Film / Films

Shakespeare in tiende-eeuws China

recensie: Curse of the Golden Flower (Man cheng jin dai huang jin jia)

Het is de tiende eeuw, ten tijde van de Tang-dynastie, als het ‘festival van de chrysanten’ nadert in het keizerlijke paleis. De voorbereidingen zijn in volle gang en het plein van het paleis wordt uitbundig versiert met gouden bloemen. Achter de deuren van het paleis gebeuren echter minder fraaie dingen.

De keizer is systematisch zijn vrouw aan het vergiftigen, die weer een affaire heeft gehad met haar stiefzoon. De tweede zoon van de keizer komt na een lange tijd verbanning weer thuis en de derde worstelt voor de erkenning van zijn vader. Terwijl het festival dichterbij komt, worden de gespannen verhoudingen en het duistere verleden van de keizerlijke familie steeds duidelijker.

~

Dat Yimou Zhang een beeldenkunstenaar is, was al duidelijk. Met prachtige decors en kostuums en kunstig gechoreografeerde vechtsequenties maakte hij al eerder kunstwerkjes als Hero en House of Flying Daggers. In tegenstelling tot deze twee zit er in Curse of the Golden Flower een beduidend mindere hoeveelheid spectaculair zwaardgegoochel. De film is meer gericht op het persoonlijke drama dan het visuele bombardement. Meervoudige incest, intriges, lust en moord; het heeft veel weg van een Shakespeariaans drama.

Vliegende ninja’s

Dat neemt niet weg dat de film er adembenemend uitziet. Natuurlijk zijn er weer de prachtige decors en kostuums (hoewel de decolletés van de jurken enigszins ongeloofwaardige zijn) maar ook de tegenstelling van de massaal uitgevoerde, ritmische rituelen in de vertrekken van de bedienden en de stille intriges in de keizerlijke vertrekken zijn met veel aandacht uitgewerkt. De strijd tussen duizenden soldaten op de binnenplaats van het paleis aan het einde van de film is groots en meeslepend en ook de vliegende ninja’s (hoe belachelijk het ook klinkt) zien er spectaculair uit.

~

Het spel van de acteurs is ook weer typisch voor een Zhang-film. Hoewel het drama er duimendik bovenop ligt, kan niet voorkomen worden dat het geheel een ontroerende indruk achterlaat. Yun-Fat Chow (voor de verandering een keer de bad guy) schittert in zijn rol als sadistische keizer en Li Gong is overtuigend als gesloten en kil aandoende vrouw, die langzaam maar zeker begint te breken en wiens beweegredenen steeds duidelijker worden. Alle ellende – die aan een stuk door op je afgevuurd wordt – is af en toe wel even te veel. Geheel in tegenstelling tot alle bestaande filmconventies stevent het verhaal af op een onvermijdelijk dramatisch einde. De natuurlijke menselijke behoefte aan een happy end wordt daarin pijnlijk duidelijk.

Curse of the Golden Flower zal voor de liefhebber van grote hoeveelheden spetterende martialarts een bittere tegenvaller zijn, maar degene die geniet van Zhangs overdonderende visuele stijl en zijn typische ironische dramatiek zit bij deze film goed. Deze keer geen onmogelijke liefdesrelatie die centraal staat, maar de levens van een groep mensen die allemaal in de macht zijn van een nietsontziende, machtige man. Een film om over je heen te laten komen, om je door mee te laten sleuren en vooral weer om met een grote korrel zout te nemen.