Kunst / Expo binnenland

Liefde heeft talloze gezichten

recensie: Love Stories - Hermitage Amsterdam

Wie denkt dat over de liefde nu wel alles geschreven of geportretteerd is, zou een bezoek aan Hermitage Amsterdam moeten brengen. Daar zijn ruim honderd historische portretten van beroemde liefdeskoppels bijeengebracht. Elke generatie schrijft haar eigen liefdesgeschiedenis. De expositie draagt duidelijk een Brits stempel, maar de goedgekozen Nederlandse bijdrage mag er ook zijn.

Met Love Stories – Kunst, passie en tragedie heeft Hermitage Amsterdam de Europese première van een reizende tentoonstelling die de hele wereld over gaat. Uit de schatkamer van de Londense National Portrait Gallery zijn vermaarde portretten over de liefde in al haar verschijningsvormen verzameld. In overleg met het Engelse museum en de Dutch National Portrait Gallery is er in Amsterdam een selectie Nederlandse portretten aan toegevoegd. Op vrijwel alle afbeeldingen zien we grote kunstenaars en beroemdheden, en natuurlijk mogen in een Britse tentoonstelling ook royals niet ontbreken. Wat vertellen zij ons samen over al die wondere wegen van de liefde?

Veranderende beeldtaal

De expositie omvat geschilderde en gefotografeerde portretten vanaf de late zestiende eeuw. Hierbij is voor een thematische indeling gekozen, met rubrieken als De muze, Partner in portret en Liefde onder vuur. De historische ontwikkeling in de kijk op liefde blijft wat onderbelicht, maar tussen de regels door vang je er wel een glimp van op. Zo staat op de ‘huwelijksadvertentie’ van bankier Thomas Jenkins en zijn nicht Anna Maria eind achttiende eeuw nog een hondje, symbool van trouw. Een aantal decennia later wordt dichter John Keats op een schilderij gevangen in een melancholisch moment, verzonken in een boek dat verwijst naar het droevige gedicht dat hij diezelfde dag schreef (Ode to a Nightingale). Je ziet in zulke portretten mooi hoe de vroegmoderne hoofse visie op liefde evolueert tot de romantische van de negentiende eeuw; hoe de focus verschuift van eer en trouw naar hunkering en passie.

De schilderijen en foto’s uit de twintigste eeuw vormen vaak een feest van herkenning, een beetje afhankelijk van welke culturele belangstelling je hebt en tot welke generatie je behoort. Zo zijn er prachtige portretten te zien van getrouwde acteurs die theater- en bioscoopbezoekers samen in vervoering brengen. Laurence Olivier en Vivian Leigh bijvoorbeeld, en het roemruchte duo Elizabeth Taylor en Richard Burton. Of neem de groten van de Engelse popmuziek, de vier Beatles met hun partners en Mick Jagger met een paar van zijn liefdes. Stuk voor stuk erg mediageniek en met een verhaal dat sterk tot de publieke verbeelding spreekt. Ook hier zie je trouwens een verandering in de beeldtaal. De wat oudere portretfoto’s van de jaren 30 en 40 hebben duidelijk een ingetogener en formeler karakter dan de meer uitbundige en losse beelden van latere jaren.

Verboden liefde en tragedies

Oscar Wilde; Lord Alfred Bruce Douglas by Gillman & Co (May 1893), © National Portrait Gallery, London

De portretten in de categorie Liefde onder vuur gaan weliswaar lang niet allemaal over homoseksuele relaties, maar die – veelal verboden – liefdes krijgen wel volop aandacht. Virginia Woolf en Vita Sackville-West, Benjamin Britten en Peter Pears, Oscar Wilde en zijn ‘Bosie’ … ; vanaf het einde van de negentiende eeuw doen ze hun intrede in de Britse portretkunst. Bij de beroemde foto van Wilde en Douglas moet je natuurlijk ook al snel denken aan het trieste lot dat Wilde uiteindelijk te wachten staat. Ten tijde van dat portret lacht de toekomst hem nog vriendelijk en vol beloften toe, de verschrikkingen van zijn proces en veroordeling, zijn eenzame dood in Parijs kan niemand dan voorzien. Vanwege zijn seksueel gedrag (‘grove onzedelijke handelingen’) wordt de schrijver in 1895 veroordeeld tot twee jaar dwangarbeid in de gevangenis van het Engelse Reading. Na vrijlating wijkt hij berooid en uitgekotst uit naar Frankrijk, waar hij vrij spoedig overlijdt aan een hersenvliesontsteking.

Met onze kennis achteraf blijken wel meer beloftevolle portretten de opmaat voor gebroken harten en tragedies te zijn. Wat te denken van de vrolijke foto van Sylvia Plath en Ted Hughes? Hoe kijken we naar Elizabeth Taylor die liefdevol het haar van Richard Burton knipt? Twee keer met elkaar getrouwd, twee keer weer gescheiden. In gedachten hoor je hun knetterende scheldpartijen uit de oh zo relevante filmversie van Who’s Afraid of Virginia Woolf? Maar wanneer Taylor in 2011 sterft, neemt ze in haar kist alsnog de laatste brief van Burton – al overleden in 1984 – mee. Love Stories heet de expositie, niet Love Portraits.

Going Dutch

In Amsterdam is zoals gezegd ook een selectie Nederlandse portretten toegevoegd. De eerste (stiekeme) foto van Beatrix en Claus; Johan en Danny Cruijff in een kakelbonte slaapkamer; Mathilde Willink door de ogen van Carel… het zijn belangrijke historische beelden. Ook vergeet de stad  haar reputatie op het gebied van vrije liefde niet. Op 1 april 2001 voltrekt burgemeester Job Cohen er het allereerste homohuwelijk ter wereld. In de Hermitage hangt een foto met de vier gelukkige paren.

Hoe ongelofelijk veel gezichten heeft de liefde. En wat een mooie kans is het om even stil te kunnen staan bij al deze gezichten. Liefde in donkere dagen, dat kunnen we wel gebruiken.