Theater / Voorstelling

Leeg toneel vol woorden

recensie: Campagne!

Wanneer kun je spreken van goed theater? Bij mooie decors? Prima, maar daarvoor kom je niet kijken. Gave effecten? Altijd leuk, maar dan kun je ook een film van Schwarzenegger of Willis huren. Acteurs dan? Daar gaat het om. Als de spelers in een toneelstuk er niks van bakken, kan de rest nog zo goed zijn, maar je verlaat het theater nog steeds ontevreden. Gelukkig hoef je daar bij De Noorderlingen eigenlijk nooit bang voor te zijn.

~

In hun huidige toneelstuk Campagne! zijn decor en effecten vrijwel niet aanwezig. Alles hangt af van de acteurs die gedurende de volle twee uur onafgebroken op het toneel staan. Deze groep jonge mensen (geen van hen is ouder dan 21) behoort ongetwijfeld tot de top van de jonge acteurs in Noord-Nederland (zo niet heel Nederland).

Klonen

Campagne! draait om een groep klonen, en afgezien van de verhaallijn die teruggrijpt op vampiers, is dat het enige wat aan science fiction doet denken. Campagne! is vooral een stuk van deze tijd, en probeert een verklaring te vinden voor de denkwijze van religieuze fanatici, iets waarvoor geen verklaring bestaat. De klonen beseffen dat niet en gaan daaraan uiteindelijk ten onder, maar schrijver Joeri Vos heeft dat heel goed door.

Afratelen

Campagne! zet het publiek aan het denken over religieus fanatisme, het onrecht in de wereld en zo ongeveer alles wat er eigenlijk niet klopt in het leven. Nadeel is wel dat het publiek zo’n stortvloed aan informatie, verpakt in vrij zware mono- en dialogen, over zich heen krijgt, dat niet alles overkomt. De acteurs kunnen het aan, en met name Terri van Splunder en IJbert Verweij weten het publiek te betrekken in hun wervende toespraken, maar bij bepaalde dingen zet ik toch vraagtekens. Waarom bijvoorbeeld worden de dialogen zo snel afgerateld? Ik kreeg hier en daar het idee dat de acteurs eigenlijk niet goed wisten wat ze nu aan het zeggen waren, en hun tekst dan maar zo snel mogelijk gezegd wilden hebben. De enige die dankzij een combinatie van stemvolume en spel met het publiek zijn boodschap overkrijgt is IJbert Verweij, die campagneleider Edward L. Bernays speelt.

Competent

Campagne! is geen voorstelling waar je heen gaat voor een leuk ontspannen avondje uit. Gespeeld door meer dan competente acteurs, met als enig schoonheidsfoutje dat er hier en daar dingen niet overkomen, iets dat door een tempoverlaging en wat minder met de rug naar het publiek spelen opgelost kan worden. Maar de Noorderlingen toeren nog tot en met 31 januari door het land, dus wie weet wat de toekomst nog gaat brengen.

Links

www.denoorderlingen.nl

Boeken / Fictie

Nijgh

recensie: Nog even en ik zie de hemel weer

Alhoewel ik lang niet oud genoeg ben voor deze afwijking, moet ik bekennen dat ik een groot zwak heb voor de liedjes van Lennaert Nijgh. Ik weet wel dat de teksten doodbraaf zijn en bovendien hoogromantisch, maar het kan me niet schelen. Na 24 jaren in dit leven laat vooral de plaat Voor de overlevenden van Boudewijn de Groot (èn Lennaert Nijgh) nog steeds zijn sporen na. Wat moet je ook beginnen met zinnen als: En mijn broertje dat zo graag wil gaan studeren laat ik met plezier ’t adres na van de kroeg/ waar ‘k te veel dronk om een vrouw te imponeren en daarna de klappen kreeg waarom ik vroeg? Ik heb hier niets meer aan toe te voegen.

~

“En de laffe protestsongs dan?” hoor ik u al zeggen. Tja, die zijn minder snijdend dan die van menig door Vietnam verbitterde Amerikaan. Tegen de doorgaans rauwe – het liefst in een zuidelijk dialect gezongen – aanklachten tegen het gezag in de VS, steken de in licht archaïsch Nederlands gestelde en bovendien door Boudewijn de Groot accentloos uitgesproken teksten een beetje flets af. Maar mag ik u ter verdediging aanraden de IJzertoren in Diksmuide te beklimmen (neem trouwens gerust de lift)? En dan mag u mij vertellen wat u ziet net voordat u de deur naar het dakterras van dit antioorlogsmonument openzwaait. Juist: de tekst van Meneer de president.

Slordig en geniaal

Nu blijkt, althans voor mensen die het Haarlems Dagblad niet lezen, dat Lennaert Nijgh de laatste zestien jaar van zijn leven met regelmaat columns schreef. De ene week geniaal, de volgende week slordig, zo verklaart Boudewijn de Groot in zijn voorwoord. De besten werden door Nijgh & Van Dithmar gebundeld in Nog even en ik zie de hemel weer. Het is altijd lastig om iets over een bundel columns te zeggen. Je zult namelijk rekening moeten houden met het feit dat deze teksten niet geschreven zijn om in een groter verband te verschijnen. Bovendien is het in dit geval nog maar de vraag of de verzameling er precies zo had uitgezien als Nijgh (de schrijver dus en niet de uitgever, o toevalligheid) haar zelf had samengesteld. Daarnaast is het over het algemeen interessant om stil te staan bij de vraag of we te maken hebben met gelegenheidswerk of dat de schrijver enig poëticaal belang hechtte aan het genre van het cursiefje (Simon Carmiggelt en Louis Paul Boon zijn mooie voorbeelden van schrijvers die dat wel deden).

Onthechte toon

Ik denk dat ik geen gewaagde uitspraak doe als ik meen dat Nijgh niet meer beoogde dan het wekelijks schrijven van een stukje voor de krant van zijn geliefde stad. En wat kan ik dan nog meer zeggen dan dat hij dat zeer goed deed. Het moet voor de Haarlemmer elke week een genot zijn geweest om een van de markantste inwoners zijn avonturen te horen vertellen. In de enigszins onthechte toon die ook in zijn liedjes klinkt, getuigt hij van zijn (dronkemans)belevenissen en laat hij zijn uiterst originele logica gelden. Wat dacht u van:

Haarlem staat recht op z’n Haarlems: een beetje uit het lood, veel leuker!

Het is tekenend voor de manier waarop Nijgh naar de wereld kijkt: een beetje scheef en daardoor veel leuker. Het niveau van zijn liedteksten haalt hij jammer genoeg zelden in deze columns, maar dat zullen we hem niet kwalijk nemen. Luister naar de platen en lees af en toe een column uit deze vermakelijke bundel.

Film / Films

Een rijtje jaartallen

recensie: Napoléon

Wie aan Napoléon denkt, ziet een klein, wat lomp en driftig mannetje staan. Een Fransmannetje dat zichzelf tot keizer kroonde, half Europa doortrok en heel Europa zijn wil oplegde. De Napoléon uit de miniserie Napoleon is inderdaad een klein en wat lomp Fransmannetje dat heel Europa heeft doorkruist, maar veel meer ook niet. De duurste Europese miniserie ooit (ruim 40 miljoen euro) is vooral een emotieloos verslag van het leven van dat kleine lompe mannetje. Nu op een DVD van ruim drie uur, zonder enige extra’s.

~

Al in het eerste kwartier zie je waar het geld aan op is gegaan: talloze kostuums en zorgvuldig gedecoreerde sets, lokaties als kasteeltuinen, paleizen en buitenhuizen en John Malkovich, Isabella Rosselini en Gérard Dépardieu. De grote namen en uitbundige sets hebben waarschijnlijk zoveel gekost dat er geen budget meer was voor fatsoenlijke belichting, computereffecten, een goede scriptschrijver en een betere regisseur.

Geen geel

Voila: in één alinea alle voor- en nadelen opgesomd. Op zich ziet het er prachtig uit. De kostuums zijn weergaloos. Wie het schilderij van de kroning van Napoléon bestudeert en de film bekijkt, ziet de kleding precies gekopieerd (Leuk ook trouwens dat dat schilderij ook een klein rolletje in de film heeft). De kastelen en paleizen en uitgestrekte tuinen zijn allemaal echt: ik geloof zelfs dat ik een van de zalen van Versailles herkende. Het maakt de beelden rijk. Voeg daarbij de bij vlagen verrassende camerastandpunten en een inventieve montage en het project Napoleon lijkt niet meer stuk te kunnen.
Maar al die pracht en praal wordt teniet gedaan door een zielige belichting die hoegenaamd niets tot zijn recht laat komen. Alles wordt een grauwe eenheid, zonder ergens een accent. De kleuren zijn de hele film door buitengewoon flets en blauwig, alsof iemand het knopje kleurverzadiging op minimaal heeft gezet en allergisch was voor de kleur geel.

Sneeuwbeeld

~

Helemaal vreselijk wordt het wanneer de computer eraan te pas moet komen. Zwevende piramiden in de Marokkaanse woestijn moeten op Egypte lijken en wanneer Napoléon ternauwernood een kanonskogel kan ontwijken lijkt het wel een cartoon. Moskou is gewoon in een boerendorpje gefilmd, met op de achtergrond een grote foto van het Rode Plein. Maar het ergste is wel de sneeuw in Rusland. Stel je een zonnige dag voor, waar je vervolgens alle vormen van (alweer) geel uitfiltert en extra contrasten aanbrengt. Door de reflecterende zonnestralen lijkt het gras een beetje op sneeuw, en door de afwezigheid van geel ziet iedereen er blauw (en dus koud?) uit, maar niet te koud, want ze worden ook nog fel beschenen door de zon. Laat vervolgens wat sneeuwvlokjes op het celluloid vallen en het resultaat is vergelijkbaar met een televisiezender die niet helemaal goed is afgestemd.

Bevroren shot

Kunnen de acteurs die abominabele beelden dan nog redden? Het had gekund, maar geen enkele acteur lijkt zich te haasten of te forceren. Regisseur David Grubin heeft ze niet echt achter de vodden gezeten. Zinnen worden opgelezen met een ontstellende leegheid. De dialoogschrijver heeft ook niet meegeholpen: “Wee jou en wee mij voor deze lage daad.”
De hoofdrol wordt vertolkt door Christian Clavier, in eigen land bekend als Astérix uit de gelijknamige film. Een komiek dus, maar zijn onbetekenende vertolking van Napoléon maakt me warm noch koud. Er zit niets in. Het lijkt me veelzeggend genoeg dat een close-up van Napoléon die naar de verschrikkingen van het slagveld staart, een bevroren shot is. Blijkbaar kan Clavier niet lang genoeg staren, en al helemaal niet met emotie erin.
Op Isabella Rosselini is weinig tot niets aan te merken, behalve dan dat ze er bij vlagen onweerstaanbaar uitziet, maar nog veel vaker oud, gerimpeld en aan de forse kant, wat Napoléons vrouw Josephine niet ten goede komt. John Malkovich is eveneens lelijk in zijn rol van buitenlandminister en opperkamerheer Talleyrand. Hij speelt een morsige en kreupele versie van Valmont (uit Dangerous Liaisons) en lijkt zich allesbehalve in te spannen voor zijn acteerwerk.

Allegaartje

~

Maar misschien ligt het niet aan de acteurs. Het script is namelijk ook niet al te best. De drie uur die Napoleon duurt is een allegaartje van veldslagen die aanloop noch afloop hebben. Informatie omtrent oorzaken en gevolgen van bepaalde handelingen krijgt de kijker niet of nauwelijks. Napoleon is vooral een globale schets van het leven van Napoléon vanaf zijn acties als generaal. Zijn jeugd en moeizame carrière als krijgsman komen niet aan bod, behalve in een paar dromen aan het eind. Het is dan al te laat. Napoléon is geen interessante figuur. Zijn karakter is net zo leeg als dat van de eerste de beste figurant.

Rijtje jaartallen

Een film over Napoléon is alleen interessant wanneer de kijker leert waarom allerlei dingen gebeuren en waarom hij iets deed. De geschiedenis houdt zich steeds minder bezig met wat er gebeurde en hoe, maar wel met de oorzaken en gevolgen ervan. Dát maakt geschiedenis interessant, niet het stampen van jaartallen. Napoléon is te vergelijken met zo’n rijtje jaartallen: droog, inhoudsloos en globaal en je leert er niets van.

Voor de echte liefhebbers is Napoleon ook te koop als dubbel-dvd met daarop de zes uur durende (!) versie van de miniserie.

Link:

De officiële site van Napoléon

Historische site over Napoleon

Theater / Voorstelling

Losse draadjes

recensie: Nationale Toneel - Tartuffe

.

~

Toen het personage Tartuffe in 1664 zijn eerste opkomst maakte op de planken van het Parijse toneel, veroorzaakte hij grote beroering. Direct na de eerste uitvoering van het toneelstuk Tartuffe volgde een speelverbod, en de Parijse aartsbisschop ging zelfs zo ver dat hij verbood om het stuk ook maar te lezen, op straffe van excommunicatie. Molière, de toneelschrijver die de tekst op zijn geweten had, werd in een smaadschrift uitgemaakt voor een demonische heiligschenner. Wat maakte van deze Tartuffe zo’n controversieel figuur?

Tartuffe is een geestelijke, die met vrome praatjes een rijke koopman voor zich weet te winnen. Achter zijn mooie woorden over onze lieve heer gaat echter een rasechte oplichter schuil. Tartuffe deinst nergens voor terug, de koopman Orgon is ziende blind, en wat krijg je daarvan? De naïeve Orgon en zijn hele familie worden in het ongeluk gestort, ondanks alle pogingen van vrouw, kinderen, zwager, aanstaande schoonzoon en de huishoudster om Tartuffe voor de ogen van Orgon te ontmaskeren. De moraal van het verhaal: geloof niet in mooie praatjes als ze niet vergezeld gaan van werkelijk goede daden. Een vrij onschuldige moralistische boodschap in onze ogen, maar in het zeventiende-eeuwse Parijs een gewaagde stellingname. Tartuffe verschuilt zich achter een masker van vroomheid, en wie de schone schijn van vroomheid te kijk zet komt aan de kerk. En dat heeft Molière geweten ook…

Wanneer het stuk vijf jaar later alsnog wordt opgevoerd, met een gewijzigd einde, is het een kaskraker. Het publiek was natuurlijk razend nieuwsgierig naar het toneelstuk dat de kerkelijke instanties zo op de kast had gejaagd. En daarbij was het een stuk van Molière, wat inmiddels garant stond voor een zeer kritische, maar ook humoristische kijk op het dagelijks leven van de Parijse burgerij.

Dubbele bodems

Molière stelt in het satirische Tartuffe allerlei burgerlijke ondeugden aan de kaak. Niet alleen trapt Orgon maar al te makkelijk in de val van een oplichter, hij is ook nog eens een despotisch huisvader en een eigenwijze driftkop. Hij luistert niet naar zijn vrouw, drijft zijn trouwhartige dochter bijna tot zelfmoord, en jaagt zijn eveneens opvliegende zoon het huis uit. Molière voert een dienstmeid op die gedurende het hele stuk de heer des huizes Orgon van scherpzinnig commentaar voorziet. Het publiek heeft vast hartelijk gelachen om de slimme dienstmeid die de onnozele Orgon belachelijk maakt, net zoals wij nu nog haar kwinkslagen waarderen. Ook voor een hedendaags publiek, dat niet meer opschrikt van een huichelaar in een priestergewaad, valt er van alles te beleven aan Tartuffe. De huishoudster is de stem van het gezond verstand die voortdurend door Orgon het zwijgen krijgt opgelegd. Zonder succes overigens, en dat blijft leuk. Het zeventiende-eeuwse publiek voelde echter een dubbele bodem in deze grappen van Molière die voor ons niet meer vanzelfsprekend is. Het spiegelde zich aan Orgons situatie, en vroeg zich af: is iemand die zich van alles door zijn dienstmeid laat vertellen niet sowieso een slappe minkukel, een logische prooi voor de oplichters in deze wereld?

~

Het huidige publiek hecht niet meer op zo’n directe manier betekenis aan elementen uit het stuk. Zo komt het einde op ons over als de stoplap die het is. Molières enige kans om Tartuffe na het speelverbod alsnog in het theater te krijgen lag bij zijn beschermheer, Lodewijk XIV. Molière heeft het stuk duidelijk herschreven naar de smaak van zijn vorst. Aan het einde verschijnt Tartuffe met een deurwaarder om al het bezit van Orgon op te eisen. Volgens de wet staat Tartuffe in zijn recht, Orgon heeft een contract getekend en daar moet hij zich aan houden. Maar dan verschijnt een gerechtsdienaar die namens de zonnekoning alle onrecht recht zet: Tartuffe gaat het gevang in en Orgon wordt in ere hersteld. In de context van het zeventiende-eeuwse Franse hof valt er een rechtvaardiging voor de oppermacht van de koning in te zien. De absolute vorst staat boven de wet, en dat is maar goed ook, propageerde het stuk in de zeventiende eeuw. Wat zegt dat nu nog?

Tartuffe en het laatste avondmaal

Een gezelschap dat Tartuffe nu opvoert zal eigen accenten leggen, omdat de ooit vanzelfsprekende boodschap van het stuk niet meer vanzelfsprekend is. In de uitvoering van het Nationale Toneel ligt de keuze voor betekenis vooral in het afwijzen van een definitieve betekenis. Jürgen Gosch laat zijn acteurs spelen met allerlei culturele symbolen en de conventies van theatertaal, zonder vooraf een dwingende verhaallijn op te leggen. Dat levert soms overrompelend mooie effecten op, maar het betekent ook dat het stuk gevaar loopt uit losse eindjes te blijven bestaan.

Dat gevaar ligt bij de Tartuffe van het Nationale Toneel al vanaf de eerste minuten op de loer. De acteurs en Gosch hebben losjes een aantal woordloze beeldende scènes door het oude stuk van Molière heen geweven. In de lange tekstloze scène waar het stuk mee opent volgt het ene beeld het ander op, zonder dat er een betekenis wordt verbeeld. De acteurs zitten na een dolle maskerade met servetten bewegingsloos achter een lange eettafel, duidelijk een verwijzing naar het Laatste Avondmaal. In het donkere theater, alleen verlicht door een kaars in het midden van de tafel, klinkt na een lange stilte opeens geheimzinnige muziek. Na enige tijd ontdek je dat het de acteurs zijn, die met zingende wijnglazen een onaardse sfeer weten op te roepen. Het is een strak vormgegeven, prachtig plaatje, maar wat zegt het over Tartuffe, over bedriegers en bedrogenen, over vroomheid, over de mensheid in het algemeen, over satire of over theater? Helemaal niks.

Het is jammer dat er maar zo weinig momenten zijn dat de oude tekst en de nieuwe beelden elkaar raken. De momenten waarop dat wel gebeurt, geven het stuk een lichte, heldere humoristische toets die het als geheel ontbeert. Zo hangt in de linkerhoek van het toneel een grote bronzen klok, op het eerste gezicht een onnodig rekwisiet in een verder minimaal vormgegeven decor. Maar dan staat Tartuffe aan het eind van het stuk te praten met de huishoudster, die hem het vuur aan de schenen legt. Hij tikt even met de drankfles die hij net heeft leeggedronken tegen de klok, en zegt iets als: ‘Het spijt me zeer, de klok slaat het uur van mijn religieuze verplichtingen’, en hij gaat er vandoor. De klok krijgt even, speels en soepel, een lading: het wordt een symbool voor de onoprechte religiositeit van de sluwe Tartuffe.

De Tartuffe van het Nationale Toneel bestaat uit losse draadjes die geen contact maken. Er vliegen geen vonken vanaf. In de oude satire van Molière zit geen angel meer, en de uitvoering van het Nationale Toneel biedt geen nieuwe.

Tartuffe toert nog tot en met 19 december door Nederland. Kijk voor meer informatie op de website van het Nationale Toneel.

Muziek / Album

Close My Eyes

recensie: Close My Eyes

Het is koud, de regen komt met bakken uit de hemel, de wind waait door de bomen en Sinterklaas struint de daken af, op zoek naar schoeisel met lekkers voor zijn Amerigo. Bij mij thuis is het ondertussen lekker warm: de gordijnen zijn dicht, de verwarming staat hoog. Mijn ogen zijn gesloten, de geest voert me terug naar de lente. Een optreden van The Slackers met vrienden in een bloedheet Vera. De zaal is vol, de sfeer broeierig en het is te warm om te dansen. Nu schalt de relaxte ska en reggae uit mijn eigen luidsprekers: het New Yorkse ska-combo heeft weer een nieuwe plaat uit.

~

The Slackers maken lekker rustige, zeg maar gerust ouderwetse ska, zoals we dat van onder andere de Skatalites kennen. Geen opgewonden gedoe, maar gewoon lekker relaxt met een jointje in de mondhoek genieten. Ook op Close My Eyes, het zevende album alweer van de band, is de sfeer heerlijk ontspannen. Afgezien van op Shankbön, het akoestische openingsnummer, is wild dansen niet mogelijk.

Optimaal genot

De nummers kabbelen als een rustige zee voort, de luisteraar hoeft alleen maar met een asbak of een biertje binnen handbereik te gaan liggen: optimaal genot. Maar pas op, het is niet allemaal ontspannen. De band heeft namelijk een boodschap; de wereld gaat naar de kloten. In het nummer Real War winden The Slackers zich op over alle oorlogen en onrecht op aarde. De titel verwijst naar de ware strijd die gestreden zou moeten worden: de strijd tegen honger en armoede. De band verwijt politici dat, ze zonder enige spoor van schuldgevoel, soldaten opofferen. Manschapen worden ingezet alsof het om een gokspel gaat. Daar moet een eind aan komen, het is tijd dat met de ware strijd wordt aangevangen, meent de band.

Maatschappijkritisch

Dankzij de vele klassieke reggae-aspecten in het nummer – de tekst wordt meer gesproken dan gezongen, koortjes herhalen de tekst, echo’s blijven lekker hangen en de tekst is sterk maatschappijkritisch – is Real War een van de betere nummers op het album. Ook erg lekker is Decon Club, het laatste nummer. Net als Shankbön is het akoestisch, alleen minder opzwepend. Binnen een strak reggaeritme, aangegeven door de percussie, speelt de band een heerlijk nummer, waarbij de hoofdrol voor de blaasinstrumenten is weggelegd. Voor de liefhebber van saxofoon en trompet een absolute must.

Tournee

The Slackers bestaan onderhand al meer dan tien jaar, maar braken pas in 1998 door met hun tweede plaat, Red Light. Oor was jubelend en de singel werd veelvuldig op MTV gedraaid. Sindsdien is de aanhang van de band gestaag gegroeid, en hebben The Slackers gespeeld op een reizend festival als de Warped Tour (1998), Lowlands (1999) en het Montreal Jazz festival (2000). Verder tourde de band veelvuldig: naast kleinere tournees en losse optredens hebben ze negen Amerikaanse en zes Europese tournees gedaan. Van 29 november tot 23 december spelen ze zonder rustdag in allerhande Europese zalen. Daarbij wordt Nederland vijf maal aangedaan:

14 dec. 013 – Tilburg
15 dec. Patronaat – Haarlem
17 dec. Waterfront – Rotterdam
18 dec. Ekko – Utrecht
22 dec. Ernestos – Sittard

Muziek / Album

Positieve klanken uit Spanje

recensie: Photo-Finish

Dames en heren, Camping, voor u.

~

Zet uw oren open voor een in Nederland onbekende band die verschijnt bij het Madrileense Astro Discos. Het betreft Camping uit Barcelona. Het bandje wordt door de Spaanse muziekpers omschreven als de belangrijkste band van de Spaanse underground. Ze maken hun opwachting om ook Nederland te gaan veroveren en dan komt er die ongeschreven wet: ‘slaat het in Nederland aan, dan slaat het overal wel aan.’ Mensen van Europa, zet u schrap, Camping komt naar u toe.

Photo-Finish is het wapenfeit waar Camping tijdens de herfst van het vorige jaar op zat te broeden. Het resultaat is daar en reeds ten gehore gebracht. Positieve klanken komen er vanuit allerlei windrichtingen. Dat Migala uit Madrid het bewijs had geleverd dat Spanje in de internationale muziekwereld zijn mannetje staat, mag als duidelijk beschouwd worden. Camping verstevigt het gegeven zonder enige vorm van moeite.

Post-rock, crescendo-rock of post-moderne rock is het wat Camping speelt. ‘Geef het een naam en je kunt het verkopen’, zei Tom Barman van dEUS eens in een interview. Om van de ‘wat is het voor soort muziek?’-vraag af te zijn, creëerde hokjesgeestminnend Nederland deze naam. Maar denk aan bands als Mogwai, Mono, A Silver Mt. Zion of Godspeed en u weet wat er binnen deze categorie geplaatst wordt.

Goedkope hoes

De hoes waarin de cd Photo-Finish zit opgeborgen, is er één van het nieuwe soort. De zogenaamde kartonnen hoesjes in zakformaat. Door de lage productiekosten van de hoesjes kunnen, aldus de platenmaatschappijen, de kosten voor de productie van de cd’s naar beneden, zodat men de platen tegen een lagere prijs aan de man zou kunnen brengen. De consument zal blij zijn en daardoor ook de platenbonzen en -boeren. Ook al is dit een goedkope variant van de normale hoes, en oogt het als een iets te klein uitgevallen elpeehoes, het is toch een optische aanwinst voor de gemiddelde cd-kast.

Boeiend van begin tot het eind

Ook al zijn de nummers over het algemeen instrumentaal, zoals je ook van het vergelijkbare warenmateriaal gewend bent, het album blijft van het begin tot het eind boeien. Zo nu en dan zingt of brabbelt er een man in het Spaans, Frans of Engels, om bepaalde nummers nog meer cachet te geven, maar dat heeft het eigenlijk niet eens nodig. De muziek van Camping is als de warmte van een kolenkachel en als de geur van nat gras. Photo-Finish is onvoorspelbaar en de grillige wendingen brengen altijd de vruchten waarover je het liefst zou willen dromen.

Doordat je niet goed in kunt gaan op deze Mogwai-achtige muziek, omdat woorden toch te kort schieten, raad ik de mensen aan om deze vijfmansformatie te beluisteren met de koptelefoon, omdat dan de composities van Camping het beste tot hun recht komen. Er moet niets gemist worden van deze muziek, die het speciaal moet hebben van de goede structuren, de met de ziel gespeelde noten en de warme omlijsting waarin het geplaatst wordt. Ook al is de naam Camping een voorzet voor een goede grap, de muziek is verre van grappig, maar serieus en bijna subliem. Spanje klonk nog nooit zo mooi.

Muziek / Album

Klein golfje

recensie: The Mourning After

.

~

Leden van de band speelden toen ze jong (12) waren in de musical Roza op Broadway en een van hen was lang geleden zelfs het jongetje in de video van Burning Down The House van de Talking Heads. De jongens zijn echter hoorbaar gegroeid en hebben inmiddels een deal met Jägermeister over hun sponsoring. Die dingen zijn toch ook belangrijk in het leven. In 2001 kwam hun eerste langspeler Invitation to the Dance (2001) uit. Na die tijd heeft de band een periode beleefd die de diepste dalen en hoogtepunten van hun carriere vertoonde. The Mourning After schijnt zoiets te betekenen als “tegenstellingen” en is dan ook bedoeld als weerslag van deze periode.

Kentucky fried rock

De muziek van de band klinkt lekker. Het is de typische warme ‘Kentucky fried rock’ die we uit de VS zo goed kennen. Het is allemaal heel erg netjes geproduceerd en daardoor ook weinig origineel. Dat gezegd hebbende klinkt de muziek nog steeds lekker. Voorspelbaar, maar de muziek loopt lekker door. Een nummer als F.E. dat samen met Christian Machado van Ill Nino wordt neergezet is daar een goed voorbeeld van. Lekkere hardrock die stevig doorstampt. Het is stevig, maar ook rustig op zijn tijd. Een gepaste ingetogenheid af en toe zou echter niet slecht zijn, want aan een duidelijke opbouw ontbreekt het nog wel vaak, maar desondanks luistert het lekker weg.

Makkelijke emoties

Het is niet eenvoudig om de teksten van de band te verstaan. Gelukkig heeft ze de moeite genomen om ze in het boekje af te drukken. Daardoor kunnen we dus ook al snel tot de conclusie komen dat de teksten van 40 Below Summer niet echt een positief beeld van wereld schetsen. “Died, dissolve, I’m by myself” uit F.E. en “If I could give myself a new face / Maybe I could join the human race” uit Alienation zijn maar een paar willekeurige voorbeelden. Eigenlijk zijn alle teksten gebaseerd op hoe verschrikkelijk het leven hier is. Zware emoties maken makkelijke teksten als je het mij vraagt.

Niet speciaal genoeg

Bij de band mis ik zelf een beetje de grote lijnen. De muziek van 40 Below Summer heeft niet een echt eigen geluid en kan te veel worden uitgewisseld met heel veel bands die aan de andere kant van de oceaan rondlopen. Tijdens het draaien van de CD grijpt het album je daarom nergens echt aan. Na een aantal keren luisteren krijg je wel een band met songs als Monday Song bijvoorbeeld, maar echt origineel klinkt het zelden. De muziek ligt lekker in het gehoor maar is simpelweg niet speciaal genoeg om je echt te raken.

Klein golfje op een oceaan

De muziek van 40 Below Summer is niet vernieuwend. De teksten zijn negatief en de muziek is vergelijkbaar met veel andere bands. Dit doet echter niets af aan het feit dat het leuk in het gehoor ligt. De muziek zal me zelden storen, maar grijpt je daardoor ook nergens echt aan. Het klinkt misschien flauw maar zoals de band zelf als aangeeft over The Mourning After: “The good news is that it’s a new day – you can get up, get out, and get on with your life”. Dat doen we dus ook maar. Het is een leuk stukje muziek, maar niet meer dan een klein golfje op een oceaan.

Links

Officiële homepage

Theater / Voorstelling

Modeshow op schaatsen

recensie: Holiday on Ice - Celebration

Veel kleur, glitter en glamour en maar liefst 750 extravagante kostuums. Nee, het is geen modeshow al heeft het er soms iets van weg; het is een onderdeel van Holiday on Ice. De prachtige creaties zijn een lust voor het oog en zorgen samen met de goed uitgekiende choreografie voor een vermakelijke show.

~

Dansen in een discotheek of dansschool is voor sommige mensen al lastig, laat staan met twee ijzertjes onder je voeten. Maar deze schaatsers weten niet beter en dansen op muziek van Strauss, Kylie Minogue en Daft Punk. Ze hebben er zichtbaar plezier in en draaien hun hand niet om voor een pirouette meer of minder. Spectaculaire sprongen en gracieuze dansacts, daar trakteert deze groep internationale topschaatsers het publiek op.

Rap

~

Feest is de boodschap die ze uitdragen en dat is niet zomaar. Holiday on Ice bestaat 60 jaar en dat wordt gevierd met deze show: Celebration, een woord dat je ook regelmatig terughoort in de muziek die is uitgekozen. Feesten is van alle tijden en alle culturen en dat zie je tijdens deze show. Je wordt meegevoerd naar Wenen voor het debutantenbal, naar Rio de Janeiro voor het Carnaval, naar de roemruchte New Yorkse Studio 24 waar de disco losbarst en naar Venetië voor een Bal Masqué. En dat allemaal in rap tempo, zodat je je niet verveelt.

Hoewel… Echt vernieuwend is de show niet. Vorig jaar werd nog een nieuwe draai aan het ijsspektakel gegeven met ‘In concert’, waarbij ook muzikanten op het ijs stonden. Maar nu zijn ze toch weer back to the roots gegaan. Weliswaar met de tijd mee, maar nog steeds supergelikt en met slechts een paar verrassingen. Of is dat wat het publiek wil? Want uiteindelijk kan je natuurlijk ook zo’n ijsshow weer niet voorstellen zonder het ritueel waarbij aan het eind alle dansers schouder aan schouder op een rij rondjes draaien. Waarbij het altijd weer de vraag is of de laatste dansers het redden om op tijd zich aan te kunnen sluiten bij de draaiende rij. Die act mag in ieder geval altijd op een groot applaus rekenen.

Salto Mortale

Naast kunstschaatstrucjes en mooie solo’s is er dit jaar ook weer ruimte voor acrobatiek. Eigenlijk iets wat meer past in het circus, maar dat terzijde. Het Italiaanse acrobatenduo Enrico en Roberto Medini weet in ieder geval hoe ze het publiek moeten entertainen. De twee maken de ene salto na de andere, met handen, zonder handen, op elkaar, naast elkaar; het is een lust om naar te kijken. Als het tijd is geworden voor de luchtacrobatiek, zakt de show wel een beetje in. IJsacrobatiek kan nog, maar een schaatser die aan een lap stof in de lucht hangt heeft weinig meer te maken met het ijs. Het is jammer dat die act nog steeds niet geschrapt is. Daarentegen doet de illusionist Paul Kieve het dan wel weer aardig. En zo wordt er uiteindelijk weer hard toegewerkt naar de grande finale, met vuurwerk uiteraard.

Holiday on Ice heeft dus alle ingrediënten in zich voor een vermakelijk avondje uit. Aan details als prachtige kostuums (gemaakt door onder andere Roberto Rosello), decors, licht en geluid is veel aandacht besteed. De schaatsers zijn stuk voor stuk toppers. En ijslegende Robin Cousins is er goed in geslaagd om een mooie choreografie te ontwikkelen. Tijdens de twee uur durende show kijk je je ogen uit, maar je hoeft, als je vaker dit soort shows hebt gezien, geen verrassingen te verwachten.

Film / Films

Duel in de diepte

recensie: Duel in de diepte

.

~

Het verhaal gaat over de overwerkte zangeres Sylvia Sommer die, na enige strijd met haar manager, een vakantie weet te forceren op Bonaire om even uit te rusten van al het succes. Natuurlijk duurt die vakantie langer dan verwacht. Eenmaal aangekomen blijkt ze erg te lijken op een vrouw die op het eiland heel wat beroering heeft veroorzaakt. Het kost haar dan ook bijna zes uur om het eiland te overtuigen dat ze niet een dame is met een grote tas vol diamanten, maar slechts een naïef meisje uit Nederland.

Te langzaam

Het geheel is allemaal net een beetje te langzaam gefilmd. Zo wordt er veel tijd besteed aan beelden van de wereld onder water, maar door de tand des tijds is dit lang niet altijd een plezier om te zien. Door een gebrek aan kleur en het regelmatig over- en onderbelicht zijn van de beelden kun je hier af en toe niet zo veel mee. In de eerste vijf afleveringen heb je tevens steeds het gevoel dat de scènes waar tijd aan besteed had moeten worden dit te weinig krijgen, en dat die beelden die er net even niet toe doen te breed worden uitgemeten. Op die manier krijg je veel te zien van het eiland Bonaire, maar heb je eigenlijk helemaal geen inzicht in de karakters van de hoofdpersonen. Daardoor krijg je ook niet echt antwoord op de vraag waarom deze personen op een bepaalde manier dingen doen. Het is dus een beetje als een stripverhaal: het verhaal is soms spannend, maar mist echt de kracht van een dramaserie. Het laat je eigenlijk koud wat er met de hoofdpersonen gebeurt.

Lidy Sluyter

~

Anders dan de hoes doet vermoeden is niet Rutger Hauer (die slechts een kleine bijrol speelt) de hoofdrolspeler, maar staat Lidy Sluyter, als Sylvia Sommer centraal. Deze Amsterdamse is alleen verder nog te bewonderen geweest in Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen, meneer? uit 1972 en de volledig onbekende televisiefilm De blijde dag uit 1980. Eigenlijk is het niet zo verwonderlijk dat ze enkel te zien is in die paar producties van regisseur Bram van Erkel, want ook in Duel in de diepte maakt ze geen sterke indruk. Haar spel is oppervlakkig, en ook al speelt ze de rol van een naïef meisje, het komt allemaal desondanks nog te dom over. Haar stem irriteert en ze is zelden tot nooit het aantrekkelijke meisje wat ze toch zou moeten zijn.

Serie bloeit laat

Eigenlijk kan over de hele serie gezegd worden dat de makers pas in de laatste twee afleveringen de smaak te pakken kregen. Zo wordt de uitvoering dan al iets spannender en is de muziek een stuk minder eentonig. Ik vind dan ook dat het verhaal spannend genoeg is om er een mooi verhaal te maken, maar om de tand des tijds te weerstaan zou het eigenlijk versneden moeten worden tot maximaal twee uur, zou er nieuwe muziek onder gezet moeten worden en zou een goede digitale opfrissing het kijkgemak zeker verhogen. Tot die tijd blijft het een serie voor de echte die-hard fan van het Nederlandse materiaal, maar zal het zeker daarbuiten geen fans verwerven.

Muziek / Album

Beatles in een nieuw jasje

recensie: One In A Million

Nederland kent weer een nieuwe band. Nou ja nieuw, de jongens van One In A Million brachten al een aantal demo’s uit en stonden op een demontage-cd van FRET. Hun titelloze debuut is echter de eerste grote stap in de richting van rijkdom en roem in Nederland en kent eigenlijk twee hoofdingrediënten: ten eerste the Beatles en ten tweede de hedendaagse Nederlandse jonge poprock. Wanneer je Paul McCartney samen met Di-rect in een studio zou zetten, zou je in de buurt komen van het geluid van One In A Million.

~

Ook in het voorkomen mixen de jongens de twee hier boven genoemde invloeden. De clip bij de eerste single Maybe, laat vier nonchalant ogende muzikanten zien. Allemaal in het zwart, stropdasjes, gympies en beatleshaar. De typische samenzang wordt versterkt door ouderwetse microfoons. De nodige muziekpuristen zullen One In A Million waarschijnlijk betichten van schaamteloos jatwerk. Je moet echter even verder kijken, en luisteren naar de goede popsongs die de band maakt.

Eleanor Rigby

De mooie samenzang in She Could Be The One en de mooie arrangementen in Dressed in Black zijn voorbeelden van gemaakte keuzes die deze band boven het maaiveld uit doen steken. One In A Million biedt een net iets scherper randje dan de meeste jonge bands die je tegenwoordig hoort en gaat net een stapje verder dan Di-rect bijvoorbeeld op Over The Moon deed. Dit oude geluid in een nieuw jasje heeft wel wat. Het is positief dat de band, ondanks de hoorbare invloeden van grootheden uit het verleden, niets probeert te forceren. De dosering is overal precies goed. De jongens gaan niet naast hun schoenen lopen, wat een onbevangen poging tot het coveren van Eleanor Rigby goedmaakt.

Toekomst

Met behulp van ‘vijfde bandlid’ en producer Gordon Groothedde, onder meer bekend van werk voor Jovink en de Voederbietels (!), is One In A Million er in geslaagd een eerste stap te zetten in een carrière die nog veel meer in het verschiet lijkt te hebben. Wanneer je erin slaagt al die overbekende invloeden op een dusdanige goede manier te verwerken dat het resultaat ongeforceerd klinkt, dan zal je er in de toekomst best wel in kunnen slagen een geheel ‘eigen’ plaat te maken. Dat wil zeggen, een plaat waarvan iedereen zegt: “dat is nou typisch One In A Million.”

Link:

http://www.oneinamillion.nl