Muziek / Album

Erik uit Nieuwegein

recensie: Spinvis - Dagen van gras, dagen van stro

Erik de Jong zegt in het programma De wereld draait door dat er soms wat kleinerend wordt gedaan over ‘het zolderkamertje’ en over het ‘knutselen’ van zijn alter ego Spinvis. Presentator Francisco van Jole bedoelde het zeker niet kleinerend, integendeel, hij heeft juist bewondering voor de manier waarop Spinvis muziek maakt.

~

Van Jole gaat in het gesprek echter op een typische Amsterdamse-grachtengordel-manier de fout in wanneer hij, na in deze aflevering Almelo al te hebben geschoffeerd, nu ook Spinvis’ thuisbasis Nieuwegein afdoet als, kort door de bocht, niet de meest inspirerende plek om ’tot dingen te komen’. De Jong ziet dat, als noodgedwongen ambassadeur van Nieuwegein, anders. Iedereen heeft een plek nodig om te wonen en te leven: “we kunnen niet met zijn allen in een grachtenpand.” Van Jole herstelt zich goed en slaat vervolgens de spijker op zijn kop wanneer hij zegt dat Nieuwegein wèl een erg oorspronkelijke plek is. Die oorspronkelijkheid, daar draait het om bij Spinvis.

Hij liet het er niet bij

De Nederlandse en Vlaamse muziekliefhebber wist drie jaar geleden niet hoe hij het had. Een album met een wit cassettebandje op de voorkant met een oranje versleten sticker en het woord Spinvis, geschreven met merkstift. Wat is in vredesnaam een Spinvis? Later blijkt dat een Spinvis een wat verlegen ogende huisman is, die al jaren aan een debuutalbum werkte achter zijn computer. Hij samplede, speelde zijn partijen in, haalde zijn kinderen erbij, stuurde een demo naar Excelsior, werd met open armen ontvangen, bracht zijn plaat uit, was van plan het erbij te laten, liet het er niet bij, overrompelde met een uiterst persoonlijk geluid, ging op tournee met oude grootheden en zijn vader, overrompelde wederom, bracht een live-plaat uit, ging weer op tournee met het project Lotus Europa, deed nog veel meer grote en kleine dingen en bracht onlangs zijn tweede langspeler uit met de titel Dagen Van Gras, Dagen Van Stro.

En wat weet die Spinvis weer te ontroeren met zijn melancholische liedjes over vroeger, over vandaag, over het voordeel van video, de tuinen van mexico en over de dagen van gras en de dagen van stro. Ook deze tweede plaat is op de zolderkamer totstandgekomen. De muzikanten namen hun partijen individueel extern op, zodat De Jong thuis het geheel kon vormgeven. Met als resultaat weer diezelfde breekbaarheid als op het debuut en die prachtige symbiose van computer en authentieke instrumenten (wat een genot die vibrafoon van Jan van Eerd en die trompet van Hans Dagelet). Maar ook de humor van De Jong is weer volop present (“vindt u oesters geil?”), net als zijn vreemde teksten met of zonder betekenis (Flamingo). De Jong laat volslagen onbevangen alle kanten van zichzelf zien: de ingetogen liedjesschrijver, de rocker (Kom In De Cockpit) en de experimentele taal- en geluidskunstenaar (Lotus Europa). Het totaal is opnieuw overweldigend en staat geheel op zich.

Toekomst van de popmuziek

Wat Dagen Van Gras, Dagen Van Stro wederom zo uniek maakt, is de identiteit van Erik de Jong. Zijn observatievermogen, zijn smaak, zijn leven in Nieuwegein en alles daarvoor. In de persoonlijke melancholie van Spinvis hoor je de nabije toekomst van de popmuziek. Een toekomst waarin iedereen met talent en een goede computer met internet zich individueel kan vormen tot een muzikaal genie. Alle muziekstijlen of kunstdisciplines ter wereld kunnen worden aangewend om juist datgene te zeggen, dat geen ander op die manier kan zeggen. Op een zolderkamertje kan de wereld samenkomen en versmelten tot iets ultiem persoonlijks, tot volslagen authentieke egodocumenten van Erik uit Nieuwegein, maar ook van Jan uit Almelo of Piet uit Peize. In de eenentwintigste eeuw is het misschien wel moeilijker authentiek en oorspronkelijk te zijn in de grachtengordel dan in Nieuwegein. Het geluid van de ‘Gordel’ kennen we nu wel, maar wat is het verhaal van Jan uit Almelo?