Kunst / Expo binnenland

Als portretten konden spreken

recensie: Sofonisba Anguissola. Portrettist van de Renaissance
Sofonisba Anguissola, Het schaakspel, 1555, olieverf op doek, 72 x 97 cm. The Raczyński Foundation, Muzeum Narodowe w Poznaniu, PoznańThe Raczyński Foundation, Muzeum Narodowe w Poznaniu, Poznań

Bij Rijksmuseum Twenthe stap je momenteel in de wereld van de Italiaanse schilder Sofonisba Anguissola (1532-1625), met als hoogtepunt haar levensechte zelfportretten. Een tentoonstelling over een getalenteerd en eigenzinnig portrettist.

Rijksmuseum Twenthe heeft samen met de Deense Nivaagaardcollectie achttien schilderijen van Sofonisba Anguissola bij elkaar gebracht, aangevuld met nog drie schilderijen van haar jongere zussen Lucia en Europa. In de tentoonstelling sta je onder meer oog in oog met adembenemende portretten. Een van de hoogtepunten is Het Schaakspel, een groepsportret van Sofonisba’s zussen en een bediende. Lucia kijkt ons recht aan, terwijl ze op het punt staat om Minerva, haar jongere zus, te verslaan met een potje schaken. De bediende slaat geen acht op de zussen en richt haar blik op het schaakbord, terwijl Europa, hun jongste zusje, het schouwspel gadeslaat met een brede, bijna aanstekelijke lach. Het groepsportret is een levendig spel van gebaren, blikken en gezichtsuitdrukkingen dat de individualiteit van de zussen benadrukt. Oorspronkelijk hing dit schilderij in het ouderlijk huis van de familie Anguissola. De kunstenaarsbiograaf Giorgio Vasari (1511-1572) had het schilderij daar gezien en schreef later dat de figuren zo levensecht zijn geschilderd dat alleen hun stemgeluiden ontbreken. Geschilderde portretten kunnen natuurlijk niet spreken, maar de inscripties en attributen op veel van de (zelf)portretten van Anguissola spreken boekdelen.

Door de ogen van Sofonisba Anguissola

Er zijn geen brieven of geschriften van Anguissola’s hand bewaard gebleven, maar de tentoonstelling slaagt erin om bezoekers een gelaagd beeld te geven van haar beginjaren en opleiding als schilder. Anguissola specialiseerde zich in portretten. In eerste instantie schilderde ze naaste familieleden, later ook vooraanstaande inwoners uit haar geboorteplaats Cremona. Anguissola heeft relatief veel zelfportretten gemaakt. In de late zestiende eeuw was dat erg ongebruikelijk voor schilders. Er zijn maar liefst twaalf zelfportretten van haar hand bekend. Vaak geeft ze zichzelf hierop weer met een attribuut, zoals een muziekinstrument of een boek. Hierdoor geven deze portretten een inkijk in hoe Anguissola zichzelf zag en hoe ze gezien wilde worden.

Deugdzaam en eigenzinnig

Sofonisba Anguissola, Zelfportret achter de schildersezel, ca. 1556-7, olieverf op doek, 66 x 57 cm. Muzeum - Zamek w Łańcucie, Łańcut

Sofonisba Anguissola, Zelfportret achter de schildersezel, ca. 1556-7, olieverf op doek, 66 x 57 cm. Muzeum – Zamek w Łańcucie, Łańcut

Op vrijwel al haar zelfportretten draagt Sofonisba een zwarte jurk met een witte kraag. Kleding waarmee ze soberheid en bescheidenheid uitdrukt, deugden waar vrouwen in haar tijd aan moesten voldoen. Ook signeert ze haar portretten met haar voor- en achternaam, waarna de inscriptie ‘virgo’ volgt, verwijzend naar haar maagdelijkheid als ongetrouwde vrouw. Vrouwelijke schilders werden door biografen vaak beoordeeld op eigenschappen als kuisheid, soberheid en gehoorzaamheid, dus begrijpelijkerwijs wil ze ook zo gezien worden.
Anguissola wendt zich tegelijkertijd af van dit ideaal door een zelfportret te maken waarop ze zichzelf weergeeft als schilder achter een ezel. Op dit zelfbewuste en eigenzinnige zelfportret kijkt Sofonisba ons recht aan, terwijl ze werkt aan een intieme voorstelling tussen Maria en Jezus. Er mag geen twijfel over bestaan dat Anguissola de schilder is. Met penseel in de aanslag en gericht op het doek, de schilderstok in haar andere hand en klodders aangeroerde verf op het schilderspalet als stille getuigen van het maakproces.

Hoogtepunten

Haar talent blijft niet onopgemerkt. In 1559 vertrekt Anguissola naar het Spaanse hof in Madrid om teken- en schilderlessen te geven aan de Spaanse koningin Elisabeth van Valois (1545-1568). Veel van de schilderijen die Anguissola daar maakte zijn verloren gegaan in een brand. Wel weten we dat ze zich in Madrid schikt naar de Spaanse hofstijl en portretten door haar werk niet te signeren, wat toen gebruikelijk was voor hofschilders. Na veertien jaar keert ze terug naar Italië. Daar maakte ze hoofdzakelijk religieuze schilderijen, maar die evenaren de innovatieve portretten uit haar beginjaren niet. Daardoor geeft deze bescheiden tentoonstelling een veelzijdig beeld van haar ontwikkeling en talent, met de portretten uit haar beginjaren in Cremona als hoogtepunt. Zo slaagt Rijksmuseum Twenthe erin om een levensecht portret te schetsen van een getalenteerd portrettist uit de Italiaanse renaissance.