8WEEKLY

Soldier of Fortune 2: Double Helix

Artikel: Soldier of Fortune 2: Double Helix

Wie herinnert het zich niet? Een paar jaartjes terug kwam Soldier of Fortune op de markt. Nog zo’n controversiële game die zich bij Carmageddon en GTA2 in het rijtje mocht scharen. Ook dit spel kende in zijn genre ongekende grofheid en werd daardoor immens populair. Dit schreeuwde natuurlijk om een opvolger.

~

De reden dat het eerste spel zo populair is geworden, is de voor die tijd ongekende hoeveelheid gore. Er was geen andere fps waarbij je iemand het been, arm of hoofd af kon schieten. Het was zelfs mogelijk om iemands darmen uit z’n lijf te schieten. Het spel zelf blonk verder niet uit op gebied van gameplay of graphics. Maar voor een sequel liggen de zaken natuutlijk anders: men heeft die gore nu wel gezien en wil meer. Zo’n klusje is aan Raven Soft wel besteed, zo waren ze ook verantwoordelijk voor het zeer goede Jedi Knight II.
Nu is het dus zover, Soldier of Fortune: Double Helix is gelanceerd en verkoopt als een trein. Uiteraard lag er nogal wat druk op Raven Software, aangezien de verwachtingen van dit spel zeer hooggespannen waren

Graphics

Grafisch gezien is SoF2 een topper. Vooral als je een high-end machine hebt staan dan zal het spel je af en toe versteld doen staan. Zo is er een level in de jungle waarin je je kunt verstoppen in hoog gras. Dit gras is 3D weergegeven en beweegt in de wind. Dit vergt erg veel van je computer.

Gameplay

~

Met uitzondering van Jedi Knight II, die dankzij de lightsaber een heel andere manier van spelen heeft, is de gameplay van fps shooters de laatste tijd weinig vernieuwend. Voor SoF2 geldt dit ook: mannetjes kun je vermoorden met verschillende wapens, verder lopen om een hoekje, leunen om te kijken of de kust veilig is: het bekende liedje. Dit is echter wel iets te kort door de bocht, aangezien je dit spel moeilijk uit kan spelen door zomaar naar je vijanden toe te rennen en ze in blinde woede te vermoorden. Nee, enig beleid is wel vereist in SoF2, het is van belang dat je niet teveel lawaai maakt, om dit in de gaten te houden heb je naast je health metertje ook een decibelmetertje.

Gore

In dit spel verdient de gore een apart kopje in de recensie, en dat zegt eigelijk al genoeg. Je kunt mensen met dodelijke precisie volledig aan stukken snijden of schieten. Zo kan je bijvoorbeeld een hele arm, alleen een onderarm of slechts een hand van een lichaam snijden of schieten. Ook de benen en het hoofd zijn op meerdere plekken kapot te schieten.

Multiplayer

De multiplayer wordt al erg veel gespeeld op het internet. Dat is te begrijpen, want hoewel de multiplayer in SoF2 weinig meer biedt dan andere heeft deze een ongekende aantrekkingskracht. Of het de aan de graphics ligt of de goede maps weet niemand, maar de multiplayer-optie in SoF2 is gewoon steengoed.

Conclusie

SoF2 is een goede game, niet meer, niet minder. Het spel biedt qua gameplay weinig nieuws, maar is degelijk. Er zitten weinig minpunten aan het spel maar ook weinig punten die het boven de andere first-person-shooters van de laatste tijd verheft.

Systeemeisen

OS: Win 9x/Me/Xp
PC: PIII-450
RAM: 128 Mb
HD: 1300 Mb
Video: 3D (16 MB)
CD-ROM: 8x speed
HD: 1300 Mb

8WEEKLY

Circus Brintini

Artikel: 55 jaar Brinta

.

~

Een eerder bezoek aan het Veenkoloniaal museum had mij echter geleerd dat niets in Veendam is wat het lijkt, dus togen ik en vriendin met toch wel enige goede moed in de schoenen op een bloedhete zondag naar het veendorp. Na een reis van ongeveer een uur, waarbij de bus voor mijn gevoel wel zes rondjes om dezelfde kerk reed, stonden we eindelijk op het station van Veendam. Geen idee hoe bij het museum of het centrum te komen. Na een aantal maal fout te zijn gelopen bleek dat echter best eenvoudig.

Picknick

Bij het kopen van de kaartjes word ik er door de vrouw achter de kassa op gewezen dat de rugzakken die we bij ons hebben de vitrines wel eens zouden kunnen beschadigen. Daarom moeten we die afgeven. Een garderobe kent het museum schijnbaar niet, dus worden de tassen achter de kassa gelegd. En ach, aangezien wij toch de enigen waren die op deze warme zondag ons vertier in een museum zochten, lieten we de tassen met picknickspullen achter bij de ingang.

Communisten

~

De vrouw die de tassen had afgenomen wees ons er op dat we rechtsaf, bij het bordje ingang, de tentoonstellingsruimte binnen konden gaan. De vaste tentoonstelling van het museum bleek in vergelijking met mijn vorige bezoek van ongeveer een jaar geleden nagenoeg onveranderd. Zo hier en daar is een net iets ander accent gelegd, maar nog altijd ligt de nadruk op het ontkrachten van het beeld dat de veenkoloniën een achterlijk gebied zijn. Daartoe worden alle positieve elementen uitvergroot en negatieve ladingen netjes afgedekt. Zo is een hele zaal gewijd aan de handelaren uit de veenkoloniën die alle wereldzeeën bevoeren, terwijl van de communisten, die ontegenzeggelijk veel invloed gehad hebben in het gebied, maar sporadisch iets terug te vinden is. Blijkbaar passen de communisten niet in het beeld van de sterke veenkoloniën.

Kunstgebit

Dat het museum een Brinta-tentoonstelling opstelde, doet op voorhand dus al vermoeden dat het ontbijt de veenkoloniën veel goeds gebracht heeft. Meteen bij betreden van de eerste van drie zaaltjes wordt dan ook al duidelijk gemaakt dat Brinta een oer-Gronings product is. Al 55 jaar lang wordt de Breakfast Instant Tarwe (wie die term bedacht heeft moet wel uit een achterlijk gebied komen) in Foxhol geproduceerd. En al die tijd heeft het produkt de gehele Nederlandse bevolking gevoed: jonge kinderen groeien sneller en sporters presteren er beter door. Gehaaste mensen nemen de eenvoudige en snelle drinkvariant en voor bejaarden is Brinta erg handig omdat je het niet hoeft te kauwen. Het papje glijdt in een keer door naar de maag, dus kan het kunstgebit rustig op het nachtkastje blijven liggen.

Gehaktballen

De ondertitel van de tentoonstelling – 55 jaar Brinta. Productie en promotie – dekt de lading van de tentoonstelling zeer goed. In de eerste twee zaaltjes wordt inderdaad getoond hoe het tarwepapje geproduceerd en verwerkt werd en hoe Brinta aan de man gebracht werd. De promotie had een drietal speerpunten: ten eerste werd door overtuigend (wetenschappelijk?) bewijs getoond dat Brinta de groei van kinderen significant beinvloedt. Een tweede wijze van promotie maken is leuke dingetjes achter op de Brinta-pakken zetten. Lekkere recepten, vrolijke kleurplaten en zelfs een heus circus. Enkele van die recepten zijn op een papiertje gezet om mee te nemen. Erg leuk was het advies dat Brinta ook goed gebruikt kon worden om gehaktballen mee te maken; Brinta is goedkoper dan paneermeel of beschuit en heeft als bijkomend voordeel dat het uitzet als het in aanraking komt met vocht. Dat bespaart weer
gehakt. In de officiële reclamecampagnes profileert Brinta zich al jarenlang als voedsel voor sporters. Bij sportevenementen als de Elfstedentocht is het papje altijd aanwezig.

Leuk voor de kids

Het derde zaaltje van de tentoonstelling staat niet in het teken van de geschiedenis van Brinta. Deze is gereserveerd voor scholieren, die daar in het kader van CKV mogen doen wat ze willen. Toen wij er waren was hier jammer genoeg nog maar weinig van te zien. Enkele kreten als “Brinta, wie is er niet groot mee geworden?” en “Nothing beats the real Brinta” waren op de muren geschilderd, maar verder was het zaaltje nog vrijwel leeg. Erg jammer, omdat de scholieren waarschijnlijk niet vastzitten in de denkwegen van het Veenkoloniaal museum.

Ophemelen

Het Veenkoloniaal museum is om te bezoeken trouwens zeker geen vervelend museum, alleen is het erg jammer dat het zich zo richt op het ophemelen van de veenkoloniën. In de Brinta-tentoonstelling komt dat ook wel een beetje naar voren, maar heeft het gelukkig niet de overhand. De tentoonstelling is met haar drie zaaltjes wel erg klein en daarom de moeite van een lange reis niet echt waard. Maar op een regenachtige middag kun je best een dagje naar het Veenkloloniaal museum gaan. Daar kun je je goed vermaken en is Circus Brintini een mooie extra. Op een mooie zomermiddag kun je echter beter gaan zwemmen of wandelen. En dan bij voorkeur niet in het toch wel erg saaie Veendam. En uit ervaring weet ik dat een picknick op het grasveldje bij het station ook niet erg romantisch is. Maar ach, de wetenschap dat de bus over drie kwartier zou arriveren hield ons enthousiast. Eindelijk weer naar de moderne wereld.

Film / Films

Predator

recensie: Predator

Eén van de vaste onderdelen van een brugklas-verjaardagsfeestje was in mijn tijd (zeg begin jaren 90) altijd de harde actiefilm, en dan bij voorkeur het soort actiefilm waarin een hoop bloed vloeide. Hoe smeriger, hoe beter, en dat was de reden waarom de films van Arnold Schwarzenegger zo populair waren. James Camerons The Terminator (1984) was jaren lang favoriet vanwege de scène waarin “Ah-nuld” eigenhandig één van zijn ogen verwijdert met een scalpel, tweede op de lijst was óf The Running Man (1987), óf Predator, afhankelijk van het feit of je meer een science fiction- danwel een Vietnamtype was.

~

Jaren later kwam ik er achter dat Predator niet alleen een hit was bij geile brugpiepers, maar ook door “serieuze” filmliefhebbers werd gewaardeerd om zijn script, de speciale effecten en vooral de effectieve manier waarop regisseur John McTiernan – voor wie dit zijn tweede film was – alles in beeld bracht. Zo effectief zelfs, dat hij na Predator nog twee klassieke actiefilms mocht maken: Die Hard in 1988 en The Hunt For Red October twee jaar later.

Flops

Daarna was de koek echter op: lichtpuntjes voor McTiernan waren het derde deel uit de Die Hard-serie en de stijlvolle remake van The Thomas Crown Affair, maar ik ken maar heel weinig mensen die warm lopen voor Medicine Man, The 13th Warrior of het zwaar geflopte Last Action Hero. Om van Rollerball maar te zwijgen, die begin dit jaar zo snel uit de bioscopen was verdwenen dat we er niet eens kaartjes voor konden kopen.

Zinloos geweld

~

Maar in 1987 was alles nog goed, en gelukkig zijn er DVD’s waarmee we die tijd weer opnieuw kunnen beleven. Predator heeft dezelfde kenmerken als het personage uit de titel: snel, efficiënt en meedogenloos. De film geeft een originele draai aan de relatie tussen de jager en zijn prooi, want dit keer zijn het mensen die worden opgejaagd door een buitenaards wezen in een Aziatisch regenwoud. Schwarzenegger speelt de aanvoerder van een commando-eenheid die de jager onschadelijk moet maken, en dit gebeurt met veel machtsvertoon, met als hoogtepunt de scène waarin een gedeelte van het oerwoud letterlijk wordt platgemaaid door honderdduizenden kogels.

Veteraan

Zoals het hoort heeft Fox een uitgebreide dubbel-DVD gewijd aan Predator. Op disk één vinden we, naast de uitstekend verzorgde hoofdfilm, het audiocommentaar van John McTiernan, die zelf klinkt als een Vietnamveteraan en daarom zo had mee kunnen spelen in de film. Alhoewel hij een beetje monotoon praat, is zijn verhaal interessant tot de laatste minuut. Mocht je daar nog niet genoeg aan hebben, dan is er altijd nog het tekstcommentaar, dat een schat aan informatie bevat middels interviewfragmenten van veel medewerkers aan de film.

Sigaren

~

Op de tweede schijf staan verwijderde scènes, trailers en een paar special effects-tests die een stuk interessanter zouden zijn geweest als ze van commentaar waren voorzien door iemand die er verstand van heeft. Maar de hoogtepunten zijn de leuk gemonteerde featurettes en de documentaire If It Bleeds, We Can Kill It. De documentaire laat in een half uur de belangrijkste mensen achter de schermen voorbij komen door middel van oude en recente interviewfragmenten. De zeven featurettes diepen bepaalde onderdelen van het productieproces verder uit, zoals de make-up en de production design, maar er zijn ook leuke fragmenten over het enorme Gatling-kanon, de sigaren van Schwarzenegger en de arme kerel die elke dag in het bloedhete Predator-pak werd gehesen.

We houden er niet van om in herhaling te vallen, maar het kan niet anders: Fox heeft met Predator wederom een DVD afgeleverd waar je niet alleen uren zoet mee bent, maar die ook nog een perfecte mix biedt tussen informatie en entertainment. En daarom is Predator niet alleen een aanrader voor actieliefhebbers!

Muziek / Concert

“I should cut your balls off!”

recensie: Natalie Merchant live

Dat vanavond een ware topact acte de présence geeft in Paradiso is bij het binnenrijden van Amsterdam meteen duidelijk. Het centrum van ’s lands hoofdstad krioelt van de allochtonen. Amerikanen, Canadezen en een handjevol Britten met de noodkreet “tickets pleeeeease” in allerijl op een kartonnetje gekalkt. Hoop én wanhoop strijden om de boventoon. De autochtonen lijken er overigens niet warm of koud van te worden. Ze hebben nog nooit gehoord van Natalie Merchant, zo lijkt het.

~

Natalie Merchant, de in 1963 geboren leadzangeres van de succesvolle Amerikaanse pop-/folkformatie 10,000 Maniacs. De band bestaande uit Jerome Augustyniak (drums), Dennis Drew (toetsen), Steven Gustafson (bas), en gitarist Robert Buck (broer van R.E.M.-gitarist Peter Buck) breekt in 1987 door met de millionseller In My Tribe. De ster van 10,000 Maniacs is sindsdien in sneltreinvaart rijzende. De albums Blind Man’s Zoo (’89), Our Time In Eden (’92) en een MTV Unplugged optreden (’93) gaan als warme broodjes over de toonbank. Natalie Merchant ontpopt zich als een getalenteerd singer-/songwriter en neemt het componeren van zowel muziek als teksten voor haar rekening. Een internationale doorbraak blijft echter uit tot 1993, het jaar waarin Merchant solo gaat. Ironisch? Misschien. In ieder geval is duidelijk dat Natalie Merchant als hét brein achter 10,000 Maniacs gezien kan worden en dat vanavond, vrijdag 24 mei 2002, een ware priority act in Paradiso (Amsterdam) staat.

Wonderschoon

~

Een van de openingsnummers is het wonderschone Wonder, het meesterwerkje waarmee Natalie Merchant ook op haar album Live In New York City (opgenomen 13 juni ’99) aftrapt. De bedoelingen van mejuffrouw Merchant zijn met het inzetten van dit visitekaartje meteen zonneklaar. Ze speelt troef en opent maar gelijk met een van haar “uitsmijters”, vrijwel onmiddellijk gevolgd door het fantastische San Andreas Fault, evenals het nummer Wonder afkomstig van haar eerste soloalbum Tigerlily (’95).

Mobieltje

Natalie Merchant begeleidt zichzelf – tijdens deze openingsnummers – op de piano, maar haar vocals zijn zó uitgesproken, zó warm en vooral zó krachtig dat iedere begeleiding eigenlijk overbodig is. De twee (akoestische) gitaristen, waaronder 10,000 Maniacs-gitarist Robert Buck, die Merchant na een ruim half uur durende solo-opening moeten gaan begeleiden, verlaten dan ook regelmatig het podium. Intelligente, ingetogen, eenvoudige, maar uiterst melodieuze luisterliedjes, die vrijwel uitsluitend gedragen worden door de werkelijk prachtige, door merg en been gaande zang van Merchant. De (weinige) aanwezige Amsterdamse studenten hebben het vanavond dan ook zwaar te voorduren. Het is duidelijk niet hun avond. Terwijl ze driftig staan te overleggen hoeveel biertjes er gehaald moeten worden, gaat er een dodelijk “ssssst” door de mooiste concertzaal van Nederland. En terecht. Als u wilt bijbabbelen gaat u maar lekker in de kroeg zitten. Tot overmaat van ramp gaat er na vijf nummers een mobieltje af. Vult u zelf maar in! Een venijnige Merchant, die haar juweeltje Beloved Wife moet onderbreken: “I should cut your balls off.”

Opvallende afwezigen vanavond zijn de nummers Kind And Generous en Frozen Charlotte, afkomstig van haar – zeer succesvolle – tweede soloalbum Ophelia (’98). En ook legendarische nummers als Space Oddity (David Bowie) en After The Goldrush (Neil Young), die wél gecoverd werden op haar album Live In NYC, worden het Amsterdamse publiek – helaas – onthouden. En unieke kans om eens te horen hoe Neil Young zou klinken als hij wél zou kunnen zingen wordt de Amsterdammers hiermee ontnomen. Jammer.

8WEEKLY

David Beckham Soccer

Artikel: David Beckham Soccer

.

~

Soms zijn er van die dagen dat je als recensent je geluk niet op kan. Bijvoorbeeld als je een gaaf spel als GTA3 of Fifa2002 mag spelen. Maar er is ook een andere kant van de medaille: hele slechte games. Gelukkig voor mij is dat net zo leuk, want af en toe is er niks leuker dan je agressie en sarcasme te botvieren op een vervelend spelletje. Wat dat betreft is David Beckham Soccer voor mij een schot voor open doel. Zelden heb ik een dergelijke hoop zooi aangetroffen.

The usual options

Het spel begint allemaal nog wel oké. De gebruikelijke opties zijn aanwezig. Zo kun je een los potje spelen, een competitie of een compleet seizoen. Verder is er een trainingsmodus die je de gameplay (hum hum) tracht bij te brengen. Ik koos voor een enkel potje voetbal. Zelf koos ik de bekende club Manchester R (Rage had geen geld om de echte naam van Manchester United te mogen gebruiken, laat staan spelersnamen). Als tegenstander koos ik Feyenoord. Vervolgens kun je wat dingen als opstelling, vrije trappen nemers en wat al niet meer instellen, maar daar heb ik dus even geen zin in. Gaan met die bal!

FC Knudde

~

Tja, toen kwamen de pixels het veld op. Wat ziet dat er ontzettend slecht uit! Ik snap dat de GBA geen playstation of GameCube is, maar dit had de oude Atari Lynx met gemak nog aangekund! Ik vraag me af of David het spel zelf ook nog heeft bekeken, want hier zou mijn tamme ratje zijn naam nog niet aan willen lenen. Feitelijk is passen en schieten een beetje het zelfde. In een tijd waarin voetbalgames zijn voorzien van lobjes, kopballen, omhalen, passeer-bewegingen en volleys komt Rare met een spel waar je alleen kan schieten en sliden! Het lijken wel de tijden van Soccer op de Commodore 64.

Conclusie

Al met al lijkt de uitslag me vrij duidelijk. David Beckham Soccer staat ergens op de reservebank van een vijfde-klasseclubje weg te kwijnen. Zelfs voetbalspelletjes die al een jaar of tien oud zijn, zien er beter uit dan dit bedrijfsongeval. Een toegevoegde biografie van Beckham, waarin we leren dat hij pasta met kip en tomatensaus lekker vindt, verandert daar niks aan. Dit spel is met 10-0 afgedroogd, en roemloos gedegradeerd.

Film / Films

The Count of Monte Cristo

recensie: The Count of Monte Cristo

Voor zo`n beetje de tiende keer in een eeuw waagt een filmcrew zich weer eens aan The Count of Monte Cristo, het beroemde boek van Alexandre Dumas. En gelukkig maar, want het historische avonturengenre begon aardig uit te dunnen. Het leek de laatste tijd wel alsof het avonturenboek als verfilming plaats had moeten maken voor computerspelletjes als film.

~

Voor diegenen die de laatste jaren hebben doorgebracht met de Playstation, of alleen dat andere boek van Dumas kennen vertel ik even snel het verhaal. We schrijven 1813. Edmond Dantès (James Caviezel) lijkt alles voor de wind te hebben. Een goede baan met promotie, en de liefde van Mercedes, zijn prachtige vriendin, met wie hij zal gaan trouwen. Zijn beste vriend Fernand Mondego (Guy Pearce), graaf van Morcerf, is echter ook verliefd op Mercedes, en kan het niet verkroppen dat een sloeber als Edmond meer succes heeft in het leven. Fernand verraadt zijn vriend, en Edmond beland in een afgelegen gevangenis. Jaren later ontsnapt hij, en weet hij zijn handen te leggen op een geheim fortuin. De tijd voor wraak lijkt gekomen. Fernand is intussen getrouwd met Mercedes, en heeft het gerucht verspreid dat Edmond is opgehangen wegens landverraad. Edmond neemt geholpen door zijn nieuwe fortuin een nieuwe identiteit aan: de graaf van Monte Cristo.

Avontuur zoals het bedoeld is

~

In een avonturenfilm is geen plaats voor diepe zieleroerselen, terugkerende motieven en realistische karakterontwikkeling. Alles dient iets dikker te worden opgediend, en liefde, moraal en emotie moeten allen in dienst staan van het avontuur. De film is precies zoals hij moet zijn. Het plot gaat nergens heel diep, de emoties zijn primair en begrijpelijk en de acteurs hebben de juiste toon te pakken. Vooral Pearce is geweldig als Fernand, zijn arrogante platvloersheid ligt er zo dik op dat je maar niet genoeg van zijn karakter kunt krijgen. Caviezel doet zijn ding en zal mij als acteur nooit helemaal laten dansen van genot, maar zijn ietwat naïeve blik past wel bij het karakter dat hij moet neerzetten.

Popcornvermaak

De film is van A tot Z een feest om naar te kijken. De film is mooi aangekleed, en alles ziet er werkelijk prachtig uit. Met name als de rijkdom van de graaf wordt weergegeven middels een extravagant feest krijgen we een stukje onbeschaamd materialisme te zien waar je steil van achterover slaat. Het verhaal wordt rustig opgezet, de intrige duidelijk uitgelegd en is daardoor voor alle leeftijden goed te volgen. De grootste verdienste van regisseur Reynolds (Robin Hood: Prince Of Thieves, Waterworld) is dat hij gedurende 131 minuten de vaart er goed in weet te houden. De film verliest eigenlijk nergens aan kracht, en daardoor is het de perfecte popcornfilm voor een begin van een vrijdagavond uit. Geen klassieker, maar entertainment van de bovenste plank, iets wat we de laatste tijd eigenlijk te weinig te zien krijgen in de bioscoop.

Film / Achtergrond
special:

De comic-verfilming

Het zat er al jaren aan te komen: Spider-Man heeft zijn weg naar de cinema gevonden. Toch staan comicliefhebbers niet als eersten te juichen als één van hun helden een eigen speelfilm krijgt. Meestal vinden ze dat het eindproduct afbreuk doet aan de wereld van comics. Aan comics kleeft al jaren het stigma dat het om domme spierbundels gaat die elke keer de zelfde schurk aframmelen, en slechte films zullen dat beelden natuurlijk niet veranderen.

~

Na de campy Batman-serie uit de jaren ’50 verscheen in 1978 Superman: The Movie. De beroemde themamuziek en de vliegpose van Christopher Reeve zijn inmiddels filmgeschiedenis. Marlon Brando accepteerde voor veel geld het rolletje van Jor-El, de vader van Superman. Verder was Gene Hackman te bewonderen als de duivelse Lex Luthor. De film was een enorm succes, en er zouden nog drie delen volgen. Het was een tijd dat het niet zo goed meer ging met comics, maar deze films zullen zeker hebben bijgedragen aan de wederopstanding van de superhelden. De films kregen nog een staartje toen Christopher Reeve tijdens een buitenrit van zijn paard viel. Het is een behoorlijk stukje ironie dat Superman nu zijn dagen slijt in een rolstoel. Desondanks laat Reeve zich niet uit het veld slaan, en zet hij zich in voor meer aandacht voor mensen met een handicap.

Dieptepunt

De comic-opleving in de jaren ’80 was ook mede te danken aan The Return of the Dark Knight, de ultieme Batman-vertelling van Frank Miller. Batman was weer helemaal hot, en dit resulteerde in een heuse Batman-film. Michael Keaton speelde de duistere ridder en de regie was in de capabele handen van Tim Burton. De film viel qua verhaal wat tegen, maar dankzij Burton’s visuele stijl en Jack Nicholson als de Joker was het resultaat redelijk. In elk geval was de film een absolute megahit, die een ware Batrage ontketende. Een opvolger kon dan ook niet uitblijven. Batman Returns was een behoorlijke opvolger, met een magnifieke Michelle Pfeiffer als Catwoman. Daarna volgden Batman Forever en Batman & Robin, maar Burton’s opvolger Joel Schumacher bakte er maar weinig van. Met name Batman & Robin is een triest dieptepunt in de filmgeschiedenis.

Macaber tintje

~

Begin jaren ’90 verscheen de ultieme comic-verfilming toen Brandon Lee op onvergetelijke wijze gestalte gaf aan the Crow. In The Crow worden Eric en zijn vriendin in hun appartement overvallen. Eric wordt vermoord, en zijn vriendin sterft later in het ziekenhuis. Soms echter is de ziel van een overledene zo droef dan hij geen rust kan vinden. De kraai brengt deze ziel terug naar de aarde om dat wat verkeerd is gegaan recht te zetten. Eric vermoordt vervolgens systematisch zijn moordenaars, en vindt uiteindelijk zijn rust terug. Zijn ziel keert terug naar zijn geliefde die in het dodenrijk op hem wacht. Het verhaal is een tikje simplistisch, maar de manier waarop het verteld wordt is geniaal. De gotische stijl en harde muziek zorgden voor een prachtige duistere sfeer. De film kreeg een macaber tintje toen Brandon (de zoon van Bruce Lee) door een merkwaardig ongeluk op de set overleed. Op verzoek van de familie werd de film toch afgemaakt.

Mindere goden

In de jaren ’90 kwamen een hele sloot mindere goden aan bod. The Rocketeer, The Shadow, Steel, Darkman en Black Scorpion mochten hun kunsten en krachten aan het publiek tonen. De films stelden niet echt veel voor, en zijn bij de meeste dan ook terecht uit de herinnering gewist. Ons aller Jeroen Krabbé mocht een grote bijrol vervullen als maffioso in The Punisher. De hoofdrol werd vertolkt door Dolph ‘botte bijl’ Lundgren, en dan weet de gemiddelde filmfan wel wat voor vlees hij in de kuip heeft. De comic-verfilmgen begonnen steeds simpeler qua opzet te worden. Ook in Nederland ging het achteruit. Stripseries als De Vergelders, Fantastic Four, Batman, Superman en De Hulk werden gestaakt.

Hellegedrocht

~

Vernieuwing kwam er van Image comics. De tijd leek rijp voor een heel nieuwe superheld. De topper uit de Image-stal was Spawn. In deze comic volgen we een overleden sluipmoordenaar die met de duivel zelf een deal sluit om terug te keren naar de aarde. Hij doet dit om zijn vriendin nog eens te kunnen zien, maar terug op aarde ziet hij er afzichtelijk misvormd uit. Hij is nu Spawn, een hellegedrocht op aarde. De serie werd een wereldsucces, en ook Spawn kreeg zijn eigen film. Dit project werd de zoveelste deceptie voor de comicfan: de film was net als zijn hoofdpersoon een gedrocht. Het grootste probleem van de verfilming was dat hij gemaakt werd door mensen die maar bitter weinig van comics afwisten.

Poppetjes

Eind jaren ’90 wil DC comics een nieuwe Superman-film maken. Opkomend scenarist/regisseur Kevin Smith (Mallrats, Dogma) wordt gevraagd een script te schrijven. Smith raadt op zijn beurt Tim Burton aan als regisseur. De filmmaatschappij ziet het script van Smith echter niet zitten. Hun letterlijke commentaar was dat de film moest zorgen dat kindertjes poppetjes gingen kopen. Merchandise was dus belangrijker. Smith trok zijn handen van het project af, en sindsdien is er weinig nieuws meer vernomen van het Superman-front. Dit voorval toonde echter haarscherp aan wat er mis was met de comic verfilming: comics werden door filmmakers niet serieus genomen. Het enige lichtpuntje is eigenlijk Blade, de vampierfilm met Wesley Snipes.

Kassucces

~

Het is nu 2002, en inmiddels hebben we Marvels X-Men achter de rug. Deze verfilming was vrij redelijk te noemen. Hoewel het verhaal wederom erg tegenviel zag de film er goed uit, en bleken Hugh Jackman als Wolverine en Patrick ‘Picard’ Steward als professor Xavier een schot in de roos. De film had een relatief klein budget, maar werd een wereldwijd kassucces. Het vervolg staat in 2003 gepland. Marvel comics kreeg de smaak van films te pakken, en het gevolg zien we nu in de bioscoop: Spider-Man. Tobey Maguire blijkt een redelijke keus als Peter Parker, en de film is zeker goed te noemen. Jammer genoeg bevat de film enkele tenenkrommende dialogen tussen Peter en zijn vriendin Mary Jane. Verder is de film toch hier en daar een tikje kiddy, met name de schurk Green Goblin ziet eruit als een Power Ranger. Het publiek leek het allemaal niet te deren. Spider-Man brak zo’n beetje alle records. Ook van deze film zal dus een vervolg komen. Verder heeft Marvel films aangekondigd van Punisher, The Hulk, Captain America en Daredevil, er staat dus nog veel te gebeuren. Het project waar ik echter het meest naar uitkijk is de verfilming van Frank Miller’s Batman: Year One. Dit project heeft de potentie om, mits gothic en duister genoeg uitgevoerd, The Crow naar de kroon te steken.

De 5 beste comicfilms:

1) The Crow
2) Batman Returns
3) Superman
4) X-Men
5) Spider-man

De 3 slechtste comicfilms:

1) Batman & Robin
2) Steel
3) Black Scorpion

Muziek / Achtergrond
special:

Nieuw festival, hoog gespannen verwachtingen

Tja, hoe begin je een nieuw festival? Een paar plaatselijke bandjes vragen of ze voor weinig hun liedjes willen komen spelen. En dan maar hopen dat mensen geïnteresseerd zijn. The Music In My Head pakte dat ietsje anders aan. Onder de vleugels van Crossing Border werd er een indrukwekkende line-up neergezet. Heather Nova, The Waterboys en niemand minder dan Marianne Faithfull zullen 13, 14 en 15 juni hun opwachting maken in het Haagse Theater aan het Spui.

~

De organisatie van het festival heeft eigenlijk twee dingen voor ogen. Ten eerste moeten er verschillende stijlen bij elkaar worden gebracht. Dus meer wereldmuziek en exotische geluiden naast de gewoonlijk dominante westerse elektrische gitaar. Ten tweede is het niet de bedoeling dat alles jong en vernieuwend is. Het moet een festival worden voor meerdere generaties. Vandaar dat oudgediende Marianne Faithfull op dezelfde avond speelt als de 24-jarige Hawksley Workman. Een gouden formule? Misschien wel, het affiche liegt er in ieder geval niet om.

Het programma:

Donderdag 13 juni

  • Heather Nova (akoestisch)
  • DJ Eddy de Clercq
  • Wealthy Beggar
  • Earl Okin

Vrijdag 14 juni

  • The Waterboys (akoestisch)
  • Miossec
  • Habib Koité & Bamada
  • Régis Gizavo Duo
  • Pina

Zaterdag 15 juni

  • Marianne Faithfull
  • Ute Lemper
  • Hawksley Workman
  • BabyJohn
  • Daryll-Ann
  • Meindert Talma
  • Blimey!
  • Neil Halstead

De Nederlanders zijn goed vertegenwoordigd op het festival. Daryll-Ann zal haar mooie luisterliedjes vertolken op dezelfde avond als labelgenoot Meindert Talma en Blimey! die met Less Summer Than Some een prachtig staaltje knip en plakwerk afleverde. En niet te vergeten het Tilburgse Wealthy Beggar op de openingsavond. Daarnaast is België vertegenwoordigd door oer-DJ Eddy de Clercq en BabyJohn. Let vooral ook op Miossec, een Fransman die prachtige liedjes maakt in zijn moerstaal.

Ook interessant is de al eerder genoemde Hawksley Workman die in het programmaboekje wordt vergeleken met Tom Waits, David Bowie, Queen, Bono en Jeff Buckley. Verdere mogelijke verrassingen zouden zich kunnen openbaren in de vorm van komiek en muzikant Earl Okin en Neal Halstead (Mojave 3). Over de dames Nova en Faithfull zal ik verder niet uitweiden, die spreken toch voor zich.

Het ziet er allemaal prima uit. Nu moeten de beloften echter nog worden waargemaakt, maar dat zal geen probleem zijn. Toch?

Links

The Music In My Head

8WEEKLY

DragonballZ: The legacy of Goku

Artikel: DragonballZ: The legacy of Goku

.

Senzu-bean

Het spel begint waar de eerste tekenfilm begint, met de aankomst van Goku bij zijn Dragonball-vrienden. Goku heeft voor de gelegenheid zijn kleine zoontje Gohan meegenomen. Maar dan verschijnt Radditz ten tonele, en promoveert hij Gohan tot Prinses Paddestoel, oftewel: Gohan is ontvoerd en jij gaat hem redden. Tussen door moet je nog wel even de vieze blaadjes van Master Roshi helpen zoeken, dat levert weer zo’n broodnodige senzu-bean op. Goku springt vervolgens op zijn wolkje en gaat vol goede moed het avontuur tegemoet.

Zelda met een power-level

~

Het spel is redelijk vergelijkbaar met bijvoorbeeld Zelda, alleen speel je nu met DBZ-figuurtjes. De besturing is af en toe wat rechttoe rechtaan, maar daar wen je snel genoeg aan. In het begin kan Goku beperkt vliegen en energieballetjes afvuren, en als zijn powerlevel zakt neemt zijn kracht ook af. Gedurende het spel doe je echter meer en meer ervaring op, en wordt je powerlevel dus ook hoger. Ook leer je meer verschillende technieken die je vervolgens op je tegenstanders kunt los laten. Ook met de diverse Quests in het spel vallen nog aardige bonussen te verdienen.

Slangen en wolfjes
In het begin van het spel zijn die tegenstanders ietwat suf. Goku’s vrouw Chi-Chi waarschuwt haar man voor slangen. Pardon? Hij gaat op pad om mijn sterke broer te verslaan, en dan moet Goku zich druk maken over een paar armetierige slangetjes? En het wordt allemaal nog erger als Goku ook nog eens wordt aangevallen door een kruising tussen een eekhoorn en een wolf. Goku moet alle zeilen bijzetten om deze wezens te weerstaan. Ze zijn verdomd sterk voor karakters die eigenlijk alleen maar als kanonnenvoer dienen.

Makkelijker en moeilijker…

Twee gedachten over DragonballZ. Aan de ene kant zijn zoals gezegd de tussenmannetjes echt veel te strek. In het begin heb je nog niet zoveel power, en zijn die beestjes echt vervelend. Later wordt dat makkelijker, omdat Goku dan sterker is, maar spelletjes horen juist makkelijk te beginnen, en dan moeilijk te worden. Toch zullen de fans wel blij zijn met dit spel die verder de geest van de serie aardig weergeeft. Na Radditz zullen Vegeta en Frieza namelijk nog volgen.

Film / Films

About a Boy

recensie: About a Boy

About a Boy is een soort Bridget Jones maar dan over een man. De Britten leveren weer eens een komedie van formaat af. Hilarisch is de film nergens, maar dat is maar goed ook. About a Boy moet het hebben van subtiele humor en razend knap acteerwerk.

Hugh Grant is Will Freeman, een dertiger die elke dag vrij heeft omdat hij leeft van de royalties van een sullig kerstliedje dat zijn vader ooit schreef. Hij deelt zijn tijd op in units: twee units naar de kapper, een unit training (biljarten), drie units lunchen. Zijn leven is zo oppervlakkig als maar zijn kan: “Nee, ik heb geen diepere emoties. Dit is de Will-show. Ik ben een eiland. Ik ben Ibiza.”

Eiland

Ibiza vermaakt zich prima. Af en toe een vriendinnetje enzo, totdat hij op een dag de ideale tijdelijke wederhelft ontdekt in alleenstaande moeders. Hij schrijft zich als alleenstaande vader in bij een praatgroep en het jachtseizoen is geopend. Totdat op het eerste uitje met de mamma ene Marcus meegaat, kind van een andere, eenzame hippiemoeder met suïcidale neigingen. Marcus torpedeert een eend met een klomp brood, en vanaf dat moment zit Will aan de schuchtere schooljongen vast.

Duurzame relatie

Volgens de onvermijdelijke filmwetten moeten Marcus en Will nu een duurzame relatie opbouwen en zal Will uiteindelijk trouwen met Marcus’ moeder Fiona. Wet één wordt nagevolgd, maar de tweede wet gaat in rook op zodra we Fiona van dichtbij bekijken. Dit wordt echt nooit wat. Waar gaat deze film naar toe? Het wordt in ieder geval geen romantische komedie, zoveel is zeker.

Tot in de puntjes

About a Boy heeft de speelse toon die we kennen van die andere film met voice-overs en goedige Londense mannen: High Fidelity, net als deze film gebaseerd op een boek van Nick Hornby. Het script is erg goed en weet de juiste snaren te raken door een combinatie van droog cynisme (Will in voice-over wanneer hij het kind van kennissen blij begroet: It’s the Antichrist!), de geniale verfilming van alledaagse gebeurtenissen en een perfecte aankleding die de kloof tussen coole schoenen en kleurige wollen mutsjes pijnlijk duidelijk maakt. About a Boy is een tot in de puntjes verzorgde film.

Yeti

Ook het acteerwerk is klasse. Hugh Grant lijkt eindelijk zijn type gevonden te hebben: niet de sullige Sense & Sensibility-Brit, maar de smooth Londoner met een dure auto en een klein hartje. Nicholas Hoult, die de rol van Marcus speelt, is alleen al door zijn kapsel een aandoenlijk buitenbeentje. Zijn loopje, zijn oogopslag en zijn onweerstaanbare mutsje doen de rest. Hippiemoeder Fiona (Toni Collette) tenslotte steelt de show. In een harige Yeti-jas, groene legging en met enorme oorbellen blijft ze ten allen tijde een overtuigende labiele moeder. Het gevaar van een typetje ligt op de loer, maar Collette weet haar evenwicht te bewaren.

Vreselijk liedje

Alles aan deze film klopt: uiterlijk, acteerwerk, het verhaal, de humor, zelfs de muziek van Badly Drawn Boy is perfect. Een film die het vreselijke liedje Killing me Softly aandoenlijk weet te maken, is het waard gezien te worden.