevrijwaard bleven kan iedereen in 2013 op herhaling. (Henri Drost)

Lees ook onze recensie.

30: J.M. Coetzee – Langzame Man

~

boek.gif De Zuid-Afrikaanse auteur J.M. Coetzee is een omstreden figuur. Zo geeft hij zelden tot nooit interviews en speelt hij met afgebakende genrestructuren door zijn fictie als waarheid (of non-fictie) te presenteren en andersom. In zijn werk problematiseert hij het concept waarheid en onderzoekt hij het instrument taal waarmee deze wordt overgedragen. Als romanschrijver doet hij dat door middel van zijn personages. Zo ook in Langzame man; de zestiger Paul Rayment krijgt een ongeluk dat hem verminkt. Door deze gebeurtenis wordt hij dermate op zichzelf teruggeworpen dat hij aan alles gaat twijfelen. Hij ontdekt langzamerhand dat het bestaan meerdere dimensies kent en wordt hierin bijgestaan door de figuur van Elisabeth Costello (een personage uit een eerder werk van Coetzee). Zij leert hem dat zelfs de definitie van waarheid aan de wetten van taal onderhevig is. (Donata van der Rassel)

Lees ook onze recensie.

29: Mar Adentro – Alejandro Amenábar

~

film.gif Ramón Sampedro (een ongelofelijk overtuigende Javier Bardem) ligt al dertig
jaar verlamd op bed en wil niets liever dan zijn leven op een waardige manier
beëindigen. Dit wordt gedwarsboomd door de conservatief-katholieke wetgeving
in Spanje die euthanasie strafbaar stelt. De retoriek van Mar Adentro is
overduidelijk: hij spreekt zich duidelijk uit voor het recht op euthanasie.
Amenábar wil aantonen dat een onwaardig leven niet geleefd hoeft te worden,
dat de mens boven instituten als staat en kerk staat. Maar de film is meer dan
een pro-euthanasiefilm: Mar Adentro is een lofzang op het leven. Amenábar
laat zien dat het leven waard is om geleefd te worden, ook al is het zwaar. Of
dat in tegenstrijd is met de ogenschijnlijke boodschap van de film? Nee, dat
niet. Eerder belicht de film twee kanten van een verhaal en dat is veel knapper
dan alleen kritiek leveren. (Harrie de Vries)

Lees ook onze recensie.

28: Gorillaz – Demon Days

~

cd.gif Om er maar meteen een eindconclusie tegenaan te gooien: Demon Days van
Gorillaz is de beste plaat die Blur nooit maakte. Vanaf de eerste seconden
staat Demon Days met zijn uitgebalanceerde mix van hiphop, pop en
electronica als een sfeervol en spannend huis. De bedriegelijk simpel
lijkende maar stiekem inventief zijnde melodieën nestelen zich per
luisterbeurt steeds dieper in je onderbewuste, en laten je daarna nauwelijks
meer los. De soms wat duistere boodschappen zijn zo swingend verpakt dat je
er vrolijk van wordt, en dat ook wekenlang blijft. Met recht mijn album van
het jaar. (Aryen Meijer)

Lees ook onze recensie.

27: Johannes van Dam – De Dikke van Dam

~

boek.gif Eten is net zo goed een cultuur als schilderkunst, film of literatuur, en net zoals in die genres bestaat het merendeel van het gebodene uit onappetijtelijke bagger. Als een W.F. Hermans van de goede smaak fileert Van Dam, uitgaande van een enorme basiskennis, het culinaire gebeuren in binnen- en buitenland, alsmede heden en verleden. Talloze wetenswaardigheden, een enkel recept, en alles bij elkaar een panoramisch overzicht van zo ongeveer ieder feit of feitje dat we over eten en drinken zouden willen weten, waarin verborgen een filosofische uiteenzetting over de zin van het bestaan en hoe wij optimaal in het leven kunnen staan, dat is De Dikke van Dam. (Enno de Witt).

Lees ook onze recensie.

26: The Machinist – Brad Anderson

~

film.gifThe Machinist is geen meesterwerk, maar wel zo goed als een genrefilm kan zijn.
Deze naargeestige fabel over een fabrieksarbeider die nooit slaapt en overal
projecties van zijn eigen dubieuze verleden gaat zien, wordt gedragen door een
uitgemergelde Christian Bale, die als een zak botten een bijzonder intense
vertolking van deze man geeft. Maar ook de gestileerde vormgeving en het
gevatte script vol slinkse referenties maken van The Machinist een ouderwetse,
eersteklas Hitchcockiaanse thriller. (Paul Caspers)

Lees ook onze recensie.

25: Occupying Space

~

expo.gif Dit jaar presenteerden Witte de With, TENT en het Nederlands Fotomuseum onder de noemer Occupying Space een overzichtstentoonstelling van de collectie van de Generali Foundation. Deze particuliere stichting bouwt op initiatief van de Oostenrijkse verzekeringsmaatschappij Generali Group al sinds 1988 aan een verzameling internationale beeldende kunst. Inmiddels bevat het meer dan 1700 werken van 160 beeldend kunstenaars. In Occupying Space onder andere werk van fenomenen als Dan Graham, Hans Haacke, Andrea Fraser, Martha Rosler, Gordon Matta-Clark, Franz West en Valie Export. Volgens ons was het de uitgelezen mogelijkheid om kunstwerken te bezichtigen die doorgaans aan het blote oog onttrokken blijven! (Lennard Dost)

Lees ook onze recensie.

24: The Mars Volta – Frances The Mute

~

cd.gif Een van de meest opzienbarende platen van het afgelopen jaar komt op naam van het duo Omar Rodriquez-Lopez en Cedric Bixler Zavala, ofwel de voormannen van The Mars Volta. Het oude jasje van At.The.Drive-In is definitief uitgedaan; op het vol met stijlen gevulde Frances The Mute maakten de heren vooral een plaat voor zichzelf. Daarop zijn de alleen voor de hoes genoteerde nummers vooral geluidsexperimenten met een duidelijk richtingsgevoel. Want hoe vaag en verknipt het ook allemaal klinkt, er zit altijd een extreem mooie lijn in. Met een trits aan muzikale voorbeelden als King Crimson, Zappa en Zeppelin is Frances the Mute niet alleen een van de briljante platen van dit jaar, maar eerder één van dit decennium. Schitterend. (Niek Hofstetter)

Lees ook onze recensie.

23: Dragelijk – NT Gent

~

theater.gif Regisseur Johan Simons heeft iets met auteur Michel Houellebecq. De Nederlander
maakte al twee toneelbewerkingen van de succesroman Elementaire Deeltjes, en
wordt nu alom bejubeld voor het onlangs in Gent in première gegane Platform.
Dragelijk, een bewerking van Houellebecqs De wereld als markt en strijd, is een
relatief klein en onbekend tussendoortje in dat grote-zalen-geweld, en
misschien staat de voorstelling juist daarom in de lijst. Actrice Yvon Jansen
brengt de drie kwartier durende monoloog zo goed en zo scherp, dat het je
vervreemdt van alles, misschien zelfs ontmoedigt, maar toch ook zeker verlicht. De wrange glimlach waarmee we na de slotscène de zaal uitliepen, stond nog lang op ons gezicht afgetekend. (Jan Auke
Brink)

Lees ook onze recensie.

Kunst / Expo binnenland

Living on a Perfect Planet

recensie: De niet zo perfecte planeet van Maggi Giles

Wie de kleine tentoonstellingszaal in de nok van het Princessehof in Leeuwarden binnenkomt, wordt geconfronteerd met de uitbundige vrolijkheid van het werk van keramiste Maggi Giles (1938). Vier zwart-wit gespikkelde hondjes zitten, met hun tong uit de bek, op kleurige stoeltjes klaar om de bezoeker van het retrospectief van deze vernieuwer in de keramiek te verwelkomen.

De uit Groot-Brittanië afkomstige keramiste kwam in 1965 naar Nederland, waar ze in 1969 als medewerkster van keramiekfabriek De Porceleyne Fles in Delft een wandtableau van een werk van Karel Appel maakte. Appel was zo gecharmeerd van het werk dat hij een aanbevelingsbrief stuurde naar Stedelijk Museum directeur Edy de Wilde waarin hij vroeg om haar “speelgoed voor volwassenen” tentoon te stellen. Daarop organiseerde De Wilde in 1970 de eerste solo-expositie van Maggi Giles in het Stedelijk Museum, waarmee haar naam in één klap was gevestigd.

Een eigen planeet

~

Het werk van Giles kenmerkt zich door kleurige vlakken die door zwarte muurtjes van elkaar worden gescheiden. Die muurtjes vervullen twee functies: ten eerste wordt zo voorkomen dat de kleuren door elkaar gaan lopen en ook wordt op die manier een vormondersteunende tekening aangebracht in de keramiek – je zou dit kunnen vergelijken met de lijnen in een strip. In eerste instantie beperkte de kunstenares zich tot blokken van ‘op elkaar gestapelde’ kleuren. Rond 1980 kwam daar verandering in met haar boek The Perfect Planet. Daarin schept een bol wezen op pootjes zijn eigen wereld bestaande uit vierkante vlakken die de zee, de bossen en het land bevatten.

Gebaseerd op dit verhaal vervaardigde Giles keramiek. De expositie toont zeven stukken met dit thema daterend uit de periode 1978 – 2002. Over de inhoud van haar objecten heeft Giles verklaard dat het niet belangrijk is wat zij vindt, maar dat het gaat om wat de kijker zelf uit het werk haalt.

Gemene glimlach

~

Vanaf The Perfect Planet maakt ze vooral dieren. De dieren hebben een wat gemene glimlach. “Alsof ze je favoriete huisdier hebben opgegeten”, zoals de kunstenares het zelf zegt. Een klassiek voorbeeld is de kat Aunt Lucie uit 1988. Na katten volgden, honden, varkens in kokspakjes (helaas niet op de expositie), vissen en andere beesten die allemaal even guitig, vrolijk en mallotig zijn. Mensen komen zelden in het werk voor. In de tentoonstelling is van die categorie alleen Palmpasen(1978) te zien, een groot kleurig blok met geabstraheerde personen, dat een kruisstatie verbeeldt. Gebouwen zijn zo nu en dan onderwerp, zoals in Grachtenpanden uit 1975, waarop twee typisch Amsterdamse huisjes zijn afgebeeld met een tropisch aandoende boom.

Behouden frisheid


De tentoonstelling van Maggi Giles bevat slechts 25 werken – uit verschillende periodes van haar carrière. Toch geven deze een redelijk compleet beeld van het werk van de kunstenares. Wat opvalt is dat er tussen het werk uit 1975 en 2005 maar weinig stijlverschillen te vinden zijn. Kleurige blokken maakt de keramiste al bijna veertig jaar, anno 2005 zijn ze nog even fris als in haar beginperiode. Door de kleurigheid van het werk en de opgewekte uitstraling houdt het zijn waarde en is een betrekkelijk klein aantal werken meer dan genoeg om een hele dag vrolijk rond te lopen.

Gelijktijdig met de expositie verscheen het boekje Longing For A Perfect Planet bij Van Spijk Art Projects (€ 11,85). Gedurende de expositie is bij Galerie De Vis in Harlingen een verkooptentoonstelling van Maggi Giles te zien.

Boeken / Non-fictie

Een Odysseus van de Verlichting

recensie: Brieven van Georg Christoph Lichtenberg

Het lijkt wel of de achttiende eeuw aan een ernstige revival onderhevig is. Nu weer is een selectie brieven vertaald van de Duitse wetenschapper en bultenaar Georg Christoph Lichtenberg: een merkwaardige figuur met dito levenswandel.

Lichtenberg (1742-1799) was niet alleen mismaakt door niet één, maar twee bochels, hij was ook nog eens opvallend klein. Zoals dat vaker gebeurt, compenseerde hij dat allemaal – even wat psychologie van de koude grond – door het ontplooien van een heleboel woeste activiteiten en de ontwikkeling van een eigenzinnig karakter. Tijdens een storm op zee laat hij zich vastbinden aan de mast, opdat hij het natuurgeweld ten volle kan beleven. De rest van de equipage ligt brakend en groen in het vooronder, maar Lichtenberg geniet. Een mooie anekdote, die goed aangeeft hoe hij in het leven stond. Als gevolg van hevig fysiek ongemak verandert die levenshouding in de loop der tijd, weet in- en uitleider Cyrille Offermans ons te vertellen, maar in de brieven merk je weinig van die verandering. Dat hij aan de toenmalige hele en halve goden Goethe en Kant iets formeler schrijft dan aan vriend en uitgever Dieterich is niet meer dan logisch, en hoeft niet per se op het conto te worden geschreven van de lichamelijke tegenslag die zijn leven langzaam maar zeker verwoestte.

De man die bliksem maakte

Georg Christoph Lichtenberg
Georg Christoph Lichtenberg

Lichtenberg was van beroep eigenlijk natuur- en sterrenkundige. Hij baarde opzien door – waarschijnlijk als eerste persoon – echte proefjes in zijn colleges te doen, en was daarnaast een onvermoeibare experimentator. Dat klinkt nu tamelijk oubollig, maar in die tijd was het echt iets bijzonders. Hij schreef ook over zijn vak, maar dat is uit de aard der zaak voor ons niet echt interessant meer. In de nu vertaalde brieven komt de natuurkunde slechts zijdelings aan bod, in een verslag over het maken van luchtballonnen en bliksemafleiders – de boeren in de omgeving meenden dat hij daarmee bliksem maakte – en in reacties op de omstreden en naar later bleek volkomen foute kleurenleer van Goethe, waar de titel naar verwijst.

Een aanzienlijk deel van de brieven bevat verslagen van zijn reizen naar Engeland. Lichtenberg bezocht daarbij ook ons eigen land, maar dat maakte, anders dan Engeland en vooral Londen, niet echt indruk. Aan de andere kant van Het Kanaal was alles even overweldigend, de schoonheid van de vrouwen – die verder toch al een behoorlijke rol in Lichtenbergs leven speelden – incluis. Naast de nodige frivole avonturen, waarop hij jammer genoeg slechts hint, speelden twee grote liefdes een doorslaggevende rol in zijn leven. De eerste koesterde hij voor het meisje dat in de Lichtenbergologie bekend staat als ‘die kleine Stechardin‘. Ze trok op haar twaalfde bij hem in, maar overleed toen ze zeventien was – een aanleiding tot hartverscheurende passages in de brieven. Niet lang daarna begon hij een strikt geheime verhouding met ‘de aarbeienverkoopster Margarete Elisbath Kellner’, die later ook officieel zijn vrouw zou worden. Dit overigens met de zeer praktische motivatie dat ze daardoor na het overlijden van de inmiddels behoorlijk zieke Lichtenberg niet onverzorgd zou achterblijven.

In Duitsland is Georg Lichtenberg een vaste cultuurhistorische waarde, voor Nederland ligt dat iets anders. In 1987 verscheen hier een bloemlezing uit de ‘kladboeken’ die hij jarenlang bijhield. Tijdens zijn leven werden deze kladboeken niet gepubliceerd, maar vandaag de dag gelden ze als zijn magnum opus. Het zijn levendige aantekeningen over van alles en nog wat, opgetekend door een zeer open geest, die invloed hadden op Schopenhauer, Nietzsche, Freud, Wittgenstein, Canetti en nog vele anderen, en die zeker de moeite waard zijn om er nog eens een speurtochtje in antiquariaten aan te wijden. Naast nog wat los mengelwerk was het dat voorlopig wel voor wat ons taalgebied betreft. Deze nieuwe bundeling brieven is dan ook een zeer welkome aanvulling, al hadden het er wat mij betreft veel meer mogen zijn. De achttiende eeuw rules.

Muziek / Album

Braafheid troef

recensie: Beck - Guerolito

Onder andere Jon Spencer, Kings of Convenience, Bloc Party en Soulwax deden het kunstje al eens in het verleden. En onlangs liet de grote Beck zijn eerder dit jaar verschenen Guero door verschillende DJ’s onder handen nemen. Namen als Boards of Canada, Air en El-P haalden de normaalgesproken al van de hak op de tak springende songs door de mixer en het resultaat valt te vinden onder de naam Guerolito. Toch is het allemaal minder verrassend dan je misschien op voorhand had verwacht. Net als Guero zelf, eigenlijk.

~

Guero klonk namelijk als het minder interessante broertje van Odelay. Ook dat album was in elkaar geknutseld door Beck en The Dust Brothers. Bij Guerolito mochten er dus meer mensen over het geluid beslissen. Hoewel, ‘beslissen’… Want om maar direct met de deur in huis te vallen: je herkent in elk nummer de blijkbaar rotsharde basis van Guero. Bijvoorbeeld het bekende E-Pro, dat voor de gelegenheid door Homelife is omgedoopt tot Ghost Range, behoudt het tempo, de lijn en het karakter van zijn origineel. Het nummer is volgeplakt met meerdere samples, instrumenten en andere kwinkslagen, maar blijft ondanks dat gewoon E-Pro. En ook Que Onda Guero heeft, ondanks de Mariachi-sound, in de remix van Islands geen eigen gezicht.

Opwindend

Beck moet het op Guerolito eerder hebben van grote namen als Air en Boards of Canada. De laatstgenoemden weten met hun typische sferische sound het nummer Broken Drum tot een compleet andere ervaring om te bouwen. Wat ook gebeurt bij Heaven Hammer, de remix van Missing door Beck’s oude bekenden van Air, die met enkele verdraaide knoppen complete rust in het geheel weten te brengen. Een andere fijne ervaring is het werk van HipHop-DJ El-P, die met zijn filmische en typische Anticon-sound Scarecrow een extra boost geeft. Wat ook gebeurt bij Broken Ghettochip Malfunction, de 8Bit’s remix waarin een intergalactische tint aan Hell Yes wordt gegeven. Het hoogtepunt van Guerolito komt op naam van Adrock. Deze bewerkte Black Tambourine tot het opwindende Shake Shake Tambourine. Het heerlijke OldSchool-Remix-werk geeft de song een positieve opdonder.

Uitstapje

Het probleem van de plaat is dat het net tegen het randje van gedurfdheid aan zit. Soms begint een de mix veelbelovend, maar zodra Beck in het origineel aan het woord komt, komt hij ook in Guerolito aan het woord. De remixen zijn dus niet zover doorgevoerd als Soulwax dat afgelopen jaar deed met hun Nite Version van Any Minute Now en dat is jammer. Want zo is Guerolito niet meer dan een kleine brave uitstap uit het reeds bekende werk van Beck. Alleen het laatste nummer, Clap Hands, is een geheel nieuwe ervaring. Waar zijn de tijden gebleven dat Cornelius Beck wist te remixen…?

Kunst / Expo binnenland

Het activisme in de mode

recensie: Water & Werken, projecten van Lucy en Jorge Orta

.

De Engelse Lucy Orta is opgeleid als modevormgeefster en woont en werkt in Parijs. Ze is geïnteresseerd in de conceptuele verbeeldingskracht van de mode. Haar creaties bevinden zich op het grensgebied van mode, kunst, architectuur en sociaal activisme. Bij sommige projecten, zoals Orta Water 02, werkt ze samen met haar Argentijnse man Jorge Orta (ook meteen het enige project in te expositie waarin hij een rol heeft gespeeld). Naast het maken van exposities en performances organiseert Lucy Orta ‘diners’ voor mensen uit de mode- en kunstwereld. Ook brengt ze groepen bijeen om gezamenlijk projecten mee te doen, om zo nader tot elkaar te komen. Sociale betrokkenheid is in haar werk een belangrijk aspect.

Slootwater

Orta Water 02 is in Rotterdam voor de tweede keer uitgevoerd in samenwerking met studenten van de Willem de Kooning Academie. De eerste versie van dit project was te zien op de Biënnale van Venetië. Het project bestaat uit vernuftige machines en wagens die water filteren en transporteren. In Venetië werd het water rechtstreeks uit het groene Grand Canal gepompt. In Rotterdam wordt het water uit het nabijgelegen Westersingel gehaald. Dit wordt op zo’n manier gepresenteerd dat je het water kan volgen van de bron naar de eindtap; je loopt bij binnenkomst letterlijk onder de waterleiding door.

~

In de expositieruimte kun je vervolgens een flesje vers gezuiverd water kopen voor tien euro, de opbrengst hiervan gaat naar een goed doel. Met dit project kaart Orta het wereldwijde probleem van verontreinigd drinkwater aan waar weinigen van ons in Nederland zich dagelijks bewust van zullen zijn. Daarin schuilt haar activisme waarvan je je kunt afvragen of het museum wel het juiste podium is.

Symbolische dorpen

Er zijn in deze expositie eerdere werken van Orta te zien zoals Nexus, Connector en Body Architecture. Getransformeerde aanhangers en grote ‘pakken’ voor meerdere mensen vullen de zaal. Vaak komen thema’s als ‘sociaal isolement’ en ‘overleven’ aan de orde. De serie Connector is gemaakt voor een groep mensen om ze zowel fysiek als sociaal aan elkaar te verbinden; verschillende pakken zijn hier letterlijk met elkaar verbonden. Het zijn zoals Orta zelf zegt: mobile villages of collective wear, wat vrij letterlijk opgevat kan worden. Sommige pakken zijn bijvoorbeeld gedragen bij demonstraties.

Het werk Mobile Village Node 1 bestaat uit een koepeltent waar aan de buitenkant verschillende slaapzakken aan vast zijn genaaid. Een zeer compacte variant op de infrastructuur van een dorp. Orta creëert verschillende wijken (teruggebracht tot een totaal bedekkende slaapzak) met als ‘middenplein’ een koepeltent. Het geheel heeft een erg sculpturaal karakter door de geslotenheid van het materiaal.

~

Deze lijkt symbool te staan voor het isolement van het individu. De structuur is opgezet om de lichaamswarmte binnen te houden en aan elkaar door te geven, een zeer praktische en effectieve oplossing.

De werken van Lucy Orta zijn eerder van symbolische aard dan potentieel bruikbaar. Ze creëren symbolische ruimtes tussen het individu en zijn directe omgeving in de maatschappij. In het project Refuge wear zijn pakken gecreëerd waarin de drager zich helemaal kan isoleren van zijn omgeving. Op die manier reflecteert Orta op de noodzakelijkheid van persoonlijke ruimte voor elk individu. Voor dit werk heeft ze een aantal jaren dakloze mensen gevolgd en met ze samengewerkt.

Aanhangdorpjes

In de zaal staan een aantal aanhangwagens die zijn getransformeerd tot kleine mobiele dorpjes. Door middel van een gestapelde structuur zouden meerdere mensen kunnen overnachten in een aanhangwagen. Deze mobiele stapelbedden doen denken aan de mobiele woninkjes van Joep van Lieshout, alleen dan veel fraaier. Ook zien we meerdere aanhangwagens die dienen als vervoermiddel voor water. Tenslotte is er nog een verwijzing naar Duchamp. Hetzelfde soort flessenrek als de bekende ready-made wordt in de expositieruimte in gebruik getoond. Logisch met al die flessen water.

Hip activisme

~

Het werk van Orta krijgt vooral door de precisie en materiele perfectie waarmee ze zijn uitgevoerd, een absurd karakter. Alle materialen zijn met Ortas eigen logo’s bedrukt en uitgevoerd in een breed kleurspectrum. Dit benadrukt de symbolische waarde, de noodzaak van de bruikbaarheid wordt namelijk vertroebeld. Het ontkracht ook haar doel als activiste. Ze geeft met haar projecten niet echt oplossingen, ze kleedt eerder de problemen aan.