MALFORD-MILLIGAN - Life Will Humble You
Muziek / Album

Mogelijke Plaat van het jaar!

recensie: Malford Milligan & The Southern Aces – Life Will Humble You
MALFORD-MILLIGAN - Life Will Humble You

Er zijn van die albums waar je als liefhebber reikhalzend naar uitkijkt. Zo’n album is deze nieuwe plaat van Malford Milligan. Al sinds het optreden in Het Rozenknopje in Eindhoven op 28 juni van dit jaar, zit ik op het puntje van mijn stoel. Milligan speelde daar met Jack Hustinx een groot deel van de liedjes van dit album.

Malford Milligan mag je gerust een blanke soulzanger noemen. Zoals hij in juni zijn hart uit zijn lijf zong, is maar weinigen gegeven. De liedjes die hij zong raakten het gehoor in de zaal diep in het hart. De emotie die Millagan voelde bij het zingen was van zijn gezicht af te lezen en straalde in diepe warmte van het podium.

Samenwerking met verleden

Het lange wachten sinds juni tot de dag van de release is beloond. Het album herbergt een pracht aan liedjes in de mooiste mengeling van Americana, Soul en Blues die je je maar kan wensen. Gevuld met veel liedjes van eigen hand maar ook met mooie covers. Sommige van die covers overstijgen de uitvoering van de oorspronkelijke artiest. En als je dat als muzikant weet te bereiken mag je van grote klasse heten.

Het album Life Will Humble You is een echte samenwerking tussen de Eindhovense Jack Hustinx en zijn in The Southern Aces verenigde muzikale vrienden uit diezelfde stad. De eerste samenwerking tussen Hustinx en Malford Milligan startte al zo’n twintig jaar geleden. Het album heeft ‘opgroeien en ouderworden’ en ‘hoe je dat beleeft’ als rode draad. Een aantal tracks zijn geschreven door Hustinx en Milligan samen. Sommige daarvan stonden al op het laatste album van Hustinx dat in 2015 verscheen. Het titelnummer ‘Life Will Humble You’ kennen we bijvoorbeeld al van dat album. De uitvoering van Milligan, met Hustinx in de begeleiding, doet het origineel van Hustinx zelf niet vergeten, maar verrijkt deze wel. Een terecht titelnummer dat verwijst naar de inhoud: het leven vormt ons immers tot wie we zijn geworden.

Prachtig

Het album telt een zestal covers die naadloos aansluiten op de zeven composities die Malford Milligan samen Jack Hustinx schreef en voelt daardoor als een volmaakte eenheid. Het album opent met ‘I’m Glad To Do It’ dat heel toepasselijk verhaalt over het delen van wat er in het leven reeds is gepasseerd. Dat zet de toon voor de rest van het album waar Milligan en zeker ook Hustinx de negatieve aspecten van het ouder worden bloot leggen. Sommige liedjes krijg je maar moeilijk uit je hoofd als ze gepasseerd zijn. Het aanstekelijke ‘Yo Yo’ geschreven door Stephen Brutun nestelt zich heel makkelijk in je hoofd. Het is overigens niet het enige lied dat van Brutun wordt gecoverd. Ook ‘Getting Over You’ vinden we terug op deze cd.

Het mooiste wordt voor het laatst bewaard. En is qua tekst ook een echte afsluiter. De compositie ‘Feel Like Going Home’ werd in 1973 geschreven door Charlie Rich. Een liedje over dood gaan en naar de schepper terugkeren. Op het album American Dry Goods & Groceries Outlaws & Legends van JW Roy werd dit liedje ook naar voren gebracht. Op dit album wordt het uitgevoerd als een duet met diezelfde JW Roy en op Life Will Humble You krijgt het daarmee misschien wel zijn definitieve uitvoering.

Live weet Milligan deze compositie misschien nog wel meer tot leven te wekken. Een waardige afsluiter van een album dat vele draaiuren zal gaan maken en misschien wel eens zou kunnen eindigen als album van het jaar 2018. In één woord prachtig!

Theater / Voorstelling

Victory faalt door niet écht te falen

recensie: Maas theater en dans, Cecilia Moisio en Hit Me Productions - Victory

Victory is een ode aan glansrijk mislukken, maar durft niet echt te mislukken. Het taboedoorbrekende onderwerp is spannend, zeker voor jongeren, maar de theatraliteit is te overheersend om het gevaarlijk of kwetsbaar te maken. Deze performance laat vooral zien hoe moeilijk het is om falen in een theatrale vorm te zetten. Hoe kan je immers spreken over mislukkingen, als alles is vastgezet en gechoreografeerd?

Vallen en opstaan

Natuurlijk, je kunt demonstreren hoe een mislukking eruitziet, hoe je het dapper probeert te vermijden, en wat het mentaal met je doet als je de mist ingaat. Dat is dan ook wat dansers Yulia Kalinchenko, Kiyan Khoshoie, Serano Pinas, Katarzyna Sitarz en Marlon Penn doen. Op het podium zien we een pastelblauwe huiskamer waar zij de perfecte versies van zichzelf presenteren. In het donkere vlak buiten de kamer zijn ze naturel, maar in het volle licht van de kamer dansen ze met een vette glimlach en grootse bewegingen. Het is een vette knipoog naar de Facebook- en Instagramgeneratie in de zaal, die gewend is om zichzelf met een mooi filter op het internet te presenteren. In de dans wordt gespeeld met vallen en opstaan. De performers laten zich vallen of proberen tevergeefs op stoelen te zitten, staan weer op, en vallen weer. De Instaperfectie wil maar niet lukken.

Wat betekent falen?

Als je echt succesvol wil zijn en een betekenisvol leven wilt leiden, dan moet je wel falen, kondigt Kalinchenko aan. Maar wat betekent falen precies in deze voorstelling? Even is er een ‘onvoorzien’ technisch mankement, en staan de performers stil. Serano Pinas vraagt schuchter aan het publiek of ze het wel leuk vinden wat ze doen, en krijgt een schuchtere bevestiging terug. We moeten geloven dat de voorstelling even hapert en de performers uit hun rol stappen, maar het is duidelijk een zet van regisseur Cecilia Moisio. Hier gaat de voorstelling wringen. Het gaat over iets heel kwetsbaars: de angst om te mislukken, het even niet meer te weten. Die kwetsbaarheid wordt niet voelbaar. Dat ligt deels aan te nadrukkelijk en demonstratief spel van de performers en deels aan een dramaturgie waarin er niet echt iets wezenlijks op het spel staat.

Scenografie wint het van melodrama

In de tweede helft wordt de voorstelling grimmiger. Spelers dagen elkaar uit om intieme bekentenissen te doen waar ze zich voor schamen. Op een groot scherm zien we huilende gezichten en horen we, dikwijls in slecht verstaanbaar Engels, ontboezemingen van de vijf dansers. Het zou een mooi tegenwicht moeten zijn voor het eerste deel, maar ook hier overtuigen de spelers niet. Het is te melodramatisch om echt indruk te maken.

Wat wel indruk maakt, is een sterk samenspel tussen decor, licht en soundscape. Tegen het einde ‘botsen’ de performers herhaaldelijk tegen de felle neonlichten waar het speelvlak in gekaderd is. Daaronder speelt een opzwepende soundtrack van Marlon Penn. Het is een mooi visuele weergave van mensen die proberen, neervallen en weer proberen, maar niet genoeg om van Victory echt een triomf te maken.

Theater / Voorstelling

Koel verhaal warmt theaterzaal op

recensie: Van de koele meren des doods – Hummelinck Stuurman Theaterbureau
Ben van Duin

De illustere, duistere roman Van de koele meren des doods van Frederik van Eeden zit vol leed, angsten en bittere hoop. In de naturalistische roman uit 1900 hikt de aristocratische Hedwig Marga de Fontayne tegen haar noodlot aan. Een verhaal dat zo rijk is aan dramatiek en een aangrijpende karakterontwikkeling weergeeft, dat het uitermate geschikt is voor een toneelstuk. Regisseur Ger Thijs is de uitdaging aangegaan en heeft met zijn voorstelling recht gedaan aan het klassieke verhaal.

Met een haastige stem die veel verwarring verraadt, geeft Hedwig (Hanne Arendzen) het publiek een overzicht van haar tragische levensverhaal. Ze is op dat moment in een ziekenhuis in Parijs en vertelt de zuster (Ella van Drumpt) over haar lief en leed. Ze neemt de zaal mee naar het moment dat ze voor het eerst werd geconfronteerd met diepe angsten. Het moment waarop haar moeder overleed en die leegte al snel werd opgevuld door de huishoudhulp (Marliz van Til). Haar kille, zeer gelovige vader (Reinier Bulder) is erg streng naar zijn dochter toe, die er een meer vrijdenkende geest op nahoudt. Zoals de arme weesjongen Johan (Willem Voogd), die verderop in de straat woont en die Hedwig voor het eerst ontmoet bij het graf van haar moeder. De prille liefde die opbloeit, dooft al snel door de tussenkomst van Hedwigs neef Henry (Vincent Croiset) aan wie Hedwig haar ziel blootgeeft. Uit liefdesverdriet verspreidt Johan obscure tekeningen van Hedwig, waardoor Hedwigs reputatie niet meer te redden valt. Toch doet rechtenstudent Gerard (Tijn Doctor) een poging en redt haar als ‘de prins op het witte paard’ van vervelende belagers. Die benaming lijkt in eerste instantie te kloppen: als een ware gentleman behoedt Gerard zich over Hedwig en hij is de voornaamheid zelve. Tijdens de huwelijksnacht valt Hedwigs droom echter in duigen: al Gerards gepraat over de geestelijke liefde als enige liefde blijkt geen kletspraat. Hedwig, die smacht naar lust en begeerte, voelt zich tekortgedaan door haar echtgenoot. Als ze haar oude jeugdliefde Henry tegenkomt op een strandvakantie, beginnen de twijfels toe te slaan: moet ze met hem op de vlucht slaan om eindelijk gelukkig te worden?

Levensechte vertwijfeling

De diepe vertwijfeling die Hedwig doorstaat, heeft Arendzen levensecht weergegeven. Verward, snel afgeleid, kortademig en paniekerig spuwt ze iedere zin richting het publiek. De duistere klauwen van een depressie houden Hedwig in de greep en dat is zowel te horen als te zien. Arendzen zwiert over de toneelvloer, gilt, valt, ligt voluit op de grond en staat met wiebelige benen te springen en te wijzen. Haar personage verwacht zoveel meer van het leven, verliest zichzelf telkens weer en is constant zoekende. De chaos die Hedwig creëert binnen haar eigen leven, wordt niet door het spel van Arendzen vergroot tot aanstellerij. Integendeel, Hedwig is in dit toneelstuk de oprechte belichaming van een depressie. Ze wordt gediagnosticeerd als ‘ziek’, maar een verlichtende remedie – die mensen in de 21ste eeuw vinden in antidepressiva – is niet voorhanden.

Hedwig is duidelijk de spil in de voorstelling waar alles omheen draait. De overige karakters laten zien dat Hedwig iedere gebeurtenis zozeer aantrekt, dat het gat waarin ze dreigt te vallen steeds groter wordt. Doordat ze keer op keer verkeerd wordt begrepen of helemaal niet wordt begrepen, worden alle denkbeeldige ruiten in Hedwigs hoofd kapotgeslagen. Mensen met een depressie zouden zich hier wellicht in kunnen vinden: het gevoel dat je anderen niet kunt vertellen hoe het is om ronddolende kwelgeesten in je hoofd te hebben en om te voelen hoe alles donker om je heen kan worden. In Hedwig herkennen we het beklemmende gevoel dat zich van zoveel mensen in de maatschappij eigen maakt, het niet meer kunnen zien van een uitweg en toch – vallend en dan weer opstaand – trachten die te vinden. Het is kortom een aangrijpend, heftig toneelstuk dat door de grauwe inhoud niet voor iedereen is weggelegd. Het is geen toneelstuk waarin humor de boventoon voert.

Te karig?

Hoewel het spel adembenemend is om naar te kijken, vormen niet alle aanwezige onderdelen een harmonieus geheel. Zo is er gekozen voor een sober en praktisch decor, wat het toneelstuk in het begin haast ‘armoedig’ maakt. Dat krenterige gevoel blijft hangen . Dat komt enerzijds door de keuze van een klein gezelschap aan spelers en het sobere decor en anderzijds door de opbouw van het toneelstuk en de afwisseling in emotie. De voorstelling kent een behoorlijk trage start, die zeker iets meer energie had mogen hebben, aangezien het verdere verloop van de voorstelling zo’n nasleep krijgt door de tragiek. Het is prettig dat de voorstelling na de inleidende scenes zo’n rap tempo krijgt. Daardoor blijf je constant geboeid. Toch begint het gepraat van Hedwig steeds meer iets klagerigs te krijgen en lijken we toeschouwers te worden van een zich eindeloos herhalende cyclus. Dat ligt ook aan de manier waarop Arendzen acteert: iedere keer zet ze een bibberende stem op die dreigt over te slaan.

Een indrukwekkende voorstelling is het zeker en angstaanjagend herkenbaar voor de hedendaagse samenleving. Het spel is uitmuntend, kent een vlotte vaart en grijpt je bij de keel. Na deze voorstelling ga je hopelijk niet met doemgedachten, maar met positieve overpeinzingen naar huis.

Film / Films

Wolf in schaapskleren?

recensie: Beast (vod/dvd)

In de psychologische thriller Beast gaat het niet zozeer om wie wat gedaan heeft. Nee, in het speelfilmdebuut van Michael Pearce gaat het om een intrigerende studie van een complexe relatie waarin een liefdesstel de eigen (morele) grenzen verkent.

Regisseur Michael Pearce werd geboren op het Britse Kanaaleiland Jersey en grijpt in zijn debuutfilm terug op een oude strafzaak. Een psychopaat liet kinderen verdwijnen terwijl zijn vrouw dacht dat hij een brave huisvader was. Pearce gebruikt dit gegeven losjes om een beeld te schetsen van een gesloten eilandgemeenschap waarin iedereen zich verbergt achter maskers en niemand de ander echt goed leert kennen.

Buitenbeentjes

We leren het eiland kennen door de ogen van Moll, een jonge vrouw die nog bij haar ouders woont. De zorg voor haar dementerende vader combineert ze met een baantje als reisgids. Wanneer alle aandacht op haar verjaardagsfeest uitgaat naar haar zwangere zus neemt ze de benen. Als ze na de van drank doordrenkte nacht bijna wordt aangerand, schiet de mysterieuze en charismatische Pascal haar te hulp. De twee buitenbeentjes vallen als een blok voor elkaar.

Wanneer de politie onderzoek doet naar een verdwenen meisje, verschaft Moll haar nieuwe liefde Pascal een alibi. Een agent waarschuwt haar voor haar nieuwe vriendje die al eerder in beeld was bij verdwijningen en ooit veroordeeld was voor de aanranding van een veertienjarige. Maar, de agent heeft ook een eigen agenda: hij wil Moll veroveren. De dorpelingen reageren zich ondertussen af op migranten, die het voorzien zouden hebben op hun dochters.

Onderhuidse spanningen

Moll vertrouwt Pascal niet, maar wordt aangetrokken door zijn drang naar vrijheid en zijn non-conformistische levensstijl. Omdat ze zelf ook een gewelddadig geheim verbergt, zijn zij en Pascal misschien wel geestverwanten. Haar familie moet helemaal niets hebben van de nieuwe verkering, waardoor Moll wordt buitengesloten en ze vervreemdt van de lokale bevolking.

De onderhuidse spanning in Beast loopt hoog op en regisseur Pearce maakt visueel sterk gebruik van de prachtige eilandlocaties. Beast laat zich goed bekijken als een duister sprookje. Is de stropende Pascal misschien een wolf in schaapskleren en is de roodharige Moll wel zo’n onschuldig Roodkapje?

De film wordt gedragen door de jonge Ierse actrice Jessie Buckley die een heel palet – van subtiel tot barok – aan emoties beheerst. Een geweldige ontdekking in deze beklemmende en mysterieuze thriller waarin ieder mens een beetje beest is.

Film / Films

Who the f… is die Alice?

recensie: Complete Unknown (vod/dvd)

Complete Unknown lijkt even een mysterieuze thriller te zijn in de stijl van Twilight Zone. Maar, de alternatieve werkelijkheid blijkt halverwege een alternatieve waarheid. Even intrigerend, maar minder spannend.

Tom denkt een leuke verjaardag te vieren met familie en bekenden wanneer een goede vriend ineens opduikt met de mooie biologe Alice aan zijn zijde. Regisseur Joshua Marston (Maria full of grace) bouwt het langzaam op, maar als kijker weten we al snel: er is iets met die Alice en Tom weet daar meer van.

Want who the f… is die Alice? Is ze een dubbelganger van een vrouw die Tom vroeger kende? Of ss het dezelfde vrouw met wie hij een relatie had en nu lijdt aan een ernstige vorm van geheugenverlies?

Filosofisch

De onthulling – klein spoileralert – is minder sciencefiction en meer filosofisch dan verwacht. Regisseur Marston confronteert de kijker met de vraag in hoeverre wij de baas zijn over onze identiteit. Kunnen we echt zelf bepalen wie we zelf zijn? Is het mogelijk om rigoureus een andere identiteit te kiezen; en daarbij alle banden met het verleden te verbreken?

Voor hoofdpersonage Tom is het een actuele kwestie. Zijn vrouw heeft net te horen gekregen dat zij een topfunctie kan krijgen aan de andere Amerikaanse kust. Tom zou zijn bestaande leven voor haar moeten opofferen, iets wat hij liever niet wil.

Slenterfilm

Na de onthulling van het geheim, ontplooit Complete Unknown zich in de tweede helft in een walking talkie. Een romantische slenterfilm in de stijl van Before sunrise/sunset waarbij de hoofdpersonen door een stad dwalen en het leven en de liefde doornemen. Dat verandert de toon van de film. Het is overigens geheel op het conto van de uitmuntende hoofdrolspelers Michael Shannon en Rachel Weisz te schrijven dat de gesprekken over identiteit en radicale keuzes niet verzanden in obligaat gebabbel.

Toch blijft Complete Unknown uiteindelijk teveel een gedachtenexperiment dat geen oog heeft voor praktische bezwaren. Je ID-kaart doorknippen en van verpleegster veranderen in universitair biologe klinkt aantrekkelijk. Er zijn dagen dat we dat allemaal wel zouden willen, al is het alleen maar als fantasie. Maar, in deze tijd van big data, is dat helaas een illusie. Dat stemt dan ook weer somber.

Theater

Verstikkende vertelling over misbruik in de katholieke kerk

recensie: Het Hout – Internationaal Theater Amsterdam

In een korte tijd heeft regisseur Michiel van Erp al twee boekbewerkingen op zijn naam staan. Een paar maanden geleden maakte Van Erp tijdens het Nederlands Filmfestival veel indruk met Niemand in de stad, naar de roman van Philip Huff. Bij Internationaal Theater Amsterdam debuteert Van Erp als theaterregisseur met een toneelbewerking van Jeroen Brouwers’ bekroonde roman Het hout. En dat is geen eenvoudige klus.

Brouwers’ aangrijpende roman uit 2014 over het seksueel misbruik op een jongenspensionaat in de jaren vijftig is beklemmend. De kracht van de roman is dat Brouwers schrijfstijl even benauwend is als de sfeer die op het pensionaat hangt. Met aangrijpende beelden en broeierige zinnen doopt Brouwers de lezer onder in het universum van het pensionaat, met al zijn gangen en achterkamertjes, waarin de meeste broeders ontucht plegen met de jongens.

Niet alle broeders doen dat. De twijfelende buitenstaander Bonaventura (in het stuk gespeeld door Aus Greidanus), ziet met lede ogen aan hoe de medebroeders, met Mansuetus (Bart Slegers) als grootste smeerlap, de leerlingen onder het mom van ‘tucht en orde’ misbruiken. Als Bonaventura de jonge weduwe Patricia (Maria Kraakman) ontmoet en op haar verliefd wordt, raakt hij steeds meer in existentiële twijfel: moet hij het pensionaat verlaten, of moet hij blijven om de jongens, op wie hij ook gesteld is, te beschermen?

De rijkdom van Brouwers’ taal

Deze toneelbewerking blijft op veel vlakken dicht bij de roman. Jibbe Willems, die de roman tot script heeft bewerkt, laat veel passages – niet alleen de vurige beelden, maar ook de ironie en de humor van de roman – letterlijk terugkomen. Voor lezers van de roman is deze rijkdom van Brouwers’ prachtige taal een feest van herkenning.

Die taal, of de taal an sich, heeft echter wel een erg prominente rol. Misschien soms wel iets te prominent. In zulke gevallen worden handelingen uitgesproken, in plaats van uitgebeeld. Bonaventura observeert dan vooral. Hij loopt bijvoorbeeld niet, maar zégt dat hij loopt. Zeker voor mensen die de roman niet hebben gelezen, kan die rijkdom aan taal eerder als een overdaad ervan worden gezien, wat ten koste gaat van de spanning van, en de betrokkenheid met het stuk.

Veelzijdige functie van het toneel

Het is daarentegen mooi hoe Van Erp samen met scenograaf Andrew Lieberman de beklemming van de roman op het toneel brengt. Dat komt al naar voren in de esthetisch erg sterke openingsscène. De broeders zingen in het Latijn tot God. Hun gezang klinkt aanvankelijk uiterst kwetsbaar en devoot, maar wanneer de jongens Mark Freelink (Joep Paddenburg) en Wil van Lanschot (Achraf Koutet) in voetbaltenue verschijnen en met elkaar stoeien, ontstaat er craquelé in het vrome gedrag van de broeders. De nietsverhullende kleding van de jongens staat in seksueel contrast met de bedekkende pij van de broeders. Daar zijn de broeders zich maar al te goed van bewust…

Het decor is overigens geen pensionaat met allerlei krochten, maar een kille open ruimte. Vanaf de zijlijn kijkt iedere broeder vanachter zijn eigen raam op het toneel. Zij zien alles, zowel het gedrag van de leerlingen, dat ze graag als aanleiding nemen om hen te straffen, als elkaars wangedrag. Geen van hen doet daar echter iets tegen.

Tegelijkertijd staat het toneel, die ropen ruimte, ook symbool voor Bonaventura’s eigen binnenkamer. Dit verklaart wellicht de overdaad aan taal. Immers, Bonaventura’s observeert alles. De visualisering van Bonaventura’s psyche maakt Van Erp ook duidelijk door Patricia aanvankelijk als  fysieke afwezige tegen Bonaventura te laten praten. In het klooster zijn vrouwen verboden, maar in gedachten laat Bonaventura haar stiekem toe. Ze luistert naar zijn verhalen, geeft commentaar op het gedrag van de medebroeders en spoort hem aan om zich te ontdoen van zijn verstikkende pij en bij haar te komen. Daar slaagt ze stukje bij beetje in.

Voor Bonaventura haar ontmoet, is zijn wereld somber en kil – zoals het toneel. Maar wanneer Maria Kraakman als Patricia het podium betreedt, wordt zijn leven kleurrijk. Dit wordt letterlijk uitgebeeld door de feestelijke achtergrondkleuren en dito muziek. Met Kraakmans komst als Patricia begint het ook in de zaal te bruisen. Waar het stuk tot dan toe wel erg kil en neerslachtig blijft, komt er nu wat meer leven in de brouwerij.

Sterk acteerwerk tegenover tamelijk vlakke bijfiguren

Kraakman speelt de gevatte, humoristische Patricia zonder problemen. Haar gewaagde opmerkingen staan in mooi contrast met de bedeesdheid van Aus Greidanus, die overigens overtuigt als Bonaventura. Hij zet de twijfel en hulpeloosheid van zijn personage treffend weer.

Ook de andere acteurs zetten hun rol sterk neer. Bart Slegers speelt de smerige Mansuetus erg krachtig. Die kracht komt aan het einde, wanneer Mansuetus zich op beestachtige wijze aan Mark Freelink vergrijpt, extra aangrijpend terug.

Het is alleen jammer dat sommige personages vooral als passant in het leven van Bonaventura fungeren. De relatie tussen Mark Freelink en Wil van Lanschot bijvoorbeeld wordt in dit stuk al meer als liefde neergezet, maar de uitwerking van die relatie komt nog niet dusdanig uit de verf om echt te beklijven. Zelfs Patricia, hoe humoristisch ook, blijft als personage tamelijk oppervlakkig. Haar emoties over Bonaventura’s besluiteloosheid komen nauwelijks aan bod. En dat terwijl zij stukje bij beetje Bonaventura’s binnenwereld openbreekt.

Esthetisch slot als loutering

Het is uiteindelijk dankzij haar dat Bonaventura het pensionaat (wederom letterlijk) de rug toekeert. In de slotscène, die zich afspeelt tijdens Pasen en die net als de openingsscène een esthetisch hoogtepunt is, roept Patricia, als een heilige Maria, vanaf het balkon in de zaal Bonaventura tot zich. Terwijl de andere broeders hypocriet hun vrome liederen zingen, kiest Bonaventura voor zijn bevrijding.  Zo geeft  Van Erp met deze toneelbewerking de symboliek van de roman sterk weer. Hij kaart niet alleen de misstanden in de katholieke kerk aan, maar laat ook zien dat er nog altijd hoop op loutering is.

 

Theater / Voorstelling

Klucht zolang het nog kan

recensie: De Nationale Opera - Il Barbiere di Siviglia

Lotte de Beer behoudt in het prachtig vormgegeven Il Barbiere di Siviglia de bekende kluchterige toon, maar aan de randen knaagt een op handen zijnde revolutie.

De Nationale Opera brengt met Il Barbiere di Siviglia een van de beroemdste opera buffa’s (komische opera’s) op de planken. Regisseur Lotte de Beer toonde in onder meer The New Prince al haar hang naar visuele overdaad. Ook deze klassieker is vanaf het begin een lust voor het oog. De Nationale Opera zou echter De Nationale Opera niet zijn als er onder al die beeldenpracht niet iets zou wringen.

Oogkleppen

Foto: Marco Borggreve

Rossini’s vroege meesterwerk – hij schreef de opera op zijn 24ste – is gebaseerd op de komedie Le Barbier de Séville ou la Précaution inutile van Pierre Beaumarchais uit 1772. In dit verhaal probeert graaf Almaviva (René Barbera) zijn geliefde Rosina (Nino Machiadze) te trouwen door in verschillende vermommingen het huis van haar voogd Bartolo (een briesende Misha Kiria) binnen te komen. Almaviva krijgt hierbij hulp van de titelheld, Figaro (Davide Luciano).

Rossini zag in het verhaal vooral een draaideurklucht die als vehikel diende om zijn virtuoze muzikale humor tentoon te spreiden. Het toneelstuk van Beaumarchais is echter ook een maatschappelijke satire waarin de geest van de Franse Revolutie al rondwaart. Beide kanten komen in De Beers regie aan bod. De kern van het verhaal is een traditionele opera buffa en speelt zich nog af binnen een overzichtelijk aristocratisch systeem (een levensgroot poppenhuis met meerdere kamers). Via de kiertjes sluipen anonieme sansculotten het huis binnen. Hebben de personages wel door dat hun huis wordt leeggeroofd?

Overdadige onvrijheid

Foto: Marco Borggreve

Producties van De Nationale Opera blinken vaker uit in imposante decors en kostuums, maar ontwerper Julian Crouch steelt hier de show vanaf de ouverture. Hij schotelt ons een parade voor van dansende taarten en cupcakes, maar ook van herderinnetjes en – iets minder zoet – onthoofde vijanden van de revolutie. Via een stijl die duidelijk geïnspireerd is op de 18de eeuw, maar ontegenzeggelijk modern is, laat hij al in de eerste minuten zien dat er hier sprake is van een systeem van exorbitante weelde en tegelijkertijd, zeker in het geval van Rosina, een gebrek aan vrijheid.

De Beer vertelt tegelijkertijd Rossini’s en Beaumarchais’ Barbier van Sevilla. Beide perspectieven zetten het andere weer in een nieuw daglicht. Een enkele keer komt de focus in het gedrang, met chaos tot gevolg. Tegelijkertijd zit er in die chaos misschien wel de belangrijkste les van de voorstelling: juist in die verwarrende momenten is het noodzaak goed om je heen te blijven kijken. De personages zijn te zeer bezig met hun eigen verwikkelingen en hebben niet door dat er gewelddadig aan de stoelpoten van hun gezag wordt gezaagd. Is het een waarschuwing aan een bezadigd operapubliek? Hoe het ook zij, hou je hoofd erbij, de revolutie is onomkeerbaar.

Jungle By Night - Livingstone
Muziek / Achtergrond
special: Voorbeschouwing – Jungle by Night @ Carré
Jungle By Night - Livingstone

Releaseshow Livingstone

Jungle by Night is geen onbekende naam meer in de Nederlandse en internationale muziekwereld. De mannen, toen nog jongens, brachten in 2010 hun eerste EP ET/Get Busy uit. De band bestaat uit blazers, gitaar, toetsen, bas en veel percussie. De instrumentale muziek is vooral erg dansbaar met allerlei invloeden zoals jazz, dance en afrobeat. Vanaf 2010 is er bijna elk jaar een album en/of EP uitgebracht en hebben de mannen daarnaast meer dan 450 shows in 24 verschillende landen gedaan.

Nieuw album

Sinds enkele dagen ligt het nieuwe album Livingstone in de winkels. De plaat bevat 11 nummers, waarvan ‘Hangmat’ in oktober als voorproefje was uitgebracht. Dit nummer geeft een goede eerste indruk van het album. De mannen gaan met deze plaat een net iets andere kant op dan met hun vorige werk. De sound is wat relaxter, zwoeler, en hier en daar wat elektronischer. De nummers zijn gelaagder en klinken helderder.

Carré

De band heeft met het nieuwe album al vier optredens achter de rug, maar 24 november zal de officiële releaseshow zijn in Carré te Amsterdam. Dit is tevens de eerste keer dat de mannen in dit iconische theater zullen spelen. Het nieuwe album belooft dat het weer een swingend en overtuigend optreden als vanouds zal worden, waarbij zelfs de stoelen uit de zaal zullen worden gehaald voor de gelegenheid! Er zijn nog kaarten te krijgen, maar ze gaan hard. 8WEEKLY zal er sowieso bij zijn, dus lees hier na afloop wat wij ervan vonden!

Voor wie er niet bij kan zijn in Carré zijn er gelukkig nog genoeg andere kansen.

Live te bewonderen:

24 november – Carre – Amsterdam (official releaseshow)
29 november – Maassilo – Rotterdam
8 december – Oosterpoort – Groningen
9 december – AB – Brussel
11 december – Le Petit Bain – Parijs (Fr)
12 december – Laeroneuf – Lille (Fr)
29 december – Doornroosje – Nijmegen

 

oznor - Tito Paris
Muziek / Concert

Net als een warm bad thuis

recensie: Tito Paris @ De Doelen Rotterdam
oznor - Tito Paris

Wie zich net als ik afvraagt waarom Tito Paris zijn enige optreden in Nederland in Rotterdam doet, wordt op het verstrekte programma voorzien van uitleg. Rotterdam wordt beschouwd als het ‘elfde eiland’ van Kaapverdië. Als de zaal zich vult met vele Kaapverdiërs wordt al snel duidelijk waarom.

Het was vijftien jaar wachten op het nieuwe album van Tito Paris. Het wachten wordt uitstekend beloond met het verschijnen van Mim Ê Bŏ vorig jaar. Dit concert in De Doelen is feitelijk de albumpresentatie van het voornoemde album. Wanneer de zaal volgelopen is met een mix van Kaapverdiërs en native Nederlanders, betreedt Paris het podium met zijn band.

Honkvast

Tito Paris neemt plaats op zijn stoel midden op het podium, uiteraard getooid met zijn onafscheidelijke pet. Hij bespeelt een bijzondere gitaar met geheel opengewerkte kast; deze elektrische gitaar klinkt als een akoestische variant. Zijn band bestaat uit Manual Paris op bas, Moïses Ramos op toetsen, Pericles Paris op drums, Stephan Almelda op cavaquinho (een soort gitaar) en een sterrol voor saxofonist José Pereira. De band speelt geolied en staat volledig in dienst van Tito Paris. Alleen saxofonist Pereira komt gedurende het optreden in beweging en toont zijn emotie rond de muziek.  De rest van de band is vooral heel honkvast.

Paris verlaat maar zelden zijn stoel; hij zit relaxed als middelpunt op het podium, terwijl de muziek daar echt geen aanleiding voor geeft. Rust wordt niet bepaald uitgestraald door het warme optreden met prachtige ritmes. Het staat zelfs in schril contrast met de  fraaie tonen die ons bereiken. Het is allemaal even geïnspireerd alsmede perfect gespeeld. Toch kan Paris nauwelijks onbeweeglijk blijven met zijn band, waarmee het publiek gedurende het concert ook langzaam de bewegingen volgen. De muziek klinkt als de Buena Vista Social Club en doet zo het goede gevoel van jaren geleden herleven. Met zijn morna’s en coladeira’s uit Kaapverdië mengt hij Cubaanse invloeden tot een heerlijke muzikale traktatie.

Memorabel

Het optreden opent met ‘Morna PVV’. Pas bij het derde nummer gaat Paris naar het titelnummer van zijn nieuwe album en speelt ‘Mim Ê Bŏ’. Hij betrekt het publiek bij zijn spel door hen gebaren te laten maken ter ondersteuning van het prachtige liedje en volgt het op met het openingsnummer van het album. Tegen het einde van de show betreedt een wat oudere dame het podium om rond Paris heen te dansen. Er wordt tot driemaal toe getracht haar met zachte hand door beveiligers en bandondersteuners van het podium te halen. Wanneer Paris na ‘Danca Ma Criola’ het podium verlaat gaan de zaallichten heel even aan om vervolgens weer snel te doven. Met een gloedvolle vertolking van ‘Sodade’, het overbekende nummer van de Kaapverdische Eilanden, sluit Tito Paris een warm, memorabel en vooral krachtig optreden af. Misschien duurt het wel weer 15 jaar voor we hem terugzien op Nederlandse bodem.

Zaaloverzicht met Dapne (1939) - Foto van Museum Beelden aan Zee
Kunst / Expo binnenland

Een zee van beelden aan zee

recensie: Recensie: Ossip Zadkine ǀ Zadkine aan zee
Zaaloverzicht met Dapne (1939) - Foto van Museum Beelden aan Zee

Als de naam Zadkine wordt genoemd, denk je meestal direct aan het beeld De verwoeste stad (1953) in Rotterdam. Daar blijft het dan wel zo’n beetje bij. Deze tentoonstelling geeft echter ook een andere kijk op het oeuvre van deze beeldend kunstenaar.

Bij binnenkomst in het museum word je overweldigd door een ‘zee’ van beelden in één ruimte. Om enige rust in de tentoonstelling te brengen, hebben de makers geprobeerd de ruimte te verdelen door er een aantal schermen in te plaatsen. Bovendien zijn de beelden allemaal voorzien van een nummer dat je kunt vinden op een lijst die je aan het begin van de tentoonstelling meekrijgt.

Vrouwenkop, Beelden aan Zee (1).-013405

Vrouwenkop, Beelden aan Zee (1).-013405

Taille Direct

Zadkine wordt in 1888 in Vitebsk (het huidige Wit-Rusland) geboren, maar vestigt zich op tweeëntwintigjarige leeftijd in Parijs. Daar leert hij veel gerenommeerde kunstenaars kennen. Zijn eerste werken dateren van het begin van de twintigste eeuw. Zadkine begint zijn carrière als beeldhouwer van de ‘taille directe’. Dit betekent dat hij zijn beelden maakt zonder voorstudie en direct het hout en steen bewerkt. Daarbij laat hij zich leiden door de vorm van het materiaal, waardoor ze een primitieve uitstraling hebben. De tentoonstelling toont geweldige voorbeelden daarvan, onder andere Vrouwenkop (1922) waarin het houtblok met deuk nog goed is te zien en Daphne (1939), gehakt uit iepenhout.

Thema’s

In de jaren twintig maakt hij onder invloed van het kubisme sterk gestileerde beelden, zoals La Belle Servante (1926). Naast hout en steen werkt hij nu ook in brons. Zijn thema’s komen uit de mythologie en het dagelijks leven. Zadkine is gefascineerd door muziek en zelf improviseert hij op de accordeon. Dat thema keert veelvuldig terug in zijn werk.

La Belle Servante, 1926, Bronze, 3/5, Susse Fondeur, Paris, Signé : O.Z., 103 x 35 x 27 cm, Inv. MZS 171

La Belle Servante, 1926, Bronze, 3/5, Susse Fondeur, Paris, Signé : O.Z., 103 x 35 x 27 cm, Inv. MZS 171

In de jaren dertig wordt zijn werk wat losser en beweeglijker. Hij werkt met holten en volume en werkt zijn beelden driedimensionaal uit. Het statische maakt plaats voor dynamiek. Zadkine blijft zich ontplooien. Zijn werk wordt steeds expressiever. Opvallend zijn handen die veelvuldig voorkomen in zijn werk; vredige –, reikende -, omklemmende -, en wanhopige handen.

Zadkine is ook geboeid door Vincent van Gogh. Hij reist in zijn voetsporen, leest zijn brieven en maakt verschillende beeldjes van hem.

Orpheus

Zadkine is zeer geïnteresseerd in de mythologische figuur Orpheus. De legende gaat dat deze met zijn lier mensen, dieren en zelfs stenen wist te ontroeren en het kwaad in de wereld op afstand probeerde te houden.
Op de tentoonstelling zijn er verschillende beelden van hem te zien in hout en brons. Later zal Zadkine steeds meer geboeid raken door deze zanger en dichter uit de Griekse oudheid. Hij voelt net als Orpheus dat vreugde en verdriet dicht bij elkaar liggen.

Invloed van de oorlog

Een beeld dat grote indruk maakt is De Gevangene (1943). Zadkine verblijft tijdens de Tweede Wereldoorlog in de Verenigde Staten, waar hij naar toe gevlucht was vanwege zijn Joodse achtergrond. Dat hij zich bezighield met de verschrikkingen van de oorlog en zijn concentratiekampen, blijkt uit dit beeld. Een vrouw omringd door tralies, die zij met haar handen omklemt. De intens droeve blik waarmee zij naar buiten kijkt doet je huiveren. Dit beeld is niet zomaar gewoon een beeld, maar vat het lot van een heel volk samen.

Schreurs_BAZ-Zadkine-DeVerwoesteStad

Schreurs_BAZ-Zadkine-DeVerwoesteStad

Na de Tweede Wereldoorlog maakt hij beroemde herdenkingsmonument De verwoeste stad (1951-1953) voor Rotterdam. Zadkine zit in de trein al hij in de verte de vernietigde stad ziet. Hij geeft het beeld vorm met een heftige expressie van ten hemel geheven handen en een groot gat op de plaats waar het hart zou moeten zitten, symbool van een wanhopige stad zonder hart.

De tentoonstelling omvat zoveel beelden, dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Ondanks de ‘hulpmiddelen’ is het moeilijk de nummerlijst te volgen, vooral als het druk is. Met een iets minder uitgebreide tentoonstelling waren de beelden beter tot hun recht gekomen.