Boeken / Fictie

Het nest bezemschoon

recensie: Charlotte Mutsaers– Harnas van Hansaplast

Als Charlotte Mutsaers het huis betreedt waar broer Barend is overleden, hangen de jassen van haar ouders nog aan de kapstok. Al twintig jaar lang. Samen met de omstandigheden van zijn dood – halfnaakt en omringd door porno – vormt dit het begin van een schrijnend portret.

Over de immense (en dubieuze) aangetroffen pornocollectie is inmiddels voldoende gezegd. De levens die Mutsaers in Harnas van Hansaplast blootlegt zijn interessanter. Het sterfhuis aan de Utrechtse Nieuwegracht is namelijk tevens het voormalig ouderlijk huis. Na de dood van beide ouders is Barend de twee immense verdiepingen vol gangetjes en krakende vloeren blijven bewonen. Hij legde simpelweg zijn bestaan als een laagje over dat, tot stilleven verworden, gedeelde verleden heen.

Fisherman’s Friend

Mutsaers en haar zus zijn er al jaren niet meer geweest. Hij schuwde de laatste jaren bezoek en al snel wordt duidelijk waarom. Het huis is één grote stille getuige van zijn intelligentie, maar ook van zijn maniakale verzamelwoede, zijn worsteling met zijn slechte gebit, zijn dwangneuroses en zijn angsten. En tot slot, zijn snijdende eenzaamheid. De honderden nagelaten zakjes Fisherman’s Friend – oh, wrange ironie – mochten niet baten.

Onder ferme druk van de huurbaas zetten ze zich aan de boedelruiming. In acht weken bezemschoon opleveren is de opdracht. Mutsaers besluit alles eerst op beeld vast te leggen. Het is 2001. Vijftien jaar duurt het daarna nog voordat Mutsaers de juiste vorm vindt om over haar broer te schrijven. Als in de gemaakte camcorder-opname neemt ze de lezer kamer voor kamer mee door het huis, als een literaire boedelruiming. Met open vizier, en het credo ‘van de doden niets dan goeds’ terzijde schoppend. Dus staat ze soms tierend op tussen de regels: ‘Liegbeest dat je was, weerzinwekkende rukker (…) rot op. Waarom zou ik me voor zo’n Kleingeist uit gaan sloven; ik houd toch van grandeur?’

Broodtrommel en zilveren lepel

Dan vindt ze een broodtrommel vol kattebelletjes. En kijkt recht in het hoofd van een man die is vastgelopen in het leven:

– Veel planten gaan dood omdat ik ze te veel water geef? Met mij iets soortgelijks aan de hand?
– Als er iemand belt, kan dat voorwendsel van inbreker zijn?
– Boeken over verliefdheid kopen?
– Zo gauw ik met iemand een ‘echt’ gesprek begin, gaat het mis?
– Overboord? Of ga ik dan dadelijk zwemmen?

Uit alle laden en kasten die worden opengetrokken gutsen herinneringen. Mutsaers voorziet ze van anekdotes, quotes en dwarsverbanden, dan weer dartelend dan weer zwaarmoedig. Mutsaers lezen betekent van fladderen over zijpaden houden. Er vloeit Frans, Latijn en Engels. Griekse mythologie en Vondel. Het is geen koketteren, het sluit slechts aan bij de grandeur van hun opvoeding. Want ze zijn allen ‘met een flinke zilveren lepel in de mond geboren’ stelt Mutsaers. Maar een goed nest is nog geen warm nest. Moederliefde ontbrak in huize Mutsaers. Wel was er het met fabels van La Fontaine gedecoreerde luxe servies. Bij iedere hap werd het Mutsaers-kroost wat moraal mee naar binnen geschoven.

Hansaplast

Ondanks de excentrieke opvoeding is het Mutsaers gelukt zich staande te houden in het leven. Barend liep uit de rails. ‘We stammen allebei uit hetzelfde buitenissige geslacht. Daardoor waren we niet in staat om het leven te slikken als zoete koek.’ Om met een Mutsaersiaanse kwinkslag vast te stellen dat zij daarom meer van kroketten hielden.

Je moest een dikke huid kweken als je anders was, had haar vader haar geleerd. Als Mutsaers op een van de zolderbalken een van pleisters geplakt mannetje aantreft, krimpt ze ineen. IK, had Barend eronder geschreven. Hansaplast is ongeschikt harnas-materiaal weet ze. Het dekt wonden af, het voorkomt ze niet.

Na 15 jaar en 306 pagina’s is het klaar. Mutsaers heeft het ouderlijk nest voor een tweede maal geruimd. Harnas van Hansaplast is een ontluisterend eerlijk en bij vlagen absurdistisch portret van een huis, een gezin en een niet gelukt leven. Ze heeft met dit prachtige document niet alleen het statige pand aan de Nieuwegracht, maar ook de herinnering aan haar broer bezemschoon weten op te leveren.