Film / Films

Stropdassen en Brylcreem

recensie: Good Night, and Good Luck.

.

~

Hoewel hij al in 1965 overleed, is Murrow nog steeds beroemd in de VS (scholen, onderscheidingen en symposia zijn naar hem genoemd). Als presentator van het CBS-nieuwsprogramma ‘See It Now’ kwam Murrow in de jaren vijftig succesvol in opstand tegen de communistenjager Joseph McCarthy. Dit is de episode waar regisseur George Clooney zich in Good Night, and Good Luck. (vernoemd naar de zin waarmee Murrow zijn programma altijd afsloot) op concentreert. Het is duidelijk dat Clooney, zelf trouwens de zoon van een nieuwslezer en een bewonderaar van Murrow, met deze film een lans wil breken voor de tv-journalistiek van vroeger, die de kijker aanzette om zelf een mening te vormen. Hiermee levert hij indirect kritiek op de jounalistiek van nu.

Red Scare

In de vroege jaren vijftig beheerst in Amerika de ‘Red Scare’, de vrees voor communistische spionnen, het publieke debat. Senator McCarthy heeft met zijn onorthodoxe werkwijze al heel wat mensen van ‘on-Amerikaanse activiteiten’ kunnen beschuldigen en wordt alom gevreesd. Murrow (gespeeld door David Strathairn) is tijdens de Tweede Wereldoorlog bij het grote publiek bekend geworden om zijn radioreportages en werkt sinds enkele jaren voor het nieuwe medium televisie. Zijn oog valt op een krantenartikel over een zekere Milo Radulovich, die zonder vorm van proces uit het leger wordt ontslagen omdat hij ‘staatsgevaarlijk’ zou zijn. Murrow komt erachter dat de man het slachtoffer is geworden van McCarthy’s heksenjacht op communisten. De senator blijkt het hierbij niet zo nauw te nemen met de burgerrechten. Murrow besluit McCarthy via zijn tv-programma publiekelijk terecht te wijzen, hoewel hij beseft dat hij dan zelf ook zal worden aangevallen.

Nostalgie

~

Good Night, and Good Luck. lijkt rechtstreeks uit de jaren vijftig te komen. De film is geheel in zwart-wit opgenomen en wordt gedomineerd door -in onze ogen prehistorische- tv-studio’s en mannen met stropdassen en Brylcreem. De gehele film is gericht op een echte en betrouwbare weergave van de geschiedenis. De meeste reporters en andere personages uit de film hebben echt bestaan. Deze authenticiteit is de kracht, maar tegelijk ook de zwakte van de film. Deze helden uit de jaren vijftig zullen immers niet bij iedereen een belletje doen rinkelen. De pleidooien voor burgerrechten en objectiviteit die Murrow in zijn programma afsteekt, zouden het hoogtepunt van de film moeten zijn. Maar het is juist de letterlijke, waarheidsgetrouwe interpretatie van de feiten die de overtuigingskracht van deze scènes om zeep helpt.

Hoewel het lijkt alsof Clooney met deze film niet zomaar een historisch document wilde maken, maar ook een kritische geluid over de hedendaagse journalistiek wilde laten horen, blijft de film toch teveel in het verleden hangen. De boodschap die Clooney in Good Night, and Good Luck. wil overbrengen vraagt van de kijker wel erg veel basiskennis en goede wil. Het lijkt alsof Clooney als regisseur (overigens speelt hij hier net als in zijn regiedebuut Confessions Of A Dangerous Mind ook een kleine rol) zijn persoonlijke voorkeuren iets te ver heeft doorgevoerd.

Boeken / Fictie

Het gaat slecht met Arion

recensie: Frank Martinus Arion - De Deserteurs

Frank Martinus Arion heeft een geweldig goed boek geschreven. Dat boek, Dubbelspel, stamt echter uit 1973 en het valt te verwachten dat een auteur in de jaren die tussen die tijd en het heden liggen, nog iets probeert te schrijven. Dat heeft Arion dan ook gedaan: drie romans en een verhalenbundel. In die tijd is Arion op Curaçao uitgegroeid tot een fenomeen.

Hij heeft onder andere in 1987 de eerste volledig Papiamentstalige basisschool opgericht en hij maakt zich sterk voor het Papiaments als instructietaal in het onderwijs op de benedenwindse eilanden. Daarnaast geniet hij een behoorlijk aanzien als zo’n beetje de verpersoonlijking van de Antilliaanse literatuur.

Belachelijk

~

Maar de laatste tijd lijkt het met Arion niet zo goed te gaan. Ten eerste ligt het idee van onderwijs in het Papiaments al een tijdje onder vuur. Ten tweede heeft Arion zich nog niet zo lang geleden behoorlijk belachelijk gemaakt in de Curaçaose media door te stellen dat Nederland zo’n zes miljard euro aan slavernijschuld zou moeten aflossen, het liefst in investeringen in het onderwijs, waarna Curaçao onafhankelijk kan worden. De details van de hele discussie zijn beter geschikt voor een ander artikel, maar Arions plan wordt van alle kanten gelaakt en gekraakt.

Aan zijn idealen over onderwijs wordt gerammeld, zijn opvatting over de slavernijschuld wordt belachelijk gemaakt en dan is er ook nog zijn nieuwe boek: De deserteurs. Over dat boek hebben de Curaçaose media hun mening nog niet gegeven. Waarschijnlijk maar goed ook. De deserteurs kunnen we maar beter snel vergeten.

Staafmixer

Het boek gaat over vier vrienden die elkaar leren kennen in Philadelphia, waar de Amerikaanse onafhankelijkheid wordt voorbereid. Eén is een Quaker, de tweede komt uit Barbados, de derde komt uit China en de vierde is een gevluchte slaaf die in Afrika prins en troonopvolger was. Gezamenlijk filosoferen ze wat over de mogelijkheden die de op handen zijnde onafhankelijkheidsverklaring hun en de rest van de wereld biedt, maar het is zo slap opgeschreven dat je er kregel van wordt.

Door de onafhankelijkheidsverklaring kwam John tot de conclusie dat Amerikanen, met uitzondering van de quakers, geen mensen waren die anderen gunden wat ze voor zichzelf vroegen. Vrijheid bijvoorbeeld. Hij vond het jammer dat hij zijn studie theologie voor rechten en geschiedenis had ingewisseld. Het werd hem steeds duidelijker dat recht niet kon bestaan zonder een theologische of filosofische moraal. Een recht zonder moreel fundament wordt een dictatuur met regels om de burgers zo efficiënt mogelijk alle recht te ontzeggen.

De deserteurs leest als een lesje wereld- en levensbeschouwing waar een staafmixer overheen is gegaan. Wat overblijft is een homogene, smakeloze massa. De vier verschillende vrienden en hun verschillende opvattingen zijn wandelende cliché’s, maar erger is het nog dat ze het telkens op haast stuitende wijze met elkaar eens zijn, zodat er in het hele geneuzel geen sprankje vuur is te ontdekken.

Als de vier tot hun grote verontwaardiging worden geronseld om dienst te doen op een schip dat de Onafhankelijkheid gaat bevechten, lijkt het er even op dat het verhaal eindelijk vaart zal krijgen, zodat die vier musketiers eindelijk eens wat gaan doen in plaats van minzaam naar elkander knikkebollen. Maar vechten doen ze niet, want de Onafhankelijkheid is een product van ‘de Rede’ en Quakers zijn tegen geweld. Uiteindelijk komen de vier terecht op St. Eustatius en St. Kitts, zodat Arion er toch nog een beetje een Caribische thuiswedstrijd van kan maken. Ook dit voegt echter niets toe aan de jammerlijke stranding van een aardig idee waar helaas geen enkel sprankje enthousiasme aan is toegevoegd.

Er gebeurt hoegenaamd niets in De deserteurs en voor Arion is dit dus binnen korte tijd zijn derde idee dat jammerlijk sneuvelt. Het boek is zo tergend oninteressant en literatuurloos dat het fiasco ervan echter niet alleen Arion aan te wrijven is. Waar was de redacteur van De Bezige Bij toen besloten werd dat De deserteurs gedrukt mocht worden?

Muziek / Concert

Big Star zet de tijd stil

recensie: Big Star

Tijdens de overstroming vorig jaar in New Orleans was rocklegende Alex Chilton even vermist. Zou hij dan eindelijk definitief kopje onder zijn gegaan? Het zou karakteristiek zijn gezien Chiltons eeuwige strijd tegen de stroom in zonder ooit het gewenste succes te bereiken. Gelukkig kwam hij, als leading man van Big Star, gisteravond in Tivoli weer boven water. Samen met drummer van het eerste uur Jody Stephens en de twee Posies Jonathan Auer en Ken Stringfellow gaf Chilton een tijdloze show weg.

~

Big Star blies begin jaren zeventig de rinkelende Byrds-gitaren en vocale harmonieën nieuwe rock ’n roll zuurstof in. Met complexe en gelaagde muziek die gedreven werd door een ferme dosis rock was ze de voorloper van de ‘Powerpop’. Hoewel de muziek commercieel flopte zijn bands als The Posies en The Replacements altijd openlijk schatplichtig geweest aan Big Star. Dit is dan ook de reden dat Big Star zich in 1993 herformeerde (met de twee Posies) tot de huidige bezetting die zo nu en dan optreedt.

Wijntje

Als jongetje van zeventien had Chilton met The Box Tops zijn enige grote succes The Letter: de swingende zomerhit van 1967. Inmiddels is hij een vanuit de kruin kalende vijftiger geworden met de broek iets te hoog opgetrokken, tussen de nummers door kalm nippend aan zijn glaasje rode wijn. Zijn vingervlugheid liet af en toe te wensen over en als een verstrooide oude man prutste hij met zijn capo. Bovendien rommelde Chilton zich regelmatig zonder enige gene en met guitige blik door het einde van een gitaarsolo heen: hij wist dat hij het zich kon permitteren.

De mooiste nummers van Big Star hebben een melancholieke verzetshouding die meer onzekerheid dan recalcitrante jeugdigheid suggereren. Zo zingt Chilton in Thirteen zijn rebelse zinnen met de schuchterheid van een puber: “Won’t you tell your dad, ‘Get off my back’ / Tell him what we said ‘bout ‘Paint It Black’ / Rock ’n Roll is here to stay / Come inside where it’s okay / And I’ll shake you.”

~

De set in Tivoli werd gedomineerd door muziek van de eerste twee albums #1 Record en Radio City. Live bleek hoe klassiek hun kleine, onbekende oeuvre eigenlijk is. Hoewel de originele band slechts van 1972 tot 1974 bestond, zijn alleen de nummers van die twee platen al een avondvullend programma.

Tijdloos

Big Star trapte direct de deur naar het verleden in met de gierende rock van #1 Record: In the Street, Don’t Lie to Me, When My Baby’s beside Me. Het zijn niet de nummers met de meest tot de verbeelding sprekende teksten, maar ze hebben een ongekend energieke vreugde. Ook hun vorig jaar verschenen plaat In Space kwam aan bod en nummers als Mine exclusively en Hung up with Summer bleken uitstekend in het Big Star-idioom te passen. Toen Chilton uiteindelijk het iconische September Gurls inzette was de avond eigenlijk al geslaagd.

Ook de andere bandleden hadden een ruim aandeel in de vocalen. Zo zong bassist Stringfellow Daisy Glaze met een intensiteit die het origineel overtrof. Alleen Stephens bleek op zijn oude dag een beetje kortademig geworden. Niet dat het iets uit maakte: de muziek sprankelde de hele avond. Met een sobere uitvoering van Big Black Car (Nothing can hurt me / Nothing can touch me / Why should I care / Driving’s a gas / It ain’t gonna last) kreeg je zelfs wat gevoel voor het deprimerende Sister Lovers. Van dit eigenaardige derde album speelden ze ook nog het sarcastische Thank you Friends. In dit geval bedoeld als geste aan het publiek. Chilton deed het met een grijns, zoals die de hele avond op zijn gezicht stond gebeiteld. Twee keer moesten ze terugkomen op de planken, twee keer wees Chilton op zijn horloge dat het tijd was. Voor deze tijdloze band is het echter nooit te laat.

Boeken / Fictie

Een pandemonium aan gebeurtenissen

recensie: Reus

Na Verbeke’s uitzonderlijk succesvolle debuut in 2003 (Slaap!), dat overladen werd met positieve recensies, was het een gespannen wachten op haar tweede roman dat eenzelfde pakkende titel meekreeg: Reus. Verbeke (1976) studeerde Germaanse Taal en Letterkunde en won met haar debuut onder andere de Vrouw & Kultuur debuutprijs en Het Gouden Ezelsoor. De rechten van Slaap! zijn inmiddels aan veertien landen verkocht. Naast haar romans schrijft ze onder meer scenario’s, journalistieke artikels en filmrecensies, bovendien heeft ze een vaste column in het maandblad Deng.

Reus vertelt het verhaal van de zussen Hannah en Kim. Beiden zijn rond de dertig, beiden hebben ze een man met de naam Wim. Daarnaast verdienen allebei de zussen de kost met moreel dubieuze beroepen: Kim verkoopt vakantiehuisjes die nauwelijks in orde zijn, Hannah is redactrice bij een blad met de titel !!!. Hierin verzorgt ze de rubriek Freaks, die mensen met een ‘bijzonder’ verhaal in de schijnwerpers zet. Hun moeder heeft na een zelfmoordpoging het hazenpad verkozen en sindsdien wensen de zussen haar elk jaar op dezelfde dag dood. Hun vader verving zijn vrouw direct voor een rits anderen. Voor de rubriek Freaks ontmoet Hannah Veronique, een vrouw die als gevolg van borstkanker haar beide borsten heeft verloren en de behoefte voelt deze littekens te tonen in een fotoreportage. Hannah raakt geïntrigeerd door Veronique, steelt haar jeugdfoto’s en terwijl ze deze bekijkt lijkt het alsof hun verleden inwisselbaar wordt.

~

Veronique krijgt spijt van haar exhibitionisme en vraagt Hannah de reportage niet te publiceren. De hoofdredactie zorgt er echter voor dat het stuk toch geplaatst wordt en Veronique zweert wraak. Hannah raakt ondertussen meer en meer door haar geobsedeerd. Kim op haar beurt laat haar zus weten dat ze een verhouding heeft met een getrouwde man. In een wild en caleidoscopisch vervolg verandert de tijdschriftrubriek van Hannah in een televisieprogramma, schiet Veronique de hand van Hannah aan diggelen, blijkt Kim zwanger van haar minnaar, begrijpen de beide Wims er niets meer van en besluiten de zussen dat het tijd is te vertrekken. In Australië gaan hun wonderlijke avonturen verder. Een inheemse vrouwenstam, hallucinaties en dromen, een e-mail correspondentie met een vreemdeling, een verloren gewaande moeder, witte beestjes en een reus trekken aan de lezer voorbij in een sneltreinvaart. Fantasie en werkelijkheid, rede en waanzin wisselen elkaar in rap tempo af.

Belgisch Magisch-Realisme

Vooral dit laatste kon men reeds proeven in Verbeke’s debuut waarin een jonge vrouw de slaap niet kan vatten. Ook in Slaap! wordt gespeeld met de grens tussen werkelijkheid en fantasie, maar deze heeft een wat vastere, geloofwaardigere basis omdat de auteur het verbindt met een schimmige bewustzijnstoestand als gevolg van ernstig slaapgebrek. Verbeke’s stijl wordt mede vanwege dit spel van fantasie versus werkelijkheid ook wel magisch-realistisch genoemd, maar wie daarbij bijvoorbeeld denkt aan een Gabriel Garcia Marquez of een Rushdie komt bedrogen uit. Om magisch-realistisch te kunnen schrijven moet men nu eenmaal van goeden huize komen, het is een stijl die een auteur makkelijk kan laten vastlopen in zijn eigen verhaal. Reus doet nog het meeste denken aan een droom die langzaam verandert in een nachtmerrie. Compleet met surrealistische elementen, mythische aspecten en donkere magie. Een nachtmerrie waar geen zinnig touw meer aan vast te knopen is, waarvan je met je armen gaat zwaaien in de hoop wakker te worden.

Teveel ambitie

Warrig en op momenten op het clichématige af (ik noem het einde; een hoopvolle geboorte), lijkt het alsof Verbeke teveel heeft willen aanroeren met deze roman. Met als gevolg dat het boek overloopt van (on)zin. In een interview met BOEK legt Verbeke uit:

Reus is mijn kritiek op doorgedreven individualisme. Ondanks dat ik een ongelooflijke “einzelganger” ben, weet ik dat de enige manier om gelukkig te worden met iemand (of een paar mensen) samen is. In wat vagere vorm lever ik kritiek op het grote gelijk van het Westen. In het boek is de moeder van Hannah en Kim met haar volledig verstoorde en op egoïsme gebaseerde Westerse geest naar Australië gegaan, om de locals daar even te vertellen hoe het allemaal moet in het leven.

Mocht dit de grote boodschap achter de roman zijn, dan is dit niet de meest voor de hand liggende. Veel meer roept het boek vragen op over de twee hoofdpersonages. Ondanks alles blijven deze ongeloofwaardig. Ze zijn labiel en vechten tegen betekenisloosheid, ontberen de diepte waarnaar ze op zoek zijn en blijven vlak. Dit in tegenstelling tot Slaap! waarin de hoofdpersoon, hoewel verward, begrijpelijk was en de chaos constructief.

Hoop op de toekomst

Grote redding van Reus is Verbeke’s manier van schrijven. Een enkele stilistische uitglijder daargelaten, zijn haar zinnen beeldend en origineel: “Als men de wereld tussen ons uit zou trekken, zouden onze voetzolen elkaar raken. Ver lijkt steeds dichter, dicht steeds verder.” En ook: “We doorkruisten de meest uitgestrekte eenzaamheid die ik ooit had gezien.” Dit maakt dat men voorzichtig uitkijkt naar een derde boek. Het is in ieder geval dankzij haar schrijfstijl dat deze roman niet verandert van een Reus in een Draak.

Theater / Achtergrond
special: Leids Cabaret Festival

Charmante Samba verovert alle harten

Er zijn tal van cabaretfestivals in Nederland, maar er zijn weinig festivals zo gewichtig als het Leids Cabaret Festival. Het is beroemd om de sterren die de finales wonnen: denk aan Sanne Wallis de Vries, Najib Amhali of Kees Torn. Dit evenement winnen is bijna gegarandeerd een ticket to fame. Best wel een goede start van je carrière dus, als je het wil maken in dit land. Deze editie van het Leids Cabaret Festival had een duidelijke winnaar, waar we ongetwijfeld meer van zullen gaan horen.

~

Een week lang was er in Leiden een felle strijd gaande tussen de deelnemers van het 28e Leids Cabaret Festival. Na twee voorrondes en de halve finale gingen uiteindelijk drie cabaretiers van de nieuwe lichting door naar de finale: Willemijn Smeets, Ralph Sigmond en Samba Schutte. Zij toonden die avond het beste van wat ze in huis hebben, want er staat veel op het spel. Van wie zal Nederland de komende jaren nog veel gaan horen en zien? Die vraag was zowel voor de jury als voor het publiek niet moeilijk te beantwoorden. Met een overweldigende meerderheid koos men voor Samba Schutte.

Grappig zijn

Willemijn Smeets is een gezonde Hollandse meid om te zien. Blakend, brede lach. Toch heb je meteen door dat het niet altijd even goed met haar gaat. Helemaal niet eigenlijk. Dat is het thema van Sirenenzang, het programma waarmee ze tijdens de finale in de Leidse schouwburg optreedt. Opvallend is haar krachtige, heldere stem, begeleid door Rogier Telderman op piano. Maar echt grappig zijn is niet haar sterkste kant. Nee, ze moet het hebben van haar muzikale kwaliteiten. En of je enkel daarmee het Leids Cabaret Festival wint?

Vooraan in de file

Ralph Sigmond speelt vervolgens ook een treurig typetje: de sneue werkloze. In tegenstelling tot Willemijn komt Ralph wel voor zijn ellende uit. Zijn lege flessenmuseum staat symbool voor de leegte van zijn leven. Maar het wordt pas echt grappig als hij op zijn knieën valt en opbiecht hoe triest zijn leven wel niet is: “uit mijn neus eten is een culinaire delicatesse, ik geef antwoord op retorische vragen, in de file sta ik altijd vooraan”, en meer van dit soort gênante eigenaardigheden. Toch is hij geen pessimist. Zijn kaalheid is volgens hem een teken van een hoog testosterongehalte, en dus van seksuele macht. Ook zijn vrolijke liedje over maandenlang dood in de gang van je huis liggen is weliswaar zorgelijk, maar het loopt gelukkig goed af. Ralphs typetje is vermakelijk, maar de sneuheid ligt er soms net iets te dik bovenop, waardoor je het na een paar minuten wel gezien hebt.

Djembé

Laatste kandidaat van de avond is Samba Schutte. Zijn show is meer autobiografisch en draagt dan ook de titel: Kun Min Woni An. Excuseer? Dat is Mauretaans voor “Dit is wie ik ben”. Samba is half Afrikaans, half Nederlands. De verwarrende situaties die dit oplevert in nieuwe sociale contacten beschrijft hij met humor. Zowel in Nederland als in Mauritanië levert dit pijnlijke, maar grappige gesprekken op. De rode draad in zijn optreden is de djembé. Hij ziet het instrument als een symbool voor zijn persoonlijkheid: gemaakt van verschillende elementen, die het best gedijen in een milieu dat niet te nat en niet te droog is, niet te koud en niet te warm. Pas als de djembé “een beetje van alles” heeft, klinkt hij op zijn best. En zo is het ook met Samba.

De verschillende elementen waaruit zijn show is opgebouwd blijkt hij goed te beheersen. Zijn djembéspel is opzwepend en zijn Afrikaanse dans is soepel en energiek. Hij beheerst zowel luchtige scènes die oprecht grappig zijn, als intieme serieuze scènes, die al even oprecht ontroeren. Tussen neus en lippen door stipt hij politieke en religieuze onderwerpen aan, zonder gevoelige zielen te kwetsen. Kortom, een waar charmeoffensief van een bijzondere exotische man. Enig puntje van kritiek: zijn show had wel iets brutaler mogen zijn. Het was allemaal wat aan de veilige kant. Het heeft hem echter geen windeieren gelegd: hij was volgens de jury de beste van de drie. Knap werk.

Stemmen tellen

Maar ook het publiek had een stem. Wie kozen zij? Het was nog een hele klus om alle stembriefjes te verzamelen en te tellen. In de tussentijd werd het publiek vermaakt met een spetterend optreden van het human beatbox-kwartet Off the record uit België. Razend knap hoe deze vier mannen volledige hiphop-, reggae- en R&Bnummers aan hun stembanden weten te ontlokken, met enkel hun microfoons en vier manshoge versterkers. Ze brengen het allemaal met flink wat humor en ze swingen de pan uit. Ergens wel jammer dat de stoelen niet aan de kant konden.

Inspiratie en ambitie

Als de stemmen zijn geteld is ook de uitkomst van de publieksprijs niet verrassend: wederom Samba Schutte. Het levert hem een keukentrappetje op, of zoals presentator Gert-Jan Dröge het zo mooi verwoordt: een ‘stairway to fame’. Tijd voor een klein interview met het nieuwe talent van Nederland.

Hoe lang ben je bezig geweest met de voorbereidingen van deze show?
“Ik ben in november vorig jaar begonnen. De aanleiding was het stukgaan van mijn djembé. Ik had net een nieuwe gekocht, maar door de weersomstandigheden barstte hij. Het voorval inspireerde me tot het maken van Kun Min Woni An.”
Waarom wilde je aan het Leids Cabaret Festival meedoen?
“Ik heb al vier jaar ervaring opgedaan in de stand-up wereld. Ook ben ik theatermaker. Maar ik heb grote ambities. Deze wil ik waarmaken.”
Had je verwacht dat je eerste zou worden?
“Nee, niet echt. Ik had wel zeer gehoopt op de publieksprijs. Ik bedoel, daar doe je het toch voor; het publiek moet het uiteindelijk goed vinden.”
Meestal worden winnaars van dit festival later erg succesvol in de cabaretwereld. Rust er nu niet een zware last op je schouders?
“Helemaal niet! Dat is precies wat ik wil. Mijn ambitie is een goedlopende onemanshow.”
Waar kan men binnenkort meer zien van Samba Schutte?
“Dat is mijn afstudeervoorstelling op de HKU in Utrecht. De voorstelling vindt plaats in juni en gaat over Afrikaanse immigranten die aankomen op het vasteland van Europa.”
Wie of wat is je grootste inspiratie?
“Najib Amhali omdat hij zo’n goede verteller is. En Jurgen Rayman, omdat hij zo’n entertainer is. Hij is een echte mensenman.”

Aldus Samba Schutte, een nieuw talent om in de gaten te houden. Want voor je het weet staat hij al voor uitverkochte zalen, en loop je hem nog mis.

Boeken / Achtergrond
special: Een interview met Pieter Waterdrinker

‘Er deugt iets niet in Nederland.’

Naar aanleiding van zijn roman Duitse bruiloft stelde 8WEEKLY de schrijver/journalist Pieter Waterdrinker enkele vragen over dit onderhoudende boek. Waterdrinker heeft inmiddels vijf boeken gepubliceerd. Dat dit niet altijd het felbegeerde succes oplevert, bleek al snel. Zeker van zijn thuisland Nederland had Waterdrinker wel iets meer verwacht.

Duitse bruiloft lijkt voor een deel geïnspireerd op Waterdrinkers jeugd, die zich voornamelijk afspeelde in Hotel Zomerlust in Zandvoort. Je vraagt je als lezer meteen af in hoeverre de eigen jeugd van Waterdrinker daadwerkelijk een rol heeft gespeeld in het ontstaan van dit boek. Waterdrinker put naar eigen zeggen inderdaad ruim uit zijn verleden in zijn romans. Daarentegen heeft hij naar eigen zeggen nog nooit een scène geschreven die precies zo in de werkelijkheid heeft plaatsgehad. Maar, vraagt hij zich af, wat is die werkelijkheid nu eigenlijk? “Zonder een miljoen voetnoten is dat een volstrekt leeg begrip.”

Pieter Waterdrinker. Foto: Lies Schut
Pieter Waterdrinker. Foto: Lies Schut

“Maar ik ben inderdaad opgegroeid in een hotel aan de Hollandse kust, een bedrijf dat mijn grootvader – Pieter Waterdrinker – vlak na de oorlog is begonnen, toen de eerste Duitsers alweer terugkwamen om in Holland vakantie te vieren, een gegeven dat ik voor Duitse bruiloft heb gebruikt. Mijn vader zat toen als kok op de grote vaart. Montevideo, Tenerife, Buenos Aires, dat soort werk. Hij werd verliefd op mijn moeder en zo begon hij met mijn grootvader en diens zonen eind jaren vijftig met hart en ziel het familiehotel, dat vijfendertig jaar later zou worden gesloopt. Ik ben opgegroeid gedurende de bloeiperiode van het hotel in de jaren zeventig, en heb daarna het langzame verval van zowel het gebouw als mijn geliefde familie meegemaakt. Ze waren te goed voor deze wereld, het waren eigenlijk geen zakenmensen. En dat heeft hen genekt.”

Quatsch?

In een ander interview gaf Waterdrinker aan dat Duitse bruiloft ook een soort monument zou moeten worden. Wanneer we hem vragen of hij denkt dat dit hem gelukt is, stuiten we op een zekere onvrede met de huidige kritieken op zijn werk in Nederland:

“Of een schrijver met zijn werk ergens in is geslaagd, moet men een schrijver natuurlijk nooit vragen. Zeker niet aan een auteur als ik, die, God mag weten waarom, in Nederland nogal omstreden is. Het buitenland is aanmerkelijk liever voor mij, niet in de laatste plaats Rusland, het land waar ik alweer zoveel jaren woon.”

Al voor het voltooien van Duitse bruiloft had men in Duitsland de rechten reeds gekocht. Niet lang daarna volgde Engeland. Elders in Europa stelt men zich afwachtender op. “Maar wat zeggen de genieën van NRC Handelsblad? Dat mijn boek – ik citeer- ‘pure Quatsch’ is. Dan zeg ik: er deugt iets niet in Nederland. Of er deugt iets niet in Duitsland of Engeland. In ieder geval deugt er ergens iets niet. Iets kan geslaagd zijn of minder geslaagd, maar is niet zomaar pure onzin. Weet u wat dat is? Dat is demagogie. Er zijn zeer slechte mensen in deze wereld.”
Het lijkt er volgens Waterdrinker op dat er steeds iets of iemand tussen hem en zijn potentiële lezers in gaat staan. “Dan weer een rechter die mij van alles beschuldigde, dan weer een malicieuze recensent, dan weer iets anders. Dat frustreert mij, want ik schrijf panoramische, toegankelijke en menselijke boeken. Films voor de geest.”

Trotse moeder

Gelukkig is niet iedereen ontevreden over het boek: “Mijn moeder was, zoals iedere moeder, de liefste vrouw ter wereld. En moeders zijn altijd trots, daar zijn het moeders voor. Ik heb de laatste bladzijden van Duitse bruiloft min of meer aan haar ziekbed geschreven, zoals ik dat twee jaar eerder deed met Een Hollandse romance, toen mijn vader dodelijk ziek was. Ik heb me nog nooit zo’n slecht mens gevoeld als toen. Voorzover ik weet heb ik geen kinderen – al sluit ik dat niet uit -, maar ik weet wel één ding: dat ik getracht heb een goede zoon te zijn. De beste zoon op aarde. Dat is alles.” Dat zijn moeder trots was doet hem duidelijk goed; het ‘monument’ was voor een groot deel voor haar bedoeld.

‘Menselijke vochtigheid’

~

Waterdrinker is gefascineerd door wat hij de ‘menselijke vochtigheid’ noemt: datgene wat mensen met elkaar verbindt. Wat is het leven anders dan de omgang met de medemens, vraagt hij zich af. “Het fascinerende is dat er gelukkige mensen schijnen te zijn, hoewel leed toch de norm is. Men leeft dikwijls niet met elkaar, maar ten koste van elkaar. De meeste zielen dragen maskers; als ze niet regelrecht liegen dan houden ze wel zaken voor elkaar verborgen.”
Ondanks deze constatering probeert Waterdrinker vrolijk te leven en een aardig mens te zijn. “Ik leid in Moskou een zeer intens bestaan, met iedere dag wel een feestje, een concert, een avondje op een ambassade of iets anders. Ja, zeer beau monde en 19de-eeuws. Men zou eens moeten weten. En in dat leven gaat het – de mens is net een aap – over de pikorde in deze wereld; over de zoektocht naar geluk; over seks. Men is bereid voor aanzien, seks en geluk alles te doen, van oorlogen voeren tot het verwekken van kinderen. Eigenlijk gaan al mijn boeken over seks. Schrijft u dat maar op: S-E-K-S.”

Maar hij voegt er meteen aan toe dat niet hij, Pieter Waterdrinker, het verlangen naar geluk, liefde en seks heeft uitgevonden, maar ‘God’. “Het is een zegen en een kwelling tegelijk, zoals alles in dit leven. Ik kan moeilijk in een God geloven, maar nog moeilijker is het voor mij te vatten dat er geen God bestaat. Daarom brand ik altijd kaarsen in kerken, daarom geef ik bedelaars meestal iets en probeer ik de medemens ten dienste te zijn.”

Gelijkheid

Die unzugänglichkeit des menschlichen Lebens is het grondthema van mijn werk. Seks en liefde zijn daarmee onlosmakelijk verbonden. Ik heb bij elkaar twaalf jaar in het buitenland gewoond – op de Canarische Eilanden, op het Spaanse vasteland, hier in Rusland – en als ik één ding geleerd heb dan is het dit: dat de mens, in de aard, overal hetzelfde is. Soms spreek ik met een oud Russisch vrouwtje in Siberië en dan moet ik denken aan de keer dat ik met een oud Spaans vrouwtje sprak in Burgos. Hun leven, hun wensen, het is allemaal hetzelfde. Oorlogen worden gevoerd omdat mensen denken dat mensen verschillend zijn. Er is geen volk ter wereld dat zoveel reist als het Nederlandse, maar zodra ze terugkeren in eigen land zijn het provincialen. Dat is de tragiek en de paradox van Nederland.”

“Ieder leven bestaat uit de trits geboorte, bloei en verval. Dat weten we. Ondertussen moeten we, door middel van de liefde, wat dat ook moge zijn, blijven geloven in dat leven. Of onszelf voortijdig opknopen. Ook dat is een grondthema van mijn werk.”

Russische geschiedenis

Dat Waterdrinker momenteel al enkele jaren in Rusland verblijft, heeft duidelijk zijn sporen nagelaten in zijn romans en in zijn denken.
Duitse bruiloft speelt eind jaren vijftig, toen de twee ideologieën die de vorige eeuw hebben bepaald, fascisme en communisme, nog overal in de koppen van de mens aanwezig waren. Twintig jaar geleden sprak iedereen over communisme en kapitalisme, nu is dat opeens weg. Dat is vreemd, slecht en verkeerd. In Rusland weten sommige twintigers amper nog wie Lenin was; in Nederland is het met de kennis van de jeugd helemaal beroerd gesteld.”
Waterdrinker noemt zichzelf een ‘ouwe conservatief’ als het om onderwijs gaat. De jeugd van tegenwoordig weet te weinig van haar geschiedenis. “Dat fascisten slecht waren is een algemeen bekend feit. Maar dat er communisten waren die naar de Sovjet-Unie gingen, niet voor het heil van de mensheid, maar vooral voor het eigen heil – en om er te neuken – dat heb ik als eerste in de Nederlandse literatuur opgeschreven. Toch waren er onder fascisten zeer veel goede mensen, net als dat er onder communisten zeer veel goede mensen waren. Goed en slecht heeft niets met de politieke partij die je aanhangt te maken, of met het medium waarvoor je werkt, zoals men denkt in Nederland. Goed en slecht heeft te maken met hoe je als mens handelt.”
“Mijn vader was een tijdje communist, toen hij op de grote vaart zat. Tegen wil en dank overigens. Maar als communist mocht hij gratis de boeken lezen van De Arbeiderspers, de uitgeverij waar ik later ben gaan publiceren. Niks is toevallig in dit leven.”

Optimist

Ondanks de negatieve pers, de teleurstelling in het kennisniveau van de jeugd en het overlijden van zijn ouders, blijkt Pieter Waterdrinker uiteindelijk gewoon een rasoptimist. “Mensen die zeggen dat iets niet meer mogelijk is in deze tijd, die praten onzin. De tijden veranderen, maar de mensen niet. De mensheid blijft hetzelfde instrument, alleen vibreert het wellicht anders. Maar het blijft hetzelfde instrument.” Of hebben we te vroeg gejuicht met betrekking tot dat optimisme? Want na deze positieve opening vervolgt hij: “Onbaatzuchtigheid is, evenals eruditie, in deze tijd in Holland met een lantaarntje te zoeken. Kinderen worden op school als egocentrische monstertjes opgevoed: het is alleen maar ik-ik-ik-.”
Maar ook nu wordt het tij ten gunste van het positieve gekeerd: “En toch zijn er heel veel aardige kindertjes en mensen. Er zijn meer aardige kindertjes en volwassen dan onaardige.” Er is dus blijkbaar toch nog hoop voor de mensheid.

Mededogen

En met een woord aan de onaardige mens onder ons, en met name die ene van het NRC Handelsblad, sluit een lichtelijk teleurgestelde schrijver zijn betoog af. Teleurgesteld, maar niet verslagen. “En de onaardige mens – ik weet waarover ik spreek – heeft altijd een verhaal, een geheim. Er zijn maar zeer weinig echte monsters op aarde. Als iemand in de NRC mij en mijn schrijverschap kapot probeert te maken, ik noem maar wat, dan kan ik natuurlijk gaan schreeuwen en schelden, wat ik eerst ook doe. Maar dan daalt het mededogen neer, het mededogen met lieden die zoiets opschrijven. Want slechts een persoon die leeft in een persoonlijke hel van gebrek aan talent en gefrustreerde ambitie kan beweren dat mijn roman onzin is. Duitse bruiloft gaat over de mens. Hoe kan een boek over de mens nou onzin zijn?”

Film / Films

Hinkend op twee gedachten

recensie: The Frighteners: Peter Jackson's Director's Cut

Tien jaar geleden was Peter Jackson helemaal klaar voor King Kong. Het script was af, de ontwerpen waren getekend en uitgewerkt en de camera’s stonden klaar om te gaan filmen. En toen trok studio Universal de stekker uit het project. De reden? Twee concurrerende studio’s waren met soortgelijke films bezig (Roland Emmerichs Godzilla en Disney’s remake van Mighty Joe Young), en Universal dacht niet dat het publiek een derde monsterfilm aankon. En dus zat Jackson zonder werk.

Maar de toekomstige regisseur van de Lord of the Rings-trilogie zag zijn kans schoon en produceerde eigenhandig een allesomvattende documentaire over de totstandkoming van zijn meest recente film, de horrorkomedie The Frighteners. De documentaire werd samen met de verlengde versie van de film en Jacksons audiocommentaar uitgebracht op Laserdisc, een goudkleurige schijf ter grootte van een lp die als voorloper van de dvd moet worden gezien. Tegenwoordig zijn uitgebreide Special Editions geen uitzondering meer, maar in die tijd was zo’n koninklijke behandeling eigenlijk alleen weggelegd voor klassiekers als Gone with the Wind, Lawrence of Arabia of Star Wars.

Spookdeal

~

Nu is The Frighteners een leuke film, maar zeker geen klassieker, en het is dan ook maar de vraag of al die extra content wel nodig is. De film heeft in ieder geval een origineel uitgangspunt: Frank Bannister (gespeeld door Michael J. Fox) kan geesten zien en geeft zich uit als psychic detective. Hij heeft een dealtje gesloten met een paar bevriende geesten: zij gaan spoken bij nietsvermoedende mensen zodat hij zijn klanten – uiteraard tegen flinke betaling – van het probleem kan afhelpen. Maar de komische toon van de film wordt al gauw grimmiger wanneer Bannister ontdekt dat er wel heel veel mensen op mysterieuze wijze de dood vinden in zijn stadje.

Creepy muurbloempje

Michael J. Fox is perfect gecast als de aan lager wal geraakte nep-detective. Hij geeft de manische energie van Marty McFly een ondertoon van melancholie, wat bijzonder goed werkt. Genre-icoon Jeffrey Combs is heel amusant als de gestoorde FBI-agent Dammers en veterane Dee Wallace-Stone (The Howling, E.T., Cujo) heeft een creepy bijrol als het muurbloempje-met-een-geheim. Toch werkt The Frighteners niet op alle fronten. Dit komt niet door de combinatie van humor en horror, zoals veel critici in 1996 schreven. Jackson en zijn (schrijf-)partner Fran Walsh laten de twee genres juist heel goed samenwerken door gaandeweg steeds meer duistere elementen in het komische verhaal te weven.

Filmkeuring

~

De fout moet eerder worden gezocht in een andere combinatie, namelijk die van de Nieuw-Zeelandse makers en de veelal Amerikaanse acteurs. Jacksons droge humor paste perfect in zijn eerdere (100% Nieuw-Zeelandse) films, maar uit Amerikaanse monden klinken de grappen en andere dialogen toch wat vreemd. Tenslotte is daar het probleem van de filmkeuring. De makers waren er tijdens de productie zeker van dat ze een PG-13 (geschikt voor 13 jaar en ouder) zouden krijgen, en pasten de toon van de film dan ook op die leeftijd aan, maar de Amerikaanse filmkeuring gaf de film een R (17 jaar). Jackson voegde op het laatste moment nog een paar bloederige shots toe, maar hij geeft zelf toe dat de film beter was geweest als ze vanaf het begin rekening hadden gehouden met een R-rating.

Lange zit

Zoals gezegd was de Laserdisc-box van The Frighteners indertijd een bijzonderheid. Voor deze dvd-uitgave heeft Universal de volledige inhoud van die set overgezet, wat de fans ongetwijfeld heel gelukkig zal stemmen, maar wat voor de gewone kijker te veel van het goede zal zijn. Jacksons audiocommentaar is boeiend van begin tot eind, maar een documentaire van vier en een half uur, hoe goed gemaakt ook, is gewoon een lange zit. Daar komt bij dat Jackson buitensporig veel aandacht besteedt aan zijn acteurs en de special effects, en vooral dat laatste onderwerp zal weinig mensen lang kunnen boeien. Filmmakers zullen meer hebben aan de uitgebreide effect-ontledingen, maar veel van de problemen die de makers tegenkwamen zijn tegenwoordig relatief simpel op te lossen zijn met behulp van (betere) computers, zodat dit gedeelte niet meer zo relevant is.

The Frighteners,

~

zowel de film als deze speciale dvd-uitgave, hinkt in veel opzichten op twee gedachten: humor en horror, Amerika en Nieuw-Zeeland, vorm en inhoud… Zulke verschillende karakters hoeven geen slechte film op te leveren, en The Frighteners is dat ook zeker niet, maar toch lijdt de film onder die veelheid aan invloeden en ideeën.

Nog één kanttekening: in ons land wordt alleen de Director’s Cut van de film uitgebracht, die veertien minuten extra materiaal bevat ten opzichte van de originele bioscoopversie. Vreemd genoeg moeten we het in Nederland zonder die eerdere versie van de film stellen, terwijl bijvoorbeeld de Duitse dvd-uitgave deze wèl bevat.

Boeken / Kunstboek

Kan kunst anno 2006 meer zijn dan prestigieuze handelswaar?

recensie: Sven Lutticken - Geheime Publiciteit: Essays over hedendaagse kunst

Kan kunst anno 2006 meer zijn dan prestigieuze handelswaar? Het lijkt een relevante vraag. De rode draad in Sven Luttickens Geheime Publiciteit is de vraag in hoeverre kunst nog kritisch kan zijn, zowel ten aanzien van de eigen discipline als ten aanzien van de maatschappij waarvan ze deel uitmaakt. Over de rol van de kunstkritiek is Lutticken, in 2004 benoemd tot eerste laureaat van de Prijs voor de Kunstkritiek, weinig optimistisch. Vaak dient ze enkel om de kunstconsumptie door een welgesteld koperspubliek te bevorderen. Een zure constatering. Ook de kunst heeft het maar moeilijk: ze zou weinig in te brengen hebben tegen de dominante mediacultuur.

Structuralistisch kunstcritica Rosalind Krauss dacht de oplossing te hebben gevonden in een nieuw concept van mediumspecificiteit – waarbij aan elk medium karakteristieke eigenschappen worden toebedeeld- , terwijl een kunstenaar als Marcel Broodthaers de hedendaagse kunst juist gebruikt als context waarin van alles geïmporteerd en tegen het licht gehouden kan worden.

Kritisch karakter

Hans Haacke,
Hans Haacke, “Und Ihr habt doch gesiegt”, 1988. Plakatwand, Installation Generali Foundation 2001

Geheime Publiciteit bestaat uit een bundeling van kritische essays die Sven Lutticken schreef voor periodieken als De Witte Raaf, New Left Review, Texte zur Kunst en Artforum. Volgens Lutticken, naast criticus als docent verbonden aan de Vrije Universiteit (Amsterdam), wordt de kunst van de afgelopen decennia gekenmerkt door een permanente import van vertogen uit de academische wereld zoals de filosofie, de antropologie en de cultuurwetenschappen. Hij vraagt zich terecht af of de kunst nog een verschil kan maken, of ze nog kritisch kan zijn. Veelvuldig wordt daarbij gerefereerd aan grote denkers als Debord, Deleuze, Ranciere en Barthes en kunstcritici als Walter Benjamin, met als voornaamste doel het plaatsen van de kunst in een maatschappelijk kader.

In een aparte paragraaf is er aandacht voor de Situationistische Internationale– een revolutionaire beweging (1957-1972) die kritiek had op het spektakel en daarmee op de kunst, die volgens de SI moest worden beschouwd als een specialistische highbrow-afdeling van het spektakel. Volgens Guy Debord ‘diende het gehele leven van de samenlevingen waarin de moderne productieverhoudingen heersen, zich aan als een ontzaglijke opeenhoping van spektakels. Al wat direct werd geleefd, heeft zich in een voorstelling verwijderd’.

Bik Van der Pol, Past Imperfect, 2005, installation view. Foto: Bob Goedewaagen
Bik Van der Pol, Past Imperfect, 2005, installation view. Foto: Bob Goedewaagen

Voor drie kunstenaars, Roy Villevoye, Bik van der Pol en Jeff Wall, heeft Lutticken een aparte plek ingeruimd. Daarnaast biedt Geheime Publiciteit een achtergrond voor verschijnselen als ‘appropriation art’ (het toe-eigenen van bestaand beeldmateriaal of tekstfragmenten) en de ‘reenactment’ (de heropvoering van kunstperformances van een eerdere generatie) en is er aandacht voor de rol van de verschillende avant-gardes, die gemeenschappelijk hebben dat ze de kunst trachtten te integreren in de maatschappij en het leven van alledag – om via die weg ook de samenleving te revolutioneren- . De geschiedenis wijst overigens uit dat kunst het systeem (de maatschappij) niet kan veranderen, het kan hoogstens bestaande ideologieën uitdagen: in dat opzicht zijn dit soort grootse plannen gedoemd te mislukken. Veelzeggend is dat historische avant-gardes vaak worden gepresenteerd als kunststroming.

Scheiding tussen kunst en leven

Gerelateerd aan de vraag of er in de marge van de kunstwereld nog een kritische praktijk kan worden ontwikkeld, is de vraag hoe de kunst zich dient te verhouden tot `het echte leven’, en hoe de scheiding tussen leven en kunst kan worden opgeheven. De Situationistische Internationale was daarin nog het meest stellig; om een samenleving mogelijk te maken waarin het leven niet meer onderworpen is aan de economie, diende de kunst, inmiddels verworden tot ordinaire fetish, te worden opgeheven. Feitelijk biedt het opheffen van de kunst echter geen garanties voor de werkelijke oplossing; een mentaliteitsverandering. In die zin moet je de Situationistische `oplossing’ vooral zien als een symbolische daad van verzet (die in de praktijk helaas weinig zoden aan de dijk zet).

Ook de eerste generatie performance kunstenaars kan in het licht van het spektakel worden bezien, door zich niet enkel tegen het object en het materiële karakter van de kunst te verzetten, maar ook tegen elke vorm van reproductie of representatie trachtte zij het kapitalistische spektakel uit de weg te gaan. Kunstenaar Allan Kaprow is iets “behoudender”; volgens hem zou het `volstaan’ om de kunstwereld te verlaten ten faveure van het echte leven. In de praktijk blijkt zoiets volgens Lutticken onmogelijk; wie als kunstenaar niet in de vergetelheid wil geraken, zal erin moeten berusten dat hij afhankelijk blijft van het aanbod van tentoonstellingsruimtes en publicaties van de kunstwereld.

Breed kunstbegrip

Luttciken hanteert voor Geheime Publiciteit een breed kunstbegrip. Zo gaat The Brotherhood of the Unknown- een van de weinige teksten die niet eerder werd gepubliceerd – over de rockband Pere Ubu, die bewust alle clichés van de rock als uitgangspunt nam in plaats van als einddoel. Het stuk zou qua thematiek ook uitstekend passen in het laatste Boekman cahier dat handelt over de `hoge en lage cultuur’. Heel af en toe komt de kunst er bekaaid af. Zoals in Het complot van de openbaarheid, dat meer een algemene verhandeling over complottheorieën is, dan dat het handelt over de hedendaagse beeldende kunst.

Ook de subtitels roepen soms vragen op, zoals Het ergste publiek, dat in de inleiding dan wel memoreert aan het verveelde, verwende kunstpubliek, maar feitelijk gaat over de institutionele kritiek van kunstenaars als Hans Haacke, Andrea Fraser en Daniel Buren. Een eenduidig antwoord op de vraag of en hoe kunst anno 2006 meer kan zijn dan prestigieuze handelswaar levert Geheime Publiciteit niet op, in plaats daarvan wordt aan de hand van een aantal specifieke situaties gekeken wat precies de mogelijkheden zijn. Desondanks blijft Geheime Publiciteit vanwege Luttickens belezenheid, analytische scherpte en heldere argumentatie een absolute must voor iedereen die geïnteresseerd is in de hedendaagse kunstpraktijk!

Film / Films

Zelfbewuste marionetten in visueel pareltje

recensie: Strings

Marionetten in een film. Grote kans dat je daarbij aan Thunderbirds of Team America: World Police denkt. Een van de meest opvallende verschijningen in dit genre is echter van een heel andere orde. Geen film vol grappen en verwijzingen, maar een duister familiedrama in de traditie van Shakespeares drama’s en Griekse tragedies. De Deense regisseur Anders Rønnow Klarlund heeft van Strings een pikzwart episch sprookje gemaakt.

~

Zo lang als men zich kan herinneren, woedt er een strijd tussen de revolutionaire Zeniths en de inwoners van Hebalon. De koning van Hebalon heeft de Zeniths jarenlang met harde hand onderdrukt en voelt zich daar zo schuldig over dat hij zelfmoord pleegt. In een afscheidsbrief vol boetedoening vraagt hij aan zijn zoon en opvolger Hal Tara om vrede te stichten tussen de twee volkeren. De brief wordt echter eerder gevonden door Nezo, de slechte broer van de koning, die de brief verstopt en een moord door de Zeniths in scène zet. Hal Tara zweert wraak en onderneemt een zwerftocht om de moordenaar van zijn vader te vinden. Hij laat Hebalon achter in de handen van de onbetrouwbare Nezo.

Duistere sfeer

Strings bevat alle elementen van een klassiek, spannend verhaal: bedrog, liefde, moord en strijd. Deze klassieke thematiek wordt visueel sterk uitgewerkt. Het poppenspel is van een hoog niveau, de settings leveren een meeslepende duistere sfeer op. Dit resultaat vergde dan ook de nodige voorbereiding. Klarlund heeft meer dan vier jaar aan de film gewerkt en gebruikte voor de opnames meer dan twintig marionettenspelers en ongeveer tien kilometer draad.

Bewust

~

Over het draad gesproken: in de meeste films met poppen in de hoofdrol worden de draadjes bij de postproductie met de computer weggehaald. In Strings gebeurt dit opvallend genoeg niet. Deze film heeft wat dit betreft een heel andere opzet dan de meeste marionettenfilms. In Strings zijn de popppen zich namelijk bewust van hun pop-zijn. Naast draadjes om te bewegen hebben de poppen ook allemaal een draad die vanuit hun hoofd naar de oneindig hoge hemel reikt: hun levensader. Als dat touwtje breekt of doorgeknipt wordt, sterven ze. De draden spelen een actieve rol in het verhaal. Zo kan een hele stad beschermd worden door het in de lucht takelen van een lange stok die de draden van aanvallers tegenhoudt, zodat deze niet verder kunnen lopen.

Vergezocht

Strings oogstte in de media erg veel lof. Toch waren er ook enkele kritische geluiden te horen, voornamelijk over de boodschap van de film. Critici beschuldigden Klarlund ervan Hebalon op een ongenuanceerde manier symbool te laten staan voor de Verenigde Staten en hun houding ten opzichte van immigranten en andersdenkenden.
Deze kritiek doet echter vergezocht aan. Of dit inderdaad de achterliggende boodschap van Klarlund is of niet, en hoe genuanceerd of ongenuanceerd deze boodschap zou zijn, lijkt eigenlijk helemaal niet zo belangrijk. De essentie van de film ligt namelijk niet zozeer in de narratieve ontwikkelingen. Deze film draait om inventiviteit en visuele kracht. Wat dat betreft is Strings uitermate geslaagd.

Film / Films

Een beangstigend stuk filmgeschiedenis

recensie: Mario Bava Collection

Het Green Cow-label van distributeur Paradiso brengt heruitgaven van oudere films uit. Hier vinden klassiekers van de legendarische regisseur Pier Paolo Pasolini of een reeks oudere horrorklassiekers uit de Hammer Studios onderdak. Zo ook een vijftal films van Mario Bava.

Mario Bava, geboren in 1914, is de zoon van cinematograaf Eugenio Bava en groeide dus op in de filmwereld. Het zou niet lang duren voordat hij zou proberen in zijn vaders voetsporen te treden. In de dertiger jaren krijgt hij zijn kans als assistent van zijn vader, maar al snel gaat hij op eigen kracht verder. In de jaren vijftig heeft hij met zijn innovatieve belichtingstechnieken en zijn vaardigheid om realistische speciale effecten te creëren een plaats bij de top van de Italiaanse filmtechnici bemachtigd.

Scène uit <i>Black Sunday</i>
Scène uit Black Sunday

Nadat Bava bij drie films het moeizaam verlopende productieproces had vlotgetrokken en er voor had gezorgd dat deze alsnog gereed kwamen, werd hem de mogelijkheid geboden zelf een film te produceren. Als het maar niet teveel geld ging kosten. Geïnspireerd door het recente succes van Terence Fischers Hammer-productie Dracula maakte Bava Black Sunday (1960). Dit werd onmiddellijk een groot succes, door een perfecte combinatie van de stijl van de oude stomme horrorfilms met het geweld en sensualiteit van de Hammer producties én Bava’s eigen stylistiche benadering. Het is dan ook niet meer dan logisch dat deze Bava-collectie opent met dit monument onder de horrorfilms.

Ontwikkeling

De collectie bestaat verder uit de films Black Sabbath (1963), A Bay of Blood (1971), Baron Blood (1972) en The House of Exorcism (1973). Niet al deze films worden misschien direct gezien als Bava’s beste films, maar geven wel stuk voor stuk een prachtig tijdsbeeld. Door deze collectie krijg je niet alleen een goed beeld van de ontwikkeling van Mario Bava zelf door de loop der jaren heen, maar ook van het horrorgenre in zijn algemeenheid.

Scène uit <i>Baron Blood</i>
Scène uit Baron Blood

Voor de horrorliefhebber levert deze collectie dus een prachtig overzicht van bijna vijftien jaar horrorfilm en met name vijftien jaar Bava-films. Hoewel al in Black Sunday duidelijk wordt dat we met een kunstenaar te maken hebben, wordt die kunstenaar nog zichtbaar beperkt door techniek en regerende opvattingen. De film is naar huidige maatstaven erg traag en primitief. Je ziet dat Bava veel zorg besteedt aan de vormgeving, de belichting en cameravoering zien er degelijk uit. Het gehele verhaal ontvouwt zich echter gruwelijk langzaam. Een kenmerk van bijna alle films uit die periode. Een voorliefde voor oude, klassieke zwart-wit horrorfilms is een must om hier doorheen te komen.

Overeenkomsten

Gaandeweg zie je echter dat de vaart er steeds meer in komt te zitten. Tegen de tijd dat we bij A Bay of Blood terecht komen herkennen we ook steeds meer aspecten uit de modernere horrorfilm. A Bay of Blood zou je bijvoorbeeld als een voorloper van Friday the 13th kunnen zien. Ook hier is er sprake van een aantal mensen die in huisjes rondom een meer in een bos aan een gruwelijk einde komen. Net als in Friday the 13th worden we direct met de gewelddadige moorden geconfronteerd en vloeit het bloed massaal.

Scène uit <i>The House of Exorcism</i>
Scène uit The House of Exorcism

De connectie tussen The House of Exorcism met een andere beroemde horrorreeks is zelfs nog veel evidenter. De versie die in de collectie wordt uitgebracht is een aangepaste versie van het origineel uit 1972 genaamd Lisa and the Devil. In 1973 verscheen namelijk The Exorcist in de bioscopen, en de overeenkomsten tussen beide films zijn overduidelijk. The house of Exorcism bevat, net als The Exorcist, een door de duivel bezeten vrouw, die vuilbekkend en stuiptrekkend groene slijm in het rond spuugt. En ook hier probeert een priester die duivel weer uit te bannen. Het moge duidelijk zijn dat Bava’s invloed op het genre niet gering is geweest. Of in ieder geval op z’n minst een duidelijke exponent van zijn tijd is.

Kenners

Bava heeft wellicht niet altijd de waardering gekregen die hij verdiende. Weinigen zullen zijn naam noemen als er gevraagd wordt naar invloedrijke filmmakers. Maar wanneer beroemdheden als Martin Scorsese en Quentin Tarantino hem roemen om zijn werk, wie zijn wij dan om dat tegen te spreken? Hoogste tijd om Bava te (her)ontdekken, en te genieten van een vijftal films die je terugvoeren in de cinematografische tijd.