Theater / Voorstelling

Venijnig liefdesspel vol verrassingen

recensie: Petits Crimes (Egmond theater i.s.m. Bos Theaterproducties)

Wie belazert wie? Dat is de hoofdvraag die het publiek bezighoudt tijdens het kijken naar Petits Crimes. Het ingenieuze script van deze huwelijkskomedie met een zwart randje is geschreven door de Franse toneelschrijver Eric-Emmanuel Schmitt. Drie jaar geleden werd het stuk voor het eerst in Parijs opgevoerd, waar het enthousiast werd ontvangen. Nu is Petits Crimes in Nederland te zien met acteurs Daan Schuurmans en Angela Schijf als echtpaar.

~

Schuurmans speelt Jules, een schrijver die na een ‘ongelukje’ zijn geheugen kwijt is. Hij komt thuis en daar staat Lisa (Schijf), die zegt dat zij zijn vrouw is. In eerste instantie zet Schuurmans een prachtige twijfelaar neer, die afstand probeert te houden en verdwaasd rond loopt, zonder dat hij het overdrijft. Later zien we ook een andere kant van hem waarin hij meer gevoel toont. Alleen als hij kwaad wordt, lijkt dat bij hem uit zijn tenen te moeten komen. Desondanks lijkt het er op dat het geen onverstandige keuze is geweest van deze dertiger om het toneel weer op te zoeken na zijn televisie- (Westenwind en Rozengeur & Wodka Lime) en filmcarrière (Floris, Volle maan en Costa). Schuurmans speelde na zijn opleiding aan de toneelschool in Hamlet van theatergroep De Trust en het lijkt eigenlijk alsof hij nooit is weg geweest uit de theaters, zo losjes als hij in dit donkere huiskamerdecor zijn verhaal doet.

Heftige emoties

Angela Schijf zagen we twee jaar geleden in het familiedrama Glazen Speelgoed. Toen liet ze al zien dat ze goed is in het uiten van emoties, iets dat je ook herkent in de films Van god los en Ik ook van jou. Ook in dit liefdesspel gaat ze los. Naarmate de voorstelling vordert, worden haar emoties steeds heftiger. Vrouwen op het toneel hebben vaak de neiging om over de top te gaan; te blijven janken en gillen. Ook Schijf huilt, tiert en smijt. Maar zij doet dat met zoveel natuurlijke passie dat het niet vervelend is om naar haar te blijven kijken en luisteren en bovendien weet zij het goed te doseren. Haar mimiek is uitstekend en dat zorgt ervoor dat je vanaf het begin af aan voelt dat er iets niet klopt als je naar haar kijkt. Maar wat, daar krijg je op dat moment nog niet je vinger achter.

In evenwicht

~

Eric-Emmanuel Schmitt heeft diverse verrassingen verstopt in zijn script. De spanning in het verhaal is goed opgebouwd en de balans tussen geestige humor en ernst is in evenwicht, uiteraard ook dankzij regisseur Shireen Strooker. Zij heeft de acteurs goed onder controle en heeft hen de juiste sturing gegeven, waardoor het eindresultaat er zeker mag zijn. En wie denkt dat Petits Crimes een simpel kat-en-muisspel is, heeft het mis. Het gaat zeker nog dieper, want er worden pijnlijke vragen over relaties blootgelegd. Met de mooie, doordringende, soms simpele, soms filosofische teksten van Schmitt is het een voorstelling geworden die je op je in moet laten werken.

Chemie en overtuigingskracht

Het enige wat niet helemaal lijkt te kloppen in deze voorstelling is de leeftijd van het stel. Schijf is 26 en Schuurmans 33 jaar, maar het echtpaar dat ze spelen heeft (zo blijkt gaandeweg) zoveel met elkaar meegemaakt dat het moeilijk te geloven is dat de jonge acteurs echt zo oud zijn, al komen ze een heel eind. Een ding is duidelijk; deze twee mogen vaker samen op het toneel verschijnen, want de chemie en overtuigingskracht zijn er zeker. Daan Schuurmans zien we in ieder geval volgend theaterseizoen terug bij het Nationale Toneel waar hij een rol krijgt in Closer. De plannen van Angela Schijf zijn nog niet bekend, maar het moet wel heel gek lopen als we haar niet weer eens terugzien in een mooi drama op het toneel.

Petits Crimes nog tot en met 29 april 2006 te zien in de theaters. Klik hier voor een actuele speellijst.

Boeken / Fictie

Een mens is een mens is een mens…

recensie: Sebastian Faulks - Human Traces

Sebastian Faulks is bekend van onder meer zijn boek Birdsong, een episch verhaal gesitueerd in de Eerste Wereldoorlog waarin de geschiedenis van Engeland en Frankrijk verweven wordt. Ook zijn nieuwste boek, Human Traces, speelt zich in deze beide landen af en bestrijkt de periode van de Eerste Wereldoorlog. Het thema van het boek is de universele zoektocht naar jezelf en wat je nu precies tot mens maakt.

We bevinden ons aan het einde van de negentiende eeuw. Jacques Rebière, afkomstig uit Frankrijk en Thomas Midwinter, een Engelsman, zijn goede vrienden. Beiden zijn van jongs af aan geïntrigeerd door de werking van de menselijke geest in het algemeen en psychische ziekten in het bijzonder, beiden zijn er van overtuigd dat er voor deze ziekten een genezing te vinden moet zijn. Als psychiaters wijden ze hun leven aan dit doel en zetten samen een sanatorium op in Carinthië, het huidige Oostenrijk. Maar hoe langer ze samenwerken, hoe meer ze ontdekken dat hun opvattingen niet altijd dezelfde zijn en soms zelfs ronduit met elkaar botsen. Uiteindelijk moet ieder van hen op zijn eigen manier onder ogen zien dat de genezing van psychische aandoeningen nog een verre droom is en dat de menselijke geest uiteindelijk een raadsel blijft.

Universeel

~

Het verhaal van Human Traces is in feite niet ingewikkeld, de voor 600 pagina’s bondig lijkende samenvatting op de achterflap is accuraat en dekt de hele inhoud van het boek. Dat is soms jammer, maar Faulks beheerst zijn vak goed genoeg om de vaart in het verhaal te houden. De regelmatige verandering van decor zorgt voor een welkome afwisseling. Nu eens speelt het verhaal in Engeland of Frankrijk, dan weer in Oostenrijk, Amerika en zelfs Afrika. Tijdens een reis naar dit laatste continent krijgen Thoma’ tot dan toe vage ideeën over een evolutionaire theorie van de hersenen en (dus) van psychische stoornissen een vaste vorm. Het is uiterst boeiend om zijn gedachtegang te volgen tegen de achtergrond van het wijde Afrikaanse landschap, de geboortegrond van de mens. De innerlijke ontwikkeling van de personages is realistisch beschreven en de lezer hoopt met Thomas en Jacques op een genezing van mentale ziekten en op de ontdekking van wat de mens tot mens maakt. De teleurstelling van het falen, de twijfel en de met allerlei fysieke en psychische kwalen gepaard gaande ouderdom van de twee vrienden is herkenbaar en universeel.

Te veel geschiedenis

Human Traces is een vuistdikke roman over de ontwikkeling van de psychiatrie in de negentiende eeuw en over hoe het leven en menselijke ambities niet altijd te verenigen zijn. Het boek bevat vele namen van al dan niet bekende dokters en een uiteenzetting van hun theorieën en werkwijzen. Dat is allemaal heel informatief en leerzaam, maar soms ook storend. De lezingen van Jacques en Thomas en de colleges van hun docenten, die soms wel 15 pagina’s beslaan, vragen veel van de lezer en zijn moeilijk in het verhaal te incorporeren. Geschiedenis en theorie staan het verhaal nog wel eens in de weg.

Faulks personages lijden bij tijd en wijle ook onder Faulks’ historische aanpak. Thomas en Jacques lijken soms meer een functie te hebben als wetenschapper en vertegenwoordiger van een bepaalde wetenschappelijk richting, dan dat ze personages zijn en een ‘echt’ leven leiden. Faulks lijkt zich ergens wel bewust te zijn van het gevaar dat hij loopt: in het nawoord schrijft hij dat een roman eigenlijk geen bibliografie nodig heeft (waarna hij vervolgens zoveel boeken opsomt dat je toch echt van een bibliografie moet spreken).

Het einde van een wereld

Het is duidelijk dat Faulks zich in Human Traces teveel heeft laten meeslepen door zijn eigen fascinatie voor een stuk wetenschapsgeschiedenis. Dit betekent gelukkig niet dat het boek als geheel slecht of onleesbaar is. De delen waarin de personages niet expliciet bezig zijn met hun werk (en die zijn er ruim voldoende) geven een mooie en vaak ontroerende schets van de ontwikkeling van jonge mensen en het daarmee gepaard gaande verlies van idealen. Het verlies van een oude, veilige, optimistische wereld en het aanbreken van een onontkoombaar andere, nieuwe wereld, ingeleid door de Eerste Wereldoorlog, vormt de perfecte achtergrond voor dit verhaal. Wat stelde het wezen en de waarde van de mens immers meer ter discussie dan deze onbegrijpelijke, waanzinnige oorlog?

Muziek / Achtergrond
special: In memoriam: Wilson Pickett (1941 – 2006)

Een zoektocht onthult een soullegende

.

~

Om daar achter te komen heb ik om te beginnen zijn Very best of gedownload, en dat viel niet tegen. Naast de bij de radio bekende hits, kwamen er nog veertien mp3-tjes binnen, die het beluisteren meer dan waard zijn. Zelfs de Beatles-cover Hey Jude klinkt, na enige momenten van gewenning, erg prettig. Pickett begint het nummer liefjes, maar schreeuwt het de laatste minuut met zijn rauwe stem uit. Verder valt het hoge Blues Brothers-gehalte op: Pickett swingt en schuurt.

Blues Brothers

De Blues Brother-connectie komt op het eerste gezicht vooral door het bekende Everybody needs somebody to love, dat in de film door Jake en Elwood Blues wordt gezongen. Nu blijkt het nummer origineel van Solomon Burke, maar dat wist ik nog niet. Gelukkig wordt mijn onwetendheid beloond: op de fansite Blues Brothers Central weet een oplettende kijker te melden dat Jake Blues tussen dit nummer en het er op volgende Sweet home Chicago een kort eerbetoon aan ‘Magic Sam en Wilson Pickett’ brengt. En het is nog mooier: in het vervolg op de film, Blues Brothers 2000, werd de ode nog evidenter. Pickett speelt daarin zelf mee (als ‘Mr. Pickett’), en hij zingt zijn hit 634-5789.

Soul Deep

Fijn, daar kende ik hem dus van. En met mij veel meer mensen waarschijnlijk; de optredens met de Blues Brothers deden zijn reputatie en bekendheid goed. Maar toch konden ze niet verhinderen dat Pickett altijd een beetje onbekend bleef; dat hij bleef hangen in de categorie ‘wel van gehoord, maar wie het precies is…?’. Dat terwijl hij in de naslagwerken altijd in één adem met de allergrootsten wordt genoemd; Otis Redding, Aretha Franklin en Solomon Burke zijn nooit ver weg. Sterker: alinea’s over hen bevatten vaak dat ene zinnetje over Pickett. Ook in de BBC-serie Soul deep, die momenteel in Nederland door de NPS in Het uur van de wolf wordt uitgezonden, komt Pickett slechts zijdelings aan bod. In aflevering vier, over Otis Redding en de muziek van het zuiden, komen Picketts nummers Ninety-nine and one half (won’t do) en In the midnight hour langs. Het toeval wil dat deze aflevering aanstaande dinsdag in Nederland wordt uitgezonden.

Kerk

Diezelfde serie leert dat bijna alle soulsterren van het eerste uur voor het zingen de kerk ingingen. Pas als ze dat konden verlieten ze het godshuis weer. Bij Pickett is dat niet anders gegaan; eerst was er het kerkkoor, en vanaf zijn veertiende de gospelgroep The Violinaires. Vanaf zijn achttiende zei hij de reli-muziek echter vaarwel en begon hij zijn carrière bij de al succesvolle soulgroep The Falcons, waarmee hij zijn eerste hit You’re so fine scoorde. Aardig detail is dat ook soulster Eddie Floyd in deze groep zat, en dat diezelfde Floyd in Blues Brothers 2000 meezingt op 634-5789.

Rauwe pionier

~

Maar nu we weten waar we Pickett ook al weer van kennen, en dat hij in een adem met de groten wordt genoemd, blijft de vraag wat zijn betekenis dan is geweest. Waarom was hij zo belangrijk voor de soulmuziek, en waarom bleef hij dan toch relatief onbekend? Het antwoord op de eerste vraag is redelijk eenvoudig te vinden: iedere liefhebber van Pickett lijkt hem vooral te roemen om zijn pioniersgeest. Pickett gaf de soul halverwege de jaren zestig een energieke impuls; hij zong de vaak zo zoete liedjes rauwer, en hij had meer dan anderen oog voor de mensen op de dansvloer. Zo wild als de iets later opkomende funk was het bij hem misschien nog niet, maar het is vooral zijn aanstekelijke enthousiasme (ook in optredens) dat hem zo populair maakte.

Domme pech

En tja, wat is er mis gegaan in zijn carrière, waarom is hij geen grote soulheld zoals Otis Redding, Solomon Burke of Aretha Franklin? Feit is in ieder geval dat geen van Picketts hits door hemzelf geschreven nummers zijn. Nu is dat in de soul niet heel bijzonder, maar de meeste echt grote soulsterren schreven ook zelf. Aannemelijker lijkt me echter dat de oorzaak in zogenaamde ‘externe factoren’ ligt. Reddings naam was definitief gevestigd toen hij in 1967 overleed na een vliegtuigongeluk, en Franklin en Burke hadden beide een succesvolle moderne comeback: Franklin pakte nog eens flink uit met Think in de eerste Blues Brothers-film, wat haar meteen weer populair maakte; en Burke had een wel erg succesvolle samenwerking met Junkie XL, die hem zelfs op Pinkpop bracht. Pickett kreeg zo’n kans toen hij in Blues Brothers 2000 meedeed, maar die film sloeg minder aan dan het origineel, en volgens de liefhebbers is de versie van 634-5789 die hij in de film brengt zeker niet zijn beste uitvoering. Domme pech dus, als je het zo bekijkt. Maar hoewel niet bekend bij het hele grote publiek, wordt hij wel door velen gewaardeerd. Zo zei Aretha Franklin in reactie op zijn overlijden: “Wilson Pickett was one of the greatest soul singers of all time”. Het kost niet veel moeite te ontdekken dat dat niet overdreven is.

Het Uur van de Wolf – aflevering 4 van Soul Deep over zuidelijke soul: dinsdag 24 januari 20.25 uur Nederland 3.

Muziek / Album

Ode aan Detroit technoheld

recensie: Aardvarck - Cult Copy

.

Detroit. De bakermat van techno. Na de eerste generatie zwarte technomuzikanten als Derrick May, Juan Atkins en Kevin Saunderson volgde een tweede, met Carl Craig als belangrijkste exponent. Hij zorgde voor de broodnodige vernieuwing en verdieping in het genre. Zo speelde hij met breakbeats lang voordat drum ’n bass bestond, haalde live-muzikanten in de studio voordat dat gemeengoed werd en maakte hij een aantal baanbrekende platen zoals Throw en My machines, die ook nu nog fris klinken op de dansvloer.

~

Waarom deze buitenlandse geschiedenisles bij een Nederlands technoalbum? Omdat Cult Copy een regelrechte ode is aan Carl Craig. De in Amsterdam woonachtige Mike Kivits geeft zelf onomwonden toe dat z’n tweede album gebaseerd is op het vroege werk van de Amerikaan. Tegelijkertijd is Cult Copy één van de beste Nederlandse techno-albums sinds jaren. Rauw, explosief en moddervet.

Kivits gaat al enige jaren mee in de dancescene. Als Aardvarck maakte hij een hele reeks singles voor labels als Delsin, Music For Speakers en Rushhour. Daarnaast maakt hij deel uit van het mafketelcollectief Rednose District. Samen met Steven de Peven en de later afgehaakte Kid Sublime experimenteert Kivits in Rednose met hiphop, soul, breaks en humor. Hun live-gigs zijn omstreden. Jaap Boots, presentator van het VPRO-programma Club Lek, noemde Rednose ooit een ‘pathetisch kutcollectief’ na een spraakmakend optreden. Maar op Lowlands pakten ze een half jaar later de Charlietent volledig in met een travestie-act en supervette beats.

Waar is de koe?

Ook Kivits eigen werk is niet altijd gemakkelijk. Zijn eerste album Find The Cow uit 2002 stond bol van het experiment. Weerbarstige ritmes, onmogelijke wendingen en een lofi-productie voorkwamen een plek in de album top vijftig. Maar de recensies waren positief. Ook op dat album sprong Aardvarck van stijl naar stijl. Van techno naar jazz, van triphop naar elektronica en terug.

Op Kivits laptop staat dus van alles. Ook een mapje techno. En dat bleek na zes jaar vol. Eerst verschenen er drie maxisingles: Cult Copy één tot en met drie. Die allemaal met armen werden ontvangen door zowel muziekpers als deejays. En nu is er dus een heel album.

De beats op dat album zijn moddervet, de baslijn trekt als een bezetene aan je voeten en het lijkt alsof half Detroit zich met de productie heeft bemoeid. Neem bijvoorbeeld het nummer Cult Copy 2. Daarin combineert Kivits de discopuls van Giorgio Moroder met de dwarse funky beats van Carl Craig’s 69-periode en de freaky productie van drilboorproducer Mike Paradinas. Ook de nieuwe nummers, met titels als Buuv, Aardbij en Komt Goed, overtuigen. De cirkel is rond met een grandioze remix die Carl Craig van een van de nummers maakte. Een groter compliment is bijna niet denkbaar.

Boeken / Fictie

Reisgids naar Wyoming

recensie: Annie Proulx - Hels stof

.

Hels stof (Bad Dirt) is de tweede verhalenbundel van Annie Proulx over de staat Wyoming. Over die staat weten we als Europeanen niet bijster veel, behalve dat deze in het noordwesten ligt, ingeklemd tussen Montana en Idaho, nog twee staten die we niet zo goed kennen. Proulx doet er weinig aan om dat gebrek aan kennis weg te nemen, maar dat is ook niet haar taak als schrijver. Bovendien is het al haar tweede bundel over Wyoming (De gouverneurs van Wyoming was de eerste), en mag ze dus eisen stellen.

~

Hels stof bevat twaalf verhalen over mensen in een gebied waar ‘de ruimte hebben’ nog betekent dat er tot aan de horizon geen andere levende ziel te bekennen is. (In Wyoming, zes keer de oppervlakte van Nederland, wonen vijfhonderdduizend mensen.) Die mensen, met ruige voornamen als Hard Winter, Tug en Pliers, hebben ook de ruimte om anders dan anders te zijn:

In Elk Tooth probeert iedereen een excentriekeling te zijn, en met enig succes. Je hoeft er alleen maar blut, trots en vindingrijk voor te zijn en je af te zetten tegen de verlokkingen van de beschaafde wereld.

De meeste personages in Hels stof voldoen aan de eisen voor excentriciteit: in Proulx’ Wyoming zitten de mensen standaard op zwart zaad, maar zijn ze te trots en te koppig om dat te erkennen en vinden ze telkens opnieuw een manier om door te gaan, zonder dat dit overigens iets aan hun uitzichtloze situatie verandert. Ze worden aangetrokken door de ruimte die Wyoming hen biedt en zijn daarvoor bereid om comfort in te leveren voor meer vrijheid.

Ongepolijst

~

Proulx maakt niet al te veel woorden vuil aan sfeertekeningen of beschrijvingen van de omgeving of personages. Een boom, een rotswand begroeid met alsem en een stoffige weg zijn voor haar voldoende decor. Zo blijft Wyoming kaal, wat natuurlijk bij de uitgestrektheid past, maar jammer genoeg is die sobere tekening in sommige verhalen onbevredigend. De personages daarentegen zijn mensen van vlees en bloed, met onverklaarde onhebbelijkheden en vastgeroeste gewoonten, die door Proulx ruw, maar wel met een zekere tederheid beschreven worden. Dat de personages in verschillende verhalen figureren, draagt bij aan de realiteit die Proulx schept: met zo’n laag inwonersaantal en kleine dorpjes kent iedereen elkaar. Af en toe voel je je als lezer deel van die gemeenschap, maar vaker blijf je de typische buitenstaander die de bevolking niet begrijpt.

De verhalen in Hels stof bevatten weinig spanning en een eenvoudige verhaallijn die vaak in een anticlimax eindigt. Daar komt nog bij dat Proulx haar aardse en nuchtere verhalen soms plotseling van een magisch element voorziet: een gat naar de hel in Het hellegat, sprekende dieren in Zo gaat het in een dassenleven en een wensketel in Rommel voor de belt. In die verhalen vraagt Proulx te veel van haar lezers. Het stoere van de personages rijmt te weinig met het surrealisme van de gebeurtenissen.

Om Hels stof op waarde te schatten moet je de stugge en ongepolijste literatuur kunnen aanschouwen voor wat het is: schoonheid, maar dan wel met ruwe randen en de modder er nog aan vast, soms zo veel dat je het liever wilt laten voor wat het is. Zo moet Wyoming er ook uit zien. In februari komt Brokeback Mountain in de bioscopen, de verfilming van een kort verhaal uit Proulx’ alom geprezen eerste Wyoming-bundel. Dan zullen we die enorme staat, die ‘oceaan van alsem’ met meer detail kunnen bekijken.

Muziek / Album

Boeiende hectiek wint van ranzigheid

recensie: Chikinki - Lick Your Ticket

.

Hoewel Lick Your Ticket al in 2003 is opgenomen en is uitgebracht door het bekende Island Records UK, lijkt de plaat Nederland te hebben overgeslagen. Het is op een EP uit 2000 na de eerste volledige CD van deze band uit Bristol (U.K.).

~

Na een optreden in november 2005 op London Calling in Paradiso is er in Nederland terecht meer aandacht voor dit opvallende vijftal. De band schijnt overigens ook in Duitsland behoorlijk populair te zijn en heeft daar in het laatste kwartaal van 2005 maandenlang getoerd.

Rockband “on acid”

Na de eerste beluisteringen blijkt Chikinki nogal hectische muziek te maken. Op Lick Your Ticket klinken ze als een rockband “on acid”. Hakkende mokerslagen van drummer Steve Bond, ruige gitaarriffs van Ed East, ondersteund door een logge bassound. Chikinki maakt dus geen romantische achtergrondmuziek, maar een volle geluidmix die hard in je hersenpan rondzingt. De stem van frontman en zanger Rupert Browne ligt als een constante hijgende, geile saus over de muziek, zonder storend te worden. Van de andere bandleden laten vooral Boris Exton en Trevor Wensley, beiden op keyboards, van zich horen met een rijke variatie aan beats (zelfs drum ’n bass in Like It Or Leave It) en veel, heel veel computerbliepjes.

Keyboard duo hyperactief

Teveel computerbliepjes. Want in bepaalde rustige nummers, zoals in het door een fraai gitaargeluid gedragen Drink of in Time, gaat dit gefriemel irriteren en ten koste van de kwaliteit van de song. Wat dat betreft kan Chikinki een voorbeeld nemen aan de landgenoten van Athlete die op hun laatste plaat Tourist heel wat beheerster omgaan met de elektronica en deze alleen maar inzetten wanneer het iets toevoegt aan een nummer. Nu klinkt Chikinki alsof sommige nummers zijn geschreven onder het motto: “we hebben nu eenmaal twee keyboardspelers in onze band, dus laat die jongens ook wat meepielen”.

Creatieve jongens

Afgezien van de overkill aan elektronica in enkele songs, is Lick Your Ticket een plaat barstensvol creativiteit. De hardere, ruigere nummers zoals opener Assassinator 13, Hate TV en To Sacrifice A Child zijn prima dansbare songs. De mannen hebben ook gevoel voor humor want Bombs is de titel van de enige ballad op de plaat.

Chikinki is als band het sterkst in songs met de juiste dosering traditionele instrumenten versus elektronica. Like It Or Leave It is zo’n nummer, maar ook het springerige popliedje Ether Radio of het al eerder op de EP verschenen Scissors Paper Stone.

Ohne Shock Bitte!

Okay, Lick Your Ticket zie je niet terug in de jaarlijstjes (ook niet die van 2003!). Het is Chikinki echter wél gelukt een uitdagende plaat te maken die bewondering afdwingt vanwege zijn originaliteit. Je vraagt je alleen af waarom Chikinki communiceert in beelden van webcamsex of naaktfoto’s bij titels als Experiment with Mother (zie Music / Past Releases op www.chikinki.co.uk)? Om te shockeren? Nou, nou, stoute jongens hoor! Jammer, want Lick Your Ticket laat horen dat deze band al die poespas niet nodig heeft om te overtuigen.

Muziek / Album

Een muzikale trip

recensie: Turzi - Made Under Authority

Achter Turzi schuilt de Fransman Romain Turzi. Op zijn EP Made Under Authority doet hij alsof de muziekgeschiedenis begin jaren zeventig is opgehouden. Made under authority is een psychedelische rockplaat van het zuiverste water. Dat betekent veel gespace, veel orgels en analoge synths, veel gejam en weinig ‘liedjes’.

~

De uit Parijs afkomstige Turzi is overduidelijk een multi-instrumentalist. Op zijn EP zijn (vervormde) gitaren en zang te horen, drumwerk en vooral erg veel synths en toetsen. Allemaal ingespeeld door hemzelf. Made under authority wordt door platenmaatschappij Recordmakers uitgebracht, bekend van landgenoten Turzi’s landgenoten Air.

Krautrock

De stijl en de nummers op de EP doen vooral denken aan muziek die buiten thuisland Duitsland de weinig flatterende naam Krautrock heeft meegekregen. Exponenten van deze stijl in de vroege jaren zeventig waren onder andere Klaus Schulze en de Keulse band Can. Parijzenaar Turzi heeft goed naar deze voorbeelden geluisterd. Al moet daaraan toegevoegd worden dat zijn muziek soms een wat stevigere rock-basis kent.

Onbevredigende trip

De stijl waarvan Turzi zich bedient is vooral geëigend voor lange uitgesponnen stukken. De luisteraar moet voor zich worden gewonnen en worden meegevoerd in een trip die uiteindelijk in een status van trance eindigt. Dat is misschien ook de reden dat ik niet zo onder de indruk was van de eerste vijf nummers op de EP. Hoewel er duidelijk goede muzikale ideeën in terug te vinden zijn, missen ze een goede spanningsboog. Na de tweeenhalf a drie minuten die de nummers duren, blijf je achter met het gevoel: oh, was het dit al? Ik dacht dat er nog meer ging komen. De nummers zijn slechts incomplete muzikale trips. Wat achterblijft is een onaf en onbevredigend gevoel.

Horus in A

De afsluiter van de EP met de merkwaardige titel Horus in A neemt je wel mee op een dergelijke trip. Met een duur van ruim zestien minuten heeft het nummer daar ook de perfecte lengte voor. Na een intro dat ongeveer vijf minuten duurt, ontspint zich een luisterspel vol met arpeggio’s van jengelende orgeltjes en pads van analoge synths. Het geheel wordt opgestuwd door een simpel maar doeltreffend drumritme. Hiermee toont de Fransman aan dat hij niet alleen heeft begrepen hoe goede psychedeliche rock moet klinken, maar bovenal dat hij weet wat het moet doen met de luisteraar: het meevoeren in een trance. Volgende keer gewoon vijf nummers van een kwartier opnemen. Dan komt het vast wel goed met Turzi.

Muziek / Achtergrond
special: Bandjes, bandjes, bandjes en visitekaartjes

Nederland oogst op Noorderslag

Terwijl Groningen nog lang niet bekomen is van twee dagen Eurosonic, barst gelijk de volgende dag al het Noorderslag festival los in de Oosterpoort. De kaarten voor dit festival van de beste popmuziek uit Nederland zijn al weken van te voren uitverkocht.Noorderslag is niet de showcase voor relatief onbekende bands zoals Eurosonic dat is. De bands hebben in Nederland het afgelopen jaar al een zeer goede reputatie opgebouwd en Groningen laat de rijke oogst daarvan zien. En geoogst zal er worden: elke zaal zit bomvol publiek.

Noorderslag is ook wel beroemd/berucht om zijn status als netwerkwalhalla voor iedereen die iets met muziek te maken heeft. Een mooie gelegenheid voor alle partijen dus, om op één avond ver vooruit te kunnen komen in de ‘bizz’.

El Pino
El Pino

Bitter maar zoet

Een van de beste optredens van de avond komt uit Nieuwegein. En zeg je Nieuwegein, dan zeg je Spinvis, die het plaatsje eigenhandig op de kaart heeft weten te zetten. Erik de Jong heeft zijn bijzondere band weer bij zich, voorzien van xylofoon en harp. Het optreden verloopt van breekbaar klein tot boos rockend, maar alle liedjes worden zeer gekenmerkt door De Jong’s praatzang, die live diepzinnig en samenzweerderig klinkt, alsof hij stilletjes zijn geheimen probeert te delen met het publiek. De dromerige huis-tuin-en-keuken-filmpjes op de achtergrond doen de rest. Betoverend.

Nog meer Nederlandstalige songwritermuziek is te vinden in een ander zaaltje dat is ingericht als huiskamer met banken en schemerlampen. De cabareteske inktzwarte liederen van André Manuel lokken een heel eigen publiek. Het lijken fans van het eerste uur te zijn en ze zijn beschonken, zoals het een bij volmaakte André Manuel show hoort. Ze kramen willekeurige onzin naar de Tukker, waar hij op zijn beurt dan weer uiterst charmant, maar messcherp op reageert. Manuel zet een perfecte show neer: melancholisch, maar luchtig; breekbaar, maar zelfverzekerd; bitter, maar zoet.

De Jeugd van Tegenwoordig & zZz
De Jeugd van Tegenwoordig & zZz

On-Nederlands slecht

Op deze editie van Noorderslag valt het op dat Amsterdam wel erg goed vertegenwoordigd wordt door uiteenlopende acts. Je zou er bijna achterdochtig van worden. Zo geven de sleazemeesters van zZz een ouderwets goed potje spacerock weg, zoals alleen zij dat kunnen. In de zaal waar ze spelen, de ‘feelies disco’, komen ze jammer genoeg niet zo goed tot hun recht, want het is er niet donker en vies. Het is licht en het ruikt er lekker en dat draagt niet zo bij aan de zZz ervaring maar de show is klasse. De heren Daan van Schinkel en Bjørn Ottenheim mogen hun kunstje nog een keer doen vanavond, maar dan met De Jeugd van Tegenwoordig. Dat kun je gerust een combinatie noemen van de succesvolste bands van het afgelopen jaar. Het trekt hordes nieuwsgierig publiek, maar eigenlijk weet je al wel dat het te mooi is om waar te zijn. De show toont vijf gestoorden die ontsnapt zijn uit het gesticht. Bjørn draait, beroofd van zijn drumstel, gefocussed aan een knopje en blaast eens een rare noot op zijn melodica. Al even autistisch ramt Daan op zijn orgel, af en toe daarin bijgestaan dan wel gesaboteerd door zijn Amsterdamse collegae van de Jeugd. Het orgel zal de show niet overleven omdat de jongens er hun zogenaamde agressie op koelen. Je zit gewoon te kijken naar een stel debielen die de Jeugd van Tegenwoordig nadoen en dat klinkt allemaal niet zo best. On-Nederlands slecht eigenlijk.

Meer dan gewoon

Een ander Amsterdams bandje opereert geheel in de stijl van Green Lizard, onder de naam Skip the Rush. Hun muziek doet lichtelijk denken aan The Mars Volta, maar dan met Bloc Party-eske gitaarpartijen. Is zanger Jaap Warmenhoven gedrogeerd? Hij staat zo te schudden en hij trekt griezelig extatische grimassen. Maakt niet uit, het is gewoon een goed postpunkbandje en helemaal van deze tijd.

About
About

Meer dan ‘gewoon een goed bandje’ is About. Jong genie Rutger Hoedemakers en Marg van Eenbergen (van Seedling) verrassen met hun onnavolgbare electrobeats en breaks. Zo hysterisch als Zea en zo vrolijk als Voicst krijgt About het publiek met gemak aan het springen en dansen. Je zou het misschien wel mathpop kunnen noemen vanwege de ingewikkelde ritmes. Maar hoe je het ook wilt labelen, About is de ontdekking van Noorderslag en ze zouden wel eens heel groot kunnen gaan worden in Nederland volgend jaar.

Noorderslag wordt feestelijk afgesloten met nog een laatste bijdrage uit de hoofdstad: T-99. Hun blues, rockabilly, gospel en surf spreken een breed publiek aan. Jong en oud staan gebroederlijk door elkaar heen te dansen.

Romantische americana

Ook Rotterdam heeft een aantal juweeltjes afgevaardigd. Er is zelfs een artiest die geen noot speelt of zingt. Rufus K (een HuMobist) leest een column voor. Over muziek, dat dan weer wel. Hij vermaakt een handjevol mensen met zijn verhaal over hoe je een hit schrijft. Samenzweerderig deelt hij mee dat hij een geheimzinnig geheim gaat onthullen, maar na afloop voel je je bekocht. Niks geen geheim onthuld en het was niet eens grappig…

Bij de korte show van Elle Bandita kon er wel goed gelachen worden, maar bij El Pino en the volunteers is de sfeer van een heel andere orde. Van een romantische orde. Voormalig Wiseguy frontman doet tegenwoordig samen met zijn vrijwilligers aan americana, compleet met banjo en accordeon. Het klinkt als de soundtrack van een dromerige Amerikaanse roadmovie. Het is belegen muziek die jaren en jaren teruggrijpt in Amerikaanse folktradities, maar niks nieuws onder de zon? Wel, het is op zijn minst verrassend dat dit genre wordt afgestoft door een stel jonge kerels uit Rotterdam. Sympathiek.

Welnu, als je lekker veel bandjes hebt kunnen bewonderen en stapels visitekaartjes hebt uitgewisseld, zit er eigenlijk nog maar één ding op: de nachtkroegen van Groningen in!

De Popprijs werd op Noorderslag uitgereikt aan Within Temptation. Lees daar hier meer over.

Film / Films

Waanzinnige hartstocht

recensie: Juana la Loca

“You were born a princess and must accept it”. Met dit afscheid stuurt koningin Isabella I van Castilië in 1496 haar dochter Juana naar Vlaanderen om te trouwen met Philips de Schone. Een politieke ‘blind date’ die uiteindelijk de ondergang van Juana wordt.

~

Mooie Philips (Daniele Liotti) valt als een blok voor zijn nieuwe vrouw, en wil het huwelijk instant consumeren. Tussen de lakens blijkt ook Juana (Pilar López de Ayala) vol lust. Maar Philips, die gewend is aan een leven vol feesten, drank en jagen zoekt na hun erotische start al snel weer extra genot. Hij vult zijn jachthut met hofdames die hun tepels met henna verven. Zijn overspel doet Juana afglijden in een spiraal van jaloezie, smeekbedes en spionage. Haar indiscretie en temperament worden al snel uitgelegd als ‘loca’, gekte. Als Juana uiteindelijk tot koningin van Castilië wordt uitgeroepen beramen Philips en haar vader, Ferdinand II, een plan om de kroon over te nemen. Juana is woedend, haar emoties maken haar tot een wandelende tijdbom, die ontploft als Philips plotseling overlijdt op 28-jarige leeftijd. Ontroostbaar reist ze met zijn kist al rouwend half Spanje door. Ze zal de geschiedenis ingaan als ‘waanzinnig van liefde’.

Eigenzinnig

De Spaanse regisseur Vicente Aranda (Jealousy, The Naked Eye) komt na een langzame start goed op gang. De scènes aan het hof zijn sfeervol en erotisch getint. Aranda schildert Juana als een eigenzinnige vrouw af, een vrouw die haar eigen kinderen de borst geeft en de confrontatie met rivalen niet uit de weg gaat, zelfs met schaar en zwaard aangaat. Pilar López de Ayala haalt het onderste uit de kan en laat als Juana een breed scala aan emoties zien. Ze transformeert van meisje tot een verleidelijke vrouw (en moeder). Ze blijft zelfs overeind tegenover de geduchte en bloedmooie minnares Aixa, gespeeld door Manuela Arcuri. Ayala kreeg voor haar rol terecht een Spaanse Goya. Danielli Liotti hoeft dan ook niet veel meer te doen dan mooi en koninklijk te reageren.

Smakelijk als een soap

~

Juana’s transformatie tot obsessieve echtgenote heeft iets moderns door de nadruk op lust en jaloezie. De verschuiving naar de strijd om de troon aan het eind van de film komt hierbij niet helemaal uit de verf, maar de scène waarin Juana haar gram haalt bij het parlement maakt veel goed. De vraag blijft echter: Was Juana nu gek of niet? Kan ze gezien worden als een slachtoffer? Aranda benadert Juana’s vermeende
gekte vanuit hartstocht, maar laat het laatste oordeel hierover open. Al met al is dit historisch melodrama even smakelijk als een hedendaagse soap, met de nodige oorlog in de politieke arena en de slaapkamer.

Film / Films

Unheimlich buitenbeentje

recensie: The Kingdom I & II (special edition)

Een Zweedse topchirurg lucht in een wc-pot zijn woede over ‘het Deense tuig’ dat hem omringt, waarna hij zijn excrementen nazwaait; een door de duivel verwekte baby die ernstig misvormd is weet zich staande te houden tegenover de verlokkingen van het kwaad; een man wordt vergiftigd en verandert in een zombie; een spiritiste simuleert ziektes om maar in het ziekenhuis te kunnen blijven. De aartsprovocateur Lars von Trier pakt met zijn achtdelige tv-serie The Kingdom (Riget) groots uit.

Onlangs zijn de eerste twee seizoenen van de The Kingdom op dvd verschenen; een derde seizoen werd wel gepland maar nooit gemaakt. The Kingdom is een eigenzinnige soapopera waarin een van de grootste en oudste ziekenhuizen van Denemarken centraal staat: het Rigshospital in Kopenhagen. Vanwege de eigenaardige vermenging van het rationele en het occulte, van het bedachtzame en het waanzinnige die op dat soort plaatsen ontstaat vormt dit ziekenhuis de ideale setting voor een heuse ghost story vol drama, zwarte humor en bizarre verhaallijnen.

Filmische essays

Lars Von Trier
Lars Von Trier

Met The Kingdom, waarvan het eerste seizoen in 1994 uitkwam, had Von Trier voor het eerst echt succes in eigen land. Zijn eerdere werk dat in het buitenland (vooral Frankrijk) enthousiast werd ontvangen, kon men in Denemarken nauwelijks waarderen. Dit werd ongetwijfeld veroorzaakt door het ontoegankelijke karakter van Von Triers films en door zijn vele provocaties (zoals zijn sneer naar jurylid Polanski die in het Cannes van 1991 volstrekt niet in goede aarde viel). Vroege films als The Element of Crime en Europa zijn eerder filmische essays dan realistische representaties. Ze zijn veelal abstract, experimenteel en gestileerd van aard. De tv-serie The Kingdom vormt een relatieve uitzondering op deze regel, wat waarschijnlijk ook het succes ervan verklaart.

The Kingdom is zodoende een buitenbeentje in het oeuvre van Von Trier. Hoewel het verhaal grotendeels draait om de rondspokende geest van een dood meisje dat geen rust kan vinden, is het een van zijn meest realistisch gefilmde projecten. Hij noemt het zelf in het bijgevoegde audiocommentaar dan ook wel een semi-documentaire – zo zijn de beelden van operaties allemaal echt. De bizarre gebeurtenissen worden bijna terloops in de serie geïntroduceerd. Ondertussen blijven de personages gewone mensen die naast de bovennatuurlijke shit met hun eigen problemen worstelen.

Bovennatuurlijke verklaring

~

De schijnbare eindeloosheid van het ziekenhuis in The Kingdom heeft veel weg van de eindeloze hotelgangen uit Kubricks The Shining. Von Trier, die een groot liefhebber van Kubrick heet te zijn, heeft zich hier ongetwijfeld door laten inspireren. Terwijl je in The Shining echter voortdurend twijfelt tussen een natuurlijke en een bovennatuurlijk verklaring voor de gebeurtenissen, word je in The Kingdom (met name in het tweede seizoen) al gauw gedwongen om je toevlucht te nemen tot een bovennatuurlijke verklaring. Dat is dan ook een van de belangrijkste minpunten van de serie. Het bovennatuurlijke wordt meer dan een suggestie en verliest daardoor een deel van haar mysterie en wordt minder verontrustend. Dit wordt echter ruimschoots goedgemaakt door de onderkoelde zwarte humor en de satirische ondertoon die hun hoogtepunt vinden in het ironische commentaar waarmee Von Trier zelf elke aflevering eindigt.

Voodoogif

Hoewel Von Trier alom bekend staat als een control freak van het zuiverste water is zijn regie in The Kingdom heel losjes. Terwijl hij bij eerder films zoals Europa rigoureus gebruik maakt van het storyboard en alles vooraf plant, wordt er in The Kingdom veel geïmproviseerd en hebben de acteurs een grote mate van vrijheid. Zoals vrijwel altijd in Deense filmproducties is het acteerwerk uitstekend. Vooral Ernst-Hugo Järegård valt op als de Zweedse hersenchirurg dr. Helmer die heilig gelooft in de wetenschap, maar ondertussen wel naar Haïti afreist om één of ander voodoogif te bemachtigen. Ook Kirsten Rolffes weet te overtuigen als de fanatieke spiritiste Sigrid Drusse, en Udo Kier speelt een fenomenale dubbelrol als de duivelse Aage Kruger en diens verminkte bastaardzoon.

~

In enkele gewaagde, maar goed gelukte scènes laat Von Trier telkens twee afwassers met het syndroom van Down aan het woord, die in de kelder hun monotone werk verrichten. Zij vormen het sprekende koor (zoals in de Griekse tragedies) dat commentaar geeft op de gebeurtenissen in het Rigshospital en meer van de situatie begrijpt dan de geleerde doktoren, die zich van hun bestaan niet eens bewust zijn. Het vuil van de afwas wordt een soort metafoor voor de gruwelijke mysteries die zich in het ziekenhuis afspelen, het is alsof ze uit die afwas de toestand van het ziekenhuis af kunnen lezen.

Deense Twin Peaks?

The Kingdom wordt vaak omschreven als het Deense antwoord op David Lynch’ Twin Peaks. Alhoewel de vergelijking met Twin Peaks in eerste instantie voor de hand lijkt te liggen, blijkt ze bij nadere beschouwing enigszins uit de lucht gegrepen te zijn. De vergelijking komt eerder voort uit een classificatieprobleem dan uit daadwerkelijke overeenkomsten. De artistieke stijl van Lynch verschilt radicaal van die van Von Trier. Zo ontbreekt de visuele flair van Twin Peaks volledig in The Kingdom (dat bewust in een gedempte, sepiakleurige waas gedrenkt is). Ook van de grotesk aangezette lichaamsrepresentatie die in Twin Peaks een grote rol speelt is geen sprake. Ga zo maar door. Dat beide series desondanks toch met elkaar vergeleken worden komt vooral doordat ze zo verschillen van andere tv-series en dat ze allebei gekenmerkt worden door unheimliche en bizarre elementen die een tragikomische ondertoon hebben.

~

Naar verluidt is The Kingdom deels gebaseerd op een aantal verhalen uit de geschiedenis van het in 1910 gestichte Rigshospital (letterlijk: Rijksziekenhuis) waar de serie zich ook afspeelt. Het ziekenhuis schijnt een rijke folklore te kennen vol bizarre wetenschappelijke experimenten met een occult randje. Zo kwam rond het verschijnen van het eerste deel van de serie naar buiten dat een bewaker mensen entree liet betalen om de lijken in het pathologisch laboratorium van het Rigshospital te mogen bekijken. Von Trier vertelt in het audiocommentaar dat sommige verhalen zo absurd waren dat ze niet gebruikt konden worden zonder de geloofwaardigheid van de serie aan te tasten. Om de serie zelf hangt ondertussen ook een mysterieus luchtje. Er gaan verhalen dat de lift in het Zentropa gebouw (de filmstudio van Von Trier) op eigen kracht heen en weer ging en vlak voor de première van de serie werd er in park vlakbij het Rigshospital een stel bevroren benen gevonden.

Extra’s:

– Achter de schermen

– Commentaar van de regisseur e.a. op een aantal scenes

The Shiver, music video & bloopers

– Documentaire In Lars von Trier’s Kingdom