Theater / Voorstelling

Losse draadjes

recensie: Nationale Toneel - Tartuffe

.

~

Toen het personage Tartuffe in 1664 zijn eerste opkomst maakte op de planken van het Parijse toneel, veroorzaakte hij grote beroering. Direct na de eerste uitvoering van het toneelstuk Tartuffe volgde een speelverbod, en de Parijse aartsbisschop ging zelfs zo ver dat hij verbood om het stuk ook maar te lezen, op straffe van excommunicatie. Molière, de toneelschrijver die de tekst op zijn geweten had, werd in een smaadschrift uitgemaakt voor een demonische heiligschenner. Wat maakte van deze Tartuffe zo’n controversieel figuur?

Tartuffe is een geestelijke, die met vrome praatjes een rijke koopman voor zich weet te winnen. Achter zijn mooie woorden over onze lieve heer gaat echter een rasechte oplichter schuil. Tartuffe deinst nergens voor terug, de koopman Orgon is ziende blind, en wat krijg je daarvan? De naïeve Orgon en zijn hele familie worden in het ongeluk gestort, ondanks alle pogingen van vrouw, kinderen, zwager, aanstaande schoonzoon en de huishoudster om Tartuffe voor de ogen van Orgon te ontmaskeren. De moraal van het verhaal: geloof niet in mooie praatjes als ze niet vergezeld gaan van werkelijk goede daden. Een vrij onschuldige moralistische boodschap in onze ogen, maar in het zeventiende-eeuwse Parijs een gewaagde stellingname. Tartuffe verschuilt zich achter een masker van vroomheid, en wie de schone schijn van vroomheid te kijk zet komt aan de kerk. En dat heeft Molière geweten ook…

Wanneer het stuk vijf jaar later alsnog wordt opgevoerd, met een gewijzigd einde, is het een kaskraker. Het publiek was natuurlijk razend nieuwsgierig naar het toneelstuk dat de kerkelijke instanties zo op de kast had gejaagd. En daarbij was het een stuk van Molière, wat inmiddels garant stond voor een zeer kritische, maar ook humoristische kijk op het dagelijks leven van de Parijse burgerij.

Dubbele bodems

Molière stelt in het satirische Tartuffe allerlei burgerlijke ondeugden aan de kaak. Niet alleen trapt Orgon maar al te makkelijk in de val van een oplichter, hij is ook nog eens een despotisch huisvader en een eigenwijze driftkop. Hij luistert niet naar zijn vrouw, drijft zijn trouwhartige dochter bijna tot zelfmoord, en jaagt zijn eveneens opvliegende zoon het huis uit. Molière voert een dienstmeid op die gedurende het hele stuk de heer des huizes Orgon van scherpzinnig commentaar voorziet. Het publiek heeft vast hartelijk gelachen om de slimme dienstmeid die de onnozele Orgon belachelijk maakt, net zoals wij nu nog haar kwinkslagen waarderen. Ook voor een hedendaags publiek, dat niet meer opschrikt van een huichelaar in een priestergewaad, valt er van alles te beleven aan Tartuffe. De huishoudster is de stem van het gezond verstand die voortdurend door Orgon het zwijgen krijgt opgelegd. Zonder succes overigens, en dat blijft leuk. Het zeventiende-eeuwse publiek voelde echter een dubbele bodem in deze grappen van Molière die voor ons niet meer vanzelfsprekend is. Het spiegelde zich aan Orgons situatie, en vroeg zich af: is iemand die zich van alles door zijn dienstmeid laat vertellen niet sowieso een slappe minkukel, een logische prooi voor de oplichters in deze wereld?

~

Het huidige publiek hecht niet meer op zo’n directe manier betekenis aan elementen uit het stuk. Zo komt het einde op ons over als de stoplap die het is. Molières enige kans om Tartuffe na het speelverbod alsnog in het theater te krijgen lag bij zijn beschermheer, Lodewijk XIV. Molière heeft het stuk duidelijk herschreven naar de smaak van zijn vorst. Aan het einde verschijnt Tartuffe met een deurwaarder om al het bezit van Orgon op te eisen. Volgens de wet staat Tartuffe in zijn recht, Orgon heeft een contract getekend en daar moet hij zich aan houden. Maar dan verschijnt een gerechtsdienaar die namens de zonnekoning alle onrecht recht zet: Tartuffe gaat het gevang in en Orgon wordt in ere hersteld. In de context van het zeventiende-eeuwse Franse hof valt er een rechtvaardiging voor de oppermacht van de koning in te zien. De absolute vorst staat boven de wet, en dat is maar goed ook, propageerde het stuk in de zeventiende eeuw. Wat zegt dat nu nog?

Tartuffe en het laatste avondmaal

Een gezelschap dat Tartuffe nu opvoert zal eigen accenten leggen, omdat de ooit vanzelfsprekende boodschap van het stuk niet meer vanzelfsprekend is. In de uitvoering van het Nationale Toneel ligt de keuze voor betekenis vooral in het afwijzen van een definitieve betekenis. Jürgen Gosch laat zijn acteurs spelen met allerlei culturele symbolen en de conventies van theatertaal, zonder vooraf een dwingende verhaallijn op te leggen. Dat levert soms overrompelend mooie effecten op, maar het betekent ook dat het stuk gevaar loopt uit losse eindjes te blijven bestaan.

Dat gevaar ligt bij de Tartuffe van het Nationale Toneel al vanaf de eerste minuten op de loer. De acteurs en Gosch hebben losjes een aantal woordloze beeldende scènes door het oude stuk van Molière heen geweven. In de lange tekstloze scène waar het stuk mee opent volgt het ene beeld het ander op, zonder dat er een betekenis wordt verbeeld. De acteurs zitten na een dolle maskerade met servetten bewegingsloos achter een lange eettafel, duidelijk een verwijzing naar het Laatste Avondmaal. In het donkere theater, alleen verlicht door een kaars in het midden van de tafel, klinkt na een lange stilte opeens geheimzinnige muziek. Na enige tijd ontdek je dat het de acteurs zijn, die met zingende wijnglazen een onaardse sfeer weten op te roepen. Het is een strak vormgegeven, prachtig plaatje, maar wat zegt het over Tartuffe, over bedriegers en bedrogenen, over vroomheid, over de mensheid in het algemeen, over satire of over theater? Helemaal niks.

Het is jammer dat er maar zo weinig momenten zijn dat de oude tekst en de nieuwe beelden elkaar raken. De momenten waarop dat wel gebeurt, geven het stuk een lichte, heldere humoristische toets die het als geheel ontbeert. Zo hangt in de linkerhoek van het toneel een grote bronzen klok, op het eerste gezicht een onnodig rekwisiet in een verder minimaal vormgegeven decor. Maar dan staat Tartuffe aan het eind van het stuk te praten met de huishoudster, die hem het vuur aan de schenen legt. Hij tikt even met de drankfles die hij net heeft leeggedronken tegen de klok, en zegt iets als: ‘Het spijt me zeer, de klok slaat het uur van mijn religieuze verplichtingen’, en hij gaat er vandoor. De klok krijgt even, speels en soepel, een lading: het wordt een symbool voor de onoprechte religiositeit van de sluwe Tartuffe.

De Tartuffe van het Nationale Toneel bestaat uit losse draadjes die geen contact maken. Er vliegen geen vonken vanaf. In de oude satire van Molière zit geen angel meer, en de uitvoering van het Nationale Toneel biedt geen nieuwe.

Tartuffe toert nog tot en met 19 december door Nederland. Kijk voor meer informatie op de website van het Nationale Toneel.