Tag Archief van: landscape

Film / Films

Wonderschone gruwelijkheid

recensie: The Road

Het is in feite de ultieme ‘wat als?’-vraag. Wat als de wereld zoals je die kent er op een dag niet meer is: wat doe je dan? Geen wonder dat het postapocalyptische genre zo tot de verbeelding spreekt. In The Road lijkt het een van haar meest realistische verbeeldingen gevonden te hebben.

~

Een vader en zijn zoontje lopen met een winkelwagen gevuld met schaarse bezittingen naar het zuiden, naar de kust. Zij trekken door een grauw, zwartgeblakerd landschap langs lege boerderijen en uitgestorven dorpen en door bossen vol dode bomen, die regelmatig onder luid gedonder omvallen. De precieze oorzaak van de massale vernietiging blijft onduidelijk, maar dieren zijn er niet meer en mensen nauwelijks. Niettemin is waakzaamheid geboden: elk huis kan een valstrik zijn. Want voedsel is zo goed als afwezig en sommige overlevenden doen zich daarom tegoed aan zo’n beetje het enige wat resteert: mensenvlees. Geen wonder dat een pistool met een paar kogels een van de waardevolste bezittingen van de man vormt; is het niet om zichzelf te kunnen verdedigen, dan wel om het moment en de manier waarop er gestorven wordt in eigen hand te houden.

Akelig

~

Het boek The Road van de Amerikaanse schrijver Cormac McCarthy (The Border Trilogy, No Country for Old Men) werd een onverwachte hit. De relatie tussen een vader en zijn zoontje (die geboren werd toen de allesvernietigende ramp zich al had voltrokken) en het gevecht om maar hoop te blijven houden vormt het hart van het verhaal. Hoewel het taalgebruik van McCarthy spaarzaam is, is het dermate beeldend geschreven dat het verhaal ondanks de gruwelijke wereld die het beschrijft, populair werd bij het publiek en een gewild object voor Hollywood. Het werd uiteindelijk de Australische regisseur John Hillcoat (The Proposition) die het verhaal mocht verfilmen.

De akelig desolate sfeer die McCarthy zo treffend wist neer te zetten weet Hillcoat goed te vertalen naar het grote doek. The Road is een verfilming geworden die (hoewel de schandalig belabberde trailer anders doet vermoeden) trouw is aan de ingetogen toon van het boek, goed is geacteerd (met sterke hoofdrollen van Viggo Mortensen en Kodi Smit-McPhee en bijrollen van onder andere Robert Duvall en Guy Pearce) en in z’n gruwelijkheid wonderschoon is. Een indrukwekkende film en een van de meest realistisch ogende postapocalyptische visies, waarvoor de makers waardering verdienen. De fascinatie van Hillcoat voor personages die (tegen beter weten in?) in extreme omstandigheden blijven vasthouden aan normen en waarden uit een andere wereld bleek al eerder in The Proposition. Want hoe ver ga je om ‘one of the good guys‘ te blijven?

Ingetogen

~

Helemaal geen muziek zou de film eigenlijk niet misstaan hebben, maar de keuze voor een score van Nick Cave en Warren Ellis pakt goed uit. Hun aanpak is, net als eerder bij The Proposition en The Assassination of Jesse James, niet opdringerig en op een ingetogen manier mooi. Niettemin is het een van de elementen die de film op een paar momenten een tikkeltje sentimenteler dan het boek maakt. Dat valt ook toe te schrijven aan de  grotere rol die flashbacks hebben gekregen en daarmee de rol van de moeder (Charlize Theron). In het boek zijn herinneringen niet meer dan flarden, het verleden speelt nauwelijks een rol. Het gaat om het hier en nu, het proberen de volgende dag te halen. Het handelen van de moeder wordt in de film duidelijker en begrijpelijker. Voor haar is overleven niet genoeg: zij wil leven.

Film / Films

Wonderschone gruwelijkheid

recensie: The Road

Het is in feite de ultieme ‘wat als?’-vraag. Wat als de wereld zoals je die kent er op een dag niet meer is: wat doe je dan? Geen wonder dat het postapocalyptische genre zo tot de verbeelding spreekt. In The Road lijkt het een van haar meest realistische verbeeldingen gevonden te hebben.

~

Een vader en zijn zoontje lopen met een winkelwagen gevuld met schaarse bezittingen naar het zuiden, naar de kust. Zij trekken door een grauw, zwartgeblakerd landschap langs lege boerderijen en uitgestorven dorpen en door bossen vol dode bomen, die regelmatig onder luid gedonder omvallen. De precieze oorzaak van de massale vernietiging blijft onduidelijk, maar dieren zijn er niet meer en mensen nauwelijks. Niettemin is waakzaamheid geboden: elk huis kan een valstrik zijn. Want voedsel is zo goed als afwezig en sommige overlevenden doen zich daarom tegoed aan zo’n beetje het enige wat resteert: mensenvlees. Geen wonder dat een pistool met een paar kogels een van de waardevolste bezittingen van de man vormt; is het niet om zichzelf te kunnen verdedigen, dan wel om het moment en de manier waarop er gestorven wordt in eigen hand te houden.

Akelig

~

Het boek The Road van de Amerikaanse schrijver Cormac McCarthy (The Border Trilogy, No Country for Old Men) werd een onverwachte hit. De relatie tussen een vader en zijn zoontje (die geboren werd toen de allesvernietigende ramp zich al had voltrokken) en het gevecht om maar hoop te blijven houden vormt het hart van het verhaal. Hoewel het taalgebruik van McCarthy spaarzaam is, is het dermate beeldend geschreven dat het verhaal ondanks de gruwelijke wereld die het beschrijft, populair werd bij het publiek en een gewild object voor Hollywood. Het werd uiteindelijk de Australische regisseur John Hillcoat (The Proposition) die het verhaal mocht verfilmen.

De akelig desolate sfeer die McCarthy zo treffend wist neer te zetten weet Hillcoat goed te vertalen naar het grote doek. The Road is een verfilming geworden die (hoewel de schandalig belabberde trailer anders doet vermoeden) trouw is aan de ingetogen toon van het boek, goed is geacteerd (met sterke hoofdrollen van Viggo Mortensen en Kodi Smit-McPhee en bijrollen van onder andere Robert Duvall en Guy Pearce) en in z’n gruwelijkheid wonderschoon is. Een indrukwekkende film en een van de meest realistisch ogende postapocalyptische visies, waarvoor de makers waardering verdienen. De fascinatie van Hillcoat voor personages die (tegen beter weten in?) in extreme omstandigheden blijven vasthouden aan normen en waarden uit een andere wereld bleek al eerder in The Proposition. Want hoe ver ga je om ‘one of the good guys‘ te blijven?

Ingetogen

~

Helemaal geen muziek zou de film eigenlijk niet misstaan hebben, maar de keuze voor een score van Nick Cave en Warren Ellis pakt goed uit. Hun aanpak is, net als eerder bij The Proposition en The Assassination of Jesse James, niet opdringerig en op een ingetogen manier mooi. Niettemin is het een van de elementen die de film op een paar momenten een tikkeltje sentimenteler dan het boek maakt. Dat valt ook toe te schrijven aan de  grotere rol die flashbacks hebben gekregen en daarmee de rol van de moeder (Charlize Theron). In het boek zijn herinneringen niet meer dan flarden, het verleden speelt nauwelijks een rol. Het gaat om het hier en nu, het proberen de volgende dag te halen. Het handelen van de moeder wordt in de film duidelijker en begrijpelijker. Voor haar is overleven niet genoeg: zij wil leven.

Film / Films

Koket, ijdel en neurotisch

recensie: Le bal des actrices

Le bal de actrices is een speelse nepdocumentaire die gezien kan worden als het Franse antwoord op Ricky Gervais’ Extras. Actrice Maïwenn Le Besco portretteert op komische wijze verschillende actrices die worstelen met de twijfels en onzekerheden van het vak. Het resultaat is een luchtige en vermakelijke verzameling sketches over neuroses op de planken en voor de camera.

~

In Le bal des actrices speelt Maïwenn Le Besco zichzelf: een Franse kindster, ooit partner van Luc Besson en vooral bekend van haar rol in de gallische slasher Haute tension. Ze leeft samen met rapper Joey Starr en haar kind in Parijs en heeft het acteren opgegeven om achter de camera de staan. Zij heeft een idee voor een documentairefilm over actrices. Zij wil deze vakvrouwen ondervragen zonder enige poeha om zo tot de kern te komen van hun mysterieuze en tot de verbeelding sprekende roeping. Haar plan wordt echter niet enthousiast ontvangen door haar twijfelende producer, die zich vooral zorgen maakt dat Maïwenn strandt in een pretentieus egodocument.

Het begin van de film doet het ergste vermoeden. De openingsscène is een campy dansroutine waarin Maïwenn ook nog eens zingt. De kunstmatigheid van de musical gaat vervolgens over in droge en schokkerige beelden van haar zelf en Franse actrices die in de film zichzelf spelen of parodiëren. Actrice Karin Viard (L’emploi du temps) ziet zich als te groot voor Frankrijk en wil het gaan maken in Amerika. Maïwenn volgt haar op een filmset en bij een Engelse taalcoach die haar Cockney-Brits probeert te leren. Een verloren zaak als je Viard met een sterk Frans accent hoort spreken.

~

Marina Foïs was ooit een ontdekking maar krijgt nog met moeite rollen. In een komische scène krijgt ze wat botoxinjecties zonder dat haar gelaat er beter op wordt en zegt haar ‘dokter’ op doodserieuze wijze dat ze dringend iets aan haar borsten moet doen. Even later wordt de Vietnamees-Franse actrice Linh Dan Pham (Indochine en De battre mon coeur s’est arrêté) geïnterviewd samen met haar ouders. Als Maïwenn hen vraagt of ze trots zijn dat Linh een César heeft  gewonnen bevestigen zij dat vriendelijk en beleefd. Ondertussen laten zij Linh in het Vietnamees weten dat zij niet gecharmeerd zijn van Maïwenn en haar carrière als actrice altijd hebben afgekeurd.

De façade van de roem
De manier van filmen en de komische plaatsvervangende schaamte die optreedt in deze scènes is vergelijkbaar met de Britse serie Extras, waarin bekende acteurs de spot drijven met zichzelf en de absurditeiten van het celebritybestaan. Le bal des actrices is daarmee typerend voor de huidige intieme celebritycultuur, waarin sterren voortdurend onder de loep worden genomen. Voortgekomen uit de schijnbaar eerlijke en levensechte registraties van reality soaps, kunnen bekende mensen zich steeds moeilijker verschuilen achter de ooit zo ondoordringbare façade van de roem. Deze constante en beklemmende aandacht leidt ertoe dat sterren in steeds grotere mate terug moeten vallen op humor en zelfspot. Le bal des actrices verwijst ook met een knipoog naar de Franse filmindustrie. Als Maïwenn samen met een actrice expliciete beelden ziet van een echte bevalling, kijkt ze afgunstig weg en zegt dat het net een film is van Catherine Breillat. Ook de rol van regisseur Yvan Attal als zichzelf hint duidelijk naar zijn film over het acteursbestaan van zijn vrouw Charlotte Gainsbourg, Ma femme est une actrice.

~

Maïwenn wisselt de droge realitystijl af met dansroutines waarin elke actrice zingt over haar dilemma’s. Dit is op het eerste gezicht gekunsteld, maar het werkt naarmate de film vordert goed als een verdeling tussen het echte rommelige leven en de fictieve droomwereld van het acteren en de roem. De narratieve lijn van de film is soms wel rommelig. Maïwenns problemen om gezin en carrière te combineren worden maar kort getoond als een subplot. De perikelen in de film hebben soms iets clichématigs en de scènes die serieuzer bedoeld zijn, zoals een portret van Charlotte Rampling, komen naast de komische momenten niet echt van de grond. Serieuzere films zoals Cassavetes’ Opening Night en het recente Actrices, het regiedebuut van Valeria Bruni Tedeschi, focussen vooral op de gevaren die het acteursbestaan kunnen tekenen als je jezelf verliest in een rol. In vergelijking is Le bal des actrices vooral een humoristische en luchtige poging om de druk van het acteursbestaan te ondervangen. Een lach, een traan, maar het is de lach die vooral blijft hangen.

Muziek / Album

Soundtrack voor een verstild landschap

recensie: Ton Snijders - Thuis

De vijftigjarige Ton Snijders heeft zijn sporen in het Nederlands muzieklandschap ruimschoots verdiend. Na samenwerkingen met Ramses Shaffy, Stef Bos, Youp van ’t Hek en vooral Liesbeth List en Frank Boeijen, kwam in 2007 zijn eerste soloalbum Zwaluw 22 uit. Ook op opvolger Thuis toont Snijders zich een begenadigd componist met gevoel voor sfeerzetting.

Zwaluw 22 uit. Ook op opvolger Thuis toont Snijders zich een begenadigd componist met gevoel voor sfeerzetting.

~

Daar heeft de Lissenaar onder andere piano, viool, altviool, vedel en een bugel voor nodig. Gesmeden tot instrumentale melodieën die vooral bij de piano- en strijkersarrangementen doen denken aan Ludovico Einaudi of Ólafur Arnalds, maar ook de typisch Hollandse charme van Jeroen Zijlstra of Spinvis herbergen. Net zo makkelijk refereert een nummer als ‘Hout’ dan weer aan een instrumentale versie van Dire Straits.

Zijn muziek is, als hij het zelf zou moeten omschrijven, filmisch. ‘Iets wat rust geeft, adem heeft, waar muziek af en toe stilte laat klinken tussen de noten.’ Hoewel Thuis slechts 38 minuten duurt, heeft het album inderdaad geen haast. Sterker nog: het vereist ook van de luisteraar dat het de tijd krijgt om langzaam de sfeer neer te zetten, tijdens een lange reis of op een lome zondag. De nummers gedijen bij rustiek en golven vredig om je heen. Ze worden niet zwaar en laten zich gemakkelijk aan de kant zetten, maar verdienen wel de volle aandacht om op waarde te kunnen worden geschat.

Filmisch

Als de auditieve film die Thuis kan zijn daadwerkelijk een verhaallijn heeft, is ‘Verdwenen Verleden’ de scène met de climax, het enige nummer waarin de toon even omslaat. De drie arrangementen die daarna nog volgen, zijn de mooiste. ‘Warm en Loom’ gebruikt bij uitzondering een stem – al is het maar geneurie – en dat maakt het menselijk, alsof het aan het aanrecht onbewust meegezongen wordt tijdens het koken. De focus ligt echter altijd op het gesprek tussen de verschillende instrumenten, die elk hun eigen karakter toevoegen aan het subtiele samenspel. Het klinkt ook zonder tekst te gebruiken poëtisch.

Thuis is de soundtrack voor een verstild landschap, de zon die twijfelend door de mist schijnt. De nummers horen onder de laatste scène van een film die goed afloopt. Waarin een hoofdpersoon het avontuur achter zich laat en geen haast meer heeft. Iemand die tevreden naar de buitenwereld kan kijken, maar de deur daar naartoe wel resoluut achter zich dichtdoet. Iemand die thuiskomt, waar niet in elke kamer een klok hangt.

Theater / Voorstelling

Tirza stikt in de affectie van haar vader

recensie: Het Nationale Toneel - Tirza

‘Weet je dat ik me nooit tot jou aangetrokken heb gevoeld?’ De vrouw trekt haar kittige bloesje uitdagend recht. ‘Ik vond jouw geur afstotend’, kaatst de houterige man terug. Ze komen bij elkaar terug omdat nou eenmaal niemand hen wil hebben. Twee wanhopige outsiders die lelijk tegen elkaar doen. Tussen deze vader en moeder groeit Tirza op. Maar Tirza is niet de hoofdpersoon van dit verhaal, zij is de drijfveer: die achter het steeds vreemdere gedrag van haar vader. Tirza is een even sobere als doeltreffende toneelversie van het boek van Arnon Grunberg. Een voorstelling die de toeschouwer bij de lurven grijpt en hem in volle vaart meesleurt naar het schrikwekkende einde.

Tirza is een even sobere als doeltreffende toneelversie van het boek van Arnon Grunberg. Een voorstelling die de toeschouwer bij de lurven grijpt en hem in volle vaart meesleurt naar het schrikwekkende einde.

Regisseur Johan Doesburg (Het Nationale Toneel) mag graag van literatuur theater maken: hij gebruikt iedereen van Céline tot Kellendonk voor zijn voorstellingen. Grunbergs Tirza hoort in dat rijtje thuis. Knap aan deze toneeltekst is dat hij nergens de houterigheid heeft van papieren literatuur, bewerker Sophie Kassies maakt er een volwaardig toneelstuk van. Vloeiend schakelt ze heen en weer tussen het eindexamenfeest voor Tirza, en al wat daaraan voorafging. Zo wordt stapje voor stapje duidelijk hoe het zover heeft kunnen komen met dit gezin.

Afslag gemist

~

Jörgen Hofmeester is de gefrustreerde vader van twee dochters. Een man met een keurig uiterlijk, compleet met lederen aktetas. Met zijn overdreven protectief gedrag heeft hij zijn oudste dochter al de deur uitgepest. De jongste, Tirza, knuffelt hij dood met zijn verstikkende affectie. Langzaam ontglipt hem alles: zijn huwelijk, zijn oudste dochter, zijn baan en zijn geld. En dan staat zijn jongste dochter ook nog op het punt uit te vliegen, nog wel met een vriendje met islamitische roots. Jörgen kan de nieuwe tijd niet bijbenen: ‘Ik heb ergens een afslag gemist’. Hij beweegt zich rustig in het kubusvormige raamwerk dat zijn huis symboliseert. Zodra hij die veilige omgeving verlaat, gaat het mis.

Kees Hulst zet een puntgave Jörgen Hofmeester neer: quasi-rationeel, maar tegelijkertijd neurotisch en overprotectief. Hij praat veel, maar luistert naar niemand. Hulst voorziet zijn personage van een heel arsenaal aan gezichten. Walgend tegenover zijn vrouw, bezorgd tegenover Tirza (Sophie van Winden), wantrouwig-geïnteresseerd tegenover de populaire economieleraar van zijn dochter. Het sterke vakmanschap van Hulst zit hem in kleine dingen: perfecte timing, op het goede moment een aarzeling, de juiste gelaatsuitdrukking tegenover het juiste personage.

Subtiel
Ariane Schluter maakt als de weergekeerde echtgenote een hele Werdegang van geile, cynische branieschopper tot angstige, warmbloedige moeder. Dit alles op de ijle klanken die Doesburgs vaste muzikale begeleider Harry de Winter produceert.

Resultaat is een fraaie, subtiele voorstelling die van incidentje naar incidentje naar het onvermijdelijk noodlottige einde voert.

Tirza is tot en met 12 juni op toernee door het land. Kijk op www.nationaletoneel.nl voor meer informatie over deze voorstelling.

Muziek / Album

Zwartmagisch lekkere liefde

recensie: José James - Blackmagic

Wat is zwarte magie? Voor José James is de letterlijke betekenis helder. Hij vindt de connotaties die men bij de woorden ‘zwarte magie’ heeft echter interessanter. Dat blijkt uit de opsomming in het strak vormgegeven boekje bij zijn nieuwe album: ‘hiphop, blues en misschien zelfs Obama’ noemt hij als voorbeelden. Maar vooral: muziek en liefde, liefde op vele manieren.

Twee jaar geleden verraste jazzvocalist James met zijn debuutalbum The Dreamer. De kritieken waren lovend, en niet ten onrechte. Met The Dreamer maakte James een plaat die het voor elk vervolgalbum lastig zou maken om uit de schaduw van haar voorganger te kruipen. De vraag is dan ook of dat Blackmagic gelukt is.

Jazz, soul, R&B, hiphop

~


Wanneer de plaat opstaat, blijkt al snel dat het lastig wordt een vergelijking te maken met The Dreamer. Blackmagic stapt grotendeels af van de genres die het debuut kenmerkten: vocale jazz à la Al Jarreau is nauwelijks meer te horen. José James lijkt zijn eigen pad te kiezen. Hoewel het onzeker is of dat de intrinsieke kwaliteit van zijn muziek ten goede komt, is het een verademing te luisteren naar R&B die niet klinkt naar hedendaags jatwerk maar die een ziel heeft.

Blackmagic onderscheidt zich als R&B-album van veel andere platen in dat genre door die ziel, klinkend als Quincy Jones in zijn gouden jaren, met een mespuntje D’Angelo. Muziek waar liefde het doel is – maar ook het middel. Met name ‘Promise in Love’ doet verlangen naar een zacht bed en betekenisvolle interactie. James zingt ontspannen maar elke noot is subtiel geplaatst. Een zacht trompetgeluid en de productie van de Japanse dj Mitsu The Beats maken het moderne liefdeslied af.

De plaat bestempelen als R&B doet Blackmagic echter tekort. In de zoektocht naar een eigen stijl tast de vocalist meerdere mogelijkheden af. Het openingsnummer ‘Code’ is daar een voorbeeld van. De track is geproduceerd door muzikaal wonderkind Flying Lotus, die een herkenbare invloed achterlaat. De beat is laidback hiphop, die volledig past in de ontspannen lijn die de luisteraar door het album voert.

Tot grote hoogten

Enige stijlbreuk is wat dat betreft de uptempo breakbeat-track ‘Warrior’. Maar waar een stijlbreuk vaak zorgt voor een omhoog getrokken wenkbrauw, laat ‘Warrior’ de klasse zien van James en zijn muzikanten. Eervolle vermelding verdient Gideon van Gelder, een van Nederlands jongste jazzparels en grootste talenten. Zijn begaafde pianospel werkt betoverend. In ‘Warrior’ excelleert hij door een kundige combinatie van een zacht Rhodes- en dwingend pianogeluid, maar ook op de rest van het album is zijn talentvolle spel te horen.

Voor fans van The Dreamer kan Blackmagic even schrikken zijn. José James stapt grotendeels af van de vocale jazz en kiest zijn pad in R&B, hiphop en soul in alle mogelijke vormen. Hij doet dat echter vanuit zijn kwaliteiten als jazzzanger, en levert een heerlijke plaat af. Wanneer men zijn debuut loslaat, luidt de enige conclusie dat er gezócht moet worden naar zwakke plekken. José James kruipt daarmee niet zozeer uit de schaduw van The Dreamer: hij tovert die schaduw weg. Blackmagic heeft voor de zanger tal van betekenissen, maar hij is er één vergeten: José James is zijn eigen zwarte magie.

 

 

Kunst / Expo binnenland

Destructie is ook gewoon mooi

recensie: Rob Voerman - Human Comfort

Explosies, opgeblazen auto’s en vervallen villa’s spelen een hoofdrol in het werk van kunstenaar Rob Voerman. Het Cobra Museum in Amstelveen toont met Human comfort de eerste grote overzichtstentoonstelling van Rob Voerman (Deventer, 1966). Een indrukwekkende tentoonstelling, die een verrassende kijk geeft op architectuur en het ‘hergebruiken’ van destructie.

Tuinhuisjes

De meest opvallende werken zijn ongetwijfeld de grote, cabine-achtige sculpturen. Hoewel de cabines -veelal gemaakt van schroothout, karton en glas- er van buiten niet bepaald uitnodigend uitzien, blijken ze binnenin door het gedimde licht en de kleine ruimte juist iets ouderwets gezelligs te hebben. Volgens Voerman raken mensen die elkaar nooit eerder hebben ontmoet in deze kleine cabines vaak “spontaan met elkaar in gesprek”. De constructies lijken een romantische tijd op te roepen waarin de huisjes klein waren en televisies nog niet bestonden, maar mensen het met elkaar gezellig maakten.

Tarnung # 2, 2008, gemengde techniek, hout, glas, plexiglas / mixed media, wood, glass, plexi-glas, 600 x 600 x 300 cm. Collectie kunstenaar / Collection artist

Tarnung # 2, 2008, gemengde techniek, hout, glas, plexiglas / mixed media, wood, glass, plexi-glas, 600 x 600 x 300 cm. Collectie kunstenaar / Collection artist

Niet dat Voerman wil dat we allemaal zo gaan wonen, maar hij pleit wel voor een “lossere” benadering van bouwen. Hij zegt het jammer te vinden dat er in Nederland weinig tot geen ruimte is voor “spontane architectuur”. Vanwege de vele regels -en wellicht het gebrek aan ruimte- zijn de enige spontane informele ruimtes in Nederland de tuinhuisjes. In een land waarin mensen in de ‘Rijdende Rechter’ bekvechten over een schutting die twee centimeter op het stuk grond van de buren staat, blijken de sculpturen van Rob Voerman uiterst actueel.

Explosies vangen

In veel van Voerman’s sculpturen en tekeningen, bijvoorbeeld de tekening Epicenter is een belangrijke rol weggelegd voor een grote bol. Hoewel de bol op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd -als bom of juist als hypermodern gebouw- geeft Voerman aan dat deze vorm oorspronkelijk voorkomt uit een poging om “een explosie te materialiseren”. Hoewel explosies misschien maar een fractie van een seconde duren, zijn ze in het werk van Voerman omgetoverd tot permanente, buitenaards aandoende vormen.

Belief, 2008, aquarelverf, potlood op papier / watercolour, gouache, pencil on paper 90 x 63 cm. Achmea Kunstcollectie

Belief, 2008, aquarelverf, potlood op papier / watercolour, gouache, pencil on paper 90 x 63 cm. Achmea Kunstcollectie

Op het eerste gezicht lijken de tekeningen en sculpturen -toch veelal gebaseerd op destructie- misschien een wat pessimistische kijk op de wereld tentoon te stellen, maar dat blijkt allerminst het geval: Voerman schept uit destructie en geweld juist nieuwe architectonische constructies. Hij lijkt dan ook op een andere manier tegen destructie aan te kijken. Wat in eerste instantie een ontplofte auto lijkt, gemaakt van overtollig hout en karton, blijkt van binnen ook een praktische cabine te zijn waarin je kunt zitten. Uit een ruïne bouwt Voerman dus weer iets nieuws. Op die manier worden grenzen tussen destructie en constructie vervaagt.

Een explosie als bureau

De tentoongestelde werken in Human Comfort zijn soms op een verrassende manier heel functioneel. Zo blijkt de sculptuur Desk dat lijkt op een villa waar net explosies hebben plaatsgevonden, ook een bureau, compleet met twee krukjes. Gevraagd of hij in de toekomst ook functionele objecten wil ontwerpen, antwoordt Voerman dat hij dit graag zou willen. Hij zegt bijvoorbeeld een bewonderaar te zijn van het werk van Frank Lloyd Wright. Maar dan moeten de objecten wel “in de eerste plaats autonome kunst” zijn. Een lamp ontwerpen is prima, maar dan staat het feit dat het licht moet kunnen geven wel op de tweede plek.

Desk, 2007, staal, hout, glas, koeienhuid / steel, wood, glass, cowhide, 120 x 70 x 75 cm, Particuliere collectie / Private collection

Desk, 2007, staal, hout, glas, koeienhuid / steel, wood, glass, cowhide, 120 x 70 x 75 cm, Particuliere collectie / Private collection

Voerman wil niet alleen maar “plaatjes aan de muur” maken, maar wil juist als een kunstenaar die werk maakt dat over ruimte gaat, “de mensen ruimte laten ervaren”. Door sculpturen ook buiten te plaatsen, bijvoorbeeld het werk Not-in-my-Backyard in de Amsterdamse Bijlmer, wil hij mensen ook anders laten leren kijken. Dat blijkt echter nog niet zo makkelijk. Hoewel kinderen al snel in en op de werken klimmen, blijken volwassenen wat meer afwachtend. Voerman is dan ook bezig om nieuwe ideeën te verzinnen om mensen juist het werk te laten gebruiken, zodat de “sculptuur echt in de omgeving wordt ingebed”.

Momenteel gaat het goed met Voerman’s grillige sculpturen, recent heeft het MOMA bijvoorbeeld werk van hem aangekocht. Toch maakt Voerman zich geen illusies. Hij zegt bewondering te hebben voor een kunstenaar als Francis Bacon, die zelfs toen hij als kunstenaar al miljoenen verdiende bescheiden zei vooral blij te zijn dat hij geen bijbaantje meer nodig had. Dat tijdperk lijkt voor Rob Voerman-die onder andere heeft bijgeklust bij de PTT en in het Burgers Zoo- inmiddels ook voorbij. En gezien zijn huidige carrière zal hij hoogstwaarschijnlijk ook geen bijbaantje meer nodig te hebben.

Bij de tentoonstelling is de catalogus Aftermath verschenen. Geheel in stijl met het werk van Voerman ontworpen door ontwerpbureau ‘Meeus ontwerpt’.

 

Muziek / Album

Lekkere Wijn in Oude Zakken

recensie: The Black Box Revelation - Silver Threats

Decennia geleden was rock zoals gemaakt door The Black Box Revelation het ultieme visitekaartje van tegendraadsheid. Muziek die de scenesters van de counterculture deed watertanden en de gevestigde orde deed gruwelen. Vandaag de dag is de controverse rond brutale rock grotendeels afwezig, wat er niet voor heeft gezorgd dat deze stroming van muziek geen nieuwe bands meer voortbrengt.

~

Het Belgische The Black Box Revelation is zo’n relatief nieuwe band, die met Silver Threats hun tweede plaat aflevert. Het tweetal is zeer devoot aan de doctrines van de garagerock. Soms te devoot, waardoor de muziek haast karikaturaal overkomt. De plaat komt gelukkig bij tijd en wijle zo nietsontziend je speakers uit walsen, dat het te serieus genomen discipelschap niet meteen een afrekening met de band hoeft te veroorzaken.

Bluesrock

De cd opent met ‘High On A Wire’, een modderige bluesriff die in een bedje van toms je oren komt begroeten. Ook de tweede track, ‘Where Has All This Mess Begun’, grossiert in groezelige gitaarlicks die smeken om je hand uit te steken naar de volumeknop. Ander hoogtepunt van de langspeler is ‘Love Licks’, dat een vier minuten durende ode is aan Jimmy Page en zijn gepatenteerde gitaarriedeltjes. Om nog maar eens duidelijk te maken dat de heren zeer jaren zeventig georiënteerd zijn, sluit de plaat af met ‘Here Comes The Kick’, een zwalkend en licht psychedelisch nummer, dat je met zijn keiharde dissonanten bedremmeld achterlaat.

Reactionair

Kritiek moet helaas ook gegeven worden. Zo probeert Jan Paternoster met zijn stem zo nu en dan wel heel geforceerd viriel over te komen, zoals in ‘Do I Know You’. Ook zijn sommige van de tracks tekstueel gezien nogal verzamelplaatsen voor rockclichés. Op ‘You Better Get In Touch With The Devil’ bijvoorbeeld, zingt Paternoster over het verkopen van je ziel en je aansluiten bij Lucifer. Dat was vroeger allemaal heel opstandig en balorig, tegenwoordig zit er een behoorlijke laag stof op deze vorm van belegen ongehoorzaamheid.

Wat algemener beschouwd, is deze vorm van rockconservatisme zoals bedreven door The Black Box Revelation hun grootste euvel. Ze houden zich overal wel heel trouw aan de dogma’s van hun genre en proberen nergens echt een sound te brengen die alleen aan het duo is toe te schrijven. Hun zelfverklaarde destructieve attitude komt af en toe meer over als wetticisme dan als rebellie.

Afgezien van deze minpunten heeft The Black Box Revelation toch een zeer behoorlijk tweede album afgeleverd. Het is nergens echt innovatief, maar het blijft een fijne versnapering. Een bekend smakende versnapering in een heel bekende vorm, dat wel.

Film / Films

Pijnlijke stilte

recensie: Unspoken

.

Grace heeft vier jaar geleden haar kind verloren. Op een dag kwam haar puberdochter Lisa niet thuis en sindsdien hebben zij en haar man Lucas niets meer van haar vernomen. Grace en Lucas hebben een stilzwijgende overeenkomst het niet over hun dochter te hebben. Ze praten er nooit over, maar haar aanwezigheid is constant voelbaar en drijft de twee uit elkaar, hoewel ze elkaar juist harder dan ooit nodig hebben om hun immense verlies te verwerken.

Onverwacht geluidloos

~

De Belgische regisseuse Fien Troch, die eerder debuteerde met het uitstekende Een ander zijn geluk, behandelt in Unspoken een moeilijk thema. Films over de rouwverwerking naar aanleiding van het verlies van een kind zijn er genoeg en Troch moest in de benadering van dit thema dan ook een originele invalshoek vinden. Dit is haar gelukt door van Unspoken een opmerkelijk stille film te maken, die volledig vertrouwt op de kracht van het beeld. Dialogen zijn schaars en als Grace en Lucas al eens met elkaar praten, spreken ze volledig langs elkaar heen en hebben het alleen over dagelijkse onbenulligheden. De (iets te vet aangezette) scheur in het plafond van hun appartement symboliseert de breuk die tussen hen is ontstaan.

Troch houdt de camera voortdurend dicht op de huid van haar twee personages en creëert mede hierdoor een beklemmende, claustrofobische sfeer. Die op het grote scherm overigens wel wat beter tot zijn recht komt dan in de huiskamer. Het is een aanpak die valt of staat met de acteerprestaties van Bruno Todeschini en Emmanuelle Devos, die zonder veel tekst een heel scala aan emoties duidelijk moeten maken. De twee stellen gelukkig niet teleur, waarbij vooral Devos op buitengewoon indrukwekkende wijze de worsteling van haar personage voelbaar maakt.

Zware kost

~

Unspoken is zware kost, zoveel is duidelijk. De kijker moet het nodige geduld opbrengen om mee te gaan met de compromisloze aanpak van Troch en wordt daar uiteindelijk niet voor beloond met een eenduidig, positief einde. Dat zou ook niet passend zijn in een film die op zulke subtiele, zorgvuldig opgebouwde wijze het immens verdriet van twee mensen weet bloot te leggen zonder ook maar een moment in makkelijke sentimenten te vervallen en daarmee bevestigt dat Fien Troch een regisseuse is om in de toekomst rekening mee te houden.

Film / Films

Mannen in crisis

recensie: 44 Inch Chest

Mannelijkheid is niet meer wat het geweest is als je 44 Inch Chest moet geloven. De film speelt met rolpatronen van het man zijn in een benauwende setting. Een autohandelaar neemt wraak op de jongere geliefde van zijn vrouw. Dit leidt echter tot twijfels als hij de man gevangen houdt en hij geconfronteerd wordt met zijn eigen tegenstrijdige emoties. Dit gegeven levert echter een matige film op die ondanks een sterke cast niet weet te boeien.

~

Autohandelaar Colin Diamond (Ray Winston in een rol waar hij doorheen lijkt te slaapwandelen) hoort van zijn vrouw dat ze hem gaat verlaten voor een ander. Dit komt aan als een mokerslag. Colin verliest al snel de controle als hij wil weten wie haar nieuwe geliefde is. Samen met een groep vrienden kidnapt hij zijn concurrent in de liefde. In een vervallen huis ergens in Londen wordt die gevangen gehouden, terwijl de groep Colin onder druk zet om wraak te nemen. In welke vorm blijft onduidelijk, totdat besloten wordt dat Colin hem moet vermoorden. In een confrontatie tussen kidnapper en slachtoffer blijkt Colin tegenstrijdige emoties over de situatie te hebben en hij dreigt langzaam zijn verstand te verliezen.

44 Inch Chest is het debuut van Malcolm Venville en geschreven door de scriptschrijvers van Sexy Beast. Het openingsshot waarin Colin van boven gefilmd wordt terwijl hij in een kapotgeslagen woonkamer luistert naar muziek, verwijst naar de vergelijkbare openingscène uit die film. In beide films wordt een man door zijn omgeving gedwongen om zich te bewijzen. De spanning wordt opgeroepen door twijfels die ontstaan bij de hoofdpersoon. Hier worden de breuklijnen van de hedendaagse mannelijke identiteit zichtbaar, waardoor complexe emoties langzaam doorsijpelen.

~

De groep vrienden die Colin steunt, is samengesteld uit verschillende typen van mannelijkheid. De venijnige en ouderwetse Peanut (een nare John Hurt) is als een wraakzuchtig vaderfiguur en Stephen Dillane is als Mal een gladde en opportunistische pestkop. Het interessantste personage is Ian McShanes Meredith. Hij is een gevatte homoseksueel die je niet zo snel zou associëren met de reactionaire en harde types uit Colins vriendenkring. Hij vormt een contrast met die stereotiepe versies van mannelijkheid en McShane steelt in zijn rol de show door grappige oneliners en zijn subtiele spel. Colin schippert door het toedoen van zijn vrienden tussen gevoelens van blinde woede en vergeving.

Te vrijblijvend

De film lijdt, ondanks een hoge verwachtingen scheppende cast, aan een te gekunstelde opzet. Het geheel komt toneelmatig over en af en toe probeert Venville de verstikkende sfeer te verlaten in flashbacks of absurde fantasieën. Deze ontstaan doordat Colin zijn verstand verliest, waardoor de scheidslijn tussen realiteit en fictie vervaagt. Het blijft echter allemaal te vrijblijvend en de film wordt nooit spannend. De kijker voelt niet mee met de gevangen geliefde en zijn lot of de groeiende onzekerheid van Colin. De situatie is gewoon te ongeloofwaardig en gemaakt. De crisis die de film als zijn thema heeft verliest hierdoor zijn lading. Dat de makers ook geen uitweg konden vinden in een gestrand plot blijkt uit het plotselinge einde van de film. Deze conclusie biedt geen voldoening of verheldering, waardoor het geheel lijkt op een oefening van een ensemblecast voor een film die nog niet af is.

 

Film / Films

Zielloze musicalversie van 8½

recensie: Nine

.

In de openingsscène van Nine zit regisseur Guido met zijn handen in het haar. Er wordt een film van hem verwacht, maar hij heeft geen inspiratie. Als in een droom verschijnt er een stoet mooie vrouwen in het filmdecor waarin hij zich bevindt, die de ene sexy dans na de andere ten beste geven, met Guido als middelpunt.

~

Wie cynisch wil zijn, kan zeggen dat die eerste scène Nine uitstekend samenvat: een bombastisch musicalnummer, een overdadig decor, flitsende choreografie, snel camerawerk, een grote hoeveelheid vrouwen die zich alleen van de buitenkant laten kennen en ten midden van dat alles Daniel Day-Lewis, die dan weer met een gecharmeerde, dan weer met een getergde blik om zich heen kijkt. Meer wordt het niet.

Oplettende filmliefhebbers hebben de namen van de personages wellicht al herkend. Nine is een adaptatie van van Federico Fellini. Het verhaal is grotendeels intact gelaten. Verdwenen zijn echter de koortsachtige visioenen (op de niet bijzonder surrealistische openingsscène na) en de absurditeiten die van een klassieker maken. De plot is gladgestreken en begrijpelijk gemaakt voor een groot publiek. Wat overblijft is een mager verhaal waarin noch de wendingen, noch de personages echt beklijven. Marshall heeft een fantastische vrouwelijke cast bij elkaar gekregen, met onder andere Sophia Loren, Nicole Kidman, Penelope Cruz en Judi Dench. Dench is in haar element als sarcastische mentor en Cruz wendt al haar sensualiteit aan als kittige minnares, maar ze kunnen niet verbloemen dat de vrouwenrollen weinig om het lijf hebben. Alleen Marion Cotillard, die Guido’s vrouw speelt, krijgt iets meer ruimte om haar talenten te tonen en weet die ook te benutten.

~

Marshall pakt het groots aan, maar zijn bombast accentueert de zielloosheid alleen maar. Nine is Chicago zonder de succesnummers en Memoirs of a Geisha zonder het exotisme. Of je moet het exotisch vinden om een bijna geheel Amerikaanse cast Engels met een zwaar Italiaans accent te horen spreken.