Boeken / Fictie

Een vriendelijk licht

recensie: Robert Walser (vert. Machteld Bokhove) - De vrouw op het balkon en andere prozastukjes

.

De nieuwe vertalingen van Walsers prozastukjes maken overduidelijk waarom. Stukjes zijn het, ze beslaan meestal slechts een tot vijf pagina’s. Maar het is grote literatuur. Veel is ten dele autobiografisch. Het zijn scènes uit Walsers ontelbare bergwandelingen, sprookjesachtige sneeuwstukken, eetzaal- of treincoupéscènes, brieven en stukken over verliefden. Walser zelf zag deze stukjes als ‘niets dan delen van een lange, realistische geschiedenis zonder handeling’. In het nawoord schrijft Cyrille Offermans dat Walser zijn werk wilde laten klinken zoals muziek van Mozart of Paganini: ‘Als een geschenk – alsof het niets met werk te maken heeft.’ En ja, wonderbaarlijk genoeg, dat lukt vaak.

Humoresken uit wanhoop
De moeiteloosheid heeft als effect dat wanneer je een literaire kern probeert aan te wijzen, deze lijkt te verspringen naar de volgende zin. Walsers stukjes zijn soms inderdaad muzikaal ongrijpbaar. Deze eigenschap wordt aangevuld door W.G. Sebald, net als Walser een wandelaar, die in een liefhebbend essay in Logies in een landhuis over Walser schrijft:

Hoe moet je ook een auteur begrijpen die zo door schaduwen werd geplaagd en desalniettemin op elke pagina een uiterst vriendelijk licht verspreidde, die humoresken schreef uit louter wanhoop, die bijna altijd hetzelfde schreef en toch zichzelf nooit herhaalde.

Dit toont Walser zoals hij is, en biedt daarnaast een mooiere aanbeveling dan ik zelf kan verzinnen. Robert Walser werkte, hechtend aan zijn vrijheid, slechts sporadisch, om te kunnen overleven. Hij woonde vaak in kleine zolderkamertjes, vaak in bergdorpjes. Daar hield hij schrijvend de schaduwen op afstand. Totdat schrijven en wandelen niet meer genoeg bleek: de laatste 27 jaar van zijn leven zou hij doorbrengen in psychiatrische inrichtingen.

Helderziende in het klein
Dan zijn woorden. Walser was – toch nog één keer Sebald – de ‘helderziende in het klein’. Walser zelf: ‘Je hoeft niet veel bijzonders te zien. Je ziet al zo veel.’ Dat vele krijgt een weerslag in zijn prozastukjes. Zie het begin van ‘Het landschap’: ‘Alles was zo huiveringwekkend. Nergens een hemel en de grond was nat.’ Daar gaan we, denk je dan; hier winnen de schaduwen dan toch. Al meanderend dreigt de tekst de totale desolaatheid toe te laten. Totdat dit teniet wordt gedaan door een plotse, Walser typerende omkerende kronkel:

Het leek wel of het eeuwig nutteloos was goed te zijn, en eeuwig onmogelijk om goede voornemens te hebben en of alles dwaas was en we allemaal maar kleine kinderen waren, bij voorbaat overgeleverd aan dwaasheden en onmogelijkheden. Toen, meteen daarna, was alles, alles weer goed, en ik liep met een onuitsprekelijke vredige ziel verder door de mooie, vrome duisternis.

En ‘alles, alles’ was weer goed. De harmonie van de laatste zin krijgt, natuurlijk, zo’n kracht doordat het absolute tegendeel niet alleen vlak daarvoor nog allesoverheersend aanwezig was, maar zelfs in die laatste zin nog bestaat als ‘mooie, vrome duisternis’. De ik-figuur lijkt de duisternis te hebben geneutraliseerd – of nog sterker: Walser lijkt al schrijvend een schoon- en goedheid aan de duisternis te hebben ontfutseld.

Veel van zijn karakters lijken op de schrijver: het zijn ogenschijnlijk rustig door Berlijn of berglandschap dolende karakters wier uren verstrijken, maar niet ingevuld hoeven worden. Het verleent ze een onbekommerde glans en het aureool van de eenzame, maar zelfstandige mens. Neem Schwendimann: ‘Wat zocht hij? (…) Hij zocht niet veel, maar hij zocht iets goeds.’ Sommige stukken zijn of lijken ironisch, soms is het ronduit geestig. Zo duik je onbevangen in een prozastukje: ‘Er was eens een zonderlinge man. Hallo, hallo, wat voor een zonderlinge man dan?’ Letterlijk overvalt de tweede zin de eerste.

Wat op iets eeuwigs lijkt
Duisternis en gekte mogen loeren, dit neemt niet weg dat enkele stukjes bijna helemaal doordrenkt zijn van geluk of van Walsers ‘vriendelijk licht’:

We waren zo geraffineerd, er door en door van overtuigd dat alles allang in orde was en dat zorgen onzin waren, dat alles vermaak, niets verdriet was en dat alleen je welbehagen iets waard was, want alleen dat was ’t wat op iets eeuwigs leek.

Een enkele kanttekening: soms verliest hij zich eventjes in net te veel gebabbel. Niettemin had ik gemakkelijk met nog tientallen andere citaten goede sier voor Walser kunnen maken. Daarbij zijn er ook nog zo veel andere dingen over hem te schrijven; over zijn leven, zijn houding ten opzichte van vrijheid, zijn gekkige woordgebruik, ‘microgrammen’ en ‘Bleistift-system’. Verdere uitleg en bovendien enkele andere vertaalde prozastukjes staan op de door vertaler Machteld Bokhove beheerde internetsite www.robertwalser.nl.

Muziek / Album

Hypnotische dansdeining

recensie: Factory Floor - Factory Floor

.

Het Londonse Factory Floor kijkt muzikaal terug naar het moment waarop de grauwe postpunk samenkwam met hedonistische electronica in de jaren ’80. Het is alsof het drietal jarenlang vastzat in de kelder van de Haçienda in Manchester en daar zijn gehersenspoeld door de klanken van de bands van het Factory label.

Op het eerste gehoor zou je dit misschien een makkelijke retro-strategie kunnen noemen. Een calculerende manier om in te haken op de hipheid en credibility van een invloedrijke oude stijl. Zie daar ook de hoes die lijkt op een ontwerp van de legendarische designer Peter Saville.

Machinale afwisseling
Toch is Factory Floors debuutalbum met de gelijknamige naam een plaat die in zijn strenge monotonie en ritmische uithalen je langzaam hypnotiseert en meeneemt. De kracht zit hem een structuur van herhaling gecombineerd met subtiele afwisseling. Er zijn de terugkomende elektronische segmenten aangevuld door de oplopende of aflopende beats van drummer Gabriel Gurnsey zoals in de lange openingstrack ‘Turn it Up’. Met dat nummer wordt een opbouwend tempo gezet voor de rest van het album. Af en toe biedt vocaliste Nik Colk spookachtige en verdovende zang. Lange teksten hoef je hier niet te verwachten, eerder repetitieve en afstandelijke mantra’s zoals in het sterke ‘Fall Back’. “Do you feel like you are going to fall back?”, vraagt Colk herhaaldelijk aan de luisteraar, terwijl je inderdaad valt in de golvende muzikale deining van het nummer dat je meezuigt in een draaikolk.

Factory Floor beheerst uiteindelijk de kunst om met schijnbaar minimale middelen te komen tot maximale resultaten op de dansvloer. Een zwakte van het album zijn een paar korte nummers die overkomen als vulling. Ze onderbreken het ritme en de flow van de plaat en zullen door menig luisteraar worden vermeden.

Boeken / Fictie

Tussen kunst en kerkhoven

recensie: Carlos Ruiz Zafón (vert. Nelleke Geel) - Marina

De clichés zijn niet van de lucht in Marina, een gotisch sprookje over de schimmige onderwereld van Barcelona. Maar de overdaad aan kerkhoven, zwarte katten en vervallen villa’s staat Zafóns verteltalent niet in de weg.

Carlos Ruiz Zafón kennen we van zijn wereldwijde bestseller De schaduw van de wind, maar voor hij naam maakte als volwassen romanschrijver schreef hij een reeks boeken die in het young adult–schap belandden. Zafóns vierde en voorlopig laatste werk in dit genre, Marina, dateert uit 1999 en verschijnt nu in een Nederlandse vertaling.

Mysterie en misdaad


Op een dag raakt de 15-jarige Oscar verzeild in een verlaten huis nabij zijn kostschool. Via een gouden horloge dat hij daar vindt, komt hij in contact met de bewoners: de oude schilder Germán en zijn beeldschone dochter Marina. Nog voor Oscars hormonen tot bedaren zijn gekomen, neemt Marina hem mee naar een kerkhof diep in de oude binnenstad van Barcelona.

Vanaf dat moment raken de twee verstrengeld in een web van mysterie en misdaad dat zich uitstrekt rond een uitvinder van kunstmatige lichaamsdelen. De spanning loopt danig op als Oscar en Marina in bezit komen van een fotoverzameling van misvormde lichamen, die allerlei onplezierig gespuis aantrekt. Langzaam maar zeker ontdekken ze waarom zo veel mensen – of laten we zeggen: wezens – deze foto’s willen ontvreemden.

Ondertussen is Oscar druk bezig zijn eigen opwinding in bedwang te houden. Voor zover nog niet duidelijk: Marina is behalve een mysterieroman ook een verhaal over ontluikende liefde. In Marina heeft Oscar het meisje van zijn dromen gevonden: hij aanbidt haar geheimzinnige glimlach en breekbare schoonheid. Helaas lijkt Marina zijn verlegen avances niet altijd op waarde te schatten.

Bloemrijke stijl


Toegegeven: ik had enige obstakels te overwinnen voor ik me aan Marina kon overgeven. Om te beginnen wordt het ‘Victoriaanse’ omslag gesierd door een wel erg kitscherige roos. Daarbij komen de dialogen soms gekunsteld over, en bezwijkt Zafóns bloemrijke proza soms onder de weelderige overdaad: ‘Hier vormden kathedralen en uit fabels ontsprongen huizen in de naklank van niet langer bestaande straten het decor van deze geschiedenis’.

Maar de verteller in Zafón neemt het al gauw over van de mooischrijver. Als het verhaal eenmaal op gang is, gidst hij de lezer vakkundig door de duistere steegjes van Barcelona. De wereld van spanning en liefde die zich daar ontvouwt, is de moeite van een uitstapje uit serieuzere leesstof waard. Marina is een gedenkwaardig sprookje voor jongvolwassene en oudere lezers met heimwee naar de tijd dat ieder verhaal – hoe onheilspellend ook – nog op z’n pootjes terechtkwam. 

Film / Films

De ballade van de dwalende folkzanger

recensie: Inside Llewyn Davis

De nieuwste film van de gebroeders Coen past perfect binnen hun absurde en tragikomische oeuvre, maar weet ook op een opmerkelijke manier te ontroeren. Een worstelende folkzanger zoekt succes maar vindt vooral ellende.

Llewyn Davis, gespeeld door Oscar Isaac, is een folkzanger die het probeert te maken in het New York van begin jaren zestig. Eigenlijk worstelt Davis al met gewoon rond te komen en aan het begin van de film pendelt hij zonder vaste verblijfplaats van appartement naar appartement tijdens een koude winter. Hij logeert bij fans van zijn muziek of bij bevriende muzikanten, zoals een stelletje gespeeld door Justin Timberlake en Carey Mulligan.

~

En wat een muziek. De soundtrack is een prachtige verzameling folk muziek die contrasteert met de harde en onverschillige werkelijkheid van de film. De muziek biedt troost, empathie en schoonheid, maar niet meer dan dat. In een sterke scène waarin Davis een concertprogrammeur wil overtuigen wordt duidelijk dat je niet automatisch kan verwachten dat je rijk of beroemd wordt ookal maak je dat soort muziek. Folkzanger Dave van Ronk – wie? –  was de inspiratie voor het personage van Davis en heeft dat aan levende lijve ondervonden. De hoes van zijn plaat is het model voor de plaat ‘Inside Llewyn Davis’ die Davis zonder succes aan de man probeert te krijgen.

Inside Llewyn Davis doet ook denken aan Woody Allens Sweet and Lowdown waar Sean Penn een virtuoos jazzgitarist speelt die tegelijk ook een egoïstische man is. Ondanks zijn karakter maakt hij prachtige muziek die mensen inspireert. Eenzelfde schijnbare tegenstelling tussen de man en zijn kunst en tussen het leven en de liedjes komt ook terug in Inside Llewyn Davis. Zo wisselt de film van komische naar tragische situaties, af en toe begeleid door troostende folksongs. De Coens verliezen echter op geen moment dat gevoel voor die onvergevende maar soms ook verrassende werkelijkheid die je simpelweg moet accepteren en moet ondergaan.

Muziek / Album

Te zwak om ‘goed’ te noemen, te knap om ‘slecht’ te zijn

recensie: Panic! At The Disco - Too Weird to Live, Too Rare to Die!

There he goes. One of God’s own prototypes. A high-powered mutant of some kind never even considered for mass production. Too weird to live, and too rare to die.’ (Hunter S. Thompson). Antiheld Raoul Duke brengt mijmerend een ode aan zijn boezemvriend Gonzo die klungelig maar triomfantelijk het vliegtuig opstapt. Fear and Loathing in Las Vegas, een klassieker die blijft inspireren, en niet noodzakelijk enkel schrijvers en/of filmmakers, maar soms ook eens een bandje als… Panic! At The Disco.

Antiheld Raoul Duke brengt mijmerend een ode aan zijn boezemvriend Gonzo die klungelig maar triomfantelijk het vliegtuig opstapt. Fear and Loathing in Las Vegas, een klassieker die blijft inspireren, en niet noodzakelijk enkel schrijvers en/of filmmakers, maar soms ook eens een bandje als… Panic! At The Disco.

Dat de Amerikaanse formatie rond Brendon Urie graag uitpakt met lange songtitels wisten we al (bijv. ‘The Only Difference Between Martyrdom and Suicide Is Press Coverage’, ‘Lying Is the Most Fun a Girl Can Have Without Taking Her Clothes Off’); op hun nieuwe plaat echter worden de – deze keer korte – songnamen gecompenseerd met een acht woorden tellende albumnaam.

Las Vegas By Night

~

Dat Too Weird to Live, Too Rare To Die! verwijst naar Fear and Loathing is allesbehalve toeval; deze plaat is Panic! At The Disco’s (PATD) hommage geworden aan hun thuisstad Las Vegas, Nevada. De titel, de artwork, de bombastische sound, de beats en bovenal de bling bling: welcome to Sin City. De band beloofde dat dit een party album zou worden, waarin ze zich schaamteloos zouden focussen op het mainstream uitgaanspubliek. Las Vegas en feestjes, ze gaan hand in hand, en het lijkt wel of Urie & co meer dan voldoende inspiratie hebben gevonden op The Strip om hun feestelijke belofte na te komen.

PATD is nooit een pure gitaarband geweest, maar op deze plaat lijken ze definitief hun laatste punkrockveren van zich te hebben afgeschud. Too Weird is 100% kant-en-klare pop, maar er is dan ook niets mis met goede popmuziek: opener ‘This is Gospel’ is een knaller, een anthem zowaar  – verplichte kost voor wie ’s ochtends met de auto naar het werk pendelt en graag op het ritme van de muziek met zijn/haar handen op het stuur klopt (we weten dat we niet alleen zijn)! Wie erin slaagt om op 0:41 geen lichaamsdeel te verroeren, moet dringend zijn hartslag eens laten checken. Een opzienbarende opening van PATD’s jongste worp, en er volgt al snel nog meer verbluffing.

Dancing! At the Disco
‘Miss Jackson’ is qua sound zelfs nog een grotere verrassing dan het openingsnummer: hier begeeft Brendon Urie zich op het terrein van de Maroon 5’s en Bruno Marsen van deze planeet. OK, wel met een flinke dosis extra testosteron – misschien moeten we daarom bij dit nummer voortdurend aan Kanye West denken (‘POWER’, iemand?). De lachende derde, ‘Vegas Lights’, is dan weer zo extreem dansbaar opgebouwd dat het lijkt of PATD nooit iets anders heeft gedaan dan ready for the floor dancehits te schijven. De band doet waar Death From Above 1979 niet in geslaagd is: zware gitaren naar de disco brengen, en het nog geweldig laten klinken ook.

Genoeg ruimte voor kul
Toen Pretty. Odd. in 2008 uitkwam, was het duidelijk dat de mannen van PATD vooraf erg goed naar The Beatles hadden geluisterd. De invloeden voor Too Weird lijken echter uit alle verschillende spectra van de elektronische muziek tegelijk te komen: ‘Girl That You Love’ bulkt van Depeche Mode, Human League en vooral Où Est Le Swimming Pool, en bij het pompeuze ‘Nicotine’ dachten we even in een fantastische Infected Mushroom trip verzeild geraakt te zijn (tot de gluiperige, Benny Benassi-achtige beat ons iets later opnieuw met beide voeten op banale grond zette).

‘Girls/Girls/Boys’ sluit van alle nummers op Too Weird misschien wel nog het beste aan bij het oudere PATD werk, maar past dan weer niet echt bij de rest van deze plaat; bovendien is de kwaliteit van de song zelf Pretty Mediocre. Idem dito voor de hele, magere tweede helft van Too Weird, maar dan is daar plots afsluiter ‘The End of All Things’, en deze remuneratie spoelt de ontgoocheling van de laatste vijf nummers gemakkelijk door: een prachtige ballade met enkel een piano, wat strijkers en een elektronische doch fijngevoelige Urie.

Herpes
Conclusie over de nieuwe weg die PATD is ingeslagen: het trio uit Vegas is zeker in staat om goede popmuziek maken, maar zit nog mijlenver verwijderd van het niveau van stadsgenoten The Killers. Enfin, wat zou die andere stadsgenoot, tevens inspiratiebron voor het album, Hunter S. Thompson, van de recente accentuatie van ‘Disco’ in de bandnaam gevonden hebben? De legendarische journalist kan het niet meer navertellen, maar een legendarische quote van de man klonk ooit zo:
‘I feel the same way about disco as I do about herpes’. Viva Las Vegas!

Boeken / Fictie

Mijmeren, met plot

recensie: Gajto Gazdanov (vert. Yolanda Bloemen) - Het fantoom van Alexander Wolf

Een tijd geeft de aard van deze roman zich niet helemaal bloot. Wanneer dat dan toch gebeurt, blijkt Gajto Gazdanovs Het fantoom van Alexander Wolf inderdaad een herontdekt juweeltje te zijn.

Het leven van de verteller van deze roman, een naamloze journalist in het Parijs van het Interbellum, wordt beheerst door een moord die hij jaren geleden gepleegd heeft. Hij was soldaat tijdens de Russische Burgeroorlog en er valt wat voor te zeggen dat het geen moord was, maar zelfverdediging. Deze gebeurtenis heeft zijn leven bepaald: 

In de tijd dat dit gebeurde was ik zestien jaar – en aldus markeerde die moord het begin van mijn zelfstandige leven en ik ben er zelfs niet zeker van of hij niet een stempel heeft gedrukt op alles wat mij daarna beschoren was te ervaren en te zien.

Spiegelingen
Jaren later leest hij de verhalenbundel I’ll Come Tomorrow, waarin onder meer het verhaal ‘Het avontuur in de steppe’ staat. Hierin wordt ogenschijnlijk de moord die de verteller gepleegd heeft vanuit het perspectief vanuit de beschotene verteld. De verteller raakt geïntrigeerd door het verhaal en diens auteur, de mysterieuze Alexander Wolf. Zijn zoektocht naar Wolf verloopt moeizaam. De roman bereikt een eerste hoogtepunt als ze elkaar toch ontmoeten, via een gemeenschappelijke vriend. Ze blijken hetzelfde gedacht te hebben: ‘Dit is zo onverwacht,’ zegt Wolf, ‘ik had me u zo anders voorgesteld en ik was al helemaal aan de gedachte gewend dat u allang niet meer onder de levenden was…’

Beide mannen dachten dat de ander dood was, en beiden hebben ongelijk. Het is niet de enige spiegeling in de roman. Er zijn meer scènes die eerdere gebeurtenissen in een nieuw daglicht zetten. Deze strakke compositie en de trage, langzaam voortvloeiende vertelstijl tillen Het fantoom van Alexander Wolf ver boven het niveau van een thriller, waar het zoeken naar Alexander Wolf eerst op lijkt. Dit wordt duidelijk wanneer Wolf niet pas aan het einde, maar eerder in het verhaal opduikt. Daardoor verwordt de roman van een simpele speurtocht tot een meditatie over zingeving en eenzaamheid.

Eenzaamheid
Het fantoom van Alexander Wolf is niet de platte thriller die het ook had kunnen zijn, het is vooral een subtiele en gelaagde filosofische roman. De zoektocht van de verteller naar Alexander Wolf is niet meer dan een katalysator voor de existentialistische ideeën achter deze geschiedenis. De verteller en zijn vriendin Jelena Nikolajevna, die hij bij een bokswedstrijd ontmoet, vervelen zich vaak. Hij moet er voor zijn werk nog wel eens uit, maar zij lijkt hele dagen binnen te zitten. Er gebeurt weinig in het leven van deze Russische emigrés, wat benadrukt wordt door de rustige stijl van de roman, die de lezer dwingt langzamer te lezen.

Hierdoor heeft de verteller genoeg tijd om over zijn leven, en dan vooral de eenzame momenten, na te denken. Zijn levensfilosofie is er een van uniciteit:

datgene was gebeurd waar ik zo vergeefs mijn hele leven op gewacht had en wat geen mens behalve ikzelf kon begrijpen, omdat niemand precies zo had geleefd als ik en niemand de samenhang van alle dingen die kenmerkend was voor mijn bestaan.

De samenhang van het leven
Inderdaad, niemand leeft een leven dat geheel identiek aan een ander is. De schrijver die deze instelling zo treffend weet te verwoorden, verdient lof. De gedachten in deze roman roepen een aantal bij uitstek literair-epistemologische vragen op: wat is ons perspectief in het leven? Tot welke informatie hebben wij toegang? Het incident aan het begin van de roman, waarin de verteller Alexander Wolf naar zijn idee doodschiet, is een prachtige illustratie bij deze vragen: hij rijdt te paard weg, zijn rug gekeerd naar zijn slachtoffer, en ziet daardoor niet wat er met Wolf gebeurt.

Dit soort ervaringen, uniek voor ieder van ons, kennen we allemaal. Literatuur is een manier het beperkte ik te overkomen door te schetsen wat de ander heeft ervaren: dat doet het verhaal ‘Het avontuur in de steppe’, en dat doet Het fantoom van Alexander Wolf. Ieder mens heeft een eigen ‘samenhang van alle dingen’, maar door literatuur te lezen kunnen we andermans unieke samenhang ervaren. Gazdanov heeft dit begrepen en deze notie ook verwerkt in een roman waarin alle elementen zorgvuldig op elkaar afgestemd zijn. Zo zijn er scènes die eerdere spiegelen – zoals de eerste en de laatste van de roman – of de filosofische gedachtegangen van de verteller, die naadloos aansluiten bij de thematiek van de roman. Gazdanovs nostalgische mijmerstijl, perfect gevangen in Yolanda Bloemens vloeiende vertaling, schittert in het ingetogen literair-filosofische pareltje dat Het fantoom van Alexander Wolf is.

Film / Achtergrond
special: Karsu - I hide a secret

De geboorte van een ster

Hoe vaak komt het voor dat een documentairemaakster aan de wieg staat van een grote muzikale carrière? Het overkomt Mercedes Stalenhoef. Zij volgt het talent Karsu Dönmez uit Amsterdam van zingende puber met mooie dromen tot zelfbewuste vrouw die haar dromen werkelijkheid laat worden.

Stalenhoef at regelmatig in het Turkse restaurant Kilim waar Karsu haar carrière begon. Zij merkte op dat Karsu wel eens heel groot kon worden en besloot haar drie jaar lang te volgen. De documentaire begint dan ook in datzelfde restaurant, waar we Karsu haar eigen nummers horen zingen. Vanaf daar wordt de kijker meegenomen op de weg die ze bewandeld, de weg naar succes. De climax daarvan is het optreden in de beroemde Carnegie Hall, gevolgd door het tekenen van een platencontract. Stalenhoef weet van Karsu een intiem portret te maken waarin we haar steeds beter leren kennen. Ze laat goed zien hoe de aanloop naar een muzikale carrière eraan toe gaat en laat ons een kijkje nemen achter de schermen.

Intiem portret


~

Het feit dat we Karsu steeds beter leren kennen, is niet het enige wat Karsu tot een intiem portret maakt. Het lijkt tegelijkertijd een coming-of-age film te zijn waarin pubermeisje Karsu op zoek is naar zichzelf en haar weg probeert te vinden in zowel de Turkse als de Nederlandse cultuur. Stalenhoef heeft ervoor gekozen om veel beelden te laten zien van de ouders en de traditionele grootouders uit Turkije. Dat geeft een heus familiegevoel wat zorgt voor een aantal hartverwarmende scènes. 

Het blijft alleen wachten op het ‘secret’ uit de titel. De vraag of de liedjes die Karsu schrijft betrekking hebben op haar eigen leven komt geregeld terug. Hierdoor lijkt het of er gesuggereerd wordt dat dat Karsu’s geheim is. Karsu zelf weet echter niet vaak genoeg te benadrukken dat haar teksten verzonnen verhaaltjes zijn. Verzonnen verhaaltjes of niet, aan het eind van de film voel je een lichte hunkering naar het horen van meer liedjes van Karsu.

Film / Films

Zelfkant van het leven

recensie: Ne me quitte pas

Drank en zelfmoordoverpeinzingen brengen de Vlaming Bob en Waal Marcel dichter bij elkaar. In de documentaire Ne me quitte pas wordt het tweetal gevolgd in voor- en tegenspoed, immer vergezeld van bier, wijn en rum.

De film begint met het breekpunt van Marcels relatie. Zijn vrouw verlaat hem en neemt de kinderen en een groot deel van de inboedel mee. Hij smeekt haar of ze nog een keer seks met hem wil, maar nee.

Dan volgt de instorting. Door de gestrande relatie ziet Marcel geen lichtpuntjes meer in zijn leven. Samen met zijn vriend Bob bespreekt hij plannen om een einde aan zijn leven te maken. Ideeën waar Bob zich in kan vinden, zolang ze het samen doen. Het idee is er eerst nog een feestje van te maken en er daarna getweeën een einde aan te maken op een mooie plek in het Ardense bos. Wanneer Bob de plek laat zien is zijn favoriete boom helaas gekapt. Een wrang maar ook hilarisch gegeven, waarmee de toon voor de film gezet is.

Verbonden door drank

~

De twee hoofdpersonen vormen een vreemd stel. Marcel is het meest open van de twee, zwelgend in zijn ellende, maar met een tragikomische noot. Bob, de man met de hoed, lijkt zijn tragiek enkel weg te lachen. Wanneer Marcel het besluit neemt af te kicken van de drank, vindt hij dat hij niet veel bezoek krijgt in de kliniek. De verpleegster wijst hem op zijn vriend die toch altijd voor hem komt, waarop Marcel matjes zegt: ‘De man met de hoed? Die lacht alleen maar’.

Maar ondertussen zijn de twee, Marcel verslaafd aan zijn wijn en bier en Bob aan zijn rum, toch op elkaar aangewezen. De vriendschap gaat gepaard met een soort ruige eerlijkheid, zonder elkaar te willen veranderen. Hoewel Bob er voor Marcel is wanneer hij een eerste poging tot afkicken waagt, schenkt hij hem bij zijn ontslag net zo goed wijn of rum. Er zijn geen goedbedoelde adviezen, geen wijze levenslessen. Het leven van Marcel en Bob wordt impulsief en op het randje geleefd.

Rauw en eerlijk

~

De documentairemakers volgden het tweetal enkele seizoenen en schromen niet dat ‘randje’ in beeld te brengen. Zoals Marcels zucht naar drank, terwijl dat zijn dood kan betekenen. Wanneer Marcel na een bezoek aan Bob dronken op zijn motorfiets naar huis rijdt, volgen Lubbe Bakker en Van Koevorden hem in hun auto, de koplampen uit, zodat slechts die donkere weg met een zichtbaar dronken bestuurder in beeld is. Op miraculeuze wijze weet de zigzag slingerende Marcel zich veilig thuis te begeven.

Ne me quitte pas is de eerste samenwerking tussen Lubbe Bakker en Van Koevorden, van wie laatstgenoemde eerder de documentaire Ik stond erbij (2012) maakte. Van Koevorden kende Bob al voordat het filmen plaatsvond. Bobs vriendschap met de eveneens aan lager wal geraakte Marcel vormde een mooi uitgangspunt voor deze documentaire, waarin zowel de tragische, pijnlijke als humoristische kanten van hun leven getoond worden. Een troosteloos België en een troosteloos leven, die mooi door de realistische cameravoering van Van Koevorden (Lubbe Bakker was verantwoordelijk voor het geluid) gevangen worden.

Ne me quitte pas, verdeeld in hoofdstukken, is een ode aan de vriendschap tussen de twee mannen. Een vriendschap gestoeld op drank en de zelfkant van het leven, waarin plaats is voor donkere humor en een traan. Een film waarna je niets liever wil dan even meedeinen op die golf van melancholie. Met een flinke slok rum, uiteraard. 

Boeken / Fictie

Een lege woestenij

recensie: Alon Hilu (vert. Sylvie Hoyinck) - Ver weg

Hoe het leven te leven? Die vraag moet de Israëlische Alon Hilu zichzelf gesteld hebben voordat hij met het schrijven van Ver weg begon. Hij onderzoekt die vraag door twee uitersten tegenover elkaar te plaatsen.

Michaël en zijn neef Nadav zijn deze twee uitersten. Michaël leeft in vrijheid en reist dankzij een erfenis van een rijke oom uit Amerika de wereld over – van Australië tot Canada, van Brazilië tot Spanje. Nadav is twee weken later dan zijn vrienden aan zijn dienstplicht begonnen, omdat zijn vader hem een concentratiekamp wilde laten zien. Eenmaal in dienst verzet Nadav zich tegen zijn meerderen en belandt hij als straf op een basis diep in de woestijn, de meest troosteloze van Israël.

Langs elkaar heen communiceren
De twee mannen – geen bloedverwanten, Michaëls ex-vrouw is Nadavs tante – e-mailen elkaar zo’n drie jaar lang. De roman is opgebouwd uit de e-mails die ze elkaar sturen. Deze vorm houdt de twee personages op afstand van de lezer, en van elkaar: zo gaan ze niet altijd in op wat de ander schrijft. Ze praten zelfs opvallend veel langs elkaar heen. Zo zijn daar Michaëls adviezen aan zijn neef Nadav om positief te blijven denken, die hij bijvoorbeeld zo verwoordt:

Vergeet niet dat we zonder de pijn van slechte tijden, in goede tijden het genot niet op juiste waarde kunnen schatten! De pijn van vandaag bestaat zodat we ons die herinneren op andere dagen, bij een glas bier aan het strand, omgeven door goede vrienden, als we volmondig lachen en we misschien met enige weemoed terugdenken aan die moeilijke periode.

Het is een pijnlijke raad voor iemand die het niet naar zijn zin heeft in het leger. Nadav wekt dan ook niet de indruk dat wat zijn oom zegt echt bij hem landt, en schrijft vooral terug over zijn ontberingen op de basis. Soms wijst hij zijn oom terecht, wanneer die weer eens een avontuurtje met een vage vrouw heeft beleefd bijvoorbeeld. Van deze berispingen trekt Michaël zich weinig aan, hij volgt een spirituele mantra om in het moment te leven. Doordat ze zich allebei niet zo veel van de gegeven adviezen aantrekken werkt het lezen van de roman nogal op de zenuwen. Waarom blijven zij elkaar doorschrijven?

Formuleringsproblemen
Op andere momenten wordt er juist te veel gezegd. Nadav schrijft aan zijn oom in Canada: ‘Ik heb je laatste brief ontvangen, en het bijbehorende pakketje (een scherf van de spiegel die een straaltje zon had opgevangen […], een servetje doordrenkt met een restje crème brûlée uit het restaurant in het natuurreservaat…).’ Michaël weet dit, hij heeft het immers opgestuurd. Overbodig.  

Er zijn meer elementen in de roman die niet goed werken. Nadav reageert in de aanhef van zijn e-mails op hetgeen zijn oom hem daarvoor verteld heeft. Na diens deelname aan een seance schrijft Nadav aan zijn ‘zeer geliefde Michaël-het-Medium’, en later begroet hij met ‘hallo daar man der zielen.’ Allicht dat dit grappig bedoeld is, maar het komt eerder onhandig over. Datzelfde gevoel komt naar voren wanneer Michaël zichzelf op de borst klopt wanneer hij een computer- of ‘formuleringsprobleem’ overwonnen heeft. In de herhaling schuilt verveling. Over het algemeen heeft het proza van Ver weg geen last van dergelijke problemen, al is het soms dus wel wat knullig.

Onwaarschijnlijk
De titel van het boek draagt een dubbele betekenis. Als Michaël en Nadav e-mailen, zijn ze altijd in twee verschillende landen. Als Michaël een keer terug is in Israël wordt er gelijk niet meer gecorrespondeerd. Ze bellen, of ontmoeten elkaar. Dit wordt dan later, als ze weer van elkaar verwijderd zijn, in de e-mails gememoreerd. Daarnaast bestaat er ook een mentale afstand tussen de mannen, die niet nader tot elkaar komen.

Des te verrassender is dan ook de ontknoping in de epiloog, waarin de mentale afstand tussen Michaël en Nadav overbrugd blijkt te zijn. Dat de twee mannen naar elkaar gegroeid zijn, komt uit de lucht vallen. Er is geen sprake geweest van toenadering in de voorafgaande jaren (en dus e-mails), dus is deze wending niet alleen verrassend, maar ook onverwacht en zelfs onwaarschijnlijk. Met één klap stort alles wat de roman eerder opgebouwd had in elkaar.

Een leegte
De vraag hoe een mens zijn leven moet of kan leven, is in elk tijdsgewricht zeer prangend. Het is dan ook de grondkwestie in veel romans en verhalen. Zo is er de treurige en tegelijkertijd prachtige herhaling van de tijd in romans als Mrs Dalloway van Virginia Woolf en Michael Cunninghams The Hours. Of neem de melancholieke bespiegelingen over de tijd en verlies van de hoofdpersonages in romans van Cees Nooteboom zoals Rituelen en Allerzielen.

Waar die romans vertrekken vanuit de ontwikkeling van een hoofdpersoon, heeft Hilu in Ver weg een idee als uitgangspunt genomen: het in contact brengen van de spirituele oom met de nuchtere neef. Omdat de twee briefschrijvers zo weinig op elkaar reageren bloedt deze opzet al snel dood. Al hebben ze begrip voor elkaar, ze zijn uiteindelijk alleen maar met zichzelf bezig. Dat begrip wordt nooit beïnvloeding en daardoor ontwikkelt geen van beide personages zich tot iets anders dan ze al waren – en als na al dit stilstaande water de epiloog volgt, is dat een ontgoocheling. Dat maakt deze roman tot een leeg boek, gelijk de lege woestenij rondom Nadavs basis.

Film / Achtergrond
special: IDFA 2013

IDFA: Deel 4

In het vierde deel een reeks interviews met Hongaarse bejaarden, een Cubaans rapduo met maatschappijkritische teksten en een tweetal documentaires over de Cambodjaanse Khmer Rouge.

DEEL 1 | DEEL 2 | DEEL 3 | DEEL 4 | DEEL 5 | DEEL 6

Inhoud: Stream of Love | Viva Cuba Libre: Rap is War | S21, The Khmer Rouge Killing Machine/The Missing Picture

Liefde is van alle leeftijden

Stream of Love
Agnes Sós • Hongarije, 2013
4.0

~

In een Hongaars sprekend dorpje in Transsylvanië volgt filmmaakster Agnes Sós bejaarde inwoners die openlijk vertellen over liefde en verlangens. Het levert bijzondere taferelen op, zoals verhalen over vroeger, maar ook over hoe passie in het nu beleefd wordt. Opvallend is dat de inwoners hier eerlijk en zonder gêne over vertellen. De intieme beelden, vaak vergezeld van humor, gaan gepaard met mooie beelden van het landschap.

Bejaarde vrouwen die picknicken op een heuvel blikken terug op hun seksuele ervaringen van vroeger, waarbij de betreffende heuvel ook een rol innam. De tijden zijn veranderd en dat beseffen ook deze oude inwoners. Ze durven hun verlangens meer uit te spreken, zoals seksuele bevrediging en of hun man al dan niet aan hun verlangens kon toegeven. Ook de mannen blikken terug, sommigen nostalgisch ten aanzien van de liefde voor hun overleden vrouw en anderen bij wie liefde opnieuw kansen krijgt.

Dat Sós het vertrouwen won van de inwoners is goed merkbaar. Tijdens de Q&A vertelt ze dat ze altijd geïnspireerd is geweest door ouderen. Ze filmde eerst alleen en dit leverde de meest intieme en eerlijke beelden op, waarvan de meeste terug te zien zijn in haar film. De setting, waar de tijd heeft stilgestaan en voornamelijk nog bejaarden wonen, is goed gekozen. De rustieke sfeer, waar nog met paard en wagen rondgetrokken wordt, levert ook een van de mooiste uitspraken op.

Een bejaarde man vertelt dat de zon voor hem nooit voor niets is opgegaan. Heden ten dage probeert hij dan ook de harten van de oude inwoonsters te veroveren door hen te verrassen met versgeplukte bloemen uit een idyllisch landschap. Stream of Love is een klein pareltje op het IDFA, waarbij eens en te meer duidelijk wordt dat passie en liefde van alle leeftijden is en dat ouderen weer even jong kunnen zijn. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven 

Muziek als protest

Viva Cuba Libre: Rap is War
Jesse Acevedo • Cuba/VS, 2012
4.0

~

Los Aldeanos, een Cubaans rapduo, bezingt de huidige situatie in Cuba. Het tweetal is kritisch ten aanzien van het politieke klimaat dat wordt gekenmerkt door armoede, corruptie en onderdrukking. Hoewel het duo aan populariteit wint, moeten ze hun cd’s in het illegale circuit verspreiden en kunnen ze optredens niet openlijk aankondigen. Een schrijnend voorbeeld van hoe er in Cuba om wordt gegaan met vrijheid van meningsuiting, is de arrestatie van twee broers die opgepakt worden na het beluisteren van een cd van Los Aldeanos.

Ondanks het gevaar gearresteerd te worden, deinst het rapduo er echter niet voor terug om Cuba de waarheid te vertellen. Het levert grimmige beelden op, ondermeer van een tocht door een krottenwijk die voor toeristen verborgen gehouden wordt. Dat de overwegend arme Cubaanse bevolking zich niet openlijk durft uit te spreken uit angst voor represailles van de regering, maakt van Los Aldeanos met hun stem tegen het communistisch bewind een voorvechter voor democratie en zeggenschap.

Regisseur Acevedo legde de documentatie illegaal vast. Zo werd er met iPhones vanaf de heup gefilmd, om zo min mogelijk de aandacht op zich te vestigen. Acevedo was in Cuba voor het filmen van een ander project, waarvoor hij toestemming had van de Cubaanse regering, en kon op deze manier Viva Cuba Libre: Rap is War maken. Undercover dus, waarbij met uiterste voorzichtigheid te werk moest worden gegaan. Zijn film is een moedige aanklacht tegen het moderne Cuba, waarin ontluisterende beelden te zien zijn van pure armoede en de straatcultuur. Met Los Aldeanos als onverwoestbaar en strijdlustig middelpunt. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven 

Cambodjaanse terreur

The Khmer Rouge Killing Machine/The Missing Picture
Rithy Panh • Cambodja/Frankrijk, 2003/2013
4.0

~

De Cambodjaanse regisseur Rithy Panh werd dit jaar in retrospectie geëerd op het IDFA. Zijn S21, The Khmer Rouge Killing Machine geeft een inkijkje in de werkzaamheden in strafkamp S21, waar gevangenen op wrede wijze ondervraagd werden en uiteindelijk de dood vonden ten tijde van het bewind van Pol Pots Khmer Rouge.

Vann Nath, een van de overlevenden van het kamp, en een aantal bewakers worden met elkaar geconfronteerd in het voormalige strafkamp. Nath stelt kritische vragen aan de bewakers, die aangeven dat ook zij slachtoffer waren en moesten doen wat hen werd opgedragen. De ontmoetingen vinden in kale registraties plaats, waarbij zowel de bewakers als Nath vertellen over de gruwelijkheden die in S21 hebben plaatsgevonden. Ontmoetingen die niet uitdraaien op wat Nath had gehoopt: de bewakers lijken anno 2003 nog steeds geïndoctrineerd. Dit is vooral zichtbaar wanneer ze het dagelijkse reilen en zeilen in S21 naspelen. Er is geen sprake van menselijkheid, maar een machinale routine zonder emotie.

Nath is slechts een van zeven overlevenden, wat een waar wonder genoemd mag worden. S21 bood namelijk geen ontsnapping. Het was een manier van de Rode Khmer om de vijand te elimineren. Met de ondervragingen dwong de Khmer bekentenissen af, die vaak nergens op gestoeld waren, of namen van de vijand. Uitputting en wrede martelingen leidden uiteindelijk tot de dood.

S21, The Khmer Rouge Killing Machine is een confrontatie met een wreedheid die nog maar recent plaatsvond. De vragen die Nath stelt worden niet beantwoord. Waarom de gevangenen zo wreed werden behandeld, waarom de bewakers de bevelen klakkeloos opvolgden en bovenal, wie de vijand eigenlijk was. Hoewel Panhs film op gegeven moment repetitief wordt in het naspelen van routines in het kamp en het opsommen van alle wrede handelingen die werden uitgevoerd, is het een noodzakelijk document. De schilderijen van Nath, waarin zowel de bewakers als de cellen met gevangenen met oog voor detail zijn vastgelegd, vormen daarbij een stille ooggetuige.

In Panhs nieuwste film, The Missing Picture, draait het ook om Cambodja eind jaren zeventig, waar Pol Pots Rode Khmer de scepter zwaaide. Maar in tegenstelling tot S21, The Khmer Rouge Killing Machine is The Missing Picture een persoonlijk document. Uniek hierin is het gebruik van kleien figuurtjes, die zowel Panhs familie, medegevangenen als bewakers uitbeelden. De vraag die centraal staat, is wat het missende plaatje is. Panh, ook overlevende, heeft alle plaatjes echter als herinneringen in zijn hoofd zitten. Onverwoestbare herinneringen aan mooie, maar ook gruwelijke tijden. Herinneringen die verbeeld worden aan de hand van de kleien figuurtjes, die in verschillende ensceneringen worden gebruikt. Bijgestaan door een enkele foto, bewaard en gespaard gebleven.

Als jongetje was Panh gelukkig. Totdat de Khmer Rouge-dictatuur zijn intrede deed en de vijand ofwel in strafkampen belandde, ofwel te werk werd gesteld op het land. Zoals met Panh en zijn familie gebeurde.  In voiceover vertelt Panh over hun lotsbestemming, maar ook over het ware plaatje. De footage die uit die tijd stamt was namelijk propaganda voor de Khmer Rouge.  Harde werkers die met het gezicht in de plooi het land bewerkten werden op camera vastgelegd. Waarmee een soort trotsheid gesuggereerd werd. ‘Wij hebben graan, wij hebben harde werkers’. De werkelijkheid die erachter stak werd verborgen gehouden. De armoede, uitputting en dood. In poëtische overpeinzingen verhaalt Panhs voiceover van de ware geschiedenis. De kleien figuurtjes en het geënsceneerde landschap doen daarbij levensecht aan. De honger, uitputting en dood worden letterlijk in het klei gebutst.

Net als in S21, The Khmer Rouge Killing Machine kent The Missing Picture een repetitief karakter. Naar het einde toe verhaalt Panh vooral over het valse plaatje dat de Rode Khmer het land voorhield en de werkelijke intentie die erachter stak. Een wat kortere speelduur had de film niet misstaan, maar dat is de enige kritiek op een bijzonder origineel en persoonlijk document. Een document waarin Panh nogmaals schetst dat de Rode Khmer een bloederige en onvergetelijke bladzijde uit de geschiedenis vormt. (Suzan Groothuis)
Terug naar boven