Tag Archief van: muziek

Muziek / Interview
special: Interview: Zweedse singer-songwriter Albin Lee Meldau over zijn nieuwste album Discomforts
Discomforts - Press Shotperskit

Tussen twee werelden

Met zijn nieuwe album Discomforts en de bijbehorende tour zoekt de Zweedse singer-songwriter Albin Lee Meldau nu ook publiek verder buiten Scandinavië. Het album, vol rauwe eerlijkheid over liefde, verslaving en herstel, markeert een nieuwe fase in zijn carrière. Hoog tijd om hem te spreken over deze persoonlijke reis, zijn inspiratiebronnen en hoe het is om te navigeren tussen twee werelden: wereldberoemd in Zweden en rising star daarbuiten.

Via Zoom belden we Meldau terwijl hij in de bosrijke tuin van zijn pittoreske blokhut zat, omringd door zijn twee honden. Hoewel zijn foto’s en muziek een intense, sobere uitstraling hebben, blijkt hij in dit gesprek juist een enthousiaste prater met eindeloos veel verhalen. Een charmante en openhartige kletskous die ons met enthousiasme meeneemt in het verhaal achter Discomforts.

Voordat we losgaan, wil ik je eerst feliciteren met je nieuwste album! Discomforts kwam uit op 27 september (2024 red.), hoe zijn de reacties tot nu toe?

Meldau: ‘Very nice! Ik ben heel blij.’ Toch voegt de zanger gauw toe dat hij nooit helemaal tevreden kan zijn: ‘Kijk, jij praat vast met meer artiesten. Wij zijn geneigd te denken dat het hele universum draait om ons nieuwe album. Maar dat is natuurlijk niet zo.’ Lachend voegt hij eraan toe: ‘Dat betekent vooral dat wij onze eigen verwachtingen moeten temperen, en gewoon blij moeten zijn.’

Met de hoeveelheid tijd en moeite die in zo’n album zitten, is het niet gek dat je eigen verwachtingen hoog zijn natuurlijk. Ik begreep dat in Discomforts ook vier à vijf jaar aan werk zit. Het thema van het album, je eigen reis van verslaving naar herstel, is ook extra persoonlijk. Hoe is het om zo’n persoonlijk verhaal te delen met iedereen?

De zanger vertelt dat ze zijn begonnen met het schrijven van het album in 2020, aan het begin van de pandemie: ‘Het voelt als een ware Odyssee.’ Hij wijst naar zijn hond: ‘Na dat proces… ik had het gevoel dat alleen de hond me nog zou herkennen.’ Lachend voegt hij er aan toe: ‘Een knipoog naar de literatuur!’

Meldau vertelt hoe hij zijn muziek persoonlijk probeert te houden, zo ook met Discomforts: ‘Dit is eigenlijk het dagboek van mijn leven in 2020-2023, hier ging mijn leven op dat moment over. Mijn eerste stappen naar een nuchter leven. Het heeft mij veranderd, mijn hele wereld veranderd.’ Het geheel is daarom diep persoonlijk geworden: ‘Het zijn stukjes uit mijn leven, en van verschillende ongemakken. Vandaar de titel van het album.’

Elk nummer op het album representeert een ander ongemak en dat bleek een uitdaging: ‘Ik heb mezelf vaak klemgezet, want ik wilde wel een verhaallijn blijven volgen. Albums met een duidelijke rode draad, met duidelijke cohesie, zijn mijn favorieten. Denk bijvoorbeeld aan Clandestino van Manu Chao, dat is een waar meesterwerk!’ Zelf zo’n soort album maken bleek lastig: ‘Je kiest één onderwerp en moet daaraan vast blijven houden. Een nummer als ‘Girlfriend’, dat spreekt voor zich waarom dat een ongemak is. Maar ‘Loss’ gaat bijvoorbeeld over mijn grootste angst, of ‘Elvis, I Love You’ over de grote angst om te falen en over wat het najagen van je droom je zal kosten.’ Meldau geeft aan dat hij opgelucht is dat het album nu uit is en voegt er lachend aan toe: ‘Nu kan ik gewoon weer wat liefdesliedjes zingen, dat is makkelijker!’ Dat betekent niet dat hij nu luchtigere muziek gaat maken: ‘Dat is niet echt het soort muziek waar ik me toe aangetrokken voel.’

Discomforts is je tweede Engelstalige album. Als we naar je discografie kijken zien we een grote lijst aan Zweedse nummers. Hoe is het om juist dit soort persoonlijke verhalen te delen in het Engels, vergeleken met het Zweeds?

Engels is de taal waar Meldau mee gestart is, mede door zijn Engelse vader: ‘Het Zweeds is juist nieuw voor mij. Ik ben daar rond 2018, 2019 mee begonnen.’ Hij legt uit dat het Zweeds een kleinere taal is dan het Engels: ‘In het Zweeds moet je hetzelfde woord gebruiken voor verschillende betekenissen. Bedenk je, in het Engels heb je een enorm kleurenpalet aan woorden – de mogelijkheden zijn eindeloos! Het is ’s werelds grootste taal met de meeste invloeden. Swahili, Indiaas…’, lachend voegt hij toe: ‘de halve taal is eigenlijk Frans!’

Meldau vertelt dat hij daardoor per taal andere idolen heeft. In het Zweeds laat hij zich inspireren door chansonniers en muziek van voor de jaren 60: ‘De wonderen van de Zweedse pop hebben me nooit echt geïnteresseerd!’ Hij merkt op dat zijn lijst met Engelstalige artiesten een stuk langer is: ‘Alles van R.E.M. tot aan Bob Marley, en natuurlijk The Beatles. Miljoenen idolen.’

De zanger legt uit dat hij eigenlijk twee verschillende artiesten in zich heeft zitten: ‘Het geluid dat ik in het Zweeds heb, is echt anders. Neem het lied ‘Josefin’, dit is het meest country- of popachtige nummer dat ik in het Zweeds heb. Maar voor de hele plaat (Discomforts, red.) is ‘Josephine’ waarschijnlijk het meest ‘oud’ klinkende nummer.’ Hij merkt op: ‘Beide landen hebben vergelijkbare culturen, maar Engeland is in zekere zin nog steeds het centrum van de wereld. Ik wil niet zeggen dat Zweden aan de rand van de beschaving ligt… maar in zekere zin is dat wel het geval. Dat is niet per se negatief: het brengt ook bijzondere klanken voort. Zweedse muziek is met reden zo invloedrijk.’ Meldau concludeert: ‘Beide werelden voeden elkaar op een goede manier!’

Je hebt nu ook een Engelse versie gemaakt van jouw Zweedse hit ‘Josefin’. In Zweden is dit een enorme hit geweest die zes keer platinum heeft behaald. Omdat je spreekt over twee werelden – hoe is het om zo’n enorme hit van die ene wereld over te brengen naar de andere?

‘Het is het moeilijkste dat ik ooit heb gedaan!’ Meldau begint enthousiast over zijn idool Cornelis Vreeswijk te vertellen: ‘Kijk, hij was een Nederlandse zanger die naar Zweden is verhuisd. In Zweden is hij net zo beroemd als ABBA, misschien zelfs beroemder. Hij is onze nationale trots – terwijl hij Nederlands is.’ Het nummer ‘Josefin’ is zijn moderne hommage aan Vreeswijk. Meldau: ‘Hij creëerde een heel universum met fictieve plaatsen en personages, zoals Veronica, dus dat moest ik voor ‘Josefin’ ook doen. Ik heb het in die oude stijl geschreven.’ Hij legt uit dat hij ook verwijzingen naar fictieve plaatsen, zoals een pub, heeft verwerkt: ‘Om dat oud-Zweeds naar het Engels te vertalen, en niet de cadans, de kleuren en de boodschap te verliezen – dat lijkt dan onmogelijk. Juist doordat ik al een referentiepunt heb.’ Om alles zo perfect mogelijk krijgen, heeft Meldau de hulp van zijn vader ingeschakeld: ‘Het vertalen heeft een maand geduurd – elke dag acht uur lang discussiëren.’ De klank is hetzelfde gebleven, maar: ‘De Engelse Josephine is een stuk donkerder dan de Zweedse. De Zweedse Josefin lacht veel, maar de Engelse… is eigenlijk gewoon een eikel!’

Meldau legt uit dat hij denkt dat het nummer zo populair is in Zweden, omdat veel mensen denken dat het een origineel nummer is van Cornelis Vreeswijk. Hij vertelt: ‘Toen ‘Josefin’ net uit was, vroegen mensen aan mij waar ik dit nog onbekende Cornelis Vreeswijk nummer had gevonden. Ze geloofden eerst niet dat ik het écht zelf had geschreven!’

Je zei al dat Zweedse muziek invloedrijk is. ABBA, maar ook Roxette zijn goede voorbeelden.

Voordat er iets gevraagd kan worden over zijn samenwerking met Per Gessle (zanger van Roxette, red.), roept Meldau al enthousiast: ‘Per Gessle, a lovely man!’ Hij vertelt dat als je de kans krijgt om zo’n goede songwriter te bevrienden en om met hem samen te werken, je meteen ja zegt: ‘Per Gessle behoort tot de vier mensen die meer dan één nummer 1-hit op hun naam hebben staan als enige songwriter. Dat zijn hij, George Michael, Paul McCartney en Elton John.’ De zanger legt uit dat Gessle op een unieke manier over muziek nadenkt en produceert, zoals onder andere te horen is in vroege Roxette-nummers: ‘Het is complexe muziek. De melodieën… ongelooflijk. De kans krijgen om met hem samen te zitten en van hem te leren, dat is een van de grootste hulpbronnen geweest in mijn carrière. Als je kunt zien hoe hij denkt, wat hij doet…’

Daarnaast werkte je voor je album samen met Britse zanger Jack Savoretti aan het nummer ‘Hold Your Head Up’.

De zanger beaamt dat Savoretti een goede artiest en songwriter is, maar: ‘Samenwerken met songwriters en producers zoals Eg White en Per Gessle is uniek.’ Hij legt uit dat Savoretti bijna even oud is, en hoewel ze veel van elkaar leren, is het anders dan bij de meer ervaren songwriters: ‘Daar leer je het meest van.’ Onlangs werkte hij met Sharon Vaughn, een Hall of Fame-songwriter: ‘Zij schreef voor Willie Nelson en Dolly Parton. Als je haar ziet werken – ze schrijft een prachtig gedicht en daarna komt de melodie. Gessle begint juist met een melodie. Iedereen is anders, maar je leert van hen allemaal!’

Je bent onlangs teruggekomen van je Europese tour en hebt binnenkort nog een aantal optredens in Zweden op de agenda. Hoe was het om je nieuwe nummers live te spelen?

‘Het was geweldig! Ik houd van solo-optredens in kleinere zalen (500-3000 mensen) omdat ik zo dicht bij mijn publiek ben, zonder grote producties.’ Meldau legt uit dat hij zowel intieme shows als grote stadionoptredens heeft gedaan, zoals in Zweden en recent in Noorwegen: ‘Het vereist andere vaardigheden – een soloshow van 1,5 uur interessant houden is anders dan een show met 17 mensen op het podium, outfitwissels, grote schermen en van alles.’ De zanger houdt van vrije optredens, niet van gestructureerde, massaal geproduceerde shows. Hij prijst Bruce Springsteen: ‘Ik zag hem laatst live; met alleen de Amerikaanse vlag als achtergrond speelde hij bijna vier uur. Het was het beste concert dat ik ooit heb gezien – en dat zeg ik als reggaeliefhebber!’ Nick Cave is hierin ook een groot voorbeeld: ‘Mijn voorkeur gaat uit naar iemand als hem, die alleen zijn liedteksten projecteert in de achtergrond.’ Hij besluit: ‘Het was geweldig, maar ik ben blij om weer thuis te zijn – samen met mijn honden tussen de natuur.’

Dat klinkt wederom alsof je je in twee verschillende werelden bevindt. Wat kunnen we meer verwachten in de toekomst, nu je ook internationaal meer momentum krijgt?

‘In Zweden zullen dat eerst de grote stadionshows zijn in december, binnenkort beginnen de repetities. Het belooft fantastisch te worden!’ Meldau legt uit dat hij in de eerste maanden van 2025 in winterslaap zal gaan. Dit betekent niet dat hij in 2025 stil gaat zitten: ‘In het voorjaar breng ik een Zweedstalig album uit. En ik heb een ander Engelstalig album klaarliggen! Ik hoop dat ik de kans krijg om die in de herfst uit te brengen.’ Daarbij is komend jaar een bijzonder jaar, het is zijn 10-jarig jubileum: ‘Dat wil ik natuurlijk ook vieren – hopelijk ook in Nederland!’

Meldau wil zijn focus houden op het maken van muziek, zonder vast te raken in de jacht op bekendheid binnen de snel veranderende muziekindustrie: ‘Het schrijven van muziek is nooit een probleem, maar om het echt uit te brengen: dat is de uitdaging.’ Hij vertelt: ‘Ik geloof echt dat er voor een artiest maar één ding telt, en dat zijn de liedjes. Je kunt populair worden, stijgen en dalen op de hitlijsten, maar op de lange termijn… zijn het de liedjes die ertoe doen. Daarom zijn artiesten zoals Cornelis Vreeswijk echt groots en doorstaan ze de tand des tijds.’ Lachend voegt Meldau eraan toe: ‘Daarbij, veel artiesten waren tijdens hun leven niet eens zo groot, toch?’ Hij concludeert: ‘Maar hun nalatenschap – die bestaat uit prachtige muziek!’

Ben je benieuwd naar Meldau’s nieuwste album Discomforts? Het is uit sinds 27 september – luister en laat je verrassen door zijn unieke geluid!

Social Media_Muziek_vriendenboekje (8)

Muziek / Interview
special: Interview: Zweedse singer-songwriter Albin Lee Meldau over zijn nieuwste album Discomforts
Discomforts - Press Shotperskit

Tussen twee werelden

Met zijn nieuwe album Discomforts en de bijbehorende tour zoekt de Zweedse singer-songwriter Albin Lee Meldau nu ook publiek verder buiten Scandinavië. Het album, vol rauwe eerlijkheid over liefde, verslaving en herstel, markeert een nieuwe fase in zijn carrière. Hoog tijd om hem te spreken over deze persoonlijke reis, zijn inspiratiebronnen en hoe het is om te navigeren tussen twee werelden: wereldberoemd in Zweden en rising star daarbuiten.

Via Zoom belden we Meldau terwijl hij in de bosrijke tuin van zijn pittoreske blokhut zat, omringd door zijn twee honden. Hoewel zijn foto’s en muziek een intense, sobere uitstraling hebben, blijkt hij in dit gesprek juist een enthousiaste prater met eindeloos veel verhalen. Een charmante en openhartige kletskous die ons met enthousiasme meeneemt in het verhaal achter Discomforts.

Voordat we losgaan, wil ik je eerst feliciteren met je nieuwste album! Discomforts kwam uit op 27 september (2024 red.), hoe zijn de reacties tot nu toe?

Meldau: ‘Very nice! Ik ben heel blij.’ Toch voegt de zanger gauw toe dat hij nooit helemaal tevreden kan zijn: ‘Kijk, jij praat vast met meer artiesten. Wij zijn geneigd te denken dat het hele universum draait om ons nieuwe album. Maar dat is natuurlijk niet zo.’ Lachend voegt hij eraan toe: ‘Dat betekent vooral dat wij onze eigen verwachtingen moeten temperen, en gewoon blij moeten zijn.’

Met de hoeveelheid tijd en moeite die in zo’n album zitten, is het niet gek dat je eigen verwachtingen hoog zijn natuurlijk. Ik begreep dat in Discomforts ook vier à vijf jaar aan werk zit. Het thema van het album, je eigen reis van verslaving naar herstel, is ook extra persoonlijk. Hoe is het om zo’n persoonlijk verhaal te delen met iedereen?

De zanger vertelt dat ze zijn begonnen met het schrijven van het album in 2020, aan het begin van de pandemie: ‘Het voelt als een ware Odyssee.’ Hij wijst naar zijn hond: ‘Na dat proces… ik had het gevoel dat alleen de hond me nog zou herkennen.’ Lachend voegt hij er aan toe: ‘Een knipoog naar de literatuur!’

Meldau vertelt hoe hij zijn muziek persoonlijk probeert te houden, zo ook met Discomforts: ‘Dit is eigenlijk het dagboek van mijn leven in 2020-2023, hier ging mijn leven op dat moment over. Mijn eerste stappen naar een nuchter leven. Het heeft mij veranderd, mijn hele wereld veranderd.’ Het geheel is daarom diep persoonlijk geworden: ‘Het zijn stukjes uit mijn leven, en van verschillende ongemakken. Vandaar de titel van het album.’

Elk nummer op het album representeert een ander ongemak en dat bleek een uitdaging: ‘Ik heb mezelf vaak klemgezet, want ik wilde wel een verhaallijn blijven volgen. Albums met een duidelijke rode draad, met duidelijke cohesie, zijn mijn favorieten. Denk bijvoorbeeld aan Clandestino van Manu Chao, dat is een waar meesterwerk!’ Zelf zo’n soort album maken bleek lastig: ‘Je kiest één onderwerp en moet daaraan vast blijven houden. Een nummer als ‘Girlfriend’, dat spreekt voor zich waarom dat een ongemak is. Maar ‘Loss’ gaat bijvoorbeeld over mijn grootste angst, of ‘Elvis, I Love You’ over de grote angst om te falen en over wat het najagen van je droom je zal kosten.’ Meldau geeft aan dat hij opgelucht is dat het album nu uit is en voegt er lachend aan toe: ‘Nu kan ik gewoon weer wat liefdesliedjes zingen, dat is makkelijker!’ Dat betekent niet dat hij nu luchtigere muziek gaat maken: ‘Dat is niet echt het soort muziek waar ik me toe aangetrokken voel.’

Discomforts is je tweede Engelstalige album. Als we naar je discografie kijken zien we een grote lijst aan Zweedse nummers. Hoe is het om juist dit soort persoonlijke verhalen te delen in het Engels, vergeleken met het Zweeds?

Engels is de taal waar Meldau mee gestart is, mede door zijn Engelse vader: ‘Het Zweeds is juist nieuw voor mij. Ik ben daar rond 2018, 2019 mee begonnen.’ Hij legt uit dat het Zweeds een kleinere taal is dan het Engels: ‘In het Zweeds moet je hetzelfde woord gebruiken voor verschillende betekenissen. Bedenk je, in het Engels heb je een enorm kleurenpalet aan woorden – de mogelijkheden zijn eindeloos! Het is ’s werelds grootste taal met de meeste invloeden. Swahili, Indiaas…’, lachend voegt hij toe: ‘de halve taal is eigenlijk Frans!’

Meldau vertelt dat hij daardoor per taal andere idolen heeft. In het Zweeds laat hij zich inspireren door chansonniers en muziek van voor de jaren 60: ‘De wonderen van de Zweedse pop hebben me nooit echt geïnteresseerd!’ Hij merkt op dat zijn lijst met Engelstalige artiesten een stuk langer is: ‘Alles van R.E.M. tot aan Bob Marley, en natuurlijk The Beatles. Miljoenen idolen.’

De zanger legt uit dat hij eigenlijk twee verschillende artiesten in zich heeft zitten: ‘Het geluid dat ik in het Zweeds heb, is echt anders. Neem het lied ‘Josefin’, dit is het meest country- of popachtige nummer dat ik in het Zweeds heb. Maar voor de hele plaat (Discomforts, red.) is ‘Josephine’ waarschijnlijk het meest ‘oud’ klinkende nummer.’ Hij merkt op: ‘Beide landen hebben vergelijkbare culturen, maar Engeland is in zekere zin nog steeds het centrum van de wereld. Ik wil niet zeggen dat Zweden aan de rand van de beschaving ligt… maar in zekere zin is dat wel het geval. Dat is niet per se negatief: het brengt ook bijzondere klanken voort. Zweedse muziek is met reden zo invloedrijk.’ Meldau concludeert: ‘Beide werelden voeden elkaar op een goede manier!’

Je hebt nu ook een Engelse versie gemaakt van jouw Zweedse hit ‘Josefin’. In Zweden is dit een enorme hit geweest die zes keer platinum heeft behaald. Omdat je spreekt over twee werelden – hoe is het om zo’n enorme hit van die ene wereld over te brengen naar de andere?

‘Het is het moeilijkste dat ik ooit heb gedaan!’ Meldau begint enthousiast over zijn idool Cornelis Vreeswijk te vertellen: ‘Kijk, hij was een Nederlandse zanger die naar Zweden is verhuisd. In Zweden is hij net zo beroemd als ABBA, misschien zelfs beroemder. Hij is onze nationale trots – terwijl hij Nederlands is.’ Het nummer ‘Josefin’ is zijn moderne hommage aan Vreeswijk. Meldau: ‘Hij creëerde een heel universum met fictieve plaatsen en personages, zoals Veronica, dus dat moest ik voor ‘Josefin’ ook doen. Ik heb het in die oude stijl geschreven.’ Hij legt uit dat hij ook verwijzingen naar fictieve plaatsen, zoals een pub, heeft verwerkt: ‘Om dat oud-Zweeds naar het Engels te vertalen, en niet de cadans, de kleuren en de boodschap te verliezen – dat lijkt dan onmogelijk. Juist doordat ik al een referentiepunt heb.’ Om alles zo perfect mogelijk krijgen, heeft Meldau de hulp van zijn vader ingeschakeld: ‘Het vertalen heeft een maand geduurd – elke dag acht uur lang discussiëren.’ De klank is hetzelfde gebleven, maar: ‘De Engelse Josephine is een stuk donkerder dan de Zweedse. De Zweedse Josefin lacht veel, maar de Engelse… is eigenlijk gewoon een eikel!’

Meldau legt uit dat hij denkt dat het nummer zo populair is in Zweden, omdat veel mensen denken dat het een origineel nummer is van Cornelis Vreeswijk. Hij vertelt: ‘Toen ‘Josefin’ net uit was, vroegen mensen aan mij waar ik dit nog onbekende Cornelis Vreeswijk nummer had gevonden. Ze geloofden eerst niet dat ik het écht zelf had geschreven!’

Je zei al dat Zweedse muziek invloedrijk is. ABBA, maar ook Roxette zijn goede voorbeelden.

Voordat er iets gevraagd kan worden over zijn samenwerking met Per Gessle (zanger van Roxette, red.), roept Meldau al enthousiast: ‘Per Gessle, a lovely man!’ Hij vertelt dat als je de kans krijgt om zo’n goede songwriter te bevrienden en om met hem samen te werken, je meteen ja zegt: ‘Per Gessle behoort tot de vier mensen die meer dan één nummer 1-hit op hun naam hebben staan als enige songwriter. Dat zijn hij, George Michael, Paul McCartney en Elton John.’ De zanger legt uit dat Gessle op een unieke manier over muziek nadenkt en produceert, zoals onder andere te horen is in vroege Roxette-nummers: ‘Het is complexe muziek. De melodieën… ongelooflijk. De kans krijgen om met hem samen te zitten en van hem te leren, dat is een van de grootste hulpbronnen geweest in mijn carrière. Als je kunt zien hoe hij denkt, wat hij doet…’

Daarnaast werkte je voor je album samen met Britse zanger Jack Savoretti aan het nummer ‘Hold Your Head Up’.

De zanger beaamt dat Savoretti een goede artiest en songwriter is, maar: ‘Samenwerken met songwriters en producers zoals Eg White en Per Gessle is uniek.’ Hij legt uit dat Savoretti bijna even oud is, en hoewel ze veel van elkaar leren, is het anders dan bij de meer ervaren songwriters: ‘Daar leer je het meest van.’ Onlangs werkte hij met Sharon Vaughn, een Hall of Fame-songwriter: ‘Zij schreef voor Willie Nelson en Dolly Parton. Als je haar ziet werken – ze schrijft een prachtig gedicht en daarna komt de melodie. Gessle begint juist met een melodie. Iedereen is anders, maar je leert van hen allemaal!’

Je bent onlangs teruggekomen van je Europese tour en hebt binnenkort nog een aantal optredens in Zweden op de agenda. Hoe was het om je nieuwe nummers live te spelen?

‘Het was geweldig! Ik houd van solo-optredens in kleinere zalen (500-3000 mensen) omdat ik zo dicht bij mijn publiek ben, zonder grote producties.’ Meldau legt uit dat hij zowel intieme shows als grote stadionoptredens heeft gedaan, zoals in Zweden en recent in Noorwegen: ‘Het vereist andere vaardigheden – een soloshow van 1,5 uur interessant houden is anders dan een show met 17 mensen op het podium, outfitwissels, grote schermen en van alles.’ De zanger houdt van vrije optredens, niet van gestructureerde, massaal geproduceerde shows. Hij prijst Bruce Springsteen: ‘Ik zag hem laatst live; met alleen de Amerikaanse vlag als achtergrond speelde hij bijna vier uur. Het was het beste concert dat ik ooit heb gezien – en dat zeg ik als reggaeliefhebber!’ Nick Cave is hierin ook een groot voorbeeld: ‘Mijn voorkeur gaat uit naar iemand als hem, die alleen zijn liedteksten projecteert in de achtergrond.’ Hij besluit: ‘Het was geweldig, maar ik ben blij om weer thuis te zijn – samen met mijn honden tussen de natuur.’

Dat klinkt wederom alsof je je in twee verschillende werelden bevindt. Wat kunnen we meer verwachten in de toekomst, nu je ook internationaal meer momentum krijgt?

‘In Zweden zullen dat eerst de grote stadionshows zijn in december, binnenkort beginnen de repetities. Het belooft fantastisch te worden!’ Meldau legt uit dat hij in de eerste maanden van 2025 in winterslaap zal gaan. Dit betekent niet dat hij in 2025 stil gaat zitten: ‘In het voorjaar breng ik een Zweedstalig album uit. En ik heb een ander Engelstalig album klaarliggen! Ik hoop dat ik de kans krijg om die in de herfst uit te brengen.’ Daarbij is komend jaar een bijzonder jaar, het is zijn 10-jarig jubileum: ‘Dat wil ik natuurlijk ook vieren – hopelijk ook in Nederland!’

Meldau wil zijn focus houden op het maken van muziek, zonder vast te raken in de jacht op bekendheid binnen de snel veranderende muziekindustrie: ‘Het schrijven van muziek is nooit een probleem, maar om het echt uit te brengen: dat is de uitdaging.’ Hij vertelt: ‘Ik geloof echt dat er voor een artiest maar één ding telt, en dat zijn de liedjes. Je kunt populair worden, stijgen en dalen op de hitlijsten, maar op de lange termijn… zijn het de liedjes die ertoe doen. Daarom zijn artiesten zoals Cornelis Vreeswijk echt groots en doorstaan ze de tand des tijds.’ Lachend voegt Meldau eraan toe: ‘Daarbij, veel artiesten waren tijdens hun leven niet eens zo groot, toch?’ Hij concludeert: ‘Maar hun nalatenschap – die bestaat uit prachtige muziek!’

Ben je benieuwd naar Meldau’s nieuwste album Discomforts? Het is uit sinds 27 september – luister en laat je verrassen door zijn unieke geluid!

Social Media_Muziek_vriendenboekje (8)

Muziek / Concert

Smakelijke verrassingsbonbon van Maarten Heijmans en Kamerata Zuid

recensie: Kamerata Zuid x Maarten Heijmans: Maarten zingt van alles
20241025_213436~2Malin Hollaar

Meezingers kent iedereen, maar veel prachtige liedjes uit de Nederlandse en Engelstalige ‘songbooks’ raken snel in de vergetelheid bij het grote publiek. Niet als het aan Maarten Heijmans en orkest Kamerata Zuid ligt. Tijdens Maarten zingt van alles bundelen de twee hun muzikale krachten om de onontdekte pareltjes van de Nederlandse kleinkunst ten gehore te brengen aan degenen die er nog nooit van hebben gehoord. Op 25 oktober 2024 vond de première plaats in de Schouwburg Concertzaal Tilburg.

Het Tilburgse orkest Kamerata Zuid heeft al jaren als missie om het grote publiek kennis te laten maken met klassieke muziek. Dit doen zij door samenwerkingen aan te gaan met verschillende artiesten, van Jett Rebel tot Karin Bloemen. Dit najaar staan ze samen met zanger en acteur Maarten Heijmans op het podium. Heijmans werd bekend bij het grote publiek door zijn vertolking van Ramses Shaffy in de serie Ramses van Michiel van Erp. Sindsdien is de muziek van Shaffy verbonden met Heijmans, met een album van Shaffy nummers met modernere arrangementen als kers op de taart. Daarnaast blijkt Heijmans een zeer goede imitator, onder andere in tv-programma De TV Kantine, en speelt hij regelmatig in Nederlandstalige films en tv-series.

 

Van kleine liefdesliedjes tot theatrale uitspattingen

De avond trapt af, na een prachtig instrumentaal intro van Kamerata Zuid, met een serene versie van ‘Nature Boy’ van Nat King Cole. Dit wordt gevolgd door een snelle beatbox versie van ‘Goon’ van Maarten van Roozendaal. De toon van de avond is gezet. Veel Nederlandstalige kleinkunstnummers, afgewisseld met enkele Engelstalige, relatief onbekende klassiekers. De setlist varieert ook in toon: van lieve liefdesliedjes, zoals ‘En nu ben ik verliefd’ van Theo Nijland, tot aan gekke theatrale uitspattingen als ‘Trouw zijn’, wederom van Maarten van Roozendaal, en ‘Business Time’ van Flight of the Conchords. Heijmans is zichtbaar het meest in zijn element in de laatstgenoemde categorie. Hij schreeuwt, rent overstuur door het publiek en imiteert nonchalant de dansstijl van wijlen Michael Jackson, gevolgd door een keiharde grap over diens verleden. Heijmans weet feilloos zijn stem aan te passen aan ieder nummer. Een nummer van Michael Jackson klinkt Jackson-achtig, een lied van Ramses Shaffy klinkt Shaffy-esque. De avond wordt afgesloten met twee toegiften die zelfs menig zelfbenoemd kleinkunstkenner totaal zou verrassen.

Een knusse avond

De arrangementen, gecomponeerd door de jonge Enrico Ferri, zijn indrukwekkend te noemen. Zeker wanneer er niet eerder uitgebracht werk van Ramses Shaffy (i.e. het nummer ‘Je mag me niet ontkennen’) ten gehore wordt gebracht, geëxtraheerd uit opnames van oude cassettebandjes die Heijmans van de pianist van Shaffy had gekregen. De theatrale, soms sarcastische Heijmans en de gelaagde orkestrale muziek ondersteunen elkaar op een prettige manier, geen van beiden neemt de overhand. De simpele setting, alle strijkers tezamen met Maarten in het midden achter een microfoon onder een aantal rokerige spots, geeft het geheel een knusse sfeer.

Maarten zingt van alles is een aanrader voor de liefhebber van de Nederlandstalige kleinkunst, die weleens een onbekend pareltje wil (her)ontdekken dat in een symfonisch jasje is gestoken. Heijmans kondigde de avond al aan als een ware ‘verrassingsbonbon’, en dat bleek meer dan terecht.

Muziek / Concert

Leren broek aan en gaan!

recensie: The Struts en Barns Courtney - The Grand Union Tour in 013, Tilburg

Toen frontman Luke Spiller van The Struts hun tour met Barns Courtney aankondigde met de woorden dat hij niet kon wachten om met zijn ‘partner in rock’ op pad te gaan, wisten rockliefhebbers dat ze iets bijzonders te wachten stond. Tijdens de Grand Union Tour delen de Britten Barns Courtney en The Struts hun plek als headliner. Op 9 oktober streken ze neer in poppodium 013 in Tilburg, dat die avond omgetoverd werd tot een walhalla voor fans van oldskool rock ’n roll.

The Struts en Barns Courtney delen een basis in rock met invloeden van glamrock en classic rock. Maar waar The Struts uitblinken in meeslepende nummers vol theatrale flair, kiest Barns Courtney voor een iets rauwere sound met inspiratie uit zowel punk als blues. Het voorprogramma verzorgen van deze muzikale powerhouses zal geen gemakkelijke taak zijn, maar het is aan de Amerikaanse singer-songwriter James Bruner om die klus te klaren.

Een korte warming-up

Als Bruner – voor velen een nog onbekende artiest – om 19:00 uur zijn set begint, is de zaal nauwelijks halfvol. De zanger begint rustig, zijn gezang alleen ondersteund door zijn eigen gitaar. Maar schijn bedriegt en rustig blijft het zeker niet: de voltallige band voegt zich bij de zanger, de muziek wordt ruiger en de zaal stroomt vol. In amper een halfuur tijd zorgen de Amerikanen voor een bruisend optreden, waar al een tipje van de sluier wordt opgelicht voor een ouderwets potje rocken.

Krachtige podiumuitstraling en hilarische publieksinteracties

Zodra de eerste co-headliner het podium betreedt, wordt vrij gauw duidelijk dat de voorraad Duracel-batterijen nog lang niet op is. Sterker nog, deze voorraad is nog nauwelijks aangebroken. Barns Courtney en zijn band stormen het podium op en trappen de avond af met het aanstekelijke ‘Fun Never Ends’. Vanaf de eerste noot weten ze de aandacht van het publiek te grijpen, niet alleen door hun opvallende outfits, maar vooral door hun krachtige podiumuitstraling. De energie van Barns Courtney lijkt onuitputtelijk: op het ene moment staat hij boven op het drumstel te poseren, om vervolgens het publiek in te duiken voor een ronde crowdsurfen. Zelfs zijn microfoon wordt onderdeel van de theatrale act, wild rondgezwaaid aan zijn kabel en meermaals door de lucht gesmeten.

Gitarist Andrew Martin (vooraan) met zanger Barns Courtney die op het drumstel is geklommen.

De show is een aaneenschakeling van onverwachte momenten en verrassende interacties. Zo laat Courtney een man uit het publiek op het podium komen om polaroidfoto’s te maken en zorgt een dame met duidelijke interesse in zijn drummer voor de nodige hilariteit. Barns Courtney weet precies hoe hij de menigte moet bespelen, en het publiek reageert daar luidkeels op. Hits als ‘Glitter & Gold’ en ‘Fire’ krijgen de grootste reacties, maar zelfs degenen die niet echt bekend zijn met de band, verlaten als nieuwe fans de zaal – inclusief ondergetekende.

Ondanks de speelse publieksinteracties draait de avond in de eerste plaats om een strakke muzikale show. Zeker de chemie tussen zanger Courtney en gitarist Andrew Martin springt in het oog en voegt nog meer energie toe aan het optreden. Deze avond bewijst één ding: de muziek van Barns Courtney klinkt goed op CD, maar komt pas écht tot leven op het podium.

Charismatische primadonna en frontman

Zanger Luke Spiller en bassist Jed Elliot

Na de explosieve set van Barns Courney zou je verwachten dat de energie in de 013 niet meer verder op te voeren is, maar The Struts doen dit met gemak. De band opent met de knaller ‘Primadonna Like Me’ en weet daarmee direct de vonk op het publiek over te laten slaan. In hun matchende zwart-paarse kleding, afgewisseld met leer en glitter, speelt de band hit na hit en krijgt de zaal mee in zowel zang als dans. Als verrassing kijgt de zaal zelfs een voorproefje van de nog niet uitgebrachte single ‘Can’t Stop Talking’. Hoewel meezingen met een onbekend nummer een uitdaging lijkt, weet zanger Luke Spiller de zaal razendsnel de tekst te leren, zodat iedereen in no-time uit volle borst mee kan zingen.

The Struts weten van de hele avond een ware glamrockshow te maken, zonder dat het geforceerd aanvoelt. Spiller is een geboren showman en de theatrale poses rollen daar natuurlijk uit voort, wat zeker tijdens nummers als ‘Dirty Sexy Money’ en ‘Too Good At Raising Hell’ naar voren komt. Met zijn unieke maniertjes, energieke bewegingen, poses en krachtige zang wordt hij dan ook wel vergeleken met grootheden als Freddie Mercury en Mick Jagger. Daarbij is ook hij een ster in publieksinteractie, wat tot een hoogtepunt komt tijdens de sing-off bij het nummer ‘Put Your Money On Me’.

Gitarist Adam Slack

Spiller nodigde het publiek al bij eerdere nummers uit om mee te zingen door verschillende kanten van de zaal aan te wijzen, maar bij deze sing-off komt hij zelf de zaal in. Hij splitst de zaal in tweeën en laat beide helften tegen elkaar op zingen. Terug op het podium geeft hij aan dat veel bands de energie van hun publiek meten aan het volume van hun geschreeuw, maar hij vindt dat het tegenovergestelde eigenlijk bijzonderder is. Hij start een stilte-experiment en weet hiermee binnen een seconde de hele zaal te bevriezen, om die vervolgens op zijn teken weer helemaal los te laten barsten. Op zulke momenten maken The Struts duidelijk dat hun shows niet alleen om hen draaien, maar dat juist het publiek een essentiële rol speelt in de gehele concertervaring.

Het enige minpunt van zo’n avond is: we willen meer! Een concert met co-headliners betekent twee steengoede acts, die ieder slechts 75 minuten kunnen spelen. Hoewel de combinatie van The Struts en Barns Courtney goed gevonden is, zijn deze bands het ieder waard om een volledige eigen show te spelen. En hoewel de bands onderling duidelijk verschillen, vinden ze elkaar in liefde voor glamrock en de bijbehorende extravagante outfits en poses. Een avond met The Struts en Barns Courtney is een avond vol oldskool rock ’n roll. Bij twijfel, trek gewoon je leren… eh, glitterbroek aan en ga! Het wordt gegarandeerd een groot feest.

 

Theater / Voorstelling

Rauw discofeest in nieuw jasje

recensie: Saturday Night Fever de musical
Saturday Night Fever C Roy Beusker 3Roy Beusker

Wie nummers als ‘Stayin’ Alive’ of ‘Night Fever’ hoort, gaat vrolijk swingend de dansvloer op. De discohits van The Bee Gees zorgen altijd voor een feestelijke sfeer. Maar hoe feelgood en feestelijk is de musical met deze hits? De film met John Travolta, waarop de musical Saturday Night Fever gebaseerd is, is namelijk behoorlijk rauw.

De Graaf & Cornelissen Entertainment brengt dit theaterseizoen de vernieuwde versie van de musical Saturday Night Fever, met Buddy Vedder en Esmée Dekker in de hoofdrollen, naar verschillende Nederlandse theaters. Eerder was deze musical al te zien in 2001 en in 2012, toen was er zelfs een zoektocht op televisie naar Tony, de mannelijke hoofdrol. Deze vernieuwde versie onder regie van Martin Michel heeft een nieuwe vertaling, choreografie, ander decor en nieuwe kostuums.

DJ Monty (Barry Beijer) opent de show door het (jonge) publiek uit te leggen wat platen zijn en te vertellen hoe guur de straten van Brooklyn in het New York van de jaren ’70 zijn. De musical vertelt het verhaal van Tony Manero (Buddy Vedder) en zijn vrienden Bobby C (Michael Muyderman), Double J (Davy Reedijk) en Joey (Marvin Sikkema). Jonge jongens die hun dromen achterna willen gaan, maar ze komen uit een slecht milieu en krijgen weinig kansen. In het weekend dansen ze hun zorgen weg in de disco. Tony’s droom is om te dansen en als hij Stephanie (Esmée Dekker) ontmoet, weet hij dat zij zijn danspartner moet worden. Dit klinkt als een feelgood verhaal, maar ondertussen zitten de jongens vol woede en komen onderwerpen als abortus, zelfdoding, verkrachting en racisme aan bod.

Echte vrouwenverslinders?

De jonge jongens zijn grofgebekt en voelen zich echte vrouwenverslinders en hebben het idee dat de straten van Brooklyn van hen zijn. Ze komen eerder over als een stelletje onzekere jongens dat zich stoer voordoet, zeker Tony Manero. Het grote publiek kent Buddy Vedder natuurlijk van tv, waar hij het imago van ‘vriendelijke buurjongen’ heeft. Ondanks zijn goede looks, komt hij als Tony zeker niet over als een door zichzelf geobsedeerde vrouwenverslinder. Eerder als onzekere jongen die zich groter voordoet en zichzelf steeds overschreeuwt. Iets wat overigens prima in het verhaal past, want dat is natuurlijk ook gewoon wat Tony is.

Het stoere opgefokte gepraat tussen de vrienden komt niet altijd geloofwaardig over en is bij vlagen wat ongemakkelijk. De chemie tussen Esmée en Buddy (Stephanie en Tony) is daarentegen heel goed, ze zijn echt een droomkoppel. De sterke Stephanie walst zo over Tony heen. Esmée Dekker en Buddy Vedder zijn beide sterke dansers en zangers, al is Esmée vocaal beter en Buddy dansend iets sterker.

Saturday Night Fever C Roy Beusker

© Roy Beusker

Moderne versie

In deze nieuwe versie is de klassieke discovloer nergens te bekennen, toch wordt er een onmiskenbaar discofeestje neergezet. Op de achtergrond de wolkenkrabbers van New York en soms een gedeelte van de Brooklyn Bridge. Het decor is vrij abstract weergegeven. Zo spelen de klassieke eettafelscènes zich nu af op een geheel donker podium met alleen drie spotlights. Dit werkt goed en zo laat het ruziënde gezin meer indruk na. Ook wordt er inventief gebruik gemaakt van de grote spiegels van de dansschool. In diverse scènes draaien de grote spiegels om Tony heen, als hij opgefokt is en niet weet wat hij moet doen, of als hij zijn eigen spieren bewondert in de spiegel. Een goede vondst dus. Er zitten ook kleine grapjes in het weinige decor: acteurs vormen de schappen van de verfwinkel en twee acteurs zijn de platenspeler in de dansschool.

Noemenswaardige momenten zijn vooral de rustige nummers, zoals de solo van Esmée Dekker, en met name het nummer ‘Reddeloos’ door Michael Muyderman zorgt voor kippevel. Ook DJ Monty valt op, naast DJ lijkt hij een soort geweten van de jongeren, die hen enerzijds aanmoedigt om hun dromen na te jagen en anderzijds drugs aan hen probeert te verkopen.

Jukeboxmusical vertalen

Saturday Night Fever is een ‘jukeboxmusical’, een musical gebaseerd op bestaande liedjes, in dit geval gebaseerd op de muziek van The Bee Gees. Denk aan hits als ‘Stayin’Alive’, ‘Night Fever’, ‘Disco Inferno’ of ‘Tragedy’. Jukeboxmusicals zijn populair, want mensen luisteren graag naar populaire hits van bekende artiesten, denk aan musicals als Mamma Mia, TINA en The Bodyguard. Toch is er één groot dilemma: worden de pophits vertaald of niet? En zo ja, welke?

Opvallend is dan ook de keuze voor een geheel nieuwe vertaling door Florus van Rooijen. Dat het script moderner wordt gemaakt is logisch, maar wat was er mis met de liedvertaling van Daniël Cohen (2001 en 2012)? In die eerdere vertaling werden ‘onvertaalbare’ iconische woorden goed geïntegreerd in Nederlandse zinnen en werd ‘Stayin’ Alive’: ‘Leven in een ghetto is leven met het motto van Stayin’ Alive’. Nu is dit : ‘Ga het leven te lijf’, iets wat in de snelheid van de ensemblezang klinkt als ‘levende lijf’. Het indrukwekkende ‘Tragedy’ wordt van ‘Radeloos’ nu ‘Reddeloos’. De vraag is of dat echt nodig is.

Niet alle nummers zijn vertaald, zoals bij de meeste jukeboxmusicals worden de liedjes die het verhaal niet vooruitbrengen, niet vertaald. Dus het dansnummer van Tony en Stephanie ‘More than a woman’ blijft in het Engels. Grappig detail is dat op deze moment ‘de platenspeler’ wordt aangezet, dit is een duo acteurs dat steeds komt zingen. Bovendien is er aan het einde nog even een Engelstalige megamix, waarop het publiek mee mag swingen.

Al met al is Saturday Night Fever een musical die je gemengde gevoelens geeft, het is én een discofeestje én een rauw verhaal. De show heeft mooie, grappige en inventieve momenten én slaat af en toe de plank een beetje mis.

Muziek / Concert

Vlekkeloos, maar dan beter

recensie: The Analogues: Revolver & Sgt. Pepper - Ziggo Dome, Amsterdam

Revolver, Sgt. Pepper en nagenoeg de hele Magical Mystery Tour. Je kunt het je nauwelijks voorstellen, maar The Analogues speelden de drie klassieke albums van The Beatles op 20 september 2024 achter elkaar voor een vol Ziggo Dome. Vlekkeloos. Maar eigenlijk doet zo’n kwalificatie ze nog te kort. Je kunt iets noot voor noot spelen, en je kunt ook iets (opnieuw) beleven.

Voormalig perschef van The Beatles Derek Taylor noemde de Fab Four ooit ‘the greatest romance of the 20th century’. Een prachtige omschrijving, die de band misschien wel beter typeert dan wat ook. Beatlemania was meer dan een muzikaal fenomeen. Het was een – je mag wel zeggen: wereldwijde – begeestering, opgeroepen door de briljante muziek en inspirerende wits van vier jonge mannen uit Liverpool. Het was een historisch fenomeen.

De – naar we mogen aannemen bekende – missie die The Analogues tien jaar geleden zijn begonnen, komt dit jaar ten einde, met als klap op de vuurpijl drie shows in de Ziggo Dome. Alle albums uit de ‘studiojaren’ van The Beatles, plus Let It Be en een aantal singles, worden nog een keer integraal uitgevoerd. Een ware krachttoer, want zelfs al kun je ze tot in de kleinste details reproduceren, hoe creëer je opnieuw de betovering van het originele werk? Natuurlijk, het opsporen en gebruiken van de authentieke instrumenten en apparatuur is dan een cruciale voorwaarde. Maar er komt nog wel wat meer bij kijken.

Revolver revisited

Helemaal aan het begin van hun reis, toen ze nog onbekend waren en in kleinere zalen speelden, hebben The Analogues Revolver al een keer uitgevoerd. Voor vrijwel alle bezoekers van de Ziggo Dome betreft het vanavond een primeur, waar ze vast reikhalzend naar hebben uitgekeken.

‘Taxman’ – de uithaal in het gezongen titelwoord is geïnspireerd op de tune van de destijds populaire Batman-serie op tv – zet meteen de toon. Het is er allemaal, je hoort en ziet de minutieuze aandacht voor de juiste klanken, accenten en feel van Harrisons openingsnummer. Kunnen de vocale harmonieën op tijdloze McCartney-songs als ‘Here, There and Everywhere’ en ‘Eleanor Rigby’ worden geëvenaard? Het lijkt er verdacht veel op. De heerlijke riff van Lennons ‘Dr. Robert’? Het bezwerende ritme van ‘Tomorrow Never Knows’? Ja, alleen The Beatles zelf zouden het in topvorm (misschien) net zo goed of nog indrukwekkender hebben kunnen brengen, ben je al heel snel geneigd te denken. Revolver klinkt live zoals Revolver moet klinken: fris, mooi en vol, met alle toeters en bellen (die je op de plaat nog wel eens ontgaan).

All Together Now

Om elk nummer zo exact en compleet mogelijk te reproduceren, worden The Analogues steevast bijgestaan door een keur aan andere musici. Strijkers; blazers; aanvullende percussie; een specifieke zangstem; een harpiste; spelers van bijzondere (Indiase) instrumenten als tabla, dilruba en tambura… ze vormen samen ook een o zo belangrijk en onmisbaar onderdeel van het optreden. In de Ziggo Dome, waar het geluid uitstekend is, kun je ze allemaal onderscheiden.

Mark Lewisohn | foto: Ria van Dijk

Een verrassende en uitgekiende zet is het inlassen van een paar korte praatjes door dé Beatles-autoriteit (en -biograaf) Mark Lewisohn. Na Revolver en opnieuw na Sgt. Pepper neemt de Engelse historicus de zaal eventjes mee in de geschiedenis van de band, in het wel en wee van het viertal ten tijde van de drie albums. Zo staat hij stil bij hun enorme gedrevenheid en productie, bij de dood van manager Brian Epstein, en bij hun besluit om te stoppen met optreden en zich helemaal op studiowerk te concentreren. (The Analogues hebben ongetwijfeld ook flink profijt gehad van Lewisohns onderzoek naar de opnamesessies en gebruikte apparatuur van The Beatles.)

An Evening in the Life

Bijzonder is dat na Revolver niet meteen de klanken van Sgt. Pepper worden ingezet, maar die van de mogelijk mooiste dubbelsingle uit de popgeschiedenis: ‘Penny Lane’ / ‘Strawberry Fields Forever’. De aan hun geboortestad gewijde nummers van respectievelijk McCartney en Lennon werden – zoals vaak met singles gebeurde – weliswaar toen (nog) niet op een album gezet, maar ze dateren wel uit de Sgt. Pepper-periode en verdienen dit plekje helemaal. Zowel de songs als de plekken zijn nu monumenten.

Tijd om bij te komen is er niet. Na het ene meesterwerkje stomen The Analogues alweer door naar het volgende. Het is eigenlijk ondoenlijk om in zo’n show ‘hoogtepunten’ uit te kiezen. Als je vol bezieling gespeelde uitvoeringen van nummers als ‘Lucy in the Sky with Diamonds’, ‘She’s Leaving Home’, ‘A Day in the Life’ natuurlijk, tot en met ‘Hello, Goodbye’ en het afsluitende ‘All You Need Is Love’ in al hun rijkdom en perfectie voorgeschoteld krijgt, is het doorlopend smullen en genieten. Mensen op de voorste rijen kunnen zien hoe links in de coulissen ook Lewisohn staat mee te zingen. Het is vanavond weer één groot feest met The Analogues.

 

Op 2 november en 28 december 2024 staan The Analogues voor het laatst in de Ziggo Dome. Eerst met het ‘White Album’, en tenslotte met ‘Abbey Road’ en ‘Let It Be’. Hier zijn nog kaartjes voor beschikbaar!

Recensie: Blauwalg Festival 2024
Muziek / Concert

Veel te ontdekken onder het oppervlak

recensie: Blauwalg Festival 2024
Recensie: Blauwalg Festival 2024

Onder het wateroppervlak van het Blauwalg Festival is er veel meer te ontdekken dan je op het eerste gezicht zou denken. Het festival nodigt je uit om mee te kijken onder dat oppervlak, waar een hoop verborgen talenten en verrassingen liggen te wachten. 8WEEKLY kwam bewapend met een snorkel en duikbril om jou te vertellen wat er allemaal tussen de blauwalg van de Slingelandse Plassen te vinden viel.

Op 7 september 2024 vormden de Slingelandse Plassen het decor van het Blauwalg Festival. Het festivalterrein viel niet alleen op door de kleurrijke kwallenversieringen en de aanwezige kunstwerken, maar ook door haar alternatieve charme. Hier krijgt de festivalbezoeker de kans om nieuwe muziek te ontdekken van bands die op het punt staan door te breken. Op het Zwemdiplodium verzamelden zich verschillende bands, terwijl op het Rimboepodium een mix van dj’s en een enkele band klaarstonden. Voor de avonturiers was er ook een geheim podium waar je in de avonduren werd getrakteerd op dancemuziek – mits je het kon vinden!

Gevarieerd smaakpalet

Het festivalprogramma bood een levendige afwisseling van muziek op het Rimboepodium en het Zwemdiplodium. Het Rimboepodium, dat zich richtte op dansmuziek, fungeerde in de ochtend vooral als sfeermaker op de achtergrond, met de nodige ska- en reggaeklanken. Naarmate de dag vorderde, groeide het enthousiasme (en het aantal) van de festivalgangers en kwamen er meer bezoekers in beweging op de dansvloer. Op het Zwemdiplodium kwamen verschillende genres aan bod: Band zonder Band trapte de dag af, gevolgd door e110 met hun zelfbenoemde genre ‘flutpunk’. The Meadows brachten live een strakke new wave-sound, terwijl Lucky Fonz III het publiek vermaakte met zijn humoristische liedjes en danspasjes. Daarna zorgde Flut. met hun Nederlandstalige poppunk voor een energieke show, waarna Niko een veelzijdige set bracht die varieerde van disco tot emotionele rock. Als laatste band stonden indierockers Hiqpy op het podium, die van al deze artiesten misschien wel de grootste doorbraak staat te wachten. Althans, als we alle lovende recensies over onder andere hun optreden op Eurosonic Noorderslag mogen geloven.

De band Flut. was een van de hoogtepunten van het festival dankzij hun aanstekelijke optreden en de vele interacties met het publiek. Met catchy melodieën en humoristische teksten, die ze zelf omschrijven als een mix van Blink-182 en Kinderen voor Kinderen, kregen ze het publiek volop aan het dansen. Met zelfs meerdere moshpits als gevolg. Dit soort energieke optredens is wat zo’n muzikaal ontdekfestival tot een waar feestje maakt.

Verse newbies en golden oldies

Hoewel het Blauwalg Festival zichzelf profileert als de plek om nieuwe bandjes te ontdekken, waren er dit jaar twee optredens van bands met een andere achtergrond: e110, die na bijna 20 jaar weer optrad, en The Meadows, met hun laatste optreden ooit. Voor fans van deze bands waren het ongetwijfeld bijzondere momenten, maar voor bezoekers die vooral nieuwsgierig waren naar nieuw talent, kan dit voelen als een gemiste kans. Gelukkig waren het energieke en plezierige optredens. En gezien enkele bandleden ook als vrijwilliger op het festival werkten, zijn hun keuzes te begrijpen. Voor de echte muzikale ontdekkingen blijft het echter de rest van de line-up waar je moet zijn.

Blauwalg laat je zien dat er veel meer onder het wateroppervlak schuilgaat dan je denkt. Of je nu naar de recreatieplassen komt voor het lekkere eten, de kleurrijke en gezellige sfeer of voor de gevarieerde muziek: op Blauwalg kan iedereen winnen.

Muziek / Interview
special: Singer-songwriter Mark Ambor over zijn debuutalbum Rockwood en de aanstaande tour
17Perskit

Van Rockwood naar Amsterdam: in gesprek met Mark Ambor

Op zijn debuutalbum Rockwood laat de singer-songwriter Mark Ambor een nieuwe kant van zichzelf zien. Hoewel we hem kennen van zijn viral hit ‘Belong Together’ en zijn optimistische uitstraling, duikt hij op dit album dieper in moeilijkere onderwerpen zoals hartzeer en onzekerheden. Met zo’n succesvol album en een razendsnel uitverkochte bijhorende tour, was het hoog tijd dus voor een gesprek met Ambor! 8WEEKLY sprak met hem over zijn album, de invloed van social media, zijn verwachtingen voor de tour en zijn connectie met Nederland.

Om te beginnen: gefeliciteerd met je debuutalbum! Rockwood is al sinds 16 augustus 2024 uit – hoe voel je je?

Ambor steekt enthousiast van wal: ‘Ik voel me goed! Voor een lange periode had ik alleen ‘Good To Be’, ‘Belong Together’ en ‘I Hope It All Works Out’ uit in de wereld. Ik was er erg op gebrand om meer nummers van deze batch aan schrijfsels te kunnen delen met iedereen.’
De zanger heeft namelijk alle nummers geschreven in dezelfde periode van zijn leven en het voelde naar eigen zeggen gek om zo lang alleen die singles te kunnen delen: ‘Het is fijn dat ik nu een andere kant van mezelf kan laten zien en andere delen van mijn eigen verhaal kan vertellen.’
Hij benut ook graag de kans om meermaals te benadrukken dat hij erg uitkijkt naar de tour: ‘It’s all exciting stuff!

Je noemde net al je eerdere singles. Via deze bekende singles, zoals ‘Good To Be’ en ‘Belong Together’, leren we jou en je muziek kennen als optimistisch. Daarentegen zing je op Rockwood ook over lastigere onderwerpen als hartzeer en onzekerheden. Hoe ga je om met deze moeilijke emoties en blijf je toch optimistisch?

Ambor deelt graag de wijsheid die zijn moeder hem tijdens zijn jeugd bijbracht: ‘Zij zei altijd: “Je kunt iets goeds vinden in alles wat je niet leuk vindt. Als je daarop focust, dan kom je er wel doorheen.” Die mindset is mij aangeleerd en heb ik nog steeds.’
Hij legt uit dat hij die mindset meeneemt tijdens het schrijven van zijn muziek, zoals bij het nummer ‘Bruises and Stains’ dat gaat over wie hij had willen zijn versus wie hij daadwerkelijk is. Hij herinnert zichzelf eraan dat hoe erg de situatie ook is, hij er wel doorheen zal komen. ‘Zo eindigt elk verdrietig nummer toch met een glimlach.’
Met die boodschap wil hij graag uitdragen dat het leven gewoon doorgaat. Immers: ‘Ik zie het gewoon op die manier. Ik heb het gevoel dat het leven te kort is om het niet op die manier te zien? Je kan je niet voor altijd ellendig blijven voelen.’

Je zegt dus eigenlijk dat er altijd wel hoop is of een lichtpuntje om naar uit te kijken.

Ambor lacht: ‘Jazeker.’

Dat is een mooie mindset. Is dat ook de boodschap die je met Rockwood wil uitdragen?

De zanger knikt instemmend: ‘Het is zeker één van de boodschappen!’ Ambor begint uit te leggen dat Rockwood een park is waar hij graag met zijn vrienden naar ontsnapte: ‘Het is een plek waar de wereld… even van mijn schouders viel. Wie er ook met je mee gaat, je bent omringd door natuur en wat er verder gaande is; mensen, zonsondergang, een mooie dag. Ik vind het belangrijk om plekken te ontdekken waardoor je positief kan blijven, plekken zoals Rockwood.’
Hij legt uit dat die plekken je ook als het slecht gaat eraan herinneren dat je leeft. Dat gevoel wil hij overdragen met zijn debuutalbum: ‘Ik wil dat mensen die Rockwood luisteren zich goed voelen, of gehoord als ze dat nodig hebben, of voelen dat ze onderdeel zijn van een groter geheel. Je bent niet alleen!’

Blijkbaar resoneert die boodschap met een grote groep mensen – zeker als we kijken naar hoe insanely viral je hit ‘Belong Together’ is gegaan op sociale media. Merk je ook dat sociale media een rol spelen tijdens het schrijven van je muziek?

Ambor vertelt dat hij vroeger vooral bezig was met wat hij dacht dat mensen zouden willen horen, kijkend naar het algoritme. Hij heeft bewust een pauze genomen van alles: ‘Vorige zomer heb ik social media weggelegd en ben ik voor een paar weken gaan backpacken in Europa. Ik verbleef in hostels, ondernam van alles… ik heb een lange tijd niet aan muziek gedacht.’
Bij thuiskomst voelde hij gelijk de inspiratie weer opborrelen en ging hij non-stop schrijven: ‘Ondanks dat social media een tool is om je muziek in de wereld te slingeren, is er een belangrijke boodschap: je moet je op jezelf focussen en op de dingen die belangrijk voor jou zijn. Juist als je trouw aan jezelf blijft, zal het meer resoneren met mensen.’
Zo heeft hij dus zijn meest virale hit ‘Belong Together’ geschreven zonder aan social media te denken. Hij vertelt dat hij alle muziek heeft geschreven terwijl hij zich focuste op hemzelf: ‘Het heeft mij geleerd dat mensen waarde hechten aan authenticiteit. Dat is wat door een algoritme heen kan breken.’

Op het internet wordt je muziek wel eens vergeleken met het ‘stomp and holler’ genre (een mix van folk en rock met meezingbare ritmes, red.) dat we kennen van bands als The Lumineers en Mumford and Sons. Daarnaast heb je in eerdere interviews ook aangegeven een enorme fan te zijn van Coldplay. Wie zijn voor jou belangrijke muzikale invloeden? Of zelfs muzikale helden?

Ambor legt uit dat hij het een lastige vraag vindt: ‘Ik houd van verschillende stukjes van verschillende bands. Bij Coldplay houd ik van de energie, de herinneringen die ze creëren tijdens live shows. Bij bands als The Lumineers en Mumford and Sons houd ik ervan hoe ze gemeenschapsgevoel creëren, alsof je met je vrienden in de bar aan het zingen bent.’
Hij grijpt ook de kans om nieuwere artiesten aan te prijzen, zo houdt hij van Noah Kahn als songwriter en vindt hij Gracie Abrahams esthetisch cool: ‘De wereld die zij creërt… dat is gaaf!’
Hij verklaart dat hij graag zijn inspiratie bij elkaar puzzelt door te kijken naar al die personen, vanwege de eenvoudige reden: ‘Er is niet één persoon te noemen waarvan ik zeg: dit is dé persoon.’

Je eerste tour, die snel uitverkocht was, zit er net op en de Rockwood Tour was net zo snel uitverkocht. Gefeliciteerd! Kijk je uit naar de tour?

‘Omigosh, ik kan niet wachten!’ Ambor vertelt dat hij momenteel bezig is met de setlist in elkaar zetten. Hij wil ervoor zorgen dat mensen een goede tijd hebben tijdens zijn shows, ze hebben er immers voor betaald: ‘Daarom wil ik me focussen op interactie. Ik wil dat mensen meezingen, ik wil het publiek in kunnen lopen… we gaan ervoor zorgen dat er kleine dingen in zitten die het exciting maken!’
Hij deelt dan ook zijn grote voornemen: ‘Ik wil dat mensen na afloop denken: dat was nou écht een leuk concert. Op zijn minst wil ik dat bereiken.’

De tour gaat rond in Amerika en Europa. Zijn er nog andere bestemmingen waar je graag heen zou gaan?

De zanger probeert te regelen dat hij begin volgend jaar naar Australië kan. Hij hoopt ook Zuid-Amerika en Azië ooit te bezoeken. Voor hem komt het op een ding neer: ‘Als een fan zegt: “Kom hierheen, je moet hier optreden!”, dan denk ik gelijk: ‘Omigosh, ja, dáár wil ik heen!’

Over wensen gesproken… We hadden het al over je twee uitverkochte tours, je viral singles en je nagenoeg vaste plek in de hitlijsten: stuk voor stuk indrukwekkende prestaties. Blijft er nog wat over op je wensenlijst?

Ambor vertelt dat zijn grote doel was om een gemeenschap of een soort wereld te creëren, wat hij met Rockwood en ‘Belong Together’ heeft bereikt: ‘De fans die trouw luisteren, de mensen die de shows bezoeken, ik wil graag die energie kunnen behouden.’
Hij zweert bij zijn ene prioriteit: ‘Hoe cliché ook, er zijn veel deprimerende dingen en hoe vermakelijk en historisch de huidige tijd ook is, het is belangrijk voor onze eigen mentale gezondheid om gewoon te genieten van de menselijke ervaring. Van het mens zijn. Die energie wil ik de wereld in slingeren. Natuurlijk wil ik graag optreden in Madison Square Garden, bij Red Rocks… maar vanuit een holistisch perspectief, ik wil die energie uitstralen.’

Als laatste valt mij iets op: je grootste optreden tot nu toe was in Nederland tijdens Koningsdag, je clip voor ‘Our Way’ en de visualizer voor ‘Second Best’ zijn beiden in Amsterdam opgenomen, je traditie met pop-up shows startte in Amsterdam, en je hebt bijna een vaste plek in onze hitlijsten veroverd. Wat is dat toch met jou en Nederland?

De zanger moet hardop lachen en zegt: ‘Ik weet het echt niet! Twee jaar geleden was ik er nog nooit geweest en nu ineens is het mijn tweede thuis.’
Hij vertelt dat hij die connectie ook ervaart met België, daar heeft hij een volle dag rondgereden en pop-up shows gegeven in elke grote stad. Hij ervaart een connectie met heel Europa, maar: ‘Nederland was de eerste plek die ‘Good To Be’ omarmde. De eerste plek die mijn muziek pakte en het zich eigen heeft gemaakt. Nederland is overal als eerste bij.’ Zijn liefde voor Amsterdam kan de zanger moeilijk verborgen houden, zo begint hij enthousiast over zijn shows in de Melkweg: ‘Die waren fantastisch!’, maar houdt hij ook van rondwandelen in de stad – hij vindt het een prachtige plek. Na deze opsomming concludeert hij: ‘Ik weet het niet. Ik ben gewoon een grote fan van Nederland!’

Die liefde lijkt volledig wederzijds te zijn. Bedankt voor je tijd Mark, en veel succes met het drukke tourschema!

‘Dankjewel, en ik hoop jullie natuurlijk te zien bij mijn shows!’

Social Media_Muziek_vriendenboekje (5)

Na zijn liefdesverklaring aan Nederland was het tijd om een Nederlands gebruik bij Ambor te introduceren: het vriendenboekje!

snowpatrol_theforestisthepath
Muziek / Album

Veilig en vertrouwd

recensie: The Forest Is The Path – Snow Patrol
snowpatrol_theforestisthepath

Met The Forest Is The Path doorbreekt Snow Patrol een stilte van zes jaar en keert de band terug met hun vertrouwde indierockgeluid. Het album, dat op 13 september 2024 verschijnt, bevat opnieuw een reeks tijdloze en emotionele nummers. Maar kan de band met hun achtste studioalbum de luisteraar nog echt verrassen?

Sinds hun oprichting in 1994 heeft Snow Patrol een stevige plek veroverd in de indierockscene. Hun grootste hit ‘Chasing Cars’ is een vaste waarde in muzikale overzichten als de Top2000 en is met recht een klassieker te noemen. Het nieuwste album The Forest Is The Path markeert een bijzonder moment in de dertigjarige geschiedenis van de band, met een comeback na zes jaar stilte en een ingrijpende bezettingswisseling waardoor de band doorgaat als trio. Zanger Gary Lightbody is op het album openhartig over zijn privéleven en liefdesperikelen. Na meer dan tien jaar vrijgezel te zijn merkt hij dat het concept liefde voor hem meer voelt als een herinnering – een perspectief dat hem genoeg inspiratie gaf om twaalf nummers over te schrijven.

Vertrouwde receptuur

Ondanks de aangekondigde thematiek van het album dat voornamelijk om liefdesliedjes draait, opent single ‘All’ met de tekst ‘this is not a love song’. Al snel blijkt dit nummer in feite toch een liefdeslied te zijn, zoals erkend wordt met de tekst ‘so I guess this is a love song after all’. De herkenbare, warme stem van Lightbody en de bekende opbouw naar een meeslepend refrein maken van ‘All’ een typische Snow Patrol-track. De tweede track op de lijst, de single ‘The Beginning’, volgt diezelfde receptuur: een voorzichtige start die uitmondt in een epische climax. Lightbody zingt de indrukwekkende tekst met een urgentie die een diepe indruk achterlaat. De zanger vertelt dat het lied gaat over tijd en hoe herinneringen je voor de gek kunnen houden, maar dat de stem van een geliefde je altijd kan leiden en kan helpen. Hij merkt hierbij op dat het gaat om zijn interpretatie van de tekst, en dat hij benieuwd is hoe anderen de tekst interpreteren. Een snelle zoektocht op het internet leert dan ook dat de interpretaties van de tekst uiteenlopen, van een lied over een man die jaloers is op wat hij niet heeft voordat hij beseft dat hij alles heeft tot een liefdesbrief van een vader voor zijn kind. Ongeacht de verschillende interpretaties, blijft de emotionele impact van het lied consistent.

Hoogtepunten en anticlimaxen

Nummers als ‘This Is The Sound Of Your Voice’ en ‘Never Really Tire’ weten minder te overtuigen, ondanks de prachtige teksten. De melodieën blijven doorkabbelen en bouwen niet op naar een groots of meeslepend geheel. Vooral bij het nummer ‘Never Really Tire’ werkt dat redelijk op je zenuwen; minutenlang lijkt de drum op te bouwen naar een grootse uitspatting, maar dit gebeurt pas in de laatste minuut en eindigt in een ware anticlimax. Daarentegen bieden nummers als ‘Hold Me In The Fire’, ‘Everything’s Here and Nothing’s Lost’ en het verrassende ‘Years That Fall’ een meer energieke en meeslepende luisterervaring. Vooral het afwisselende en indringende ‘Years That Fall’ weet het meest te verrassen en ontpopt zich zo tot een persoonlijke favoriet.

Muziek met een tijdloos karakter

Snow Patrol timmert al dertig jaar aan de weg en brengt dan ook een bak aan ervaring met zich mee. Met meerdere hits op hun naam blijft de indierockband een vertrouwde naam in de muziekwereld. Dat herkenbare en vertrouwde geluid van de band is precies wat The Forest Is The Path ook biedt, wederom een lijst met tijdloze hits. Verrassend? Absoluut niet, dit album volgt trouw het bekende Snow Patrol-recept: melodieuze alternatieve (indie)rock met een dynamische opbouw en emotioneel geladen teksten, gebracht door de warme en krachtige stem van Lightbody. Hoewel het album kwalitatief sterk is, blijft het geheel hangen in de veilige en bekende formule van de band. Voor fans die houden van het vertrouwde Snow Patrol-geluid zal dit album zeker bevallen, maar voor wie hoopt op iets vernieuwends of iets met meer pit, laat The Forest Is The Path te wensen over.

Boeken / Non-fictie

Deel zes in een zalige onderhoudende serie

recensie: Edwin Hofman - Vrijdenkers in muziek

Een aantal jaren geleden schreef Edwin Hofman Avonturiers van de Nederpop voor de muziekreeks van Uitgeverij kleine Uil. Met Vrijdenkers in muziek verschijnt deel zes van de serie. Samen met Wiebren Rijkeboer schrijft Hofman aan deze serie.

Hofman duikt vooral in het alternatieve circuit van de Nederpop van 1980 tot heden ten dage. Een heerlijk amalgaam van muzikanten die vaak hun nek uitstaken om een ander geluid te laten klinken dan dat wat we dagelijks op de radio horen. Enige uitzonderingen daargelaten zoals Gruppo Sportivo, die wel een grote groep liefhebbers wist aan te spreken.

De legendarische band Gruppo Sportivo als startpunt

Wie tussen de dertien verzamelde interviews op zoek gaat naar grote of bekende namen, zal vooral bij Hans Vandenburg, Spinvis en Chantal Acda uitkomen. In de jaren tachtig maakte Hans Vandenburg met zijn band Gruppo Sportivo een tweetal albums dat liedjes herbergde die de vaderlandse hitparade wisten te bestormen. De naam van de band was meteen gevestigd in ons land. Toch verloor de band in de jaren daarna de aandacht, maar wist die wel in het buitenland te behalen/behouden.

Ondanks de verminderde aandacht van het publiek, ging Vandenburg door met het maken van muziek. Vaak onder de naam van Gruppo Sportivo, maar we kennen hem ook eenmalig als de Buddy Odor Stop. Dat hij na de eerste twee Gruppo platen vooral in het buitenland hoge ogen gooide, is deels aan ons popminnend Nederland ontgaan. De band ontwikkelde zich muzikaal door, maar verloor nooit zijn kenmerken van de start van de carrière. Vandenburg verdient net als veel van de geïnterviewde artiesten uit deze editie meer aandacht in ons land.

Interviews als jongensboek

Alle interviews lezen als een verhaal en niet als een vraaggesprek. Daardoor leest het boek als een jongensboek dat een prachtig avontuur beschrijft dwars door de tegendraadse Nederpopscene heen. Het verhaal roept regelmatig een gevoel van herkenning op, ook al denk je de artiest in eerste instantie niet te kennen. Door iets wat wordt beschreven of besproken denk je opeens ‘oh ja, dat was het, dáár kende ik deze artiest van’.

De kracht van het boek is dat het zo lekker leest, dat je steeds door wilt naar de volgende pagina. Of je de artiest nu kent of niet, het maakt niet uit. Het verhaal is heerlijk om tot je te nemen. Natuurlijk nodigt dit ook uit tot luisteren van de beschreven muziek. Want wat is muziek in woorden, als je de klanken erbij niet hoort? Lees bijvoorbeeld het verhaal over Dirk Polak en je wordt nieuwsgierig naar hoe Mecano destijds klonk.

Inkijk in de muziekscene

Naast kennis over de bands, de muzikanten en iedereen die actief is in het alternatieve muziekcircuit van Nederland, biedt dit boek ook een inzicht in hoe deze muziek momenteel zijn weg vindt in Nederland of juist niet. Lees bijvoorbeeld het slotinterview met Berend Dubbe, die naast frontman van Bettie Serveert actief is geweest in Bauer, en het wordt pijnlijk duidelijk dat de alternatieve muziek in Nederland een lastig bestaan heeft. Natuurlijk kan je vanalles makkelijker opnemen met de nieuwste technieken, maar diezelfde muziek in zijn volle breedte op een podium vertolken, is een heel ander verhaal. Daarbij gaat de kostprijs van zo’n optreden ver boven van wat het kan opleveren. Als de zaal niet vol te krijgen is, dan is het financiële plaatje niet haalbaar.

Hofman weet naast veel wetenswaardigheden uit heden en verleden en fraaie verhalen over muzikanten ook een goed beeld te scheppen van de hedendaagse alternatieve Nederpop. Het boek leest als een prachtige verzameling verhalen en het nodigt uit tot luisteren. Voor iedere alternatieve Nederpop liefhebber een aanrader om te lezen. We kijken alweer uit naar deel zeven van deze fijne serie.

Muziek / Album

Mark Ambor: (veel) meer dan een TikTok-sensatie

recensie: Rockwood - Mark Ambor

De vrolijke liedjes van de 26-jarige Armeens-Amerikaanse singer-songwriter Mark Ambor, geboren als Mark Gregory Damboragian, zijn bijna niet te missen. Zijn muziek scoort miljoenen streams, en voor video’s op Instagram en TikTok wordt massaal gebruikt gemaakt van zijn nummers. Zijn eerste tour was onmiddellijk uitverkocht en ook voor zijn komende shows zijn geen kaarten meer te krijgen. Er wordt reikhalzend uitgezien naar zijn debuutalbum Rockwood, dat op 16 augustus uitkomt.

Ambor is een singer-songwriter die al enige tijd in de muziekwereld actief is, maar sinds het succes van zijn nummers ‘Good To Be’ en ‘Belong Together’ een vaste plek heeft veroverd op de radio en op sociale media. ‘Belong Together’ staat in meerdere landen al weken in de Top 40 en bereikte in juli 2024 zelfs de nummer 1 positie in de Nederlandse hitlijsten. Vooral in Nederland is hij dus razend populair; op Koningsdag speelde hij voor een recordpubliek van 40.000 mensen, zijn grootste show tot nu toe. Zijn hits doen denken aan het ‘Stomp and Holler’-genre uit de jaren 2010, zoals we dat kennen van bands als The Lumineers. Met Rockwood wil Ambor echter laten zien dat hij veelzijdiger is dan dat.

Optimisme, escapisme en verandering

De zanger staat bekend om zijn optimisme en dat is op Rockwood niet anders – de drie voornaamste thema’s op het album zijn optimisme, escapisme en verandering. Dit betekent echter niet dat alles rozengeur en maneschijn is in zijn teksten; Ambor weet hoe hij gelaagde emoties overtuigend kan beschrijven. Zo zingt hij in ‘Academy Street’ met nostalgie over zijn jeugdliefde en hoe de tijd de slechte herinneringen verzacht. Vergelijkbare emoties over (jeugd)liefde en hoe alles verandert, komen naar voren in ‘I Hope It All Works Out’. Het thema verandering vind je ook in de emotionele nummers ‘Hate That I Still Love You’ en ‘Second Best’, waar Ambor op een herkenbare en doordringbare manier gevoelens van verlies en verlangen beschrijft. In interviews benadrukt Ambor hoe belangrijk het voor hem is om ondanks tegenslagen positief te blijven. Hij wil het liefst alles op een positieve noot eindigen. Dit komt goed tot uiting in het ogenschijnlijk verdrietige nummer ‘Bruises and Stains’, waar hij juist kracht put uit zijn eerdere ervaringen.

Clichématig optimisme en rake emoties

De singles ‘Belong Together’ en ‘Good To Be’ stralen veel vrolijkheid uit. Het liefdesliedje ‘Belong Together’ gaat over hoe de aanwezigheid van een geliefde zelfs de zwaarste dagen kan verlichten en vreugde kan brengen in kleine dingen. De positie in de hitlijsten bevestigen hoezeer dit nummer resoneert bij de luisteraars. Op diezelfde manier weet de boodschap van ‘Good To Be’, ondersteund door een ukelele, mensen te raken door het vieren van het leven. De derde single ‘Our Way’ is eveneens een opgewekt nummer, maar mist diepgang en is daardoor misschien wel het meest gezapige lied van het album. De boodschap over het vieren van het leven en over het vinden van je eigen weg is mooi, maar de ondersteunende zomerse klanken doen wat clichématig aan.

De keuze voor de singles van het album richt zich duidelijk op de meezingbare, optimistische nummers. Jammer genoeg blijven hierdoor de emotioneel geladen nummers als ‘Second Best’ en ‘Hate That I Still Love You’ onderbelicht, terwijl Ambor juist daarin weet uit te blinken met zijn vocalen en talent om emoties over te brengen. Het absolute hoogtepunt van het album is het slotlied ‘My Love!’, waarin de overtuigende emoties in zijn stem prachtig samengaan met de sfeervolle pianoklanken.

Rockwood: een afgerond geheel

Het album begint met het grotendeels instrumentale nummer ‘Rockwood’, waarin melodielijnen uit de rest van het album subtiel worden geïntroduceerd. Het instrumentale nummer ‘Under The Willow’ dient later als een sfeervolle interlude, waarna het album eindigt met de knaller ‘My Love!’. De zorgvuldig samengestelde tracklist maakt het album een genot om in zijn geheel te beluisteren. Natuurlijk, nummers als ‘Good To Be’, ‘My Way’ en ‘Belong Together’ zullen als losse singles op verschillende media goed tot hun recht komen, maar als je zelf invloed hebt op je playlist of CD-speler is het zeker de moeite waard om Rockwood van begin tot eind te beluisteren. De samenhang en doordachte opbouw zorgen voor een meeslepende luisterervaring die je alleen krijgt als je het album in zijn geheel afspeelt.

Met Rockwood heeft Ambor zijn missie behaald: hij bewijst veel meer in huis te hebben dan het ‘Stomp and Holler’ genre waar hij nu mee geassocieerd wordt. Hij schrijft prachtige teksten, kiest passende melodieën en brengt emoties goed over met zijn stem. Hoewel de keuze voor de optimistische singles begrijpelijk is, zijn het juist de meer introspectieve nummers die Rockwood echt de moeite waard maken.