Boeken / Fictie

Radetzkymars als nieuw gespeeld!

recensie: Joseph Roth - Radetzkymars

Verrassend dat er opeens een gloednieuwe vertaling van Roths Radetzkymars (1932) uit de lucht kwam neerdalen. De eerste vertaling verscheen in 1981, de tiende druk in 2009, herzien door Elly Schippers.

Els Snick, in de lage landen onuitputtelijk bevorderaar van werk van Roth, waarvan het meest reportages die hij als journalist schreef, had kennelijk het idee dat een vertaling van Radetzkymars nóg beter kon. De roman wordt algemeen beschouwd als het magnum opus van Roth, waarmee dan meteen tekort wordt gedaan aan menig andere roman van hem, met name aan de even magistrale als deerniswekkende Job.

Hoog niveau

Het blijft een groot raadsel hoe Roth in zijn vijfenveertig levensjaren (1894-1939) zoveel en op zo’n hoog niveau bedacht en geschreven kan hebben, te meer omdat hij vele uren in teveel alcohol verdronken heeft. Zonder woonadres verbleef hij in hotels op heel wat verschillende plaatsen, dus veel treinreizen, ook voor zijn reportages in Frankrijk, waar hij na de Grote Oorlog, de Eerste, de aantrekkelijkste sfeer van vrijheid opsnoof. Waarschijnlijk was de wijn daar ook niet te duur.

Verbazingwekkend aan de taal en de schrijfstijl waarin Roth schreef is dat die beide helemaal geen verouderde indruk maken, vooral niet in de up-to-date vertaling van Els Snick. Om dat te illustreren hier de eerste zinnen uit de vorige vertaling (van Elly Schippers), die toen bewonderenswaardig leesbaar bleek te zijn. Die zinnen laten meteen al zien dat Roth geen lange zinnen maakte waar kortere volstonden. In het fragment komt ook goed uit hoe subtiel en compact met een vooruitwijzing meteen al een spanning wordt opgebouwd die er wezen mag.

Schippers

De Trotta’s waren van een jong geslacht. Hun voorvader was na de slag bij Solferino in de adelstand verheven. Hij was een Sloveen. Sipolje – de naam van het dorp waaruit hij afkomstig was – werd zijn predikaat. Het lot had hem tot een bijzondere daad uitverkoren. Zelf zorgde hij er echter voor dat latere tijden hem vergaten.

Op dit punt begint Snick verantwoord een nieuwe alinea (de lezer wordt naar de Slag bij Solferino gevoerd), Schippers gaat nog een eind door met haar eerste alinea. Nu hetzelfde fragment vertaald door Els Snick.

Snick

De Trotta’s waren een jong geslacht. Hun stamvader was na de slag bij Solferino in de adelstand verheven. Hij was Sloveen. Sipolje – de naam van het dorp waar hij vandaan kwam – werd zijn adellijke titel. Het lot had hem voorbestemd tot een heel bijzonder daad. Maar door eigen toedoen raakte hij in latere tijden in vergetelheid.

Aan de enigszins taalgevoelige lezer hoeft niet schoolmeesterachtig uitgelegd te worden waarin de kracht schuilt van de door Snick geleverde verschillen. Kort gezegd is zij helderder, compacter, spreektaalachtiger en subtieler.

Feest

Ook al heb je de vertaling van Schippers al eens gelezen, het is een feest om de roman in die van Snick zo’n vierhonderd bladzijden over te doen, te meer omdat de inhoud van het verhaal je niet meer zo precies voor ogen zal staan. Men leze in de fysieke boekwinkel de achterflap, je bent verkocht en het boek gékocht!