Portretschilder Anthony Palliser en Charlotte Rampling in The Look
Charlotte Rampling (67) kan terugblikken op een imposante filmografie. Bekend vanwege haar mysterieuze uitstraling, niet in het minst door haar grijsgroene, katachtige ogen, zette zij memorabele vertolkingen neer in onder meer The Night Porter en in films van de Franse regisseur François Ozon. The Look richt de camera op de persoon Rampling in interactie met vrienden/artiesten.
In eerste instantie was Rampling twijfelachtig om mee te werken aan Maccarones documentaire. Een standaarddocument, waarin mensen met wie zij gewerkt heeft over haar vertellen en vooral aardige dingen zeggen, is gewoonweg niet zo interessant. In dat opzicht is alleen de vorm van Maccarones film al anders. In 9 segmenten, onder andere getiteld ‘exposure‘, ‘love‘ en ‘death‘, laat zij Rampling zien in interactie met goede vrienden- schrijvers, fotografen, regisseurs. De vrienden worden niet officieel geïntroduceerd en soms niet eens in beeld gebracht, zoals de dichter Frederick Seidel.
Aan de hand van het onderwerp van het segment vertelt Rampling over haar ervaringen. In ‘exposure‘ zegt zij bijvoorbeeld dat zij nooit de drang had om actrice te worden. ‘It just happens‘ is haar simpele verklaring. Maar toen zij eenmaal ging acteren, had zij haar roeping gevonden. Zo werd de camera haar meest intieme vriend. In de ruimte waarin de camera zich bevond, kon alles gebeuren en konden grenzen verlegd worden. Een ruimte die Rampling ten volle benutte, gezien onder meer haar controversiële rol in The Night Porter (1974), waarin zij een overlevende van een concentratiekamp speelt die een sadomasochistische relatie aangaat met een SS’er (Dirk Bogarde). ‘You snap out of it, you become that person‘. Je wordt wie de regisseur wil dat je wordt, waarbij Rampling het belang benadrukt van jezelf kunnen blootleggen en openstellen (‘You have to feel completely exposed‘). Hoe gemakkelijk Rampling voor de camera staat, wordt geïllustreerd aan de hand van een fotosessie met fotograaf Peter Lindbergh.
Niet bang voor controverse
The Night Porter
In het segment ‘Taboo‘ wordt duidelijk dat Rampling de controverse niet schuwt, als zij en fotograaf Juergen Teller de fotoserie bekijken die hij in 2004 met haar gemaakt heeft. Genaamd ‘Louis XV‘ tonen de foto’s erotische zelfportretten van de twee. Aan de hand van filmfragmenten uit Cavani’s The Night Porter wordt duidelijk dat Rampling een actrice is die nooit bang is geweest haar kwetsbaarheid en ziel te tonen. The Night Porter kreeg vanwege zijn controversiële onderwerp veel kritiek te verduren. Onder andere hoe Rampling deze rol kon spelen. Rampling: ‘You don’t prepare for life, life happens‘. The Night Porter was niet makkelijk, Rampling was er niet op voorbereid. Ze vertrouwde op haar collega Dirk Bogarde, met wie ze eerder samenwerkte in Visconti’s The Damned (1969).
Ook onderwerpen als ouder worden (‘age‘) en schoonheid (‘beauty‘) worden onder de loep genomen. Wanneer zij met schrijver Paul Auster het ouder worden bespreekt, geeft laatstgenoemde aan dat vrouwen boven de 40 in de filmwereld vaak uitgerangeerd zijn. Dat dit niet altijd op hoeft te gaan, bewijst Rampling zelf. Bang om ouder te worden is ze niet. Zij noemt het ouder worden voor een artiest ‘enriching‘. In haar recentere films durft Rampling zich dan ook kwetsbaar op te stellen. Zoals in Sous le Sable (2000), waarin zij een personage speelt dat de vermissing van haar man niet kan verwerken. Of in Swimming Pool (2003), waarin met jeugd en schoonheid gespeeld wordt: een getroebleerd schrijfster creëert een jong, erotisch personage, waarmee zij haar eigen erotische kant weer ontplooit.
In veel van Ramplings personages schuilt een bepaald gevaar. Zoals Sarah Morton in Swimming Pool met gevaar speelt via de boeken, zo doet Rampling dat via haar films. Het onderwerp ‘gevaar’ fascineert haar en gaat ze niet snel uit de weg. Over The Verdict (1982) zegt ze bijvoorbeeld dat de hoofdpersoon een soort van straf kon verwachten. Veel mensen gaan de confrontatie uit de weg en rennen weg. Maar dingen blijven hangen.
Een portret op afstand
Sous le Sable
The Look is niet zozeer een overzicht van de films die Rampling gemaakt heeft. Hoewel er bij de meeste segmenten korte fragmenten van haar films getoond worden, gerelateerd aan de onderwerpen die behandeld worden, gaat het meer om haar ervaringen als actrice. Zo betekenen controversiële rollen veel voor haar en zegt de entertainmentkant van het vak haar weinig. Van haar rol in Max Mon Amour (1986), waarin Rampling een vrouw speelt die verliefd is op een gorilla, wist zij direct dat zij die zou gaan doen.
Op persoonlijk vlak komen we niet veel over Rampling te weten. In ‘taboo‘ vertelt ze kort over de zelfmoord van haar zus, die slechts 23 jaar oud is geworden. Een onderwerp dat lang verborgen is gehouden voor de media (de familie wilde het niet naar buiten brengen), maar waar, buiten het feit dat Rampling zich na de tragedie onveilig voelde, niet dieper op ingegaan wordt. Ook op de relaties die Rampling gehad heeft en die een behoorlijke impact op haar persoonlijke leven hebben gehad, wordt niet ingezoomd. In ‘resonance‘ bereidt ze samen met haar zoon Barnaby Southcombe hun eerste samenwerking voor (de film I Anna), maar het is lange tijd onduidelijk wie hij is.
Sowieso is niet ieder segment even sterk. ‘Age‘ bijvoorbeeld, waarin Rampling met Paul Auster het ouder worden bespreekt. Haar eigen observaties spreken voor zich en worden niet versterkt door Austers (wat clichématige) reflecties. ‘Resonance‘, waarin moeder en zoon tegenover elkaar zitten in een boksschool en scènes repeteren, is zelfs vrij saai. The Look moet het dan meer hebben van de segmenten ‘taboo‘, ‘demons‘ en ‘beauty‘, waarin de persoon Rampling en haar personages wel degelijk overlap met elkaar vertonen. In de eindscène geeft Rampling aan dat het een groot cadeau is om naar mensen te luisteren, zonder je oordeel er in te leggen. Dat je echt kan zeggen wat je voelt. ‘Right now, actually‘, concludeert ze plots, wanneer ze zich beseft dat deze documentaire toch echt om haar draait. Het laat even iets van de mens Rampling zien, terwijl de rest van de documentaire vooral de actrice Rampling toont.
Wanhoop niet!
Meteóra verwijst naar de kloosters die op hoge rotspilaren gebouwd zijn. De kloosters zijn moeilijk toegankelijk, hetgeen symbool lijkt te staan voor de lijdensweg naar verlichting die de mens dien af te leggen. Een contemplatieve film waarin de elementen van de natuur een belangrijke bijrol spelen.
~
Beeldenpracht
Alleen de aanblik van die imposante kloosters, hoog op die luciferachtige bergen maakt al indruk. Een landschap dat op zichzelf al voldoende zegt en dat de regisseur prima weet te gebruiken om de kijker tot contemplatie te dwingen. Soms is het zelfs alsof de imposante rotspartijen de kijker aanschouwen. Met enige fantasie zijn gezichten terug te zien, hetzij als slangen naar de hemel gericht, hetzij als versteende blikken op aarde neerziend. Gecombineerd met prachtige gregoriaanse muziek en verstilde beelden, wordt het spirituele karakter van deze film benadrukt.
~
Beeldenstorm
Er zit een interessant stuk mystiek in de film wanneer de monnik Theo afdaalt in het labyrint. Hierbij houdt hij het contact met zijn geliefde non, Urania, middels een rode draad. Eenmaal aangekomen in het centrum treft hij een ongekruisigde Jezus aan en niet de minotaurus, zoals je zou verwachten gezien de hint naar de draad van Ariadne. Wanneer Theo Jezus alsnog kruisigt, stroomt het bloed zo rijkelijk dat Theo uit het labyrint verdreven wordt. Een van de mooiste scènes uit de film. Een prachtige culminatie van enkele heldenverhalen uit de rijke Griekse verhalentraditie.
~
Meteóra
Regie: Spiros StathoulopoulosJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Een blik op Charlotte Rampling
‘A Self Portrait Through Others’ kreeg deze documentaire als bijtitel mee. In zijn vorm is hij origineel maar toch schiet de film wat tekort in het tonen van wie Charlotte Rampling is en wat haar drijfveren zijn.
Portretschilder Anthony Palliser en Charlotte Rampling in The Look
Charlotte Rampling (67) kan terugblikken op een imposante filmografie. Bekend vanwege haar mysterieuze uitstraling, niet in het minst door haar grijsgroene, katachtige ogen, zette zij memorabele vertolkingen neer in onder meer The Night Porter en in films van de Franse regisseur François Ozon. The Look richt de camera op de persoon Rampling in interactie met vrienden/artiesten.
In eerste instantie was Rampling twijfelachtig om mee te werken aan Maccarones documentaire. Een standaarddocument, waarin mensen met wie zij gewerkt heeft over haar vertellen en vooral aardige dingen zeggen, is gewoonweg niet zo interessant. In dat opzicht is alleen de vorm van Maccarones film al anders. In 9 segmenten, onder andere getiteld ‘exposure‘, ‘love‘ en ‘death‘, laat zij Rampling zien in interactie met goede vrienden- schrijvers, fotografen, regisseurs. De vrienden worden niet officieel geïntroduceerd en soms niet eens in beeld gebracht, zoals de dichter Frederick Seidel.
Aan de hand van het onderwerp van het segment vertelt Rampling over haar ervaringen. In ‘exposure‘ zegt zij bijvoorbeeld dat zij nooit de drang had om actrice te worden. ‘It just happens‘ is haar simpele verklaring. Maar toen zij eenmaal ging acteren, had zij haar roeping gevonden. Zo werd de camera haar meest intieme vriend. In de ruimte waarin de camera zich bevond, kon alles gebeuren en konden grenzen verlegd worden. Een ruimte die Rampling ten volle benutte, gezien onder meer haar controversiële rol in The Night Porter (1974), waarin zij een overlevende van een concentratiekamp speelt die een sadomasochistische relatie aangaat met een SS’er (Dirk Bogarde). ‘You snap out of it, you become that person‘. Je wordt wie de regisseur wil dat je wordt, waarbij Rampling het belang benadrukt van jezelf kunnen blootleggen en openstellen (‘You have to feel completely exposed‘). Hoe gemakkelijk Rampling voor de camera staat, wordt geïllustreerd aan de hand van een fotosessie met fotograaf Peter Lindbergh.
Niet bang voor controverse
The Night Porter
In het segment ‘Taboo‘ wordt duidelijk dat Rampling de controverse niet schuwt, als zij en fotograaf Juergen Teller de fotoserie bekijken die hij in 2004 met haar gemaakt heeft. Genaamd ‘Louis XV‘ tonen de foto’s erotische zelfportretten van de twee. Aan de hand van filmfragmenten uit Cavani’s The Night Porter wordt duidelijk dat Rampling een actrice is die nooit bang is geweest haar kwetsbaarheid en ziel te tonen. The Night Porter kreeg vanwege zijn controversiële onderwerp veel kritiek te verduren. Onder andere hoe Rampling deze rol kon spelen. Rampling: ‘You don’t prepare for life, life happens‘. The Night Porter was niet makkelijk, Rampling was er niet op voorbereid. Ze vertrouwde op haar collega Dirk Bogarde, met wie ze eerder samenwerkte in Visconti’s The Damned (1969).
Ook onderwerpen als ouder worden (‘age‘) en schoonheid (‘beauty‘) worden onder de loep genomen. Wanneer zij met schrijver Paul Auster het ouder worden bespreekt, geeft laatstgenoemde aan dat vrouwen boven de 40 in de filmwereld vaak uitgerangeerd zijn. Dat dit niet altijd op hoeft te gaan, bewijst Rampling zelf. Bang om ouder te worden is ze niet. Zij noemt het ouder worden voor een artiest ‘enriching‘. In haar recentere films durft Rampling zich dan ook kwetsbaar op te stellen. Zoals in Sous le Sable (2000), waarin zij een personage speelt dat de vermissing van haar man niet kan verwerken. Of in Swimming Pool (2003), waarin met jeugd en schoonheid gespeeld wordt: een getroebleerd schrijfster creëert een jong, erotisch personage, waarmee zij haar eigen erotische kant weer ontplooit.
In veel van Ramplings personages schuilt een bepaald gevaar. Zoals Sarah Morton in Swimming Pool met gevaar speelt via de boeken, zo doet Rampling dat via haar films. Het onderwerp ‘gevaar’ fascineert haar en gaat ze niet snel uit de weg. Over The Verdict (1982) zegt ze bijvoorbeeld dat de hoofdpersoon een soort van straf kon verwachten. Veel mensen gaan de confrontatie uit de weg en rennen weg. Maar dingen blijven hangen.
Een portret op afstand
Sous le Sable
The Look is niet zozeer een overzicht van de films die Rampling gemaakt heeft. Hoewel er bij de meeste segmenten korte fragmenten van haar films getoond worden, gerelateerd aan de onderwerpen die behandeld worden, gaat het meer om haar ervaringen als actrice. Zo betekenen controversiële rollen veel voor haar en zegt de entertainmentkant van het vak haar weinig. Van haar rol in Max Mon Amour (1986), waarin Rampling een vrouw speelt die verliefd is op een gorilla, wist zij direct dat zij die zou gaan doen.
Op persoonlijk vlak komen we niet veel over Rampling te weten. In ‘taboo‘ vertelt ze kort over de zelfmoord van haar zus, die slechts 23 jaar oud is geworden. Een onderwerp dat lang verborgen is gehouden voor de media (de familie wilde het niet naar buiten brengen), maar waar, buiten het feit dat Rampling zich na de tragedie onveilig voelde, niet dieper op ingegaan wordt. Ook op de relaties die Rampling gehad heeft en die een behoorlijke impact op haar persoonlijke leven hebben gehad, wordt niet ingezoomd. In ‘resonance‘ bereidt ze samen met haar zoon Barnaby Southcombe hun eerste samenwerking voor (de film I Anna), maar het is lange tijd onduidelijk wie hij is.
Sowieso is niet ieder segment even sterk. ‘Age‘ bijvoorbeeld, waarin Rampling met Paul Auster het ouder worden bespreekt. Haar eigen observaties spreken voor zich en worden niet versterkt door Austers (wat clichématige) reflecties. ‘Resonance‘, waarin moeder en zoon tegenover elkaar zitten in een boksschool en scènes repeteren, is zelfs vrij saai. The Look moet het dan meer hebben van de segmenten ‘taboo‘, ‘demons‘ en ‘beauty‘, waarin de persoon Rampling en haar personages wel degelijk overlap met elkaar vertonen. In de eindscène geeft Rampling aan dat het een groot cadeau is om naar mensen te luisteren, zonder je oordeel er in te leggen. Dat je echt kan zeggen wat je voelt. ‘Right now, actually‘, concludeert ze plots, wanneer ze zich beseft dat deze documentaire toch echt om haar draait. Het laat even iets van de mens Rampling zien, terwijl de rest van de documentaire vooral de actrice Rampling toont.
The Look
Regie: Angelina MaccaroneJaar: 2024
Distributeur: Cinemien
Misschien ook iets voor u
De koning is dood, leve de koning!
Dat Joost de Vries niet van de straat is laat hij uitentreuren blijken in zijn met verwijzingen overladen tweede roman De republiek. Soms vervelend maar vooral zeer effectief: juist hierdoor wordt hoofdpersoon Friso de Vos op een perfecte wijze gekarakteriseerd.
‘Jullie zijn de paparazzi van de historici, louter geïnteresseerd in de sterren, de glitter van die opgepoetste doodshoofduniformen’, krijgt De Vos naar z’n hoofd geslingerd als zijn plotseling overleden leermeester Josip Brik ter sprake komt. Als Grote Roerganger van de vakgroep Hitlerstudies was Brik de leidende kracht achter het wonderlijke periodiek De Slaapwandelaar, tijdschrift voor Hitlerreportages. Friso de Vos, hoofdredacteur en onmisbare rechterhand van Josip Brik, wil na diens overlijden voorkomen dat iemand anders dan hijzelf de intellectuele erfenis van Brik zal beheren.
Nieuwe Brik
Kaper op de kust is modelstudent Philip de Vries. Bij de drukbezochte uitvaartdienst, waar Friso door ziekte niet aanwezig kan zijn, memoreert hij Brik zeer bevlogen. De dagen erna staan de kranten vol met zijn citaten en is zijn verschijning bij diverse televisieprogramma’s een mogelijk bewijs dat hier de ‘nieuwe Josip Brik’ is opgestaan. Dat kan Friso de Vos niet over zijn kant laten gaan. Tijdens een congres voor historici in Wenen, waar beiden aanwezig zijn, doet hij zich voor als Philip de Vries – de uiterlijke gelijkenis is meer dan treffend – en maakt hem belachelijk zoveel hij kan.
Verbeelding
Kanye West, Quentin Tarantino, Facebook, Tolkien, Game of Thrones, Ebay, Harry Potter, alles wat er enigszins toe doet in de populaire cultuur wordt in De republiek aangehaald. Het vormt het raamwerk waarin Friso de Vos neergezet wordt als een wandelende kaartenbak, een allesweter die gebukt gaat onder het besef nooit meer te kunnen worden dan een kommaplaatsende redacteur van een onthoofd blaadje over Hitler. Dat maakt hem even afgunstig als achterdochtig, met name als hij zich in Wenen in gestudeerde kringen moet begeven om zich uiteindelijk te meten met zijn rivaal Philip de Vries.
Wat De republiek vooral laat zien is hoe de verbeelding op de loop kan gaan als het originele verhaal ondergesneeuwd raakt in de overdosis verwijzingen en metaforen. Dat was een stokpaardje van wijlen Josip Brik: de oorlog was erg maar het verhaal maakt de oorlog nog veel erger. Ingekleurd door onze verbeelding, door al die naoorlogse jaren vol storytelling in boeken, theater en bioscoop.
Diezelfde verbeelding brengt Joost de Vries tot het geraffineerd samen laten komen van diverse verhaallijnen: de uiteindelijke confrontatie tussen Friso de Vos en Philip de Vries, de zoektocht naar een vermeend stuk van een maquette van nazi-architect Albert Speer en de openbaring van een actiegroep die de Hitlergroet wil rehabiliteren. Intussen blijven we getuige van de wat klunzige manier waarop Friso zijn ex-vriendin Pipa aan zich probeert te binden.
Frivool
De kracht van deze roman zit in de vanzelfsprekendheid waarmee Joost de Vries een absurdistisch verhaal, verpakt in een duizeling aan feit en fictie, over ons uitstort. Zonder van de weg af te raken en met een uitstekend slot weet hij in een haast frivole schrijfstijl zijn verbeelding tot een goed einde te brengen.
Is Joost de Vries hard op weg de nieuwe Harry Mulisch te worden, zoals critica Elsbeth Etty na het lezen van Clausewitz (2010) beweerde? Eén ding is zeker: evenals Mulisch creëert De Vries een overrompelende nieuwe werkelijkheid aan de hand van talloze, vaak historische feiten. Feiten die allemaal kloppen, behalve dan die ene: de Führerbunker in Berlijn lag natuurlijk niet onder de Reichstag maar onder de een paar kilometer verderop gelegen Reichskanzlei.
Dat was Harry niet overkomen.
Prijs: 17,95
Bladzijden: 260
ISBN: 9789044622287
Misschien ook iets voor u
Glitter, glamour en gay
Biopic Behind the Candelabra vormt het hoogtepunt van meerdere carrières. En dan te bedenken dat de film het daglicht bijna niet had gezien.
Behind the Candelabra was bijna blijven steken in de onderhandelingsruimtes van de filmbazen. Regisseur Steven Soderbergh wilde de film ontzettend graag maken, maar wist het concept niet te verkopen een aan filmstudio. De reden was het controversiële onderwerp: een relatie tussen een homofiele entertainer en een van zijn geliefden. Gelukkig voor Soderbergh (en voor filmliefhebbers) had HBO interesse en besloot zijn project te financieren.
~
Liefde op het eerste gezicht
Het is 1977 wanneer Scott Thorson (Matt Damon) een show van Liberace (Michael Douglas) bezoekt. Hij is meteen gegrepen door zijn spel, zijn vakmanschap en zijn enerverende show. Scott krijgt de mogelijkheid om Liberace (‘please, call me Lee’) te ontmoeten en er is meteen een klik. Niet veel later zitten ze samen in een bubbelbad. Niet veel langer daarna hijgen ze uit na hevige seks in Liberaces paleis. Een maand later wonen ze samen.
Vanaf dat moment leren we Liberace pas echt kennen. Hij is een gedreven artiest, maar ook een controlfreak, een manipulatief mannetje en iemand die altijd krijgt wat hij wil. Als een soort loverboy pakt Lee de veel jongere Scott in, overlaadt hem met cadeaus en legt hem volledig in de watten. Scott daarentegen is rustig en laat bijna alles over zich heen komen. Dat de relatie middels elk geschenk onevenwichtiger wordt, heeft Scott niet door. Hij stemt zelfs in met een cosmetische ingreep, voorgesteld door Liberace, om meer op zijn geliefde te lijken.
Weergaloze show
~
Steven Soderbergh heeft al vele malen aangegeven te stoppen met regisseren. Voegt hij de daad bij het woord, dan zou hij stoppen op zijn hoogtepunt. Behind the Candelabra is een van de beste films van dit jaar, de beste film van Soderbergh en misschien wel de beste film van Michael Douglas.
Behind the Candelabra
Regie: Steven SoderberghJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Onnadrukkelijke sfeer
Regisseur David Lynch heeft baanbrekende films gemaakt als Eraserhead, Lost Highway en Blue Velvet. Op muzikaal gebied is hij minder opvallend.
Op The Big Dream, het tweede album van David Lynch, hangt voortdurend een echo over het nasale stemgeluid van Lynch; het zorgt voor een ruimtelijk geluid zodat het niet zo opvalt dat Lynch niet de beste zanger is.
Naklank
~
Charismatisch
Dat zou wellicht een interessante film opleveren, maar muzikaal gezien is het een beetje karig. Wat niet wil zeggen dat het een slecht album is. De blues, die de boventoon voert, wordt degelijk neergezet en klinkt modern. Dat Lynch geen bluesstem heeft, komt het dromerige van het album ten goede. Zijn stem komt het best tot zijn recht in ‘Are you sure’. Dat liedje roept een beeld op van die verlopen zanger, laat op de avond, als het feest al ten einde loopt en alleen nog een paar koppeltjes op de dansvloer staan. Dat is waar Lynch goed in is: een sfeer oproepen met zijn muziek. Met die sfeer bindt hij het hele album samen zodat het één geheel wordt en allerlei beelden en verhalen oproept zonder opdringerig te zijn.
Anders dan de films
Hoewel de sfeer van het album goed zit en en het geheel strak in elkaar zit, verschilt het album op een belangrijk punt met de films van Lynch. Het is niet verrassend, er zijn geen rare twists en geen geniale wendingen. Waar Lynch uitblinkt en opvalt door zijn innovatieve en surrealistische films, blijft de muziek traditioneel. Modern en mooi, maar standaard. Buiten de stem van Lynch dan. Datzelfde geldt voor de bonustrack, ‘I’m waiting here’, gezongen door Lykki Li. Ook in dat lied geen surrealistische neigingen of avant-gardistisch geëxperimenteer. Gewoon degelijk en mooi. Over Lykki Li’s stem is dan weer geen echo gezet, wat lijkt aan te geven dat Lynch niet helemaal zeker is van zijn zangkwaliteiten.
Misschien is Lykki Li wel de grote liefde van de verlopen zanger. Hij zag haar voor het eerst op die bruiloft – onbereikbaar was ze, maar toch dichtbij. En als hij haar later tegenkomt, in een bar waar hij wel vaker zingt, blijkt er een klik tussen hen. Jammer genoeg is het geen lang leven beschoren, zodat de verlopen zanger nu bij iedere bruiloft terug moet denken aan de liefde die hij is verloren.
David Lynch
Album: The Big DreamMisschien ook iets voor u
Tragikomische tijdreisperikelen
Het is niet de meest voor de hand liggende advertentie: zoeken naar een maatje die samen met jou door de tijd wil reizen. Let op: veiligheid niet gegarandeerd. Op originele en verfrissende wijze verhaalt Trevorrows film over buitenstaanders, gemiste kansen en geloven in je dromen.
Darius werkt als stagiaire bij een tijdschrift. In plaats van op te vallen met haar artikelen, moet ze toiletrollen vervangen en andere onbenullige klusjes uitvoeren. Dan komt een van de journalisten op het idee een artikel te schrijven over een opvallende advertentie. Iemand zoekt een maatje om samen mee door de tijd te reizen. Je moet je eigen wapens meebrengen en niet bang zijn uitgevallen. Darius wordt samen met een andere stagiair gevraagd mee te gaan om onderzoek te verrichten. Wat volgt is een spannende ontmoeting, waarbij de absurditeit plaatsmaakt voor vriendschap en de veronderstelling dat tijdreizen wellicht mogelijk is.
~
Gevoelige buitenstaanders
Met de thematiek van tijdreizen en buitenstaanders doet de film wat denken aan Donnie Darko. Daarmee houdt de vergelijking echter meteen op, want Safety Not Guaranteed is een stuk zonniger. Ondanks onderwerpen als verlies en er niet bij horen is de toon komisch en warm. Ook een pré is dat hoofdrolspelers Aubrey Plaza en Mark Duplass in hun rol van Darius en Kenneth een overtuigende chemie hebben. Kenneth komt paranoïde over, maar ook oprecht en kwetsbaar. Darius is sarcastisch en uitdagend, maar onderliggend onzeker en gevoelig. Niet alleen delen zij het gevoel van een buitenstaander te zijn, eveneens hebben zij in hun leven met teleurstellingen en verdriet te maken gehad.
~
Geloven in je dromen
Het spel van vertrouwen en het gewone/ ongewone in het leven wordt goed geïllustreerd in Safety Not Guaranteed. Naarmate Kenneth en Darius elkaar beter leren kennen, blijft de kijker in het ongewisse of zijn tijdmachine wel echt bestaat. Misschien is Kenneth wel een gestoorde freak of emotioneel labiel, zoals Jeff en Arnau, de andere stagiair, beweren. En hoe goed kent Darius hem nu eigenlijk? Kenneth zelf blijft echter volhardend in zijn doel. ‘I know what I’m doing’ zegt hij vol overgave tegen Darius. Waarmee je als kijker hoopt dat hij gelijk krijgt en het stelletje ongelovigen flink op hun plaats zet.
Hoewel de verhaallijn rondom journalist Jeff en zijn ontmoeting met zijn jeugdliefde minder interessant is, en het open einde wat bombastisch, is Safety Not Guaranteed een grappige film die gaat over gemiste kansen en het geloven in je dromen. Leuke dialogen en het goede spel van de cast maken het een makkelijk verteerbare feelgoodfilm. Een met het hart op de juiste plaats, of tijdreizen nu mogelijk is of niet.
Safety Not Guaranteed
Regie: Colin TrevorrowJaar: 2024
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Kille thriller
/ 0 Reactiesdoor: Zadok Samson4 SterrenSteven Soderbergh heeft het gehad als filmmaker en besloot daarom zijn imposante carrière als veelgekroonde veelfilmer – voorlopig? – af te sluiten met Side Effects, waarvoor hij wederom samenwerkte met Scott Burns (Contagion).
~
Het oeuvre van Soderbergh schiet alle kanten op wat betreft genres: van grillig artistieke producties (Bubble) tot mainstream popcornvermaak (Ocean’s Eleven). Side Effects zit ergens in het midden. Enerzijds is het een psychologische thriller die je de verstoorde wereld van Emily inzuigt en felle kritiek levert op de farmaceutische wereld, anderzijds leeft Soderbergh zich uit met steriele shots waarmee hij een dromerige sfeer weet neer te zetten. De plotwendingen die uit de schrijverskoker van Burns komen, laten je tot op het einde toe raden hoe de film zal aflopen.
Kat-en-muis
~
Side Effects
Regie: Steven SoderberghJaar: 2024
Distributeur: Independent Films
Misschien ook iets voor u
Voor u geselecteerd door de auteur:
Evenwichtige opvolger
Pokey LaFarge is toe aan zijn derde studioplaat. Het vorige werkje Live in Holland legde perfect vast wat een feest LaFarge met zijn band op het podium brengt.
Volledig heet de band ‘Pokey LaFarge and the South City Three’. Zo zijn de muzikanten ook op Pokey LaFarge actief, al draagt LaFarge het vaandel van de uitvoerende artiest. Zijn South City Three wordt aangevuld met een negental gasten die het geluid van dit album completeren.
Van alle tijden
De muziek van Pokey LaFarge kan worden omschreven als ‘retro’, maar ’tijdloos’ is een betere benaming voor het groeiend aantal artiesten dat teruggrijpt naar de muziek uit de jaren ’20 tot en met ’50. Jake Bugg, Caro Emerald, Gregory Page, Willy Moon, Meschiya Lake en The Two Man Gentlemen Band geven net als LaFarge een nieuwe invulling aan muziek die van alle tijden is. Pokey LaFarge liet in de afgelopen jaren al live zien dat hij met of zonder microfoon klinkt alsof hij is komen overwaaien uit een andere tijd: geen geknutsel aan de microfoon, maar puur.
Op dit nieuwe album klinkt LaFarge voornamelijk zoals we van hem gewend zijn, maar in ‘What The Rain Will Bring’ wijkt zijn zangstijl af. Hier schalt de ongekunstelde stem van LaFarge, met smaakvolle achtergrondvocalen van collega Gaitlin Rose, en zingt hij minder samengeknepen. Zo klinkt hij minder retro en blijkt zijn stemgeluid toch een trucje dat prima past bij de tijdloze muziek van LaFarge, maar minder natuurlijk is dan tot nu toe werd gedacht.
Zolang de dans door kan gaan
LaFarge heeft op zijn nieuwe album plaatsgeboden aan de cover ‘The Devil Ain’t Lazy’ van F. Rose dat hij ook tijdens zijn live-shows vorig jaar speelde. Verder zijn de composities voornamelijk van de hand van LaFarge zelf, met hier en daar medewerking van zijn bandleden Ryan Koenig en Adam Hoskins. Ook gastzanger Ketch Secor, die meezingt op ‘The Devil Ain’t Lazy’, schreef een tweetal liedjes mee: ‘City Summer Blues’ en ‘One Town At A Time’. Maar alle composities zijn van de bekende tijdloze snit die LaFarge zich heeft aangemeten.
Het album klokt een ouderwetse lengte van onder de veertig minuten. Toch is er nog geen verzadigingspunt bereikt als de laatste klanken van de aangename en kwalitatief hoogstaande muziek van Pokey LaFarge zijn vervlogen. Het album dan nog maar een keer draaien? Of gewoon naar de back-catalog grijpen van LaFarge? Het maakt niet uit zolang de dans maar door kan gaan.
Live in Nederland
16 augustus Lowlands festival Biddinghuizen
17 augustus Pukkelpop Kiewit (BE)
Pokey LaFarge
Album: Pokey LaFargeLink: Officiele website
Misschien ook iets voor u
Decadente democratie
Bedreigen verschijnselen van decadentie – eurocrisis, medialogica, populisme – onze democratie? Het is aan de politicologen, hoeders van de democratische regeringsvorm, om deze verschijnselen te duiden.
Het democratisch principe is onbetwist – zelfs de dictatuur, de totale niet-democratie, noemt zich zo. En dus is het predicaat ‘democratisch’ een nietszeggende lege huls. De discussie dient dan ook te gaan over concrete en ideale democratievormen. Precies dat is wel omstreden. ‘Omstreden democratie’ heet dan ook het 36 deelonderzoeken omvattende project van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). In het gelijknamige boek, geredigeerd door hoogleraar politieke geschiedenis Remieg Aerts en medewerker van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) Peter de Goede, wordt een goed deel van deze onderzoeken toegelicht.
De medialogica
Alle richten zich op de Nederlandse democratie, en dan voornamelijk – want dat is waar de politicoloog mee gepreoccupeerd is – op haar feilen. Gelijk iedere stevig verankerde democratie is de Nederlandse een historische hybride, momenteel gekenmerkt door ‘verschijnselen van decadentie’. In deze bundel worden deze verschijnselen opgesplitst en uitgespit in drie delen, achtereenvolgens vanuit de perspectieven van de historische ontwikkeling, van de om zich heen grijpende medialogica en, wellicht het meest leerrijk, vanuit dat van de ‘democratische paradoxen’.
Niet ieder resultaat is even opwindend. Nu zijn de artikelen die verslag doen van statistisch onderzoek van nature saai, máár nuttig. Ze behandelen veelgestelde, maar nooit eenduidig beantwoorde vragen als ‘Wat is het effect van horse race journalistiek [nieuws over steigers en dalers in de peilingen] op het stemgedrag van nog zwevende kiezers?’ of ‘Wat is het effect op het stemgedrag van gepersonaliseerde politiek, van politici die in campagnetijd een expliciet beroep doen op hun eigen emoties?’ (denk aan de recente campagnespot van Diederik Samsom en zijn gezin).
De respectievelijke antwoorden: succes trekt aan, en dus neigen zwevende kiezers naar stijgers in de peilingen. En vaak laagopgeleide, meer autoritaire en cynische kiezers, niet (meer) gebonden aan partij of ideologie, worden aangesproken door gepersonaliseerde politiek. Daarentegen worden de aan thema of partij gelieerde kiezers er vaak juist door afgestoten. Dit betekent dat de politicus die gepersonaliseerde politiek inzet kiezers kan winnen, maar tevens het risico neemt andere kiezers te verliezen.
Overbelasting door democratie?
In de historische en meer politiek theoretische stukken komen veelbesproken trends voorbij als de verschuiving van government naar governance, de (on)mogelijkheid van het ideale debat en de schijnbaar onoverbrugbare spanning tussen representatief en effectief bestuur. Steeds wordt gevraagd naar de verhouding tussen een fenomeen en de democratische legitimiteit. Binnen deze ratjetoe aan artikelen – overeenkomsten en verschillen worden weliswaar aangeduid, maar de onderzoeksthema’s vliegen soms alle kanten op – is het meest prikkelende artikel dat van Gijs van Oenen, universitair hoofddocent in Rotterdam. Hij noemt zijn onderzoek ‘de theorie van interactieve metaalmoeheid’. Klinkt schrikwekkend, maar het is zowel begrijpelijk als enerverend.
Want waar de andere onderzoekers ervan uitgaan dat de democratie, in welke zin dan ook, verbetering behoeft, is de these van Van Oenen een volstrekt tegenovergestelde: ‘We lijden aan overbelasting door democratie.’ Hij vat democratie op als de politieke implicatie van de continu voortschrijdende emancipatie. Veel Nederlanders – ten minste degenen die tot kritisch denken in staat zijn – zijn politiek inmiddels geëmancipeerd, en dus dragen zij (wij) de volle verantwoordelijkheid voor de democratisch tot stand gebrachte wetten en normen. Deze democratische zeggenschap is zowel een recht als een verantwoordelijkheid.
Nu even niet
Dit laatste onderschrijft iedereen. Maar de nadelen ervan worden niet of nauwelijks benoemd. Hier trekt Van Oenen een inzichtelijke parallel met de veelbesproken ervaring van de 21e-eeuwse twintiger en dertiger, die in zijn of haar privéleven de last torst van de volledige maakbaarheid en dus volledige eigen verantwoordelijkheid. Van Oenen stelt het foucaultiaans: ‘Wij zijn (…) emancipatoir gedisciplineerd.’ Net zoals we de regie willen over ons eigen leven, willen we ook onze verantwoordelijkheid nemen en meebeslissen over de collectieve regelgeving. Alleen: we worden soms simpelweg hondsmoe van die oneindige verantwoordelijkheid. Soms willen we gewoon even niet meer. Zowel in het privéleven als in onze rol van verantwoordelijk burger is het immers ook nooit klaar; we kunnen nooit genoeg eigen verantwoordelijkheid nemen.
Dit ‘nu even niet’ is Van Oenens interactieve metaalmoeheid. Het is het meest in het oog springende voorbeeld van de democratische paradoxen die op wel meer plekken in deze bundel hun eigenaardige gezichten tonen. Al die zinnige ideeën die we vatten onder de brede noemer van de democratie, blijken telkens weer te botsen. Het zijn deze onvermijdelijke paradoxen die de vormgeving van de democratie omstreden maken.
Prijs: 24,95
Bladzijden: 373
ISBN: 9789461057976
Link: Omstreden democratie
Misschien ook iets voor u
Vervolg op legendarisch concert
In 1998 speelde het door Ry Cooder in Cuba verzamelde orkest Buena Vista Social Club twee legendarische concerten in Carré. Vijftien jaar later treedt de jongere generatie – de Orquesta Buena Vista Social Club – samen met twee veteranen uit de originele band wereldwijd op voor volle zalen.
De faam van Buena Vista Social Club zorgt voor een uitverkocht jubilerend Concertgebouw in Amsterdam. Deze prachtige locatie viert zijn 125-jarig bestaan en heeft een viertal concerten uitgekozen om zowel te beleven in de zaal als via een stream thuis of in het park, waar het concert op grote schermen is te volgen.
Bejaard en virtuoos
Het Orquesta Buena Vista Social Club opent haar concert met een ruim half uur durende dampende show om de zaal op te warmen. De jongere generatie – die wel jonger is dan de oude Buena Vista Social Club leden, maar nog steeds deels hoogbejaard – is virtuoos. Carlos Calunga zingt de sterren van de hemel. Verder horen en zien we onder meer Guaijro Miraba op trompet, Jesús ‘Aguaje’ Ramos (ook concertmeester/dirigent) op trombone en de werkelijk formidabele luitspeler Barbarito Torres, die ook in de originele band meespeelde.
Eliades Ochoa
De show opent met een paar akkoorden van ‘Chan Chan’ om vervolgens met ‘Rincon Caliente’ de avond vol son, salsa, cha-cha, bolero en rumba te vervolgen. De stem van Calunga klinkt vaak en is een aangename aanwinst voor deze editie van de band. Dat de band ook instrumentaal kan overtuigen bewijst ze met het tweede nummer: de cha-cha ‘Bodeguera’. De band vraagt bijna onophoudelijk aan het publiek om mee te klappen. Soms wordt er tijdelijk gehoor gegeven aan dit verzoek, maar gelukkig is er vaak ook te genieten zonder de ritmische klapgeluiden.
Tweeëntachtig en nog sexy
Na ruim een half uur is het tijd voor de eerste hoofdrolspeler: Eliades Ochoa; de stem van Chan Chan, die met een nummer van Guillermo Portables – ‘El Carretero’ – zijn set van vier nummers opent, om vervolgens tijdelijk het podium te verlaten. Ochoa is zesenzestig jaar en was in de originele band een van jongste leden. Hij is nog steeds krachtig, goed bij stem en speelt als vanouds.
Omara Portuondo
Na een intermezzo van de dertienkoppige band is het tijd voor de dame waar velen voor gekomen zijn. De kleurrijkste en bekendste zangeres van Cuba, Omara Portuondo, is met haar tweeëntachtig jaar een veteraan, maar nog steeds uitstekend bij stem. Dat ze slecht ter been is probeert ze te verbergen voor het publiek, want ze wil nog steeds sexy zijn en dat steekt ze niet onder stoelen of banken. De twee veteranen blinken uit en schitteren in een prachtige vertolking van het lied ‘Dos Gardenias’, die de herinnering aan Ibrahim Ferrer eer aan doet. Ferrer heeft dit lied onvergetelijk gemaakt met zijn geweldige zang.
De show duurt uiteindelijk twee uur en een kwartier en dat is langer dan de geplande anderhalf uur. Met ‘Candela’ komt er dan toch een einde aan het Cubaanse feest, waarbij Portuondo blijft zingen terwijl ze het podium verlaat. Mooier is de laatste dag van een hittegolf in Nederland nauwelijks af te sluiten dan met het Orquesta Buena Vista Social Club waarin de oudjes nog steeds de show stelen!
Live in Nederland: 2 november Muziekgebouw Eindhoven
Orquesta Buena Vista Social Club
Gezien op zaterdag 27 juli 2013 in Concertgebouw, AmsterdamLink: bandsite Buena Vista Social Club
Link: Buena Vista Social Club op Youtube
Misschien ook iets voor u