Tag Archief van: rock

Muziek / Concert

Leren broek aan en gaan!

recensie: The Struts en Barns Courtney - The Grand Union Tour in 013, Tilburg

Toen frontman Luke Spiller van The Struts hun tour met Barns Courtney aankondigde met de woorden dat hij niet kon wachten om met zijn ‘partner in rock’ op pad te gaan, wisten rockliefhebbers dat ze iets bijzonders te wachten stond. Tijdens de Grand Union Tour delen de Britten Barns Courtney en The Struts hun plek als headliner. Op 9 oktober streken ze neer in poppodium 013 in Tilburg, dat die avond omgetoverd werd tot een walhalla voor fans van oldskool rock ’n roll.

The Struts en Barns Courtney delen een basis in rock met invloeden van glamrock en classic rock. Maar waar The Struts uitblinken in meeslepende nummers vol theatrale flair, kiest Barns Courtney voor een iets rauwere sound met inspiratie uit zowel punk als blues. Het voorprogramma verzorgen van deze muzikale powerhouses zal geen gemakkelijke taak zijn, maar het is aan de Amerikaanse singer-songwriter James Bruner om die klus te klaren.

Een korte warming-up

Als Bruner – voor velen een nog onbekende artiest – om 19:00 uur zijn set begint, is de zaal nauwelijks halfvol. De zanger begint rustig, zijn gezang alleen ondersteund door zijn eigen gitaar. Maar schijn bedriegt en rustig blijft het zeker niet: de voltallige band voegt zich bij de zanger, de muziek wordt ruiger en de zaal stroomt vol. In amper een halfuur tijd zorgen de Amerikanen voor een bruisend optreden, waar al een tipje van de sluier wordt opgelicht voor een ouderwets potje rocken.

Krachtige podiumuitstraling en hilarische publieksinteracties

Zodra de eerste co-headliner het podium betreedt, wordt vrij gauw duidelijk dat de voorraad Duracel-batterijen nog lang niet op is. Sterker nog, deze voorraad is nog nauwelijks aangebroken. Barns Courtney en zijn band stormen het podium op en trappen de avond af met het aanstekelijke ‘Fun Never Ends’. Vanaf de eerste noot weten ze de aandacht van het publiek te grijpen, niet alleen door hun opvallende outfits, maar vooral door hun krachtige podiumuitstraling. De energie van Barns Courtney lijkt onuitputtelijk: op het ene moment staat hij boven op het drumstel te poseren, om vervolgens het publiek in te duiken voor een ronde crowdsurfen. Zelfs zijn microfoon wordt onderdeel van de theatrale act, wild rondgezwaaid aan zijn kabel en meermaals door de lucht gesmeten.

Gitarist Andrew Martin (vooraan) met zanger Barns Courtney die op het drumstel is geklommen.

De show is een aaneenschakeling van onverwachte momenten en verrassende interacties. Zo laat Courtney een man uit het publiek op het podium komen om polaroidfoto’s te maken en zorgt een dame met duidelijke interesse in zijn drummer voor de nodige hilariteit. Barns Courtney weet precies hoe hij de menigte moet bespelen, en het publiek reageert daar luidkeels op. Hits als ‘Glitter & Gold’ en ‘Fire’ krijgen de grootste reacties, maar zelfs degenen die niet echt bekend zijn met de band, verlaten als nieuwe fans de zaal – inclusief ondergetekende.

Ondanks de speelse publieksinteracties draait de avond in de eerste plaats om een strakke muzikale show. Zeker de chemie tussen zanger Courtney en gitarist Andrew Martin springt in het oog en voegt nog meer energie toe aan het optreden. Deze avond bewijst één ding: de muziek van Barns Courtney klinkt goed op CD, maar komt pas écht tot leven op het podium.

Charismatische primadonna en frontman

Zanger Luke Spiller en bassist Jed Elliot

Na de explosieve set van Barns Courney zou je verwachten dat de energie in de 013 niet meer verder op te voeren is, maar The Struts doen dit met gemak. De band opent met de knaller ‘Primadonna Like Me’ en weet daarmee direct de vonk op het publiek over te laten slaan. In hun matchende zwart-paarse kleding, afgewisseld met leer en glitter, speelt de band hit na hit en krijgt de zaal mee in zowel zang als dans. Als verrassing kijgt de zaal zelfs een voorproefje van de nog niet uitgebrachte single ‘Can’t Stop Talking’. Hoewel meezingen met een onbekend nummer een uitdaging lijkt, weet zanger Luke Spiller de zaal razendsnel de tekst te leren, zodat iedereen in no-time uit volle borst mee kan zingen.

The Struts weten van de hele avond een ware glamrockshow te maken, zonder dat het geforceerd aanvoelt. Spiller is een geboren showman en de theatrale poses rollen daar natuurlijk uit voort, wat zeker tijdens nummers als ‘Dirty Sexy Money’ en ‘Too Good At Raising Hell’ naar voren komt. Met zijn unieke maniertjes, energieke bewegingen, poses en krachtige zang wordt hij dan ook wel vergeleken met grootheden als Freddie Mercury en Mick Jagger. Daarbij is ook hij een ster in publieksinteractie, wat tot een hoogtepunt komt tijdens de sing-off bij het nummer ‘Put Your Money On Me’.

Gitarist Adam Slack

Spiller nodigde het publiek al bij eerdere nummers uit om mee te zingen door verschillende kanten van de zaal aan te wijzen, maar bij deze sing-off komt hij zelf de zaal in. Hij splitst de zaal in tweeën en laat beide helften tegen elkaar op zingen. Terug op het podium geeft hij aan dat veel bands de energie van hun publiek meten aan het volume van hun geschreeuw, maar hij vindt dat het tegenovergestelde eigenlijk bijzonderder is. Hij start een stilte-experiment en weet hiermee binnen een seconde de hele zaal te bevriezen, om die vervolgens op zijn teken weer helemaal los te laten barsten. Op zulke momenten maken The Struts duidelijk dat hun shows niet alleen om hen draaien, maar dat juist het publiek een essentiële rol speelt in de gehele concertervaring.

Het enige minpunt van zo’n avond is: we willen meer! Een concert met co-headliners betekent twee steengoede acts, die ieder slechts 75 minuten kunnen spelen. Hoewel de combinatie van The Struts en Barns Courtney goed gevonden is, zijn deze bands het ieder waard om een volledige eigen show te spelen. En hoewel de bands onderling duidelijk verschillen, vinden ze elkaar in liefde voor glamrock en de bijbehorende extravagante outfits en poses. Een avond met The Struts en Barns Courtney is een avond vol oldskool rock ’n roll. Bij twijfel, trek gewoon je leren… eh, glitterbroek aan en ga! Het wordt gegarandeerd een groot feest.

 

Muziek / Concert

Leren broek aan en gaan!

recensie: The Struts en Barns Courtney - The Grand Union Tour in 013, Tilburg

Toen frontman Luke Spiller van The Struts hun tour met Barns Courtney aankondigde met de woorden dat hij niet kon wachten om met zijn ‘partner in rock’ op pad te gaan, wisten rockliefhebbers dat ze iets bijzonders te wachten stond. Tijdens de Grand Union Tour delen de Britten Barns Courtney en The Struts hun plek als headliner. Op 9 oktober streken ze neer in poppodium 013 in Tilburg, dat die avond omgetoverd werd tot een walhalla voor fans van oldskool rock ’n roll.

The Struts en Barns Courtney delen een basis in rock met invloeden van glamrock en classic rock. Maar waar The Struts uitblinken in meeslepende nummers vol theatrale flair, kiest Barns Courtney voor een iets rauwere sound met inspiratie uit zowel punk als blues. Het voorprogramma verzorgen van deze muzikale powerhouses zal geen gemakkelijke taak zijn, maar het is aan de Amerikaanse singer-songwriter James Bruner om die klus te klaren.

Een korte warming-up

Als Bruner – voor velen een nog onbekende artiest – om 19:00 uur zijn set begint, is de zaal nauwelijks halfvol. De zanger begint rustig, zijn gezang alleen ondersteund door zijn eigen gitaar. Maar schijn bedriegt en rustig blijft het zeker niet: de voltallige band voegt zich bij de zanger, de muziek wordt ruiger en de zaal stroomt vol. In amper een halfuur tijd zorgen de Amerikanen voor een bruisend optreden, waar al een tipje van de sluier wordt opgelicht voor een ouderwets potje rocken.

Krachtige podiumuitstraling en hilarische publieksinteracties

Zodra de eerste co-headliner het podium betreedt, wordt vrij gauw duidelijk dat de voorraad Duracel-batterijen nog lang niet op is. Sterker nog, deze voorraad is nog nauwelijks aangebroken. Barns Courtney en zijn band stormen het podium op en trappen de avond af met het aanstekelijke ‘Fun Never Ends’. Vanaf de eerste noot weten ze de aandacht van het publiek te grijpen, niet alleen door hun opvallende outfits, maar vooral door hun krachtige podiumuitstraling. De energie van Barns Courtney lijkt onuitputtelijk: op het ene moment staat hij boven op het drumstel te poseren, om vervolgens het publiek in te duiken voor een ronde crowdsurfen. Zelfs zijn microfoon wordt onderdeel van de theatrale act, wild rondgezwaaid aan zijn kabel en meermaals door de lucht gesmeten.

Gitarist Andrew Martin (vooraan) met zanger Barns Courtney die op het drumstel is geklommen.

De show is een aaneenschakeling van onverwachte momenten en verrassende interacties. Zo laat Courtney een man uit het publiek op het podium komen om polaroidfoto’s te maken en zorgt een dame met duidelijke interesse in zijn drummer voor de nodige hilariteit. Barns Courtney weet precies hoe hij de menigte moet bespelen, en het publiek reageert daar luidkeels op. Hits als ‘Glitter & Gold’ en ‘Fire’ krijgen de grootste reacties, maar zelfs degenen die niet echt bekend zijn met de band, verlaten als nieuwe fans de zaal – inclusief ondergetekende.

Ondanks de speelse publieksinteracties draait de avond in de eerste plaats om een strakke muzikale show. Zeker de chemie tussen zanger Courtney en gitarist Andrew Martin springt in het oog en voegt nog meer energie toe aan het optreden. Deze avond bewijst één ding: de muziek van Barns Courtney klinkt goed op CD, maar komt pas écht tot leven op het podium.

Charismatische primadonna en frontman

Zanger Luke Spiller en bassist Jed Elliot

Na de explosieve set van Barns Courney zou je verwachten dat de energie in de 013 niet meer verder op te voeren is, maar The Struts doen dit met gemak. De band opent met de knaller ‘Primadonna Like Me’ en weet daarmee direct de vonk op het publiek over te laten slaan. In hun matchende zwart-paarse kleding, afgewisseld met leer en glitter, speelt de band hit na hit en krijgt de zaal mee in zowel zang als dans. Als verrassing kijgt de zaal zelfs een voorproefje van de nog niet uitgebrachte single ‘Can’t Stop Talking’. Hoewel meezingen met een onbekend nummer een uitdaging lijkt, weet zanger Luke Spiller de zaal razendsnel de tekst te leren, zodat iedereen in no-time uit volle borst mee kan zingen.

The Struts weten van de hele avond een ware glamrockshow te maken, zonder dat het geforceerd aanvoelt. Spiller is een geboren showman en de theatrale poses rollen daar natuurlijk uit voort, wat zeker tijdens nummers als ‘Dirty Sexy Money’ en ‘Too Good At Raising Hell’ naar voren komt. Met zijn unieke maniertjes, energieke bewegingen, poses en krachtige zang wordt hij dan ook wel vergeleken met grootheden als Freddie Mercury en Mick Jagger. Daarbij is ook hij een ster in publieksinteractie, wat tot een hoogtepunt komt tijdens de sing-off bij het nummer ‘Put Your Money On Me’.

Gitarist Adam Slack

Spiller nodigde het publiek al bij eerdere nummers uit om mee te zingen door verschillende kanten van de zaal aan te wijzen, maar bij deze sing-off komt hij zelf de zaal in. Hij splitst de zaal in tweeën en laat beide helften tegen elkaar op zingen. Terug op het podium geeft hij aan dat veel bands de energie van hun publiek meten aan het volume van hun geschreeuw, maar hij vindt dat het tegenovergestelde eigenlijk bijzonderder is. Hij start een stilte-experiment en weet hiermee binnen een seconde de hele zaal te bevriezen, om die vervolgens op zijn teken weer helemaal los te laten barsten. Op zulke momenten maken The Struts duidelijk dat hun shows niet alleen om hen draaien, maar dat juist het publiek een essentiële rol speelt in de gehele concertervaring.

Het enige minpunt van zo’n avond is: we willen meer! Een concert met co-headliners betekent twee steengoede acts, die ieder slechts 75 minuten kunnen spelen. Hoewel de combinatie van The Struts en Barns Courtney goed gevonden is, zijn deze bands het ieder waard om een volledige eigen show te spelen. En hoewel de bands onderling duidelijk verschillen, vinden ze elkaar in liefde voor glamrock en de bijbehorende extravagante outfits en poses. Een avond met The Struts en Barns Courtney is een avond vol oldskool rock ’n roll. Bij twijfel, trek gewoon je leren… eh, glitterbroek aan en ga! Het wordt gegarandeerd een groot feest.

 

Muziek / Interview
special: Interview met Justin Young van The Vaccines

Complexe emoties, Nederlandse kunstschilders en muzikaal DNA

Zware en melancholische onderwerpen aansnijden en die juist opgewekt en euforisch doen klinken: dát is de magie die de Britse indierockband The Vaccines goed in de vingers heeft zitten. Op 12 januari 2024 brengen ze hun zesde studioalbum Pick-Up Full of Pink Carnations uit, waarna een tour door Europa en het Verenigd Koninkrijk volgt. Hoog tijd dus om frontman Justin Hayward-Young te vragen naar wat we van het nieuwste album kunnen verwachten, waar ze het meest naar uitkijken tijdens het touren, en hoe ze erbij zijn gekomen een Nederlandse kunstschilder te bezingen.

Een album schrijven over onderwerpen als het verlies van dromen, het verwerken van dit verlies, het verschil tussen plezier maken en écht blij zijn en het gat tussen verwachtingen en de realiteit lijkt niet de vrolijkste kost te zijn. The Vaccines laten echter al in de eerste twee singles ‘Heartbreak Kid’ en ‘Sometimes I Swear’ horen dat zware thematiek niet gelijk staat aan zware melodieën. Ze keren juist weer terug naar het DNA van The Vaccines: ouderwetse gitaarpop met een knipoog naar de jaren 60, gemengd met de nodige euforie vanuit het new wave genre. Met een tijdsverschil van negen uur tussen West-Amerika en Nederland, logde Malin ’s avonds in op Zoom om Young – tweede van rechts op de foto – de nodige vragen te stellen over het aanstaande album.

Het aanstaande album is alweer jullie zesde album. Zijn er nog enige zenuwen te bespeuren bij het maken en uitbrengen van zo’n album of voelt het ondertussen als routine?

Young vertelt dat hij denkt dat het een soort afspiegeling is van alles in het leven. Je ervaart een heel spectrum aan emoties bij het produceren van een nieuwe plaat. Hij vertelt: ‘En uiteraard is er een deel van mij, en ons, dat er nu met steeds meer vertrouwen aan werkt. Maar dan is er ook die verlammende angst, wetende dat mensen het zullen horen en een mening zullen hebben.’ Hij beschrijft dat er tussen het produceren van een album en het moment dat de eerste mensen het album luisteren een mooi periode aan gelukzaligheid zit. ‘In die tijd heb je een soort perfecte liefdesrelatie, en niemand heeft nog een mening. Het is deze tijdelijke gelukzaligheid die verloren gaat zodra iemand anders het hoort. Dus ik weet het niet, het is wel eng, maar op een leuke, spannende manier.’

Het vorige album (Back In Love City, red.) was een soort conceptalbum. Hierin werd elektronische muziek gecombineerd met rock. Wat kunnen onze lezers van het aankomende album verwachten?

Young legt uit dat hij denkt dat dit nieuwe album meer van het DNA van The Vaccines bevat, of in ieder geval het soort DNA waardoor mensen herkennen dat het van The Vaccines is. Hij vertelt: ‘Ik denk dat we altijd proberen uit te vinden wat dat DNA is en dat we ook proberen om verder te komen. We proberen erachter te komen wat The Vaccines tot The Vaccines maakt, en soms lukt dat minder. Maar we vinden het leuk om te proberen.’ Over hoe hij het komende album dan wel moet omschrijven, twijfelt hij een tijdje. Dan zegt hij lachend: ‘Het is een indierockplaat. Ik denk het. Ik weet het niet. Eerlijk gezegd vind ik de vragen die mij gesteld worden soms onmogelijk om te beantwoorden, ondanks dat ze gemakkelijk lijken. Daarom ben ikzelf denk ik geen journalist.’

Het was misschien ook wel een uitdagende vraag, laat me je helpen. Toen ik naar het album luisterde en de beschrijving las, bemerkte ik dat jullie ingewikkelde emoties behandelen in jullie liedjes. Terwijl de nummers zelf nog steeds opbeurend en hoopvol klinken.

Young beaamt dit en vertelt dat dat altijd zo is. Mensen kunnen van The Vaccines in emotionele zin altijd een combinatie van melancholie en euforie verwachten. Ze proberen altijd een balans tussen blijheid en verdriet te vinden.

Het lijkt mij best een uitdaging om deze werelden met elkaar te combineren. Hoe zorg je ervoor dat deze nummer zo opbeurend blijven klinken? De thema’s zouden namelijk best als deprimerend bestempeld kunnen worden.

Young: ‘Ik denk dat dat echt het leven is. Dit zijn de twee sterkste emoties: angst en hoop.’ Hij legt uit dat alles eindig is, maar: ‘Er is eigenlijk altijd hoop en ik denk dat die hoop krachtiger is dan angst. Ik denk dat dat is wat de mensheid vooruithelpt.’ Hij vertelt dat hoop altijd een rol speelt als hij zingt over zijn alledaagse bezigheden. ‘Ik denk dat, hoewel er angst, hopeloosheid, verlies, en dat soort dingen zijn, er ook altijd hoop zal zijn. Hoop dat verlies misschien ook tot ontdekkingen zal leiden. Ik ben hoopvol en de muziek weerspiegelt dat echt.’

Dit klinkt ook erg als veerkracht, dat mensen goed zijn in terugveren ondanks dat er tegenslagen op hun pad komen. We hebben altijd nog iets om naar uit te kijken.

Young: ‘Ja, helemaal mee eens!’

Het onderwerp van veerkracht doet me ook aan een ander nummer op het album denken, ‘Discount De Kooning (Last One Standing)’. Nu zijn wij als 8WEEKLY een online cultuurblad, dat naast een muziekredactie ook redacties heeft voor theater, films, boeken… en kunst! In dit nummer zing je over Willem De Kooning, een schilder wiens roots in Nederland liggen. Waarom hebben jullie voor hem gekozen?

Young vertelt grappend dat De Koonings Nederlandse origine en erfgoed natuurlijk zijn interesse hebben aangewakkerd, maar dat hij een ander punt wilde maken. Young: ‘Ik wilde een dwaas, overdreven punt maken over het gevoel dat ik in bepaalde situaties geen waarde heb. En De Kooning is duidelijk een bekend persoon, ik geloof dat zijn kunst op sommige veilingen voor meer verkocht is dan een Picasso of Van Gogh. Ik geloof dat hij, zeker voor een tijdje, het record had voor het meest dure kunstwerk ooit verkocht.’ Hij voegt eraan toe dat hij niet zeker weet of dit nog steeds het geval is, maar dat het wel ooit zo was. Het feit dat ‘Discount De Kooning’ ook nog allitereert was al helemaal handig voor de band.

Nu hebben we natuurlijk ook naar de rest van het album geluisterd. In de omschrijving stond een quote over dat een goed Vaccines album altijd klinkt als een verzameling van singles. Als alle nummers zoveel potentie hebben, zijn er dan nog specifieke nummers waar je naar uitkijkt om live te spelen?

Young vertelt dat ze altijd veel plezier hebben als ze hun nieuwe nummers live mogen spelen. Met alweer zes albums in hun repertoire is het echter lastig om een setlist samen te stellen. Ze willen natuurlijk een goede balans vinden tussen nieuwe nummers en oude favorieten van de fans. Young: ‘Het is heerlijk om nieuwe liedjes in de set te verwerken en te ontdekken welke een vaste plek op de setlist blijken te veroveren.’ Welke nummers dit zijn is echter giswerk, dat is pas duidelijk als het publiek de nummers hoort en besluit welke hun favorieten gaan zijn. De band is van mening dat alle nieuwe liedjes goed zouden werken in een liveoptreden en is nieuwsgierig naar de live reacties van het publiek.

Je geeft dus aan dat die balans soms moeilijk te vinden is en fan-favorieten lastig te voorspellen zijn. Zijn er dan singles die jullie als band zat zijn om live te spelen, maar die wel op de setlist staan omdat het favorieten van de fans zijn?

Na korte uitleg over wat een vriendenboekje is, had Young aan het einde van het interview nog tijd om enkele vragen te beantwoorden voor in 8WEEKLY’s vriendenboek.

De frontman reageert meteen ontkennend en vertelt: ‘Ik denk echt dat als je hetzelfde nummer elke nacht speelt en dat voor dagen, weken, maanden, jaren op een rij, dat je je eigen vogue traditie er omheen bouwt. Het nummer dat je speelt raakt steeds verder verwijderd van de oorspronkelijke opname.’ Hij vervolgt: ‘Tenzij je als artiest zelf de opname terugluistert, is de live versie de enige die voor jou bestaat. En die versie, die verander je elke keer weer om het interessant te houden. Ik denk dat dat het hele punt is van livemuziek, dat er een gevoel van gemeenschap en connectie ontstaat. Het is een krachtig gevoel als weet-ik-veel hoeveel mensen een van je populaire liedjes naar je terug zingen vanuit het publiek.’ Young legt uit dat op deze manier liedjes elke avond weer nieuw leven worden ingeblazen. Nummers zoals ‘Wet Suit’ klinken tijdens het oefenen als de saaiste liedjes ooit, maar live ontstaat er een nieuw, krachtig iets. Het nummer wordt een soort gemeenschappelijke ervaring van de band en het publiek samen, en dat is volgens Young iets dat nooit zal vervelen.

Helder, ik ben enorm benieuwd naar hoe alles live gaat klinken als we er in Amsterdam bij zijn. Bedankt voor je tijd en: tot dan!

 

The Vaccines gaan na de release van hun album ‘Pick-Up Full of Pink Carnations’ meteen touren. Op 17 januari spelen ze in Paradiso in Amsterdam en op 18 januari in Ancienne Belgique in Brussel. Ben jij benieuwd welke nieuwe nummers een vaste plek gaan veroveren op de setlist? De concerten zijn nog niet uitverkocht, dus zorg ervoor dat jij er bij bent!

Muziek / Concert

Protestpunk van Hang Youth verhit de gemoederen

recensie: Hang Youth – Patronaat

De neopunksensatie Hang Youth schopt met puntlaarzen tegen de maatschappelijke schenen. Met hun linkse teksten zijn ze een vaste gast bij demonstraties en een absolute firestarter, in de woorden van The Prodigy. De punkmuziek is weer helemaal terug, en daarmee eveneens de protestliederen. Hang Youth is de stem van de hedendaagse onlust.

Al hun nummers hebben titels met kapitalen en zijn vaak een klare samenvatting van de inhoud. Met GECENTRIFUGEERDE MEMEPUNK duidt Hang Youth zichzelf als band, maar het is net zo goed als scherts te lezen. Toch duren hun nummers vaak niet langer dan een minuut en soms zelfs maar tien seconden – alsof je door een X-stream heen scrolt. Alles bondig en vaak humoristisch. Ook gericht op de steeds korter wordende spanningsboog van nu. Hun nieuwste EP duurt bij elkaar niet meer dan zeven minuten, het album ervoor zestien.

Haat tegen kapitalisme?

De frontman blikt tijdens het concert op de playlist: ‘Oké, dit was nummer 21. We gaan er 50 voor jullie spelen.’ Verderop: ‘Dit was nummer 29.’ Maar hé, wacht eens even, lopen ze hiermee niet zelf in de kapitalistische val waar ze op afgeven in het nummer JE HAAT GEEN MAANDAG, MAAR HET KAPITALISME? Waarin de vrije wil onder druk staat door verplichtingen die je hebt bij een betalende begunstiger – hier het poppodium. Dat ze niet meer dan hun lijstje aflopen om er maar van af te zijn? Je weet het soms niet bij de band, ook gezien het hoge kunstgehalte. Sowieso sijpelt overal de ironie tussen door. Zelfs in het decor met allerlei cynisch opgehangen vlaggen: je ziet het logo van Shell, van McDonalds, maar ook de VVD en de PVV.

Generationele onvrede

‘Ik snap wel dat het bestaat, maar het is gewoon kankerkrom geregeld! Belastingdienst! Belastingdienst!’

Hang Youth haakt overduidelijk in op de maatschappelijke onvrede. Oké, misschien zijn hun eisen soms wat gechargeerd en toornig, maar dat mag als je ontevreden bent; in woede schuilt ook hoop. Het neoliberalisme begint steeds meer te wankelen op zijn voetstuk, het zou zo maar kunnen dat het een keer tegen de grond dondert. Velen zullen dansen op het lijk. Net zo energiek als het publiek van het concert, dat alle songteksten mee weet te brullen.

‘Wie heeft 9/11 meegemaakt?’ of ‘Wie heeft zijn rijbewijs?’ vraagt de band bij intermissies. De helft van de mensen stemt maar in. De concertbezoekers zijn inderdaad veelal jong, en overduidelijk links – als je daar al uiterlijke karakteristieken aan kunt hangen. Het is de generatie van het protest. Die net als Greta Thunberg al van kinds af aan meedoet met de klimaatdemonstraties en haar stem laat horen in de debatten over klimaat, gender en ongelijkheid. De generatie die verbetering wil, maar die niet gehoord wordt, die het systeem veranderd wil zien worden, maar nul op rekest krijgt. De generatie die zich laat horen in het soepsmijten en Extinction Rebellion. Die zelfs contempleert over het opblazen van een oliepijpleiding omdat het water ons aan de lippen staat. STEEK DE MONA LISA IN DE FIK. Juist, die generatie.

Protestliederen in de tijdgeest

De energie van Hang Youth werkt als een dynamo voor een elektrisch geladen ruimte. Alleen waar eindigt deze hoogspanning? Heeft het een leven verder dan de oproer? En stoppen ze pas als het kapitalisme echt is gevallen? De droom van elke gefnuikte anarchist. De frontman Abel van Gilswijk is sowieso een bezig baasje. Hij is al in het theater beland met een show geïnspireerd op de filosofen Slavoj Žižek en Mark Fisher, heeft op hip-hop gebied eveneens een naam gecreëerd en is zelfs als acteur en presentator bezig. Zit dat wellicht het voortbestaan van de band in de weg? Of kunnen we nog meer verwachten?

Wat we sowieso weten is dat protestzangers altijd gewaardeerd zijn en dat altijd zullen blijven, kijk maar naar Bob Dylan, Nina Simone of in ons land Boudewijn de Groot. Als we dus over een paar decennia terugkijken op de huidige turbulentie zullen zij als een stem van een tijdperk gezien worden. Hang Youth is dus overduidelijk geschiedenis aan het schrijven. Daarom is er maar een advies: ga ze zien en aanschouw dit fascinerende stukje tijdgeest.

 

Hang Youth is op 5 november 2023 nog te zien in Podium Victorie, Alkmaar

Muziek / Concert

De koningin van de slidegitaar op volle sterkte

recensie: Erja Lyytinen @ Heyhoef Backstage te Tilburg
Erja LyytinenJoost Festen

Erja Lyytinen heeft inmiddels veel albums op haar naam staan. Toch is haar bekendheid in Nederland nog maar net aan het opklimmen. Lyytinen wordt de koningin van de slidegitaar genoemd bij de introductie voor het concert. Zij is nu met haar powertrio op tournee. Haar concert in Tilburg wordt bezocht door echte liefhebbers. Lyytinen speelt bijna anderhalf uur op volle sterkte en begeeft zich met plankgas naar het slot. Eén bonk adrenaline spat van het podium!

Samen met drummer Olli Huttunen en bassist/zanger Heikki Saarenkunnas weet Erja Lyytinen het aanwezige publiek aan haar te plakken. De kleine zaal van Heyhoef Backstage is warm, zo warm dat Lyytinen vraagt om wat handdoeken, die haar ook prompt worden aangeboden. Die warmte betreft overigens niet alleen de fysieke temperatuur, maar al snel ook de enorme energie die deze dame het publiek in weet te stuwen.

Voorafje naar hoofdschotel

Het voorafje Leaving Spirit is een jonge blues-/rockformatie uit Duitsland die nog meters moet maken op het podium. Deze jonge band weet op het podium beter uit de verf te komen dan op de albums die we via streaming kunnen beluisteren. Toch is de show niet overtuigend en is de performance niet vrij van schoonheidsfoutjes. De zangeres is nog jong en weet zich nog geen houding te geven, dat geeft een schoolse indruk. Haar zang is niet altijd even zuiver en doet afbreuk aan de gedegen begeleiding. Toch weet de band de gemoederen op te drijven richting de hoofdschotel van de avond.

Terwijl het podium grondig wordt verbouwd, wordt de zaal opgeluisterd met luide muziek, die het praten onmogelijk maakt. De opstelling wordt door de crew tot in detail meermalen gecontroleerd om te zorgen dat er niets aan het toeval wordt overgelaten om Erja Lyytinen en band volledig tot hun recht te laten komen. De hoofdtechnicus heeft het laatste woord of alles er tip-top bij staat en er ruimte gemaakt kan worden voor de band.

Drummer en bassist komen als eerste op en nadat Lyytinen het podium bestijgt weet ze alle aandacht op zich te vestigen.

Anderhalf uur plankgas!

Lyytinen laat er geen gras over groeien, ze laat het publiek direct horen dat zij het middelpunt van de belangstelling is en dat ze ons gaat bedienen van opperste vakmanschap. De koningin van de slidegitaar, zoals ze wordt aangekondigd, laat haar instrumenten én haar talent alle hoeken van de zaal zien. Haar vingervlugheid is uit de kunst in soms hele lange stukken die meermaals zeven minuten of langer weten te klokken.

Lyttinen heeft een stemgeluid dat prima past bij de blues, funky blues en bluesrock die ze ons voorschotelt, maar zou ook aansluiten bij bands als Within Temptation. Dus als ze daar om wat voor reden dan ook een invalster nodig hebben, dan zou het zomaar kunnen werken.

Hetzelfde theatrale dat daar past, weet Lyytinen als een volleerde performer ook het publiek in Heyhoef Backstage voor te schotelen. Het is geen seconde saai om de blik op het podium gericht te houden. Het is ook geen seconde saai in de oren. De band speelt een strakke en bijna perfecte set aan composities die allen een hoog tempo kennen. De energie van Lyytinen lijkt geen moment in te zakken, als het dat wel doet is dat voor luttele seconden om vervolgens weer onvermoeid verder te excelleren.

Onrust versus perfectie

Tijdens een van de songs lijkt Lyytinen even de controle te verliezen omdat er in haar ogen/oren iets hapert aan haar pedalen. Het is heel even aan haar gezicht af te lezen dat ze voelt dat ze de perfectie die ze nastreeft niet zal kunnen halen. Ze oogt even onrustig, zoekend naar de oorzaak en een oplossing voor haar probleem. Binnen een paar minuten, terwijl ze ‘Black Ocean’ gewoon doorspeelt, heeft ze alles weer onder controle en klaart haar blik helemaal op en weet ze het zinderende spel te hervatten.

Alle composities komen van haar keur aan albums en, wat later zal blijken, van haar nieuwe livealbum. Een kort moment speelt ze naar eigen zeggen een ‘Lullaby’ die al vrij snel overgaat in de bekende zinderende harde en snelle klanken. Heel af en toe weeft Lyytinen elementen van bekende liedjes in haar songs. Zo horen we een deel van de melodie weerklinken van ‘La Vie En Rose’.

Helaas laat Lyytinen nergens de ruimte om wat van haar ballads of semi-ballads te laten horen zoals we die o.a. van haar jongste studioalbum Waiting For The Daylight kennen. Dat wordt wel als een minpuntje van de show ervaren. Het had alles wat verfijnder gemaakt dan alleen maar plankgas naar het slot spelen. Zeker voor wie haar albums al wat langer kent, weet dat deze dame nog meer in haar mars heeft, dat kwam nu niet uit de verf.

Voor wie van bijvoorbeeld Ana Popovic houdt en Lyytinen nog niet kent, is er een wereld te ontdekken. Het op 6 oktober 2023 te verschijnen live album Diamonds On The Road (Live 2023) is wellicht een mooi startpunt met daarop wel een semi-ballad in de vorm van ‘Never Really Had You’. Vergeet bij die kennismaking het eerder genoemde studioalbum uit 2022 niet.

Muziek / Concert

London Calling is een roep om muzikaal indie & punk avontuur

recensie: Festivalverslag: London Calling in Paradiso Amsterdam
Bibian Bingen

Als er een festival is waar je onbekende punk en indie bands uit het buitenland kunt ontdekken, dan is het London Calling. Tweejaarlijks wordt Paradiso omgetoverd tot een smeltkroes aan talent, veelal uit Engeland, Amerika, en Australië. Slechts voor de ingewijden van post-punk en aanverwante genres zal een korte blik op de line-up voor herkenning zorgen. Maar voor herkenning moet je niet bij dit festival zijn. Het bezoeken van London Calling is een kans om elk uur een presentje uit te pakken in de vorm van een korte auditieve trip. De spanning zit hem in het aangaan van het onbekende. Zoals Forrest Gump ooit al treffend zei: ‘Life is like a box of chocolates, you’ll never know what you’re gonna get’.

Pootje badend het festival in

Kate Davis en band mogen het festival aftrappen. Tijdens het wachten scharrelt de half lege zaal nog wat onrustig heen en weer, en babbelt wat met elkaar. De meeste bezoekers komen net uit hun werk en moeten nog even op een andere golflengte komen. Kate Davis komt op met band en zet in. De band zoekt naar een houding en het publiek evenzeer. Na een tijdje is de schroom er vanaf en kunnen we mee in een ingetogen indierock ervaring vol melodieuze zang en passende harmonieën. Dit fenomeen herhaalt zich in de Grote Zaal bij de folkrock van Sylvie. De zaal is hier ook nog halfvol, en de focus van het publiek is nog tam. Sylvie schotelt desondanks een dromerig pallet voor dat zachtjes heen en weer doet wiegen. Het doet denken aan een mengeling van de seventies, Pink Floyd en George Harrison. All things must pass, dus applaus en door.

Australische surfpunk

Langzaam begint Paradiso vol te stromen en dat is maar goed ook, want the Grogans spelen een mengeling van rokerige blues, punk en surfrock die enkel gepast is bij een stomende zaal. Deze drie jongens spelen zo te horen al jaren samen, want regelmatig klikt het in elkaar als de raders van een uurwerk. De nummers zijn qua songwriting nog van wisselende kwaliteit, soms is het te vlak en simpel. Maar het vermoeden rijst dat hier een act in de Kleine Zaal staat die over enkele jaren grote zomerfestivals kan platspelen. Ze besluiten de set met een garagerock knaller die in vorm en inhoud doet denken aan Buddy Holly’s ‘Oh Boy’. Zodoende bewijst rock ’n roll zich weer tijdloos.

Licht en ontwapenend

In de Grote Zaal aangekomen zien we Hamish Hawk aan het werk met een indierock geluid dat hier en daar refereert aan de jaren 80. Hamish zijn laatste album Angel Numbers heeft stormachtige internationale recensies gekregen, dus het doet benieuwen wat er live gaat gebeuren.

Hamish wordt bijgestaan door een drietal muzikanten die zich vooral dienend naar hun frontman opstellen. Hamish oogt zelf in zijn fysiek jong. Hij dartelt, springt en huppelt over het podium als een kalf dat na een lange winter eindelijk de wei in mag. Hij heeft de performatieve intensiteit van Samuel T Herring, bekend als frontman van de synthpop band Future Islands. Het oogt eigen en oprecht. Zijn diepe bariton geeft een fijn contrast met het lichtvoetige werk. Het is enthousiasmerend, en ontwapenend. Wel mag hij zijn energie de volgende keer de hele zaal in projecteren. In zijn performance richt hij zich vooral op de eerste staande rijen.

Mentaal opfrismoment

Iedereen die bekend is met Paradiso weet dat de Kleine Zaal van een andere orde is dan de Grote Zaal. Het gebeurt dus ook regelmatig dat je bot vangt als je te laat naar de Kleine Zaal vertrekt, die dan al uitpuilt. Maar even bijkomen van alle muzikale prikkels is geen slecht plan. Er moet opgefrist worden voor er weer auditief op het gemoed gebeukt kan worden, want sommige acts sproeien emoties het publiek in alsof ze auditieve Jackson Pollocks zijn. Dan is een wit canvas op zijn plaats. Dus enkele frisse ademteugen vóór op de stoep zijn, naast bier en de pompoen curry die geserveerd werd in de Grote Zaal, de noodzakelijke benzine voor een dag London Calling.

Duistere gothsferen

In de Grote Zaal belandt het publiek vervolgens in een unheimische sfeer die ergens tussen gothic, dystopisch en emo valt. Heartworms krijst, schreeuwt, hijgt en fluistert, en geeft haar lichaam alle ruimte om die boodschap te versterken. Haar band is solide, en vervult diens rol zonder in clichématige partijen te verzanden. Daardoor blijft het geheel spannend. Wanneer Heartworms tegen het einde aan op de grond krioelt rent een fotografe vooraan als een bezetene eropaf om enkele foto’s te schieten. Tevreden en opgelucht laat het meisje de foto zien aan een omstander, want zo een plaatje vang je wellicht één keer op een dag.

Heartworms is bijna klaar met haar set, en tussen een nummer door geeft ze aan hoe blij ze is hier te mogen spelen en gooit ze een merchandise-tasje de zaal in. De vrolijke manier waarop ze dat doet is lichtelijk vervreemdend en in groot contrast met de duistere sfeer die zonet nog benauwend over de zaal hing. Het zij haar vergeven, want met haar ogenschijnlijk jonge leeftijd laat ze zien al een volwassen compositiebeheersing en podium presence te bezitten.

Woeste doch kwetsbare hooligan

Wat krijg je als je hooligans – die de  cursus ‘kwetsbaarheid voor gevorderden’ succesvol hebben doorlopen – een boel instrumenten in de handen duwt? Het stomende vijftal Vlure natuurlijk. Vlure brengt een mengeling van techno en postpunk die lijkt op een boze hulk versie van Faithless.  Dit collectief opgepompte muzikanten loopt als gorilla’s op hun naakte borst te trommelen en ontbloot grommend hun tanden. Deze bende aan Schotse hipsters – de heerlijke rollende tongval verraadt dat – oogt agressief zonder ons van zich te vervreemden. Ze schreeuwen over kwetsbaarheid, en kermen over pijn en verlies. Zodoende komen ze nader tot ons. Paradiso is een kerk, en het is fijn als we dan een prediker zien die het woord van liefde verkondigd, niet door te zingen, maar door als een gewonde hond te blaffen.

Een muzikaal dans duet

De dienst zit erop. Ik snel me naar de Kleine Zaal voor Cumgirl8. Maar ik ben murw gebeukt door het vele geweld dat ik deze dag gezien heb en neem niks meer op. Dat is de verdienste van een dag London Calling: je krijgt veel voor je kiezen en het meeste is bepaald niet lichtzinnig. Op herkenning kun je geen moment leunen. Je krijgt voortdurend nieuwe prikkels op je afgevuurd, nieuwe ideeën te verwerken, en nieuwe geluiden om op te bezinnen. Het festival vraagt wat van je. Dat is een noodzakelijke afwisseling in deze tijd van instant gratificaties die de streamingdiensten, Spotify-playlisten en radiozenders op ons bordje plempen. Het kijken naar al die veelal prille bands is geen vermaak: het is een dans. De bands begeleiden, en het publiek moet meebewegen, anders gebeurt er niks. Gelukkig is het publiek op veel fronten bereidwillig omdat ze voelen dat het een teameffort is. Moet er gemoshed worden? Dan doen we dat. Even uithijgen? Natuurlijk. Je wilt crowdsurfen? Kom maar op dan. Punk was nog nooit zo gebroederlijk.

Muziek / Album

Een haastige tour langs de rockgeschiedenis

recensie: RECENSIE Måneskin - Rush!

Waar vele songfestivalwinnaars jaren teren op de faam van dat ene one-hit wonder voordat ze in de vergetelheid raken, bewijzen de muzikanten van Måneskin dat ze meer in petto hebben. Nadat ze met ‘Zitti e buoni’ de winst pakten in Rotterdam, scoorden de extravagante Italianen hits met singles als ‘I Wanna Be Your Slave’ en ‘Supermodel’. Op 20 januari kwamen ze met hun derde plaat: Rush!

Dat de bandleden nog maar zes jaar geleden begonnen als straatmuzikanten in Rome is lastig voor te stellen. Via de Italiaanse X-Factor verwierf Måneskin nationale bekendheid en via het Eurovisie Songfestival veroverden ze de rest van de wereld. Ondertussen hebben ze tientallen gouden, platina en zelfs diamanten platen op hun naam staan en kunnen ze beroemdheden als Iggy Pop en Mick Jagger tot hun fans rekenen. Het mag duidelijk zijn dat de band rondom zanger Damiano David klaar is voor superstardom en dat is zeker te horen in hun nieuwe album.

Contact met de realiteit

Rush! vindt haar thematiek in een loskoppeling van de realiteit, onder andere veroorzaakt doordat de opnames van het album plaatsvonden in Los Angeles. Zo vertelt de gevoelige rockballad Timezone een verhaal over hoe zanger Damiano elk uur iemand belt om te vertellen dat hij langzaam zijn verstand verliest en gaat het nummer Gossip over omgaan met een hevig roddelcircuit. Voor het laatstgenoemde nummer wist de band een samenwerking met Tom Morello (bekend van o.a. Rage Against the Machine) te regelen, wiens agressievere gitaarstijl mooi samenwerkt met het karakteristieke stemgeluid van Damiano. Morello rekent zichzelf tot de fans van Måneskin, hij is naar eigen zeggen trots op zijn Italiaanse roots en wilde maar wat graag samenwerken met deze nieuwe rockband. Samen maken ze een helder statement: hoe sappig je roddels ook zijn, Måneskin ligt er niet wakker van.

Offers

Voor die grote internationale doorbraak lijken ook offers gemaakt te zijn. Italiaans is niet langer de voertaal van de groep: het overgrote deel van het album is in het Engels. Van de zeventien nummers zijn er drie in het Italiaans en die worden pas na elf nummers als een blokje achter elkaar geplakt. Toch vormen Mark Chapman, LA Fine en Il dono della vita het hoogtepunt van het album. Damiano klinkt in zijn moedertaal nog altijd op zijn best, maar nummers als Bla Bla Bla laten zien dat hij ook in het Engels niet onderschat mag worden.
Gitarist Thomas Raggi en zanger Damiano David benadrukten in een interview dat ze het Italiaans een belangrijk element vinden dat ze nooit kwijt willen De Italiaanse taal en cultuur maakt namelijk deel uit van de groep.

Maar de voertaal is niet het enige gemaakte offer voor dit album. Zanger Damiano was twee jaar geheelonthouder, maar voor het opnemen van dit album besloot hij het anders aan te pakken. Hij greep opzettelijk naar de drank, omdat hij hoopte op een agressiever stemgeluid voor het nummer Kool Kids. Het nummer klinkt als een barlied waarmee ze zich afzetten tegen hun critici.

Reis door de rockgeschiedenis
Rush! schiet alle kanten op, van stevige punk stampers naar emotionele ballads. De Harry Styles-achtige tranentrekker The Loneliest werd in oktober 2022 uitgebracht en veroverde meteen een plek in de Top2000. Dit nummer belooft nu al een grote meezinger te worden tijdens liveoptredens. De invloeden van the White Stripes klinken duidelijk door in Bla Bla Bla, maar de oplettende muziekliefhebber hoort ook invloeden van andere rockgrootheden terug, waaronder Guns ’n Roses en Aerosmith. Zo vormt Rush! een ware reis doorheen de geschiedenis van het rockgenre, maar vooral ook langs de muzieksmaak van de bandleden zelf. In een interview vertellen ze dat ze ieder hun persoonlijke smaak in het album hebben proberen te verwerken. Zo heeft elk bandlid minimaal één nummer dat helemaal in diens eigen straatje past.

Is Måneskin met Rush! erg vernieuwend? Nee. Is dat erg? Absoluut niet. Voor jonge muziekfans gaat er via Måneskin een hele wereld aan muziek open en voor de oudere rockliefhebbers vormt het album een voortzetting van hun favoriete genre. En inderdaad, afgelopen jaar bestond het publiek van de band uit een gevarieerde groep van alle leeftijden. Wil jij je in dat publiek mengen? Dat kan! Hun show in het Ziggo Dome op 27 februari is, als een van de weinige shows van hun tour, nog niet uitverkocht!

Muziek / Concert

Gewaagde setlist heeft voors en tegens

recensie: Tedeschi Trucks Band – Rotterdam Ahoy
Tedeschi Trucks Band live in Rotterdam AhoyRia van Dijk

Je neemt een zeker risico als je een setlist niet opbouwt rond je ‘greatest hits’ maar rond pas uitgebracht werk dat het publiek nog nauwelijks kent. De Tedeschi Trucks Band durft zich hier wel aan te wagen op de huidige Europese tour. In Rotterdam verzorgden ze een prachtig optreden, maar het publiek kregen ze er niet snel mee op de stoelen.

De 12-koppige Tedeschi Trucks Band (TTB) heeft als thuisbasis Jacksonville, de kuststad in het bovenste puntje van Florida. Inderdaad, de stad die bekend staat als geboorteplaats van de Southern rock, met illustere telgen als de Allman Brothers Band en Lynyrd Skynyrd. Denk aan lange jams en een gevarieerde mix van zuidelijke muziekstijlen als rock, blues, country, gospel en soul. Southern rock is ook precies wat de Tedeschi Trucks Band tot in de puntjes beheerst. Vooral live heeft de groep – met als spil het echtpaar Derek Trucks en Susan Tedeschi – een ijzersterke reputatie. Dit najaar touren de rasmusici door Europa en op 30 oktober deden ze Rotterdam aan (de RTM-stage in de Ahoy). Hun setlist is elke keer een verrassing, maar vooraf was wel duidelijk dat ze vooral veel nummers van het pas verschenen vierluik I am the moon zouden spelen. En zo geschiedde.

Klassiek thema in modern jasje

Het eerste deel van het optreden stond vrijwel geheel in het teken van deze meest recente release. Bron van inspiratie voor de 24 nummers van I am the moon was een oud Perzisch liefdesverhaal uit de twaalfde eeuw, genaamd Layla en Majnun. Het epische gedicht gaat over twee geliefden die noodgedwongen gescheiden van elkaar leven maar tot het eind van elkaar blijven dromen. De associatie met de coronatijd, met alle bijkomende gevoelens van isolement en scheiding, leverde de band meer dan genoeg ideeën op voor een moderne muzikale vertaling van dit klassieke thema. In Rotterdam bracht de band zeven lange nummers van het vierluik ten gehore, met als hoogtepunten Playing with my Emotions, de fraaie titelsong I am the Moon en het instrumentale Pasaquan. Het laatste nummer liet weer zien (horen) wat voor een virtuoze (slide-)gitarist Derek Trucks is. Ook het ingevoegde ‘duel’ tussen beide drummers was ronduit indrukwekkend.

Vooraan was het geluid in de RTM-stage van Ahoy ongekend goed. Van de uithalen van de drie blazers (trombone, trompet en saxofoon) tot alle keyboardklanken van Gabe Dixon; je kon er zelfs de kleinste details en nuances onderscheiden. Een band van deze omvang mag zich daar gelukkig mee prijzen, en het publiek natuurlijk helemaal. Muzikaal was het genieten van bijna twee en een half uur onversneden TTB-rock door een collectief dat uitstekend op elkaar is ingespeeld.

Superieure frontvrouw

Om één bandlid uit te lichten lijkt dan misschien wat onrechtvaardig, maar Susan Tedeschi is niet voor niets de frontvrouw van het gezelschap. Haar soulvolle stem kun je gerust het mooiste instrument van de Tedeschi Trucks Band noemen, al moet je haar gitaarwerk ook beslist niet onderschatten. Met name in de tweede helft van het programma stal ze de show met een aantal schitterende uitvoeringen. Uit haar vroegere solowerk trakteerde ze de bezoekers bijvoorbeeld op het bluesy Just Won’t Burn, inclusief fraaie solo op de Telecaster. De klassieker Angel from Montgomery speelde ze met minimale begeleiding en daar ontbrak helemaal niks aan. En ook met de verrassende cover van Sign of the times (Harry Styles!) pakte ze vocaal geweldig uit.

Dat er in de tweede helft meer ruimte voor ouder en bekender werk was, deed het publiek merkbaar plezier. De respons vanuit de zaal was zeker in het begin nogal lauw. Wat meer communicatie vanaf het podium en een minder avontuurlijke setlist hadden dit misschien kunnen voorkomen. Maar aan de andere kant, zo gauw het een ‘u vraagt, wij draaien’ show wordt, is de creativiteit vaak al ver te zoeken. Dat de Tedeschi Trucks Band vooral voor het laatste koos, bleek weer eens zijn voors en tegens te hebben. Hoe nieuw werk wordt ontvangen is – zeker live – vaak afwachten. Misschien wordt pas over tien jaar vol trots verteld: ‘Ik was bij de première!’ Maar dan is de Tedeschi Trucks Band ook al weer een decennium verder.

 

Muziek / Concert

Ahoy ondergedompeld in extase

recensie: 5SOS Take My Hand World Tour

De Australische band 5 Seconds of Summer (5SOS) toerde voor het laatst in 2018. Hun Take My Hand World Tour (voorheen No Shame Tour), werd door de pandemie helaas uitgesteld. Op 22 april staat het viertal voor het eerst in Rotterdam. De ellenlange rij fans staat te popelen om naar binnen te mogen. Het belooft een spectaculaire show te worden.

Na bijna drieënhalf jaar kan de show ein-de-lijk doorgaan. De sfeer zit er in ieder geval goed in. Van zingen in een kooi tot de illusie van een sterrenhemel, de mannen van 5SOS halen alles uit de kast. Net als de trouwe garde fans die luidkeels meezingt en gekleed gaat in de vroegere stijl van de band – een klassiek zwarte ‘ripped skinny jean’ en ‘graphic tee’.

Take My Hand Tour begint sterk

Als de lichten uitgaan is de spanning om te snijden. 5SOS verschijnt tussen de rook en flitsende lichten op het podium. Het is te merken dat ze lang hebben kunnen nadenken over de tour en productie. Aan gave lichten en achtergrond-beelden ontbreekt het vanavond niet. Het publiek wordt versteld met wrede gitaarriffs en solo’s om alle nummers vlekkeloos in elkaar over te laten lopen. De fans kijken vol bewondering toe en gaan door het dolle heen bij de overgangen. Dit kan niet anders dan een indrukwekkend optreden worden. De mannen worden in ieder geval daverend verwelkomd in Ahoy.

Luke Hemmings, de voorman van de band, houdt de energie hoog terwijl hij over elke centimeter van het podium springt. Hij is bijna niet te missen in zijn fel groene blouse en witte laarzen, zelfs niet als het podium zich vult met rook en flitsende lichten.

Wie de vier Australiërs al langer volgt, ziet gelijk dat de mannen ontzettend gegroeid zijn. De nieuwe muziek heeft een volwassen randje gekregen en ze hebben een sterke aanwezigheid op het podium. Toch is er ook tijd om tussendoor grapjes met elkaar te maken. Hoe dan ook zien ze er comfortabeler uit dan voorheen en lijken ze een goed idee te hebben van wie ze willen zijn als band. Waar ze voorheen bij hun rock-roots bleven, leerden ze met hun album Youngblood dat ze prima konden experimenteren. Hun laatste album CALM is dan ook perfect in balans met het oude en nieuwe geluid.

5SOS verbluft het publiek in Ahoy

De productie en lichten zijn al indrukwekkend genoeg, maar de setlist is misschien wel een van de beste door de jaren heen. Ze hebben een goede balans gevonden tussen gouwe ouwe nummers en nieuwe hits. Er is zelfs plek voor niet uitgebrachte muziek. Overigens is de setlist ook de langste tot nu toe. Fans kunnen anderhalf uur lang genieten van het waanzinnige optreden. Maar dat is niet alles. De fans staan pas echt versteld als ze de akkoorden van ‘Disconnected’ horen. Dit nummer is een favoriet onder fans, maar heeft sinds 5SOS hun eerste tour niet meer op de setlist gestaan. Het valt op dat er aanzienlijk minder telefoons boven het publiek zweven. In plaats van filmende telefoons is er een zee van zwierende handen boven het publiek te zien. Tijdens het couplet overstemd het enthousiaste publiek de band zelfs bijna.

Dat er uit volle borst wordt meegezongen met een oude favoriet, is geen verrassing. Want ondanks dat 5SOS bekend staat om een slechte smaak in hun eigen muziek, weten ze stiekem heel goed wat voor setlist de harten van fans veroverd. Hoe vaak fans ook zeggen dat klassiekers als ‘Amnesia’ en ‘She Looks So Perfect’ niet op de setlist horen, zijn dit wel de nummers waarbij het hardst wordt meegezongen. Ook de solo’s en soepele overgangen verdienen een pluim. Het publiek is namelijk door het dolle heen als drummer Ashton Irwin een lange solo krijgt en helemaal alleen op het podium staat. Tijdens zijn solo wordt hij extatisch toegejuicht door het publiek. De spanning wordt opgebouwd met de bloedrode en flitsende witte lichten. Ineens verschijnt de rest van de band weer en loopt de solo over in ‘Red Desert’. De fans in het publiek beginnen te gillen en kijken hun ogen uit. Ze zingen nog nét niet harder dan de band.

Al met al zijn de mannen van 5SOS de drukte en het geld dubbel en dwars waard. Het is een avond ultiem genieten van een spectaculair optreden en energiek publiek. Een ding is zeker: na een avond 5SOS ga je tevreden naar huis. Al dan niet met vermoeide benen van al het dansen en een schorre stem van het zingen. De vier Australiërs weten hoe ze het publiek een avond om nooit te vergeten geven.

 

 

Muziek / Album

Muzikale hoop in een tijd van onzekerheden

recensie: Rodney DeCroo - Old Tenement Man

In het openingsnummer zingt Jack Taylor vanuit de gevangenis over de moord op zijn vader. Hij was vijfentwintig jaren jong toen hij zijn leven verloor met één schot. “Blew my life away,” klinkt het vanuit de cel. Rodney DeCroo vertolkt het nummer levensecht, misschien wel vanuit een kleine ruimte met slechts drie muren en een raam met spijlen. Heeft hij zijn vader omgelegd?

De carrière van de Canadees DeCroo zou verfilmd moeten worden. Een paar zinnen om niet alle dramatische gebeurtenissen te herkauwen, niet alle oude koeien uit de sloot te willen halen. Zeven jaren geleden besluit hij vlak voor een uitverkocht optreden de samenwerking met zijn band op te zeggen; hij schrijft een toneelstuk, neemt een spoken-word langspeler op, schrijft een dichtbundel en moet iets met de diagnose posttraumatische stress-stoornis. In zijn schrift met ideeën voor nieuwe songs kan hij traumatische gebeurtenissen uit zijn jeugd stapelen.

 

Pratend publiek

Het debuutalbum onder eigen naam verschijnt in 2004, daarna neemt hij het live album War Torn Man op. Op de schijf is pratend publiek te horen. Juist deze nachtmerrie voor optredende artiesten laat DeCroo horen. De voorlaatste release is Campfires On The Moon in 2015. Het is een verzameling toegankelijke nummers. Tien nummers en de demonen en de impulsieve beslissingen lijken bij DeCroo tot het verleden te horen.

 

Lou Reed

Voor zijn zevende album Old Tenement Man heeft DeCroo rock ‘n’ roll ballades geschreven. De teksten verhalen over helden als Lou Reed en Leonard Cohen. Met producer Lorrie Matheson wilde DeCroo niet opnieuw schrijven over gebeurtenissen uit het eigen verleden, maar wilde hij zingen over de bewondering voor anderen. ‘Lou Reed On The Radio’ is een prachtig voorbeeld. Zinderend uptempo gitaarwerk en een tekst met bewonderende woorden. De fan DeCroo zit gekluisterd aan de radio en hoort over de dood van een held en kan slechts in ongeloof luisteren en woorden van verdriet aan het papier toevertrouwen.

DeCroo vertelt in het persschrijven lyrisch over de samenwerking met Lorrie Matheson. Hij heeft deze producer muzikaal de vrije hand gegeven. “I’ve always been labeled alt-country and getting to draw from Lorrie’s breadth of knowledge pushed me out of my musical bubble,” vertelt DeCroo over het bevrijdende partnerschap. Zijn muzikale palet met vooral americana heeft een fiks shot rock ‘n’ roll gekregen. Daarnaast schuwt Matheson schurende effecten niet. De uitgebalanceerde, heldere nummers krijgen daarmee een extra muzikale lading.

 

Tekstuele kracht

De tien nummers op Old Tenement Man hebben grote zeggingskracht. Natuurlijk gebruikt DeCroo in zijn liedjes karakters uit het verleden. Er komen meer mensen langs dan alleen Lou Reed en Leonard Cohen. Geen van de bezoekers in de nummers slaagt er ditmaal in het humeur van DeCroo te bederven. Het album sluit af met ‘The Barrel Has A Dark Eye’. DeCroo gaat toch nog op zoek naar de duivels en de demonen. Hij geeft geen antwoord over zijn zoektocht, het is aan de luisteraar om na te denken.

Old Tenement Man is een productie met talloze verhalen. Rodney DeCroo neemt de luisteraar bij de hand en laveert met groot muzikaal vakmanschap langs de vele mogelijke moeilijkheden. Hij heeft geen pasklare oplossingen maar biedt fascinerende, muzikale hoop in deze tijd van onzekerheden.

Muziek / Album

De nieuwe Millionaire is energiek, urgent en verslavend

recensie: Millionaire – Sciencing

Tim Vanhamel begint Millionaire in 1999. Het debuut Outside The Simian Flock verschijnt in 2001 en is per direct een Belgische rockklassieker. De singel ‘Champagne’ wordt een eerste hit. De groep staat als voorprogramma van Queens Of The Stone Age op het podium en Josh Homme steekt zijn bewondering niet onder stoelen of banken. De Belgen treden daarna op met Muse en Foo Fighters. De band heeft één langspeler uit en speelt in de eredivisie van de rockmuziek! In 2005 verschijnt Paradisiac, de tweede langspeler. De groep toert de plaat, maar dan wordt het stil rond Millionaire. Vanhamel gaat op pad met Magnus en maakt deel uit van Broken Glass Heroes en The Hickey  Underworld. Van Millionaire wordt jarenlang niets vernomen.

Op 4 april 2017 verschijnt als voorloper van een nieuw album de singel ‘I’m Not Who You Think You Are’. Na ruim twaalf jaren is er nieuw materiaal van de groep. Vanhamel zegt over de nieuwe release Sciencing: “Het is geen reünie, het is een voortzetting.”

Sciencing

In 2016 begint Tim Vanhamel in Santa Teresa, een surfersdorpje aan de Costa Ricaanse westkust, met het opnemen van nieuw materiaal. Vanhamel: “Onder welke noemer het materiaal zou verschijnen, wist ik op dat moment nog niet. Maar gaandeweg kreeg ik door dat het er één van Millionaire moest worden. Vanwege de urgente die in de muziek zit, de gróóve die te horen is. En omdat het zonde zou zijn geweest om weer een nieuwe naam te verzinnen.”

Twaalf nummers op Sciencing. Singel ‘I’m Not Who You Think You Are’ is een rustig rockende opener. De gitaar van Vanhamel soleert door het nummer, de vocalen klinken wat gruizig en alles duidt er op dat het goed toeven was in de studio. In ‘Under A Bamboo Moon’ zit een vleugje ‘My World Is Empty Without You Babe’ van The Supremes verstopt, tot Vanhamel doorschakelt naar zwoele slijpers rock voor de dansvloer. Het rifje van het nummer blijft na beluistering uren in elk brein rondspoken. ‘Love Has Eyes’ heeft net zo’n verslavend loopje en nestelt zich net zo gemakkelijk onder de hersenpan van de luisteraar. Tijdens ‘Back In You’ verandert de huiskamer in een zwoele veranda bij een Mexicaanse woning. Het is het eerste nummer dat geen urgentie laat horen, er is tijd voor langzame muzikale lijnen waarbij de vocalen door de tuin echoën.

Twee toegiften

Na tien nummers is er een korte pauze, alsof Vanhamel even het podium verlaat. Twee toegiften volgen. ‘Busy Man’ zal elke zaal in vuur en vlam zetten. Millionaire brengt een swingende rocksong die uitnodigt te bewegen. De instrumentale afsluiter ‘Visa Running’ is de ideale soundtrack voor een laatste moshpit. Na afronding luidt het juiste advies onmiddellijk ‘Visa Running’ nogmaals laten horen. Muzikanten die vanaf het eerste uur bij Millionaire betrokken waren zullen het nieuwe werk op het podium uitvoeren. Aldo Struyf (gitaar en toetsen) en Bas Remans (basgitaar) zullen wederom met Vanhamel langs de zalen en de festivals trekken. Drummer Damien Vanderhasselt, gitarist Sjoerd Bruil en toetsenist Hans De Prins zijn de nieuwe namen binnen Millionaire.

De derde langspeler van Millionaire is een prachtige release. De nummers barsten uit elkaar door de vele details, die keer op keer verrassen. De muziek op Sciencing is energiek, urgent en op een prettige wijze verslavend. Millionaire mag in heel veel zalen komen optreden.