Film / Films

Nieuwe dvd’s

recensie: El Abrazo Partido // Unborn but Forgotten // The Edukators // The Hillside Strangler

.

El Abrazo Partido

(Daniel Burman, 2004 • Paradiso)

~

Ariel (Daniel Hendler, Leche uit 25 Watts) is een jongeman van zo’n 25 jaar wiens hele leven zich lijkt af te spelen in een overdekt winkelcentrumpje in Buenos Aires, waar hij met z’n moeder een lingeriezaakje runt. Hij is, wat je noemt, zoekende. Zoekende naar zijn roots, naar zijn vader die hen in de steek heeft gelaten, naar zijn identiteit (Argentijns? Joods? Pools?). Hij slentert door het leven, zonder eens stil te staan en zonder te versnellen. Zijn enige doel lijkt te zijn om Pools staatsburger te worden zodat hij weg kan uit Argentinië. Tot zover het verhaal, over naar de stijl. Een van de meest opvallende kenmerken van El Abrazo Partido is dat de film erg onrustig is gefilmd. Anderhalf uur lang wordt de camera in de hand gehouden en er zitten erg veel jump-cuts in: de stijl die Godard bij het grote publiek heeft geïntroduceerd. Deze onrustige, onvaste belden staan in directe relatie met het onrustige en worstelende gevoel Ariel. El Abrazo Partido is een fijne film: klein, intiem, gezellig. Een klassieker zal het niet worden. Of, zoals Ariel zelf aan het begin van de film al zegt: “een verhaal dat niet wereldschokkend is maar wel de moeite van het vertellen waard is”. (Harrie de Vries)

Unborn but Forgotten (Hayanbang)

(Chang-jae Lim, 2002 • Total Film)

~

Dat een zwangerschap en een bevalling pijnlijk kunnen zijn is alom bekend. Maar dat een afgebroken zwangerschap even pijnlijk is en zelfs een dodelijke afloop kan hebben, wordt in Unborn but Forgotten duidelijk. Nadat diverse vrouwen bij een abortuskliniek hun vrucht hebben laten afdrijven sterven deze vrouwen 15 dagen later onder verdachte omstandigheden. Deze film is een van de vele varianten op The Ring. Dit keer geen videobanden die dood en verderf zaaien, maar een internetpagina van een abortuskliniek. Bezoek de site en binnen 15 dagen leg je het loodje. Unborn but Forgotten levert een mooi donker sfeertje met angstige stiltes en huiveringwekkende achtergrondmuziekjes. En niet zoals in de Amerikaanse tegenhangers een van voor tot achter uitgekauwd verhaaltje. Je blijft aan het eind met net genoeg vraagtekens achter om je nog even bezig te houden totdat het vervolg wordt uitgebracht. (Erik Mijers)

The Edukators (Die Fetten Jahre sind Vorbei)

(Hans Weingartner, 2004 • Homescreen)

~

Voor iedereen die deze goed onthaalde film van Hans Weingartner niet in de bioscoop heeft gezien, verschijnt The Edukators nu op dvd. Even het geheugen opfrissen: Jan, Peter en Jule breken in bij luxe villa’s, herschikken het meubilair en laten een boodschap achter. Deze boodschap (“De vette jaren zijn voorbij.” of “Je hebt te veel geld.”) moet de rijken aan het denken zetten over hun weelde en andermans armoe. Sympathieke film met frisse jonge acteurs. De dvd bevat aardig wat extra’s, onder meer een aantal verwijderde scènes. Zoals vaak snap je waarom ze niet in de film hoefden: ze voegen weinig toe. Het alternatieve einde is in principe ook een verwijderde scène; de film gaat gewoon vijf minuten langer door. Dit had wat mij betreft wel in de originele versie gemogen, want het is net een iets fijnere, soepelere afloop. Verder nog een niet al te interessante making of en een leuk item over de perikelen rondom de premièrevertoning in Cannes. Het zijn relatief leuke extra’s, maar zoals bij alle goede films is de dvd ook zonder al de moeite van het huren of kopen waard. (Harrie de Vries)

Lees hier onze uitgebreide bioscooprecensie.

The Hillside Strangler

(Chuck Parello, 2004 • Lime Lights)

~

Maakte het moordende duo Henry en Otis uit Henry: Portrait of a Serial Killer het al behoorlijk bont, de wurgmoordenaar uit de titel van deze film (jaren 80-idool C. Thomas Howell in een bijzondere rol) en zijn neef doen er in dit ranzige werkje nog een schepje bovenop. Chuck Parello (wiens carrière bestaat uit het draaien van goedkope seriemoordenaarsfilms) is dermate toegeweid aan de kunst van het schockeren, dat zijn laatste film voor de liefhebber een zeer vermakelijk, ongegeneerd bruut stukje moordcinema werd. Vergeet Parello’s pretenties van autenticiteit (benadrukt door een op de dvd toegevoegde documentaire)- The Hillside Strangler biedt zijn selecte publiek met zijn jaren 70-sfeer en Howell’s hilarische vertolking meer dan genoeg fout vermaak. (Paul Caspers)

Kunst / Expo binnenland

Traditie en modernisme in Guangzhou

recensie: De Chinese kamers. Foto's van Marco van Duyvendijk in landhuis Oud-Amelisweerd

‘Neem de uitnodiging aan: het wordt heel bijzonder’, zo luidt de wens op het papiertje in mijn Chinese fortune-cooky die ik weghap in de stijlvolle keuken van het 18e eeuwse landhuis Oud-Amelisweerd bij Utrecht. Op dat moment sta ik op het punt om de foto-expositie van Marco van Duyvendijk te gaan bekijken. Het blijkt een bijzonder project van verstilde en melancholieke foto’s in een idyllische omgeving.

Inspiratie

Het 18e eeuwse landhuis Oud-Amelisweerd met zijn Chinese behangsels vormt de inspiratiebron voor de nieuwste foto’s van Marco van Duyvendijk (1974). Van Duyvendijk is autodidact en sinds een jaar of zes werkzaam als portretfotograaf. Hij fotografeerde onder meer in Roemenië en Mongolië. Sinds anderhalf jaar verkeert Van Duyvendijk in de jaloersmakende omstandigheid het statige landhuis in de bossen bij Utrecht te bewonen en het samen met zijn partner namens het Centraal Museum te beheren. Hij vertoeft – net als 200 jaar geleden Gerard Godard Baron Taets van Amerongen – dagelijks tussen het handgeschilderde behang. Zoals iedereen die het huis bezoekt, geniet hij van het schilderachtige uitzicht op de Kromme Rijn en het groene parklandschap waarin weilanden en wollige bossen van beuken, eiken en paardenkastanjes elkaar afwisselen. Het fraaie park lijkt naadloos over te gaan in het geschilderde landschap binnen. In de 18e eeuw werd er gedweept met natuur; de welgestelden omringden zich zowel buiten als binnen graag met idyllische natuur. De muren van de Oud-Hollandse kamer worden gesierd door linnen behang met een landschap van bospaden, beekjes, ruiters, een dorpje en zijn bewoners. De wanden van de Chinese kamer zijn bedekt met papierbehang met handgeschilderde afbeeldingen van het Kantonese Karstgebergte, drakenbootraces op de Parelrivier en jachtscènes. In de meest oostelijk gelegen Chinese kamer word je omringd door schilderingen van kleurige vogels en bloemen.

Betonnen jungle

Detail uit behang landhuis Oud-Amelisweerd, collectie Centraal Museum, Utrecht. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.
Detail uit behang landhuis Oud-Amelisweerd, collectie Centraal Museum, Utrecht. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.

In China wordt dit soort behang al eeuwenlang gebruikt als wandversiering in paleizen, en ook in Europa was het lange tijd erg geliefd als wanddecoratie. Vooral in de 18e eeuw werden er door de Verenigde Oost-Indische Compagnie veel ‘baanen geschilderde Papieren voor Behangsels’ op bestelling meegenomen uit China. In Nederland is dergelijk behang – behalve dan in de twee Chinese kamers in Oud-Amelisweerd – nauwelijks nog te vinden.

Van Duyvendijk vatte het plan op om naar de Zuid-Chinese stad Guangzhou – het voormalige Kanton – te reizen waar het behang in de 18e eeuw werd geproduceerd. Hij hoopte in China plekken te kunnen fotograferen die aan de handelspost van de VOC herinneren. Helaas bleken deze niet meer te bestaan. Gedurende zes weken verbleef hij in een appartement temidden van de betonnen jungle van zeven miljoen mensen. Hij doorkruiste de wijken en legde vele kilometers af in de broeierige metropool van beton en asfalt. Rustpunten hierin zijn de weelderige groene parken en de Parelrivier met in de verte het Karstgebergte. Het resultaat van Van Duyvendijks omzwervingen is een verzameling fraaie documentaire foto’s, stadsgezichten, vele portretten en enkele stillevens die – in de bewoording van het Centraal Museum – een spel van overeenkomsten en contrasten vormt met het Chinese behang. De foto’s zijn beslist geen schoolse interpretatie van het behangsel.

Spelletjeshal, Guangzhou, Guangdong provincie, China. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.
Spelletjeshal, Guangzhou, Guangdong provincie, China. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.

Van Duyvendijk fotografeerde in Guangzhou met in gedachten de sfeer van de kamers van Oud-Amelisweerd. Voor de zonnige kamer op het zuiden portretteerde hij mannen die met hun vogeltjes in het park zitten, zoals de oude man die in Mao-pak met gekooide vogeltjes poseert voor een bloeiende struik. Om dichter bij de sfeer van het Chinees behang te komen, reisde Van Duyvendijk naar het dorp Jing Gang ten noorden van Guangzhou, waar de mensen leven van de rijstteelt en waar het dagelijks leven grotendeels nog traditioneel is. Voor de wat donkere, melancholische kamer aan de noordzijde van het landhuis fotografeerde hij oude vrouwen die kaart spelen in de schaduw, een tabaksman die een dutje doet in zijn winkel, tempels met brandende wierook en altaren die in oude huizen zijn opgericht en die herinneringen aan voorouders levend moeten houden. Ook legde hij het leven op en rond het water vast (vissers, twee kinderen die net hebben gezwommen in de Parelrivier en paraplu’s die samen een abstracte compositie vormen). Tropische planten in de parken vormen de achtergrond van ietwat melancholieke portretten. Net als in Mongolië blijkt Van Duyvendijk een voorliefde te hebben voor het portretteren van jongeren – zowel in de parken als in de stad waar ze poseren met computergames, in een amusementshal of tattoo-shop.

Traditie en modernisme

Zonder titel, Guangzhou, Guangdong provincie, China. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.
Zonder titel, Guangzhou, Guangdong provincie, China. Fotograaf: Marco van Duyvendijk, 2005.

In zijn fotowerk lijkt Van Duyvendijk keer op keer gefascineerd te zijn door de combinatie van eeuwenoude cultuur en moderne invloeden. In het portret van een jonge Chinese vrouw, gehuld in een lichtblauwe hoofdsluier met in de linkerhand een met borduursel afgezette paraplu en in de rechterhand een gsm waarmee ze aan het bellen is, zien we traditie en modernisme samengebald. Hetzelfde geldt voor een verstild beeld van papier, penselen en inkt met rechtsonder in de hoek een sleutelhanger waaraan een smile-poppetje is bevestigd, en voor de foto van twee meisjes die op gymschoenen knielen voor een Boeddhabeeld.

Dagdromen

Landhuis Oud-Amelisweerd is daarmee omgetoverd tot een plek waar het 18e eeuwse en eigentijdse China samenkomen. Je kunt je afvragen hoe de Chinese delegatie uit Guangzhou – die voor de officiële opening was uitgenodigd – het bezoek aan Oud-Amelisweerd heeft beleefd. Misschien hebben ze met wat verbeeldingskracht van achter de hoge ramen van het landhuis een glimp kunnen opvangen van een drakenbootrace op de Kromme Rijn of van een groep jagers in het bos, en waanden ze zich heel even in het 18e eeuwse Kanton.

Iedere zaterdag en zondag vindt er in landhuis Oud-Amelisweerd om 12.30, 14.00 en 15.30 uur een rondleiding plaats. Eerder was werk van Marco Van Duyvendak te zien in Huis Marseille en De Melkweg Galerie in Amsterdam. Recent kocht de Rabobank tien van zijn foto’s aan voor haar kunstcollectie.

Kunst / Expo binnenland

Design en architectuur voor flexibele woonvormen

recensie: LIVING IN MOTION

Museum Hilversum is gehuisvest in het voormalig raadhuis aan de Kerkbrink in het centrum van Hilversum. Aan de achterzijde is in 2004 een aanbouw gerealiseerd naar een ontwerp van architect Hans Ruijssenaars. In deze nieuwe ruimte is momenteel LIVING IN MOTION te zien, een reizende tentoonstelling van het Vitra Design Museum. De tentoonstelling is ingedeeld in vijf blokken: Monteren en Demonteren, Opvouwen en Uitvouwen, Aanpassen, Combineren, Transporteren en Dragen. Met videobeelden, maquettes en ongeveer 130 objecten laat de tentoonstelling zien dat flexibel wonen niet een fenomeen van de laatste tijd is, maar al speelt sinds het ontstaan van de mens.

Flexibiliteit houdt verandering, aanpassing en beweging in. Vanuit biologisch oogpunt zijn dat de belangrijke kenmerken van het leven, vandaar dat de geschiedenis van de flexibele woonvorm teruggaat tot het ontstaan van de mens. Iedereen kent de iglo, een klassiek voorbeeld van een woning die naar behoefte kan worden gemaakt en aangepast. Door de geschiedenis heen heeft de drang om de huiselijke omgeving voor haar bewoners, voor de activiteiten en voor haar omgeving aanpasbaar te maken een enorm aanbod aan variatie en vernieuwingen opgeleverd. Bijna elke grote vormgever heeft ooit het thema ‘flexibel wonen’ uitgewerkt. Binnen deze context hebben bijvoorbeeld traditionele Japanse woningen een enorme invloed gehad op de moderne architectuur. Met hun schuifwanden uit transparant papier ontstaat er een vloeiende overgang tussen verschillende ruimtes en tussen binnen en buiten.

Oud, nieuw en nieuwer

~

Een onmisbaar object in deze tentoonstelling is de maquette van het Schröder huis van Gerrit Rietveld uit 1924. Door de ingenieuze aanpasbaarheid van het interieur heeft het Schröder huis een baanbrekende bijdrage geleverd aan het concept van functionalisme in architectuur en ontwerp. De schuifwanden die op de eerste verdieping zijn toegepast, maakten het mogelijk de gesloten slaapkamers overdag om te vormen tot een open woon- of werkruimte, die via een etenslift in verbinding stond met de keuken.

Een relatief nieuw voorbeeld van een flexibele woonvorm is de maquette van het Naked House (2000) van de Japanse architect Shigeru Ban. In dit huis staan de losse kamers op wielen, waardoor ze via een speciale hellingbaan de tuin ingerold kunnen worden. Keuken en voorraadkamer zijn afgescheiden met gordijnen. Handig als je even niet gestoord wilt worden. De video en maquette van het Pro/Con Package Housing System van Wes Jones laten een nog niet gerealiseerd ontwerp zien waarin losse containers als mobiele componenten voor woning, magazijn, kantoor of gebedshuis dienen. Dit ontwerp past goed in de maatschappij van tegenwoordig, waarin toenemende individuele mobiliteit en een globaal communicatienetwerk vragen om een flexibele organisatie van huiselijke ruimtes en functies.

Gadgets

~

Naast de vele stoelen en meubels van bekende ontwerpers als Alvar Aalto en Philippe Starck zijn er ook tal van flexibele lampen te zien. Zo is er bijvoorbeeld de atmosferische slangenlamp, die zich aan elk oppervlak aanpast. Ook de Smart Phone, de Pocket Organizer en het zakmes ontbreken niet in de collectie. Wat echter het meeste opvalt is een aantal opmerkelijke objecten zoals bijvoorbeeld de Beetle: door Philips ontworpen kleding met ingebouwde klimaatregeling – een lichtgewicht jack dat opblaasbaar is tot leunstoel en een T-shirt met een zelfopblazende noodaccommodatie voor stormen. Ook de Free Wheelin Franklin, een roltafel met afstandbediening, is amusant.

Flexibel?

De grote variatie aan objecten van verschillende schaalniveaus en culturele afkomst maakt de tentoonstelling tot een boeiend geheel. Doel van de expositie is een uitgebreide reeks mogelijkheden van flexibele woonvormen te presenteren én de bezoeker aan te moedigen persoonlijke oplossingen te vinden. Gedeeltelijk is men in die opzet geslaagd. Helaas mag bijna geen enkel object worden aangeraakt. Daarmee verdwijnt de behoefte te monteren, demonteren, opvouwen, uitvouwen, aanpassen, combineren, transporteren en dragen als sneeuw voor de zon, en blijf je in gedachten bij het lichtgewicht opblaasjack.

Boeken / Strip

Liefdesgeschiedenissen in Macedonië

recensie: Quintett 1 – Het verhaal van Dora Mars // Quintett 2 – Het verhaal van Alban Meric

Frank Giroud, vooral bekend van de door hem geschreven serie De Tien Geboden, is zoals hij al eerder deed een serie begonnen die per album een andere tekenaar kent. Quintett zal, wat de naam al doet vermoeden, uit vijf delen gaan bestaan. Het eerste deel werd getekend door Cyril Bonin, het tweede door Paul Gillon.

Het verhaal van Dora Mars

~

Tijdens een feestje wordt Dora Mars, een Franse zangeres die carrière probeert te maken, versierd door Armel, een piloot uit het Franse leger. Ze beleven een wilde nacht, maar als Dora ’s ochtends wakker wordt ontdekt ze dat Armel op het punt staat te vertrekken naar een basis in Macedonië. Na zijn vertrek schrijft ze hem vele brieven, waar ze echter geen antwoord op krijgt. Toch blijft ze geloven in zijn liefde voor haar. Als ze wordt uitgenodigd door het leger om voor een basis naar keuze op te treden laat ze die kans dan ook niet liggen en reist ze naar Pavlos, Macedonië, de basis waar Armel zit. Hier merkt ze dat hij ondertussen alweer een ander meisje heeft. Dora geeft de hoop echter niet op en probeert indruk op hem te maken, in de overtuiging dat hij uiteindelijk ook van haar zal gaan houden.

Introductiealbum

In dit eerste album van de Quintett-reeks worden diverse personages geïntroduceerd die we vermoedelijk terug zullen zien in de verdere albums uit deze serie. Elk album kent zijn eigen centrale figuur, en steeds is dat een van de leden van het kleine orkest dat op de legerbasis in Pavlos speelt; het quintett uit de titel. In het verhaal rond Dora ontmoeten we vluchtig de andere leden van het orkest, die in andere albums een grotere rol zullen spelen. Gezamelijke belevenissen van het quintet die we nu van de kant van Dora ervaren, zullen in andere delen van de serie vanuit andere perspectieven beschreven worden.

Plotwendingen

Tekenaar Bonin heeft een realistische stijl, maar wel met een geheel eigen karakter. De gezichten van de personages zijn helaas nogal vreemd getekend, wat ervoor zorgt dat het moeilijk is met ze te sympathiseren. Voor de rest zijn de tekeningen echter zeer goed: de landschappen en gebouwen worden prachtig in beeld gebracht en ook de vliegtuigen zijn een lust voor het oog. Met dank aan de documentatie van Giroud wordt alles zo veel mogelijk historisch correct in beeld gebracht.

Goed begin

Met dit album wordt een goed begin gemaakt voor een eventueel interessante serie. Het is echter wachten op de latere delen om te zien of er ook echt een centrale plot achter zit, of dat het vijfdelige verhaal niet meer dan een verkooptruc is om ons een serie te slijten.

Het verhaal van Alban Meric

~

In dit verhaal volgen we Alban Meric, luitenant in het Franse leger. Eigenlijk zou hij helemaal niet willen meedoen aan de oorlog, en dankzij zijn kennis van de Byzantijnse kunstgeschiedenis weet hij zichzelf gelukkig het ergste te besparen. Hij mag een oud standbeeld restaureren en houdt op die manier veel vrije tijd over. Hij krijgt een relatie met de jonge Griekse herder die hem als ordonnans is toegewezen. Helaas voor Alban werd homoseksualiteit ten tijde van de Eerste Wereldoorlog niet geaccepteerd, en het feit dat zijn Griek minderjarig is hielp ook niet mee. Op een dag wordt Alban benaderd door een man die foto’s genomen heeft van hem en zijn herder, en vanaf dat moment nemen de problemen toe…

Extra laag

Een van de attracties van deze serie is dat gebeurtenissen uit een album gevolgen hebben in de andere albums; dit geeft een extra laag aan het verhaal en Giroud weet dit goed uit te buiten. De tekeningen van Gillon zijn in realistische stijl en passen goed bij het verhaal. Pikant detail is dat een aantal tekenaars weigerde dit verhaal te tekenen in verband met de homoseksuele scènes. Maar ondanks het feit dat Gillon geen eerste keus was brengt hij het er zeer goed vanaf. Dankzij de schetsen van Bonin die hij als basis gebruikte voor zijn tekeningen lijken alle personages en omgevingen ook nog op die uit deel 1.

Ontknopingen

Dit verhaal maakt de belofte van deel 1 deels waar, en er worden toespelingen gemaakt op verdergaande plotwendingen in latere delen. Als we de persberichten mogen geloven wordt alles pas verklaard in deel 5. Als dat echter niet het geval is, zijn deel 1 en 2 in ieder geval leuk om als one-shots te lezen: beiden bieden een interessant liefdesverhaal, vol met situaties die vaak anders in elkaar blijken te steken dan je op het eerste gezicht zou denken.

Quintett 1 – Het verhaal van Dora Mars • Frank Giroud en Cyril Bonin • Uitgeverij Dupuis – Impressie(s) • ISBN 90-314-2709-8 • € 6.95

Quintett 2 – Het verhaal van Alban Meric • Frank Giroud en Paul Gillon • Uitgeverij Dupuis – Impressie(s) • ISBN 90-314-2710-1 • € 6,95

Film / Films

Verlangende vrouwen op begrafenissen

recensie: Wedding Crashers

Vrouwen versieren. Het is John en Jeremy om niets anders te doen. Zonder uitnodiging lopen ze bruiloften af om vrouwen het hof te maken en ze daarna zo snel mogelijk tussen de lakens te krijgen. John en Jeremy zijn succesvol, zo blijkt uit de eerste scènes van de komedie Wedding Crashers. Gekleed in slechts een onderbroekje ploffen er nogal wat gewillige vrouwen op de matrassen van het duo. Alles lijkt goed te gaan – tót de echte liefde toeslaat.

~

Owen Wilson (Zoolander, The Royal Tenenbaums) en Vince Vaughn (Dodgeball, Old School) hebben in Amerika een reputatie hoog te houden. Ze staan garant voor komische films, waarbij ranzigheid uit de weg wordt gegaan. Beide acteurs willen meer dan platte lol, spelen vaak karakters die net iets meer diepgang hebben dan veel rollen in een gemiddelde zomerkraker. In Wedding Crashers geeft regisseur David Dobkin beide ‘crashers‘ John en Jeremy ruimschoots de gelegenheid om de personages te voorzien van emoties. Wilson is de gevoelige man van middelbare leeftijd, die verliefd wordt op een onbereikbare vrouw. Vaughn is de losbol met het 1.90 meter lange lijf, die valt voor een vrouw die bijna een halve meter kleiner is. Vaughn vindt de ware liefde, Wilson heeft liefdesverdriet. Hij ‘crasht‘ zelfs begrafenissen om troost te vinden bij het verdriet van daar aanwezige vrouwen.

Chemie

Wedding Crashers steunt voor een groot gedeelte op de chemie tussen de twee hoofdpersonen. Beide spelers hebben een vrolijke uitstraling, lijken elkaar de schijnwerpers te gunnen en plezier te hebben in het samenspel. De dialogen zijn echter soms wat houterig. Dobkin heeft er daarbij voor gekozen om elke uitgesproken zin in close-up te filmen. Dat betekent dat hij onwaarschijnlijk veel van instelling verandert. Elk woord, elke kuch of glimlach is in beeld. Deze keuze houdt in, dat het af en toe lijkt of de spelers even moeten inhouden. Na een moment wachten staat de camera weer goed gericht en volgt de uit het hoofd geleerde zin. De chemie tussen Wilson en Vaughn is ruim voldoende, maar de keuze van Dobkin werkt remmend.

Liften

~

Er ontbreekt verder nogal wat aan Wedding Crashers. Zo wordt in een scène vóór een bruiloft door de ‘crashers‘ gesproken over een gedegen voorbereiding, terwijl op de dag van diezelfde bruiloft alles geïmproviseerd wordt. De ‘broers’ overleggen alle plannen nogmaals, maar laten dezelfde plannen net zo gemakkelijk varen. Beide broers worden verliefd op de dochters van een machtige senator. Ze blijken echter niet gerekend te hebben op hun schoonmoeder. Deze heeft net haar borsten laten liften en wil wat aandacht van de bronstige toekomstige schoonzonen. Dit gegeven levert twee of drie aardige scènes op, maar schoonmoeder verdwijnt daarna bijna volledig uit het verhaal. Schoonvader, een rol van Christopher Walken, is ook zo’n geval apart. Hij heeft veel politieke macht, maar slaagt er niet in zijn eigen huishouden te runnen. Walken tiert en schmiert zich verder op de van hem bekende wijze door de film.

Rug

Wedding Crashers zakt af en toe in. Dobkin heeft te weinig keuzes gemaakt en laat de meeste verhaallijnen te lang door- of te vroeg doodlopen, en de kijker in de bioscoopstoel moet dat voor lief nemen. Na twee of drie mindere scènes volgt er meestal weer een goede grap. Wedding Crashers is een zomerse film met twee goed samenspelende acteurs en erg veel vrouwen die het vermaak op de rug zoeken. De film is pretentieloos amusement en scoort al met al een kleine voldoende.

Film / Films

Kunstenaar stelt teleur

recensie: The Jacket

John Maybury debuteerde in 1999 als regisseur met Love is the Devil, een persoonlijk en intrigerend portret van de controversiële schilder Francis Bacon. Zijn tweede regieproject werd gefinancierd door Section Eight, het productiehuis van Steven Soderbergh en George Clooney. Zo’n achtergrond wekt hoge verwachtingen, maar het resultaat werd een teleurstellend werkje.

~

The Jacket gaat over een psychiatrische patiënt (Adrien Brody) die zijn eigen toekomst meemaakt wanneer hij gedwongen een experimentele behandeling ondergaat. Klinkt dit uitgangspunt misschien zwak, de overtuigende sfeer en acteerprestaties maken het voor de kijker gemakkelijk de bovennatuurlijke en niet altijd logische gebeurtenissen te accepteren. Na een spannende eerste helft vol intrigerende raadsels wordt het verloop van het verhaal echter duidelijk, en vanaf dat moment verandert de film in een zwak, conventioneel drama.

Triest

De aandacht van het publiek wordt tot die tijd vakkundig vastgehouden door de acteurs en de vormgeving. Net als Polanski dat zo effectief deed in The Pianist, exploiteert Maybury het expressieve gezicht van Adrien Brody, wat de film ten goede komt: de acteur overtuigt met zijn intens droevige blik als een gekwelde ziel. Keira Knightley, Brody’s onvermijdelijke liefdesobject, speelt eveneens een innemende en al even trieste rol. Regisseur Maybury, die er ook een succesvolle carrière als schilder op nahoudt, heeft samen met cameraman Peter Deming (Lost Higwhay, Mulholland Drive) zijn film zeer fraai vormgegeven. Blauwgrijze tinten maken de psychiatrische inrichting smerig en kil, terwijl de toekomstscènes grofkorrelig maar warm weergegeven worden. Bizarre extreme close-ups en geluidseffecten zorgen waar nodig voor een prettig bevreemdend effect. Bovendien versterkt de sfeervolle filmmuziek van Brian Eno de melancholieke toon van de film.

Mager

~

Maar noch het uiterlijk noch de intense acteerprestaties kunnen The Jacket redden. Het verhaal blijkt mager en gekunsteld, en is in een script gegoten dat teveel op Hollywoodiaanse plichtmatigheden steunt. Uitleg wordt te vaak herhaald, wat subtiel had moeten zijn wordt aangedikt. Het is dan ook geen verrassing dat de melancholie tegen het einde plaats maakt voor een ronduit sentimenteel liefdesverhaal. Maybury gaat daarin zover dat hij zijn film volledig onderuit haalt met een overdreven happy ending, die elementen bevat die zelfs in een echt melodrama blasé zouden zijn. Brody’s acteertalent en Maybury’s stijlgevoel ten spijt, The Jacket weet zijn beloften nergens waar te maken. Hopelijk steekt Maybury de volgende keer zijn energie weer in een project dat hem na aan het hart ligt, want zelfs zulk generiek vermaak kan hij niet verheffen boven de middelmaat.

8WEEKLY

Lowlands 2005

Artikel: Een verslag

Het was dit jaar de dertiende verjaardag van Lowlands en ondanks de beangstigende voorspellingen over festivalmoeheid en het weer, bleef het ongeluk uit. Gewapend met plastic en laarzen trokken ongeveer vijftigduizend bezoekers de Biddinghuizer polder in, alwaar drie dagen lang genoten kon worden van zonnestralen, kunst en cultuur. De potentiële modderpoel werd een stoffige arena waar oude en nieuwe helden elkaar om de macht bevochten. De programmering was behoorlijk scherp, ondervond nauwelijks hinder van uitval en de festivalganger zag zijn verwachtingen ingelost worden. Een verslag.

Lowlands blijft de doorgewinterde festivalliefhebber boeien, omdat de succesformule elk jaar dusdanig aangepast wordt dat er steeds iets nieuws voor het hoge entreebedrag geboden kan worden. Met in het achterhoofd het idee dat de (gemiddelde) Lowlandsbezoeker een hoger IQ heeft dan de gemiddelde Nederlander, zoals Jan Jaap van der Wal zijn publiek wijsmaakte, werd er dit jaar de Lowlands University georganiseerd. Deze verving deels het door te hoge kosten ter ziele gegane theater. Onder het mom van ‘Professor als popster’ gaven onder anderen Ruud Lubbers, Ronald Plasterk en Wubbo Ockels college. Het bleek een groot succes, want de Juliettent was steevast afgeladen tijdens deze colleges. Zaterdagmiddag bijvoorbeeld hield Wubbo Ockels, nadat Plasterk met een verhaal over DNA inging op onze afkomst, een relaas over de inzet voor een duurzame toekomst.

Wie de Juliet na de colleges verliet kon de interactieve multimediabunker van het kunstenaarscollectief de Texelse Boys betreden. Daar werd met behulp van smsjes van geïnteresseerden een roman geschreven, kon met halve skippybalachtige joypads voor de voeten computerspellen worden gespeeld, en werd ’s avonds met behulp van allerlei beeldmateriaal op twee schermen experimentele electronica ten gehore gebracht door mensen als Eboman, Funkstörung, Donna Summer en Jamie Lidell.

Lima

Marilyn Manson
Marilyn Manson

Achter de Juliet was dit jaar een nieuwe tent te vinden: de Lima. Daar kon het publiek rekenen op allerlei muziekstijlen die normaal gesproken nauwelijks aan bod komen. Fat Freddy bezorgde er funky en soulvolle reggae, the Hackensaw Boys bracht er een set geweldige bluegrass en Mr. T-Bone wist met zijn All Star Band het publiek te laten bewegen op zijn fijne ska. Maar de Lima was ook het toneel voor Coolpolitics, waar Hilbrand Nawijn en Wouter Bos in discussie gingen met onder anderen elkaar, het publiek en Eric Corton. Oneliners over de Nederlandse identeit vlogen het publiek en de sprekers om de oren en ook Nawijns favoriete woorden ‘Pim’ en ‘politieke elite’ kwamen aan bod, waardoor het debat toch nog kon veranderen in een partijtje ‘moddergooien’.

Charlie

Aan de overkant van de Juliet was de Charlie terug van een jaar afwezigheid, al was hij nu veranderd in een openluchtpodium met tribune. De organisatie legde hier de lat hoog door er bijna alle namen te programmeren die de laatste tijd vele malen uit de monden van de critici te horen waren. De verwachtingen bij bijvoorbeeld Maxïmo Park waren erg hooggespannen. Ondanks de bijna vervelende theatrale zanger konden ze die verwachtingen toch waarmaken, mede dankzij een nummer als Graffiti. Ook the Futureheads vielen niet door de mand, vooral dankzij het geslaagde meezingspel met het publiek tijdens het nummer Hounds of Love. The Subways klonken beter dan tijdens het Eurosonic Festival, maar kwamen nog niet veel verder dan een slappe kopie van de Nirvana-klonen Silverchair. Omdat de Nine Black Alps hadden afgezegd, mochten de middleclassheren van Art Brut een geweldige en jolige variant van de workingclass-punk spelen. De schitterende en lieve set van the Magic Numbers op vrijdag was een van de hoogtepunten van het festival. Vrolijke liedjes over liefde en geluk werden met een hoog Summer of Lovegehalte gebracht door dit ongeschoren viertal.

India

Aan de andere kant van de Tammoweg werden, zoals het trouwe publiek gewend was, interessante dingen gedaan in de Indiatent. Het publiek was in groten getale verschenen om actrice Juliette Lewis rock te zien ‘spelen’. Boeiender was echter Bonnie ‘Prince’ Billy (samen met Matt Sweeney), die na een wisselend ontvangen tour een sfeervol optreden gaf. Neerlands hoop in bange dagen, onder de naam zZz, kwam door een aanhoudende geluidsbrei niet echt uit de verf. Dit in tegenstelling tot het eveneens uit twee mannen bestaande, maar keihard rockende Death From Above 1979. Vliegtuigmaatschappij Easyjet had de instrumenten van Editors op het vliegveld laten staan en met geleende instrumenten van onder andere Voicst en Sons&Daughters wist de uiterst sympathieke band zondagmiddag hun vooruitgesnelde naam hoog te houden. Sons&Daughters daarentegen viel even later, door hun over het algemeen vlakke nummers, nauwelijks op.

Succesnummers

Queens of the Stone Age
Queens of the Stone Age

De heren van Kaiser Chiefs kregen de handen heel vaak en heel hard op elkaar. De geblesseerde zanger Ricky hinkte met behulp van krukken het podium op, maar na een paar minuten sprong hij rond en deed hij alsof de adrenaline zijn pijn had helpen verzachten. Ook de mannen van Franz Ferdinand waren al winnaars voordat het optreden begon. De bekende nummers werden met luid gejuich onthaald, terwijl de nieuwe, wat minder puntige nummers op minder reactie konden rekenen. Zondag speelden Queens of the Stone Age voor een uitzinnige en hier en daar pogoënde menigte heel hard en heel strak hun nummers. Net zo strak was de ‘very best of’-show van de, perfect als afsluiter van het rockfestival geprogrammeerde, Foo Fighters.

Writersblock

Wie het muzikale geweld voor even wilde ontduiken, kon weer zoals voorgaande jaren genieten van het Writersblock. Tijdens dit blok was de Juliet, vergeleken met de colleges, minder afgeladen, waardoor er meteen een intiemere sfeer ontstond. Zaterdag was voor het thema ‘Sarajevo’ gekozen. De vraag die opgeworpen werd was op welke manier kunstenaars of kunst een rol van betekenis kunnen spelen in oorlogstijd. Bill Carter toonde zijn beroemde documentaire Miss Sarajevo en las voor uit zijn nieuwe boek Fools rush in. A true story of love, war and redemption. Indrukwekkend waren ook het gedicht en de column die Tom Lanoye voorlas, waarin hij zich kritisch opstelde ten opzichte van de drang om in oorlogsgebieden kunst te brengen, terwijl daar aan andere zaken behoefte is. Op zondag was er een nogal bonte verzameling van schrijvers te aanschouwen. Tommy Wieringa was bijzonder cynisch – en goed. Behalve een fragment uit zijn nieuwste roman Joe Speedboot (2005) las hij een aantal zeer goede verhalen voor. Ook de performance van Christine Otten, auteur van De laatste dichters (2004) trok door haar gedurfde optreden de aandacht. Ze werd muzikaal ondersteund door Jan Klug, een van de dichters uit Epibreren. Ronald Giphart, voor de tiende keer op Lowlands, tapte uit een al te bekend vaatje.

Dansen

Vive La Fete
Vive La Fete

De Bravotent was vrijdagavond rond etenstijd minder vol dan Roisin Murphy gewend was met de keren dat ze er met Moloko stond. Toch wist de diva het publiek met haar nummers, maar vooral met haar uitstraling, te vervoeren. Zaterdag probeerde Els Pynoo, zangeres van Vive la Fete, dat ook. Alleen kreeg zij het publiek amper in haar macht. Haar geile gekrijs deed minder met de mensen dan twee jaar geleden , toen deze Belgen ook op Lowlands stond. Of recenter, tijdens een spetterend optreden in Nighttown in Rotterdam eerder dit jaar. Later die avond liet de sympathieke Berlijnse Techno-DJ Ellen Alien het publiek tot diep in de nacht dansen. Net als Soulwax, helemaal in het wit, dat probeerde te doen tijdens de Nite-versions van hun plaat Any Minute Now. Toch viel het hier allemaal wat tegen. Hun set onder de naam 2 many DJ’s was een stuk fijner, net als die van The Hacker en later van Miss Kittin. De Bravo was, ondanks dat het droog was, het volst tijdens de Jeugd van Tegenwoordig, maar nadat Watskeburt was gespeeld, veranderde dat volle heel snel in ‘leeg’.

Hoogtepunten

The Pixies
The Pixies

Ondanks alle jonge honden werd het langverwachte Lowlands-optreden van de Pixies een van de hoogtepunten van het festival. Black en Deal leken eerder je oom en tante uit Etten-Leur dan de verantwoordelijken voor schierhistorische albums. Voelde de reünie in de HMH nog als één grote hitparade, hier leken ze al hun Spaanse nummers te willen zingen. Een ander hoogtepunt kwam van die andere ouwe rot. Als een bezeten dominee rende Nick Cave over het podium, schopte wild voor zich uit en bleef sjorren aan zijn microfoonsnoer dat steeds achter de monitoren bleef haken. Het publiek bespeelde hij als zijn kudde schapen, waarbij hij de elf koppige begeleidingsband dirigeerde met wilde gebaren. Het wonderschone The Ship Song, het duistere Red Right Hand en het opzwepende The Mercy Seat waren een ware sensatie.

Nick Cave
Nick Cave

Toch was het meest memorabele optreden van Lowlands 2005 afkomstig van het enigmatische collectief uit Montréal the Arcade Fire. Groots, meeslepend en theatraal, zoals een optreden hoort te zijn. De band toonde zich zwetend, kolkend en meeschreeuwend met de tekst, waarbij de twee percussionisten elkaar gekscherend de kop in sloegen, terwijl zanger Win Butler de boel bij elkaar hield met zijn snijdende stem. Xylophonen vielen om, drumstokjes werden kapot geslagen en de trommelaar klom tijdens het laatste nummer de mast in. Heel goed, heel fijn, heel mooi.

De dertiende Lowlands zal de boeken in gaan als een succesvolle editie. Eentje waar de rock weer regeerde en waar oude en nieuwe bands hun uiterste best deden om gehoord te worden. Waar het weer het festival in de kaart bleef spelen en waarbij het publiek kreeg waarvoor het gekomen was. Met zo’n editie zullen de vragen over festivalmoeheid definitief opgeborgen kunnen worden en blijven de mensen weer gewoon komen.

Met dank aan Hanneke Hendrix.

Film / Films

Zwarte gaten

recensie: Mysterious Skin

Mysterious Skin is een film zoals er weinig gemaakt worden in Amerika. De hoofdrollen worden vertolkt door twee voormalig kindsterretjes die vooral in gezellige familieseries of tekenfilms speelden. Des te verrassender is de donkere aard van deze taboedoorbrekende film. We zien expliciete seks tussen mannen, en taferelen die het daglicht (en het gangbare Amerikaanse publiek) niet verdragen kunnen. Deze wederom on-Amerikaanse film van Amerikaan Gregg Araki (The Doom Generation, Nowhere) is er eentje die de kijker zwijgend de bioscoop zal doen verlaten.

~

De achtjarige Brian (George Webster) wordt met een bloedneus wakker in de kelder van zijn ouderlijk huis. Hij heeft geen idee wat er de afgelopen vijf uur met hem gebeurd is, maar sindsdien is hij bang in het donker, plast hij regelmatig in zijn bed en wordt hij geteisterd door nachtmerries. Als Brian achttien jaar oud is (nu gespeeld door Brady Corbet), vindt hij een verklaring voor de gebeurtenissen van toen. Hij vermoedt dat hij ontvoerd is door buitenaardse wezens. Niemand in zijn omgeving gelooft hem – totdat hij in contact komt met een lotgenoot, een vrouw van middelbare leeftijd die hetzelfde overkomen is. Gesteund door deze vrouw raakt hij er langzaam maar zeker van overtuigd dat hij die vijf uur doorgebracht heeft op een onderzoekstafel in een ufo. Zijn zoektocht naar de waarheid brengt hem bij Neil, een jongen met wie hij vroeger in hetzelfde honkbalteam zat.

Zwart gat

Neil (gespeeld door Joseph Gordon-Levvit, in Nederland bekend van de comedyserie 3rd Rock from the Sun) is een mooie, homoseksuele jongen op zoek naar liefde. Liefde vindt hij niet, seks des te meer. Hij verkoopt zijn lichaam aan oudere mannen in het park van Hutchinson, een stadje dat model staat voor smalltown America. Met het verdiende geld spaart hij voor een reis naar New York, om zo te kunnen ontsnappen aan het benauwende bestaan in zijn geboortedorp en zijn verleden daar. Neil is zorgeloos, vrijgevochten en onaantastbaar. Hij veinst gelukkig te zijn, maar zijn onderhuidse frustratie is voelbaar. Een vriendin van hem legt het uit: “Where normal people have a heart, Neil has a big black hole”. Neil heeft een gat in zijn hart, Brian een gat in zijn geheugen. Beiden proberen dat gat tevergeefs te vullen. Totdat ze, aan het eind van de film, elkaar voor de tweede keer ontmoeten.

Houvast

~

Een groot deel van de film speelt zich af in het verleden als de jongens acht jaar oud zijn. De filmtaal in deze delen is aangepast, zodat we kijken naar de wereld door de ogen van een achtjarig kind. De wereld van een kind is klein en overzichtelijk, en tegelijkertijd groots en raadselachtig. De volwassenen zijn er om houvast aan te brengen in deze wereld. Het verhaal van Brian en Neil laat zien wat er gebeurt als deze houvast wegvalt.

Dreun

Gregg Araki is een goede spelregisseur. De acteurs lijken op hun gemak en komen overtuigend over, en dat terwijl er veel van hun gevraagd wordt. De spanningsbogen in sommige scènes zijn zo strak gespannen dat er een stevige knoop in je maag gelegd wordt. U had het waarschijnlijk al begrepen: Mysterious Skin is geen vrolijke film. Met veel humor, dat wel, wordt een pijnlijk verhaal verteld dat nog wel even na zal dreunen in je hoofd.

Muziek / Album

Onder het Seattle-stof vandaan

recensie: The Melvins - Mangled Demos from 1983

.

The Melvins kwamen tot leven in Aberdeen in 1985. Hun officiële debuut (10 songs) stamt uit 1986, maar pas in 1993 tekenden ze bij een groot label (Atlantic), met name dankzij de inbreng van voorgenoemde Kurt Cobain. Overigens werden ze korte tijd later, wegens onoverkomelijke meningsverschillen, alweer aan de kant gezet, hetgeen ervoor zorgde dat de underground cultstatus eigenlijk nooit helemaal ontgroeid werd. Dit in tegenstelling tot de vele Melvins-afsplitsingen (waaronder Mudhoney, Fantomas en Tomahawk), die allemaal met name in Amerika en Azië flinke successen hebben geboekt. Het is te hopen dat door de promotie van Mike Patton en zijn Ipecac platenlabel, de band nu eindelijk de aandacht krijgt die ze eigenlijk best wel heeft verdiend.

~

Geruststellend

Eerlijk gezegd was ik een beetje op mijn hoede toen ik Mangled Demos from 1983 in handen kreeg. De geluidskwaliteit van opnames uit die tijd laat meestal nogal wat te wensen over. Ook het feit dat het hier om demo-opnamen gaat en een flink aantal nummers op het hoesje geen titel maar een teken als tracknaam heeft, stelde me niet echt op mijn gemak. Daarnaast neigt Amerikaanse punk en hardcore uit de jaren ’80 vaak naar Minor Threat-achtig geschreeuw. Met alle respect voor de artiesten uit de Dischord-stal, maar deze melodieloze vorm van punk heeft mij nooit echt kunnen bekoren.

Aan de andere kant ben ik al geruime tijd een Melvins-fan, en was ik dus reuze benieuwd naar de ontwikkeling van het geluid van de band in de loop der jaren. Na de CD slechts één keer beluisterd te hebben, kan ik met een gerust hart zeggen dat er geen reden was tot paniek.

Aanschaf

Hoewel de muziek weinig met metal of grunge van doen heeft, wordt al wel duidelijk de toon gezet voor de lawaaiige noisepunkmetal waarmee The Melvins hun trouwe volgelingen de komende jaren zou gaan plezieren. Groot verschil is echter dat bij een flink aantal nummers de snelheid in 1983 er nog goed in zat (ik mag dat wel!), met name op rampestampers als You get Bored en Set Me Straight (die in een andere uitvoering op de Houdini-CD uit 1993 zou verschijnen). De geluidskwaliteit is, met uitzondering van de live tracks, zeer goed te noemen, maar nog belangrijker: de jongens lijken er oprecht lol in te hebben! De feedback en echo’s doen vermoeden dat de nummers in één take zijn opgenomen in een kleine, niet zo goed geventileerde kelder in de buurt van Seattle. Dit mag echter nergens de pret drukken en doet nergens af aan de songkwaliteit van deze klassiekers-in-wording.

Voor wie is dit kunstwerkje nu eigenlijk bedoeld? Allereerst is het natuurlijk voor de die-hard Melvin-fans een verplichte aanschaf. Maar daarnaast kan iedere east coast-oldschool hardcoreliefhebber met een gerust hart naar de platenboer lopen om dit zilveren schijfje op te halen. Tip van mij: lees tijdens het beluisteren de hilarische liner notes van gitarist/zanger Buzz Osbourne!

Muziek / Album

Missy heeft ze lekkerder gebakken

recensie: Missy Elliott - The Cookbook

Missy Elliott heeft met haar rare, eigen stijl aardig naam gemaakt in de muziekwereld. In Souldeep, de zesdelige BBC-serie over de geschiedenis van zwarte muziek, kwam Missy zelfs uitgebreid aan bod in de laatste aflevering die verder vooral over Mary J. Blige ging. Hiphop was in Souldeep raar genoeg geen serieus thema, maar de programmamakers vonden Missy’s werk zo opvallend dat het niet onvermeld kon blijven. Niet meer dan terecht: Missy maakt populaire kwaliteitshiphop, iets wat op zich al bijna een contradictio in terminis is.

~

Maar goed, het kan dus. Missy Elliotts platen zijn qua intentie en vernieuwingsdrang vergelijkbaar met het werk van bijvoorbeeld Outkast; de geweldige dubbelaar Speakerboxx / The Love Below toonde in 2003 nog eens op magistrale wijze dat André 3000 en Big Boi geen genoegen nemen met lelijk schreeuwen over harde beats. Missy Elliot is net als de twee Outkasters altijd op zoek naar iets anders: zij zet trends en gaat, zeker in het begin van haar carrière, bij ieder album een stapje verder. The Cookbook is echter al weer haar zesde plaat en wereldschokkend is het allemaal niet meer.

Standaard

Vooral het begin van de plaat is erg prettig. Na de langdurige intro waarin ze alle “ingrediënten” voor een goede plaat opsomt – snufje Mary J., lepeltje Fantasia, etc. – volgt het door Timbaland geproduceerde Joy, een langzaam beginnend nummer, dat tegen het einde door Mike Jones naar een heel ander niveau wordt getild. Om te beginnen roept hij vooral zijn eigen naam, waarop anderen “who?” vragen, maar dan neemt de rapper het snel en soepel over van Missy. Beats veranderen (minder hard en vet, maar populairder en pakkender) en Jones gaat als een standaard-rapper verder. Niet bijzonder, maar wel lekker.

Mary J

~

Het op Joy volgende Partytime valt ook goed in de smaak. Dit tweede en daarmee op The Cookbook laatste door Timbaland geproduceerde nummer ligt meer in de richting van dance dan hiphop. In nummer drie doet Slick Rick mee – alweer een rapper waar je niet om heen kunt, het Slick Rick in da house is in ieder geval niet van de lucht. Storend is het echter niet; de over het algemeen erg nare zelfverheerlijking is in het rustige maar tekstueel grappige R&B liedje Irresistible Delicious wel op zijn plaats. De zelfverheerlijking lijkt soms zelfs op zelfspot, maar dat zal wel wensluisteren zijn. Hoe dan ook, de nummers met Jones en Slick Rick behoren tot de betere op de plaat, en dat is het grote probleem van The Cookbook. Missy heeft een aantal erg fijne nummers in elkaar geknutseld, maar het zijn vooral de songs waar featuring achter staat die het beste bevallen. Zo zit mijn favoriete moment van de plaat in My Struggles, featuring Grand Puba & Mary J. Blige. Eerst mogen Missy en Grand Puba zichzelf vol grootspraak introduceren, waarna de soulzangeres heel droog praatzingt I’m Mary J. Blige, for a fact I don’t rap. Daarna krijgt ze de ruimte om nog heel even echt te zingen; een welkome afwisseling in het toch wel vele geschreeuw op The Cookbook.

Misschien is het de teruggelopen samenwerking met Timbaland die Missy in de problemen brengt, maar de net een uur durende plaat duurt te lang en kent te weinig echt positieve uitschieters om te beklijven. In het wilde hiphoplandschap is The Cookbook nog wel een opvallend element, maar een klassieker van Missy is dit zeker niet.