Theater / Achtergrond
special: Johan Simons kijkt zowel achteruit als vooruit

Om het publiek te binden en te raken

In de zomer van 2005 neemt regisseur Johan Simons afscheid van het Nederlandse theater. De oprichter en artistiek leider van Hollandia (1985), dat later fuseerde met het Zuidelijk Toneel, zal zijn geluk in Gent gaan beproeven. In dit licht heeft het seizoen 2003-2004 voor ZT Hollandia onbedoeld het karakter van een afscheidstournee gekregen: Johan Simons spreekt her en der in het land, het gezelschap geeft boekjes uit over zijn geschiedenis en de oude successtukken De Leenane trilogie, De bitterzoet en La music twee worden opnieuw opgevoerd.

~

Het uitgeven van de boekjes en het opnieuw brengen van oude stukken zijn echter niet als afscheid bedoeld. Het kan beter worden gezien als klantenbinding; de zes boekjes, die elk een ander aspect van ZT Hollandia belichten, worden gratis onder geïnteresseerden verspreid en de beslissing om oude stukken te hernemen komt vooral voort uit een behoefte om het publiek te behagen. In een gesprek in het Groningse Kruithuis zei Johan Simons hierover: ‘Er is te veel mislukt werk in de Nederlandse theaters. Als het publiek die stukken ziet, is dat slechte reclame; het schaadt dan de naam van het gezelschap. Deze drie stukken zijn goede stukken. Door ze te hernemen, versterken we de band met het publiek.’ De mensen die de successtukken van het verleden hebben gemist, worden nu in de gelegenheid gesteld ze alsnog te zien.

Geeuwen

Dat het hernemen echter ook verkeerd kan uitpakken, blijkt bij La musica twee (gezien op 30 januari in de Stadsschouwburg Groningen). Het stuk, dat twaalf jaar geleden opgevoerd werd, draait rond een gescheiden man en vrouw. Ze ontmoeten elkaar in een hotel in een Franse provinciestad en praten over het verleden en de toekomst. De twee houden bewust afstand; zij die zo lang samen zijn geweest, vousvoyeren elkaar nu. Een enkele keer breekt per ongeluk een ‘jij’ tussen het formele ‘u’ door, maar de man en vrouw hernemen de veilige afstand dan weer snel. Hoewel de tekst van Marguerite Duras mooi is en Betty Schuurman en Jeroen Willems erg goed spelen, slaat de spanning tussen de twee personen nooit over naar het publiek. Tekenend was een man zich na afloop van de voorstelling in Groningen vertwijfeld afvroeg of hij echt de enige was die het een goed stuk vond. Om hem heen waren hoofdzakelijk mensen die hun geeuwen buiten de donkerte van de zaal trachtten te onderdrukken.

Maatschappijkritiek

~

De lauwe reacties op La musica twee stonden in schril contrast met de aanhoudende staande ovatie die de acteurs van De bitterzoet twee avonden eerder van het Groningse publiek kregen. Dit familiedrama is van zo’n verbluffende kwaliteit dat het verdient om als ware het een productie van Joop van den Ende tot in het oneindige te worden gespeeld. Het mooie aan De bitterzoet is dat het een breed stuk met veel invalshoeken is. Huwelijkse problemen, de vage grens tussen Goed en Kwaad, angst voor buitenlanders, vragen over schuld en onschuld, naastenliefde en sterke maatschappijkritiek; het zijn allemaal kanten van hetzelfde stuk.

Verlangen naar vroeger

Een voor Johan Simons ZT Hollandia typerend aspect is het politieke engagement. Toen De bitterzoet vijf jaar geleden werd opgevoerd, gold het vooral als een waarschuwing voor de dreigende verrechtsing in de Nederlandse samenleving. Nu we in het post-Fortuyn tijdperk leven en de maatschappij veel rechtser is dan de makers destijds durfden te vrezen, heeft het stuk een nieuwe functie gekregen. Waar het destijds mensen voor rechts populisme waarschuwde, maakt hetzelfde stuk nu ook de achterliggende sentimenten inzichtelijk. De meeste mensen stemmen niet op extreem-rechts omdat ze vinden dat buitenlanders in kampen moeten worden gestopt, maar omdat ze in een naïef verlangen naar ‘vroeger’ leven.

Mephisto

Neem bijvoorbeeld vader Broex, een van de hoofdfiguren uit De bitterzoet. Hij heeft nooit problemen gehad met buitenlanders, maar sluit zich toch aan bij het Nationale Front. Zijn motivatie is dat alles weer moet worden als vijf jaar geleden. Toen was zijn dochter een levendige kunstacademiestudente; nu ligt ze in coma en zijn haar ouders, die haar verzorgen, constant aan huis gebonden. In zijn onnozele verlangen naar het betere vroeger is vader Broex lid geworden van het Nationale Front. Als de Duivel hem op een avond de glorieuze toekomst van kampen vol buitenlanders toont, schrikt de goede vader echter; dat heeft hij nooit gewild. Nederland weer maken als vroeger en voorkomen dat buitenlanders in overtal raken, dat was slechts het in zijn ogen lovenswaardige doel. Toestanden als in de Tweede Wereldoorlog wilde hij zeker niet. Na dit enthousiasme van Mephisto besluit vader Broex zijn lidmaatschap van het Nationale Front op te zeggen.

Elementaire deeltjes

Het stoort Johan Simons dat er Nederland zo weinig belangstelling voor politiek theater is. Hij wil het publiek raken met zijn stuken, ze dwingen na te denken over actuele problematiek. In een land als Duitsland, waar ZT Hollandia ook vaak heeft gespeeld, wordt dat veel meer gewaardeerd. Ook in Gent hoopt hij meer respect te krijgen. Het controversiële denken van de Duitse filosoof Peter Sloterdijk en de Franse auteur Michel Houellebecq zullen in de toekomst een belangrijke inspiratiebron voor zijn stukken zijn. Zo heeft Simons al vergevorderde plannen voor een toneelbewerking van Houellebecqs boek Elementaire deeltjes.

Voor het echter zo ver is, kunnen we nog een jaar lang van hem in Nederland genieten. Dit seizoen nog de herneming van De Leenane trilogie en een nieuwe uitvoering van Shakespeares Richard III en daarna het (voorlopig) laatste jaar van Simons in Nederland.

Muziek / Album

Smachtend piano

recensie: Hélène Grimaud - Werken van John Corigliano, Ludwig van Beethoven en Arvo Pärt

Al meermalen heb ik hier lopen kankeren over het ‘sterrensysteem’ waarmee met name de grotere labels denken dat ze de slachting van de budgetmaatschappijen (Naxos voorop) het hoofd menen te kunnen bieden. Het probleem met dat systeem was vooral dat de Grote Namen van DG, Decca, Philips en BMG over het algemeen muzikaal heel weinig spannends te bieden hadden. DG wijkt nu een beetje van dat patroon af door een CD samen te stellen waarop de pianiste Hélène Grimaud voor de verandering eens wel iets nieuws doet.

John Corigliano: Fantasia on an ostinato for solo piano / Ludwig van Beethoven: Sonate Nr. 2 in d mineur & ‘Chorfantasie’ / Arvo Pärt: ‘Credo’. Hélène Grimaud, piano; Zweeds Radio Symfonie-orkest en -koor onder leiding van Esa-Pekka Salonen.

~

En Beethoven, natuurlijk. Maar een combinatie van Beethoven, de in met name oudere jongeren-kringen vereerde Arvo Pärt en de Amerikaan John Corigliano klinkt interessant genoeg om er eens naar te luisteren. Het bindende element is mam’zelle Grimaud zelf, die ons vanaf de hoes smachtend aankijkt en in een niet minder smachtende inleiding uitlegt waarom ze juist tot deze keuze is gekomen.

Net acteurs

~

Sla die inleiding maar over: het is altijd een beter idee om de muziek te laten spreken. Begrijp me goed, Grimaud lijkt me een sympathiek mens en ze zal het echt wel goed menen met haar wolven, maar ze bevestigt wel de regel dat het doorgaans geen goed idee is om musici te veel te laten praten over muziek. Wat dat betreft zijn het net acteurs. Het interview met Grimaud in het boekje verstevigt dat beeld. Wat kun je bijvoorbeeld in godsnaam met ‘oneness, the connectedness of things through their sacredness’?

Maar pianospelen kan ze wèl en de CD dient als een showcase voor die constatering, met Beethoven als leidraad. Het is trouwens niet de eerste keer dat Grimaud een dergelijke compilatie maakt. Het probleem met zo’n aanpak is wel, dat het programma dat de Grootheid speelt dan interessant en samenhangend genoeg moet zijn om de aandacht vast te houden.

Appels en peren

Corigliano’s stuk voor solo piano opent deze collectie met Beethoveniana en is gebaseerd op het allegretto (derde deel) van Beethovens zevende symfonie. Met dat trucje was Corigliano zeker niet origineel – in de jaren 1830 deed Sigismond Thalberg (die, ja) al eens min of meer hetzelfde en een vergelijking tussen beide bewerkingen dringt zich onherroepelijk op. Corigliani mengt Nyman-achtige seriële technieken met citaten uit Beethovens werk, maar hij doet niet veel meer en meer dan een gimmick wordt het nooit. Het zijn appels en peren, maar Thalbergs poging lijkt wat doorwrochter te zijn.

Geen misselijk stuk

Nee, dan liever Beethoven zelf. Grimaud weet de heuvels van de Sturmsonate naar behoren te beklimmen, maar het is me een raadsel waarom die wordt gevolgd door de Koorfantasie. Begrijp me goed, het is geen misselijk stuk, maar het is niet echt iets waarin Grimaud kan schitteren, overdonderd als haar ondergeschikte pianopartij wordt door orkest en koor.

Vakman

De uitsmijter, Arvo Pärts Credo, is speciaal voor Grimaud geschreven en net zoals Corigliani’s werk een soort amalgaam van moderne en meer traditionele technieken, met duidelijk de nadruk op het laatste. Pärt staat dichter bij Bach dan bij Berio, en dat is duidelijk terug te horen in Credo. Pärt is al enige tijd het knuffeldier van de New Age-crowd, maar hij houdt zich hier relatief ver van de ijle klanken van Tabula Rase. Credo is een stevig stuk, waar Grimaud goed mee uit de voeten kan. Een goede afsluiter van een wat ongebalanceerd album. Wederom treffen we Beethoven aan, in een onmiskenbare referentie aan zijn Apassionata-sonate. Maar Pärt is een beter vakman dan Corigliano en weet dat ‘citaat’ dan ook veel overtuigender zijn signatuur mee te geven.

Voor het hele gezin

Deze CD verkocht in Frankrijk 20.000 exemplaren, naar ik aanneem met name op de reputatie van Grimaud. Ik vrees echter dat het geen exemplaar is dat je snel weer uit de kast zult halen. Daarvoor bevat het album enerzijds iets te weinig materiaal waarmee ze echt kan schitteren, en is het programma aan de andere kant wat teveel gericht ‘op het hele gezin’. De uiteindelijke indruk is nogal vlak en dat is jammer – ik zou Grimaud dolgraag eens in bijvoorbeeld een Ravel- of Poulenc-recital willen horen. Waarschijnlijk zien we daarin veel meer van haar terug dan alleen een leuke hoesfoto.

Film / Films

Lief berenfilmpje met levensles

recensie: Brother Bear

Terwijl de kaskraker Finding Nemo (een productie van Pixar studio’s en Disney) nog in de bioscopen draait, komt Disney zelf met een klassiek lief verhaaltje over twee beren: Brother Bear. Geen 3D-gedoe, geen computeranimatie, maar back to basic en terug naar de moraal van het verhaal.

~

De film draait om Kenai (stem van Joaquin Phoenix), een man die in een beer vernandert wanneer hij wraakgevoelens krijgt en de beer wil doden die zijn broer de dood in heeft gejaagd. De transformatie (die wel lang op zich laat wachten) ziet er sprookjesachtig uit en zodra Kenai weer op aarde staat, wordt het beeldformaat breder en veranderen de kleuren van de film. Dat is goed bedacht en erg mooi uitgewerkt. En dan ontmoet Kenai het moederloze beertje Koda (stem van Jeremy Suarez) met wie hij de rest van de film optrekt.

Bambi-momenten

De echte Disney-liefhebber zal zijn hart op kunnen halen met deze film. Brother Bear is ontwikkeld door Orlando Animatiestudio’s, die eerder verantwoordelijk was voor Mulan en Lilo & Stitch. De makers laten zien dat je met de hand prachtige landschappen kunt tekenen en ook de dieren mogen er zeker zijn. Bovendien zitten er in deze film weer een paar echt ouderwetse Bambi-momenten. Van die verterende ogenblikken waarbij je zelfs als volwassenen even moet slikken. En dat is vooral te danken aan de goede tekenstijl, al is het verhaal op zich al zielig genoeg.

Uit balans

Het kleine beertje Koda zorgt meestal voor de relativerende kant van het verhaal. Al weet hij ook wel wat tranen los te peuteren als hij erachter komt dat hij met de vijand heult. De humoristische elanden moeten ook relativeren, maar passen vaak niet helemaal in het verhaal. Ze zijn zeker leuk, maar hadden nog iets minder prominent in de film naar voren mogen komen. Dat is ook meteen het probleem van deze film: de balans is niet helemaal in orde en de levenslessen nemen soms wel heel erg de overhand. De één zal zich er wat meer aan storen dan de ander. Maar zo goed als The Lion King bijvoorbeeld was uitgewerkt qua verhaal, verdeling van de emoties en moraal, is dat bij deze film niet goed gelukt. Disney probeert te veel jong en oud tevreden te stellen, een onmogelijke taak.

Swingende liedjes

Waar ze wel in geslaagd zijn, is de keuze van de voortreffelijke soundtrack. Phil Collins heeft gezorgd voor een paar heerlijk swingende liedjes, afgewisseld met van die typisch sprookjesachtige Disney-deuntjes. Uitermate geschikte muziek die in je hoofd blijft hangen en die bij de voorgaande animatiefilms een gemis was.

Beregoed

In de top 3 zal Brother Bear niet komen en moraalhaters kunnen maar beter wegblijven. Maar het verhaal is leuk bedacht en je kunt om de beren lachen en huilen; het ultieme Disney-gevoel. Bovendien maakt de klassieke wijze van de getekende landschappen en dieren veel goed. Dus laat dit alsjeblieft niet de laatste getekende Disneyfilm zijn, want dit is de verademing tussen alle computeranimaties. Brother Bear is goed genoeg om in de bioscoop te bekijken en daarna de zaal met een beregoed gevoel te verlaten.

Muziek / Album

Een rare verzameling

recensie: Santana - Ceremony

.

Voordat Santana in 1999 aan zijn revival begon maakte hij een groot aantal 3CD-boxen met live-opnames en andere onduidelijke versies van de songs uit de jaren zeventig. De jongere generatie moeten dan ook gek gekeken hebben toen Carlos Santana ineens weer serieus genomen kon worden als artiest. Met Ceremony lijkt hij in de nare gewoonte van “de eeuwige herhaling” te vervallen.

Terug naar 1999

In 2002 kwam de opvolger van Supernatural uit: het album Shaman. Deze plaat heeft zeker niet zo veel aandacht gehad als zijn illustere voorganger. Met Ceremony wordt dan ook vooral teruggegrepen op de periode van Supernatural. Zowel van de hits Smooth als Maria, Maria zijn remixen te vinden op het album. De nieuwe versies zijn aardig om te horen, maar ze voegen niet echt veel toe aan de originelen (de mix van Maria, Maria was overigens al lang verkrijgbaar als B-kant van de single). Deze mixen zijn zeker geen basis om een heel album op de bouwen.

Vijf nieuwe nummers

Naast een stapel remixen staat er ook vijf nog niet bekende nummers op het album. Dit zijn ook wel degelijk aardige Santana-nummers. Een goed voorbeeld is het erg relaxte Manana. Dit lekkere Spaanse nummer blijft rondzingen in je hoofd als je het een keer gehoord hebt. Hetzelfde geldt eigenlijk ook voor Come To My World. Een mooie zangstem komt perfect tot zijn recht op de basis van Santana’s soepele gitaarspel. Hier komt bovendrijven wat voor een rasartiest Santana eigenlijk is.

Van alles niets

Het gehele album maakt op mij een wat rommelige indruk. Ik mis de samenhang en het verband tussen de elf nummers. Daar komt nog bij dat Ceremony een redelijk willekeurige selectie lijkt te zijn van nummers die nog op de plank lagen. De collectie is niet een uitputtende verzameling B-kantjes, of enkel een verzameling van nieuw gemaakte remixen. Het is van alles wat en dus eigenlijk uiteindelijk van alles niets.

8WEEKLY

Lekker gamen op het platteland

Artikel: The Sims: Er op uit!

De Sims behoeven eigenlijk geen enkele introductie meer. De kleine interactieve computermannetjes en -vrouwtjes behoren de laatste vijf jaar tot de meest verkochte gamefranchise van de wereld. De Italiaanse loodgieter van Nintendo, het blauwe stekelvarkentje van Sega en de voetballers van FIFA, allemaal zijn ze geklopt door iets wat door velen niet eens echt als een game gezien wordt. Eerst veroverden ze de PC, vervolgens de consoles, en nu is de GBA aan de beurt.

~

De GBA heeft inmiddels een paar wonderlijke adaptaties van games achter de rug. Vers in het geheugen liggen nog de consoleklassiekers zoals Driver 2, Tomb Raider, Crazy Taxi, Mortal Kombat DA en Colin McRae2. Zeer binnenkort zullen GTA en Max Payne volgen. Dit overzetten naar het kleine schermpje gaat natuurlijk niet zomaar: meestal moet men het perspectief van de game flink onderhanden nemen. Vaak levert dit een pseudo-3D-gameomgeving op zoals we bijvoorbeeld zagen in Tomb Raider. En ook voor The Sims werd deze oplossing gebruikt.

Bij oom op het platteland

In deze game gaat jouw karakter eens vakantie vieren bij zijn oom op het platteland. Nadat je een babbeltje met oom hebt gemaakt, laat je de goede man zien dat je je prima kunt redden in je eentje. Oom vindt dat helemaal te gek, en al gauw mag je de zolder boven zijn ouwe schuur als je eerste huisje beschouwen. Achter de boerderij vind je een oude bank, een vies bed en kapotte dingen zoals een koelkast en een TV. Een beetje repareren, en je zoldertje is ingericht. Het simmen kan beginnen.

Sociabel

Op de PC was The Sims een soort levenssimulator. Je moest zorgen dat je mannetje op tijd naar bed ging, zich regelmatig waste, sociale contacten onderhield en ook nog eens carrière maakte. In de GBA-variant is deze game meer een soort RPG. Naast het onderhouden van sociale contacten moet je ook diverse mini-quests uitvoeren om verder te komen in deze game. Geheel tegen de Simtraditie in is deze game namelijk uit te spelen. De opdrachten zijn in het begin vrij makkelijk, maar worden al snel moeilijker.

Geld stinkt niet

Om aan geld te komen kun je de mini-quests tot een goed einde brengen, maar je kunt ook meedoen met diverse minigames! Zo betaalt je oom je regelmatig een lieve smak geld als je zijn gras maait. Hoe beter je dit doet, hoe meer je verdient. Maai je echter de bloemetjes aan gort, dan kan het je ook weer geld kosten. Er zijn een flink aantal van dit soort kleine spelletjes die de nodige variatie aan het basisspel toevoegen. Ook kun je geld verdienen door af en toe een voorwerp voor iemand weg te brengen naar een ander personage in de game.

Conclusie

The Sims ziet er niet alleen prima uit op de GBA, het speelt ook nog eens ontzettend makkelijk. Zelfs de Nederlandse vertaling stoort niet heel erg, en dat zien we bij games zelden. Ik had niet verwacht dat The Sims op de GBA iets had kunnen worden. Gelukkig had men de moed om voor de GBA iets aparts te doen met het spel, en zo de gameplay succesvol aan te passen naar het kleine schermpje. The Sims is een game die je eigenlijk gewoon verplicht bij je GBA moet hebben: fris, gezellig en absoluut zeer verslavend.

8WEEKLY

All you need is cash

Artikel: Total Club Manager 2004

In de wereld van voetbalmanagementsimulaties geldt één vuistregel: Championship Manager is koning, keizer en admiraal. De afgelopen tien jaar heeft CM deze positie met veel overmacht weten te veroveren, en beten talloze concurrenten keihard in het stof. Je moet dan ook van goeden huize komen als je in dit genre een franchise wilt neerzetten. Toch lukt het EA aardig met zijn Total Club Manager-games.

~

Managementgames op consoles, kan dat eigenlijk wel? Championship Manager heeft een uitstapje naar de Xbox gemaakt (dat zou trouwens een interessante Xbox Live-titel kunnen worden), dus TCM komt ook gelijk maar naast de PC ook op de console uit. Alleen de Gamecube blijft weer eens achter, en dat is voor dit systeem een heel slecht teken. Als ook EA niet meer produceert voor de Cube, dan zie ik niet in waarom je deze console nog zou kopen. Misschien komt deze game later alsnog op de Cube uit. In elk geval valt op de PS2 de naar mijn mening lastige interface op. Met een muis werkt het allemaal gewoon net even wat instinctiever, en ga je sneller een beetje pielen, en kijken wat er mogelijk is. Op een console wil je gewoon aan de slag kunnen, en tja, daar leent een managementgame zich nou eenmaal niet voor. Het instructieboekje er dus maar bij gepakt…

Fusion

De grote gadget van dit spel is het met veel tamtam aangekondigde “Football Fusion”-gedeelte. Hiermee combineer je de spellen Fifa 2004 en TCM2004. Nu kun je naast managen ook voetballen. Ben je goed in Fifa, dan kun je met een wat mindere selectie dus toch nog kampioen worden. Eerlijk gezegd ben ik nooit zo’n fan geweest van dit soort opties. Je speelt een managementgame of niet. Mensen die beiden willen, zijn vaak niet de meest hardcore managementspelers, en kunnen met het carrièregedeelte van deze game ook wel vooruit. Desondanks is Fusion een leuk idee, dat ongetwijfeld een vervolg zal krijgen in Fifa 2005. Persoonlijk zie ik het slechts als een gadget, en geen reden om de game aan te schaffen.

All you need is cash

Als managerspel zitten er een paar minpuntjes aan deze game. Om te beginnen zijn de gedragingen van spelers en hun transfergedrag niet heel realistisch. Als je maar geld genoeg hebt, komen de meest bekende spelers toch wel naar je club, hoe laag je ook speelt. Bij Championship Manager hoefde je niet te proberen om bijvoorbeeld Mark van Bommel naar Sparta te halen. Mark gaf dan uit zichzelf al aan dat hij dat geen goede stap in zijn carrière vond. Hier kan je met een gerust hart proberen om spelers van bijvoorbeeld AC Milan naar een kleine club zoals Levante te halen. All you need is cash.

Conclusie

TCM2004 is een vrij redelijke game geworden, die door de Fusion-optie de nodige aandacht krijgt. Voor Championship Manager-fans is dit echter geen reden om van hun geloof te vallen: Fusion is voor hen slechts een irrelevante bijzaak. Op de console, en dan met name de PS2, heeft deze game echter weinig concurrentie. Zoek je een goede managmentsim voor je PS2, dan is TCM2004 voor nu de beste keuze. Ondanks een paar minpuntjes is deze game onderhoudend genoeg, hoewel hij op de PC het best tot zijn recht komt.

Film / Films

Hooggespannen verwachtingen

recensie: Shouf Shouf Habibi!

Je kunt, om wat voor reden dan ook, niet altijd op de dag van de première naar de film. Wanneer je dan een week, twee weken later alsnog naar de film gaat, heb je al het nodige aan voorkennis opgedaan: je hebt recensies gelezen, van iemand gehoord dat het een hele leuke film is (of juist niet), je hebt trailers gezien, kortom: je hebt verwachtingen. En dat is funest voor je bioscoopbezoek. Want zit je eenmaal vol verwachting in de rode pluchen stoel, dan valt het bijna altijd tegen.

~

Shouf Shouf Habibi! wordt door diverse kranten en tijdschriften de hemel in geprezen. De altijd gereserveerde Volkskrant noemde de film een “gevatte komedie”, HP de Tijd repte van een “stevige dosis humor en een ‘onsje’ drama”. Logisch dat de verwachtingen hooggespannen zijn: een komedie die ingaat op het leven van Marokkanen in Nederland, het eerste interculturele (en hilarische!) filmproject van eigen bodem.

Djellaba’s

En wat valt het dan tegen! Shouf Shouf Habibi! is alleen bij vlagen grappig en het verhaal zit vol gaten die qua grootte niet zouden misstaan op een achteraf gelegen weggetje in het Rifgebergte. Het verhaal gaat over Ap, een jonge Marokkaan in de stad die zou moeten worstelen met de keuze tussen zich onderdompelen in het moderne Nederlandse stadsleven of een rechtgeaarde moslim worden en een Marokkaans meisje trouwen. Op zich geen slecht uitgangspunt, ware het niet dat de keuze wel heel zwart-wit wordt gemaakt. Het ene ogenblik loopt Ap nog in een hip zwart jasje, het volgende moment draagt hij een djellaba tot op de grond. Die natuurlijk niet bevalt, waarna het zwarte jasje vlot weer uit de kast wordt getrokken.

Dan is er nog Aps familie, bestaande uit een overspel plegende ouderde broer, een afpersend broertje, een geëmancipeerd zusje en de traditionele traditionele ouders. De rollen worden goed ingevuld door acteurs als Najib Amhali (ook bekend van cabaret), maar hun wederwaardigheden zijn als los zand. De verhaallijn van zusje Leila, die verstoten wordt door haar familie omdat ze geen traditioneel huwelijk wil sluiten, is topzwaar. De serieuze problematiek wordt verbeeld door een enkele traan en een goedgemikte klap in het gezicht, en daarna is alles weer koek en ei. Zelfs niet-Marokkanen moeten in de gaten hebben dat dergelijke problemen niet zo eenvoudig opgelost kunnen worden, ook niet in de film.

E.T.

~

Er valt genoeg te lachen in Shouf Shouf Habibi!, maar het zijn oppervlakkige glimlachjes en het leidt nergens toe. En een film die zo uitdrukkelijk wordt gepresenteerd als een verhaal over opgroeien tussen twee culturen mag wel wat meer laten zien. Meer verdieping in de verschillen tussen beide culturen. De veelgeciteerde grap aan het begin (Wat zijn de vijf verschillen tussen een Marokkaan en E.T.? E.T. kwam alleen, zag er wél leuk uit, wilde de taal wel leren, had zijn eigen fiets en hij ging weer terug naar huis) geeft misschien wel aan wat het probleem is van Shouf Shouf Habibi!: in plaats van zowel Nederlanders als Marokkanen echt een spiegel voor te houden blijven de makers steken in grapjes die niet over de realiteit gaan.

Allochtonenvraagstuk?

Is Shouf Shouf Habibi! dan mislukt? Welnee, het is een aardige film, maar ook niet meer dan dat. Maak er in vredesnaam geen schoolvoorbeeld van geslaagde integratie van, of het luchthartige antwoord op het allochtonenvraagstuk, termen waar maatschappijkritische figuren graag mee gooien. Het is een aardige film, met leuke sketches en scènes die helaas in het grotere geheel van de film niet overeind blijven. Maar blijf vooral in je stoel zitten voor de aftiteling, want het titelliedje Shouf Shouf Habibi! van de rapformatie ADHD is nu juist wèl heel erg leuk en aanstekelijk.

Film / Films

Schoonheid in het wilde westen

recensie: Once Upon a Time in the West: Special Collector's Edition

Je hebt meesterwerken en je hebt Meesterwerken, moet Sergio Leone hebben gedacht toen hij met zijn co-auteurs Bernardo Bertolucci en Dario Argento begon aan het script van Once Upon a Time in the West. Met zijn drieën bekeken ze hun favoriete westerns en smeedden de beste elementen uit al die klassieke Hollywoodfilms aaneen tot een meesterwerk dat al meer dan dertig jaar wordt gezien als dè definitieve western.

~

Once Upon a Time in the West is het meerlagige verhaal van een ex-prostituee (Claudia Cardinale) die in het wilde westen een nieuw bestaan wil opbouwen, een mysterieuze harmonicaspeler (Charles Bronson) die uit is op wraak, een meedogenloze bandiet (Henry Fonda in een onkarakteristieke rol) en de onstuitbare opmars van de spoorwegen, die voorgoed het einde zouden betekenen voor de pioniers en het leven aan de “frontier”. In bijna drie uur trekken uitgestrekte landschappen, afwisselend in Spanje en Arizona gefilmd, en extreme close-ups aan ons oog voorbij, en het is aan Leones vakmanschap te danken dat de film geen moment verveelt, ondanks zijn glaciale tempo.

Wauw…

~

We hebben er lang op moeten wachten, maar eindelijk is de film uit op dvd. En het was het wachten waard: er is vrijwel niets aan te merken op deze prachtige uitgave. Zodra je de schijfjes uit hun zwaar kartonnen en schitterend uitgevoerde verpakking haalt, weet je dat er een hoop aandacht aan deze dvd is besteed. De beeld- en geluidskwaliteit van de film is verbluffend: Once Upon a Time in the West werd zorgvuldig digitaal gerestaureerd en dat is te zien. Nooit eerder zag de film er zo goed uit, waarschijnlijk zelfs niet tijdens zijn première in 1968. We waren al tevreden geweest als het hierbij was gebleven, maar Paramount heeft ook nog eens een prima verzameling extra materiaal toegevoegd.

Commentaar

Hoewel Once Upon a Time in the West om zacht te zeggen sterk is “beïnvloed” door vele andere westerns, hoef je dankzij deze nieuwe dvd geen filmkenner te zijn om alle verwijzingen en dubbele bodems op te pikken. Op het zeer informatieve commentaarspoor tijdens de film vertelt Leone-biograaf Christopher Frayling namelijk honderduit over de shots die Leone soms letterlijk van zijn inspiratiebronnen kopieerde, de motivaties van de personages, de locaties en Ennio Morricones legendarische muzikale thema’s. Ingebed in Fraylings verhaal zijn losse fragmenten te horen van beroemde bewonderaars als John Carpenter, Alex Cox en John Milius en korte interviews met Claudia Cardinale en Bernardo Bertolucci. Hoewel de sprekers na dik twee uur uitgepraat lijken, kun je het je niet veroorloven dit audiocommentaar over te slaan.

Tarantino

Maar dit is nog maar het topje van de ijsberg. De tweede schijf van deze set is gevuld met een zeer uitvoerige documentaire in drie delen, die achtereenvolgens de voorbereiding (scenario en casting), de opnamen en de postproductie (montage, muziek en ontvangst) beslaan. Veel van de sprekers uit het audiocommentaar zijn ook hier te zien, maar vrijwel nergens overlapt de informatie. De overige ruimte op disk twee wordt gevuld met verschillende kortere filmpjes over de opkomst van de spoorwegen, de in de film gebruikte locaties en een montage van foto’s die tijdens de opnamen zijn gemaakt. Enkele trailers ronden het geheel netjes af, en er schijnt zelfs ergens een nieuwe trailer verstopt te zijn, die de film op Tarantino-achtige wijze presenteert.

Sergio Leone maakte met Once Upon a Time in the West de ultieme western, die tegelijkertijd een opsomming en afsluiting vormt van meer dan vijftig jaar filmgeschiedenis. Met deze geweldige dvd moet de volgende vijftig jaar ook geen enkel probleem zijn.

Film / Films

Ontzettend lief

recensie: Something's Gotta Give

Er is iets met Jack Nicholson. Het viel me een tijdje geleden op bij zijn rol in Anger Management. Een matige film, maar puur door de aanwezigheid van Jack was de film toch te verteren. Sommige mensen dwingen dat nu eenmaal af. Ook al is het resultaat matig, ze hebben een bepaalde superieure uitstraling waardoor iedereen ze toch direct gelijk geeft. Andere mannen in dit rijtje zijn Sean Connery, Michael Caine, Johan Cruijff en Harry Mulisch. Als Jack, ondanks zijn leeftijd en uiterlijk een versierder van jonge vrouwen gaat spelen, geloof je het op een één of andere manier onmiddellijk.

~

Harry Sanborn (Nicholson) geniet van het leven, en gaat nooit uit met vrouwen boven de dertig. Met zijn nieuwste scharreltje Marin (Amanda Peet) gaat hij een weekendje naar het strandhuis van haar moeder. Helaas had moeder (genaamd Erica, gespeeld door Diane Keaton) ook een weekend in het huisje gepland. Erica ziet dan ook tot haar schrik dat Harry net zo oud is als zij, maar toch met haar dochter loopt te rommelen. Als Harry tijdens een vrijpartij een hartaanval krijgt, moet hij van zijn dokter (Keanu Reeves) verplicht rust houden. Aangezien Marin weer terug naar de stad moet, is er geen andere optie dan dat Erica blijft om op Harry te letten. De twee moeten aanvankelijk niets van elkaar hebben, maar raken langzamerhand toch gefascineerd door elkaar.

Tegenpolen

Soms heb je van die films waarbij je bij het begin al weet hoe het gaat aflopen. Met Something’s Gotta Give wil ik nog wel een stapje verder gaan: je weet direct bij elke scène al hoe hij gaat verlopen, en wat voor scène daarna gaat komen. De film portretteert Harry en Erica vanaf het begin als duidelijke tegenpolen. Na Harry’s hartaanval verspilt het script geen enkele tijd maar laat de twee tegenpolen razendsnel naar elkaar toegroeien. Je kunt meteen op je klompen aanvoelen dat dit leidt tot een stukje zelfbespiegeling. Beiden beginnen te twijfelen of ze met hun huidige bestaan echt gelukkig zijn, en of ze toe zijn aan iets totaal nieuws (elkaar). Vervolgens is daar uiteraard de kink in de kabel die in de afwikkeling van de film met de nodige obstakels overwonnen dient te worden. SGG is vooral een prettige feel-good film, en dus zijn zelfs die obstakels niet al te imposant.

De jonge dokter

Eén van die eerder genoemde obstakels is Harry’s dokter Julian. Hoewel hij een stuk jonger is valt hij als een blok voor de intelligente Erica. Omdat Harry te lang twijfelt, krijgen Erica en Julian uiteindelijk een relatie. Het lijkt erop dat Harry zijn kruit verschoten heeft. De rollen zijn nu omgedraaid: niet Harry, maar Erica heeft nu een jonge scharrel. Harry vindt dat uiteraard helemaal niks, maar dit zet hem nog meer aan het denken over zijn eigen leven. Hij zal keuzes moeten maken, anders is hij Erica, en zijn kans op een ander leven misschien wel voor altijd kwijt. Het verhaaltje kabbelt eigenlijk moeiteloos door, en alle plotwendingen en ontwikkelingen zijn al zo duidelijk van te voren aangekondigd dat niets je echt zal verrassen.

Conclusie

Ondanks al die voorspelbaarheid is SGG toch een ontzettend leuke film. Nicholson en Keaton hebben de voor het genre vereiste chemie. Bovendien is het wel eens verfrissend om een romcom te zien met mensen van boven de vijftig. De film is ontzettend lief zonder direct klef te worden. En bovendien zei ik het in de inleiding al, het blijft altijd een absolute traktatie om Nicholson aan het werk te zien. SGG is misschien voorspelbaar, maar ook zeer onderhoudend en goed voor een lach.

Muziek / Concert

Alleen charme is niet meer genoeg

recensie: Kaizers Orchestra live

In rap tempo verovert het Noorse Kaizers Orchestra Nederland. Vorig jaar vielen ze geweldig op op Eurosonic en daarna ging het in rap tempo opwaarts in de vaart der volkeren: Vera, Lowlands, de Melkweg en dan nu weer Vera. De Noren hadden Groningen uitgezocht als start voor hun nieuwe tournee. Kaizers Orchestra en Groningen hebben wat met elkaar en de verwachtingen waren dan ook hoog gespannen.

~

Ruim voor het begin van de voorstelling stond er al een rij voor de ingang. Sommige fans van het eerste uur probeerden op het laatste moment nog een kaartje te bemachtigen. Een van die fans raadde het concert enthousiast af: “Zo leuk is het helemaal niet hoor!” Verderop probeerde er een met een vergelijkbaar trucje iemand een kaartje te ontfutselen: “Als je het een keer gezien hebt, is het steeds hetzelfde.” Deze laatste figuur bleek met zijn opmerking onbedoeld dicht bij de waarheid te komen.

Frivole mengelmoes

~

Ikzelf zag ze één keer eerder, op Lowlands. In Biddinghuizen speelden ze een set die zowel in volgorde, uitvoering als interactie met het publiek sterk leek op deze in Vera. Dat hoeft helemaal niet erg te zijn, want Kaizers Orchestra is een energieke band met energieke en uiterst dansbare muziek, waardoor de optredens altijd feestjes zijn. De stemming komt er gemakkelijk in met de frivole mengelmoes van hoempa met punky gitaren en stevig slagwerk op de inmiddels bekende olievaten. Niet voor niets is de slagzin van Kaizers verwerkt in een van hun bekendste liedjes: Ompa til du dør, oftewel: hoempa tot je erbij neervalt.

Janove Rat Kaizer

Maar het was op deze donderdagavond vooral meer van hetzelfde. Het publiek was verwachtingsvol toegestroomd en hoopte op een spetterende avond. Zanger Janove Rat Kaizer deed zijn best het publiek op zijn hand te krijgen en het zal hem ook best gelukt zijn, maar niet met de hele zaal. Daarvoor stonden toch te veel mensen te wachten op iets wat eigenlijk niet kwam, of niet genoeg kwam. Maar wat dat dan precies was, is niet zo gemakkelijk te zeggen.

Innemend

Kaizers Orchestra is een innemende band en bij hun muziek kun je bijna niet stil blijven staan. Maar het lijkt erop dat deze twee dingen vanzelfsprekend zijn geworden voor het publiek. Kaizers enthousiasme kennen we nu wel, lijkt de opvatting, en de muziek kennen we ook. Het is nog steeds goed, maar het publiek wil meer. En het lijkt erop dat Kaizers Orchestra donderdagavond in Vera wel meer wilde bieden, maar niet zo goed wist wat dan precies.

Nieuw kunstje?

Het uitgebreide voorstellingsrondje, waarbij elk bandlid een bombastisch-komische introductie krijgt, kenden we al van eerdere voorstellingen, en dat werkte dus niet echt. Toen Janove Rat Kaizer vertelde dat hij zijn dochtertje, nu twee maanden, Vera had genoemd, leek het even goed te komen. Maar daarna was het weer meer van hetzelfde. Wel met veel vuur en inzet en enthousiasme gespeeld, daar niet van, maar gewoon niet zo spetterend. Moet Kaizers met een nieuw kunstje komen of is het Groningse publiek verwend geworden?

Moegespeeld

Voor wie Kaizers Orchestra nog niet kent, is elk concert een openbaring. Maar de fans, en die schare groeit snel in Nederland, kennen de hoempamelodieën van de Noren nu zo onderhand wel. Kaizers staat straks op Pinkpop. Het is te hopen dat ze zichzelf, en het Nederlandse publiek, voor die tijd niet moegespeeld hebben.