Muziek / Achtergrond
special: Eurosonic 2005

In de rij van hype naar hype

De twee dagen voor Noorderslag vindt in de binnenstad van Groningen ieder jaar het internationale showcase-festival Eurosonic plaats. Op dit festival presenteren tientallen bands uit heel Europa, die op het doorbreken staan, zich aan het publiek. Onderhand is het festival uitgegroeid tot een internationale happening, waar naast 15.000 bezoekers ook de radio en televisie uit Nederland, België, Duitsland, Zweden en Groot-Brittannië op zoek gaan naar de nieuwste hype. Vorig jaar speelde bijvoorbeeld Franz Ferdinand vlak voor hun doorbraak op het festival en het jaar daarvoor The Libertines. Dit jaar hebben twee 8WEEKLY-verslaggevers regelmatig in de rij gestaan om de nieuwste hypes uit te checken.

Donderdag 13 januari, de rustige dag

Mediengruppe Telekommander

De eerste dag van Eurosonic is altijd de rustigste. Er zijn nog wat minder zalen om te bezoeken en het aantal bezoekers is daar op afgestemd. Daardoor hoef je minder vaak in de rij te staan. En dat terwijl een aantal flink gehypte bands dit jaar op deze dag zijn geprogrammeerd.

De eerste band van de avond is The Revs uit Ierland. Deze band speelt een aardige set van rockliedjes die wel doen denken aan de vroege Stereophonics, maar toch iets minder speciaal zijn. Pas als de drie bandleden bij het een na laatste nummer gezamenlijk het drumstel bespelen, klinkt dit, hoe oubollig de gimmick ook is, lekker dreigend, alsof er revolutie op hand is. Het eveneens Ierse Hal brengt melodische gitaarpop dat lijkt op The Thrills. Het concert lijdt onder de duidelijk zenuwachtige zanger en bassist. Hoewel de op Jamai lijkende drummer duidelijk geniet, geven zij een optreden weg dat onder de verwachtingen ligt die ze voor zichzelf hebben opgeworpen op het Haldern-festival.

The Subways

Van een heel andere orde is Mediengruppe Telekommander. Dit duo brengt een combinatie van punkrock en rap die aan de Beastie Boys doet denken, maar is toch heel duidelijk uit de Berlijnse kunstenaarsscène voortgekomen. De muziek is rauw en hard en wordt aangevuld door gigantische achter de band geprojecteerde beelden van het concert. Bij de laatste stampers wordt het publiek opgeroepen om keihard de bandnaam te scanderen en dit doet dat uit volle borst.

Hard en basic zijn ook The Subways. Dit piepjonge trio is de Britse versie van Datsuns en The Thermals, maar weet niet zo te overtuigen, doordat de liedjes niet echt blijven plakken. Dat de bassiste erg in de smaak valt bij het mannelijk deel van het publiek zorgt er echter voor dat men dit niet erg vindt. Dat ze haar hak breekt en haar riem afvalt en er in Engeland duizenden van dit soort meisjes rondlopen deert niets. Hang er een bas om en Atomic Kitten is opeens interessant voor het gitaargerichte volk.

The Go!Team

Stukken overtuigender is The Go!Team uit Londen en Brighton. De wat curieuze kruising tussen Basement Jaxx en Belle & Sebastian wordt aangevoerd door een zangeres die het publiek zo hard probeert op te zwepen dat ze haar stem zelfs kwijtraakt. Dat geeft helemaal niets want de muziek staat als een huis en het publiek gaat helemaal los. Dansen, meezingen en ‘Go!Team’ schreeuwen, Groningen is opeens wakker. De eerste hype die het echt waar maakt en waar we hopelijk nog veel meer van gaan horen.

Dat geldt waarschijnlijk niet voor de Zweden van Strip Music. Hoewel de muziek goed is, lijkt de zang echt helemaal nergens op. Of de zanger kan écht niet zingen, of er is iets met zijn stem. Na een half uur biseksuele glampop á la Suede en Das Pop houdt de band er mee op en is de zaal half leeg. Een beetje een treurige afsluiting van de eerste avond.

Vrijdag 14 januari, de drukke dag

De tweede dag belooft een drukke dag te worden met veel rijen en veelbelovende hypes. Er zijn veel meer zalen en acts te bezoeken dan donderdag, maar omdat iedereen naar de grotere namen gaat, zijn er veel overvolle zalen.

Janove Ottensen

De avond begint met de Noorse singer-songwriter Janove Ottesen. Twee jaar geleden stond hij nog op Eurosonic als zanger van Kaizers Orchestra, nu staat hij er alleen voor. Niet helemaal, want Janove heeft wel een begeleidingsband bestaande uit melige, jonge mannen meegenomen. Tussen de nummers door maakt Janove grappen met de bandleden en zoekt hij veel interactie met het publiek. In de overige tijd speelt hij een aantal integere en degelijke Americana-achtige nummers, waarmee hij de harten van het publiek verovert.

De volgende stop is het piepjonge, Engelse Blackbud, dat het publiek ‘opmerkelijk stevige britrock’ belooft. Dit bleek al na een half nummer behoorlijk tegen te vallen. De muziek is typisch Brits, vooruit, maar eerder nogal gezapig en blues geïnspireerd dan de verwachte ‘rockende aanpak’. Daarbij was de zang tergend vals. Het publiek vlucht dan ook vlotjes de zaal uit.

Little Barrie

Wel goed in vorm is het Britse Little Barrie. De band, genoemd naar de uitermate kleine gitarist Barrie, speelt melodieuze popmuziek lijkend op de Bluetones en de Charlatans. Ondanks de wat minder geslaagde samenzang van de drummer, bereiken de nummers precies de juiste balans tussen fris en ruig. Van een band die in staat is in 23 vrije woensdagmiddagen hun debuutalbum op te nemen, mag je natuurlijk wel wat live-kwaliteiten verwachten en dat maakt Little Barrie meer dan waar.

Een andere veelbelovende hype zou folkband Gravenhurst zijn. De Britten blijken echter zo populair dat de twee 8WEEKLY-verslaggevers niet meer in de zaal passen. Bij tweede keus Cosmic Casino daarentegen zijn we meer dan welkom. De Duitse rockband draait om de bassist die er zes jaar over heeft gedaan eindelijk de juiste medebandleden te vinden. Het resultaat mag er zijn. Hoewel het niet erg vernieuwend is, speelt de band een technisch correcte set met rock zoals het hoort te klinken.

Colour of Fire

Het laatste concert van de avond heeft in de aanloop van het festival hoge verwachtingen gewekt. Het Britse Colour Of Fire is zelfs de eerste en enige band die een schare fans in de voorste rijen heeft staan. Maar ook de pers is in groten getale aanwezig. Sarcastisch vraagt de gitarist nog of dit soms een feestje voor platenmaatschappijbobo’s is. Het viertal jonge jongens klinkt ontzettend Engels, maar de Amerikaanse invloeden van onder andere de nu-metal zijn zeker duidelijk hoorbaar. Dit maakt de muziek ietwat verwarrend voor hokjesgeesten, maar dat doet er eigenlijk helemaal niet toe. De set wordt van begin tot eind strak, lekker opgefokt en met stijl gespeeld en het publiek is laaiend enthousiast. Dit zou de ultieme hype kunnen zijn waar iedereen het hele festival op heeft gewacht.

Al met al bevatte Eurosonic dit jaar een aantal hoopgevende beloftes, maar betwijfeld kan worden of de nieuwe Libertines of Franz Ferdinand zich ertussen bevindt. Het wachten is op het publiek dat de eerstkomende weken massaal cd’s zal gaan kopen van persoonlijke favorieten. Pas dan zal de uitslag duidelijk worden.

Muziek / Achtergrond
special: Noorderslag 2005

Niks nieuws onder de zon

Noorderslag is hét festival voor Nederlandse bands en werd dit jaar al weer voor de negentiende keer georganiseerd in de Oosterpoort te Groningen. Zo’n 50 acts in 8 zalen van verschillende grootte presenteerden zich aan het Noorderslag-publiek, dat in plaats van kritisch te zijn en de nieuwste dingen te bekijken, zoals bij Eurosonic de twee dagen eerder, er juist lijkt te zijn voor de sociale contacten en de lol.

Gem

De meeste acts op het festival zijn wel redelijk bekend in het clubcircuit, maar toch is er altijd plek voor jong talent. Zoals de winnaars van de Grote Prijs van Nederland Lemon Seven, die het festival openen. Eerlijk gezegd een vreemde keuze als winnaar, want de band weet niet echt te overtuigen met haar dertien-in-een-dozijn-rock. Ze zien er zelfs niet echt bijzonder uit. Wat dat betreft zijn de jongens van Vladimir beter in stijl. Ze zien er uit als intellectuelen en dat is hun muziek terug te horen. De band brengt muziek die door haar melancholie in de verte wat heeft van Coldplay en Radiohead. Er wordt technisch goed gespeeld, maar vlammen wil het niet echt. Je vraagt je een beetje af waar de gedrevenheid van deze jongens zit.

Uiterlijkheden

Daarom maar gauw door naar iets heel anders, de electroclash van Drillem. Het is interessant, dansbaar, er zijn live instrumenten zoals bas en de videobeelden die bij de nummers worden getoond zijn leuk om naar te kijken. Jammer alleen dat de twee bandleden waarschijnlijk met elkaar getrouwd zijn, want aan het uiterlijk wordt kennelijk niets meer gedaan. Uiterlijke vertoning is wel belangrijk voor de rappers van THC (niet te verwarren met DHC van de anti-Hirsi Ali-rap). De nummers zijn goed, maar ontzettend vrouwonvriendelijk, van het niveau “Je bent gemaakt om te pijpen”. Dat hoort echter bij dit soort rap, net zoals met z’n tienen op het podium staan en de vier beschikbare microfoons door geven.

Saaie Nederlanders of on-Nederlands goed

The Sheer

Terwijl het handjevol gekleurde Nederlanders bij THC stond te swingen, zat een hele grote groep witneuzen in de grootste zaal naar Lange Frans en Baas B. te luisteren. Dat de echte urbanliefhebber hier niet stond was uit twee dingen te verklaren. De rappers zijn wit en ze maken ongelofelijk bloedeloze, truttige maatschappijkritische nummers. Wie denkt dat hun hit Zinloos een eenmalig iets is heeft het mis, de jongens uit Diemen nemen allerlei suffe problemen als onderwerp. Gelukkig nog net geen nummer over hondenpoep op straat gehoord. Dan maar rocken met Gem, ook wel de Nederlandse Strokes genoemd. Want de vergelijking met deze band is overduidelijk. De muziek is strak en de zanger is echt on-Nederlands goed en een ware performer, waardoor het geen minuut saai is om naar te kijken. Een band die net als Gem bij het Excelsior-label zit is Solo. Waarom is meer dan duidelijk. Zanger Michiel Flamman (eerder bekend als J.Perkin) heeft precies hetzelfde Engelse accent als meer bands bij dit label, zoals het (reeds ter ziele zijnde) Daryll-Ann. Solo brengt met zijn semi-akoestische popliedjes een beetje een saaie variant van deze band.

Popprijs

Ali B.

Een van de hoogtepunten van het Noorderslag-festival is altijd de uitreiking van de Popprijs aan de artiest die in het afgelopen jaar het meest heeft bijgedragen aan de Nederlandse muziek. Speculaties waren dat Within Temptation of Kane de prijs zou winnen, maar zelfuitgeroepen knuffelmarokkaan Ali B. mocht de € 10.000,- mee naar huis nemen. Dit viel niet in goede aarde bij een deel van het publiek, dus werd er traditiegetrouw naar de winnaar gesmeten met glazen bier. De rapper had hier snedig weerwoord op: “Gooi maar, nu mag het. Ik heb mijn handdoek bij me” en “Da’s toch zonde joh? Ik heb 10.000 euro, jij niet!”. Het concert dat Ali B. hierna gaf toonde waarom hij de prijs had gewonnen. Hoewel het vrijwel helemaal bestond uit zijn drie hits en de stukjes rap, beatboxing en zang van zijn protegees gaf hij een goede en interessante show weg waar het publiek sterk bij werd betrokken, onder andere om samen met Brayce de zangpartij van Marco Borsato in Wat zou je doen in te vullen.

Gitaarmuziek

Na Ali B. was het weer tijd voor gitaarmuziek. Blues Brother Castro gaf een sterke set weg van de alternatieve rock waar ze zo goed in is, maar veel beter dan eerdere concerten was het niet, maar ook niet slechter. Een sterke standaard zullen we het maar noemen. De muziek van The Sheer wordt in de vaderlandse pers vaak Britpop genoemd, maar als je niet uit Groot-Brittannië komt maak je als band per definitie geen Britpop. Je kunt daarom beter zeggen dat ze muziek met een Britse twist maken, zoals Tuesday Child dat eind jaren 90 deed. De belangrijkste invloed lijkt Supergrass te zijn, in zowel de hardere als de zachtere nummers. Het niveau van deze band haalt The Sheer echter bij lange na niet. De up-tempo-nummers zijn leuk, de langzame niet echt bijzonder. Het hitje It Only Gets Better wordt juist niet steeds beter, maar zakt steeds in. En ga weer eens naar de kapper jongens!

De grote Ali B. show

Silent Disco

Brayce, de 17-jarige zanger/rapper die al bij Ali B. op het podium stond krijgt als “grote jonge belofte van de Nederlandse urban-scene” ook nog een half uurtje voor zichzelf in de foyer. Als rapper komt hij echter niet erg uit de verf en de samples en geripte riffs die worden gebruikt komen allemaal wel heel erg bekend voor. Gelukkig springt Ali de laatste twee nummers nog even bij, anders had dit optreden helemaal niks voorgesteld. Brayce kan beter nog een tijdje op de achtergrond meezingen en de kunst afkijken van zijn grote vriend.

“Topperrrrrrrrs uit de collectie!”

Uit pure ellende proberen we dus maar even de Silent Disco uit. Hierbij krijg je een koptelefoon op om op muziek te gaan dansen zonder dat je weet wat de ander luistert, want er zijn twee dj’s. Pas na een kwartier ontdekken we dat we allebei naar iets anders aan het luisteren zijn en dat er een tuning-knop op de koptelefoon zit, zodat je samen naar hetzelfde kunt luisteren. Als er een groepje vrienden mee komt dansen wordt het helemaal feest en dansen we tot het festival is afgelopen. Eigenlijk is het jammer dat twee dj’s die vrij standaard plaatjes draaien het allerleukste van het festival is, maar ook wel typerend voor Noorderslag; eigenlijk ken je het meeste wat er speelt al en verrassingen zijn een uitzondering.

Muziek / Album

Zelfverzekerde ‘southern’ versie van The Strokes

recensie: Kings Of Leon - A-Ha Shake Heartbreak

De ‘Southern Strokes’, zo worden de Kings of Leon in Europa gemakshalve ook wel genoemd. Dat ze uit Tennessee komen zal daarbij natuurlijk een rol hebben gespeeld. Op zich een mooie geuzennaam, er zijn immers een hoop mindere bands om mee vergeleken te worden, al is de muziek van de Kings ontegenzeggelijk meer ‘garage’. De domineeszonen die in plaats van bij de bijbel zweren bij alles wat door God verboden is leveren mooie verhalen op. Zoals dat van hun alcoholistische vader die zijn zoons meenam op ‘evangelisatietournee’ door de Zuidelijke Staten. Elke journalist smult ervan, maar helaas wordt de muziek dan nog wel eens vergeten.

~

De bandnaam hebben de drie broers Caleb, Nathan en Jared Followill en neef Matthew (met een gemiddelde leeftijd van amper 22) ontleend aan die van vader en opa. Na een EP en het gehypte debuut Youth and Young Manhood (2003) verscheen onlangs het altijd moeilijke tweede album. Een kwestie van erop of eronder noemen ze dat. De broeierige stuitermuziek valt te omschrijven als een mix van The Stones en Creedence Clearwater Revival, met in de verte een echo van seventies-bands als Lynyrd Skynyrd en The Allman Brothers. Klinkt dat hip? Eigenlijk niet. Sommige recensenten spraken minachtend van “recyclers who were laughably re-living an out of date rock ‘n’ roll dream.” Maar dat is wellicht wat overdreven.

Seks!

In vergelijking met het debuut is de gezichtsbeharing misschien wat afgenomen, maar de teksten op A-Ha Shake Heartbreak gaan net als voorheen over de meisjes die de heren Followill het hoofd op hol brengen. Zoals Soft, waarin wordt gezongen over het te dronken zijn om klaar te komen en openingsnummer Slow Night, So Long dat gaat over seks met groupies: “I hate her face, but enjoy the company… you’re not so nice, but the sex sells so cheap” Gelukkig beseffen ze het zelf als geen ander. Het lijkt allemaal een kwestie van afzetten tegen de strikte regels van het geloof.

Whiskey en sigaretten

De sound van dit album ligt in het verlengde van zijn voorganger, maar is misschien iets subtieler. Caleb klinkt bijvoorbeeld nog steeds alsof hij elke ochtend minstens een pakje sigaretten rookt en een fles whiskey achterover slaat, waardoor zingen eigenlijk niet het goede woord is. De twaalf nummers zijn daarbij iets korter dan die op zijn voorganger. Helaas ook dit keer minstens twee bedenkelijke niemandalletjes (Rememo en Day Old Blues). Kings Of Leon komt in de buurt, maar mist de zwaarmoedige urgentie van The Strokes. Dat is niet erg, want aan alleen regen hebben we een broertje dood. A-Ha Shake Heartbreak is daarmee niet revolutionair of vernieuwend, zoals vooral de Engelse media ons graag willen doen geloven, maar toch in zijn geheel genomen een prettige tweede plaat.

Theater / Voorstelling

Niet lachen om de dood met dit elftal

recensie: Tegen alle verwachtingen in (Delfts Blok)

.

~

Elf man sterk zijn ze, de heren van Delfts Blok. Het lijkt niet erg gebruikelijk om met zoveel mensen een cabaretprogramma neer te zetten, maar dat het wel werkt, bleek tijdens het Groninger Studenten Cabaret Festival dat zij in 2001 wonnen. Vier jaar later staan ze met hun tweede programma in de theaters. En van alle lovende woorden die eens over hen zijn gezegd, lijkt maar weinig over te zijn.

Krachtig en enthousiast

~

Tijdens deze voorstelling, waarin het vooral om de dood draait, worden sommige sketches opgevoerd in paren, solo of met de hele groep. Als geheel straalt de groep iets heel krachtigs uit en het enthousiasme straalt ervan af. In kleinere groepen of solo komen de heren vaak minder uit de verf. Het lijkt ook wel een beetje een strijd geweest te zijn om iedereen aan de beurt te laten komen om zelf iets ‘leuks’ op het podium te mogen roepen. Maar echt grappig zijn ze niet.

Te ver

Delfts Blok wil overkomen als een groep met zwartgallige humor. Dat is ze enigszins gelukt, want sommige opmerkingen komen hard aan. Maar weinig mensen moeten erom lachen, want ze zijn eerder geschokt over het feit dat die mannen daar een beetje als een kip zonder kop zinloze opmerkingen staan te maken over een dood kind of een mongooltje dat je beter dood kunt trappen dan een knal te verkopen. Soms kun je ook te ver gaan als cabaretier en die grens heeft Delfts Blok akelig dicht benaderd tijdens de voorstelling. Zwartgallige humor is fijn, maar niet op deze smakeloze kinderachtige manier.

Dodelijk saai

Tegen alle verwachtingen in kent slechts een paar goede grappen waar je om kunt lachen en zelfs nog eentje die actueel is. Tussendoor wordt er ook nog gezongen en muziek gespeeld, wat niet onaardig klinkt. De rest van de avond zit je een beetje stilzwijgend naar de vaak veel te lange verhaaltjes van deze mannen te luisteren. Dodelijk saai zijn de inleiding en het slot van de voorstelling waar maar geen eind aan lijkt te komen, en waarbij één van de mannen het publiek er dan ook nog lollig op wijst dat hij daar in de inleiding al voor gewaarschuwd had. Fijn.

Studentikoos

Wat is er toch mis gegaan? Waren de mannen na het eerste programma zo tevreden over zichzelf dat ze dachten er al te zijn en dat ze geen moeite meer voor het publiek hoefden te doen? Dan hebben ze het publiek toch verkeerd ingeschat, want dat wil wel wat meer dan een studentikoze avond met een paar grappen en grollen en vervelende verhalen. Wat dat betreft lijkt het erop dat de heren zijn blijven steken op het amateurniveau van de cursus kleinkunst waar ze elkaar ooit tegenkwamen. Dit elftal zal alles op alles moeten zetten om in een eventuele vervolgvoorstelling te laten zien wat ze echt waard zijn. Delfts Blok zal dan wederom moeten proberen tegen alle verwachtingen in het tegendeel te bewijzen.

Tegen alle verwachtingen in wordt nog tot en met 12 mei 2005 gespeeld.

Boeken / Fictie

Willoos en doelloos

recensie: Richard Osinga - Klare taal

Jacob is net afgestudeerd en terwijl hij zich afvraagt wat een econometrist met bijvakken Arabisch in ’s hemelsnaam voor werk moet gaan doen, komt er een interessante vacature voorbij: een onderzoeksplaats bij de universiteit Leiden, waar men onderzoek doet naar de herkomst van de Koran. Jacob solliciteert en krijgt de baan. Terwijl hij op een terrasje een biertje drinkt raakt hij met een Marokkaans meisje aan de praat. Voor hij het weet is zij in verwachting en hij met haar getrouwd. Zie hier het uitgangspunt van Klare taal, een roman van Richard Osinga met een doelloze en willoze hoofdpersoon.

Jacob is als een takje in een rivier. Hij buigt niet wanneer de Marokkaanse Asma een abortus voorstelt: hij wil wel trouwen. Maar voor de rest drijft hij mee op de stroom gebeurtenissen die zijn leven bepalen: een baan, een baby, een trouwring en vrij snel daarna: plotselinge faam als televisiepersoonlijkheid. Door zijn onderzoek naar de Koran kan de islam van betekenis veranderen en dat is net waar men vlak na 11 september 2001 en 6 mei 2002 op zit te wachten. In dat nabije verleden beweegt Jacob zich namelijk, en hij wordt veelvuldig gevraagd zijn mening te geven in talkshows en paneldiscussies. Vooral wanneer hij op tv bekendmaakt dat hij zich heeft bekeerd tot de islam, houdt de stroom berichten op zijn voicemail bijna niet meer op: Jacob is knuffelmoslim geworden.

Slappeling

Verhalen over mensen zonder eigen wil kunnen heel mooi zijn, maar het is voor een lezer veel interessanter om een hoofdpersoon te leren kennen die wel een doel heeft in het leven. Zonder ‘drive’ is de Jacob uit Klare taal eigenlijk maar een slappeling, iemand van wie nauwelijks iets uit gaat. Bijna alle gebeurtenissen in het deel van zijn leven dat we voorgeschoteld krijgen, hebben een oorzaak die buiten Jacob zelf ligt. Daarmee is Jacobs karakterontwikkeling zo plat als een dubbeltje. Pas als we nog twintig bladzijden te gaan hebben tot het einde laat Osinga zijn hoofdpersoon wat willen. Maar dan is het al te laat om Jacob nog enig leven in te blazen.

Recente geschiedenis

Een plotgestuurd verhaal hoeft echter geen probleem te zijn als de gebeurtenissen voldoende te bieden hebben. In eerste instantie lijkt dat inderdaad het geval: Klare taal speelt zich af in 2001 en 2002, jaren die voor Nederland, de moslims en de wereld ingrijpende veranderingen teweeg brachten. Op een terloopse wijze verweeft Osinga de gebeurtenissen in de wereld met die in Jacobs leven. Maar de aanslagen op de Twin Towers en de moord op Fortuyn hebben weinig uitwerking op de personages: ze kijken, schrikken en geven een vreselijk brave eerste reactie:

Voor Jacob zijn ogen sloot, viel zijn blik op de kop van de Spits van de overbuurvrouw. ‘Fortuyn vermoord’. Daarnaast een vreselijke foto van Pim op een parkeerplaats.
Jezus, dacht Jacob, dat kan niet waar zijn. Dat is onvoorstelbaar. Dat is onmogelijk.
Hij viste een Metro uit de prullenbak en las hem razendsnel door. Natuurlijk was het waar. De Spits was misschien geen NRC Handelsblad, maar dit soort dingen verzonnen ze niet.

~

Wie verwacht dat na zo’n voor de hand liggende eerste reactie een diepzinnig, opruiend of genuanceerd verhelderend commentaar zal volgen, komt bedrogen uit. Jacobs collega’s spreken erover en de hele universiteit gonst, maar Jacob heeft hoofdpijn en neemt een aspirientje. Alleen wanneer Feyenoord de UEFA-cup wint, komt hij uit zijn stoel om de armen in de lucht te steken. En zelfs dat niet met overtuiging.

Wil

Klare taal moet ergens in het proces van tekstverwerker via uitgever naar boekhandel een veelbelovend project zijn geweest, maar er is maar weinig van over. Is het boek bedoeld als persoonlijke beleving van een veranderende wereld? De hoofdpersonen laten de wereld te weinig toe in hun gedachten en daden. Een hedendaags liefdesverhaal misschien? Modern is het huwelijk tussen de Hollander en de Marokkaanse misschien wel, maar liefdevol niet. En modern is het ook niet dat Asma voor het huishouden zorgt en Jacob het op een gegeven moment maar op een drinken zet om zijn sores te vergeten.
Was het dan een zwoele vrijage met Arabische poëzie? Bij elke gebeurtenis in je leven past een Arabisch gedicht, laat Osinga Jacob zeggen. Inderdaad begint elk hoofdstuk met een stukje vertaalde poëzie en staat het verhaal bol van de Arabische spreuken. De vertaalde poëzie is mooi en vaak van toepassing op de inhoud van de hoofdstukken, maar de Arabische spreuken blijven onvertaald en ook Jacobs liefde voor de taal spreekt niet uit zijn woorden. Daar komt bij dat er (in het Nederlands) behoorlijk wat storende spelfouten staan. Slordig.

De pers was behoorlijk enthousiast over Osinga’s debuut, Bor in Afrika, dat in 2003 verscheen. Waarschijnlijk heeft Klare taal gewoon niet genoeg tijd gehad om te rijpen tot een echt goed verhaal. Of Osinga wilde te veel tegelijk: op de huid van de tijd schrijven, talen vermengen, een modern liefdesverhaal schrijven. Dan wilde Osinga in elk geval meer dan zijn hoofdpersoon.

Theater

Briljant toneelcabaret

recensie: Van Houts en de Ket - Fit! en Hard optreden

Het duo Van Houts en de Ket zal het grote publiek kennen van de tv-reclame voor de koffie van Kanis en Gunnink. In een interview met de Volkskrant geeft Tom de Ket aan dat ze deze commercials vooral doen om hun pensioen bij elkaar te sprokkelen. Toch is het duo lang bang geweest dat deze actie hun naam in het theater kon verpesten. Niets is echter minder waar, want velen zullen hierdoor juist de eerste dvd van het duo kopen en gegarandeerd verrast zijn door de kwaliteit van hun toneelcabaret.

~

Zoals gezegd verkopen Tom de Ket en George van Houts koffie met “opgeklopte melk”, maar ze staan daarnaast al geruime tijd op de planken. George van Houts is sinds 2001 betrokken bij Radio Bergeijk en presenteerde het kunstprogramma RAM. Tom de Ket regisseert toneelvoorstellingen en geeft trainingen aan de toneelschool. Als duo timmeren ze sinds 1996 aan de weg en zijn ze inmiddels aan hun zevende programma, Zere Benen, toe. Hun vierde (Fit) en vijfde (Hard optreden) programma zijn gezamenlijk op deze dvd verschenen.

Razend tempo

~

De manier waarop de twee mannen karakters neerzetten maakt direct duidelijk dat ze hun wortels in de toneelwereld hebben. In een razend tempo en zonder ogenschijnlijke samenhang worden verschillende sketches afgewerkt waarin het duo telkens weer een andere type op voortreffelijke wijze neerzet. Die types zijn meestal interessant en verrassend, waardoor de beide programma’s de hele tijd boeiend blijven.

Aan het denken gezet

Maar degelijk toneel en goed neergezette types zijn nog niet per definitie grappig. De kracht van Van Houts en De Ket zit hem dan ook in de cynische manier waarop ze ons door die types aan het denken zetten. Je wordt constant bij de les gehouden doordat het perspectief van het programma regelmatig wisselt. Dit maakt het werk van de twee mannen erg interessant. Overigens heeft het duo in Hard optreden nog iets meer haar draai gevonden dan in Fit!, omdat ze af en toe ook een ‘harde’ opmerking durven te plaatsen. Zo wordt dit verrassende perspectief ook uitgebuit om een komische climax te bewerkstelligen. Tijdens dit optreden varieert het cabaretduo van heel erg goed tot regelmatig briljant.

Speciale manier van toneelcabaret

De programma’s Fit! en Hard optreden staan beide integraal op de dvd. Deze duurt dan ook een kleine drie uur. Helaas staat op de hoes per ongeluk dat het na anderhalf uur al over is met de pret. Er zijn bij deze twee volledige shows geen extra’s opgenomen. Toch is het fantastisch om voor de mensen die niet elke week in het theater zitten deze koffieverkopers nu echt aan het werk te kunnen zien. Dit koffie-imago kan hen nog eens goed van pas komen om een groot publiek met hun speciale manier van toneelcabaret in aanraking te laten komen. Lachen is gegarandeerd en het zet je tevens aan het denken. Het is een combinatie die langzaam aan zeldzaam begint te worden.

Film / Films

Weer een echte Jeunet

recensie: Un long dimanche de fiançailles

Een enorm succes. Er zijn vermoedelijk maar weinig filmmakers die daar niet van dromen. Een kleine vier jaar geleden overkwam het de Franse regisseur Jean-Pierre Jeunet. Met zijn Le fabuleux destin d’Amélie Poulain, of kortweg Amélie, overtrof hij de stoutste verwachtingen van iedere (arthouse)bioscoop. Zelfs in bioscopen waar de film meer dan een jaar draaide, bleven de bezoekers komen om even deel uit te kunnen maken van de sprookjesachtige en optimistische wereld van Amélie. Geen wonder dat de verwachtingen voor zijn nieuwe film hooggespannen zijn. Zeker omdat Audrey ‘Amélie’ Tautou wederom de hoofdrol voor haar rekening neemt.

~

Het openingsshot van Un long dimanche de fiançailles rekent direct af met de verwachting van weer een lieve, sprookjesachtige film. Oorlogsbeelden, dat is wat we te zien krijgen. Of liever gezegd, beelden die laten zien wat de gevolgen zijn van een oorlog. Een Christusbeeld met afgehakte hand hangt troosteloos op een massabegraafplaats. Snel daarna voert de camera naar een loopgraaf waar vijf Franse soldaten in de regen hun sombere toekomst tegemoet lopen. Alle vijf hebben ze een verwonding opgelopen aan hun hand. Door eigen toedoen, in de hoop de waanzinnigheid van de oorlog achter zich te kunnen laten. Als deserteurs worden ze veroordeeld tot de dood. Maar om munitie te sparen (en de mannen nog een minieme kans te gunnen) worden ze uitgezet in niemandsland; in afwachting van een zekere dood.

Gedetailleerde absurditeit

~

Ondanks alle oorlogsgruwelen die te zien zijn, is de handtekening van Jeunet al bijzonder snel te herkennen. De vijf mannen worden stuk voor stuk geïntroduceerd door in een notendop hun levensverhaal te vertellen en te laten zien. Het is vooral in deze korte filmpjes waar het magisch realisme en de gedetailleerde absurditeit die Amélie en La cité des enfants perdus kenmerkten, weer naar voren komen.

Blijven hopen

In één van deze vijf korte filmpjes maken we kennis met Mathilde (Tautou), de verloofde van één van de soldaten. En dit is ook het moment waarop Jeunet ondanks de gruwelen van de oorlog, het verhaal een optimistisch, verwachtingsvolle laag meegeeft. Want hoewel Mathilde weet dat de kans klein is dat haar Manech de oorlog heeft overleefd, ze blijft hopen. Wanneer hij dood is zou ze dat weten, daarvan is ze overtuigd. En als haar vertrouwen haar even in de steek laat, neemt ze haar toevlucht tot andere manieren om zekerheid over zijn toestand te krijgen. “Wanneer de hond mijn kamer inkomt voordat ik geroepen word voor het ontbijt, leeft Manech nog.” En: “Wanneer de conducteur mijn kaartje komt controleren voordat ik klaar ben met tellen, dan leeft Manech nog.”

Houten hand

Het zijn vooral deze kleine details in de personages die ook Un long dimanche weer maken tot een echte Jeunet. Ook de decors en de aankleding alle aandacht. Een markt is een markt waar je je direct op je gemakt voelt, en wanneer iemand een houten hand heeft is deze voorzien van een subliem uitgedacht mechanisme. Zo mooi, dat het haast zonde is om hem daadwerkelijk te gebruiken.

Een mooiere wereld

Hoewel Un long dimanche bol staat van de ontmoedigende oorlogsbeelden, is de film toch vooral optimistisch van toon. Niet op een voorspelbare Hollywoodmanier, maar op subtiele wijze. De wereld die Jeunet in zijn films keer op keer schept is altijd een mooiere wereld dan de onze. Al wordt ook daar oorlog gevoerd, en raken ook daar geliefden elkaar voor lange tijd kwijt. Die ruim twee uur die de film duurt, zouden er met gemak vier kunnen worden. En dan nog zou het geen moment vervelen.

Film / Films

Alles vliegt in Flying Daggers

recensie: House of Flying Daggers

Zelden was een film zo vol van kleur. House of Flying Daggers is de eerste film die de Chinese regisseur Yimou Zhang maakte na het wereldwijde succes van Hero. En weer levert hij een overweldigend sprookje waarin hij actie en poëzie naast elkaar laat bestaan.

Het zijn niet alleen dolken die vliegen in House of Flying Daggers. Bijna alles vliegt: pijlen, bamboestokken, stenen, zwaarden en zelfs mensen. In het Chinees heet de film Shi mian mai fu, wat iets als ‘hinderlaag van tien kanten’ betekent. De Chinese titel doet daarmee meer recht aan de inhoud van de film, waarin de karakters in elkaars vallen verstrikt raken – op het gebied van oorlog, liefde, en vertrouwen.

~

Het verhaal lijkt simpel: in de Chinese middeleeuwen strijdt een rebellenbeweging, die zich ‘het huis van de vliegende dolken’ noemt, tegen de plaatselijke heerser. Eén van de rebellen, de beeldschone en blinde spionne Mei (een prachtrol van Ziyi Zhang, bekend van Crouching Tiger, Hidden Dragon en Hero), wordt ontdekt en gevangen genomen. Vervolgens laten de twee militairen Jin en Leo haar opzettelijk ontsnappen. Jin doet zich voor als haar handlanger, terwijl Leo het vluchtende stel op afstand volgt. Zo hoopt het tweetal de schuilplaats van de Vliegende Dolken te ontdekken.

Wuivend graan

Tussen Mei, Leo en Jin ontstaat een driehoeksverhouding waarin liefde, wraak en bedrog de hoofdrol spelen. Net als in Hero is niets zoals het lijkt te zijn: Zhang komt met een aantal wendingen in het verhaal die je versteld doen staan. Dat is ook wel nodig, want de film bevat soms een overdaad aan esthetische elementen die de vaart uit het verhaal haalt. Het beeld speelt altijd een belangrijke rol bij Zhang. Flying Daggers lijkt op een sprookje: de vluchtende Mei en Jin trekken door diepgroene, schemerige wouden en door heuvels met wuivend graan in diepgele tinten. De regisseur heeft werkelijk ieder beeldje goed overwogen, en dat geeft de film, zeker in combinatie met de muziek, een poëtische schoonheid.

~

Niet alles is echter perfect in Flying Daggers. Zoals gezegd is het camerawerk magnifiek, maar staan de beelden het verhaal soms in de weg. En hoofdrolspeler Leo, gespeeld door Hong Kong-filmster Andy Lau, weet maar niet te overtuigen. Lau – een goed acteur – lijkt zich maar niet goed in te kunnen leven in de nauwe rol van stugge militair die hem gegeven is. Pas aan het einde van de film ontdooit hij. Maar het is ook dat stuk dat je in verwarring achterlaat. De spanning tussen het drietal komt tot een ingewikkelde climax. Hier verstapt Zhang zich: zijn verhaal krijgt een te onverwachte en over-dramatische wending.

Vergeet de kritiek: filmfans mogen deze Chinese vertelling niet missen. House of Flying Daggers is minder toegankelijk dan Hero was, en zal ook niet zoveel bezoekers trekken. Maar de film bevestigt de status van Yimou Zhang als groot regisseur – en van Ziyi Zhang als groot actrice.

Film / Films

The Phantom is back and beautiful

recensie: The Phantom of the Opera

.

~

De film is losjes gebaseerd op het boek Le fantome de l’opera van Gaston Leroux uit 1910. Maar de meeste mensen zullen het liefdesverhaal al kennen van Andrew Lloyd Webbers musical, die in Londen nog steeds voor volle zalen wordt gespeeld. Het fijne van deze verfilming is dat de persoonlijke beweegredenen en achtergronden die je mist in de theateruitvoeringen nu beter aan de orde komen. Karakters zijn meer uitgediept en emoties komen beter tot zijn recht. De hele context van het verhaal zit duidelijk beter in elkaar dan de theaterversies. Dat mag ook wel, want Schumacher (Phone Booth, Batman Forever) neemt er de tijd voor met bijna twee en een half uur.

Tempo en muziek

~

De vaart blijft er desondanks wel in zitten. In het begin zit je nog redelijk rustig op je stoel te wachten tot het moment dat de kroonluchter naar beneden dondert, daarna wordt er harder toegewerkt naar de ontknoping van het verhaal. Kiest operazangeres Christine voor haar jeugdliefde Raoul of gaat ze voor het mismaakte, muzikale en gekwelde spook van de opera? De muziek helpt een handje door gedurende de hele film steeds weer opzwepend te worden; niet voor niets is het natuurlijk een musicalfilm.

Geen neprook

Het geheel is mooi in beeld gebracht en er wordt leuk gespeeld met heden en verleden, zoals bij Titanic. Het gevoel dat je in het theater zit, gaat niet helemaal verloren, omdat de film voor een deel op het toneel wordt gespeeld. Je ziet daarin ook nog wat verschil bij de acteurs die eerst op het toneel acteren en later weer natuurlijker spelen buiten het toneel. Uitzonderingen zijn de theaterbazen en de concurrerende operazangers, die wel enorme karikaturen neerzetten. Aan de verbeelding van het publiek wordt overigens weinig meer overgelaten: geen neprook dat water voor moet stellen, maar een echt gangenstelsel mét water, een bootje en honderden kaarsen.

Weinig verminking

Toch is de film niet geheel bevredigend, want zo’n lelijkerd is dat spook helemaal niet als zijn masker afgaat. Sowieso is Gerard Butler (Timeline, Reign Of Fire) niet onaantrekkelijk om naar te kijken met masker, en als dat witte plasticje dan afgaat is de verminking minder schokkend dan je zou verwachten of willen. Dat zorgt voor wat teleurstelling, maar zijn ziekelijk jaloerse en hatelijke gedrag maakt wel veel goed. De keuze om het spook niet al te veel toe te takelen, valt ook wel goed te praten door te stellen dat het een stuk logischer is dat de mooie Christine op hem valt. Toch blijft het jammer.

Nachtegaal

De rol van Christine wordt voortreffelijk gespeeld door de 18-jarige Emmy Rossum. Wellicht is ze je in films als The Day After Tomorrow en Mystic River niet bijgebleven, maar na het zien van deze film zul je haar verschijning en stemgeluid niet gauw meer vergeten. Ze zong op haar zevende al bij de Metropolitan Opera en heeft nog steeds het geluid van een nachtegaal. Bovendien speelt Rossum heel indringend en heeft ze nu bewezen zo’n grote rol goed aan te kunnen.

Vermaak

The Phantom of the Opera heeft wat tekortkomingen, maar dat zal de meeste liefhebbers van musicalfilms een zorg zijn. Het voornaamste is dat er goed geacteerd wordt, het verhaal goed neergezet is en dat deze film vermaakt tot het eind. Door het overdonderende effect en de invloed van de muzikale klanken is de film wel minder geschikt om thuis te zien. Het is net als met het zien van de theaterversie: daarbij wil je ook niet op het derde balkon achterin zitten.

Film / Films

Superchick in minirokje

recensie: Resident Evil: Apocalypse

.

~

Resident Evil: Apocalypse gaat verder waar Resident Evil in 2002 stopte. Alice (Milla Jovovich) wordt wakker in een ziekenhuis in Raccoon City. The Hive blijkt te zijn heropend en de stad is getroffen door een dodelijk virus, dat mensen één voor één in zombieachtige wezens met moordneigingen verandert. Onmiddellijk wordt het gebied hermetisch afgesloten en zitten de inwoners, inclusief Alice, als ratten in de val. Samen met andere overlevenden, waaronder Jill Valentine (Sienna Guillory), probeert Alice – die trouwens door middel van genetische manipulatie veranderd is in een soort superchick – uit de stad weg te komen. Helaas voor haar heeft de Umbrella Corporation echter zijn nieuwste speeltje ingezet: het gemuteerde monster Nemesis.

Totaal belachelijk

Het minirokkengehalte is in Resident Evil: Apocalypse nog hoger dan in het eerste deel. Maar was dit in Resident Evil nog wel te verdragen en werd de kijker tenminste nog getrakteerd op vermakelijke spanning en sensatie, in dit vervolg begint het de betere irritatie op te wekken. Om te beginnen lijkt de film, gebaseerd op de populaire game, uit losse actiescènes te bestaan, die totaal niet met elkaar in verband staan en bovendien nergens op slaan. Het lijkt wel alsof de makers zich hebben afgevraagd wat nou echt ‘cool’ zou zijn en vervolgens al die dingen achter elkaar hebben gezet. Alice vliegt op een motor, Alice rent tegen een muur op, Alice vecht met een reusachtige mutant. Dialoog en verhaal dienen slechts als bruggetje naar de volgende ontploffing. Hierdoor ontstaat een ware overload aan actie, waardoor de scènes met enorme snelheid in kracht afnemen. Het uiteindelijke gevolg is dat niets ook maar een beetje geloofwaardig overkomt en alles totaal belachelijk wordt.

~


De cast van Resident Evil: Apocalypse doet het ronduit slecht, maar je kunt het ze bijna niet kwalijk nemen met zo’n beroerd script van de hand van Paul W.S. Anderson, regisseur van het eerste deel en man van hoofdrolspeelster Jovovich. Hij liet dit keer de regie over aan Alexander Witt, die vooral veel second unit werk op zijn naam heeft staan bij films als Gladiator, Black Hawk Down en The Bourne Identity. Het moge duidelijk zijn dat hij het daar beter bij had kunnen laten…

Die hard

Resident Evil: Apocalypse is een film die vanwege de vele verwijzingen misschien alleen draaglijk is voor de die hard fans van het spel. Maar zelfs dan is het de vraag of zij blij zullen zijn met wat de makers ervan hebben gebakken. De filmliefhebbers onder ons zullen deze film in ieder geval geen seconde serieus nemen.