Muziek / Album

Sferische klanken voor de donkere dagen

recensie: Sennen - Widows

.

~

Met Widows eet Sennen schaamteloos van twee walletjes. Gelukkig pakt dat meestal goed uit. Muzikaal wordt er gerefereerd aan illustere namen als – daar gaan we weer – Godspeed you Black Emperor, My Bloody Valentine, Mogwai, Mono, Sonic Youth en Pink Floyd, terwijl ze in de vocalen net als bij landgenoten als Kings of Convenience schatplichtig zijn aan Simon & Garfunkel. Qua originaliteit valt er inderdaad nog wel het een en ander op af te dingen! Toch staat de muziek als een Scandinavisch huis. Geestverwanten: Explosions in the sky, waarvoor ze al eens het voorprogramma verzorgden, het Japanse Mono (idem dito) en EF (onze tip voor 2006!!). Hebben we de namedropping ook meteen gehad.

Dubbel Gevoel

De harmonieuze samenzang van het duo Richard Kelleway/ Laurence Holmes in de sterke opener I Couldn’t tell you – waarvan het spacy intro duidelijk memoreert aan Godspeed en Pink Floyd – werkt als een mantra. Het roept bij ondergetekende The Wedding van Oneida in herinnering. Wel vrees ik dat er bij Sennen live weinig van over blijft. Net als bij de indierockers van Whipster werkt Sennen lekker veel met reverb en delay. Langzaam maar zeker wordt vaak toegewerkt naar een climax, zie bijvoorbeeld Widows. Een tikkeltje voorspelbaar is het allemaal wel – inherent aan het postrockgenre – maar daarom niet minder effectief. Zo af en toe lijkt het experiment de overhand te krijgen, bijvoorbeeld in het poppy One and the samething. Heel even wordt je als luisteraar op het verkeerde been gezet en denk je soms: “is die minieme vertraging in het refrein nou opzet?” Waarschijnlijk wel, wat niet wegneemt dat het resultaat klinkt als een verrotte demo! Ook productietechnisch valt er nog wel het een en ander op aan te merken. Zo had de zang iets verder ‘naar achteren’ gemogen (all the time, It’s not like it used to be). Al met al een album waar je een dubbel gevoel aan overhoudt.

Boeken / Fictie

Met Houellebecq naar het einde van de wereld

recensie: Michel Houellebecq - Mogelijkheid van een eiland

Op een postapocalyptische aarde zwerven wilde mensen door radioactief besmette ruïnes, en wonen emotieloze klonen in afgesloten compounds, waar ze leven van zoutblokken en zonlicht, onderwijl filosoferend over de trieste, menselijke natuur die tot deze eindtoestand heeft geleid. Inderdaad, we zijn in een roman van Michel Houellebecq, en alles loopt door elkaar: bijtend cynische cultuurkritiek, tragische onmachtsgevoelens en ontstellend slechte poëzie. Mogelijkheid van een eiland, gegarandeerd een controversiële seller, is een staalkaart van de Houellebecqiaanse thematiek.

De promomachine rond de minst mediagenieke, maar niettemin meest besproken schrijver van Frankrijk draaide afgelopen zomer op volle kracht. Na twee jaar zwijgen – een uitspraak in de krant had hem een proces van verschillende mensenrechtenorganisaties opgeleverd – gaf Houellebecq plots weer een reeks interviews. De tekst van zijn nieuwe boek werd ondertussen “streng geheimgehouden”, maar dat bleek onderdeel van het spel: verschillende boekenmandarijnen prezen of verwierpen de roman al weken voor de officiële verschijningsdatum van 31 augustus. Angelo Rinaldi, de Nemesis van de Franse literatuurkritiek, vond zelfs een pakketje drukproeven “op een parkbank”, met de uitermate wervende tekst “wat een rotboek” op het titelblad gekrabbeld. Hij schreef er direct een vernietigende recensie over, waarmee het verkoopsucces van Mogelijkheid van een eiland al vóór publicatie gegarandeerd was.

Dichtende klonen

~

Het doet denken aan de situatie van de komiek Daniël, de hoofdpersoon van de roman, die grote successen behaalt met zijn ongelooflijk harde, platte en pijnlijk sarcastische humor: aan het einde begint hij zijn publiek te haten om hun domme lach en hun makkelijk te winnen gunsten. Ondertussen worden status, rijkdom en seks zijn deel. Ongeveer de helft van het boek bestaat uit het ik-levensrelaas van deze Daniël, uit zijn woedend politiek-incorrecte gefulmineer op deze hypocriete mensenwereld, zijn moeizame serieuze liefdesrelaties, zijn uiteindelijke, tragische ondergang. Maar voor het zover is komt hij half en half toevallig op het pad van de Elohim, een sekte die ernaar streeft het wetenschappelijk reproduceren en zo onsterfelijk maken van de mens te verwezenlijken. Een eeuw of twintig later is het zover. Danëls gekloonde nazaten Daniël24 en -25 geven, in hun steriele compounds gezeten, commentaar op het leven van hun sombere voorvader, alles in een poging de wezenskern van die vreemde, oude mensensoort te reconstrueren. Dat commentaar vormt, in een nogal formulematige afwisseling van de hoofdstukken, de andere helft van de roman.

Het is moeilijk Mogelijkheid van een eiland puur als roman, als vorm en uiting van stijl, te bekijken. Houellebecq is een meester in het uitlokken van inhoudelijke discussies, en in interviews praat hij ook het liefst over zijn ideeën achter het boek; in het NRC Handelsblad besprak hij bijvoorbeeld uitgebreid de reële mogelijkheid van het klonen. Ondertussen blijft de schrijver juist op dat puur literair-technische terrein onder de maat: de dialogen zijn nog steeds aaneengeplakte betogen à la Goethe en Eckermann, de zinnen horten als tevoren, de opbouw is rommelig, de stijl van de beschrijvende passages dwaalt heen en weer tussen kaal en pathetisch, en malle gedichten (van de klonen) duiken op. Aan de degelijke vertaling van Martin de Haan ligt het allemaal niet.

Zinloos droef

~

Houellebecq heeft vermoedelijk met Daniël een karikaturale, proleterige, rijkaard proberen neer te zetten, maar hij geeft hem een zwaar theoretisch-filosofisch jargon mee. Los van het feit of de lezer het met Daniëls warrige ‘betoog’ eens is, zit de schets van het personage gewoon onlogisch in elkaar. Naast een SF-verhaal in de traditie van Huxley, Asimov en zijn geliefde H.P. Lovecraft heeft Houellebecq opnieuw een betoog in romanvorm geschreven, en beide komen niet helemaal uit de verf. Het is dan ook terecht dat hij, ondanks alle vermoedens, de Prix Goncourt – immers een stijlprijs – niet gekregen heeft.

Het blijft de vraag of het daarom gaat. Zo zijn de internettende klonen die slechts virtueel contact met elkaar onderhouden een aardige persiflage op onze eigen MSN-wereld. Op die manier, als observator en soms commentator van onze tijd – de rol die hij naar eigen zeggen wil vervullen – is Houellebecq zeker wél geslaagd. Alle belangrijke thema’s uit zijn werk komen aan de orde: de wereld als (seks)markt en strijd, de misconstructie van de mens, de betrekkelijk nietige, vaak geheel te verwaarlozen rol van filosofie, kunst en religie in de uiteindelijke loop der dingen. Een leeg gevoel, een grote onbestemde droefheid, dat is wat er bij je blijft hangen na het doorploegen van de vele pagina’s van Mogelijkheid van een eiland. Dezelfde onbestemde, zinloze droefheid die Daniël voelt nadat hij inziet dat hij een punt kan zetten achter zijn levensrelaas. Dezelfde droefheid ook die Daniël25 ondergaat als hij na de dood van zijn hondje Fox beseft dat hij toch, ondanks zichzelf, de liefde voor een ander wezen heeft ondergaan, en daarom ook het lijden zal leren kennen. Mogelijkheid van een eiland is een raar boek, een wat krom geschreven boek, maar daarom nog geen slecht boek.

Boeken / Strip

Nieuwe damesboekjes

recensie: Ilah - Cordelia haar goesting // Kim - Esther Verkest 3: Van de hak op de tak.

.

Ilah – Cordelia en haar goesting

~

Het nieuwe album van Ilah is er eentje dat sterk doet denken aan de vorige delen, een euvel dat ons toevalligerwijs ook al opviel bij diezelfde vorige delen. De tekenstijl is nog altijd tamelijk simpel, matig zelfs, en ook de achtergronden ontbreken nog altijd. Om het er iets duurder uit te laten zien zijn sommige strips ingekleurd, maar dat is matig gedaan en heeftt eerder een negatief effect.

Dit alles zou je misschien nog kunnen wijten aan het feit dat Cordelia een ‘komische’ strip is waarbij alle aandacht uitgaat naar de grap, maar helaas: ook het komische aspect is ver te zoeken. Het zijn allemaal inkoppertjes (die we al kennen), die Ilah ons voorschotelt. Zelfs als je dat weet te negeren blijven het grappen waarvan de clou maar al te vaak niet goed tot zijn recht komt – geen enkele grap weet ook maar een glimlachje tevoorschijn te toveren. Voeg daarbij de niet al te grote omvang van het boekje en de daarmee gepaard gaande kleine hoeveelheid grappen, en je hebt een album in handen dat de aanschaf niet waard is. (Olivier Wortel)

Kim – Esther Verkest: Van de hak op de tak

~

Van de hak op de tak is onderhand alweer het derde album dat de Belgische tekenaar Kim uitbrengt met femme fatale Esther Verkest in de hoofdrol. Net als in de twee vorige Estheralbums heeft Kim weer 45 pagina’s gevuld met gags die een of twee strookjes of een hele pagina duren. De formule van Esther Verkest is die van het absurdisme, vaak aangevuld met een flinke dosis seks. De figuur Esther is daarbij soms de aangever en soms de afmaker, soms slachtoffer van perverselingen en soms zelf flink sadistisch, en dit alles steeds met een flinke knipoog. In Van de hak op de tak staan minder grappen met kabouters en satanisten dan voorheen, en ook de bloopermachine die de eerste twee albums zeker voor de helft vulde komt nog maar een paar keer voorbij. Het verdwijnen van deze vaste waarden komt de variatie in de grappen ten goede. Kim zorgt voor een verrassing aan het eind van het boek, als Esther tot leven komt in een fotostrip met een sterke look-a-like. Een beetje flauw, maar nog altijd een stuk minder voorspelbaar dan bijvoorbeeld Dirk-Jan, die onderhand alweer aan zijn tiende album toe is. Kim maakt vaak gebruik van hetzelfde stramien als dat in de populaire Dirk-Janstrips (doodgewone opmerking of vraag, gevolgd door raar antwoord), maar varieert hier gelukkig genoeg in. Vooral de langere strips kennen die variatie en hebben doorgaans een wat absurdere uitkomst. Dat komt de grappigheid niet altijd even ten goede, maar Esther Verkest blijft hoe dan ook verrassend.

Cordelia haar goesting • Scenario en tekeningen: Ilah • Uitgever: Oogachtend • Prijs: € 9.50 (klein formaat softcover) • 56 bladzijden • ISBN: 9061697727

Esther Verkest 3: Van de hak op de tak • Scenario en tekeningen: Kim • Uitgeverij: Oogachtend • Prijs: € 9,50 • 48 bladzijden • ISBN: 9077549129

Boeken

Encyclopedie van de subversie

recensie: Amos Vogel - Film as a Subversive Art

De filmtheoreticus Amos Vogel (1921) was in Amerika een belangrijke filmprogrammeur, die bovendien dertig jaar geleden een standaardwerk schreef over elke mogelijke vorm van subversieve cinema. Dit wonderbaarlijke boek is onlangs opnieuw uitgebracht in een facsimile-editie, voorzien van een nieuwe introductie door de auteur en een voorwoord van filmhistoricus Scott McDonald.

Scène uit <i>A Clockwork Orange</i>
Scène uit A Clockwork Orange

Amos Vogel richtte in de jaren veertig Cinema 16 op, een baanbrekende filmsociëteit die het Amerikaanse publiek uiteindelijk voor het eerst kennis liet maken met filmmakers als Buñuel en Polanski. In Nederland is Vogel daarmee nog geen bekende naam, maar het boek was zo belangwekkend dat het destijds ook in het Nederlands werd vertaald (als De film als taboebreker, 1974). Waarom het boek sinds 1987 nooit eerder herdrukt is, is onduidelijk, waarom dat nu eindelijk wel gebeurd is wel bekend: de documentaire Film as a Subversive Art: Amos Vogel and Cinema 16 (2003, nooit in Nederland vertoond) vestigde opnieuw terechte aandacht op de filmwetenschapper.

Hint

Het boek bevat een aantal korte, bondige en heldere essays over de drie verschillende soorten van subversie die Vogel bij films onderscheidt: die van vorm (hoofdstuk 1), inhoud (2) en taboes (3). Via deze driedeling gaat de auteur in op films uit alle hoeken van de wereld: het Europese surrealisme, Duitse nazipropagandafilms, shock-art, pornografie, Japanse new wave, Andy Warhol, enzovoorts. Vogel gelooft heilig in de kracht van de subversieve film, van celluloidkunstwerken die op elke denkbare manier taboes doorbreken en die waarden en gewoonten ondermijnen.

Scène uit <i>Un chien andalou</i>
Scène uit Un chien andalou

Elk essay is voorzien van een lijst met summiere beschrijvingen en analyses van een groot aantal films, die op hun beurt geïllustreerd zijn met een overdaad aan fotomateriaal. Het geheel is ontzagwekkend: zo’n vijfhonderd films worden genoemd, behandeld en getoond. Vogel opent het boek met de mededeling dat zijn werk een “approximation of a draft of a first edition” is, een “hint“. Hoe ironisch dat er nooit een beter of uitgebreider werk over het onderwerp zou verschijnen – Vogel zelf heeft nooit die moeite genomen – en dat Film as a Subversive Art mede daarom na drie decennia nog steeds de gezaghebbende studie op dit gebied is.

Actueel

De van oorsprong Oostenrijkse Vogel ontvluchtte als tiener de nazi’s en trok naar Amerika; een van de langste analyses in het boek is die van Leni Riefenstahls Triumph des Willens. Maar zelfs hier moraliseert de auteur niet; zijn bewondering voor alle vormen van subversieve kunst kent geen onderscheid in onderwerpen. Even arbitrair is zijn waardering van het materiaal: welbekende klassiekers staan volledig gelijk aan die van de meest obscure kunstprojecten. Zo worden Fellini en Antonioni in één adem genoemd met volstrekt onbekende experimentele films. Film as a Subversive Art is daarmee een ware encyclopedie van alles wat het gangbare in de cinema ondermijnt.

Scène uit <i>Un chien andalou</i>
Scène uit Un chien andalou

Maar een encyclopedie is niet volledig zonder beeldmateriaal, en dit boek bevat alles wat je daarbij zou kunnen wensen. Het overgrote deel van de 335 pagina’s is gevuld met een schat aan fotomateriaal, van zowel obscure kunstwerken tot bekendere films (A Clockwork Orange, L’Eclisse). De minder bekende films vertoonde Vogel vroeger in zijn filmhuis in New York; zonder dit boek waren de meeste ongetwijfeld volledig in vergetelheid geraakt. Maar ook afgezien hiervan blijft het boek waardevol: het illustratiemateriaal maakt duidelijk dat Vogels onderwerpen nog altijd even actueel zijn als 30 jaar geleden. De afbeeldingen van Pasolini-films en nazidocumentaires zijn onverminderd weerzinwekkend, de oude expressionistische en surrealistische stills nog steevast fascinerend.

Boeken / Fictie

Helemaal het einde?

recensie: Martijn Meijer - Arthurs Apocalyps

Toen een ongeruste interviewer van Twee Vandaag aan een klimatoloog vroeg of de sombere prognoses in een pas verschenen rapport over milieuvervuiling het einde van de wereld zouden kunnen betekenen, antwoordde deze fijntjes: “Het einde van de mensheid misschien, niet van de wereld.” Het einde van de geschiedenis, het einde van de mensheid en het Einde der Tijden: het zijn thema’s die de (westerse) mens altijd in meerdere of mindere mate, bewust of onbewust, bezighouden, maar die zich traditioneel rond eeuw- en millenniumwisselingen in de meeste aandacht mogen verheugen.

Apocalyptische ambities

Arthurs Apocalyps, het literaire debuut van filosoof en freelance journalist Martijn Meijer, speelt in 1999. Er loopt een sekteleider in rond die de ambitie heeft de Apocalyps in gang te zetten. Deze sekteleider, de charismatische loodgieter Gordon King uit Texas, heeft in Denver de groep Davids Key opgericht, een fundamentalistische bijbelgroep met een ongezonde belangstelling voor Adolf Hitler en zijn gedachtegoed. Eén van de leden van Davids Key is Onno Winter, de jeugdvriend van de ik-verteller, Arthur.

~

Aan het begin van het boek zit Arthur in het vliegtuig naar Denver, op weg naar Onno die hem een brief heeft gestuurd waarin hij vertelt: “Alles is op zijn plaats gevallen. Vanuit de duisternis ben ik in het licht getreden.” In het postscriptum staat: “Arthur, er staat iets groots, iets enorms te gebeuren. Niets zal meer hetzelfde zijn. Over een paar maanden al. De aarde zal beven, de zon zal zwart worden en de maan van bloed. Je bent gewaarschuwd.”
Arthur is ervan overtuigd dat zijn vriend de weg volledig kwijt is en leest tussen de regels door een hulpkreet. Hij kent Onno als een cynische intellectueel die niets wil weten van goeroes en godsdienst.

Bommen en buitenbeentjes


In hoofdstukken die de roman in de actuele tijd afwisselen, wordt de geschiedenis verteld van de vriendschap tussen Onno en Arthur. Ze zijn de buitenbeentjes van hun klas op een katholieke basisschool en ze vinden elkaar onder een boom op het schoolplein, waar ze plannen beramen om met (stink)bommen de school te terroriseren. Al gauw zijn ze onafscheidelijke vrienden. Ze worden allebei verliefd op Irene, een Amerikaans klasgenootje. Tijdens een fietstochtje over de dijk kan alleen Arthur haar bijhouden, Onno achterlatend. Hoewel Arthur omwille van Onno geen verkering wil met Irene, wijst Onno later dit moment aan als het begin van het schisma tussen de twee vrienden. Het is niet de enige keer in het boek dat iets dat niet gebeurt, toch gevolgen heeft.

Onno en Arthur groeien na hun schooltijd uit elkaar: tijdens zijn studie doet Arthur wat zijn ouders van hem verwachten, terwijl Onno zich afkeert van de buitenwereld en tegelijk een symbool wordt van de westerse decadentie: “Zijn groeiend cynisme had Onno dikker gemaakt. Hij at en dronk uit principe te veel. Overdaad scheen het antwoord op alle vragen; de leegte moest gevuld worden.”

Kort nadat Arthur in de Verenigde Staten is aangekomen, vindt de schietpartij op Columbine High School plaats: twee vrienden, buitenstaanders die een haat deelden voor de wereld in het algemeen en hun schoolgenoten in het bijzonder, hadden het vuur geopend in de kantine van hun school en tenslotte zichzelf omgebracht. Dit zet Arthur aan het denken over vriendschap en terrorisme.

College

~

Niet alleen de gebeurtenissen op Columbine, maar elke waarneming, elke opmerking, is voor de verteller aanleiding (of een excuus) om de lezer een college filosofie of maatschappijleer te geven. Ook de dialogen zijn exposés van kennis en ideeën. Helaas zijn die ideeën vaak verre van origineel, en zijn ze al helemaal niet origineel vormgegeven. Deze ideeënroman, zoals de flaptekst hem noemt, blijft steken in een bijna obligaat uitspelen van een aantal noties door middel van vrijwel lege personages die te vaak met belerende wijsvingertjes zwaaien en een plot die maar niet beklemmend wil worden. Dit laatste is vooral een kwestie van stijl; Meijer schrijft niet sterk genoeg om de lezer mee te slepen of, anderzijds, het verhaal zo over the top te voeren dat het echt ironisch wordt.

God is een diskjockey

Tegen het einde van Arthurs Apocalyps raken allerlei zaken die aanvankelijk duidelijke tegenstellingen leken, steeds meer met elkaar vermengd. Onno en Arthur bezoeken een discotheek die in een oude kerk is gevestigd. Hier komen beelden uit het bijbelboek Openbaring van Johannes (de ‘basistekst’ van het christelijke apocalyptische denken) op de dansvloer terecht en leidt de ontregeling van alle zintuigen door drank, drugs en dansen op God is a dj tot een soort spiritueel inzicht bij Arthur.

Dezelfde nacht blijkt dat het Onno ernst is met het uitvoeren van het plan van Gordon King en wordt Arthur gedwongen tegen zijn oude vriend in actie te komen, wat bijna zijn eigen einde betekent. Maar niets gaat werkelijk ten onder; hoezeer de mens ook geobsedeerd mag zijn door het Einde der Tijden, er bestaat alleen een ‘kleine Apocalyps’ – in de vorm van de dood van het individu. En net zoals de consument altijd achter de volmaakte bevrediging van zijn behoeften aan zal blijven jagen, zo zal de gelovige de ene Messias zien verdwijnen om plaats te maken voor de andere: “Elke Messias die verscheen zou per definitie vals zijn: de Messias bestond alleen als eeuwig uitgestelde aanwezigheid of als verwachting in de harten der gelovigen.”

Muziek / Concert

Rock & Roll monsters nemen wraak!

recensie: ...en sluiten vriendschap, met een flinke portie lompheid in de Melkweg

.

Peter Pan Speedrock is de drijvende kracht achter dit festival. Speciaal voor deze tour hebben de drie mannen uit Eindhoven de andere bevriende bands uitgenodigd. Resultaat is een feest der verbroedering en van mannen-onder-elkaar. De keuze voor een prominent Amerikaans whiskymerk om de hele tour te sponsoren is dan ook niet verrassend. Want ook sterke whisky drinken is bijzonder mannelijk en het verbroedert. Maar de combinatie van wilde losgeslagen rock & roll bands en één of ander prominent merk is op het randje. In dit geval nog net aan de goede kant van het randje.

Een ijdeltuit

Bij de entree van de grote zaal in de Melkweg staat een markt, waar allerlei parafernalia van de bands kunnen worden bemachtigd. Rock & roll parafernalia zijn iets aparts. Een rock & roll monster (of een fan daarvan) is op zijn eigen manier ook een ijdeltuit; hij draagt een ingewikkelde sleutelbos aan zijn jeans, met gekleurde dobbelstenen als onmisbaar accessoire. Met een simpel zwart T-shirt van zijn favo rock & roll monster en natuurlijk met zijn, overigens peperdure, denim jack laat hij zien dat hij de Turbonegro posse van zijn woonplaats represent. Afgetrapte zwarte allstars completeren het plaatje.

Black Rodeo

Kenmerk van een echt rock & roll monster vanavond is: lomp, dronken, maar goedgehumeurd en strak spelend. Vooral de band die de avond aftrapt om 18:00 uur laat zijn humeur door niemand bederven, ook niet door een lege zaal. Vijf man staan nog onbeschonken te staren naar de vier man van Black Rodeo op het podium. Deze mannen uit Klazienaveen zien er uit als truckers. Dat is niet zo bijzonder, aangezien de truckerslook bij meerdere popgenres helemaal hot is op dit moment. Wat wel bijzonder is, is dat dit ook klínkt als truckersmuziek. Met een stampende motor, brandende wielen en een moordend tempo dendert de wagen van Black Rodeo door de Melkweg. Bij het publiek is de vlam nog niet direct in de pijp geslagen, maar de goede zin van de heren maakt veel goed.

Dan 69Charger. Uiterlijk lijken ze sprekend op het jongere broertje van Peter Pan Speedrock, maar ze spelen een stuk opgefokter. Allerminst uit onzekerheid. Een waar rock & roll monster als 69Charger zingt slechts over twee dingen: meisjes en rock & roll. Hoogtepunt van de show is een ode aan het laatste: This is rock & roll.

Sexy sixties supervrouw

50Foot Combo

Dat gaat zeker op voor het volgende monster: 50Foot Combo. Hoewel ze beweren ‘monstrophonic sound’ voort te brengen, zijn ze toch de meest verfijnde van de vijf bands. Dat is waarschijnlijk te danken aan zowel de sexy sixties supervrouw Sandra als aan het orgel en de theremin die ze bespeelt. Deze band heeft de typische vlammende surfsound, waar ze beroemd mee geworden is, grotendeels achter zich gelaten, evenals de latino gitarist. Tegenwoordig gooien ze het meer op de blues, maar doen het nog altijd even sleazy als vroeger. Maar de belangrijkste verandering is toch wel de zang. De voorheen instrumentale band blijkt met gitarist Steven een puike blueszanger te bezitten.

Mad Sin

Het meest extravagante monster van de avond is Mad Sin. Deze psychobilly-band uit Berlijn bestaat al bijna 20 jaar en ook hier in Amsterdam hebben ze veel fans. De boodschap van Mad Sin is extreem en heel duidelijk: Maffe kleding, gestoorde kapsels (die het midden houden tussen vetkuif en hanenkam) en rock & roll! Zij zijn dan ook de eerste band die de poppetjes goed aan het dansen krijgen. Ze mixen rockabilly, punk en speedrock tot een aanstekelijk feestje, waarin het vrij staat eens lekker een robbertje te vechten met de andere mannen uit het publiek. Naar hartelust slaat het publiek in de Melkweg elkaar de hersens in, om na afloop nog dikkere maten te zijn. Holly is goed op dreef met zijn flitsende contrabas, die hij kan laten ronken als een motor door er razendsnel tegenaan te slappen. Samen met zanger Koefte schreeuwt hij de hele tent bij elkaar, dus ook de oren moeten tegen een stootje kunnen bij deze vijf wildemannen.

Rock city

Peter Pan Speedrock

Na deze louterende ervaring is het tijd voor het Oppermonster, Peter Pan Speedrock. Het is opvallend dat er nu nog bezoekers binnendruppelen, die speciaal voor deze band gekomen zijn. Ze krijgen een rockshow als vanouds. De speedrockers hebben een naam hoog te houden; met zijn drieën hebben ze er voor gezorgd dat Eindhoven de toevoeging ‘Rock City’ kreeg en ook nu maken ze dat weer waar. Vaste gast Dikke Dennis brult een paar nummers mee, trots als hij is op een Amsterdams podium te staan. Dankzij hem geeft het rocktrio een extra lange toegift: “Snotneuzen, dat zijn jullie aan Amsterdam verplicht!” Maar de show heeft meer verrassingen. Als een duveltje uit een doosje zingt Bob Fosko het publiek toe met een stevig Zal ik jou es effe lekker in je bek schijte? Een fan beklimt het podium om uit volle borst een liedje mee te zingen. Bij Peter Pan kan dat. Na afloop druppelt men helemaal verbroederd de Melkweg uit en de tram in. Eén avondje monsters kijken kan veel goed maken. Erg aan te raden als je voor eens en voor altijd een conflict tussen jou en je maten uit de weg wilt ruimen…

Boeken / Achtergrond
special: Een interview met Amy Tan

De onvoorspelbaarheid van intenties

Het is kwart voor tien ’s ochtends als ik arriveer bij het Ambassade Hotel in Amsterdam. Ik heb een afspraak met Amy Tan, we gaan praten over haar nieuwste roman Vissen op het droge helpen. Het interview wordt afgenomen in de kleine ‘bibliotheek’ van het hotel, waar het boek binnenkort zijn eigen plek in de collectie zal vinden.

Amy Tan (1952) is maar een paar dagen in Nederland om over haar nieuwste roman te praten, daarna gaat ze weer terug naar Amerika. Vissen op het droge helpen is alweer haar vijfde roman. Haar eerste roman De vreugde- en geluksclub was een plotselinge bestseller en stond meer dan veertig weken op de The New York Times bestsellerlijst. De roman werd met verschillende prijzen onderscheiden en in 1994 verfilmd. Ook haar volgende romans waren meer dan succesvol. Ze schreef bovendien twee kinderboeken en een autobiografie met de titel The Opposite of Fate; a book of musings. Tans boeken zijn in meer dan twintig landen vertaald en uitgegeven.

Fictie versus waarheid

~

Vissen op het droge helpen wijkt af van haar eerdere romans in de zin dat het in dit boek niet hoofdzakelijk draait om relaties tussen vrouwen. Het is een verhaal dat op een onorthodoxe manier uiteenlopende thema’s aansnijdt. Het begint met een voorwoord gericht aan de lezer, dat ingaat op de ogenschijnlijke oorsprong van de roman. Amy Tan, die zichzelf als personage opvoert, zou tijdens een hevige onweersbui haar heil gezocht hebben bij ‘The American Society for Physical Research’, de Amerikaanse vereniging voor parapsychologie. Daar zou ze gestuit zijn op de Bibigeschriften: een serie sessies die het medium Karen Lundegaard zou hebben gehad met ene Bibi Chen, een overledene. Het personage Amy Tan meent zich deze Bibi te herinneren – was ze niet een bekende kunsthandelaar in San Fransisco? Een Chinese excentrieke vrouw die onder mysterieuze omstandigheden om het leven is gekomen? Wat volgt is het zogenaamde verslag van deze sessies; de gebeurtenissen van de roman lijken dus verteld te worden door de geest van een overledene. In het gesprek vertelt Tan dat ze er bewust voor heeft gekozen om sommige gebeurtenissen in de roman als waarheid te introduceren. “Met fictie kun je nu eenmaal vele kanten uit. Je kunt de wetten van het universum naar je hand zetten en zo gebieden van de menselijke emotie betreden die anders gesloten blijven. Het voorwoord heeft nog een ‘echte’ basis in de realiteit, met als gevolg dat je je kunt afvragen waar de fictie begint. Het voorwoord wordt daarbij extra dramatisch aangezet door de toon waarop het verteld wordt en door de nadruk die er op bijvoorbeeld het onweer wordt gelegd. Als fictie zou het niet echt geslaagd zijn, maar door het te presenteren als realiteit wordt het opeens acceptabel. Bovendien heb ik voor deze aanpak gekozen omdat ik het concept ‘intentionaliteit’ wilde onderzoeken. Onze intenties komen vaak voort uit onze overtuigingen, die op hun beurt vaak beginnen met de vraag waar we de waarheid moeten zoeken en of we deze waarheid, als we hem eenmaal gevonden hebben, onmiddellijk als waar moeten aannemen. De structuur van het boek en de manier waarop ik het laat beginnen had ik nodig om die intentionaliteit nader te bekijken.”

Morele ambiguïteit

~

Intenties spelen ook een rol in de titel van de roman: Vissen op het droge helpen (Saving fish from drowning). Tan vertelt hierover: “Het boek gaat veel over het ‘redden’ van mensen, ook het redden van jezelf bijvoorbeeld. Ik las in een reisgids de uitdrukking ‘Saving fish from drowning‘. Het ging over Boeddhistische monniken die geen slecht karma wilden vergaren en om die reden van intentionaliteit veranderden. In plaats van de vissen te doden, waren ze nu bezig de vissen te redden van de verdrinkingsdood. Ik vond dat een grappige, maar tegelijkertijd vreselijke notie. Kun je je voorstellen dat je zoiets echt wilt geloven? Daarna bedacht ik me dat de verschillende monniken ieder hun eigen opvattingen zullen hebben over bijvoorbeeld het eten van vlees. Is de ene opvatting beter dan de andere? En wat betekent het als je je intenties probeert te veranderen door er een mooie draai aan te geven, terwijl je tegelijkertijd weet dat de uitkomst net zo negatief blijft? Of stel dat een op zichzelf goed idee een hoop ellende veroorzaakt, hoe moet je daar moreel gezien dan op reageren? Dit soort kwesties speelt natuurlijk ook op mondiaal niveau: als er iets goeds gebeurt dan staan alle landen vooraan om er hun verantwoordelijkheid voor te nemen, maar ze zijn nergens te bekennen als de uitkomst negatief is. Hun enige respons is dan: ‘onze intenties waren goed’. Deze morele ambiguïteit vond ik heel interessant; bijna alles in het leven wordt gedreven door intenties.”

Ethiek versus pragmatiek

Op de begrafenis van Bibi Chen, waarbij alles van humoristisch commentaar wordt voorzien door de dode zelf, rijst de vraag of haar georganiseerde reis ‘In het voetspoor van Boeddha’ wel doorgang kan vinden. De mensen die zich hadden opgegeven besluiten na lang wikken en wegen toch te gaan. De personages laten allerlei bezwaren de revue passeren. Tenslotte voert de reis naar onder andere Birma, een land met een beladen politieke achtergrond. Tan zegt over de beslissing die de groep neemt: “Uiteindelijk gaat de groep omdat ze geen annuleringsverzekering hadden afgesloten, een praktische beslissing dus, in plaats van een morele. Bij een ethisch dilemma moet je natuurlijk een bepaalde reden hebben om een keuze te maken. Ook als je niets doet, is dat een reactie.”

De waarheid van de media

Ook de media spelen een belangrijke rol bij deze beslissing; het beeld dat men heeft van landen als Birma wordt grotendeels door hen bepaald, zeker in een land als Amerika. Hoe ziet Amy Tan de relatie van media met waarheid? “De vermenging van fictie en non-fictie, bijvoorbeeld in reality-shows, wordt door de media gebruikt om de interpretatie en presentatie van de feiten te manipuleren. Bij de laatste verkiezingen in Amerika zag je bijvoorbeeld heel duidelijk hoe de selectie van feiten het nieuws beïnvloedde. Deze selectie had veel te maken met de opvattingen van bepaalde mensen, opvattingen die niet waren gebaseerd op rationaliteit maar op emoties. Dit zagen we ook in de reacties van de media op 9-11. Veel van die reacties kwamen voort uit angst en waren er op uit om opvattingen te beïnvloeden of bepaalde feiten te accentueren. Waar vind je waarheid? Sommige mensen vinden het op de televisie en anderen in de krant, en weer anderen vinden het in hun geloof. Deze vraag – waar vind je waarheid? – stel ik met mijn voorwoord ter discussie.”

~

Tijdens de georganiseerde reis overlijdt de reisleider en raken de elf Amerikanen afgezonderd van de rest van de groep. Plotseling bevinden ze zich midden in de jungle van Birma. Het verhaal is anders dan Tan’s voorgaande romans in de zin dat haar eerdere werk heel persoonlijk was, over haar opvoeding ging, en de relatie met haar moeder er een grote rol in speelde. Dit boek bekijkt de wereld en de gebeurtenissen daarin. “Je zou het kunnen zien als een verschuiving van het persoonlijke, interne vlak naar de buitenwereld, het externe. Desondanks lijkt de verteller, Bibi, heel erg op mijn moeder. Zij speelt in dit boek dus opnieuw een belangrijke rol, in die zin is het dus een overgangsroman.
Je schrijft altijd vanuit een bepaald perspectief, met een bepaald doel. Een van de belangrijkste vragen waar een schrijver mee geconfronteerd wordt is: wat gebeurt er en waarom? En wat is onze invloed daarop? Mijn moeder was altijd heel erg bezig met deze vragen. Zij geloofde in alles, van Godswonderen tot het lot. Het leek mij interessant om te onderzoeken wat er gebeurt als in een bepaalde situatie iedereen een verschillende geloofsachtergrond heeft. De twaalf mensen uit de roman geloven allemaal in iets anders en verbinden hier andere handelingen aan. Zo hebben wij allemaal een andere ‘intentie’, en de uitkomst is uiteindelijk onvoorspelbaar.”

Veelzijdige spiritualiteit

Bibi Chen vertelt dit verhaal als dode, ze kan dit doordat haar bewustzijn verruimd is, de vergelijking wordt zelfs gemaakt met de staat van de verlichte Boeddha. In het hele boek is er sowieso sprake van een sterke spirituele ondertoon. Amy Tan is het hiermee eens, maar voegt er wel aan toe dat die ondertoon niet consistent is: “Spiritualiteit betekent hier het bestaan van een bewustzijn of een soort causaliteit buiten het veld van willekeur of wetenschap. Mijn moeder geloofde bijvoorbeeld sterk dat onze overleden voorouders een rol speelden in ons leven. Mijn broer en mijn vader stierven beiden binnen een half jaar aan een hersentumor en dit ’toeval’ was voor mijn moeder absoluut een reden tot beschouwing. Mijn vader zag het als een geloofstest. Hij was een vroom Christen, een dominee bij de baptistengemeenschap. Hij zag het als een beproeving, zoals bijvoorbeeld Job ook had moeten doorstaan. Vervolgens kreeg hij ook nog eens dezelfde kwaal als zijn zoon; de ultieme test. Vlak voor zijn dood wankelde zijn geloof, denk ik, toen vroeg hij zich af wat hij had gedaan om dit te verdienen. Mijn moeder zag het als een vloek, of als een verstoring van de harmonie met de natuur. Ze liet zelfs een feng shui expert komen om bepaalde berekeningen te maken en haalde allerlei mensen in huis om de boze geesten te verjagen. Een hele andere godsdienst dan die van mijn vader, dus. Je ziet dat als mensen wanhopig zijn, opvattingen kunnen veranderen. Het geloof is bij veel mensen niet consistent. Mijn eigen geloof is in ieder geval incompleet; ik zoek naar antwoorden in verschillende richtingen en in verschillende religies. Ik denk dat er veel mogelijke antwoorden zijn, maar ik pretendeer niet te weten waar je ze kunt vinden. Dat is het grote mysterie van het leven, en ik denk dat het goed is dat het een mysterie blijft. Op die manier blijf je nieuwsgierig en zoek je naar aanwijzingen. Voor een romanschrijver komt die nieuwsgierigheid in ieder geval goed van pas.”

Verdieping door humor

~

Hoewel het boek serieuze onderwerpen aansnijdt (een mysterieuze dood gevolgd door een verdwijning) en politiek-kritische vragen stelt over bijvoorbeeld de Birmaanse situatie, beschrijft Amy Tan dit alles wel met veel humor. “Als ik alles heel serieus had opgeschreven, dan was ik al snel afgestevend op een didactische aanpak van een bestaande politieke situatie. Humor werkt subversief, je kunt er zaken mee aan de orde stellen waar je eigenlijk niet over kunt of mag praten. Bovendien is er de factor van vermaak; als je begint met een bepaalde grauwigheid zullen veel mensen denken: ‘laat maar zitten’. Bibi Chen in de roman zegt het ook: ‘Ik lees om vermaakt te worden’. En dat geldt ook voor mij persoonlijk. Door komedie kan ik mezelf, door middel van een personage, een provocerende of politiek incorrecte stem geven. Het wordt grappig. Maar er is natuurlijk ook een risico aan verbonden. Sommige lezers begrijpen de humor misschien niet of zeggen dat je respectloos schrijft over bijvoorbeeld Amerika. Veel critici hebben mij vragen over dit boek gesteld die getuigden van een dergelijke manier van lezen. Het is een hele absurde, brede humor, die vooral de absurditeit van die Birmaanse politieke situatie laat zien. Los daarvan neem ik de lezer ook mee naar de jungle, en zijn er zeker delen die niets met humor te maken hebben. Ik koos daarbij voor het land Birma omdat ik in 1999 werd gevraagd voor een kunstreis naar dat land en zodoende zelf voor de keuze werd gesteld om er wel of niet heen te gaan. Aanvankelijk stemde ik toe. Ik had wel een vaag idee van het regime aldaar, en ik had wel gehoord van mevrouw Aung San Suu Kyi die de Nobelprijs voor de Vrede had gekregen, maar ik ging er eigenlijk vanuit dat de situatie verbeterd was. Het land had ook een nieuwe naam gekregen: Myanmar. Toen ik over Birma begon te lezen kwam ik er echter al snel achter dat de situatie veeleer verslechterd was, dat de armoede was toegenomen. Er bestonden veel verschillende opvattingen over de situatie aldaar en ik had niet genoeg informatie om te bepalen wie er gelijk had. Tegelijkertijd kon ik net zomin besluiten om thuis te blijven, maar ook het uitstellen van elke beslissing is in feite een besluit. Mevrouw Aung San Suu Kyi wordt trouwens voortdurend vrijgelaten om direct daarna weer opgepakt te worden. In de Birmese media wordt dan alleen aandacht besteed aan haar vrijlating waardoor je als buitenstaander meent dat het beter gaat – zoals ik ook geloofde.”

Verschillende stemmen

In Vissen op het droge helpen voert Amy Tan veel verschillende personages op en vermengt ze een groot aantal genres. Door de geheimzinnige dood van Bibi Chen kun je het lezen als een detective, maar het boek bevat ook elementen die eerder doen denken aan een avonturenroman, een thriller, of een komedie. Amy Tan vertelt over dit ambitieuze project: “Ik vond het spannend om verschillende denkwijzen te introduceren. In plaats van een dilemma vanuit één oogpunt te bezien kon ik er zo een veelzijdige draai aan geven. Ik heb overigens altijd al een verhaal willen schrijven in de trant van The Canterbury Tales. Net zoals in deze roman maken de personages in Vissen op het droge helpen een gezamenlijke reis, waarbij ieder van hen een moreel verhaal vertelt. Het was mijn opzet om een steeds grotere spanning te creëren. Als mensen proberen te overleven maken ze vaak beslissingen die normaalgesproken als onethisch worden beschouwd. Op een gegeven moment is er ook een omslagpunt, waarna de sfeer intenser wordt. Veel mensen denken dat de groep gekidnapt wordt, maar dat wordt nergens met zoveel woorden gezegd. Ook daar is veel ambiguïteit, net als in ons eigen leven. En wat betreft die genres: ik heb veel verschillende opvattingen in het boek verwerkt over hoe dingen gebeuren, al die genres sluiten daarbij aan. Wat je leest door de bril van een bepaald genre kan je als lezer weer een andere kijk geven op de dingen, een andere aanwijzing. Veel van die genres worden gekenmerkt door een voorspelbaar einde, een bepaalde transformatie of catharsis. Ik wilde per se een open einde waardoor het onduidelijk blijft wat er uiteindelijk met ze gebeurt.”

Een open einde

Wat zou de lezer eigenlijk moeten bijblijven na het lezen van Vissen op het droge helpen? “Als ik al iets verplicht ben aan de lezer, dan is het dat hij zich in ieder geval vermaakt moet hebben met de roman. En als ik een politieke boodschap zou hebben, dan bestaat die hoogstens uit de hoop dat mensen zich Birma of Myanmar herinneren. Dat men beseft dat de mensen die daar wonen, lijden onder een ingewikkelde politieke situatie die zich niet makkelijk laat oplossen. Mijn persoonlijke opvattingen zijn daarbij niet van belang. Ik probeer de verschillende kanten te laten zien en de verschillende stemmen te laten horen. Wat er daarna gebeurt laat zich niet voorspellen.”

Amy Tan • Vissen op het droge helpen • Uitgever: Prometheus • Prijs: € 19,90 (paperback) • 462 bladzijden • ISBN: 90-446-0745-6

Amy Tan . Saving Fish from Drowning . Uitgever: Fourth Estate Ltd . Prijs: € 19,90
(gebonden) . 304 bladzijden . ISBN: 0007216157

Kunst / Achtergrond
special: Adventures in sound and image - muziek, beeldende kunst, video, film en nieuwe media

Impakt Festival 2005

Van 7 t/m 11 december vond in Utrecht op diverse locaties het 16e Impakt Festival plaats. Het festival beloofde een avontuurlijk programma op het snijvlak van film, video, nieuwe media en muziek, kortom: Adventures in Sound and Image. In het Dutch Masters programma was aandacht voor legendarische Nederlandse filmmakers als Barbara Meter, Henri Plaat en Frans Zwartjes. Verder bood het Impakt Festival onder andere een retrospectief van de Duitse filmmaker Matthias Muller, een muziekprogramma gevuld met optredens van audio-pioniers uit alle windstreken, en een Found Footage Festival van films opgebouwd uit resten van obscuur, vergeten videomateriaal.

Theater Kikker en Theater ’t Hoogt vormen het centrum van het Impakt festival, hier werden niet alleen het merendeel van de films vertoond, maar vervulden de theaterbars ook hun rol van netwerklocatie voor filmmakers, curatoren en filmverslaafden die er naar hartelust konden discussiëren. In aanvulling op de vele, vele films werden hier ook overdag lezingen en workshops georganiseerd onder titel Couch Club en vonden in de avond vooruitstrevende muziekoptredens plaats.

Impakt Festival 2005
Impakt Festival 2005

Alles bij elkaar resulteerden de programmaonderdelen in een duizelingwekkend aanbod van events, maar om deze overvloed enigszins het hoofd te bieden, deed de Flatland Galerie tijdens het festival dienst als mediatheek, zodat de echte diehards geen enkele screening hoefden te missen, zelfs niet als de favoriete programma’s toevallig gelijk vielen. Charissa van der Vlies en Nathalie Hartjes waagden zich in het festivalgeweld en doen een greep uit het aanbod.

The sight of music

In het tweeluik Construct: Inner World – Outer Space werden videoclips getoond waarin popsterren zichzelf en het universum (her)scheppen. Samensteller van het programma, Jessica Manstetten is film- en televisiewetenschapper en werkt voor de Muziekvideo Sectie van het Short Film Festival Oberhausen.
Als we de clipmakers die Manstetten voor ons heeft geselecteerd, mogen geloven, is het niet best wat de toekomst voor ons in petto heeft. Outerspace – Do the Evolution is een verzameling videoclips die je hoofd doet tollen. Wanneer we het verleden en de toekomst bekijken door de ogen van de popmuzikanten en clipregisseurs van nu, is er sprake van een wereld van verval in plaats van vooruitgang. Meerdere clips raken het thema van robotica en genetische manipulatie, maar alle technische verworvenheden bevatten een wrange bijsmaak. In How does it make you feel van Air wordt de perfecte vrouw geconstrueerd. Helaas eindigt ze met een vissenkop. Ook voor de aandoenlijke zuigeling uit E-baby van Pleix biedt techniek geen hoop; keer op keer krijgt hij te kort aan elektronische liefde door slechte Internet verbindingen.

Het hele ontstaansproces van de wereld blijkt enkel en alleen gebaseerd op geweld en overheersing. In de clips van Pearl Jam, Autechre, Betaband en Fatboy Slim neemt de ene bevolkingsgroep (of soort) in rap tempo de macht over van de andere. Doorgaans gaat dit gepaard met geweld. Het zijn werkelijk allemaal dystopieën die Manstetten ons voorschotelt, veroorzaakt door de mensheid zelf – of door kwaadaardige wezens uit de ruimte.

Puur en direct

~

Het programma Inner World – Create Yourself wil aantonen dat videoclips van een band of artiest die een pseudo-live optreden verzorgt, niet per definitie saai zijn. Ze bieden wel degelijk de mogelijkheid om te identificeren met de artiest(en). Vaak volstaat in dat opzicht een eenvoudige setting. Deze videoclips benadrukken het individu waardoor de kijker onder de huid van de artiest kruipt. Voorbeelden zijn Knowing Me Knowing You van ABBA (geen setting of achtergrond, slechts vier gezichten), Yellow van Coldplay (zanger Chris Martin zingt alleen in de regen op het strand), Heroes van David Bowie (Bowie zingt met slecht het licht achter hem als setting) en Attitude van Suede (John Hurt treedt op als verlepte clown voor een lege zaal). De beelden zijn puur en direct en daarom zo treffend en gevoelig.

Grasvelden en gezichtspunten

Het Nederlandse landschap is groen en vlak, maar onder de vlakte houden zich tal van ongeziene werkelijkheden schuil. En zelfs wanneer de werkelijkheid zich zonder schroom presenteert, is de waarneming ervan altijd onderhevig aan het gezichtspunt van de kijker. Het screening programma Juicy Meadows bevat werk van Hollandse bodem; ofwel van Nederlandse makers of van buitenlandse kunstenaars die zich voor langere tijd in Nederland hebben gevestigd. De thematiek van het programma draait om waarneming, uitgewerkt in twee delen. Deel 1, Under The Surface, maakt het ongeziene zichtbaar. Deel 2, Eyewitness, concentreert zich op de wijze waarop waarneming is opgebouwd. De titel verwijst naar het gezegde ‘het gras is altijd groener aan de overkant’, maar of dat zo is valt nog maar te bezien.

Under The Surface is een zeer divers programma, van op sciencefiction geïnspireerde animatie (Ze komen & Love van Manon Bovenkerk) tot een volledig computergegenereerd spektakel van beeld en geluid (Dust van Telcosystems). Hoe divers de werken ook zijn, alle tonen ons delen van de realiteit die anders niet zomaar toegankelijk zijn, zij het fictie of werkelijkheid. Verborgen verhalen komen aan bod in de documentaires Mamma Mia van Core van der Hoeven en Kalle van Igor Sevcuk. Het eerste is een intrigerend portret van het vrijgevochten leven van kunstenares, zangeres en alleenstaande moeder Mia Andresen. De tweede bestaat uit beelden opgenomen in het voormalig Joegoslavië, doordrongen van symboliek. Het laat de kijker achter met onbeantwoorde vragen. Niet alleen inhoudelijk maar ook in vorm wordt gelaagdheid uitgedrukt. Dit bereikt zijn hoogtepunt in het werk Jackie Living Life and loving it van Ola Vasiljeva, een uit de hand gelopen fantasie over Jackie Kennedys geheime leven weergegeven in een animatiefilm die letter technieken en beelden op elkaar stapelt.

~

Waar Under The Surface een zoektocht is naar verscholen werkelijkheden, richt Eyewitness zich op situaties die open en bloot in de samenleving verschijnen. Dit levert een programma op van krachtige films dat zich voor het merendeel concentreert op de ramp van 11 september 2001 en de daarop volgende gebeurtenissen. De mediaweergave van de oorlog in Afghanistan en Irak wordt flink onder de loep genomen. Op welke wijze hebben deze beelden een plek gevonden in onze belevingswereld? Onder welke omstandigheden is geweld acceptabel? Wanneer ervaren wij het als afschrikwekkend? Ook al kan het belang van de gebeurtenissen in de Verenigde Staten en de gevolgen daarvan nooit overschat worden, de grote hoeveelheid werken waarin dit onderwerp aan bod komt, vernauwt de mogelijkheden die de thematiek van Eyewitness biedt.

Klaas van Gorkum’s Monitoring the Dordtselaan for Maximum Piece of Mind, een film geschoten vanuit het standpunt van een surveillancecamera die automatisch van elke voorbijganger een mogelijke verdachte maakt, en Gabriel Lester’s All Wrong, een compilatie van beeldsamples gevonden op het internet en gemonteerd tot een heel nieuw verhaal, bieden een welkome aanvulling doordat ze niet alléén focussen op een oorlogssituatie.

Panorama

Panorama is een poging de beste en spannendste films en video’s van het afgelopen jaar bij elkaar te brengen in negen programma’s met verschillende thematische samenhang. Behalve producties die ontdekt zijn op buitenlandse mediafestivals, was er ook werk te zien van Impakt-veteranen. Daarnaast werd werk van veelbelovend nieuw talent getoond.

~

De thematische diversiteit van het programma werd gekenmerkt door kwaliteitverschillen. Een aantal van de films en video’s zijn saai en egocentrisch, kunst zonder echte boodschap of helder idee. Gelukkig maken evenzoveel filmmakers juist boeiende en spitsvondige films waarbij je het gevoel hebt dat je naar iets bijzonders zit te kijken, beelden die verrassen of aan het denken zetten.

Oorlog en menstruatiebloed

In Panorama 1 – On Politics And War werden veertien korte films en video’s over oorlog vertoont. De meeste makers geven een komische en soms cynische draai aan dit onderwerp. Weer anderen spelen met de combinatie veilige thuishaven en oorlogsgeweld. Helaas overheerst het voor de hand liggende anti-amerika gevoel (van de niet-Amerikanen) en zijn de films doorspekt met vaderlandslievende propaganda. Na afloop is er een kort vraaggesprek met de aanwezige Jenny Perlin en Louis Bourque Bourque. Jenny Perlin maakt 16mm animaties in stop motion. In Amend combineert ze de definitie van het Engelse amend (amenderen) met lijsten van sodomiewetten die onlangs uit de boeken van verscheidene Amerikaanse Staten zijn geschrapt. Review, een andere film van Perlin die in dit programma is opgenomen, won dit jaar een eervolle vermelding bij de Impakt Awards. De film combineert krantenkoppen over de oorlog in Irak met bonnetjes van filmbezoeken en videoverhuur van diezelfde dag. We moeten dit zien als vlucht in filmamusement. Een interessante invalshoek die in de praktijk minder goed uitpakt. Minutenlang zit het publiek naar knipperende kapotte filmbeelden te kijken van handgeschreven teksten op een muur.

L’éclat du mal van Louise Bourque Bourque is een van de minder sterke films van het programma. De met onder meer menstruatiebloed behandelde film met beelden van het huis van haar oma en opa is gemixt met beelden van geweld. De beelden zijn door de vloeistof sterk aangetast en onduidelijk. De link met huiselijk geweld ligt hier zo verlammend dik bovenop dat je als kijker niet gestimuleerd wordt dit thema te laten inwerken. Het doet de kijker niets meer omdat je de beelden ingewreven krijgt, het laat niets aan de verbeelding over. Het publiek reageert na afloop van het vraaggesprek heftig als ze hoort dat er gebruik is gemaakt van menstruatiebloed. We verdenken Bourque Bourque van effectbejag, al claimt ze puur geïnteresseerd te zijn in de chemische reactie van het bloed met de stoffen op de film. Maar waarom ze dan specifiek het gebruik van menstruatiebloed vermeldt, blijft een raadsel. Het vraaggesprek is eenzijdig en bestaat uit een enthousiaste monoloog van Bourque Bourque. Haar bevlogenheid is boeiend, maar het hoge feministische gehalte en de uitleg doet de aandacht vervagen.

De werkende mens

In het programma Panorama 3 – Corporate Perfection draait het om het bedrijfsleven en het werken op een kantoor. Een beperkt programma, omdat films uitvielen of bij andere programma’s werden ondergebracht. Slechts vier films hielden stand. Interessant is Working Girl van Corine Stubi, waarin de verschillende mogelijke gedaantes van de vrouw op de werkvloer worden geïllustreerd door een blonde vrouw met een karakteristiek gezicht. Steeds verkleed in andere beroepskleding komt zij op de klanken van een fijne electrobeat voorbij. De animatievideo Power Play van Cecilia Lindqvist; tien verschillende scenes tonen twee mannen die tegen elkaar opbieden in het benadrukken van hun mannelijkheid. De film Hear Me, Children-Yet-To-Be-Born is met zijn 45 minuten speeltijd te lang maar is gelukkig ingekort. Het gaat over Corporate Storytelling, het fenomeen waarbij managers van grote bedrijven verhalen vertellen aan hun werknemers om gewenste gedragingen en gevoelens op te wekken. In deze film vertelt een manager in voice-over een verhaal naar aanleiding van zijn laatste reis naar de Dode Zee. We zien de man en zijn vrouw door de droge Dode Zee lopen. De film staat bol van verwijzingen naar de Bijbel en angst voor terrorisme. De film trekt interessante parallellen, maar de beelden spreken niet genoeg om de lange duur te vullen. Een groot deel van het publiek verlaat dan ook vroegtijdig de zaal.

Sesamstraat from Hell

Wonder Showzen
Wonder Showzen

Wonder Showzen is een absurde komedie annex kindershow. Een team van poppen, kinderen en cartoons staat garant voor een bizar en brutaal programma. Herinneringen van favoriete kindershows veranderen in een soort van Sesamstraat from Hell. Lekker slimme subversieve humor. Zeker niet bedoeld voor kinderen, maar ook niet voor zwakke magen of mensen die niet tegen grof taalgebruik kunnen. Als kijker weet je soms niet of je moet lachen, huilen of fronsen, zo absurd, grof en politiek incorrect is de humor. Iedere aflevering van de show bevat tekenfilms van schattige wezens die zich ontpoppen tot duivelse monsters, gevatte live-interviews door kinderen en korte toneelstukjes door het vaste poppenteam. Het programma is erg grappig, maar niet geschikt voor een langdurige screening. Na meer dan drie afleveringen achter elkaar te hebben gezien, gaan de grappen erg op elkaar lijken en is de lolligheid er een beetje af. Televisie lijkt een geschikter medium, de show is in Amerika op MTV te zien en zou het zonder twijfel ook in Nederland goed doen.

Impakt komt haar belofte van het bieden van avontuurlijke en diverse programma’s na. Helaas blijkt verscheidenheid niet altijd een garantie voor kwaliteit. De programma’s lopen uiteen van uitdagend tot ronduit vervelend. Daarbij resulteert het grote aanbod in onoverzichtelijkheid. Het wordt de bezoeker moeilijk gemaakt een goede selectie te maken uit alle werken. Bovendien wordt de toegankelijkheid beperkt door het ons-kent-ons sfeertje dat in de diverse locaties hangt. Het Impakt Festival blijkt ondanks alle goede bedoelingen toch een plek te zijn voorbehouden aan kunstenaars, curatoren en andere deelnemers van de kunstwereld. Dit blijkt ook uit de vele werken die de stereotiepe linkse gevoelens van de culturele wereld weerspiegelen, vaak gericht tegen de het kapitalistische front. Het is dan ook niet verrassend dat Impakt vooral haar publiek vindt in studenten en filmmakers. Helaas gaat hierdoor het spektakel aan het grote Nederlandse publiek voorbij.

De winnaars van het 16e Impakt festival waren:

Gouden Impakt Award:
Uyuni – Andres Denegri
Quoi de neuf Docteur – Jean Charles Hue

Zilveren Impakt Award:
Rogue State – Dave Griffiths
Kosmos – Thorsten Fleisch

Eervolle vermelding:
Review – Jenny Perlin
What I’m Looking For – Shelly Silver

Muziek / DVD

Waarop Nick Olivieri weer lacht

recensie: Queens of the Stone Age - Over the Years and Through the Woods

Queens Of The Stone Age (QOTSA) is altijd in beweging. De ‘Queens’ banjeren met zevenmijlslaarzen door het hedendaagse muzieklandschap alsof de stoner helemaal niet ten dode is opgeschreven. Daarbij rommelt het onophoudelijk in deze band en zijn er constant gastoptredens en wisselingen in de bezetting. Hoewel zanger Josh Homme tijdens het concert op de live-dvd Over The Years And Through The Woods op de planken staat met onder meer Joey Castillo en Troy van Leeuwen, worden ook bijvoorbeeld Dave Grohl, Nick Olivieri, Mark Lanegan
en Chris Goss bedankt voor bewezen diensten.

~

Ook zien we een aantal van hen nog terug op deze dvd, zij het niet tijdens de hoofdmaaltijd: een volledig concert opgenomen in Brixton Academy in Londen waar de band een groot deel van de eigen ‘back catalogue’ laat horen. Wat begint met een achteloos gezongen This Lullaby in een steegje achteraf door een rokende en ronkende Homme, ontaardt al snel in wat je de rock ’n roll hemel zou kunnen noemen, waarin het versneld gespeelde Go With The Flow een aardige opmaat is voor wat komen gaat.

Caleidoscoop

Het concert in Brixton Academy is zeker het bekijken en beluisteren waard (eventueel op de bijgeleverde cd), maar door het overmatige gebruik van video-effecten – zelfs de caleidoscoop wordt van stal gehaald – krijg je nooit het gevoel zelf in de zaal te staan. Daarnaast was een concert met Grohl op drums natuurlijk net wat specialer geweest.

Aardig zijn de beelden die door het concert heen zijn gemixt. Horen we Homme op het podium zeggen dat het vorige optreden niet door kon gaan vanwege een ziekte, zien we hem een aantal frames verder in conclaaf met een dokter. Hierdoor wekt de concertregistratie soms de indruk van een concertdocumentaire, maar dit gegeven is niet genoeg uitgewerkt, waardoor deze ‘concertfilm’ (laten we het daar maar op houden dan) wat tussen wal en schip valt.

~

Rednecks

Het zijn juist de bonussen die deze dvd zo bijzonder maken. Nu smaken ze eens niet als mosterd na de maaltijd, maar eerder als een uitgebreid dessert. Dit keer hoeven we niet tevergeefs te wachten op het moment dat Grohl zijn opwachting maakt achter de drums, zoals op Lowlands helaas wel het geval was. Nee, met een klik op de knop schakel je door het rijke verleden van QOTSA en daarmee ook door de personele bezetting van de band.

Zien we in The Bronze nog een handvol rednecks een piepjonge Homme aangapen; even makkelijk zappen we door naar een vol stadion waarin Olivieri gewoon staat waar hij hoort te staan: naast zijn voormalige ‘beste vriend’ Josh. Tja, niet elke band heeft zo’n rijk arsenaal aan getalenteerde muzikanten in de gelederen gehad. QOTSA heeft dat wel, en buit dat gegeven op deze dvd optimaal uit. Dit bonusmateriaal maakt in het geval van Over The Years And Through The Woods het verschil tussen een goede en een hele goede dvd.

Mooie bonussen en een desalniettemin haarscherp weergegeven, strak gespeeld optreden, dat tot de aftiteling boeit. Wat er dan nog rest is het beeld van een op en top ontspannen Homme, die op zijn akoestische gitaar First It Giveth speelt. Naast hem zingt Olivieri hardop mee. Hij lacht.

Boeken / Fictie

Voor de vuurpeletons aan

recensie: Amos Oz - Een verhaal van liefde en duisternis

Portretten van schrijvers sieren vaak de achterflap van een boek en in interviews wordt vaak geprobeerd een schrijver bepaalde uitspraken te ontlokken over zijn privéleven. Veel mensen zullen een soort heimelijke nieuwsgierigheid hebben naar ‘de persoon achter het boek’. Toch heeft een lange ‘autonomistische’ traditie ertoe geleid dat niemand zich al te openlijk afvraagt of de schrijver over eigen ervaringen schrijft, laat staan dat iemand de ik-figuur in de roman gelijk zal stellen aan de schrijver. Toch geven sommige boeken daar aanleiding toe, zo ook Een verhaal van liefde en duisternis van Amos Oz (1939).

De vergelijkingen tussen de schrijver en het romanpersonage Amos dringen zich al in het begin van de roman op. Afgezien van het feit dat ze dezelfde voor- en achternaam hebben, vertonen hun levensverhalen veel gelijkenissen, zoals hun leven in de kibboets. Oz maakt echter korte metten met diegenen die alleen deze vergelijkingen trekken. De roman is niet geschreven om te vertellen wat er echt gebeurd is in het leven van Oz; het blijft een roman. Lezers die Een verhaal van liefde en duisternis enkel zo beschouwen, noemt Oz ‘slechte lezers’: “De slechte lezer verlangt van mij dat ik het boek dat ik geschreven heb voor hem afpel. Hij eist van mij dat ik eigenhandig mijn druiven voor hem in de vuilnisbak gooi en hem alleen de pitjes serveer.” Die lezer is alleen op zoek naar de kale feiten over Oz in deze roman: wat is er echt gebeurd?

Onzichtbaar zijn

~

Amos is de hoofdpersoon in Een verhaal van liefde en duisternis. Deze persoon, die alle lotgevallen vertelt, groeit op tussen boeken in zeventien talen in een kelderwoning, waar hij samen met zijn geëmigreerde ouders woont. Afkomstig uit Oost-Europa zijn zij voor de oorlog naar Palestina vertrokken, maar in de verhalen over hun Europese belevenissen, die voor Amos’ geboorte plaatsvonden, lijken ze voor een groot deel daar nog te leven. Hun vroegere verlangen naar een terugkeer naar het beloofde land Kanaan, lijkt omgeslagen in een leven vol op je hoede zijn, je daarbij schikkend naar de wil van anderen om maar vooral geen woede op te wekken bij de Britten, de Palestijnen en andere Joden – ofwel: om maar zo onzichtbaar mogelijk door het leven te gaan.

Onpartijdigheid

Een verhaal van liefde en duisternis is een omvangrijke roman. In het lijvige boek wordt niet alleen de indrukwekkende geschiedenis van een familie verteld, maar ook de ontwikkeling van een schrijver en de omstandigheden in een verdeeld Israël. De politieke omstandigheden spelen wel een rol in het verhaal, maar vormen slechts een achtergrond, een eerste laag waarop Oz verder schildert. Soms maakt Oz het wel persoonlijk, als hij bijvoorbeeld vertelt over een vriendin van zijn moeder die door een verdwaalde granaat wordt getroffen. Het is schrijnend, maar door alleen Joodse gevallen te vermelden lijkt Oz toch te kiezen voor een van de twee kampen. Die partijdigheid – hoe begrijpelijk ook voor een Joodse schrijver – doet deze passage geen goed. Elders in de roman is er gelukkig geen sprake van soortgelijke keuzes of wordt de lezer niet gedwongen te oordelen over een van de twee volken.

Zoekend schrijven


De geschiedenissen, gebeurtenissen, grappige en ontroerende personages worden nog mooier door Oz’ bijzondere schrijfstijl. Soms maakt hij lange zinnen waarin hij, door kleine nuances, dingen telkens opnieuw probeert te verwoorden. Het is alsof hij nog een andere formulering probeert die de sfeer, zijn gedachten of zijn gevoelens beter weergeven. Dat wat Oz soms niet goed kan bevatten, een situatie, of moment, probeert hij in taal te zoeken en zo precies mogelijk te beschrijven, zoals in zijn eerste liefde voor het Hebreeuws, dat hij leert op de Tachkemonischool:

Mijn hart ging uit naar het plechtige idioom, naar de bijna vergeten woorden, naar de vreemde zinsconstructies en naar de afgelegen plekken in de dichte wouden van de taal, daar waar honderden jaren lang nauwelijks een mens een voet gezet had, naar de doordringende schoonheid van de Hebreeuwse taal

Niet alleen de pitjes


De ‘slechte lezer’, waar Oz in het begin van zijn roman over schreef, zal in deze roman niet genoeg hebben aan de pitjes, of aan een antwoord op de vraag of Een verhaal van liefde en duisternis nu wel of niet helemaal autobiografisch is. Zodra je het boek openslaat, beland je in een andere wereld, vol verwarrende of ontroerende verhalen of bladzijden die je doen vergeten dat je leest.
Toch kun je niet ontkennen dat deze roman dichtbij Oz staat. En omdat hij zo zeer sterk verbonden lijkt met dat autobiografische aspect wil ik liever de lezer zijn, die niet hoeft te oordelen, maar die leest en het gevoel heeft dat Oz nog vlak achter hem/haar zit mee te lezen. Hij is dan nog niet weg bij zijn werk, maar kijkt nog mee, is deelgenoot van je leeservaringen. Na de lezers echter, “komen de literaire experts, de geleerden, de critici en de vuurpelotons. Maar dan ben ik al weg.”