Boeken / Fictie

Filosofisch kinderboek over de kracht van verbeelding

recensie: Annelies Verbeke - Patrick

Wanneer een meisje in de zomervakantie twee kinderen ontmoet, besluit ze hun te vertellen dat er een aap bij haar woont. De kinderen twijfelen: is de aap verzonnen of bestaat hij echt? Met Patrick (2020) schrijft Annelies Verbeke een grappig verhaal met een diepere laag, waarbij ze filosofeert over de grens tussen waarheid en fantasie.

Annelies Verbeke heeft in het volwassen genre al een flinke naam opgebouwd. Met haar debuut Slaap! won ze gelijk de Vlaamse Debuutprijs en ze werd een voorvechtster van het Nederlandse korte verhaal. Patrick is Verbekes eerste kinderboek. Deze novelle voor kinderen vanaf 8 jaar wordt uitgegeven in de Maand van de Filosofie 2020.

Het verhaal begint met het meisje Katinka die in de vakantie bij haar opa logeert. Ze ontmoet al snel twee buurtkinderen, Mauro en Mira, en spreekt af om samen te gaan spelen. Katinka vertelt haar nieuwe vrienden niet dat ze na de zomer naar een nieuwe school gaat, omdat er op haar vorige school iets gebeurd is. ‘Als je iemand leert kennen, word je zelf ook een beetje nieuw’, zo redeneert ze. Het is een kans om een nieuw verhaal over zichzelf te verzinnen. Zo komt Katinka op het idee om de buurtkinderen te vertellen over een aap die bij haar woont, genaamd Patrick.

Is de aap echt?

Als Mira en Mauro de volgende dag bij haar komen spelen, vertelt Katinka over de aap. Mauro, de jongste van de twee, is dolenthousiast en kan niet wachten om de aap te zien. Mira is sceptischer, ze vermoedt gelijk dat Katinka een leugen vertelt. Maar als het moment daar is dat Katinka de aap wel moet laten zien, en doet alsof de aap is ontsnapt door haar hele kamer overhoop te halen en het raam open te zetten, begint Mira toch te twijfelen.

De drie kinderen gaan vervolgens op zoek naar Patrick. Mauro denkt dat de aap misschien in de supermarkt is. Katinka draagt Mira en Mauro op om afzonderlijk te gaan zoeken en verzint een plan. Na een tijdje zoeken in de supermarkt roept ze de anderen erbij. Mira en Mauro lopen naar haar toe en zien chaos: er is flink met wc-papier gegooid. Hun conclusie is natuurlijk dat Patrick hier is geweest. Dan komt opeens de beveiliger aangelopen en hij neemt hen mee naar achteren.

De kinderen zien op bewakingsbeelden dat Katinka de chaos zelf heeft gecreëerd, nu moet ze wel opbiechten dat Patrick verzonnen is. Een schok voor de broer en zus! Ze reageren beiden verschillend op het nieuws. Mauro huilt dagen achtereen, want hij wou zo graag dat Patrick echt was. Mira snapt wel dat Katinka de leugen vertelde om vrienden te maken, maar dat plan is helaas mislukt. De nuchtere Mira concludeert: ‘Dat is het droevige van dit verhaal: niemand heeft een nieuwe vriend. Zo is het leven’.

Verschillende reacties

Het is knap hoe Verbeke met haar schrijfstijl de belevingswereld van de kinderen tot leven weet te brengen. Ze geeft het kinderlijke enthousiasme van Mauro weer (‘hij wil hem ziiiiiien!’) en toont via dagboekfragmenten de sceptische houding van Mira. De verschillen tussen Mauro en Mira komen ook naar voren in hun reactie op de ontdekking dat Patrick verzonnen is. Mauro is er kapot van als hij de waarheid ontdekt, terwijl Mira het eigenlijk wel zag aankomen.

Het opvoeren van twee verschillende karakters biedt aanknopingspunten voor jonge lezers. Hierdoor kunnen ze voor zichzelf nagaan hoe zij zouden reageren: laten ze zich meevoeren door emotie, zoals de jonge Mauro, of zijn ze meer berekenend en rationeel, zoals de oudere Mira?

Maand van de Filosofie

Patrick is een verhaal over de kracht van verbeelding en de dunne grens tussen fictie en waarheid. Mira gelooft het verhaal in eerste instantie niet, maar doordat Katinka het zo echt doet lijken, gaat Mira toch twijfelen. Mauro gaat er niet eens vanuit dat het verhaal over Patrick een leugen kan zijn. Hierdoor nodigt het verhaal uit tot een filosofische nabespreking over de vraag hoe je kunt weten of iets waar is of verzonnen. Achterin het boek zijn vragen toegevoegd om dat gesprek met kinderen te starten. Een voorbeeld: kun je bewijzen of Patrick wel of niet echt bestaat?

Uiteindelijk is het verhaal ook een prachtige ode aan de kinderlijke verbeelding. Het is misschien niet zo netjes om te liegen, maar Mira, Mauro en Katinka hebben wel een middag lang van alles beleefd in hun tijdelijke fantasie.