Boeken / Fictie

Een op het nippertje gelukt schrijversleven

recensie: Omtrekkende bewegingen – Sergej Dovlatov

De Russische schrijver Sergej Dovlatov (1941-1990) deed alle hilarische moeite om zijn spottend ongepaste proza ongecensureerd uitgegeven te krijgen. Vergeefs natuurlijk. Hij verdiende zijn geld als dienstplichtig kampbewaker in de Goelag, als weerspannig journalist bij Estse kranten en als gids voor het Poesjkin-openluchtmuseum. Zijn wederwaardigheden zijn chronologisch te lezen in romans als Het Kamp, Het reservaat (eerder door Robbert-Jan Henkes vertaald als Domein) en Compromissen.

Die laatste roman (‘… En had ik geen baan meer. Misschien, denk ik, moet ik voor kleermaker leren? Ik had gemerkt: kleermakers hebben altijd een goed humeur…’) is in Henkes’ veel betere vertaling opgenomen in zijn Omtrekkende bewegingen. Daarin ook Die van ons (Dovlatovs familiegeschiedenis: ‘Ik hoop dat hij alledaags genoeg is.’ Niet dus.), Ambacht en ten slotte Filiaal (‘Volgens mama ben ik ooit wakker geworden met een glimlach op mijn aanschijn. Dat was, moet ik erbij zeggen, in ’43. Denk je in: aan alle kanten oorlog, bommenwerpers, evacuatie, en ik lig te glimlachen…’).

Nar

Het Nederlands lijkt soepel met de specifieke toetsen van het Russisch te kunnen wedijveren. Uit de vertaling van de vier romans is af te leiden dat het verrukkelijke tragikomische taaleigen van Dovlatov niet anders dan onnavolgbaar moet zijn, zoiets als een literaire spreektaal fris van de lever. Als een soort nar probeerde hij politiek getrouwe autoriteiten goedgemutst te weerstaan, die overigens niet altijd konden nalaten zijn schrijverschap stilistisch te prijzen… en tegelijk volledig moesten verwerpen. Hij kon veel over zijn kant laten gaan, maar niet dat publiceren hem onmogelijk werd gemaakt. Met alcohol en sigaretten probeerde hij de frustratie steeds even kwijt te raken, tot zijn hartstilstand in 1990. Toen had hij net met goed geluk (een toevallig contact dat behulpzaam was) gedebuteerd in The New Yorker met verhalen, waarna ook een paar romans volgden.

In New York was hij redacteur bij een Russischtalig blad voor emigranten. Daarin werd de Sovjet-Unie consequent aan de schandpaal genageld. Ondertussen zaten zijn collega’s en die van een concurrerend blad elkaar vijandig dwars, ongeveer zoals zij in hun thuisland van hogerhand zelf genadeloos werden dwarsgezeten. De beoogde samenwerking had daar in het vrije Amerika danig onder te lijden. Het liep zo hoog op dat Dovlatov in een lange brief zijn collega’s licht geïrriteerd tot de orde probeerde te roepen. Uit de compositie en taal van die brief spreekt de menselijke goedgezindheid die de schrijver in al zijn verhalen typeert.

‘Het mag lijken of je omringd bent door wolkenkrabbers. Maar je bent omringd door je verleden. Dat wil zeggen door ons. Waanzinnige dichters en schilders, alcoholisten en docenten, soldaten en kampgevangenen.’

Na zijn dood

In de tijd van perestrojka, snel na zijn dood, kreeg zijn werk ook in Rusland steeds meer verspreiding. Hij werd verwelkomd als een moderne Tsjechov. In diens tijd mankeerde er ook heel wat in Rusland, maar hem was de vileine spotzucht van Dovlatov geheel vreemd. Toen waren de ‘zegeningen’ van de revolutie natuurlijk ook nog niet bekend. Dovlatov heeft zijn leven lang tegen alle tegenwerking in geschreven om uiteindelijk de roem in zijn moederland niet meer mee te kunnen maken. Hopelijk ligt cq. komt er geen verbod van Poetin op de verkoop van zijn boeken.