8WEEKLY

Rygar: The Legendary Adventure

Artikel: Rygar: The Legendary Adventure

Rygar is een titel die bij vele gamers ergens nog wel een belletje doen zal rinkelen. Op de Atari Lynx heb ik het spel wel eens gespeeld, maar was er eigenlijk nooit echt kapot van. Een soort beat ‘m up met een frisbee als wapen (nou ja, een mythisch schild dan). Als deze PS2-versie niet verschenen was zou ik waarschijnlijk nooit meer aan de game gedacht hebben. Op diverse websites waren velen kennelijk wel blij met deze nieuwe versie, dus goed gemutst ging ik aan de slag.

~

Rygar is een strijder uit het oude Egypte. Nu zijn rijk al jaren door de Romeinen bezet is heeft Rygar niets meer om voor te vechten, en dat terwijl hij juist overloopt van vechtlust. Tegenwoordig ga je dan in therapie of neem je een leuke hobby. Rygar besloot echter gladiator te worden, en raakt in de gunst van een prinses. Samen hebben ze dezelfde angstdroom gehad, dat Rome in een grote vlammenzee zal vergaan. Als een groepje demonen de prinses gevangennemen en Rygar in een diepe krater gooien lijkt deze nachtmerrie een stap dichterbij…

Donkere beelden

De game ontpopt zich al snel als een DMC-wannabe. Aangezien velen DMC2 een behoorlijke tegenvaller vonden kan Rygar mooi dat gat opvullen. Vol goede moed ging ik op pad. Het duurde echter wel even voor ik wat tegenstanders tegenkwam, en dat waren een paar sneue vleesetende wormen. Met mijn maffe frisbeeschild maakte ik pulp van de beestjes, en liep ik gewoon verder naar de volgende wormen. Soms waren die wat lastig te zien door dat het spel behoorlijk donker is. Je TV wat lichter afstellen wil helpen, maar dat kan toch eigenlijk niet de bedoeling zijn.

Laag replaygehalte

~

Na zo een half uurtje spelen wist ik niet wat ik moest denken van Rygar. Ik had de joypad even opzij gelegd om eens een sanitaire stop te houden, en maakte alvast wat aantekeningen voor een gedegen recensie. De beelden zien er oké uit, maar zijn eigenlijk wat te donker. De muziek en geluidseffecten staan me een half uur na spelen totaal niet meer bij, ze moeten er toch ongetwijfeld geweest zijn. Toch maar even verder spelen dan. Al snel stuitte ik op (eindelijk) wat andere wezens dan wormen. Niet dat ze veel moeilijker te slachten waren, dat viel wel mee. Meestal is het even een kwestie van uitvogelen waar de zwakke plekken zitten.

Conclusie

Ik snap niet waarom al die sites zo lyrisch zijn over dit spel. Na een dagje uitvoerig spelen heb je alles aan dit spel wel gespeeld, en als je de queeste van Rygar dan nog niet hebt voltooid, dan kun je maar beter wat anders gaan doen dan gamen. Verder kan ik me niet voorstellen dan iemand dit spel na het te hebben uitgespeeld ooit nog eens uit de kast plukt. Is Rygar dan zo’n slecht spel? Dat niet, maar ik zou toch eerst eens kijken voor je gaat kopen…

Muziek / Album

De zomerzon

recensie: Yo La Tengo - Summer Sun

Yo La Tengo is al jaren een van de grootste namen uit het undergroundcircuit. Vooral met de laatste twee albums I Can Hear The Heart Beating As One en And Then Nothing Turned Itself Inside-Out bereikte de band een groter publiek (Yo La Tengo bracht onlangs ook nog een instrumentaal album uit, alleen verkrijgbaar via internet). En terecht, want beide platen blinken uit in vakmanschap, originaliteit en bovenal spanning. Die laatste twee eigenschappen gaan voor het nieuwe album Summer Sun iets minder op, het vakmanschap blijft echter alom aanwezig.

~

Het werk van Yo La Tengo heeft altijd al iets broeierigs gehad. Het is geen muziek die erg toepasselijk is bij een koude winteravond. Summer Sun klinkt dan ook precies zoals de titel doet vermoeden. Heerlijke warme arrangementen vormen samen met de fluisterende zang van Ira Kaplan en de zachte stem van zijn vrouw Georgia Hubley de basis voor meer dan een uur lang zomermuziek. Met een climax in het meer dan tien minuten durende Let’s Be Still. Een nummer dat knap genoeg geen seconde verveelt.

Dolgelukkig

~

Summer Sun is min of meer een voortzetting van Then Nothing Turned Itself Inside-Out, alleen iets minder opzienbarend. De nummers missen net de spanning en de scherpe randjes van de voorganger. Wel kun je alleen maar dolgelukkig worden van prachtige popnummers als Season Of The Shark en Winter A-Go-Go. Yo La Tengo heeft een iets conservatievere richting gekozen en heeft daarmee gezorgd voor een homogenere plaat. Vorig albums waren niet altijd even gemakkelijk als een geheel te beluisteren, terwijl Summer Sun duidelijk één bepaalde sfeer uitademt.

Misschien vormt dat zomerse, ietwat gemoedelijke en lome geluid wel de oorzaak voor het feit dat het album wat aan spanning inboet ten opzichte van het vroegere werk. Wel moet gezegd worden dat het bloedstollende, tegen soul aanhangende Nothing But You And Me hier een positieve uitzondering op vormt. Dit nummer is een intens hoogtepunt op een album dat qua hoogtepunten toch wel iets tekort schiet. Maar nogmaals: wel een heerlijke plaat voor een zonnige middag of een broeierige avond.

Link:

Yo La Tengo.com

Film / Achtergrond
special: X2

De comic verfilmd

Na het eerste deel kon het niet uitblijven, inmiddels heeft X-Men II zijn weg naar de cinema gevonden. Comicliefhebbers staan vaak niet als eersten te juichen als één van hun helden een eigen speelfilm krijgt. Meestal vinden ze dat het eindproduct afbreuk doet aan de wereld van de strip. Aan comics kleeft al jaren het stigma dat het om domme spierbundels gaat die elke keer de zelfde schurk aframmelen, en slechte films zullen dat beeld natuurlijk niet veranderen.

~

Na de campy Batman-serie uit de jaren ’50 verscheen in 1978 Superman: The Movie. De beroemde themamuziek en de vliegpose van Christopher Reeve zijn inmiddels filmgeschiedenis. Marlon Brando accepteerde voor veel geld het rolletje van Jor-El, de vader van Superman. Verder was Gene Hackman te bewonderen als de duivelse Lex Luthor.
De film was een enorm succes, en er zouden nog drie delen volgen. Het was een tijd dat het niet zo goed meer ging met comics, maar deze films zullen zeker hebben bijgedragen aan de wederopstanding van de superhelden. De films kregen nog een staartje toen Christopher Reeve tijdens een buitenrit van zijn paard viel. Het is een behoorlijk stukje ironie dat Superman nu zijn dagen slijt in een rolstoel. Desondanks laat Reeve zich niet uit het veld slaan, en zet hij zich in voor meer aandacht voor mensen met een handicap.

Dieptepunt

~

De comic-opleving in de jaren ’80 was ook mede te danken aan The Return of the Dark Knight, de ultieme Batman-vertelling van Frank Miller. Batman was weer helemaal hot, en dit resulteerde in een heuse Batman-film. Michael Keaton speelde de duistere ridder en de regie was in de capabele handen van Tim Burton. De film viel qua verhaal wat tegen, maar dankzij Burton’s visuele stijl en Jack Nicholson als de Joker was het resultaat redelijk. In elk geval was de film een absolute megahit, die een ware Batrage ontketende. Een opvolger kon dan ook niet uitblijven. Batman Returns was een behoorlijke opvolger, met een magnifieke Michelle Pfeiffer als Catwoman. Daarna volgden Batman Forever en Batman & Robin, maar Burton’s opvolger Joel Schumacher bakte er maar weinig van. Met name Batman & Robin is een triest dieptepunt in de filmgeschiedenis.

Macaber tintje

Begin jaren ’90 verscheen de ultieme comic-verfilming toen Brandon Lee op onvergetelijke wijze gestalte gaf aan the Crow. In The Crow worden Eric en zijn vriendin in hun appartement overvallen. Eric wordt vermoord, en zijn vriendin sterft later in het ziekenhuis. Soms echter is de ziel van een overledene zo droef dan hij geen rust kan vinden. De kraai brengt deze ziel terug naar de aarde om dat wat verkeerd is gegaan recht te zetten. Eric vermoordt vervolgens systematisch zijn moordenaars, en vindt uiteindelijk zijn rust terug. Zijn ziel keert terug naar zijn geliefde die in het dodenrijk op hem wacht. Het verhaal is een tikje simplistisch, maar de manier waarop het verteld wordt is geniaal. De gothische stijl en harde muziek zorgden voor een prachtige duistere sfeer. De film kreeg een macaber tintje toen Brandon (de zoon van Bruce Lee) door een merkwaardig ongeluk op de set overleed. Op verzoek van de familie werd de film toch afgemaakt.

Mindere goden

In de jaren ’90 kwamen een hele sloot mindere goden aan bod. The Rocketeer, The Shadow, Steel, Darkman en Black Scorpion mochten hun kunsten en krachten aan het publiek tonen. De films stelden niet echt veel voor, en zijn bij de meeste dan ook terecht uit de herinnering gewist. Ons aller Jeroen Krabbé mocht een grote bijrol vervullen als maffioso in The Punisher. De hoofdrol werd vertolkt door Dolph ‘botte bijl’ Lundgren, en dan weet de gemiddelde filmfan wel wat voor vlees hij in de kuip heeft. De comic-verfilmgen begonnen steeds simpeler qua opzet te worden. Ook in Nederland ging het achteruit. Stripseries als De Vergelders, Fantastic Four, Batman, Superman en De Hulk werden gestaakt.

Hellegedrocht

~

Vernieuwing kwam er van Image comics. De tijd leek rijp voor een heel nieuwe superheld. De topper uit de Image-stal was Spawn. In deze comic volgen we een overleden sluipmoordenaar die met de duivel zelf een deal sluit om terug te keren naar de aarde. Hij doet dit om zijn vriendin nog eens te kunnen zien, maar terug op aarde ziet hij er afzichtelijk misvormd uit. Hij is nu Spawn, een hellegedrocht op aarde. De serie werd een wereldsucces, en ook Spawn kreeg zijn eigen film. Dit project werd echter de zoveelste deceptie voor de comicfan: de film was net als zijn hoofdpersoon een gedrocht. Het grootste probleem van de verfilming was dat hij gemaakt werd door mensen die maar bitter weinig van comics afwisten.

Poppetjes

Eind jaren ’90 wil DC comics een nieuwe Superman-film maken. Opkomend scenarist/regisseur Kevin Smith (Mallrats, Dogma) wordt gevraagd een script te schrijven. Smith raadt op zijn beurt Tim Burton aan als regisseur. De filmmaatschappij ziet het script van Smith echter niet zitten. Hun letterlijke commentaar was dat de film moest zorgen dat kindertjes poppetjes gingen kopen. Merchandise was dus belangrijker. Smith trok zijn handen van het project af, en sindsdien is er weinig nieuws meer vernomen van het Superman-front. Dit voorval toonde echter haarscherp aan wat er mis was met de comic verfilming: comics werden door filmmakers niet serieus genomen. Het enige lichtpuntje is eigenlijk Blade, de vampierfilm met Wesley Snipes.

Kassucces

De nieuwe eeuw brengen ons X-Men en Spiderman. Deze verfilmingen zijn vrij redelijk te noemen. Hoewel het verhaal wederom erg tegenviel zag de film er goed uit, en bleken Hugh Jackman als Wolverine en Patrick ‘Picard’ Steward als professor Xavier een schot in de roos. De film had een relatief klein budget, maar werd een wereldwijd kassucces. Marvel comics kreeg de smaak van films te pakken, en er volgden films als Spiderman en Daredevil.

~

Spiderman kreeg goede kritieken, maar de comicfans waren toch teleurgesteld. Die teleurstelling werd met Daredevil alleen maar groter. De juiste touch ontbreekt gewoon. De meeste details die al jaren bij hun geliefde helden horen kloppen gewoon vaak niet.

Fans of nerds?

Bij de film Daredevil waren veel fans teleurgesteld dat enkele karaktertrekken en uniformen van de personages niet uit de verf kwamen, en sommige karakters niet eens op hun strippersonages leken. Veel recensenten van kranten en filmbladen deden dit af als gezeur van een stelletje freaks. Ik ben het hier echter geheel niet mee eens. Als bij een boekverfilming details flink worden veranderd staan deze recensenten meteen te brullen van woede. Stelt u zich eens een verfilming voor van Dracula waarin het personage van Jonathan Harker wordt weggelaten, en zijn rol in het verhaal door een ander personage wordt ingevuld. Probeer je eens in te denken dat Mr. Darcy uit Pride & Prejudice achter een andere vrouw aan gaat. Dan neemt de liefhebber het toch allemaal wel minder serieus.

Detail

~

In X2, het tweede deel van X-Men, zijn er ook weer een flink aantal details waaraan de liefhebber zich zal irriteren. Aangezien de mutant Gambit uit de film is weggelaten heeft men zijn liefje Rogue aan Iceman gekoppeld. Wolverine heeft verhoogde zintuigen, en heeft daardoor in de strip al een paar keer Mystique ontmaskerd. In de film trapt hij echter bijna in haar gedaante-verwisselingen. De schrijvers van de comic houden al jaren rekening met dit soort details, waarom kunnen filmschrijvers dat dan niet? Daar staat tegenover dat voor de liefhebber er ook veel herkenningspunten in de film verwerkt zitten. Zo krijgen we vluchtig een database van mutanten in beeld te zien, met daarin de namen van enkele heel bekende mutanten…

More to come…

Er staat ons nog veel te wachten op het gebied van comic verfilmingen. Dit jaar nog kunnen we genieten van The Hulk. Volgend jaar krijgen we The Avengers, Captain America en The Punisher te zien. En in het vat zit onder andere Superman, Batman, Spiderman II en X-Men III. Deel drie? Ja, want het einde van X2 laat wat dat betreft de deur wagenwijd open.

De 5 beste comicfilms:
1) The Crow
2) Batman Returns
3) Superman
4) X-Men 2
5) Spider-man

De 3 slechtste comicfilms:
1) Batman & Robin
2) Steel
3) Black Scorpion

Film / Films

X2

recensie: X2

.

~

De cast van X2 is tegenwoordig indrukwekkend te noemen. In de eerste film was de cast nog grotendeels een verzameling van tweede keus jongelingen, aangevuld met oude rotten Stewart en McKellen. Ian McKellen is inmiddels bij het grote publiek bekend als Gandalf uit Lord of the Rings. Van de jongelingen is Hugh Jackman een behoorlijke nieuwkomer gebleken, en is Halle Berry inmiddels Oscarwinnares. Ook Oscarwinnares Anna Paquin is weer aanwezig, evenals ‘onze’ Famke Janssen. Zo zie je maar hoe snel alles kan veranderen in Hollywood.

Stryker

~

In X2 nemen de mutanten van Charles Xavier het op tegen generaal Stryker, een man die de ten koste van alles de mutanten in de wereld wil uitroeien. Als een mutant bijna de president van de VS vermoordt grijpt hij zijn kans, en krijgt hij van de regering een vrijbrief om Xaviers school voor hoogbegaafden (lees mutanten) te overvallen. Stryker heeft enkele mutanten in zijn macht door een soort hypnose, waaronder Magneto, de grote schurk uit de eerste film. Als ook Cyclops en Xavier door Stryker worden ingerekend moeten de overgeblevenen alles op alles zetten om deze dreiging het hoofd te bieden.

Meer inhoud

Het grote nadeel van de eerste film was dat hij zeker 30 minuten te kort was, het verhaal wat simpel en de karakters niet uitgewerkt. Bij deze film ging men niet over één nacht ijs, maar komt men met een behoorlijk plot en prima subplotjes ten tonele. Dit heeft wel gevolgen voor de toegankelijkheid van de film: de comicfans zullen het allemaal iets sneller begrijpen dan de neutrale bioscoopbezoeker. Ook de vele verwijzingen naar andere superhelden en mutanten zullen voor de fans erg leuk zijn, maar gaan aan de rest van het publiek voorbij. Toch is het duidelijk dat hier mensen hebben geschreven die wel hart voor de materie hadden.

Foutje

~

Ondanks het eerder genoemde ‘hart voor de zaak’ zitten in X2 een paar comicfoutjes en zwakheden. Wolverine heeft onder andere de gave om menselijke geuren te onderscheiden, en kan dus ook ruiken of hij met een vorm veranderaar (een mutant die op andere mensen kan lijken) te maken heeft, of niet. Toch legt Mystique hem bijna lelijk in de luren. Verder ondervinden Iceman en Rogue relatieproblemen die eigenlijk toebehoren aan een ander stripkarakter, Gambit. Aangezien dit geliefde personage niet in de film zit hebben de schrijvers verzonnen dat Rogue dus iets met Iceman heeft. Voor de neutrale kijker een detail, voor de fan een beetje irritant.

Conclusie

Ondanks deze kleine puntjes van kritiek is X2 een prima film. Het geen knaller zoals The Matrix of Lord of the Rings, maar zeker een ritje naar de bios waard. De special effects en cast zijn voor dit type films van de bovenste plank, en het loopt allemaal als een klok. Het feit dat het verhaal diverse subplotjes heeft die maar deels worden opgelost, houd de mogelijkheid voor een derde film ruim open. En dan hopelijk wel met Gambit.

Theater / Voorstelling

Sonic Boom

recensie: Sonic Boom

Ga je naar de voorstelling Sonic Boom kijken, dan stap je in een chaotische wereld vol illusies. Je wordt verrast met uitersten: ontmoeting en afscheid, wanhoop en verlangen, dood en leven. De acteurs van Toneelgroep Amsterdam zetten samen met de dansers van Ultima Vez een bijzondere voorstelling neer die je laat gruwen, lachen en nadenken.

Sonic Boom vertelt het verhaal over herinneringen en verbeelding. “Op een plein vraagt een jonge vrouw een man om geld. Ze moet de boot nemen. De man geeft geld en vraagt zich af of ze werkelijk op de boot zal stappen. Hij besluit haar te volgen.
In een hotelkamer wacht een oude man op een vrouw. Jaren geleden waren ze een nacht lang minnaars. De vrouw had hem geld gevraagd en hij was haar gevolgd.” Het frustrerende van de voorstelling is dat een echte verhaallijn ontbreekt. Althans, de acteurs vertellen wel ieder hun verhaal, maar laten het aan je eigen fantasie over wat je eraan verbindt. Zo kan de voorstelling voor iedereen een andere betekenis krijgen.

Capriolen

De verhalen van de acteurs worden doorbroken door acht dansers. Op een podium met een houten kade gaan de lenige dames en heren flink tekeer. Je komt nog net geen ogen tekort om alle capriolen die ze uithalen te kunnen volgen. Ze hebben geen tekst, maar hun lichaamstaal zegt genoeg. Ze raken je op voortreffelijke wijze met hun spel. Eerst liefkozend, maar later steeds killer.

Simon says…

Er is één persoon die daar invloed op heeft: Simon. Onder de kademuur staat een radiostudiootje waar deze mysterieuze Engelssprekende dj de nacht vult met gesprekken met luisteraars. De uitzending van Radio Sonic Boom is tijdens de voorstelling regelmatig te horen. Maar het blijft niet bij de eindeloze praatjes. De rillingen zullen over je lichaam kruipen als hij de woorden: “Simon says…” in zijn mond neemt. Na deze twee woorden volgen de meest wrede opdrachten die de dansers gewillig uitvoeren. Ze kleden zich uit, ze slaan, spugen, schoppen en één van de dansers snijdt zichzelf tot bloedens toe met een stuk glas in zijn borst. De dj blijft de opdrachten herhalen en herhalen, misschien iets te vaak, en de spelers houden er pas mee op als de verlossende woorden: “Simon says stop!” klinken. Maar uiteindelijk is de dood onontkoombaar, voor iedereen.

Los van elkaar

Regisseur Wim Vandekeybus heeft een aparte voorstelling neergezet met dans en theater, iets wat hij al vaker heeft gedaan. Het idee voor de voorstelling waren twee volledig los van elkaar staande fenomenen: supersonische knallen en nachtradio. Het beeld is sneller dan de klank. Bij nachtradio wekt de klank beelden op. Stemmen en geluiden zetten de verbeelding in gang. Verhalen en herinneringen versmelten. Alles transformeert. Dat explosieve van de knallen hoort bij zijn voorstellingen en komt ook terug in de muziek waar David Eugene Edwards (bekend als singer-songwriter van de Amerikaanse band 16 Horsepower) voor gezorgd heeft. De poëtische teksten zijn geschreven door Peter Verhelst en vertellen een eigen verhaal. Vandekeybus heeft de juiste acteurs bij Toneelgroep Amsterdam gevonden. Kitty Courbois die zich als een engel over het podium beweegt, terwijl de 65-jarige Joop Admiraal nog erg lenig is en meedanst. En ook Titus Muizelaar weet met zijn gestalte indruk te maken op het publiek. De drie ‘belegen’ acteurs steken mooi af bij de ‘jonge honden’ van de dansgroep Ultima Vez.

Laat je verrassen

Sonic Boom is een dramatische voorstelling die je niet zal vervelen. Er gebeurt steeds wel iets wat je aandacht trekt; de chaos die toch overzichtelijk is. Laat je niet afschrikken door de extreme handelingen, maar laat je verassen. Iedereen zal dit toneelspel op een eigen manier beleven en komt met een ander verhaal de zaal uit. En dat is misschien ook wel het mooie van deze voorstelling. Het laat in ieder geval genoeg stof achter om over na te denken en te praten.

Sonic Boom toert nog tot eind mei door Nederland. Kijk voor meer informatie op: ToneelgroepAmsterdam.nl

Film / Films

Signs

recensie: Signs

.

~

Signs begint meteen goed met de creepy muziek tijdens de begintitels. De twee kinderen van weduwnaar en voormalig dominee Graham Hess (mooi ingetogen gespeeld door Mel Gibson) vinden in het maïsveld voor hun boerderij grote graancirkels (bij gebrek aan een beter woord – ‘maïscirkels’ klinkt ook zo gek). Al gauw blijkt dat ze niet de enigen zijn: over de hele wereld worden de mysterieuze patronen aangetroffen in velden vol gewassen. Gaat het hier om een wereldwijde grap of is er sprake van buitenaardse wezens die de mensheid in code iets duidelijk proberen te maken?

Rubberboot

Na een fantastische eerste helft, vol subtiel opgebouwde suspense en prachtig acteerwerk, blijkt het na een dik uur inderdaad om aliens te gaan. En dat is heel erg zonde. Want niet alleen kiest Shyamalan hiermee voor de weg van de minste weerstand (iedereen weet toch dat graancirkels gemaakt worden door aliens of mensen die niets beters te doen hebben? Het was nu juist zo leuk geweest eens een andere verklaring voor het fenomeen te horen), de gebruikte wezens in de film zijn ook nog eens van een zo’n lachwekkende lelijkheid dat de film vanaf dat moment leegloopt als een lek rubberbootje. (Gelukkig ben ik niet de enige die dit vindt: Shyamalan heeft zelf in verschillende interviews te kennen gegeven helemaal niet blij te zijn geweest met de buitenaardse wezens in zijn film.)

Bizar

~

Maar gelukkig maakt de DVD veel goed. Verdeeld over verschillende hoofdstukken (die gelukkig ook achter elkaar kunnen worden afgespeeld) geeft de schijf een prima beeld van de totstandkoming van de film, vanaf het eerste idee tot aan de trailers en de première. Leukste onderdeel vormt Making Signs, waarin Shyamalan de belangrijkste scènes uit de film met de kijker doorneemt en er commentaar bij geeft. Ook leuk is The Effects of Signs, waarin de mensen van de computerafdeling hun ontwerp van de aliens goed proberen te praten. Bizar genoeg zijn de eerste tests van de wezens vele malen beter dan de uiteindelijke resultaten.

Onbegrijpelijk

De DVD bevat ook nog een verzameling verwijderde scènes die variëren van een paar shots van een rijdende auto tot een geweldige scène waarin Graham en zijn broer Merrill de aliens op hun zolder proberen tegen te houden. Het is onbegrijpelijk waarom deze paar minuten moesten sneuvelen. Onder het kopje Storyboards kun je een scène uit de film bekijken in storyboard-formaat en met of zonder muziek en effecten. Het is interessant om te zien hoe veel geluid toevoegt aan de beleving van een film.

Skip

Begrijp me goed: Signs is in het geheel geen slechte film. Het is alleen jammer dat zo’n zorgvuldig opgebouwd verhaal zo’n belachelijke ontknoping heeft. Doe jezelf een lol en skip het laatste half uur van de film en bekijk in plaats daarvan de extra’s van de DVD. Je zult me er dankbaar voor zijn.

Film / Films

Duikbotenfilm met jeuk

recensie: K-19: the Widowmaker

K-19: the Widowmaker. Rated PG 13. Het opzeggen van dit zinnetje met een zware trailer-stem leidt tot visioenen over de film nog voordat je hem gezien hebt. Een Russische onderzeeboot en weduwen. Het lijkt een soort aftreksel van The Hunt for Red October. Of Crimson Tide. Of Das Boot. Niet een film waarvoor je uit je luie stoel komt. Gelukkig hoeft dat ook niet.

~

De DVD brengt de film namelijk bij je thuis. Al had je voor K-19 best mogen opstaan, want het is een in alle opzichten verrassend goede film. Hij lijkt namelijk in niets op al die andere duikbotenfilms. Das Boot (overigens een onovertroffen meesterwerk) gaat over uithoudingsvermogen en Red October is een lekkere thriller. Verwacht bij K-19 geen ontploffingen, atoombommen, Amerikaans-Russische vijandigheden en spetterende actie, want die zijn helemaal niet belangrijk in dit verhaal over zelfopoffering.

Paradepaardje

~

De K-19 is de eerste nucleaire onderzeeër van de Sovjetunie in de jaren zestig. Het paradepaardje van de Russische marine moet zo snel mogelijk getoond worden aan die bloedhonden aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, zodat ze daar flink schrikken. Het schip wordt dan ook in no-time voorbereid op de eerste tocht. Twee kapiteins, Harrison Ford en Liam Neeson, voeren bevel over de K-19, de een met een geheime missie, de ander met hart voor de bemanning. Beiden met een summier Russisch accent.

Wanbeleid

Door de haast waarmee het schip van stapel is gelopen, door wanbeleid aan boord, door onkunde van personeel, door puur ongeluk of door wat dan ook ontstaan er echter grote problemen wanneer de kernreactor stuk gaat. Niet alleen kan het schip zich nog maar beperkt bewegen (en dat in het zicht van een Amerikaanse basis), er komt bovendien straling vrij. Veel straling. De bemanning lijkt ten dode opgeschreven.

Smelten

~

Wat volgt is een staaltje van zelfopoffering dat niemand onberoerd kan laten. De kernreactor moet gerepareerd worden, maar er zijn geen stralingwerende pakken aan boord. De bemanning moet twee aan twee, gehuld in laarzen, regenjas en gasmasker, de reactor in. Om er maximaal tien minuten reparaties uit te voeren en er vervolgens bijkans gesmolten weer uit te strompelen. Dat dit er niet lachwekkend, maar juist bijzonder aangrijpend en bijna misselijkmakend echt uitziet, komt door de factoren die K-19 zo goed maken: spel, verhaal, make-up, cameravoering. Alles klopt, en terwijl je in de afgesloten ruimte van de onderzeeër kijkt, wil je het liefst zo ver mogelijk in de bank wegkruipen, want elk shot van een ziek bemanningslid doet je huid jeuken.

Features

K-19 is een prachtige film, die alle vooroordelen over ‘weer een Russische duikboot’ de pas afsnijdt. De special features die de DVD erbij levert maken de film nog beter. In 1961 gaat de echte reactor van de echte K-19 kapot, met dezelfde dramatische gevolgen die we in de film hebben mogen aanschouwen. Bij het maken van de film zijn enkele overlevenden van de ramp betrokken. Ook zijn regisseuse Kathryn Bigelow en cameraman Jeff Cronenweth naar Moermansk afgereisd om daar de echte K-19 (ontdaan van alle straling is het schip na 1964 nog verschillende keren uitgevaren) te bezichtigen en vervolgens na te bouwen.

Authentiek

~

Het ware verhaal achter K-19 en het streven naar de grootst mogelijke authenticiteit verleent extra glans aan deze film. Maar ook de puur filmtechnische aspecten als special effects en make-up, die belicht worden in korte documentaires, zijn verhelderend. Het is niet heel bijzonder wat we zien – make-up met gelatinestukjes en een ijsvlakte van geprepareerd piepschuim – maar het is wel met heel veel vakkunst en liefde gedaan. De film ziet er, op één shot na, perfect geloofwaardig en in alle opzichten authentiek uit, wat ook zeker te danken is aan de bemoeienissen van medeproducent National Geographic.

Commentaar

Katrhyn Bigelow en Jeff Cronenweth voorzien de film ook nog van commentaar. Het is jammer dat dit niet Nederlands ondertiteld is. Het lijkt erop dat Bigelow en Cronenweth geïnterviewd worden, want het commentaar is heel strak ingedeeld in hoofdstukken en onderwerpen, die niet corresponderen met de delen van de film waar ze overheen praten. Het zou handig geweest zijn als de makers van de DVD ook een selectie-menu voor het commentaar hadden gemaakt. Het vrij technische commentaar is namelijk wel interessant, maar nu erg moeilijk te volgen. Je ogen leiden je namelijk onbewust steeds weer die verschrikkelijke, besmette onderzeeër in. Je krijgt er keer op keer jeuk van.

Link:

National Geographic (Het ware verhaal van K-19)

8WEEKLY

Championship Manager 4

Artikel: Championship Manager 4

.

~

De Championship Manager reeks is onder de voetbalmanagementliefhebbers al tijden de topfavoriet. Voor weinig games zijn in Europa (en de rest van de wereld) zoveel websites te vinden (of het moet om een shooter gaan). In dit deel kan de ware liefhebber zijn hart meer dan ophalen. 34 competities, alle subleagues, 200.000 spelers met unieke statistieken, virtueel alle clubs over de hele wereld! Verder is er dan eindelijk de langverwachte netwerkoptie, en is de interface ingrijpend veranderd.

CM2 naar CM3 naar CM4

Toen ik helemaal CM2 gek was moest ik aanvankelijk heel erg wennen aan CM3. Het duurde zeker een jaar voor ik CM2 definitief opgaf. De interface klikte niet lekker weg, het leek schier onmogelijk om leuke spelers te kopen, en het ging allemaal zo traag. Maar een nieuwe computer verder was dat laatste probleem weggenomen, en ontdekte ik de enorme diepgang van CM3. Dit zelfde gevoel bekroop me toen ik mijn eerste stapjes in CM4 zette. Een geheel nieuwe interface die nog wel een vage gelijkenis vertoont, maar toch heel erg wennen is. Maar deze keer zette ik door, ik moest en zou zo snel mogelijk CM4minded zijn.

Grote selectie

~

Om maar direct met de deur in huis te vallen, CM4 is groot, heel groot. Aanvankelijk begon ik met Feyenoord. Naast het eerste team kan je ook het talenten team onder beheer nemen, en heb je de beschikking over zo’n 50 spelers. Ik werk persoonlijk liever met kleine selecties, en dus begon ik aan het ‘transfer listen‘ van spelers. In CM4 is het mogelijk je spelers rechtstreeks aan clubs aan te bieden, en hoef je niet te wachten tot een club jou benadert om een spelers te kopen. Toch is het transfereren van spelers een stuk moeilijker dan in het vorige deel. Tot op heden heb ik maar een paar spelers kunnen verkopen.

Hoog kostenplaatje

Ook financieel wordt er meer van een manager gevraagd. De spelerssalarissen zijn nog meer dan vroeger van invloed op je budget. Speelde je vroeger met en grote club, dan kon je rustig met ongehoord hoge salarissen smijten, maar dat is nu wel anders. De clubleiding van Feyenoord gaf al snel aan dat ik moest gaan snoeien in de huidige selectie, en op geld voor versterkingen hoefde ik al helemaal niet te rekenen. Het is nu echt schaven en werken geblazen voor de manager om de ideale selectie te bewerkstelligen. Ook al ben je een ervaren CM-er, leer het spel eerst even kennen met een grote club, dat scheelt echt een slok op een borrel. Ik begon daarom opnieuw met Manchester United.

Man Utd

Hoewel je als trainer van Man Utd de beschikking hebt over Van Nistelrooy, Veron, Beckham, Keane en Giggs wil je toch nog wel wat nieuwe talenten kopen. De andere clubs vragen soms echter belachelijke prijzen. Het lukt me bijvoorbeeld niet eens om Cedric van der Gun te halen, omdat Ajax maar liefst 40.000.000 euro vroeg. Uiteindelijk kon ik voor een nulletje minder Yordi Hoogstrate van FC Groningen krijgen. Het is dus nu nog intensiever onderhandelen en scouten geblazen.

Actiescherm

En dan is er nog het nieuwe wedstrijd scherm. Een overhead shot laat de spelers over het veld lopen, waardoor de coach direct kan zien of zijn tactiek werkt. Op zich is het aardig gevonden, maar het vertraagt de wedstrijden behoorlijk, dus zette ik het al snel af. Voor CM4 kun je sowieso een pittige computer gebruiken, want met de minimale systeemeisen wordt het nog een lange zit. Mensen met ‘slechts’ een P3 600MHZ kunnen af en toe rustig een eitje gaan bakken of een kopje koffie zetten, want de computer moet heel wat berekeningen uitvoeren. Hoe groter je computer, hoe meer competities je langs elkaar kunt laten runnen.

Conclusie

CM4 is een geslaagde opvolger van CM3. Voor beginnelingen misschien wel een pittige management sim, maar de veteranen kunnen weer hun tanden zetten in een ouderwets pittige game. Toegegeven, er zitten nog kleine puntjes in die verbeterd zouden kunnen worden, zoals het feit dat ik mijn eigen reserve spelers als mogelijke transfer aan mijn eigen team kan aanbieden. Bovendien raken spelers wel erg snel geblesseerd. Toch kunnen dit soort kleine ‘bugs’ de pret echt niet drukken. Voor de ware voetbalfans verplichte kost.

Film / Films

Who Framed Roger Rabbit

recensie: Who Framed Roger Rabbit

Er is iets heel vreemds aan de hand met deze dvd. Niet met de film natuurlijk, want Who Framed Roger Rabbit blijft een verbluffend technisch meesterwerk dat ook na twaalf keer kijken nog steeds boeit. Nee, het vreemde zit ‘m in de extra’s. De meesten staan er namelijk twee keer op.

Dik vijftien jaar geleden waren er twee mannen met een gezamenlijke droom. Ze wilden de ultieme combinatie van animatie en live action maken. Gelukkig hadden ze beiden een indrukwekkend CV: de ene was de meest succesvolle regisseur aller tijden, de andere zijn leerling en discipel en tevens maker van een paar komedies, waaronder het onbekende niemendalletje Back to the Future. Steven Spielberg en Robert Zemeckis kregen dankzij hun reputatie de studio’s Disney en Warner Brothers zover om hun bestand van klassieke animatiefiguren open te trekken zodat tijdloze karakters als Donald Duck, Porky Pig, Bugs Bunny, Tweety en Mickey Mouse voor het eerst – en helaas waarschijnlijk voor het laatst – in één film te zien konden zijn.

Bekvechten

Aan de hand van Gary K. Wolfs satirische roman over het Hollywood van de jaren 40 werd er een script geschreven en de zeer complexe voorbereidingen konden beginnen. Het resultaat is bekend: Who Framed Roger Rabbit is een klassieker geworden die vier (technische) Oscars won en miljoenen dollars opbracht. Hoewel de film soms wel erg hysterisch is, blijft het een genot om te zien hoe titelpersonage Roger Rabbit en de morsige detective Eddie Valiant (briljant gespeeld door Bob Hoskins) met elkaar bekvechten, op elkaar reageren en elkaar in de nesten werken, zonder zich te beseffen dat de een van vlees en bloed is en de ander van inkt en verf.

Slordig

~

Dankzij deze splinternieuwe dvd kun je nu zelf zien hoeveel tijd en moeite de makers in letterlijk elk beeldje van deze film hebben gestopt. Roger Rabbit is prachtig op schijf gezet en zag er volgens mij zelfs in 1988, toen ik hem in de bioscoop zag, niet zo goed uit. De extra’s op de twee disks van deze mooi uitgevoerde set zijn voornamelijk leuk, maar geven hier en daar genoeg achtergrondinformatie, met name in de archiefbeelden. Maar distributeur Buena Vista heeft zich waarschijnlijk te laat gerealiseerd dat er in Amerika ook een prachtige special edition van de film is uitgebracht en heeft van de Nederlandse editie een haastklus gemaakt. De set is zo slordig samengesteld dat de meeste extra’s op beide schijfjes te vinden zijn!

Bekocht

Maar dat is niet het ergste. Want waar is bijvoorbeeld het audiocommentaar van zo ongeveer iedereen die aan de film heeft meegewerkt die wel op de Amerikaanse versie staat? Als er nog iets langer was gewerkt aan de dvd van Roger Rabbit zou hij alleen al vanwege de kwaliteit van de film hoog in mijn jaarlijstje van 2003 geëindigd zijn. Tenzij Buena Vista voor het eind van het jaar voor een vervangende versie zorgt, ben ik bang dat de enige lijst waar Roger Rabbit dit jaar op zal verschijnen die van de grootste teleurstellingen van 2003 is.

Nogmaals: met de (presentatie van) de film is helemaal niets mis. Maar de Nederlandse consument mag zich met deze dvd terecht bekocht voelen.

Boeken / Fictie

Een roman in fragmenten

recensie: De dieven zijn al gaan slapen

Leo Pleysier, de man die in vijf boeken (onlangs uitgegeven in één cassette) zijn familie portretteerde, is in zijn nieuwe boek De dieven zijn al gaan slapen aangekomen bij zichzelf. Deze keer geen compacte historie over zijn moeder, zus, tante, broer of vader, maar een verzameling van korte en zeer korte teksten die van de uitgever (of de schrijver?) het etiket ‘roman’ niet mocht dragen.

~

Pleysier, die met Wit is altijd schoon en De gele rivier is bevrozen bekendheid kreeg bij het grote publiek, heeft door de jaren heen gewerkt aan een compact, maar intens oeuvre. Verwijdering is zijn grote onderwerp. In de eerste trilogie, verzameld onder de titel Waar was ik weer?, draaide het om een jonge man die de stap van het Vlaamse platteland naar de grote stad probeerde te maken. Een stap die te groot bleek.
In de daaropvolgende romans stond steeds een familielid centraal dat om de een of andere reden onbereikbaar was: een gestorven moeder, een tante in India, een broer in Afrika. En steeds sprak de wens om zelf te vertrekken uit de boeken, maar wist de schrijver zich gevangen in zijn geboortedorp, gevangen in zijn verleden en ook gevangen in de taal. Want dat is een sleutelbegrip in het werk van Pleysier. Hoezeer de taal ook het instrument is van de auteur, hoezeer ook zijn identiteit: taal overweldigt de ikfiguren in zijn boeken. In De dieven zijn al gaan slapen is dit niet anders:

Mijn romans zijn slimmer dan ik zelf ben. Omdat taal hun onderwerp is. En omdat taal groter is en ook slimmer dan ik ben. Taal overstijgt mij. Taal neemt het over van mij.

Dergelijke opmerkingen zijn als marsepein voor de Pleysier-lezer. Net als vele andere fragmenten in het boek. Het is bijvoorbeeld een genoegen om tantenon (tante non) uit De gele rivier is bevrozen nog eens te ontmoeten en het is fijn om te vernemen dat ook de broer in Nigeria uit Zwart van het volk het goed stelt. Bovendien is het verrassend om tussen de vele tekstjes reflecties van de schrijver op zijn eigen boeken aan te treffen.

Vlaamse meester

Het boek biedt veel herkenning en hier en daar heeft het iets weg van een ‘handboek Leo Pleysier’, maar dat is het niet. Hier blijkt het raffinement van de Vlaamse meester. De op het eerste gezicht achteloos verzamelde fragmenten vormen een zorgvuldig gecomponeerd zelfportret, gelardeerd met vele grappige, maar betekenisvolle anekdotes. De passage over opa die spijt heeft dat hij nooit iets genoteerd over zijn leven, omdat hij het overzicht verliest, is veelzeggend:

Nu vormden al die feiten, feitjes en gebeurtenissen één grote chaos en warboel, zei hij. En het komt vooral door de volgorde waar het dan mis mee gaat.
‘O, maar denk maar niet dat het bij mij zoveel beter gesteld is daarmee’, zei ik daarop tegen hem.
‘Waarmee?’ vroeg hij.

Spiraal

Ondanks de afwezigheid van een rechtlijnig verhaal, is De dieven zijn al gaan slapen in alle opzichten een echte Pleysier. Een ‘weefsel van stemmen‘ zoals hij zelf zijn werk typeert. Bij nader inzien is zelfs de chaos, waarvan sprake is in het citaat, te overzien. Het boek is een lange spiraal die via het lichaam, de omgeving, de mensen, de gesproken taal, de geschreven taal en het zwijgen, uiteindelijk uitkomt bij het onuitsprekelijke. Bij de ultieme rust. En eigenlijk: bij de schrijver.

~

In thematisch opzicht staat De dieven zijn al gaan slapen daardoor wel los van Pleysiers overige werk. In plaats van de onophoudelijke tocht naar elders, die steeds, bij wijze van noodlot, thuis eindigt, is het nieuwe boek van Pleysier een implosie, een lange reis van thuis naar thuis. Waar, eenmaal aangekomen, zelfs de laatste reis, die naar de ouderdom, niet wordt aanvaard:

In plaats van ‘Papa Leo’ (een ontwijkingsmanoeuvre, die aanspreking, ik weet het, maar ik voel mij nog wat te jong om met ‘opa’ of ‘grootvader’ te worden aangesproken) noemt Nathan mij ‘Pablo’.
Mijn verdiende straf.

Leven en boek

Louis Paul Boon schreef ooit: ‘Het leven is geen boek. Nergens begint het. Het is hier en daar en ginder, en alles gebeurt tegelijk. Een boek is anders.‘ Het zelfportret dat Leo Pleysier in De dieven zijn al gaan slapen heeft geschilderd is hier en daar en ginder. Het is het leven van de schrijver, waarop De Bezige Bij gerust het etiket ‘roman’ had mogen plakken.