Film / Films

(On-)Nederlandse auteursfilm

recensie: Guernsey

In een interview met filmtijdschrift Skrien vertelt filmmaker Peter Delpeut deze maand dat studenten aan de Nederlandse Film en Televisie Academie meer zouden moeten leren werken vanuit de inhoud dan vanuit de vorm. Eerst een goed verhaal verzinnen, dan pas bedenken hoe dit filmisch te verbeelden. Misschien dacht Delpeut aan Guernsey toen hij dat zei. Hoewel het verhaal van de tweede film van Nanouk Leopold helemaal niet zo bijzonder is, stijgt het boven zichzelf uit juist door de manier waarop het verteld en verbeeld wordt. Inhoud en vorm sluiten niet alleen op elkaar aan, maar vullen elkaar ook aan.

~

Guernsey is een psychologisch drama, maar dan wel eentje waarin de psychologie niet in de dialogen zit. Op veel momenten zou je de personages willen toeschreeuwen ‘praat er eens over!’. Toch is het feit dat dit niet gebeurt de grootste kracht van de film. Want er zijn dingen waarover je niet kunt praten. De hele vorm van Guernsey is erop gericht deze onzegbaarheid uit te beelden. De nadruk ligt op blikken en op handelingen die die naam nauwelijks verdienen. Als er al gepraat wordt, is het vanuit praktisch oogpunt, niet om gevoelens uit te drukken of dingen een betekenis te geven.

Zelf uitzoeken

Leopold legt de kijker ook niets uit. We moeten er zelf maar achter komen hoe de verhoudingen tussen de personages liggen en wat zich in het verleden tussen hen heeft voorgedaan. Zo heeft Anna een relatie met het ex-vriendje van haar zus Bobby, maar hoe dat precies is gekomen wordt niet duidelijk. Ook hun motieven krijgen geen nadere toelichting. Waarom vermoedt Anna bijvoorbeeld dat haar man vreemd gaat en besluit ze hem te achtervolgen? En waarom zoekt ze de Vlaamse arts Verbeeke, wiens vrouw ze aan het begin van de film opgehangen boven een badkuip vindt, steeds weer op?

~

Alledaagse handelingen

Anna is een prachtige rol van Maria Kraakman, die geen acteertrucjes nodig heeft om de jonge vrouw overtuigend neer te zetten. Haar natuurlijke bewegingen passen perfect bij Anna’s meestal alledaagse handelingen. Ze zit in de auto of in het vliegtuig. Ze pakt in het hotel haar tas uit en weer in als ze weggaat. Ze rookt. Ze kijkt, waarbij de camera vaak toont wat ze ziet. Hoewel haar gedrag niet verklaard wordt, heb je toch het idee dat je haar langzaam gaat begrijpen. Des te intenser leef je met haar mee als ze aan het eind van de film in tranen uitbarst, en Bobby haar troost. Gepraat wordt er nog steeds niet, maar de zussen komen weer een beetje tot elkaar.

Vinex-wijk

Doordat Leopold niet aan uitleggerij en verklaringen doet, is haar film on-Nederlands geworden. Tegelijkertijd is Guernsey echter zo Nederlands als een film maar zijn kan. Herkenbaar is niet alleen de kale Vinex-wijk waar Anna en haar man wonen, of Anna’s uiterlijk (groot en blond), of het feit dat ze – als werkende moeder – de rol van moderne vrouw vervult. Het Nederlandse zit ook in de manier waarop ze dingen doet. Hoe ze loopt. Hoe ze rookt. Hoe ze kijkt.

Met Leopold hebben we eindelijk weer een echte filmauteur in huis. Het is te hopen dat de jury van het Nederlands Film Festival dat dit jaar erkent door Guernsey te onderscheiden met veel Gouden Kalveren. De film verdient het.