Muziek / Album

Avontuurlijke taxirit

recensie: Taxi to the Ocean - Taxi to the Ocean

Wie daadwerkelijk een taxi richting de oceaan zou pakken, zou niet alleen heel veel geld kwijt zijn, maar ook een hele hoop nieuwe indrukken opdoen. Je nestelt jezelf op de achterbank en laat je meevoeren door schilderachtige landschappen, heuvels en dalen. Je komt op plekken waarvan je het bestaan niet vermoedde. Op sommige zul je nooit weder willen keren, anderen zijn onbeschrijflijk mooi. Onderwijl keuvel je wat met de chauffeur (is dat nou een Baarns accent?). Over keuzes maken bijvoorbeeld: gaan we links of gaan we rechts.

Nee, het lijkt niet voor niets dat de vijfkoppige band uit Baarn zich Taxi To The Ocean noemt. En dat het album (nee, niet het debuut) dezelfde titel draagt mag ook geen verrassing heten. De cd toont namelijk grote overeenkomsten met de imaginaire taxirit hierboven. Oké, het Baarnse accent blijft gelukkig achterwege bij zanger/gitarist Just Posthumus. Maar langs de plekken waarvan je het bestaan niet vermoedde weet Taxi To The Ocean je wèl te leiden. Dat is, zeker voor een Nederlandse band, natuurlijk al lovenswaardig.

~

Zeker als dat enkele betoverende songs oplevert zoals de single Are We Not Men of het rustieke Simple Mood. Referenties zijn moeilijk te vinden, maar de band zelf zegt beïnvloed te zijn door bands als dEUS, Motorpsycho en ja, zelfs AC/DC. Nu zijn niet al die invloeden daadwerkelijk terug te horen, maar het geeft een idee.

Rusteloos

Taxi To The Ocean weet zich van bovenstaande bands te onderscheiden door veelvuldig gebruik van synthesizer en samples. Helaas heeft dit niet in alle nummers een positieve uitwerking. Zo begint de plaat al met zo’n ‘plek waarnaar je nooit terug wilt keren’, het rusteloze Playground, dat de das om wordt gedaan door misplaatst gebruik van de synthesizer. Het is een vorm van avontuurlijkheid die nu en dan gunstig, maar ook af en toe minder goed uitpakt voor Posthumus & co.

Als er namelijk één term op Taxi To The Ocean van toepassing is, dan is het wel ‘avontuurlijk’. Niet dat de muziek dermate experimenteel is dat het ten koste gaat van het luisterplezier, maar een gemakkelijke plaat is dit ook zeker niet geworden. Te meer vanwege de grote diversiteit aan nummers, van rollende rock naar jazzy kroegchansons en weer terug.

Oostblok

Dat dat ook enkele songs oplevert die minder goed in het gehoor liggen, lijkt daardoor bijna logisch. Toch, wil Taxi To The Ocean echt uitgroeien tot echt een grote jongen in het genre (of: de genres), dan zal het wat selectiever moeten zijn met zijn materiaal. Geen genoegen nemen met het Oostblok als de rit ook door idyllische kustplaatsen kan gaan; ook als dat zou betekenen dat er dan niet elk jaar een nieuwe plaat op de plank ligt, zoals de band dat nu zo graag wil.

Muziek / Album

Al het date-leed uit Glasgow en omstreken

recensie: Arab Strap - the Last Romance

Kort na de schitterend tweede soloalbum van Malcolm Middleton komt de rooie Schot, samen met zijn trouwe kameraad Aidan Moffat, keihard terug met The last romance. De destijds als twee dronken jongens met gitaar en liefdesverdriet omschreven heren van Arab Strap zetten hun aloude thema’s om in tien nieuwe en bloedmooie songs. Het resultaat klinkt fijn en o zo Arab Strap. Alleen het waarom is een gegronde vraag.

~

Na hun vijfde studioplaat Monday at the Hug & Pint, grote vlagen een goed te verhapstukken album, ging het duo zich gescheiden concentreren op de zijprojecten. Malcolm Middleton was, zoals hierboven aangegeven, bezig met zijn soloplaat en Aidan Moffat toerde rond om zijn solowerk met de omvattende titel Touchpool te promoten. Tijdens de tour van Middleton sprak ondergetekende de man in Berlijn. De Schot reageerde gestoord en bleef maar rondkijken. De drang naar potentiële inspiratie bleek groot. Gezien de teksten op the Last Romance heeft Moffat aan zijn tournee genoeg smeuïge avonturen overgehouden. Want in Stink, de opener van de nieuwe plaat, wordt meteen een mislukte one night stand bezongen. En nu is de wetenschap daar: Middleton liep achter op zijn kameraad.

Gebarsten

The Last Romance is overigens geen aankondiging van een veranderde levenshouding van de heren. De romances zijn niet opgehouden, ze duren nog altijd voort. Want in het fijne uptempo [If there’s] No Hope for Us probeert Moffat krampachtig de boel bij elkaar te houden door te zingen if there’s no hope for us, than there’s no hope for anything.. Terwijl hij een aantal nummers later in Speed-Date zingt dat monogamie niet natuurlijk is. Het duo tuimelt sowieso als vanouds over alle moeilijkheden en vreugden rondom liefde en seks. Vooral het laatste nummer, het vrolijk en hoopvol aandoende maar met zelfspot geladen There is No Ending laat je gebarsten door medelijden en met een vieze nasmaak achter.

Hartzeer

Toch levert deze thematiek weer een oerdegelijke Arab Strap-plaat op en bovendien één om van te genieten. Want wanneer hartzeer mooi gebracht wordt, is het bijna altijd de moeite waard om naar te luisteren. the Last Romance is daarnaast boeiender dan zijn voorganger, vliegt meer uit de bocht en is zeker een goed stuk bombastischer dan de platen the Red Threat en Philophobia. The Last Romance kent een gezond aantal pieken, en naast de hierboven aangehaalde nummers zijn hoogtepunten te vinden in Chat in Amsterdam, Winter 2003 en Dream Sequence. Met the Last Romance brengen Moffat en Middleton samen een goede plaat ter wereld, iets wat ze eerder dit jaar al solo deden. Glasgow leeft nog steeds. Wat zeg ik, het leeft als nooit tevoren.

Boeken / Fictie

Wie is de debiel?

recensie: Stefan Nieuwenhuis - Ik ben omringd door debielen en ik voel me goed

De debuutroman van de in Groningen woonachtige schrijver Stefan Nieuwenhuis (1972) heeft een ontzettend goed in het gehoor liggende titel: Ik ben omringd door debielen en ik voel me goed. In 184 pagina’s schetst de auteur een portret van een loser die zelf deze uitspraak als motto lijkt te hebben, maar die weinig inzicht heeft in zijn werkelijke plaats tussen ‘de debielen’. Een absurdistisch debuut in de stijl van Herman Brusselmans, dat zeker het lezen waard is.

Hoofdpersoon van Ik ben omringd door debielen en ik voel me goed is David. Hij is arbo-consulent en wordt bij een reorganisatie slachtoffer van een massaontslag. Omdat zijn vriendin Mandy met psychische problemen kampt, durft hij haar niet te vertellen dat hij zonder werk zit. “Het lijkt alsof ik debiele Katrien ga vertellen dat ze gaat verhuizen en dat het konijn niet mee mag.” Dit is het begin van de ene leugen na de andere. David hangt tegen de buurman een smoesje op dat hij een ziekte heeft die er voor zorgt dat hij zich raar gedraagt. Een van de hoogtepunten van het boek is het moment dat hij tijdens een bezoek aan dezelfde buurman doet alsof hij een aanval krijgt:

Om niet op te vallen, sla ik met beide handen op tafel, om precies te zijn op de rand van de bakjes. Hop, daar gaan twee slierten knabbelgoed door de lucht. Ze springen tegen mijn broek en hemd aan en ik maak van de verwarring gebruik om zoveel mogelijk pinda’s in het kleed te trappen.

Om naar buiten toe de suggestie van een normale werkdag te wekken, huurt David een stacaravan waar hij tijdens werktijd naartoe gaat. Langzaamaan ontrafelt zich het net van leugens dat hij heeft gesponnen, maar steeds weet hij zich er zo uit te lullen dat hij Mandy, de buren en Mandy’s ordinaire oom, woonwagenkamper Sjarrel, een rad voor de ogen weet te draaien. Naar het eind van het boek toe krijgt David het echter steeds moeilijker, en vreest hij zelfs voor zijn leven.

Zielige sukkel

~

Het gevoel dat de hoofdpersoon bij je oproept, blijft het hele boek door ambivalent. David houdt zich tussen ‘de debielen’ staande met sarcasme. Je leest mee met zijn gedachten over zijn collega’s, familie en mensen die hij tegenkomt – en die zijn niet aardig, maar wel heel grappig. De meeste mensen zullen dergelijke gedachten ook wel eens hebben, maar David heeft ze in overdreven mate. Eigenlijk is hij in wezen erg ongelukkig met zijn leven. Hij probeert dat op te lossen met botte grapjes en het voor de gek houden van mensen, maar zelf is hij eigenlijk net zo’n zielige sukkel als de mensen die hij beschimpt. Zijn gedrag is in het begin grappig, maar roept op een gegeven moment vooral de vraag op waarom hij niets aan zijn situatie doet. Voor deze gedachte wordt geen bevredigend antwoord gegeven. En dat is hetgeen dat Ik ben omringd door debielen en ik voel me goed een interessant boek maakt, en dat het laat uitstijgen boven zijn eigen meligheid.

Bestseller

Stefan Nieuwenhuis is een meester in het vertellen van grappige situaties. Daar slaagde hij eerder al goed in in zijn undergroundtijdschrift Van Speijk, waarvan vorig jaar de bundeling Dan liever de lucht in verscheen, en in zijn bijdragen in het tijdschrift Zone 5300. Nieuwenhuis’ stijl doet denken aan die van Herman Brusselmans: een beetje absurdisme in een alledaagse setting. Er is ook een sterke link met de lulligheid in het werk van stadsgenoot Meindert Talma (hoewel die autobiografisch schrijft), en met de snelheid en zelfdestructie in Para van Jacob van Duijn. De compressie van waanzinnige situaties in Ik ben omringd door debielen en ik voel me goed is soms wat aan de hevige kant, wat behalve de geloofwaardigheid, ook de kracht van het verhaal niet altijd ten goede komt. Iets meer subtiliteit zal een volgend boek zeker goed doen. Nieuwenhuis bewijst met dit debuut wel dat hij meer kan dan een korte satire schrijven. Met zijn rake titel en meesterlijke situaties is Ik ben omringd door debielen en ik voel me goed in potentie een bestseller. En dat succes is dit werkje zeker gegund.

Film / Films

Pestslachtoffers

recensie: Bluebird

Merel staat op het station, te wachten op de trein naar school. Ze wiebelt wat heen en weer, gaat zitten, zet haar voeten op het skateboard. Elke beweging heeft iets beladens: achter haar in het shot doen twee pubermeisjes met veel make-up haar na, pesterig en giebelend.

~

Over pesten zijn boeken volgeschreven en talkshows volgepraat. Regisseur Mijke de Jong begrijpt dat je weinig woorden hoeft te gebruiken om het gevoel van het slachtoffer weer te geven. Bluebird, dit jaar de Nederlandse Oscarinzending, registréért het leven van Merel (Elske Rotteveel). Het dagelijkse gebabbel over niets, op school en thuis, glijdt voorbij. Maar juist datgene wat niet wordt gezegd, blijft door camerawerk en blikken langer hangen.

Van de ene op de andere dag wordt Merel – toch een stoere skater, maar ook een typische nerd – het pispaaltje van de klas. Stelselmatig wordt ze er uitgepikt, uitgescholden en op andere manieren geterroriseerd. Bij elke scène kijkt Merel treuriger, worden haar ogen doffer en gaat ze zich steeds meer als een rebelse puber gedragen. Zelfs als zij met haar gehandicapte broertje Kasper (Kees Scholten) op stap gaat en zij samen in hun eigen kleine wereldje lijken te leven, lijkt de levensvreugde weg. Deze manier van werken vraagt natuurlijk veel van de jonge acteurs, die een bewonderenswaardige prestatie neerzetten.

~

De scènes met broer en zus zijn de meest indrukwekkende van de film. Maar bijna alles is gefilmd als een plaatje. Rotterdam wordt geschilderd in zachte kleuren, herkenbaar en tegelijkertijd vervreemdend prachtig. Het grote pluspunt van Bluebird is dat de film zonder grote theorieën en gepraat feilloos duidelijk maakt dat ook schijnbaar ‘onschuldig’ gedrag voor het slachtoffer geen gewoon grapje is, en hoe pesterijen uit de hand kunnen lopen. Tegelijkertijd is het zwijgen over het probleem het minpunt van de film. Pestslachtoffers moeten juist wel praten over wat hen overkomt. Merel doet het niet, en het komt toch goed. Veel gepeste kinderen zijn niet zo gelukkig.

Muziek / Achtergrond
special: Een interview met Bob Hagen, voorzitter van de Stichting Jazz Impuls.

We willen ze leren zwemmen… zonder dat ze watervrees krijgen

Hoewel er in Nederland op artistiek gebied genoeg gebeurt op het gebied van jazz, viel er al een tijdlang een afname te constateren van podia die kwalitatief goede jazz programmeerden. De Stichting Jazz Impuls zal de komende jaren ieder jaar 120 dubbelconcerten in veertig theaters, concertzalen en schouwburgen brengen. Op deze manier wil de Stichting een structurele verruiming bieden ten opzichte van het huidige jazzaanbod. Dit moet ook een groot aantal nieuwe luisteraars van live jazzmuziek met zich mee brengen. De meer dan enthousiaste voorzitter Bob Hagen wilde 8WEEKLY de achtergronden van dit initiatief graag verduidelijken.

~

In Nederland is er al een redelijk aanbod van live jazz. Het North Sea Jazz Festival is hier een goed voorbeeld van, maar er zijn ook in verschillende steden in Nederland meer kleinschalige projecten, lokale festivals, en andere initiatieven die voor een behoorlijk aanbod aan live jazzmuziek zorgen. Op de vraag of deze Impuls misschien niet overbodig is, is Hagen erg duidelijk. “Wij proberen iets nieuws te bieden. Stichting Jazz Impuls is met name gericht op de mensen die bij voorkeur naar een concertzaal of een schouwburg gaan en niet naar een festival. We zijn op zoek naar een ander, nieuw publiek. Naast de doorsnee jazzliefhebber richten wij ons voornamelijk op mensen die wel geïnteresseerd zijn in jazz maar die niet zo vaak een concert bezoeken. Wij willen nieuw publiek trekken en enthousiasmeren voor live-jazz.” Dit is een mooie doelstelling, maar de vraag is natuurlijk of hij haalbaar is. Hagen: “Dat is hij wel degelijk, want meer dan dertig procent van de bezoekers van onze concerten heeft aangegeven nooit of nauwelijks naar jazzconcerten te gaan.” Stichting Jazz Impuls wint dus zieltjes en zorgt voor nieuwe jazzluisteraars.

Eigentijds karakter

En waar worden dan zieltjes mee gewonnen? Wat voor muziek kunnen we verwachten als we op een van de avonden naar de schouwburg gaan? “Onze doelstelling is om een divers en gevarieerd aanbod te bieden dat zeker ook eigentijds karakter heeft. Vernieuwing en kwaliteit gaan hierbij hand in hand. De concerten worden niet alleen gegeven door de top van de Nederlandse Jazz musici, ook jong talent en regionale namen komen aan bod. Dat vinden wij juist erg belangrijk. De avonden zijn gesplitst in twee delen die elk een verschillend muzikaal karakter hebben. In de eerste helft, voor de pauze, is instrumentale jazz te horen en na de pauze krijg je er vocalen bij. De muziek bestaat voornamelijk uit moderne jazz. Niet te veel New Orleans of Dixieland maar ook geen al te moderne jazz.”

Wennen en groeien

~

Een niet zo heel uitdagende en vernieuwende programmering, dus. Maar dat is ook niet de bedoeling volgens voorzitter Hagen (zelf een groot fan van jazzlegende Chet Baker). “Aangezien we ons voornamelijk op nieuw publiek richten moeten we voor ogen houden dat dit publiek uiteraard eerst moet wennen en groeien. Met al te hoogstaande, moderne jazz jaag je veel luisteraars weg en dat is juist niet onze bedoeling. We willen ze leren luisteren. We gooien ze niet meteen in het diepe. We willen ze wel leren zwemmen maar zonder dat ze direct watervrees krijgen.”

Er is inmiddels al een begin gemaakt met de reeks concerten. Het laatste van de eerste reeks vond op 2 november plaats in de Oosterpoort in Groningen. De komende maanden komen er nog vele concerten bij. In diverse media is erg positief gereageerd op deze letterlijke impuls en de verwachting is dat ze een structurele verbetering zal opleveren voor de live-jazz in Nederland.

Kijk voor een overzicht van de reeks concerten, informatie over de optredende artiesten en verdere informatie op www.jazzimpuls.nl.

Film / Films

Historische feiten verzwakken sterk drama

recensie: Waiting for the Clouds (Bulutlari Beklerken)

Wil Turkije toetreden tot de Europese Unie, dan zal het land enkele rekeningen met zichzelf moeten vereffenen. Vooral de mensenrechtenkwestie staat nu centraal, maar voor een goede integratie in de EU is het minstens zo belangrijk dat Turkije in het reine komt met zijn turbulente en soms gewelddadige verleden. De Turkse filmmaakster Yesim Ustaoglu baseerde haar nieuwste film op de onrustige jaren zeventig, toen er in Turkije maar weinig ruimte was voor tolerantie. Door het navertellen van een “vergeten genocide” hoopt ze dat ook de schaduwkanten van de Turkse geschiedenis voor haar landgenoten bespreekbaar worden.

Waiting for the Clouds heeft in Turkije al voor discussie gezorgd. Verbazingwekkend is dit niet, want het onderwerp van de film, de gedwongen exodus van een Griekse minderheid, is slechts bij weinigen bekend. De in 1908 aan de macht gekomen Jonge Turken willen hun land “ontchristenen” en een puur islamitische staat vormen. De zogenaamde Pontische Grieken moeten daarbij hun steden en dorpen aan de kust van Noord-Turkije, waar zij duizenden jaren hebben gewoond, voorgoed verlaten. Bij de gedwongen winterse uittocht in 1916 vinden naar schatting tussen de 350 en 500 duizend Grieken de dood.

Beladen verleden

~

De tragedie wordt voor de kijker langzaamaan ontvouwd via de geschiedenis van de hoofdpersoon, Ayshe. De bejaarde vrouw leeft in 1975 in een klein dorpje in Turkije. Als haar zuster Selma sterft, kan Ayshe haar beladen verleden niet meer voor zich houden. Uit de flarden van haar herinnering leren we stukje bij beetje haar levensverhaal kennen. Selma blijkt haar zusje helemaal niet te zijn. Ayshe heet eigenlijk Eleni en behoort samen met haar broer Niko, die ze uit het oog verloren is, tot de Grieken die de uittocht van 1916 hebben overleefd. Eleni werd liefdevol opgenomen door een Turkse familie, maar heeft haar afkomst vijftig jaar lang voor de buitenwereld verzwegen. Nu het nog kan, besluit ze om haar broer Niko op te sporen en in armen te sluiten.

Op het eerste gezicht is Ustaoglu’s film een juweeltje. Evenals in haar vorige productie Journey to the Sun legt de geëngageerde cineaste de nadruk op het menselijke verhaal. De grote gebeurtenissen komen slechts indirect aan de orde. Zo is er alle ruimte voor het psychologische drama van Eleni, dat in gedoseerde vorm steeds meer tot wasdom komt. Daarnaast geeft de film feilloos weer hoe de nationalistische sfeer die Turkije in de jaren zeventig beheerst, iedereen wantrouwig maakt. Tel daar de prachtige beelden en de ingetogen, smaakvolle muziek bij op en je krijgt een film die op visueel gebied zeer de moeite waard is.

Kleine brokjes informatie

~

Het grote nadeel van Ustaoglus werkwijze is alleen dat het teveel vragen oproept. Een grootscheepse genocide die vrijwel onbekend is bij het grote publiek slechts zijdelings benoemen: dat is voor de kijker zeer onbevredigend. Daar wil je toch meer van weten dan de kleine brokjes info die via Eleni bekend worden gemaakt! Het gegeven van de ramp uit het verleden, gecombineerd met het jeugdtrauma van de hoofdpersoon, zorgt er bovendien voor dat sommige personages niet goed zijn uitgewerkt: het lijkt allemaal wat te veel voor de regisseuse. Wie bovendien niet goed blijft opletten, mist gemakkelijk de betekenis van de andere personen en hun rol in het verhaal. Ustaoglu is een groot vakvrouw van wie we nog veel zullen horen, dat staat vast. Maar in deze film had ze beter een keuze kunnen maken tussen een historisch verhaal of een psychologisch drama. Gezien haar overduidelijke talent, meelevendheid en betrokkenheid, is het te hopen dat ze in de toekomst kiest voor het laatste.

Film / Films

Geweld lost niets op

recensie: A History of Violence

Hij heeft wel eens gezegd dat zijn films veel ‘waarheidsgetrouwer’ zijn dan zogenaamde realistische films (lees: Hollywoodproducties). Omdat David Cronenbergs films, precies als het echte leven, geen duidelijk begin of slot hebben. Zelfs de dood is niet het einde. In Videodrome (1983) blijft het onduidelijk wat er zal gebeuren met James Woods, nadat die zichzelf door het hoofd heeft geschoten. En vermoordt de opdringerige persmuskiet in The Fly (1984) nu Jeff Goldblum, of heel iets anders? Bij Cronenberg blijft niets wat het is.

~

In A History of Violence, de nieuwste film van de Canadese auteurcineast, is die gedaanteverwisseling aanwezig, maar toch anders. Tom Stall (Viggo Mortensen) woont in een huis met een wit hek in Nergenshuizen, heeft twee kinderen, is eigen baas en geniet van een geslaagd huwelijk. Maar als twee psychopaten hem en zijn medewerkers bedreigen, ontpopt deze all american huismus zich als een geroutineerd scherpschutter en vuistvechter. Is Tom wel echt Tom? Wat voor een restauranthouder berooft heden ten dage nog eigenhandig twee getrainde moordmachines van het leven?

Achterdocht

Dat het publiek Tom toch nog even het voordeel van de twijfel gunt, ligt aan Mortensens goudeerlijke kop en spel. Want de kijker voelt natuurlijk op z’n klompen aan dat er niets kan kloppen van Toms bescheiden ‘gewoon geluk gehad’. (De film zou trouwens knap saai zijn, als Tom toch gewoon een geluksvogel bleek. En wat zouden we dan moeten aanvangen met de titel?)

Tom Stall, tovenaarsleerling

~

Op eenzelfde manier houdt Cronenberg de spanning erin. Wat kan er nog gebeuren nadat Tom de twee boeven hardhandig de zaak uitjaagt? Maar dan introduceert de regisseur uit het niets nog een lijn, en dan nog een; telkens als tovenaarsleerling Tom uit een situatie ontsnapt met fysiek machtsvertoon, veroorzaakt hij een nieuw probleem. En dan heeft Stall ook nog problemen thuis, met een zoontje dat vaders gedrag imiteert op lijf en leden van de plaatselijke pestkop. Na negentig minuten is de film dan ook wel afgelopen, maar het verhaal geenszins: geweld lokt in A History of Violence altijd meer geweld uit. Een wat obligate boodschap misschien, maar wel interessant en spannend verpakt. Een hoogstaande spanningsboog dus, prima spel, en een ‘maatschappijkritische’ strekking. Als een puzzelstukje past A History of Violence in Cronenbergs reeds ontzagwekkende oeuvre.

Film / Films

Seks als het eten van een boterham

recensie: Diep

Heleen is veertien jaar en oefent haar tongzoenen eerst op haar eigen arm, daarna bij haar vriendin en dan pas bij de jongens op wie zij maar niet verliefd kan worden.

De film Diep van Simone van Dusseldorp, naar de autobiografische roman Het leven bestaat niet van Hendrickje Spoor, gaat over puberteit. Een periode waarin mensen veranderen. Zo verandert Heleen ook, zowel lichamelijk als geestelijk. Ze weet niet wat ze met haar gevoelens aanmoet. Ze weet niet of ze moet kiezen voor de aardige Axel of voor de stoere Steve. En dan gaan ook nog eens haar vader en moeder scheiden. Heleen rommelt dus maar wat aan, probeert het een en ander uit (beetje blowen, beetje zoenen) en leert vooral heel veel. Over haarzelf, over seks, over vriendschap en relaties. Invloeden van buitenaf worden snel opgepikt en eerst afgewogen, voordat ze er wat mee doet. ‘Seks is als het eten van een boterham!’ schreeuwt haar moeder (leuke vertolking van Monic Hendrickx) tegen haar vader. Heleen hoort dat en gaat er na een ongelukkige vakantieliefde in Frankrijk steeds meer in geloven dat het ook zo is, en houdt de boot dus af als haar vriendje met haar wil vrijen. Totdat ze toch weer nieuwsgierig wordt en haar seksuele gevoelens niet meer kan en wil inhouden.

Gevoelens weergeven

~

Het verhaal van Heleen wordt door scriptschrijfster Tamara Bos (Het Paard van Sinterklaas, Minoes) ingetogen verteld en door regisseuse Van Dusseldorp mooi verbeeld. Haar stijl is verfrissend en origineel. Als Heleen bijvoorbeeld stoned in het gras ligt, worden wij net als zij geprikkeld door de versterkte kleuren en geluiden om haar heen. Alles wordt daardoor vaag, maar we voelen nog helderder met Heleen mee. En zo zijn er meer cinematografische middelen gebruikt die perfect Heleens gevoelstoestand weergeven. De camerastanden zijn bijvoorbeeld steeds goed uitgekozen. Als ze in zichzelf gekeerd is, duikt de camera op haar lip, alsof hij bij haar naar binnen wil dringen. Een ander voorbeeld: niemand van de mensen met wie Heleen in contact komt, is helemaal goed te zien; alleen maar een paar benen of de helft van een gelaat worden zichtbaar. Alsof Heleen ze niet geheel durft aan te kijken. Haar onzekere gevoelens worden dus door het cameragebruik in deze film alleen maar versterkt. Een ander cinematografisch stijlmiddel dat in deze film met verve wordt gebruikt, is de production design, de filmaankleding. De film speelt zich af in de jaren zeventig en dankzij production designer Ben Zuydwijk waant de kijker zich ook echt dertig jaar terug in de tijd. Veel is gefilmd in rode en gele tinten. Een lekker flower power-gevoel blijft daardoor hangen na het zien van deze film.

Mooie hoofdrol

~

Diep heeft een mooie melancholische sfeer. Sommige scènes staan los van het verhaal, maar zijn fraai in hun simpelheid. Heleen wordt bijvoorbeeld wakker op het asfalt en gaat daarna gewoon verder met rolschaatsen. Zulke dromerige beelden blijven hangen en intrigeren. De kijker nestelt zich in het hoofd van Heleen. De mooie hoofdrol van Melody Klaver is daar ook de oorzaak van. Zij speelt fantastisch de onzekere puber met gevoelens, die ze eerst opsluit om die daarna beetje bij beetje los te laten. Haar rollende ogen, haar houterige manier van lopen, haar zeurderige stem: ze is gewoon perfect gecast en heeft het talent om een groot actrice te worden. Als je zo’n film kunt dragen, is er net zo’n mooie toekomst voor je weggelegd als Simone van Dusseldorp staat te wachten in de Nederlandse filmwereld. Ik ben nu al benieuwd naar hun volgende films.

Film / Films

De diepte in

recensie: Inside Deep Throat

Nee, dit is geen documentaire over Deep Throat, de geheime bron die de opmaat vormde tot het Watergate-schandaal. De Deep Throat waarover deze documentaire handelt, kan zeer letterlijk worden genomen. Het gaat namelijk om de diepe keel van Linda Lovelace in de zeer succesvolle en controversiële seventies-pornofilm Deep Throat.

In 1972 werd Deep Throat in zes dagen gefilmd met een budget van 25.000 dollar. Regisseur Damiano was in het dagelijks leven kapper. De acteurs waren onervaren. Anno nu worden de opbrengsten van de film rond de 600 miljoen geschat. Deep Throat is daarom nog steeds de meest winstgevende film ooit. De crew is er zelf overigens geen cent beter op geworden: de winst kwam terecht in de zakken van de maffia, de producers van de film.

Het verhaal

~

Voor de enkeling die de film niet kent, hierbij een korte beschrijving van het ‘verhaal’: Linda Lovelace lust er wel pap van, maar ze komt nooit tot een hoogtepunt. Daarom bezoekt ze Dr. Young om erachter te komen waarom ze geen orgasme kan krijgen. Het blijkt een logisch gevolg van een anatomische afwijking: Linda’s clitoris bevindt zich namelijk achter in haar keel. Zie hier de oorsprong van de filmtitel en met dit gegeven valt er ook nog weinig te fantaseren over de afloop van de film.

Stijl

De documentaire schept op humoristische wijze een tijdsbeeld. Porno stond in het Amerika van begin jaren zeventig nog in de kinderschoenen, de seksuele revolutie liep tegen zijn top aan, politici discussiëerden heftig over zedenwetten. Interviews met de cast en crew van destijds worden in vaart doorsneden met archiefbeelden van onder andere bezoekers van de film, maffia-perikelen en politieke debatten over de invloed van Deep Throat.

~

De excentrieke cast en crew hebben anekdotes genoeg voor een dagenvullende documentaire. ‘Experts’ zoals Hugh Hefner, Dr. Ruth en zelfs onze eigen Xaviera Hollander geven hun persoonlijke visie op Deep Throat. Een bioscoopeigenaar van toen zorgt voor een hilarisch hoogtepunt door te ruziën met zijn vrouw over hun maffia-angst, als waren ze off-camera. Tel daarbij de funky soundtrack en Toppop-art direction op en voilà, de anderhalf uur is alweer voorbij.

Niet objectief

~

Een kanttekening is dat de jubelstemming nogal overheerst. Ook al komen zowel voor- als tegenstanders van de film aan het woord, Inside Deep Throat is een soort van lofzang op de pornofilm. De tegenstanders die in beeld komen verworden al snel tot erg preutse types die moeilijk serieus te nemen zijn. Betrokkenen bij de pornofilm worden vooral als artistiekelingen en rebellen neergezet. Terwijl je je af kan vragen of dat nou zo terecht is. Het is algemeen bekend dat hoofdrolspeelster Linda Lovelace later verklaarde op gewelddadige wijze gedwongen te zijn tot het acteren in Deep Throat– iets waar deze documentaire niet heel objectief mee omgaat. We zijn in ieder geval nog niet af van de pornoklassieker: Courtney Love gaat de hoofdrol spelen in een biopic over Linda Lovelace.

Film / Films

Waardeloze rommel

recensie: Flightplan

Flightplan is na Red Eye de tweede film in korte tijd die zich op of rond een vliegtuig afspeelt. Maar waar Red Eye genoegen nam met het simpelweg in spanning houden van de kijker, neemt Flightplan vanaf de eerste scène te veel hooi op de vork.

~

Kyle Pratt (Jodie Foster) is een ingenieur die zojuist haar man heeft verloren. Ze vliegt met haar dochtertje Julia van Berlijn naar New York om hem te begraven, maar tijdens de vlucht verliest ze Julia uit het oog: het meisje blijkt spoorloos. Dit vormt het op zichzelf best intrigerende uitgangspunt van een uiteindelijk zeer middelmatige thriller.

Probleem Schwentke

Het grootste probleem is regisseur Robert Schwentke, die geen idee heeft wat hij met het materiaal aan moet. In meer capabele handen had Flightplan een spannend mysterie kunnen zijn, een zenuwslopende thriller over een kaping of zelfs een aangrijpend portret van rouwverwerking. Maar Schwentke probeert al deze elementen te verenigen en raakt al na enkele scènes de draad kwijt. Daarnaast heeft hij meer oog voor de visuele kant van zijn film dan voor de personages die zijn verhaal bevolken. Dit resulteert in computergestuurde camerabewegingen door het vliegtuig en creatieve overvloeiers, maar de sympathie van de kijker wordt geen moment gewekt.

Enterprise

~

Medeschuldige hieraan is Jodie Foster, in haar eerste hoofdrol sinds Panic Room in 2002. De hysterische manier waarop ze haar rol speelt doet denken aan Brad Pitt in 12 Monkeys, en dat is geen associatie die je zou moeten hebben bij een vrouw die zojuist haar man èn haar dochtertje heeft verloren. Het realisme van Flightplan wordt nog verder ondermijnd doordat het vliegtuig waar een groot deel van de film zich afspeelt een van de minst geloofwaardige decors uit de recente filmgeschiedenis is. Met de kille, blauwe belichting lijkt het interieur meer op dat van de Enterprise dan van welk lijnvliegtuig ook.

Kort gezegd is Flightplan vooral te omschrijven als een mislukt project, waaraan enorm veel geld en talent is verspild. Red Eye had tenminste geen pretenties; deze waardeloze rommel heeft er veel te veel. Als je daarom per sé een vliegtuigthriller wilt gaan zien deze week, doe je er goed aan te controleren of die andere niet ook nog draait.